23Voa"ira AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlanper" at.*-g. F.*. .sa
FEUILLETON.
De Kluizenaar vaa Far-End.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
De zucht tot navolging.
Neêrlands hoofdstad bezit eene dier
gaarde, welke jaarlijks door duizenden be
zocht wordt, 't Is opmerkelijk met hoeveel
belangstelling, met hoe gTOote aandacht en
met hoeveel ingenomenheid velen dier be
zoekers kijken en staren naar de vlugge
sprongen en dartele buitelingen, naar de
kluchtige grimassen van de talrijke apen,
die in een ijzeren kooi opgesloten zijn I
Of dit voortspruit uit de verwantschap,
die eT tusschen deze ongure beesten en
ons menschen, volgens sommige natuuron
derzoekers, bestaat, dan alleen uit nieuws
gierigheid of het „genot", dat het aanschou
wen schenkt; hoe het zij, te loochenen is
het niet, dot wij menschen, ons dikwijls aan
hetzelfde schuldig maken, als genoemde
dieren. Zij verrijken de taal door hunne na
bootsingen met het werkwoord naapen en
de zucht, de begeerte tot navolging is bij
den mensch even sterk als bij hen. Die
zucht is bijna even oud -als de mensch zelf;
dat streven, dat verlangen is abemeen; het
wordt gevonden bij kleinen en volwassenen,
bij aanzienlijken en neringen, onder alle
rangen en standen. Wat een kwaad heeft
die zucht reeds gesticht, hoeveel zelfstan
digheid vernietigd I Honderden maakten ze
ongelukkig en rampzalig, duizenden onver
genoegd met wat ze waren.
Wie goed uit de oogen ziet kan dagelijks
ervaren hoe schadelijk en nadeelig die
zucht, die ziekte is voor de menschheid, voor
de maatschappij. Tal van voorbeelden predi
ken nadrukkelijk, waartoe zij leidt. En toch
is zij niet afnemend, integendeel ze wordt
sterker, ze dringt onder en tot allen door.
Zeer goed kan men haar rangsdhikken en
rekenen tot „het ziektekarakter des tljds."
Vanwaar dit verschijnsel, die algemeenheid
vragen wij. De oorzaak der ziekte ligt voor
namelijk in den mensch zelf, in zijne ge
aardheid en ook, min of meer als gevolg
daarvan, in de maatschappij. De meesten,
of althans velen onzer, zijn ontevreden met
hun gewonen toestand. Wij gaan vergelij
ken en letten dan, eenzijdig genoeg, uitslui
tend op hen, die naar onze zienswijze boven
ons bevoorrecht, beweldadigd zijn. Onze
buurman, onze vriend, bezit dit, heeft dal,
kan dit, wij willen het ook hebben en kun
nen. Daarvoor getroosten wij ons veel uit
gaven en inspanning, wellicht tot schade
van huisgezin en beroep. Want een feit is
het, dat de zucht tot navolging duizenden
boven hun stand doet leven, meer verteren
dan hun inkomsten gedogen. Dit nu is de
bron van veel verdriet en kwaad.
De tooi en opschik spelen, als gevolg van
die standsverheffing, mede eene voorname
rol. De rijken gaan voor, dan komen de bur
gers en daarna de mingegoeden. Al is de
mode ontsierend, bepaald leelijk, misvor
mend, of schadelijk voor de gezondheid, dit
alles doet niets ter zake, iedereen doet
zoo of loopt zus gekleed. Wat zouden de
lui wel zeggen, als wij achterbleven I Gij
zoudt u belachelijk maken, bespottelijk, en
eigen smaak en opvatting verloochend
daarom en de grillige mode gediend en ge
huldigd. Al wordt gij daardoor een karika
tuur van u zelf, al knakt gij uwe gezond
heid, toch gedaan, als allen doen. Degenen,
die oorspronkelijk waren, op welk gebied
dan ook, zijn altijd kwalijk bejegend, be
spot en verguisd. Loopt mee met den groo-
ten hoop, vloekt en zegent, denkt en spreekt
als elk een engij zijt de ware, dan
is het goed; werpt eerst u zeiven echter
weg, anders kunt gij niet, dan bleeft gij al
leen staan, gij moet met den grooten stroom
mee I
Naar den nieuwen winkel gaat iedereen,
naar den nieuwen predikant moet elkeen,
omdat iedereen het doet en er heen gaat.
De zucht tot navolging doet beurtelings
allen één kant uitgaan, één wil, één doel
hebben. Wee hem, die daar anders over
denktras wordt hij met den naam van
zonderling, eenzelvig mensch, bestempeld.
Ja, het is waar, dat wij ons den strijd om
het bestaan veelal zwaarder en inspannen
der maken, dan hij ons wezen kon. Wij wil
len altijd meer wezen en schijnen dan we
inderdaad zijn. In onze prille jeugd begint
dit reeds, want zoo als boven gezegd is, het
ligt in den mensch. Het kind wil verrich
ten, uitvoeren, wat het vader, moeder, broe
der of zuster heeft zien doen. Meestal zijn
dit zaken, welke boven zijne macht gaan.
De knaap geeft zich gaarne het voorkomen
van een jongeling; de jongeling wil zich
als een man doen gelden en beiden stellen
zich belachelijk aan.
Neen, dit slreven naar hooger volt af te
keuren, 't Is laffe naaperij, evenals dat van
de kleine steden, welke de groote navol
gen; wat de laatste bezitten, begeeren de
eerste ook te hebben en vandnar zooveel
kinderachtige nabootsing wat gebouwen,
plantsoenen, musea en andere inrichtingen
betreft. De dorpen richten zich naar de ste
den en zoo gaat veel van de eenvoudig
heid en ongekunsteldheid der plattelands
bewoners verloren. Overal en in alles ver
toont zich de zucht tot navolging, zij is eene
groote wondeplck der maatschappij.
Och, was de mensch maar meer geneigd
het goede en groote, reine en schoone na
te streven. Stelde hij zich deze meer ten
voorbeeld. Veel leed bespaarde hij zich
dan, menige teleurstelling tiof hem niet en
bovenal de maatschappij zou er wel bij
varen. Deed ieder onzer het voor zich, het
gansche menschdom werd beter, want.;
Siert de roos zich zeiven, zij siert tevens
de gaarde."
Gelukkig bestaat er eene zucht tot navol
ging ten goede, ook reeds eeuwen lang.
Wie zich groote, edele mannen en vrou
wen tot voorbeeld stelt, wie doen wil, als
dezen deden, brengt die zucht in praktijk.
Zij leiden en richten hem op zijnen levens
weg. De jeugdige dichter en schrijver; de
beginnende schilder, die de besten en uit-
nemendsten van het vak nastreven, tot mo
del nemen, tot richtsnoer gebruiken bij
hunne werken en gewrochten, doen wel.
Ztrlk eene zucht, om de besten te evenaren,
of mogelijk te overtreffen, is lofwaardig,
nuttig, goed. Die zucht tot navolging ver
dient immer navolging.
P. KEETE.
Mode.
Is dit geen genoeglijk plaatje Het is het
portret van een slonk, rossig meisje, dot laolst
vóór mij liep door het bosch, op een van die
onwintersche Januari-dogen toen liet nog maar
steeds niet vriezen wou. Ja, het ijs is ons alle
maal dit jaar leelijk door ons neusje geboord
Ik' denk, dat dat ook de reden was, waarom
mijn vriendinnetje haar „ijstrui" nu in het
bosch droeg. Moor, juist omdat zij slank en
lang was cn gelukkig nog heel jong, stond het
ook nu frisch en fleurig, die witte, harig wol
len, dus niet gebreide trui met de paarse
boord cn manchetten en de witte baret met de
paars wollen pompon. Ook de rok was een
paars-wit combinatiede groote ruiten ston
den forsch cn de uitwaaiende plooien aan
weerskanten gaven iets bijzonder vlots en soe
pels aan het sportief geheel. Echt een meisje
om te stelen of om mee uit wandelen te gaan
Wol blijft een geliefde dracht, ook voor de
komende lentedagen cn ook voor het jonge
grutdo boby-kinders I
De eerste voorjoorspnkjes, die nu in de
etalages staan, verschillen niet veel van die der
vorige lente. Het zijn de gladde tricot-kos
tuums, nauw aansluitend, kort en met een
boord, die men op twee manieren kon dragen
open cn gesloten. Verder rijn de gebreide ja
ponnen uit één stuk ook de mode nog niet uit.
Hoe meer zij het idee „koker" geven, des te
beter. Ik zog laatst een aardig' wintersport
pakje van iemand, die in Zwitserland was ge
weest het bestond uit een tuniek met zeer
hoog boord en een pofbroek met puttcs. Zul
ke dingen zullen hier het volgend jaar (als er
dan ijs of sneeuw is I) nog wel niet gedragen
worden, want zij zijn meer rpecioal voor skiën en
ben maar 't is óók best mogelijk, dat vrou
wen, die de gemakkelijke sportdracht in Zwit
serland leerden woardeeren, er in het eigen
land geen afstand van willen doen. Dat ral
don in ons brave landje heel wat stof doen op
waaien. Wat is er eigenlijk tegen zoo'n dracht,
als het maar aardig staat cn niet onfatsoenlijk
Het pakje, dat ik zng, wot absoluut correct.
De tuniek was rondom gesloten. Je schoot
er in als in een jongenstrui, dan sloot je do
boord en schoudernaad met kleine knoop en
knoopsgaten. Er zaten flinke zakken op en oen
smal, wijd ceintuurtje. Het was in zacht he
melsblauw met oranjegele afwerking en viel tot
halverwege de <lij daar kwam dan de pof
broek van donkerblauw verder te voorschijn.
Een aardig, strak om het hoofd sluitend blauw
mutsje wat met geel soutache bewerkt. De
sok-omslagen over de loorzen waren ook in
blauw met verticale gele strepen. Fèinke witte
wollen wanten met groote kappen bescherm
den de handen tegen de kou. Die tunieken
zullen dezen zomer veel worden gezien, ook in
gekleedere stoffen crêpes, zijden, foulards en
dan bewerkt met soustache. Ze staan gedis
tingeerd en geven ook ondeT een mantel of
m een tailleur een heel goed effect. Boven
dien is het frisch, want zoo kunt u op één rok
diverse tunieken dragen het wasschcn of uit—
stoomen gaat bovendien gemakkelijker en is
minder kostbaar dan van een heclc japon.
Mode-artiesten zeggen, dat er dezen zomer
veel gewerkt zal worden met appliques en dat
men ook nog al eens uitgeknipte ruiten op
effen stoffen zal zien aanbrengen. Dat maakt
een veel minder drukken cn vermoeienden in
druk dan een japon, die geheel uit ruitstof be
staat. Wanneer u bijv. een grijzen lap heeft,
en daar een aantal blokken, ieder uit negen
paarse ruiten bestaande, op de manier van een
Griekschcn rond, op vast hecht, kan dit een
heel geschikte afwerking vormen van een lan
gen mantel. Als dit kleedingstuk voor ren
slanke vrouw bestemd is, kunt u die ruiten
ook langs den hoogen dubbelen boord en de
wijde manchetten zetten moar voor een dame
met een kort, gedrongen of te zwair figuur
zijn zulke dingen te opvallend, dus taboe.
In een mode-tijdsschrift zag ik een origineele
manier om een gewone huisjapon wat op tc
vroolijken. Men moet er eigen gemaakte fuwse-
len banden opzetten. Knip een 5 c.M. breedo
wit-fluweclen reep en naai deze van do hols-
opening tot onder aan op de japon, langs de
linkerzijde (dus een imitatie-overslag). Zet nu
aan weerskanten vnn het fluweel een smalle
bies gekleurd veterband, om het fluweel af tc
maken, en om uitrafelen -tc voorkomen. Won
neer de. japon een tuniek over een rok is,
moet de bies ophouden onder aan de tuniek
en daarna in dezelfde richting doorgaan over
den rok. Bovendien kunt u clan de tuniek nog
afmaken met een horizontalen fluwcelen reep.
Bijv. op een muisgrijs toilet ken zoo'n bies in
wit fluweel, afgewerkt met rood soutache erg
vlot en leuk staan.
Is uw japon een absoluut gladde jurk cn
bent u zelf bijzender mager en slonk, dan kun
nen de banden beter vulling geven, wanneer
u ze in twee rijen rondom den rok zetécn
even boven den zoom en de andere 20 c.M.
hóoger.
In hetzelfde blad stond ook een goede ma
nier om lint voor versiering te gebruiken, bijv.
om een heed of als een ceintuurtje. U heeft
doorvoor twee soorten lint nood'gwit en
zwart of blauw en geel, rose en lila, groen en
rood. Dc- donkerste tint moet iets breeder zijn
dan dc lichte kleur. Plooi een stukje van het
lichte lint losjes bijeen cn hecht dit op de
bovenrand van het donkere. Draai het eerste
nu om. zoodat de achterzijde bovenop komt,
plooi weer wat samen cn hecht dat aan den
onderkant van het donkere lintdon weer om
draaien, plooien en van boven hechten, enz. In
dien u dot hechten luchtig doet, zoodat de
steekjes niet te zien zijn, mankt het den indruk
alsof de linten los op elkander liggen.
Dc Staatscourant van heden 20 Febru
ari bevat dc volgende Kon. besluiten
benoemd tot ridder in de Ornnje-Nassnu-
ordc W. H. Metzlcr, zendeJing-lceranr bij dc
Rhcinische Mission Gesellschoft in,dc Bntok-
landcn
tot ridder in de orda van den Nederlond-
schen Leeuw Mr. W. Suermondt Lzn., commis
saris der Neder', bank
op verzoek eervol ontslagen Mr W. F. H.
Oldewclt als commies van het Rijksarchief in
N -Brabant te 's-Hcrtogenbosch
idem A. C. A. Rocdenburg als hoofd-com-
mi"s der olgemeene rekenkamer;
idem met dnnk J. van Blnrkom als hypo
theekbewaarder tc Nijmegen
benoemd tot tijdelijk ad', occountnn' bij de
directe belastingen te Amsterdam, 2e bureau,
P. H. Zuurendcnk, te Amsterdam
te Groningen J. Lteuwerke te V'endam
op verzoek eervol ontslagen de eerstc-luitc-
nant op non-activiteit D. J. Burger, van het wa
pen der artil'erie, en is hij benoemd tot re-
servc-eerste-luitenant bij het regiment vesting
artillerie;
verlof verleend tot het aannemen van het
vreemde ordeteeken van Ridder der Orde van
den Heiligen Grcgorius den Groote vnn den
Heiligen Stoel aon P. G. Buskens, architect te
Rottcrdum
DE DRANKWET.
De bezwaren van dc logements
vergunningen.
Mevrouw Bakker—Nort, lid van dc Tweede
Kamer, heeft aon den minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid de volgende vragen ge
steld:
Is de minister bereid mede tc deelen of vóór
I Mei n.s. een ontwerp van wet tot wijziging
van de Drankwet kan worden verwacht, om
aan de bezwaren van dc logementsvergunnin
gen cn de z.g. vervanging te gemoet tc komen?
Indien het antwoord op de vraag ontkennend
is, wil don de minister vóór 1 Mei a.s. maat
regelen treffen ter bescherming van dc recht
matige belangen der tegenwoordige vervan
gers, die anders dupe kunnen worden van de
tc verwachten regeling?
EEN PENSIOENZAAK.
„Jus et Veritas".
Op de vragen van den hser Rutgers in ver
band met een bij den Centrolcn Raad van Be
roep ingesteld beroep in een pensioenzaok van
A. van Baarscl, heeft de heer Colijn, minister
van Financiën, o.m. geantwoord, dot alle op
deze aangelegenheid betrekking hebbende stuk
ken in original]' ter inzage vun de leden ter
griffie van de Kamer zijn gedeponeerd. De in
houd daarvan strekt tot bewijs, dat dc beschul
digingen, welke in de aangehaalde bijdragen
in het „Weekblad van het Recht" tegen het
Departement van Financiën of tegen eenigen
ambtenaar van dot Departement zijn geuit, geen
spoor van waarheid bevatten en mitsdien met
beslistheid moeten worden afgewezen.
DE KAMERVERKIEZINGEN.
Dc R.-K. rnndidnten in Amsterdum.
Het resultaat van de candidaatstelling voor
het lidmaatschap der Tweede Kamer in de
R.-K. kiesr •erreniging te Amsterdam, welke,
voor zoover De Tijd bekend, in 15 van de IC
afdeeJingen is geschied, is, dat dc heer J. B.
van Dijk werd gesteld in 12 afdeelingcn, mevr
S. C. C. Bronsveld—Vitringn en rnr. G. C. J. D.
Kropman in 10, dc heer J. A. H L. von Frijtag
Diabbe in 8, prof. dr. J. A. Veraart in 5, dc
heer Chris Jansen in 3, de hoeren mr. C. Jos-
seling, L. van Rooijen en W. Nieuwenhuis en
mej. Annie M-ijer in 2 afdce'ingen cn dr. N
P. van Soanje in 1 ofdceling.
Mgr. dr. W. Nolens, door de afd. E cand'-
dcot gerteld, heeft inmiddels medegedeeld al
leen in Limburg een canidatuur tc zullen non-
vaaiden.
DO DIRECTEUR-GENERAAL VAN
LANDBOUW.
Dr. T. van Hoek herstellende.
Naar de Tel. verneemt, is in den toestond
van Dr. P. v. Hoek, directeur-generaal van den
Landbouw, die sinds geruimen tijd ernstig on
gesteld is, in de laatste dagen merkbare voor
uitgong te constat eren.
ONDERSCHEIDING.
Bij Kon. besluit is aan A. J. Morcusse,
hoofdcommissaris van politic tc Amsterdam,
verlof verleend tot het aannemen der h*m ge
schonken onderscheiding vnn commandeur in
dc Orde van Isabelle la Cotolico van Spanje;
is aan J. J. von Mierlo, bankier tc Breda, ver
lof verleend tot het aannemen von het vreemde
ordeteeken: ridder der Orde von den Heiligen
Grcgorius den Groote, vnn den Heiligen Stoel
JIIR. V. C. DE JONGE, f
Sociool- Vmocrntisch Eerste
Kamerlid.
Jh, W. C. de Jonge, die sedert hij lid werd
van cc Sociaal-Demon atiche Arbeiders Par
tij den adellijken titel voor /ijn naam heeft
weg gelaten, werd 21 Juli ICC 6 geboren. Ecr.i-
gc jaren studeerde hij aan ren gymnasium cn
streefde hij nnnr een ambtelijke positie.
Hij behaalde het examen voor surnumerair
d r directe belastingen. In 1€"0 werd hij be
noemd tot odjunet-ins.pecteur. In 1807 nam hit
ontslag cn vestigde r:ch in Zuid-Limburg. Hij
wns redacteur vnn De Voorvechter cn Volks
tribune cn werd in 1018 lid der Twe 'c Kc»
mer.
In 1922 werd hij nic' herkozen H'i we.d
toen propagandist der S.D.A P. in N.-Brnbont
cn vestigde zich te Den Bosch, waar hij tot
raadslid gekozen werd. Bij dc jongste verkie
zingen voor d-^ Eerste Kamer stelde de S D.
A P jhr. de Jonge condidaot, waorno hij in
dit lichaam gekozen werd.
De heer W, C. dc Jonge is geboren te Mid-
delburg.
Het Huisgezin zegt van den overle
dene
Ongeveer drie jaar heeft jhr. de Jonge in
den rood von 's-Hertogenbosch zitting ge
had.
Daar deed hij zich kennen als e»n buiten
gewoon hoffelijk persoon, gemakkelijk cau
seur, slagvaardig en handig debate*. Vaak
scherp cn rook kon dc heer De Jonge zeggen,
maar steeds met een soort bonhomie, met
hoofschc vormen, wist hij het demogogmche in
zijn betoogen te verbergen.
Zijn morkontc figuur zol in den raod wel
worden gemist.
TEGEN DON VACCINODWANG.
Een anti-rev. motie uit Nijkcrk.
De A.-R. Kiesvcrceniging Nederland en
Oranje te Nijkerk heeft in een motie, naar aan
leiding van het ontwerp von wet „voorzienin
gen tegen besmettelijke ziekten", met name vnn
de daarin voorgeste'de regeling van dc inenting
cn herinenting, verklaard, ten zeerste teleurge
steld te zijn door de voorgestelde regeling, aio
tot verscherping van vaccinedwang voert, ter
wijl er bij onze Volksvertegenwoordiging óp
wordt aangedrongen om zich ten sterkste tegen
deze verscherping tc verzetten.
LANDARBEIDERSWET.
Bezwaren tegen het ontwerp.
Het dogclijksch bestuur van de vereeniging
E.'gcn Haard, gevestigd tc Emmen, heeft in een
adres aan den minister van Binncnlondsche
Zaken cn Landbouw bezwaren geuit tegen het
wetsontwerp tot wijziging van do Lnndarboi-
derswet van 20 April 1918. Gemeend wordt dat
dc beoogde wijzigingen ten zeerste in het nadeel
.zijn von de landurbeiders en dc goede werking
van de Landnrbeiderswct tot een minimum zou
den terug brengen.
DO DROOGLEGGING DER ZUIDERZEE.
Een adres vnn belanghebbenden
der nevenbedrijven der visschérij.
De Vorccniging vnn Belanghebbenden dor
Nevenbedrijven der Visschciij, welke schade
lijden bij dc afsluiting cn gedeeltelijke droog
making der Zuiderzee heeft, noar aanleiding
van het wetsontwerp tot regeling der tegemoet
koming van de Zuiderzeevisscherijbcvolking,
een uitvoerig adres aan dc Tweede Kamer ge
zonden, waarin het volgende ont'ecnd is
Dc vereniging is van oordeel, dat de ge
meenten langs dc Zuiderzee geheel dienen uit
geschakeld te worden om der gevolgen v il,
Een flinke kerel is te trotsch om ijdel te
zijn.
Swift.
door
MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E PONT.
45
Juist toen zij het wa^enrie lot staan bracht,
ging de voordeur open en Garth zelf verscheen.
Hij had het ongewone geluid van de wielen in
de oprijlaan geboord en nu hij zijn late be
zoekster herkende, kwam een u'tdrukkihg vrn
de groo'ste verwondering op zijn gelaat.
„Juffrouw Tennant I" riep hij .op verbaasden
toon.
„Ja. Kan uw knecht mijn pony even overne
men En mag ik alstublieft even binnenkomen
Ik ik moet u een oogenblik alleen sp' *V
Trent ke^k haar ond^rr«»Vf>n'' aon, want de
spanning die haar stem verried, trof dadelijk
zijn oor.
Hij riep Judson om voor pony en wagentje
te zorgen en ging haar voor naar de gezellige,
ouderwfetsche hal waar hij een armstoel near
voren schoof.
„Gaat u ritten", zei hij bedaard. ïïn toen zij
gehoorzaamde„Nu - vertelt a mij nu maar,
wat er is"
Zijn houding was rustig en vriendelijk. De
kille onverschilligheid waarmee hij haar den
laatsten tijd had bejegend ook al eerder dan
dien dag op Rozenhof was verdwenen en
zijn heldere oogen keken haar met sympathieke
belangstelling aan.
Zooals hij nu was, viel het Sara niet moeilijk
haar hort voor hem uit tc storten en een paar
minuten later wist hij alle feiten aangaande
Molly's vlucht.
„Ik weet niet of mijnheer Kent werkelijk een
getrouwd man is of niet", voegde zij er ten-
sloMe bii. „Bradv zegt van wel",
„Zeker is htt dot", zei Trent kort. „Dubbel en
dwars zelfs. Zijn eerste vrouw is van hem ge-
sch<»id«»n en daarna is bij weer hertrouwd."
„O Sara stond half op van baar stoel, haar
gericht werd bleek. Eerst op dit oogenblik be
sefte zij hoe vurig zij in hat diepst van haar
uart had gehoopt, dof Garth dc beweringen ven
Brndv zou kunnen wee rieden.
„Maak er u niet ongelukkig over". Garth
legde zijn hnnden op haar schouder^ en duwde
^aar zacht in den sfoel terug., „viet 'obben.
Dank zij Rrodv's geniale zet m^t dien benzine
ik heb z'n goede kw«l'*°'tAT> bh'ikhaar ondcr-
t crc'oof ik wel. dat ik u kan beloven,
dat we Molly binnen een jaar uur weer veilig
00 Sunnvside terug bebbnn Dn» is te z Tpnf
als u mij in deze zaak wilt vertrouwen."
„Natuurlijk vertrouw ik u", antwoordde zii
eenvoudig. Het scheen wel alsof op de een of
andere manier een groote last baar van de
schouders wns genomen, nu zij haar moeite
aan Garth had toevertrouwd.
„Donk u", zei hij rustig. „Terwiil Judson het
wagentje wegbrengt, moet ti een glas wijn
hebben".
„Neen, o neen 1" riep zij haastig, „ik heb niets
noodig."
„Ja, pardon, dat weet ik nu beter in dit ge
val", antwoordde hij glimlachend.
Hij verliet de kamer en kwam even later te
rug met een fle-scfi champagne en een paar gla
zen.
„O neen, alstublieft niet, ik wou veel lie
ver dadelijk op weg gaan", protesteerde zij.
„Ik heb werkelijk niets noodig. Loten we liever
voortmaken I"
„Het spijt me wel, maar ik ben niet van plan
weg te goon voordat u dit heeft opgedronken"
hij vulde een van de glazen cn reikte het
haar toe.
Om geen tijd te verknoeien met verder er-
gumenteeren, nam zii het aan, maar zij be
merkte, dat haar hond zóó beefde dat de -and
van 't glas tegen haar tanden klapperde.
„Ik ik kan niet I" stemelde zii hulpeloos.
Nu zij haar last van verantwoordelijkheid met
een ander deelde, deden de gevolgen van den
angst en de spanning van het laatste half uur
zich gelden.
Met een snelle beweging nam Garth hot glos
von haar over, cn baar met den anderen arm
on^ersteundend, hield hij het tegen baar lippen.
„Opdrinken I" zei hu gebiedend. En noen zij
ophield „Neen, alles
Een paar minuten later had de wijn de kleur
weer op hoor wangen teruggebracht cn zij
voelde zich weer de oude.
„Ik ben weer best nu", zei ze. „Het spijt me,
dat ik zoo gek gedoan heb. Maar die cut
gedoe met Molly had me wat van streek ge
maakt. denk ik."
„Natuurlijk. Wanneer u klaar is, zouden wc
nu weg kunnen gaan".
Zij stond op en hij bekeek haar slanke ge
stalte in de dunne mousseline japon met **en
grappig lachje.
Niet precies een costuum om hij avond in
een auto te rijden" merkte hij op. Hij nam een
van da beide bontjassen, die juffrouw Judson
had binnengebracht „Hier, doet u dit aan".
En toen hij haar in de jas had geholpen ert den
kraag rondom haar nek had opgezet, oekeok
hij haar een oogenblik zwijgend.
Dc heele slanke gestalte verdween in de groo
te plooien von de zware jas, die op maat van
Garth's groote figuur gemaakt was en tegen den
hoogen bontkraag stak haar teer camee ge
zichtje met het matte teint, de roede 'op-o ex.
diepe, zwarte oogen, af als eer. levende
bloem uit haar kelk.
Trent lachte even.
„Schoonheid in de omhulling van een
be st" zei h.j. Toen plotseling: „Kom nu. Jud
son zal de auto nu wel klaar hebben."
Sara staote- in en hij stapelde de kussens
zorgvuldig om haar heen. Toen gaf hij Jur'soh
order de pony en het wage**^ ^«riwvn nnnr
Sunnyside terug le brengen, nam ziin plaats in
aan hel rod en gcruischlcos gleed dc aulo de
brerdc oprijlaan uit.
„Wanneer het pony wagentje von den dokter
morgenochtend op Far End ontde' t werd tot
olgemeene verwondering, zou er een uitlegging
von gegeven moeten worden", merkte hij grim
mig op lot Siro. Zij zegende zijn goede voor
zorgen.
„En Judson?" vroeg zij. ,,Is die betrouw
baar Ol denkt u, dat die bobbelen zal
„Judson", antwoordde Garth, „is lang genoeg
in mijn dienst geweest orn te weten, wat het
woord „bescheidenheid" bctoekrnt."
Met metige vaart stuurde Trent de auto dert
de stad, m«nr zoodra zü op den breiden hoofd
weg naar Londen waren, vermeerderde hij de
snelheid en ze vlogen voort in toen'emen-te
schemering van den zomeravond.
„Is u zenuwachtig?" vroeg hij. „Vindt u het
naar om veertig of vijftig mijl per uur te lij
den, v.annccr wij een recht eind voor ons 'neb
ben
„Tachtig, als u wilt", antwoordde'zij kort cn
bondig. En zij voelde, hoe de nuto bij het aan
zetten voorwaarts sprong onder hen nis een
levend wezen.
„Denkt u, dat het mogelijk zal zijn hen in
te halen vroeg zij in spanning.
„Het moet eenvoudig", antwoordde hij en zij
voelde dc groote krocht, die achter deze woor
den lag, den vasten wil vat» dezen man, dien
zij als zijn meest kenmerkende eigenschtp had
leerrn kennen.
Zij vroeg zich af, zooals zij ook vroeger al
dikwiils gedaan had, of iemand er ooit ia
s'scgd zou zijn Garth Trent van een voc-emen
af t** brengen, wat het dan ook was. Zij kon
7i<-h niet vt-' d">* uü voer dreigementen
of voor overreding herwu'-en zou. Hoeveel het
hem ook m.ec'rt kert-n, h'i zou ziin voornemen
tot het c'nd toe uitvoeren, zei Es wnnn«--r de
volvoering daarvan de heele beteekenis van
zijn leven kon tc niet doen.
„Bovendien", onderbrak zün stem den loop
van haar gedachten, „zal Kent waarschijnlijk
stoppen bij een of ander hotel onderweg om te
dineeren. Dot zullen wij niet doen. Wij zullen
maar onderweg eten."
„Oh-h 1" Een kreet v an schrik ontsnapte
hoor. „Daar heb ik heHerr.aal niet enn ge
dacht! II heeft natuurlijk nog n'et gcg'Licr.
„II dan wel vroeg hij lachend.
r^Tp-n, dnt is iots anders."
„Wel, we zullan het in ord rra'-en <Joor
sarren oen peer sandwiches te et~n. Juffrouw
Judson heeft wat ingepakt."
(Wordt vervolgd.)