23Voa"ira AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlanper" at.*-g. F.*. .sa FEUILLETON. De Kluizenaar vaa Far-End. TWEEDE BLAD. BINNENLAND. De zucht tot navolging. Neêrlands hoofdstad bezit eene dier gaarde, welke jaarlijks door duizenden be zocht wordt, 't Is opmerkelijk met hoeveel belangstelling, met hoe gTOote aandacht en met hoeveel ingenomenheid velen dier be zoekers kijken en staren naar de vlugge sprongen en dartele buitelingen, naar de kluchtige grimassen van de talrijke apen, die in een ijzeren kooi opgesloten zijn I Of dit voortspruit uit de verwantschap, die eT tusschen deze ongure beesten en ons menschen, volgens sommige natuuron derzoekers, bestaat, dan alleen uit nieuws gierigheid of het „genot", dat het aanschou wen schenkt; hoe het zij, te loochenen is het niet, dot wij menschen, ons dikwijls aan hetzelfde schuldig maken, als genoemde dieren. Zij verrijken de taal door hunne na bootsingen met het werkwoord naapen en de zucht, de begeerte tot navolging is bij den mensch even sterk als bij hen. Die zucht is bijna even oud -als de mensch zelf; dat streven, dat verlangen is abemeen; het wordt gevonden bij kleinen en volwassenen, bij aanzienlijken en neringen, onder alle rangen en standen. Wat een kwaad heeft die zucht reeds gesticht, hoeveel zelfstan digheid vernietigd I Honderden maakten ze ongelukkig en rampzalig, duizenden onver genoegd met wat ze waren. Wie goed uit de oogen ziet kan dagelijks ervaren hoe schadelijk en nadeelig die zucht, die ziekte is voor de menschheid, voor de maatschappij. Tal van voorbeelden predi ken nadrukkelijk, waartoe zij leidt. En toch is zij niet afnemend, integendeel ze wordt sterker, ze dringt onder en tot allen door. Zeer goed kan men haar rangsdhikken en rekenen tot „het ziektekarakter des tljds." Vanwaar dit verschijnsel, die algemeenheid vragen wij. De oorzaak der ziekte ligt voor namelijk in den mensch zelf, in zijne ge aardheid en ook, min of meer als gevolg daarvan, in de maatschappij. De meesten, of althans velen onzer, zijn ontevreden met hun gewonen toestand. Wij gaan vergelij ken en letten dan, eenzijdig genoeg, uitslui tend op hen, die naar onze zienswijze boven ons bevoorrecht, beweldadigd zijn. Onze buurman, onze vriend, bezit dit, heeft dal, kan dit, wij willen het ook hebben en kun nen. Daarvoor getroosten wij ons veel uit gaven en inspanning, wellicht tot schade van huisgezin en beroep. Want een feit is het, dat de zucht tot navolging duizenden boven hun stand doet leven, meer verteren dan hun inkomsten gedogen. Dit nu is de bron van veel verdriet en kwaad. De tooi en opschik spelen, als gevolg van die standsverheffing, mede eene voorname rol. De rijken gaan voor, dan komen de bur gers en daarna de mingegoeden. Al is de mode ontsierend, bepaald leelijk, misvor mend, of schadelijk voor de gezondheid, dit alles doet niets ter zake, iedereen doet zoo of loopt zus gekleed. Wat zouden de lui wel zeggen, als wij achterbleven I Gij zoudt u belachelijk maken, bespottelijk, en eigen smaak en opvatting verloochend daarom en de grillige mode gediend en ge huldigd. Al wordt gij daardoor een karika tuur van u zelf, al knakt gij uwe gezond heid, toch gedaan, als allen doen. Degenen, die oorspronkelijk waren, op welk gebied dan ook, zijn altijd kwalijk bejegend, be spot en verguisd. Loopt mee met den groo- ten hoop, vloekt en zegent, denkt en spreekt als elk een engij zijt de ware, dan is het goed; werpt eerst u zeiven echter weg, anders kunt gij niet, dan bleeft gij al leen staan, gij moet met den grooten stroom mee I Naar den nieuwen winkel gaat iedereen, naar den nieuwen predikant moet elkeen, omdat iedereen het doet en er heen gaat. De zucht tot navolging doet beurtelings allen één kant uitgaan, één wil, één doel hebben. Wee hem, die daar anders over denktras wordt hij met den naam van zonderling, eenzelvig mensch, bestempeld. Ja, het is waar, dat wij ons den strijd om het bestaan veelal zwaarder en inspannen der maken, dan hij ons wezen kon. Wij wil len altijd meer wezen en schijnen dan we inderdaad zijn. In onze prille jeugd begint dit reeds, want zoo als boven gezegd is, het ligt in den mensch. Het kind wil verrich ten, uitvoeren, wat het vader, moeder, broe der of zuster heeft zien doen. Meestal zijn dit zaken, welke boven zijne macht gaan. De knaap geeft zich gaarne het voorkomen van een jongeling; de jongeling wil zich als een man doen gelden en beiden stellen zich belachelijk aan. Neen, dit slreven naar hooger volt af te keuren, 't Is laffe naaperij, evenals dat van de kleine steden, welke de groote navol gen; wat de laatste bezitten, begeeren de eerste ook te hebben en vandnar zooveel kinderachtige nabootsing wat gebouwen, plantsoenen, musea en andere inrichtingen betreft. De dorpen richten zich naar de ste den en zoo gaat veel van de eenvoudig heid en ongekunsteldheid der plattelands bewoners verloren. Overal en in alles ver toont zich de zucht tot navolging, zij is eene groote wondeplck der maatschappij. Och, was de mensch maar meer geneigd het goede en groote, reine en schoone na te streven. Stelde hij zich deze meer ten voorbeeld. Veel leed bespaarde hij zich dan, menige teleurstelling tiof hem niet en bovenal de maatschappij zou er wel bij varen. Deed ieder onzer het voor zich, het gansche menschdom werd beter, want.; Siert de roos zich zeiven, zij siert tevens de gaarde." Gelukkig bestaat er eene zucht tot navol ging ten goede, ook reeds eeuwen lang. Wie zich groote, edele mannen en vrou wen tot voorbeeld stelt, wie doen wil, als dezen deden, brengt die zucht in praktijk. Zij leiden en richten hem op zijnen levens weg. De jeugdige dichter en schrijver; de beginnende schilder, die de besten en uit- nemendsten van het vak nastreven, tot mo del nemen, tot richtsnoer gebruiken bij hunne werken en gewrochten, doen wel. Ztrlk eene zucht, om de besten te evenaren, of mogelijk te overtreffen, is lofwaardig, nuttig, goed. Die zucht tot navolging ver dient immer navolging. P. KEETE. Mode. Is dit geen genoeglijk plaatje Het is het portret van een slonk, rossig meisje, dot laolst vóór mij liep door het bosch, op een van die onwintersche Januari-dogen toen liet nog maar steeds niet vriezen wou. Ja, het ijs is ons alle maal dit jaar leelijk door ons neusje geboord Ik' denk, dat dat ook de reden was, waarom mijn vriendinnetje haar „ijstrui" nu in het bosch droeg. Moor, juist omdat zij slank en lang was cn gelukkig nog heel jong, stond het ook nu frisch en fleurig, die witte, harig wol len, dus niet gebreide trui met de paarse boord cn manchetten en de witte baret met de paars wollen pompon. Ook de rok was een paars-wit combinatiede groote ruiten ston den forsch cn de uitwaaiende plooien aan weerskanten gaven iets bijzonder vlots en soe pels aan het sportief geheel. Echt een meisje om te stelen of om mee uit wandelen te gaan Wol blijft een geliefde dracht, ook voor de komende lentedagen cn ook voor het jonge grutdo boby-kinders I De eerste voorjoorspnkjes, die nu in de etalages staan, verschillen niet veel van die der vorige lente. Het zijn de gladde tricot-kos tuums, nauw aansluitend, kort en met een boord, die men op twee manieren kon dragen open cn gesloten. Verder rijn de gebreide ja ponnen uit één stuk ook de mode nog niet uit. Hoe meer zij het idee „koker" geven, des te beter. Ik zog laatst een aardig' wintersport pakje van iemand, die in Zwitserland was ge weest het bestond uit een tuniek met zeer hoog boord en een pofbroek met puttcs. Zul ke dingen zullen hier het volgend jaar (als er dan ijs of sneeuw is I) nog wel niet gedragen worden, want zij zijn meer rpecioal voor skiën en ben maar 't is óók best mogelijk, dat vrou wen, die de gemakkelijke sportdracht in Zwit serland leerden woardeeren, er in het eigen land geen afstand van willen doen. Dat ral don in ons brave landje heel wat stof doen op waaien. Wat is er eigenlijk tegen zoo'n dracht, als het maar aardig staat cn niet onfatsoenlijk Het pakje, dat ik zng, wot absoluut correct. De tuniek was rondom gesloten. Je schoot er in als in een jongenstrui, dan sloot je do boord en schoudernaad met kleine knoop en knoopsgaten. Er zaten flinke zakken op en oen smal, wijd ceintuurtje. Het was in zacht he melsblauw met oranjegele afwerking en viel tot halverwege de <lij daar kwam dan de pof broek van donkerblauw verder te voorschijn. Een aardig, strak om het hoofd sluitend blauw mutsje wat met geel soutache bewerkt. De sok-omslagen over de loorzen waren ook in blauw met verticale gele strepen. Fèinke witte wollen wanten met groote kappen bescherm den de handen tegen de kou. Die tunieken zullen dezen zomer veel worden gezien, ook in gekleedere stoffen crêpes, zijden, foulards en dan bewerkt met soustache. Ze staan gedis tingeerd en geven ook ondeT een mantel of m een tailleur een heel goed effect. Boven dien is het frisch, want zoo kunt u op één rok diverse tunieken dragen het wasschcn of uit— stoomen gaat bovendien gemakkelijker en is minder kostbaar dan van een heclc japon. Mode-artiesten zeggen, dat er dezen zomer veel gewerkt zal worden met appliques en dat men ook nog al eens uitgeknipte ruiten op effen stoffen zal zien aanbrengen. Dat maakt een veel minder drukken cn vermoeienden in druk dan een japon, die geheel uit ruitstof be staat. Wanneer u bijv. een grijzen lap heeft, en daar een aantal blokken, ieder uit negen paarse ruiten bestaande, op de manier van een Griekschcn rond, op vast hecht, kan dit een heel geschikte afwerking vormen van een lan gen mantel. Als dit kleedingstuk voor ren slanke vrouw bestemd is, kunt u die ruiten ook langs den hoogen dubbelen boord en de wijde manchetten zetten moar voor een dame met een kort, gedrongen of te zwair figuur zijn zulke dingen te opvallend, dus taboe. In een mode-tijdsschrift zag ik een origineele manier om een gewone huisjapon wat op tc vroolijken. Men moet er eigen gemaakte fuwse- len banden opzetten. Knip een 5 c.M. breedo wit-fluweclen reep en naai deze van do hols- opening tot onder aan op de japon, langs de linkerzijde (dus een imitatie-overslag). Zet nu aan weerskanten vnn het fluweel een smalle bies gekleurd veterband, om het fluweel af tc maken, en om uitrafelen -tc voorkomen. Won neer de. japon een tuniek over een rok is, moet de bies ophouden onder aan de tuniek en daarna in dezelfde richting doorgaan over den rok. Bovendien kunt u clan de tuniek nog afmaken met een horizontalen fluwcelen reep. Bijv. op een muisgrijs toilet ken zoo'n bies in wit fluweel, afgewerkt met rood soutache erg vlot en leuk staan. Is uw japon een absoluut gladde jurk cn bent u zelf bijzender mager en slonk, dan kun nen de banden beter vulling geven, wanneer u ze in twee rijen rondom den rok zetécn even boven den zoom en de andere 20 c.M. hóoger. In hetzelfde blad stond ook een goede ma nier om lint voor versiering te gebruiken, bijv. om een heed of als een ceintuurtje. U heeft doorvoor twee soorten lint nood'gwit en zwart of blauw en geel, rose en lila, groen en rood. Dc- donkerste tint moet iets breeder zijn dan dc lichte kleur. Plooi een stukje van het lichte lint losjes bijeen cn hecht dit op de bovenrand van het donkere. Draai het eerste nu om. zoodat de achterzijde bovenop komt, plooi weer wat samen cn hecht dat aan den onderkant van het donkere lintdon weer om draaien, plooien en van boven hechten, enz. In dien u dot hechten luchtig doet, zoodat de steekjes niet te zien zijn, mankt het den indruk alsof de linten los op elkander liggen. Dc Staatscourant van heden 20 Febru ari bevat dc volgende Kon. besluiten benoemd tot ridder in de Ornnje-Nassnu- ordc W. H. Metzlcr, zendeJing-lceranr bij dc Rhcinische Mission Gesellschoft in,dc Bntok- landcn tot ridder in de orda van den Nederlond- schen Leeuw Mr. W. Suermondt Lzn., commis saris der Neder', bank op verzoek eervol ontslagen Mr W. F. H. Oldewclt als commies van het Rijksarchief in N -Brabant te 's-Hcrtogenbosch idem A. C. A. Rocdenburg als hoofd-com- mi"s der olgemeene rekenkamer; idem met dnnk J. van Blnrkom als hypo theekbewaarder tc Nijmegen benoemd tot tijdelijk ad', occountnn' bij de directe belastingen te Amsterdam, 2e bureau, P. H. Zuurendcnk, te Amsterdam te Groningen J. Lteuwerke te V'endam op verzoek eervol ontslagen de eerstc-luitc- nant op non-activiteit D. J. Burger, van het wa pen der artil'erie, en is hij benoemd tot re- servc-eerste-luitenant bij het regiment vesting artillerie; verlof verleend tot het aannemen van het vreemde ordeteeken van Ridder der Orde van den Heiligen Grcgorius den Groote vnn den Heiligen Stoel aon P. G. Buskens, architect te Rottcrdum DE DRANKWET. De bezwaren van dc logements vergunningen. Mevrouw Bakker—Nort, lid van dc Tweede Kamer, heeft aon den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid de volgende vragen ge steld: Is de minister bereid mede tc deelen of vóór I Mei n.s. een ontwerp van wet tot wijziging van de Drankwet kan worden verwacht, om aan de bezwaren van dc logementsvergunnin gen cn de z.g. vervanging te gemoet tc komen? Indien het antwoord op de vraag ontkennend is, wil don de minister vóór 1 Mei a.s. maat regelen treffen ter bescherming van dc recht matige belangen der tegenwoordige vervan gers, die anders dupe kunnen worden van de tc verwachten regeling? EEN PENSIOENZAAK. „Jus et Veritas". Op de vragen van den hser Rutgers in ver band met een bij den Centrolcn Raad van Be roep ingesteld beroep in een pensioenzaok van A. van Baarscl, heeft de heer Colijn, minister van Financiën, o.m. geantwoord, dot alle op deze aangelegenheid betrekking hebbende stuk ken in original]' ter inzage vun de leden ter griffie van de Kamer zijn gedeponeerd. De in houd daarvan strekt tot bewijs, dat dc beschul digingen, welke in de aangehaalde bijdragen in het „Weekblad van het Recht" tegen het Departement van Financiën of tegen eenigen ambtenaar van dot Departement zijn geuit, geen spoor van waarheid bevatten en mitsdien met beslistheid moeten worden afgewezen. DE KAMERVERKIEZINGEN. Dc R.-K. rnndidnten in Amsterdum. Het resultaat van de candidaatstelling voor het lidmaatschap der Tweede Kamer in de R.-K. kiesr •erreniging te Amsterdam, welke, voor zoover De Tijd bekend, in 15 van de IC afdeeJingen is geschied, is, dat dc heer J. B. van Dijk werd gesteld in 12 afdeelingcn, mevr S. C. C. Bronsveld—Vitringn en rnr. G. C. J. D. Kropman in 10, dc heer J. A. H L. von Frijtag Diabbe in 8, prof. dr. J. A. Veraart in 5, dc heer Chris Jansen in 3, de hoeren mr. C. Jos- seling, L. van Rooijen en W. Nieuwenhuis en mej. Annie M-ijer in 2 afdce'ingen cn dr. N P. van Soanje in 1 ofdceling. Mgr. dr. W. Nolens, door de afd. E cand'- dcot gerteld, heeft inmiddels medegedeeld al leen in Limburg een canidatuur tc zullen non- vaaiden. DO DIRECTEUR-GENERAAL VAN LANDBOUW. Dr. T. van Hoek herstellende. Naar de Tel. verneemt, is in den toestond van Dr. P. v. Hoek, directeur-generaal van den Landbouw, die sinds geruimen tijd ernstig on gesteld is, in de laatste dagen merkbare voor uitgong te constat eren. ONDERSCHEIDING. Bij Kon. besluit is aan A. J. Morcusse, hoofdcommissaris van politic tc Amsterdam, verlof verleend tot het aannemen der h*m ge schonken onderscheiding vnn commandeur in dc Orde van Isabelle la Cotolico van Spanje; is aan J. J. von Mierlo, bankier tc Breda, ver lof verleend tot het aannemen von het vreemde ordeteeken: ridder der Orde von den Heiligen Grcgorius den Groote, vnn den Heiligen Stoel JIIR. V. C. DE JONGE, f Sociool- Vmocrntisch Eerste Kamerlid. Jh, W. C. de Jonge, die sedert hij lid werd van cc Sociaal-Demon atiche Arbeiders Par tij den adellijken titel voor /ijn naam heeft weg gelaten, werd 21 Juli ICC 6 geboren. Ecr.i- gc jaren studeerde hij aan ren gymnasium cn streefde hij nnnr een ambtelijke positie. Hij behaalde het examen voor surnumerair d r directe belastingen. In 1€"0 werd hij be noemd tot odjunet-ins.pecteur. In 1807 nam hit ontslag cn vestigde r:ch in Zuid-Limburg. Hij wns redacteur vnn De Voorvechter cn Volks tribune cn werd in 1018 lid der Twe 'c Kc» mer. In 1922 werd hij nic' herkozen H'i we.d toen propagandist der S.D.A P. in N.-Brnbont cn vestigde zich te Den Bosch, waar hij tot raadslid gekozen werd. Bij dc jongste verkie zingen voor d-^ Eerste Kamer stelde de S D. A P jhr. de Jonge condidaot, waorno hij in dit lichaam gekozen werd. De heer W, C. dc Jonge is geboren te Mid- delburg. Het Huisgezin zegt van den overle dene Ongeveer drie jaar heeft jhr. de Jonge in den rood von 's-Hertogenbosch zitting ge had. Daar deed hij zich kennen als e»n buiten gewoon hoffelijk persoon, gemakkelijk cau seur, slagvaardig en handig debate*. Vaak scherp cn rook kon dc heer De Jonge zeggen, maar steeds met een soort bonhomie, met hoofschc vormen, wist hij het demogogmche in zijn betoogen te verbergen. Zijn morkontc figuur zol in den raod wel worden gemist. TEGEN DON VACCINODWANG. Een anti-rev. motie uit Nijkcrk. De A.-R. Kiesvcrceniging Nederland en Oranje te Nijkerk heeft in een motie, naar aan leiding van het ontwerp von wet „voorzienin gen tegen besmettelijke ziekten", met name vnn de daarin voorgeste'de regeling van dc inenting cn herinenting, verklaard, ten zeerste teleurge steld te zijn door de voorgestelde regeling, aio tot verscherping van vaccinedwang voert, ter wijl er bij onze Volksvertegenwoordiging óp wordt aangedrongen om zich ten sterkste tegen deze verscherping tc verzetten. LANDARBEIDERSWET. Bezwaren tegen het ontwerp. Het dogclijksch bestuur van de vereeniging E.'gcn Haard, gevestigd tc Emmen, heeft in een adres aan den minister van Binncnlondsche Zaken cn Landbouw bezwaren geuit tegen het wetsontwerp tot wijziging van do Lnndarboi- derswet van 20 April 1918. Gemeend wordt dat dc beoogde wijzigingen ten zeerste in het nadeel .zijn von de landurbeiders en dc goede werking van de Landnrbeiderswct tot een minimum zou den terug brengen. DO DROOGLEGGING DER ZUIDERZEE. Een adres vnn belanghebbenden der nevenbedrijven der visschérij. De Vorccniging vnn Belanghebbenden dor Nevenbedrijven der Visschciij, welke schade lijden bij dc afsluiting cn gedeeltelijke droog making der Zuiderzee heeft, noar aanleiding van het wetsontwerp tot regeling der tegemoet koming van de Zuiderzeevisscherijbcvolking, een uitvoerig adres aan dc Tweede Kamer ge zonden, waarin het volgende ont'ecnd is Dc vereniging is van oordeel, dat de ge meenten langs dc Zuiderzee geheel dienen uit geschakeld te worden om der gevolgen v il, Een flinke kerel is te trotsch om ijdel te zijn. Swift. door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E PONT. 45 Juist toen zij het wa^enrie lot staan bracht, ging de voordeur open en Garth zelf verscheen. Hij had het ongewone geluid van de wielen in de oprijlaan geboord en nu hij zijn late be zoekster herkende, kwam een u'tdrukkihg vrn de groo'ste verwondering op zijn gelaat. „Juffrouw Tennant I" riep hij .op verbaasden toon. „Ja. Kan uw knecht mijn pony even overne men En mag ik alstublieft even binnenkomen Ik ik moet u een oogenblik alleen sp' *V Trent ke^k haar ond^rr«»Vf>n'' aon, want de spanning die haar stem verried, trof dadelijk zijn oor. Hij riep Judson om voor pony en wagentje te zorgen en ging haar voor naar de gezellige, ouderwfetsche hal waar hij een armstoel near voren schoof. „Gaat u ritten", zei hij bedaard. ïïn toen zij gehoorzaamde„Nu - vertelt a mij nu maar, wat er is" Zijn houding was rustig en vriendelijk. De kille onverschilligheid waarmee hij haar den laatsten tijd had bejegend ook al eerder dan dien dag op Rozenhof was verdwenen en zijn heldere oogen keken haar met sympathieke belangstelling aan. Zooals hij nu was, viel het Sara niet moeilijk haar hort voor hem uit tc storten en een paar minuten later wist hij alle feiten aangaande Molly's vlucht. „Ik weet niet of mijnheer Kent werkelijk een getrouwd man is of niet", voegde zij er ten- sloMe bii. „Bradv zegt van wel", „Zeker is htt dot", zei Trent kort. „Dubbel en dwars zelfs. Zijn eerste vrouw is van hem ge- sch<»id«»n en daarna is bij weer hertrouwd." „O Sara stond half op van baar stoel, haar gericht werd bleek. Eerst op dit oogenblik be sefte zij hoe vurig zij in hat diepst van haar uart had gehoopt, dof Garth dc beweringen ven Brndv zou kunnen wee rieden. „Maak er u niet ongelukkig over". Garth legde zijn hnnden op haar schouder^ en duwde ^aar zacht in den sfoel terug., „viet 'obben. Dank zij Rrodv's geniale zet m^t dien benzine ik heb z'n goede kw«l'*°'tAT> bh'ikhaar ondcr- t crc'oof ik wel. dat ik u kan beloven, dat we Molly binnen een jaar uur weer veilig 00 Sunnvside terug bebbnn Dn» is te z Tpnf als u mij in deze zaak wilt vertrouwen." „Natuurlijk vertrouw ik u", antwoordde zii eenvoudig. Het scheen wel alsof op de een of andere manier een groote last baar van de schouders wns genomen, nu zij haar moeite aan Garth had toevertrouwd. „Donk u", zei hij rustig. „Terwiil Judson het wagentje wegbrengt, moet ti een glas wijn hebben". „Neen, o neen 1" riep zij haastig, „ik heb niets noodig." „Ja, pardon, dat weet ik nu beter in dit ge val", antwoordde hij glimlachend. Hij verliet de kamer en kwam even later te rug met een fle-scfi champagne en een paar gla zen. „O neen, alstublieft niet, ik wou veel lie ver dadelijk op weg gaan", protesteerde zij. „Ik heb werkelijk niets noodig. Loten we liever voortmaken I" „Het spijt me wel, maar ik ben niet van plan weg te goon voordat u dit heeft opgedronken" hij vulde een van de glazen cn reikte het haar toe. Om geen tijd te verknoeien met verder er- gumenteeren, nam zii het aan, maar zij be merkte, dat haar hond zóó beefde dat de -and van 't glas tegen haar tanden klapperde. „Ik ik kan niet I" stemelde zii hulpeloos. Nu zij haar last van verantwoordelijkheid met een ander deelde, deden de gevolgen van den angst en de spanning van het laatste half uur zich gelden. Met een snelle beweging nam Garth hot glos von haar over, cn baar met den anderen arm on^ersteundend, hield hij het tegen baar lippen. „Opdrinken I" zei hu gebiedend. En noen zij ophield „Neen, alles Een paar minuten later had de wijn de kleur weer op hoor wangen teruggebracht cn zij voelde zich weer de oude. „Ik ben weer best nu", zei ze. „Het spijt me, dat ik zoo gek gedoan heb. Maar die cut gedoe met Molly had me wat van streek ge maakt. denk ik." „Natuurlijk. Wanneer u klaar is, zouden wc nu weg kunnen gaan". Zij stond op en hij bekeek haar slanke ge stalte in de dunne mousseline japon met **en grappig lachje. Niet precies een costuum om hij avond in een auto te rijden" merkte hij op. Hij nam een van da beide bontjassen, die juffrouw Judson had binnengebracht „Hier, doet u dit aan". En toen hij haar in de jas had geholpen ert den kraag rondom haar nek had opgezet, oekeok hij haar een oogenblik zwijgend. Dc heele slanke gestalte verdween in de groo te plooien von de zware jas, die op maat van Garth's groote figuur gemaakt was en tegen den hoogen bontkraag stak haar teer camee ge zichtje met het matte teint, de roede 'op-o ex. diepe, zwarte oogen, af als eer. levende bloem uit haar kelk. Trent lachte even. „Schoonheid in de omhulling van een be st" zei h.j. Toen plotseling: „Kom nu. Jud son zal de auto nu wel klaar hebben." Sara staote- in en hij stapelde de kussens zorgvuldig om haar heen. Toen gaf hij Jur'soh order de pony en het wage**^ ^«riwvn nnnr Sunnyside terug le brengen, nam ziin plaats in aan hel rod en gcruischlcos gleed dc aulo de brerdc oprijlaan uit. „Wanneer het pony wagentje von den dokter morgenochtend op Far End ontde' t werd tot olgemeene verwondering, zou er een uitlegging von gegeven moeten worden", merkte hij grim mig op lot Siro. Zij zegende zijn goede voor zorgen. „En Judson?" vroeg zij. ,,Is die betrouw baar Ol denkt u, dat die bobbelen zal „Judson", antwoordde Garth, „is lang genoeg in mijn dienst geweest orn te weten, wat het woord „bescheidenheid" bctoekrnt." Met metige vaart stuurde Trent de auto dert de stad, m«nr zoodra zü op den breiden hoofd weg naar Londen waren, vermeerderde hij de snelheid en ze vlogen voort in toen'emen-te schemering van den zomeravond. „Is u zenuwachtig?" vroeg hij. „Vindt u het naar om veertig of vijftig mijl per uur te lij den, v.annccr wij een recht eind voor ons 'neb ben „Tachtig, als u wilt", antwoordde'zij kort cn bondig. En zij voelde, hoe de nuto bij het aan zetten voorwaarts sprong onder hen nis een levend wezen. „Denkt u, dat het mogelijk zal zijn hen in te halen vroeg zij in spanning. „Het moet eenvoudig", antwoordde hij en zij voelde dc groote krocht, die achter deze woor den lag, den vasten wil vat» dezen man, dien zij als zijn meest kenmerkende eigenschtp had leerrn kennen. Zij vroeg zich af, zooals zij ook vroeger al dikwiils gedaan had, of iemand er ooit ia s'scgd zou zijn Garth Trent van een voc-emen af t** brengen, wat het dan ook was. Zij kon 7i<-h niet vt-' d">* uü voer dreigementen of voor overreding herwu'-en zou. Hoeveel het hem ook m.ec'rt kert-n, h'i zou ziin voornemen tot het c'nd toe uitvoeren, zei Es wnnn«--r de volvoering daarvan de heele beteekenis van zijn leven kon tc niet doen. „Bovendien", onderbrak zün stem den loop van haar gedachten, „zal Kent waarschijnlijk stoppen bij een of ander hotel onderweg om te dineeren. Dot zullen wij niet doen. Wij zullen maar onderweg eten." „Oh-h 1" Een kreet v an schrik ontsnapte hoor. „Daar heb ik heHerr.aal niet enn ge dacht! II heeft natuurlijk nog n'et gcg'Licr. „II dan wel vroeg hij lachend. r^Tp-n, dnt is iots anders." „Wel, we zullan het in ord rra'-en <Joor sarren oen peer sandwiches te et~n. Juffrouw Judson heeft wat ingepakt." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5