De Kluizenaar van Far-End. DERDE BLAD. BINNENLAND. FEUILLETON. "^Norao!"9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" *"»nag*sFebr.1925 Parijsche Brieven. Parijs, ÏG Februari 1925. Stijging der broodprijzen. Her- riot, de helderziende administrateur. Wet tot beteugeling dier stijging. Staatsbemoeiing en eventueele requi site. Het verzet der „groote" landbouwers en de schrik der specu lanten. Schandalige winsten. Verschillen tusschen de prijzen op het land en aan de Parijsche hallen. Van ochtend betaalde ik mijn dagelijksch brood bij den bakker met 80 centimes het pond; de prijs is dus nu gestegen tot fr. 1.60 het kilo. Er werd mij in het laatste jaar al zoo dikwijls een dergelijke verhooging van den barometer der levensduurte aangekondigd, dat ik mij niet verwonderde weer iets meer te betalen te heb ben dan... een veertien dagen geleden, toen de prijs op fr. 1.50 was gesteld. En toch mogen wij ons niet tegen die stijging verzetten; ik bedoel, dat wij er den bakker niet boos om moeten aankijken, want zij is officieel door de prefect toegestaan, nadat deze de competente commis sie erover geraadpleegd had. De prijs der tar we is gestegen, dus... Waar moet dat heen? Wanneer zal dat ophouden? Deze vragen wor den met een angstigen blik op de toekomst ge daan, niet alleeo door hen die zich al meer en meer bedreigd gevoelen door liet aanhoudend duurder worden der noodigste levensbehoeften en dit zijn de meesten onzer maar ook door de vele anderen nog die er een gevaar voor het gelieelé economische samenstel van Frankrijk in zien. Dat zal ophouden, zeggen zij die een vast ver trouwen hebben in de helderziendheid, de door tastendheid en de eerlijkheid van den Heer Her- riot, wiens groote gaven als administrateur der tweede stad van Frankrijk al bekend waren en gewaardeerd werden toen hij zijn activiteit haast uitsluitend gebruikte ten bate van Lyon, met z'n ruim 560.000 inwoners, waarvan hij m a i r e was (en trouwens nog is), en als jong ste senator in het Luxemburg-paleis nog maar een bescheiden rol op politiek gebied speelde; dat zal ophouden wanneer het Parlement aan de Regeering de macht en de middelen zal heb ben verschaft de twee draken die het publieke leven vergiftigen, de speculatie en de accapara- tie, de koppen af te slaan. Deze dubbele St. Mi- chelstaak durven de heeren Herriot en Queuille (minister van Landbouw) ondernemen, indien ook de Senaat het wetsontwerp „ter beteuge ling van de stijging der broodprijzen" aan neemt, zooals de Kamer dit deed in haar nacht zitting van 6 op 7 Februari. Wie brood zegt, zegt tarwe; dus wil men verhinderen dat de broodprijzen stijgen, dan moet men de tarweprijzen naar beneden druk ken. Van dit axioma is de Regeering uitgegaan met het wetsvoorstel dat de Kamer heeft aan genomen. In de eerste plaats wordt hierbij voor geschreven de census (in den zin van schatting of telling) van alle bestaande tarwe- of meel- voorraden, bij welke categorie van bezitters die zich ook mogen bevinden; dan m-beslag- name van alle hoeveelheden tarwe die door een onnauwkeurige of valsche verklaring aan dien census zijn onttrokken; vervolgens een crediet van 100 miljioen ter beschikking van de Re- geering om daarvoor de tarwe te koopen die voor het verbruik in het land noodig is, dit het zij door den invoer van buitenlandsche tarwe, hetzij door welk ander middel dat de minister van Landbouw mocht noodig achten; sluiting der broodbakkcrijen een dag per week; verhoo ging van de verhouding der surrogaten die in de bakkerijen aan het meel worden toegevoegd; en, zoo het noodig mocht zijn, Verbod tarwe meel voor de koekbakkerij te gebruiken. Aux grands maux, les grands remèdes! Ware dit geen noodzaak, dan zou waarschijnlijk nooit een Regeering in Frankrijk, welks bevolking zoo afkeerig is als deze van alles wat op in quisitoriale maatregelen gelijkt, zulk een stren ge wet hebben voorgesteld. De oppositie in en buiten het Parlement (wat zal dat straks in den Senaat niet geven?) heeft zich dan ook duchtig doen gelden. Confiscatie van persoonlijk bezit ten behoeve van de gemeenschap, dat is de eer ste stap op den weg der socialisatie, nog erget dat is een navolging van de tyrannic der bols- jevisten in de ergste periode van hun dcspotiek gezag. En indien dit alzoo ware. wat zou het dan nog anders zijn dan de geschiedenis iets vooruit Ioopen. Het moet er immers toch toe komen dat eenmaal zij 't dan ook niet mor gen of overmorgen de bodem en zijne vruch ten aan de gemeenschap in vollen eigendom toebehooren. De reactionairen en andere con servatieven kunnen al critiseeren en trachten den onverbiddelijken loop der dingen tegen te houden, ,,1'age de la confusion", waarin wij leven, kan alleen zijn harmonische oplossing vinden in de soevereiniteit der gemeenschap, die voor zoover zij bestaat, tot nog toe niets anders dan schijn is. Dat is het standpunt der radicalen hier (der socialistische radikalen, van wie Herriot de lei der is), en omdat zij voor dien schijn werke lijkheid in de plaats willen stellen, worden zij door de socialisten trouw gevolgd en gesteund, want ook dezen begrijpen en erkennen dat de „nieuwe dag" niet in een handomdraaien te be reiken is zonder de verwarring nog grooter te maken, en dat evolutie boven revolutie te ver kiezen is. Staatsbemoeiing, al of niet gepaard met re- quisitie, misschien wel gevolgd door confisca tie waarom niet? is het schrikbeeld waar mee de reactionairen hun oppositie-leger trach ten te electriseeren. Zoo deed b.v. de machtige „Société des Agriculteurs de France" door, na dat de Kamer de wet had aangenomen, een soort van manifest uit te geven, waarin van de Staatsbemoeiing wordt gezegd dat zij „tegelij kertijd de belangen der producenten, die der consumenten en die der schatkist" in gevaar brengt. De groote landbouwers Iaden daardoor de verdenking op zich dat zij iets te verbergen hebben, want indien hun geweten zuiver is door een eerlijke declaratie van de hoeveelheid tarwe die zij in bezit hebben, door dus te voldoen aan het eerste principe dat de wet stelt, behoe ven zij noch voor requisitie, noch voor confis catie bevreesd te zijn. En zoo gaat het met allen die hoe en waar ook tarwevoorraden opgesla gen of eenvoudig geïmobiliseerd hebben. Dit laatste geschiedt op verschillende wijzen door speculanten en accaparateurs. Ik kon er tref fende voorbeelden van aanhalen, maar dit zou mij te ver voeren. Tocli wil ik er een geven dat bewijst, welke schandalige winsten door gewe- tenlooze (en kapitaalkrachtige) graankoopers kunnen worden behaald met speculatie op het voornaamste voedingsmiddel des volks Het werd mij verhaald door iemand uit de streek In een kleine gemeente aan de Loire, waar een dertigtal bóeren graan verbouwen, had een groote graankoopcr hun laatsten oogst (in Sep tember) gekocht tegen een prijs van fr. 75 de 100 Kilo, te leveren aan het station wanneer hij daartoe order gaf (hij liet dus de door hem gekochte waar in depót bij de boeren). In den loop der maand kregen die boeren aanzegging het graan te leveren en vernamen toen dat hij het voor fr. 95 had verkocht. Dit zaakje, waar voor hij in het geheel geen kosten had behoeven te maken, zelfs geen transport te betalen, bracht hem op die dertig boeren een winst van fr. 600.000 op. Aan dergelijke misdadige prak tijken en aan speculatie onder eiken anderen vorm zal de strenge toepassing dezer nieuwe wet voor goed een einde moeten maken. Eenige stijging der graan- dus der brood prijzen was een onvermijdelijk gevolg van den economischen toestand, zoowel in als buiten Frankrijk, maar zij had binnen veel nauwere grenzen beperkt kunnen blijven, indien de spe culatie er zich buiten had gehouden. Er waren in het jaar 1924 honderd-duizend hektaren ko ren minder uitgezaaid dan in het voorafgaande jaar. Toen de minister van Landbouw dit bij de verdediging van zijn wetsontwerp aan de Kamer voorhield, voegde hij er aan toe dat hij met deze wet wil verhinderen dat de landbou wers slachtoffers van overdreven prijsverhoo- ging worden. Dit doet mij denken aan een eigenaardig ge val dat mij uit het afgeloopen najaar bekend is. Ik kreeg toen bezoek van een bevriende boerin uit een streek in IsIe-de-France waar ik vroeger alle zomers eenigen tijd doorbracht. Deze maakte natuurlijk van haar verblijf te Parijs gebruik in de Centrale Hallen eens goed rond te zien naar de prijzen waarvoor daar de groenten werden aangeboden, die bij haar door de Parijsche conimis.sionnairs werden gekocht. Zij constateerde toen zulke aanzienlijke prijs verschillen, dat zij er verontwaardigd over was. En bij de winkeliers in uiteenliggende quartiers vond zij die verschillen nog grooter. Haar juis te conclusie uit die waarnemingen was, dat de Parijzenaars den boeren onrecht aandoen met hun dure leven toe te schrijven aan de roof zucht der eenvoudige landbouwers. „Eenvoudi ge landbouwers," zeide zij... en het leek mij alsof zij voor de „grooten" (de heereboeren) een stilzwijgende reserve maakte. Indien ik hier juist heb gezien, dan verklaart het zich waarom de „Société des Agriculteurs", die uit zulke „grooten" gevormd is, van de nieuwe wet niets weten wil en haar schadelijk acht voor de pro- duqteurs en dan meteen ook maar voor de an deren. DOYEN. Het Sint Elisabeth's gasthuis te Amersfoort. Het vorige jaar Augustus is een belangrijk werkje verschenen dot ik eigenlijk al eerder had willen bespreken. Het is getiteld„Het Sint-Elisobeth's gast- of ziekenhuis te Amers foort" en is geschreven door den heer 'A. F. van Beurden, dre als Regent van nabij' met de geschiedenis bekend is, ja, het archief in opdracht ven de Regon'en in T922 hud geca talogiseerd. Voeg hierbij, dot de schrijver een ijverig onderzoeker van Amcrsfoort's rijke his torie is, en men heeft alle factoren harmonisch verecnigd om een weldoorwrochten arbeid te verwachten. De uitgeefster, de drukkerij „De Eembode" te Amersfoort zorgde voor een waardig uiterlijkOud-Hollondsch popier oud-Hollandsche houtsneden (van Victor van Schoonhoven van Beurden). Laat mij aan de hand von dit boekje U een en ander van de genoemde stichting meedee- lcn, een bijdrage tot d*e kennis van onze vroe gere ziekenverpleging. De ziekenverzorging trok al vroeg in ons land de belangstelling van de gegoede poor ters, die in hun testament niet nalieten de arme zieken te bedenken. En die niets bezat, wilde óók deel hebben in dit werk van die nende liefde, door zelf to helpen verplegen. Zoo verrees weldra in elke stad of voornaam dorp ten gasthuis, spoedig gevolgd door an dere, die zich ten doel stelden de armen onder de lijdende menschen ter hulp te komen. Ge woonlijk werden deze stichtingen aan een be kend Heilige opgedragen. Ook Amersfoort bleef niet achter. Trouwens in de eerste eeu- w.cn na zijn ontstaan (plm. 1200) ontwikkelde er zich een rijks godsdienstig leven. De hoofd kerk (de St. Joris) telde 50 altaren en 32 vicoriën, terwijl er in de stad achtereenvolgens drie Gasthuizen verrezen. Het oudste was het Sint-Pietersgasthuis, dot van 1390 dateert en op den Singel stond. Dan volgde het H. Sa cramentshuis aan de Langestraat (1573), ge sticht door Wouter, Heer van Blokland, en daarom later ook wel „Bloklonds-gasthuis" ge noemd. Beide gasthuizen zijn thans verecnigd. Het derde gasthuis, dat de trits volmaakte, was het reeds genoemde St.-Elisobcths Gast- of Ziekenhuis, dat in 1577 officieel werd erkend, maar feitelijk reeds in 1559 was gesticht (De Beschermheilige is de bekende St. Elisabeth von Thiiringen). De oorsprong is te zoeken in een der Broe derschappen van de St-Joriskerk. De 21e vi- carie nl. met het oltaor, gewijd aan de H. Drie vuldigheid, behoorde aan dc Broederschap van dien naam, welke in 1495 gefundeerd was ioor de weduwvrouwen Alëyt Kormans en Griet Willes. In 1559 stelde deze Broederschap een soort statuten op, wa'arin het werken der verecniging nader wordt vastgelegd, nl. het steunen en verplegen van hen „die in croncheyï ende dootsnoot leggen", terwijl tevens het Bestuur nader wordt geregeld. Als eerste „moeders" werden gekozen „Jol- fer Anno, Aert Frijs van Dolre dochter, Joncfrou, en Maria, zaliger Johan van Lilaers weduwe", terwijl de pastoor een vice-cureyt tot Regenten werden benoemd. (De Van Dolre's en dc Van Lilaer's waren deftige geslochten, die als Burgemeester, Raad of Schepen zitting hedden in de Stadsregeering). In 1577 verkrijgt do Stichting de goedkeu ring van de Magistraat en wordt de geheele inrichting in 't kort vastgesteld. Naast de Pas toor en onderpastoor zullen 13 vrouwen geko zen worden, die zich met de verpleging der zieken zullen belasten. Eén van hoor is de algemcene Moeder, terwijl elk der drie stads wijken een „kwartiermoeder" krijgt. In het huis, voor de verpleging der zieken bestemd, zullen zij een gehuwd paar zetten. De zieken, die in eigen huis verblijven, uilen door de moeders eens per week bezocht wor den. In het Ziekenhuis zullen de arme „bed- legerende kranken" opgenomen worden, en tot hun dood toe worden onderhouden. De stads regeering staat toe, dat er op Allerzielen (2 Nov.) een olgemeene collecte langs de huizen wordt gehouden, terwijl zij belooft, dot rij dc instelling beschermen zal. Weldra brak de Hervorming zich baan cn ook in Amersfoort werd de Roomsche s'nds- regeering na het driedaogsch beleg van Groof Jan van Nassau omgezet in een Calvinistische Magistraat. Weldra weiden nu alle kloosters opgeheven en hun goederen genaast Maar ons „St. Elisabeths-gasthuis" bleef bestaan. Immers het werd beheerd door vromo leeken cn viel dus niet direct onder de Kerkelijke instellin gen. De inrichting kocht nu een „seeckere huy- singe in de Muurhuysen" aan, „omme daerinne die arme dienstboden ende ambachtsluydcn in sicckten ende ongeluckcn" op te nemen. Zij verzocht nu aan de stadsregeering om ontlast te worden van de oude luyden of langen tijd ziek blijvende personen, want voor die laatsten waren dc inkomsten niet toereikend. En inder daad, door dc medewerking van de Magistraat werden die laatstgenoemde zieken door een andere instelling overgenomen, n.l. door „de Poth." Het bedoeld huis in de Muurhuizen werd door de Regenten aangekocht voor de somma vnn 376 gld. En toch is in deze nederige woning drie eeuwen lang 't Gasthuis gevestigd geble ven. Alleen kocht men spoedig daarna nog 't belendende perceel er bij. Inderdaad, groote eischcn stelde men vroeger aan zulke inrich tingen niet. Aardige kijkjes uit 't oude* stadsleven filmt de heer Van Beurden. Zoo had Peter van West- renen, Burgemeester der stad in 1561, een fondsje gesticht, dat nog altijd bestaat. Uit dit fondsje werd op St. Crispijnsdog (den patroon der schoonmakers) aan de arme „bedlegers" (zieken, die te bed liggen) zoowel binnen als buiten het huis, bier, wittebrood en hutspot uitgereikt. Soms deelde het Huis in de Min- derbroederskerk een huif mud erwten uit, en in 1584 krijgen dc bedlegxrrs weer vleesch, rozijnen, wittebrood cn bier. Vrijdags vóór de Kruisdagen deelden de Re genten in de kerk een schepel rogge uit, cn zond de weduwe van Frans Mcyns voor de armen in het huis een half mud weit, oen achtste boter, een witte kaas en een groene kaas. Zooals wij reeds zeiden, was na de Hervor ming het „Gasthuis" als Roomsche stichting blijven bestaan, moor op den duur wilde de Calvinistische Stadsregeering ook medezeggen schap over de fundatie hebben. In 1660 is haar dat gelukttoen sloten Willem van Dam, de Remonstrantsche burgemeester, cn Hendrik van Schaick, de schepen, namens 't Stadsbe stuur voor 't eerst do rekening of. Mam de 'Regenten en de Moeders zullen daarmee wel niet gediend zijn geweestze ondertcekcndcn ten minste de rekening niet meer. Voortdurend zien wij nu in de komende ja ren het Roomsche Eestuur van 't Gasthuis in conflict met de Calvinistische Magistraat, daar deze lootste telkens bij vacatures Gerefor meerden benoemd wilde zien, terwijl de Regen ten zich daartegen bleven verzetten. Langzamerhand werden non het Gasthuis schenkingen cn crflotingcn gedaan in kapitaal, grond of huizen, zoodat uit de opbrengst daar van ten laatste over ruimere geldmiddelen kon beschikt worden. Zoo bedroegen bijv. in 1667 de ontvangsten 4305 gld. cn 8 stuivers, oor dien tijd een vrij aanzienlijk bedrag. Hieronder was begrepen 't bedrag der jaarlijkscho collec te of ommegang in de stad (op 2 Nov.), die bijna 400 gld. opbracht. In 1919 daarentegen beliepen de ontvangsten 62670,13, terwijl er een nadcelig soldo van 8037,87 word geboekt. De algemeenc collecte begon langzamerhand minder op te brengen gaf zij in 1660 een be drag von 500in 1827 was dit gedaald tot 108. Men schijnt ze toen don ook maar af geschaft te hebben. Laat ik nu nog enkele feilen aanstippen. In 1849 wordt er écn bed meer geplaatst, zoodat cr thans 4 mannen cn 4 vrouwen ge lijktijdig kunnen verpleegd worden. In 1851 wordt een echtpaar benoemd als binnenvader cn binnenmoeder op een jaarwed de von 150 gld., met vrij inwonen, vuur, licht, zout, zeep en azijn(I) In 1855 bevat het Huis twee zolen elk met 4 bedden, terwijl een derde, kleinere kamer voor zwaardere zieken en als operatiekamer wordt gebruikt. Daarin kunnen worden opge nomen ongehuwde zieken van olie gezindten, met uitzondering van Israëlieten (die in eigen woning worden verpleegd). Er is een genees heer en een heelkundige aan het Huis verbon den. Het Bestuur bestaat uit ten hoogste zes regentessen cn drio regenten (hieronder begre pen de oppermocdcr cn de drie vijkmoeders). Om dc 3 joren moeten zij opnieuw gekozen worden, bij meerderheid van stemmen. In 1870 ontvangt dc heelkundige 100 sa laris. In 1880 wordt besloten do geneesmiddelen door de apothekers te laten leveren op dezo voorwaarden betaling na 6 maanden 15 cent voor het gereedmaken van het recept3 cent voor elk flcschje cn potje de geneesmiddelen volgens het tarief, dat de Gemeente voor de armen betaald. In 1880 wordt de verpleging ter hond ge- namen door de Eerw. Zusters van St. Joseph, waardoor een betere verzorging verzekerd was. In 1905 is men voornemens het oude gebouw, waarin men 3 eeuwen gvhuisd had, te verla ten cn een nieuw te bouwen. Dit verrees in do St. Andriesstraat cn werd een sieraad der, stad Tevens werd het getal regenten van 3 op 6 gvbrocht. Men hod voor den bouw 'n obligotic- leening van 50.000 ad 4% aangegaan. Het nieuwe huis word op 4 April 1907 ingezegend cn een week later in gebruik genomen in tegenwoordigheid von vele kerkelijke, militoiio cn burgxjrlijke autoriteiten. Reeds 't volgende jaar (15 Juli 1908) bracht H.M. de Koningin-Moeder een bezoek oan het Huis en gaf Haar hoogo tevredenheid over do inrichting te kennen. Natuurlijk nam het aantal patiënten belang rijk toe in de eerste 9 maanden van 't nieuwo gebouw waren cr zelfs al 172, terwijl 't getal zusters tot 13 steeg. Op 25 Aug. 1910 bezocht ook Prins Hendrik dc inrichting en betuigde zijn vollo tevreden heid. Op 15 Dcc. 1912 werd het nieuwe bijge bouwde gedeelte ingezegend, een bewijs van den toenemenden bloei der inrichting. In 1916 wordt een nieuwe refter en recrea tiezaal aanbesteed voor 22.000. In 1921 bedroegen de uitgaven in ronde cij fers 107.000 en dc inkomsten 103.000, zoodut er 4000 nadcelig saldo is. Men ziet dus, welk een belangrijke inrichting cr uit dat eenvoudige gasthuis der Muurhuizen in korten tijd in do St. Andriesstraat ge groeid is. Dc schrijver, de heer A. P. van Beurdqp (se dert 1923 zelf regent) geeft nog allerlei lijsten van bestuursleden, met de jaartallen, een zeer moeizaam werk. Bovendien teekende hij op twee bladzijden een 70-tol wapens der voornaamste regenten, allen tot dc deftigste Amersfoortsche families bchoorendcLiclaer, Hotter, Van Dolre, Pocgt, Vun Sneul, Van Wcstrcncn, Van Weede, Van Isselt, Van Root- sclaar, Homers, Van Beek, enz. enz. Opvallend is het, bij hoevelcn dezer geslachten een of meer lelies in het wapen prijken. Wij kunnen dpn kundigen schrijver niet ge noeg dankbaar zijn voor deze monografie, dio een belangrijke bron kan worden voor iemand, die onze armenzorg in vroeger en later tijden in woord cn beeld wil brengen. T. PLUIM. B a a r n, Febr. 1925. STAATKUNDIG ADVIES DER NATIONALE UNIE. Eerbiediging der overlevering Ontwikkeling der rijksge- dachtc Erkenning von uutnr- chio Toekenning van be voegdheid bij oplegging vnn verantwoordelijkheid. Het volgend manifest wordt verspreid Ondcrgcteckcndcn, staande deels binnen, deels buiten politieke partijschap, gedreven door ernstige bezorgdheid voor de toekomst des Rijks, zijn te rade gogoan, langs welken weg samenwerking van alle onverwanto groe pen des volks tot handhoving van dc nationale erfgoederen ware te verzekeren. Don dieperen oorsprong der bestaande poli tieke tegenstellingen niet miskennend, mecnen wij deze, voor het beoogde doel, te kunnen overbruggen, door te verbinden wat geschei den is. Wij erkennen het Christelijk knTokter van ons volksleven als den historjschcn grondslag onzer nationale beschaving en aanvaarden den liberolcn staat als het kader, warbinnen dit ka rakter rich onbelemmerd in alle richtingen kan ontwikkelen. Het leven wordt niet gemeten naar onze vreugde maar naar onze offers. P. BERTRAM. door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E PONT. 51 „Zijn ze?" Het scheen wel of Trent, die op zo?k naar zijn gast en gastvrouw was en hierin werd opgehouden, volkomen onverschillig was, of hij hen ooit zou ontdekken of niet. Hij leun de tegen een van de met rozen omslingerde pi laren van de pergola en keek achteloos in de richting, die Sara aanwees. „Hoe is het met Molly vroeg hij. Sara lachte ondeugend. ;,Zij begint pnst zak cn asch op z#ij te schui ven voor iets meer aantrekkelijks", vertelde ze op ernsligcn toon. „Dat is goed. Ben je ben je weer heelemaol goed na dien val Ik vraag naar dit alles, om dat ik een gevoel van verantwoordelijkheid heb, nu je mij'» auto hebt uitgekozen om dien val te bewerkstelligen." Sara klom van do ladder af, eer ze antwoord de. Toen merkte ze kalmpjes op „Dan schijnt dat gevoel van verantwoorde lijkheid precies zeven dagen noodig gehad te hebben om lot ontwikkeling te komen." „Integendeel, zeven dagen lang is mijn weet gierigheid alleen bedwongen geworden door de prikken van mijn geweten." „Was het dan" zij sprak heel zacht „was het dan je geweten, dat je"van Sunny- side deed wegblijven Zijn bruine oogen keken haar aan. „Misschien was het bescheidenheid", ver onderstelde hij. „Voor de winkelramen staan kijken, wanneer je een leege beurs hebt, is een povere bezigheid, die liefst maar vermeden moet worden." „Wilde je d^p graag binnenkomen V" hield zij vriendelijk aon. Half in gedachten had hij een dooden tak van de rozenstruik naast hem afgetrokken en boog die doelloos tusschen zijn vingers heen en weer. Bij haar woorden knapte de tak door in zijn samengeknepen hand. Een oogenblik scheen hij de stukken verwoed weer aan elkaar tc willen passen, toen liet hij langzaam zijn hand los cn de gebroken tak viel op den grpnd. „Heb ik je nog niet duidelijk gemaakt", zei hij langzaam, „dot wat ik wensch, hcelcmqal niet in aanmerking mag komen Deze korte v. oorden klonken alsof dit een eindbeslissing was en in de stilte, die volgde, keken twee paar oogen clkoar aan, wanhopig vragend, maai ook antwoordend. Er zijn oogcnblikken, dat bescheidenheid een slechte eigenschap is cn dat het groote levens geluk ervan afhangt of een vrouw dit begrijpt en den moed heelt er naar te handelen. Voor Sara was zulk een oogenblik gekomen en haar volkomen oprechte natuur was er niet bevreesd voor. „Neen", zei zc rustig. „Je hebt me alleen dui delijk gemaakt wat je verlangen is. Garth. Moeten we nog langer verstoppertje voor elkaar spelen „Ik begrijp je niet", mompelde hij. „Begrijp je 't niet Zij kwam dichter naar hem toe en cn het gezichtje, dat zij tot hem ophief, was heel bleek. Maar haar oogen glans den. „Dien nacht, toen ik uit de auto viel— waswas ik niet bewusteloos." Een oogenblik staarde hij haar met ongeloo- vige oogen aan. Toen wankelde hij even cn zijn hand klemde den pilaar vast, war tegen hij geleund stond, totdat de knokkels wit uit staken boven do krampochtig-gespanncn hond. „Was je was je niet buiten bewustzijn?" herhaalde hij toonloos. „Neen. Niet den hcelen tijd. Ik hoorde wat je zei." Hij scheen zichzelf met geweld meester tc worden. „Och, de hemel weet, wat ik op zoo'n oogen blik misschien gezegd heb", antwoordde hij op onverschilligen toon, maar zijn stem was ruw en heesch. „Een man weet niet juist, wat hij zegt, wonneer dc vrouw, die hij bij zich heeft, op een haar no aan den dood ontsnapt." Op Sora's lippen speelde een glimlach niet alleen tceder, of spottend of verwijtend, maar een betooverende mengeling van alle drie. Snef ging haar adem op en neer. Garth hooide het. Toen sprak zij „Wil je me trouwen, Garth Hij deinsde terug, met een heftige beweging, fel beet hij zich op de lippen. Eindelijk barstte hij uit na een lange stilte „Neen, Neen 1 Dat kan ik niet Een oogenbiik was zij overweldigd. Toen kwam de gedachte weer boven aan dien nacht, toen zij in zijn armen had gelegen en de doods angst van dat oogenblik hem alle macht om zijn liefde te verbergen had ontnomen, en zij wilde zijn loochenen niet erkennen. „Waarom niet Haar stem trilde. „Je heb* mij lief I" „Jaik heb je lief". Het scheen of do woorden hem ontiukt werden. „Waarom wil je me don niet trouwen Het kwam niet bij haar op dat zij iets onge woons of onvrouwelijks deed. De man, dien zij lief had, had zijn last lang genoeg alleen gedro- gen. De tijd was gekomen,*dat zij terwille van hem zelf zoowel als van hoor, hem de waar heid moest ontwringen, moest maken dot hij het zwijgen verbrak, dat hen beiden zoo lang had gekweld. Wat ook de uitkomst mocht zijn, moeite en pijn of geluk, zij moesten het deelen. „Waarom wil je niet met me trouwen, Garth De korte vraag, bijna toonloos van gespan nenheid deed zijn hart opvliegen. „Breng mc niet in verzoeking f" riep hij hccsch. „O, God I ik weet niet of jc beseft, hoa je me in verzoeking brengt I" Zij kwam dichter naar hem toe, legde haar hand op zijn arm, terwijl haar groote, donkere oogen hem zwijgend smeekten. Als of haai aanraking meer was dun hij verdragen kon, vcibiak zijn moeilijk weergehouden hartstocht p'oiseling alle slagboomcn, waarmee zijn ijze ren wil hpm had omgeven. Hij nam haar in zijn armen, lichtte haar bijna van den grond en klemde haar tegen zijn borst, terwijl zijn lippen brandden op haar mond, naai hols, haar witte, gesloten oogleden cn de stijve omklemming van zijn oimcn een physieke pijn was, maar een pijn, waarvan het ondergaan een heerlijkheid was. „Dus dus je hebt mc lief?" Zij leunde te gen hem aan, ademloos, haar stem wns on zeker en haar slanke lichaam trilde van hart stocht. „Je liefhebben Do greep von zijn nrmen om hoor heen was het antwoord. „Je liefheb ben Ik heb je lief met mijn ziel en mijn lv- choam, hier cn wat er hiernamaals komen mog. Je bent mijn aarde en mijn hemel de betce- kenis van olie dingen Plotseling brak hij of, en 7.ij voelde, dot zijn armen verslapten cn langzaam loslieten als getrokken door een on zichtbare macht. „Wat zei ik De gloed van den hartstocht was uit zijn slem verdwenen, dio nu vlok cn toonloos klonk. „De beteekenis van alle dingen Een vreem de, korte lach, gesmoord, als de kreet van iemand, die gepijnigd wordt. „Don hebben do dingen geen beteekenis meer",... Sara staarde hem aon, ontzet en vol angst. „Gnrth Wat is cr fluisterde zij. „Wat is er gebeurd Hij draaide rich om, liep een paar passen van haar weg en bleef dour staon, heel stil, met gebogen hoofd, zijn oogen met zijn eeno hand bedekkend. De zonneschijn, dio door het groene blader dak sijpelde, tnoverdc vroolijkc, huppelendo plekjes van goud op het pad en de bladeren dansten in den wind, cn waar de ineengestren gelde rozentakhen een opening hadden gelaten, wieip het een bundel van heldere, trillendo stralen dwars door de pergola. Het schitterde als een lichtend zwaard tusschen den man en de vrouw, alsof het hen van elkaar scheidde cn ieder naar zijn eigen schaduwkant drong. „Garth Bij het hooren van haar stem liet hij zijn hand neervallen en kwom langzaam terug naast haar. Zijn gelaat was bijna grauw en de ge martelde uitdrukking von zijn oogen deed haar pijn alsof zij door een mes gewond werd. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 9