KINDERCOURANT
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
lilll
VAN HET
Ik loof daar ook 5 prijzen voor uit en geef er twee weken Óen tijd voor, om allerlei mooie
kleuren te verzinnen.
Nieuw vraagstuk.
Een spreekwoord van 2 woorden uit de
onderstaande letters tc vormen
s, s, t, t, t, r, e, v, o.
N (Ingez. door VOETBAL).
Hoe leest men dit
Een jong - entje - zat - mét - een bene -
pen - hartje - in - de - ge - van - genis I
(Ingez. door ANNA B.)
Eenjarig bestaan van „Rubriek van
Oom Karei",
Hier hebben we dus de krant, die ons in her
innering zal brengen, dat we 16 Februari één
jaar bestaan. Het is toch al een heelen tijd en
als je dan bedenkt, wat we allemaal niet sa
men meegemaakt hebben. Ik heb de eerste
kinderkrant nog eens nagekeken, dus die, waar
nog geen correspondentie in stond; waarin ik
vertelde van mijn droom, dat ik op het ijsclub
terrein zat en daar een heelen toeloop van ne
ven en nichten rondom mijn luie stoel kreeg.
Hoe had ik toen kunnen denken, dat ik werke
lijk zoo'n toeloop zou krijgen? Meer dan 160
verschillenden wel, stel je eens even voor, als
die eens werkelijk op het ijsclubterrein samen
kwamen, dan zou het zeker een heele bezen
ding zijn I En elke week een zestig, zeventig I
't Is enorm, en haast te v<?el voor de corres
pondentie. Ik had het leuk gevonden, als we
eene aparte kinderkrant hadden kunnen krij
gen, maar daar bestaan nog technische be
zwaren tegen. Dus moeten we onzen verjaar
dag op een andere manier vieren; en wat is
er leuker dan wedstrijden? Dat lijkt me de
geschikte manier van feestvieren, dan hebben
we er ook nog een tijdje pleizier van.
Maar ik verdeel de neven en nichten dezen
keer in twee ploegende ouderen boven de 10
jaar en de jongeren, onder de 10.
OPSTELLENWEDSTRIJD VOOR DE
OUDEREN.
Gevraagd een opstel over: „Mijn prettigste
schooldag". Ik geef twee weken den tijd, dan
den 28sten heb ik van alle neven en nichten
boven de 10 jaar een opstel over wat ze zich
als den prettigsten dag op school herinneren.
Ik loof er 5 prijzen voor uit.
Ea voor do jongeren hebben we weer eens
een
Een I, 12, 31, 5, 8, vindt men in Rotterdam.
22, 2, 18, 7, is een rivier in Rusland.
30, 9, 27, 37, is een mooi gebouw
2 is 19.
(Ingez. door DRIEHOEK).
En nu begint een nieuwe Kampioenswed
strijd. Voor degenen, die pas meedoen, nog
even het volgende
Tamboer houdt dus nu 10 weken den titel
van kampioen.
In die tien weken lost jullie 'eiken keer de
raadsels op en wie ze dan deze komende 10
keer altijd goed gehad heeft, komt dan weer
in aanmerking om den titel „kampioen" als
schuilnaam te dragen.
We hebben wel bewijzen genoeg gehad, hoe
deze wedstrijd, (waar het alleen om de „eer"
tc doen is), ingeslagen is. En dan Zwartkop en
Ton nevcu ale dankbaarheid, want die twee
zijn er uitvinders van.
KLEURWEDSTR1JD,
Daarvoor is het plaatje, dat hier volgt i
r-+.
Vraagstukken.
Oplossingen der vorige vraagstukken zijn
I. een kou.
II één kwart voor 4, dus kwart voor 4.
En nu iets anders de kinderkrant is nu jarig,
maar dat zijn ook 4 medewerkers(sters), want
in de tweede kinderkrant (dus dc eerste, waarin
correspondentie stond), vond jk de namen van
„DRIEHOEK, ZWARTKOP, ABRIKOOS en
ZONNEBLOEM". Ze hadden toen nog wel niet
alle vier die mooie schuilnamen, maar dat hin
dert niet Op een verjaardag geef je nu een
maal cadeautjes, dot hoort zoo, en ik vind, dat
dat klaverblad van vier trouwe neven en nicht
ten Maandagmorgen maar even langs het bu
reau van het Dagblad moet komen, om iets
in ontvangst te nemen, dat hun (haar) zal
herinneren aan de prettige samenwerking, die
ze in het afgeloopen jaar met Oom Karei had
den.
'Ik heb nu niet veel meer te zeggen, ik heb
er tTOuwens geen ruimte voor, de correspon
dentie moeten we toch al zooveel korter ma
ken. Laten we afspreken, dat we zoo goed mo
gelijk zullen roeien met de riemen, die we heb-
„DE KINDERKRANT JUBILEERT."
Eindelijk is de dag gekomen,
Eindelijk is de dag aldaar,
Dat de „kinderkrant" is jarig
Een jubileum van een jaarl
•Al de nichten cn de neven
Vieren blij het feest nu mee
En zullen dit heuglijk feit herdenken^
Met een koekje bij de thee.
Tante Riek en Oom Karei
Hebben nu ook heel veel pret.
En hopen, dat jullie nog vele jaren,
In de „kinderkrant" worden gezet I
Het krantje met al zijn hoekjes.
Met recepten o, zoo fijn,
Met z'n moppen en z'n raadsels.
Wat kan er nu nog leuker zijn.
Dén heb je weer wat leerzaams,
En dan een leuke grap.
Een handwerkje of een kunstje.
Van alles vindt men wat.
En dan die eer, de kampioen I
Daar wordt men door beroemd,
Totdcrt er na tien Veken weer.
Een ander .wordt benoemd.
Dus nu maar weer met frisschen moed,
'Allen je best gedaan.
Zoodat deze leuke kinderkrant,
Nog jaren blijft bestaan I
(Ingez. door DRIEHOEK).
RUILHANDELHOEKJE.
H. v. d. Mark Koninginneloan 2 heeft te ruilen
postzegels tegen Pleines' plaatjes. Hoeveel hij
ruilt, zal hij wel zeggen, als hij de plaatjes
ziet. Hij heeft ook nog een massa Verkades-
plaatjes Te ruilen I
B. cn B. Hesselink, Koninginnelaan 19, heeft
Kanis- en GunnikpiaatjésVan domme Hans
No. 11 (2 X) en 4 en 5;
Van de Gelaarsde Kat No. 8van Hans en
Grietje no. 4; von Klein Duimpje no. 12von
Doornroosje no. 10 (2 X).
Zij ruilen deze voor Pleincsplaatjes1 voor
1; Woensdagmiddag tusschen 5 en half 6.
Een nichtje. Havik no. 10, heeft Pleines
plaatjes en wil die ruilen tegen Pleine's plaat
jes, van Album I en Album 1L
ben. Het bootje is haast wel te klein voor de
lading'die er in moet, maar ik heb een „ge
zellige" lading van neven en nichten in mijn
bootje, en dan hindert het niet zoo, of het wat
vol is.
En ik weet zeker, dat, als ik van de week
weer eens droom, dat ik op het terrein van de
ijsbaan zit (natuurlijk niet, nu dat ondergeloo-
pen is, maar in het voorjaar, als het één wei
van boterbloemen is I), jullie weer met een
heelen grooten troep naar me toekomt-en me don
ai van verre toeroept„we blijven nog heèl
lang bij U, Oom Karei, en we zullen zorgen,
dat de kinderkrant leuk blijft". En dan zal ik
vast en zeker beloveiv dat ik ook mijn best voor
de kinderkrant zal blijven doen.
Dus „één van zin" gaan we het nieuwe jaar
in„ik wensch onze kinderkrant een lang le
ven hiep, hiep, hoera I"
1924 1925
RAADSELS.
Oplossingen van vorigen keer.
L Volkenbondsvergadering; met de woor
den Gerda, Eva, Lena, Sara, Olga, Dina, Gon-
da, Klara, Vera, Ado, Elba.
II. Katoenplant; met de woorden kraag, ad
der, trein, Oeral, emmer, nicht, Peter, laars,
Assen, naald, tar\»e.
Dezen keer valt het boek ten deel aan „Spin
netje". Komt Lij Maandag even zijn prijs aan
het Bureau van het Dagblad halen
En nu de kampioen I Overgebleven waren
dezen keerJopie, Slim, Tamboer, Spring in 'f
Veld, Jo Z., Bobbie, Piet B., Speuder, Zwart
kop, Pieter en daaruit is door loting de KAM
PIOEN geworden rTAMBOER. Dus hem noe
men we nu tien weken „Kampioen", van dc
raadselrubriek I Gclukgewenscht, hoor I met
deze onderscheiding.
NIEUWE RAADSELS.
Voor dezen keer loof ik drie prijzen uit; dot
is ook al ter eere van onze verjaardag.
I. Mijn geheel is een zin van 10 woorden en
53 letters.
47, 3, 41, 13, is een meisjesnaam.
I, 10, 26, 37, is een meisjesnaam.
20, 2, 48, 48, 31, is een meisjesnaam.
4, 14, 33, is een meisjesnaam.
49, 6, 8, 32, 18, 25, is een meisjesnaam.
32, 10, 15, 31, is een meisjesnaam.
28, 21, 17, 39, 34, is een meisjesnaam.
24, 16, is een jongens- of meisjesnaam.
9, 7, 23, 53, is een jongensnaam.
°-9, 22, 35, is een jongensnaam.
44, 42, 12, 5, is een jongensnaam.
24, 13, 38, is^een jongensnaam.
41, II, 19, 31, is een jongensnaam.
De Rijn is een 46, 27, 36, 51, 4, 50.
43, 40, 30, is het tegenovergestelde van
T,W'
52 is 40.
(Ingez. door ABRIKOOS)
1L Mijn geheel is iets, wat ik mijn knapste
neef of nicht vandaag toeroep. Het zijn 10
woorden en 41 letters.
4, 28, 23, 24, 10, 8, 21, 25, 20, 8, vindt men
in Amsterdam
Veel menschen dragen een 26, 39, 15, 41.
II, 6, 3, 40, 33, 9, 17, 39, hangt men in
kamer er kantoor.
16, 36, 32 en 34, 14, 38, zijn familieleden.
Het verstopte speelgoed wasbal, wieg, tol,
touw, hoepel
Kunstje.
Nu zal ik jullie vertellen, hoe het kunstje is.
Je neemt een zakdoek, draait daar een balle
tje van, geeft een zoen op dat zakdoekje en
gooit dat nu tegen het plafond 1 Dan brengt
het doekje de" zoen over.
Spelletje.
Ik weet een leuk spelletje, als jullie eens
vriendjes of vriendinnetjes te spelen hebt. Je
gaat op een stoel zitten, in een kring, maar
één moet er in het midden blijven staan, dus
1 stoel minder, dan er kinderen zijn. Nu krij
gen alle een nummer en die nu in de kring
staat, laat een bordje op z'n kant draaien (dat
is een handigheidje, dat je even probeeren
moet, maar niet moeilijk is) en terwijl dat bord
je nu staat te draaien, roept hij een der num
mers. Die dat nummer heeft, moet nu gauw
opspringen en het bordje zien te pakken, ter
wijl het nog draait. Dat is nu juist het moei
lijke, want dat bordje is gauw uitgedraaid en
valt dan om en dan moet degene, die het
bordje dus miste, een pand geven, en mag dan
het bordje draaien. Dan gaat de andere op zijn
stoel zitten en zoo gaat dat om de beurt. Maar
vooral de kring wijd makcrw don is het juist
zoo moeilijk I
(Ingez. door A.)
Van alles wat
Door het gewicht een kaart raden.
Je neemt een spel kaarten en laat één uit
het gezelschap er één uittrekken en onthou
den. Deze kaart leg je met den verkeerden
kant naar boven op je hand. Je maakt dan
een beweging, alsof je de kaart weegt, ter
wijl je er een bijzonder teeken, een vlekje
of iets dergelijks op zoekt. Misschien kun
je er ongemerkt in een hoekje een krasje
op maken. Nu steek je de kaart weer in het
spel en weeg je elke kaart afzonderlijk, tot
dat je komt aan degene, waarop je het tee
ken terugvindt.
Maar je moet natuurlijk heel secuur te
werk gaan en zorgen, dat je je niet vergist.
Het veiligst is wel, als je t w e e teekens op
de bewuste kaart waargenomen hebt.
RECEPT.
Appelschotcltje.
Je wascht een paar mooie gTOOte appels
flink of, want de schil b-rijft er aan; en nu moet
het klokhuis er uit geboord worden; dan leg
je de appels in een schaaltje, dat in de oven
kan; je doet in die gaatjes van de klokhuizen
een paar krentjes, een beetje kaneel, strooit
er flink wat suiker overheen en leg er een
paar stukjes boter op, op elke appel. Dat
schoteltje gaat in de oven en als de appels
lekker „zacht zijn, dus wanneer je er goed in
prikken kunt, is het schoteltje klaar. Je moet
het warm eten, dat is het lekkerste, maar eerst
blazen, hoor I want ze zijn gloeiend I
't Is 'buiten o, zoo guur en houd
het sneeuwt met groote vlokken,
ook waait, ja, stormt het van belang
ik kan er niet om jokken
Dat T: nu maar liever binnen blijf
en met de pop ga spelen;
de kast is vol met kleertjes, dus
ik zal me niet vervelen.
Ook Broertje vindt het opperbest
hier binnen de vier wanden
hij heeft zijn spoortrein klaargezet
en loopt met zwarte handen -
Net als een echte machinist;
wat fijn is Broer aan 't spelen!
de grond ligt vol met anthraciet,
maar dat kan hem niet schelen.
Komt, helpen jullie
dat 's nog eens een
wij doen
wordt 't heusch noc
De Zakdoek.
De zakdoek is zeker een onmisbaar voor
werp. En als "wij dan lezen, dat het gebruik
van schoenen en handschoenen af reeds zou oud
is, dan kunnen wij ons bijna niet voorstellen,
dat de zakdoek pos uit de zestiende eeuw
stamt. Het eerst hoort men er van in Italië en
Zuid-Frankrijk. De zakdoek gold aanvankelijk
als een weelde-artikel, waardoor veel luxe werd
ten toon gespreid cn die dikwijls als voornaam
bruidsgeschenk diende.
In sommige gedeelten van Tirol bestaat het
gebruik, dat de moeder van het meisje, dat
op het pimt staat in het huwelijk te treden,
haar dochter bij het verloten der ouderlijke
woning een zakdoek ten geschenke geeft, die
den naam draagt van „tranenzakdoek." Deze is
vervaardigd van nieuw gesponnen linnen en
nooit te voren gebruikt. Met dien zakdoek
droogt de bruid haar tronen, als zij voor het
altaar staat. Na afloop der plechtigheid wordt
hij ongewasschen in de linnenkast van de jonge
vrouw opgeborgen, en daar blijft hij tot aan
haar sterven.
Dan wordt hij over het gelaat der doode uit
gespreid.
De weelde, bij het gebruik van den zakdoek
ten toon gespreid, was zóó groot, dat op het
einde der 16de eeuw de overheid te Dresden
het gebruik er van alleen aan de hoogere sten
den toestond. Van Frankrijk cn Italië deed de
zakdoek zijn intocht in Noord-West-Europa
eerst in hoofdzaak bij de dames.
In het Oosten was het gebruik van zakdoeken
aanvankelijk een voorrecht voor vorsten en
hooggeplaatste personen, die hem in den gor
del droegen. Het toewerpen van den zakdoek
was een gunstbewijs, vooral voor dames en als
zoodanig heeft het lang gegolden in Turkije.
Of dit nu nog het geval is, kan ik niet met
zekerheid zeggen,
De wagens worden opgelafln
met glimmend zwarte jukken;
nu zoekt hij nog een passagier,
maar dèt zal niet gelukken I
VS*"
Neen Broer, je krijgt mijn pop niet mee'|
mijn lieve, kleine Neeltje
was stellig aan het eind der reis
zoo zwart als roet, verbeeld je I
De deur gaat open; daar verschijnt
Jo om ons melk te geven
zij schrikt, ais ze den knoeiboel ziet
en roept: heb 'k van mijn leven
Wat voert die jongen nu weer uit?
'k zal vast niet kunnen slapen, j
als 'k eerst hier al dat anthraciet éj
niet netjes op ga rapen I
lar gauw mee
verzetje f
iet, en, 't is waar I
m e t J o
een heel jtretjef
HERMANN A.
Spencer, een beroemd Engelsch dichter,
vervoegde zich eens tot Lord Sidney, om
hem één zijner gedichten voor te drogen.
Lord Sidney nam het handschrift, las, en
getroffen door de mooie poëzie, riep hij uit:
„Geef den schrijver dezer verzen 50 pond.-
Hij vervolgde zijn lectuur en, boe langer hos
opgetogener, gaf hij zijn intendant bevel de
som te verdubbelen. Deze weifelde, of hij
zou gehoorzamen. Sidney ging voort met
lezen en^van bewondering buiten zichzelf,
riep hij uit: ,Jk geef 200 pond I" En den
intendant voortduwende, voegde hij er nog
aan toe: „Vlug, vlug I want als ik verdei
lees, geef ik hem alles wat ik bezitt P
De Bom.
Toen Karei XH, Koning van Zweden, zïcK
in Straalsund bevond, dicteerde hij op ze
keren dag een brief aan zijn secretaris.
Plotseling viel een bom uit het vijandelijk
leger, dat Straalsund belegerde, op het huis,
waarin de Koning verfoeide, doorboorde het
dak en ontplofte vlak bij de werkkamer van
den Koning.
Door het ontzettende geraas, dat deze
bom veroorzaakte, viel de pen uit de hand
van den secretaris.
„Wat is er?" vroeg de Koning doodbe
daard. „Waarom schrijft ge,niet door?"
De sea-etaris kon slechts stamelen:
„O Sire, een bom I"
„Welnu," hernam de vorst, „wat heeft die
bom te maken met den brief, dien ik u die
teer? Ga verder, alsjeblieft."
Pret in huis