AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Ce ÜÉensai van Fat-End. TWEEDE BLAD. Het Romantische in bet Alledaagsche BINNENLAND. Fg.UI' ETON. 23e Jaargang No. 211 (Nadruk verboden). Wij hunkeren allen naar romantiek. Het grauwe leven bevredigt ons niet. Wij willen de fleur, wij willen de kleur En wij gevoe len ons hopeloos ongelukkig, wanneer de ééne dag na den onderen zonder bekoren de afwisseling verstrijkt. Sinds onze prille jeugd worden wij tot romantiek opgevoed. De „goede oude ba ker, die sprookjes kan vertellen"; het kin dermeisje, dat ons zoet houdt met den boe man de onderwijzer op school, die ons bij de aardrijkskunde boeit met beschrijvingen van verre landen met vreemde menschen en wilde dieren en bij de geschiedenis ons de beelden voortoovert van krijgshaftige ridders en rijk uitgedoste jonkvrouwende geestelijke, die ons meetroont naar de woestijnen, waar eerwaardige aartsvaders op kameelen rijden en die ons de ster wijst, die schijnt op de stal, waar het Kerstkinde- ke in zijn kribbe ligt, zij allen voeden in ons de begeerte naar het buitengewone en spannende, zij allen vervullen ons onbe wust met tegenzin tegen het alledaagsche. Wij worden geboren met fantasie en de ze roept om bevrediging evengoed als de hongerige maag en de dorstige keel en het weetgierig verstand. Men heeft getracht, deze fantasie te onderdrukken; ja, hoe kort nog ligt de. tijd achter ons, waarin men alles wat naar romantiek zweemde tot over- bodigen „onzin" verklaarde! Het verstand was allesmen vergoodde de rede en woog elke uiting van menschelijk vernuft en meiw schelijke vindingrijkheid af naar haar mate van nuttigheid. Men prees slechts den ernst en de degelijkheid en ieder streeft er naai, in het gewicht van zijn bezigheden en plan nen voor een zakelijk man te gelden. Maar bedriegen laat zich het leven niet. Zoodra men één van zijn noodzakelijke functies verloochent, neemt deze wTaak. In onherkenbare gestalte stelt zij zich scha deloos voor haar veronachtzaming en maakt juist hem, die zich het meest aan de roman tiek acht ontwassen, tot haar grootsten slaaf. Want wat zoekt de koopman in de wis selende kansen der beurs anders dan ro mantiek? Hij is rijkhij heeft geen uitbrei ding van zijn bezit meer van noode, en toch kan hij zijn speculaties niet laten; toch mat hij zich avond op avond af met het grijpen naar de krant, die de nieuwe koer sen boekt. Wat zoekt de man van de stren ge wetenschap, die duffe folianten door worstelt en zich wekenlang opsluit in som bere bibliotheken om de oplossing te vin den van een duisteren tekst anders dan de dolende ridder zocht, toen deze uittrok om in ondoordringbare wouden en grillig ge vormde spelonken 't verblijf te ontdekken van den Heiligen Graal? En de politicus, die in de blauwe tabaksdamp van lage dorpsherbergjes den degen kruist met zijn tegenstander, wordt bezield door denzelfden drijfveer, die Don Quichot deed uitrijden op zijn mageren rossinant om tegen wind molens te vechten. Onder als ons schijnbaar gewichtig stre ven naar onzelfzuchtige doeleinden en ab stracte idealen, vermomt zich maar al te vaak de onbewuste neiging naar het ro mantische en wie het in zijn arbeid, zijn zaken of zijn plannen niet grijpen kan, zet zich na zijn eentonigen, met werktuiglijke onverschilligheid ten einde gebrachten ar beid in een veilige hoek van de huiskamer, om in de lecuur van een detectiveroman zijn behoefte aan romantiek te bevredigen. Of hij besteedt zijn zuurverdiend geld aan de kas van de bioscoop, waar het trillende beeld op het dopk zijn ziel en zenuwen mede aan het trillen moet brengen. Neen, ondanks al onze armetierige po gingen gelukt het ons niet de ons inge schapen trek naar het romantische te ver loochenen. Hoe kan het dan zijn, dat een wijs en ervaren man als Dirk Coster in zijn Nieuwe Geluiden onlangs heeft durven verklaren, dat dit „groote romantische verlangen" uitsterft en dat in de plaats hiervan meer en meer treedt „de erkenning der werke lijkheid en de verhoogde drang zich aan die werkelijkheid te geven? Zou deze heroische wil om uit den toover van de romantiek te ontwaken" niet aldus te verklaren zijn, dat onze tijd een groote ontdekking heeft ge daan, n.l. dat men, om zijn romantische neiging te bevredigen, niet buiten de wer kelijkheid behoeft te treden? De werkelijkheid, eens zoo suf en grauw schijnend, blijkt bij Innige kennismaking kleurrijker dan de stoutste verbeelding. Wie acht geeft op z'n levenservaring, wie met scherp gespitste oplettendheid de dage- lijksche gebeurtenissen waarneemt, bemerkt spoedig, dat het leven grilliger, bonter, ver rassender is dan hetgeen sprookjes en ro mans daarvan maken. Geen dichter, geen schrijver, geen schilder is een zóó groot kunstenaar als de Schepper van de Werke lijkheid, en al hetgeen onze droomen ver zinnen, is niets dan een zwakke nabootsing van hetgeen ons op den nuchteren dag overkwam. Indien wij het leven met den speurzin voor het romantische gaajA doorzien, blijkt alle weerspiegeling in onze lectuur, op ons tooneel, in onze legenden en vizioenen slechts aan het leven ontleend. Het roman tische en het alledaagsche vormen gc£n tegenstellingvoor wie op deze combina tie gespitst en voor haar waarheid ontvan kelijk is, wordt het romantische het alle daagsche en het alledaagsche het romanti sche. Gezegend, wie uit deze ervaring mag levenhem brengt iedere dag nieuwe ver rassing en elk uur nieuwe verrukking. Zoo de alledaagsche mensch de •romantische mensch wordt, heeft de werkelijkheid geen aanvulling noodig. H. G. CANNEGIETER. Naast do tailleurs, die altijd keuri-meties cn gekleed staan en waar men ook voor wandelen en sport zooveel dienst van heeft, komen dezen zomer de lange, zware Directoire-mantels weer in de mod Het zijn de jassen met opgezette pélérine en hoog, openstaand boord Een slanke, jonge vrouw, die hier zoo'n geestig heeren hooge hoedje bij dmagt, dat gegarneerd is met een paar rechtop staande lintlussen, moakt precies den indruk van eenEngclschen conch- koetsier. 't Is weer eens iets enders. Deze man'els zal men vooral in gedekte kleuren zien flesschengroen, eikenbnrin, herfstiood of zwart laken wordt er het meest voor gebruikt kaar longs de hols, inouw en zijnaden gezet, terwijl cr op beide heupen een fnntasi mo tiefje van was gemaakt. Zoo'n japon is vooral daürom zoo practiscb, omdat u er bij allerlei gelegenheden pleizie- pen kunt beleven u bent cr altijd netjes mee en toch niet èl te mooi. IWode. Nog nooit zag ik een mode zóó lnng duren als die van de vormloozc, kokernauwe, korte rokjes en jurken Steeds fluistert men geruch ten von groote, inslaande veranderingen, van zoomvcrlcnging en tailie-verhooging maar ols dan dc nieuwste modellen weer achter de win kelramen staan, ols dc buitcnlandschc mode prentjes ons bereiken, don is er von die mach tige wereldschokkende omwenteling niets 1e zien In hot Zuiden, in Nizza, Biarritz, Monte- Carlo, op de plaatsen, waar zij, die voor en door dc mode leven, zich nu koesteren in warmte cn zonneschijn, daar wordt, zegt men, de robe princesse weer gedragen met de gra cieuze hoogc taille-lijn en het daaronder in soepele plooien uitvallend kleed. Het zal nog wel heel lung duren vóór wij daar iets van in het hooge Noorden zien cn er zal vóór dien tijd heel wat moeten veranderen Want veel vorm is cr niet meer aan het moderne vrou wenlichaam cn van een robe-princesse-lijn is er heelemaal niets te zien I Toch zijn er kentering-voorteekens. Zoo sprak ik een dezer dagen een jonge vrouw, die vol enthousiasme aan het kuren wasom d i k te worden. Zij at spek, veel aardappelen, veel suiker en boter, maar had vooralsnog geen succeszij was precies een latje I De tailleurs van het komend voorjaar zijn sober, strak en streng. De meeste manteltjes zijn kort tot de heup lijn zij sluiten von voren met één knoop, hebben dus lange, scherpe revers en geen andere versiering don één of drie zakken en een smal reepje leer, waarmee kraag, re ver en onderrand zijn omboord. Als er één zak in is, volt deze aan den linkerkanthet is niet meer dan een sneetje, waar de vier vingers in pas sen. Zijn er drie zakken, dan vallen zij aan weerszijden en één op de linkerzijde der borst. In dat geval moet de mantel ook hooger slui ten en zijn er van veren tweemaal twee knoo- pen op gezet. 11. zag laaLst in een onzer grootste mode magazijnen zoo'n jas in het groen voorstaan. Hij was even lang als de rok, die cr onder werd gedragen en sloot met drie knoopen (cr zaten er twee rijen van drie naast elkaar op, net als bij een heerenjos). De boord cn revers waren zóó geknipt, dat zij evengoed open als gesloten gedragen konden worden, en om de schouders viel een pélérine in drie verdiepin gen de onderste reikte tot een handbreedte boven den elleboog. De mouw was glad en nogal wijd; de manchet met een kapje afge werkt. Een leuk, vlot model, maar alleen voor meisjes, die„lotjes" zijn Blootc halzen zullen wij in dc mantels haast riet meer zien. Als de japon cr onder geen boord heeft, don draagt men er een losse boord-met-jobot bij of zoo'n oofdigen Engel- schen, gekleurd zijden doek, waarvan de ein den losgeknoopt vóór in den mantel verdwij nen. De kophondschoenen-voorkeur is weer wat gehtwd. Zij passen niet bij de moderne manchetten der mantelmouwen. In dezelfde étalage, waar ik den Directoire- mantel zag, leg ook een leuke jurk. Hij deed denken oan een uniform, waar een ambtsket ting ophing. Stel u vóór een japon van muis grijs rips of Rasha, aan één-'stuk geknipt, met van beide heupen wijd uitwaaiende plooien naar onderen toe, die afgewerkt was met motieven in zilver. Eén was er precies onder aan den V-vormig uitgesneden hals geborduurd, terwijl er longs do halsopening een smalle zilveren bies liep. Het motief leek in de verte op een groot medaillon vandaar, dat de indruk ambtsketting, gewekt werd. Ook op dc beide heupen (om het nanhcchtingspunt der plooien te maskeeren) was een d-mgelijk medaillon ge werkt. Het leek mij juist iets voor een handig jong meisje, om zelf na te maken. Zoo'n jurk wordt niet duur. Maar u moet geen goedkoop zilver neirmn, want dat is na tweemaal dragen zwart. Als u dit te kostbaar vindt, kunnen grij ze pareltjes met een paar roode er doorheen voor de kieur, het ook aardig doen. Het afwerken van de halsopening (t. m. als deze V-vormig is) met een breeden, kleurigen of metalen rand zal in het voorjaar veel wor den gedragen. Gewoonlijk wordt het motief don herhaald in een bies, die van de heup tot den rokzoom valt. Bijzonder lief stoot voor een blonde vrouw een japon, bewerkt met groote parels. Zoo zog ik cr laatst een van zwart soepel satijn het was een mouwlooze overjurk over zwart crêpe georgelte, dat zichtbaar werd on der de armen. Ook dc lange wijde mouwen waren van dit materiaal, terwijl er van de lin kerheup een georgettcdraperie neerviel. De hols wos ovaal uitgesnedencn groote, witte poreis waren op twee ringers afstands van el- De Staatscourant von hedenavond 6 Maart bevat de volgende Koninklijke besluiten toegekend de zilveren eere-medoillc van de Oranje Nassau orde nan M. H. Hulmer hoofd commies der directe belastingen te Amsterdam; ingetrokken is de benoeming van G. H. Cronc te Amsterdam tot buitengewoon lid von de tnriefcommissic, en benoemd als zoodanig E. Gerzon te Amsterdam op verzoek eervol ontslagen uit den zeedienst van den marine stoomvaartdienst 2e klasse J. Verschoof eervol gepensionneerd uit den zeedienst we gens lichaamsgebreken de officier vnn gezond heid le klasse P. G. T. H. M. A. Vermast bevorderd tot officier van gezondheid Ie klas die der 2e klasse M. v. d. Sluys. HET OLYMPISCH SUBSIDIE. Do Bond voor Bezuiniging tegen. De Nationale Bond voor Bezuiniging heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer, waarin erop wordt aangedrongen zoowel het voorstel om een millioen gulden beschikbaar tc stellen voor de Olympische Spelen in 1028 a's aan dat om een half millioen toe te staan voor terreinoankoop, bouw en inrichting van een ambtswoning voor den minister van buitcn- landsche zaken niet goed te keuren. In dit adres wordt o.m. gezegd, dat dc Bonó in 't algemeen tegenstander is van subsidie voor allerlei particuliere doeleinden, doch dc subsidie voor dc Olympische Spelen in 't bi- zonder misplaatst vindt in dezen tijd, waarin belostingvcrmeerdering noodig is geoordeeld om de begrooting zoogenaamd sluitend te ma ken. DE ZOMERTIJD. Een debut tusschcn dr. v. d. Mylc en den lieer Braat. Dr. d. Myle tc Hccze, lid van het Amster- damschc Comité tot behoud van den zomertijd cn de heer Braat, lid van de Tweede Kamer, hebben zich, daartoe aangezocht, bereid ver klaard een debat te voeren over de voor- en nadoelen van den zomertijd. Dag cn plaats zullen nader worden bekend gemaakt. SCHOOL VOOR VERLOFSOFFICIEREN DER INFANTERIE. Een compagnie wordt in het Zuiden gevestigd. Van de meest bevoegde zijde vernemen wij, dot de geruchten, ols zou cr van zijn afgezien een gedeelte van de school voor verlofsoffi cieren der infanterie in het Zuiden des lands te brengen, geheel ongegrond moeten worden geacht. Een van dc compagnien in de in Juli n.s. op te richten school voor vcrlofsofficieren der In fanterie, zal alsdan in een nader vast te stellen plaats in het Zuiden des lands worden geves tigd DE INDISCHE SALARISSEN Naar inhccmschcn maatstaf als regel. De minister van koloniën heeft, naar hij in zijn Memorie van Antwoord can de Eerste Kc- mer over de Indische Begrooting 1925 op merkt, groote wnardeering voor wijze waar op dc onder leiding van den heer Domme ge stelde Indische snlariscommissie, zich van haar taak heeft gekweten. Aan het overeenkomstig het advies van die commissie aanvaard bezoldigingsstelsel, ligt de gedachte ten grondslag, <*nt zooveel mogelijk zal moeten worden aangestuurd op normale be zoldigingen, d. w. z. bezoldigingen naar in- heemschen mantstof (groep A). Ten einde ó'c gedwrhte te verwezenlijken zal het streven er op gericht moeten zijn de groepen B. cn C. zoo veel mogelijk in de A-groep op te lossen. Het behoeft intusschen zegt de min'ster geen betoog, dot d»t proces zich slechts zeer gelei delijk «is het ware stop voor stap, zal kunnen voltiekken. Wijziging van de verlofregelingen is bier te lande reeds »n behandeling genomen, en zal weldra haar beslag krijgen, terwijl de overi gens nog te treffen voorzieningen zoo spoedig mogelijk tot stand zullen worden gebrocht. Voor het instellen van een georganiseerd overleg met de Vereeniging van Indische Ver lofgangers. is naar het inzien vnn den minister geen voldoende grondslag aanwezig. Nopens de mogelijkheid van spoedige her plaatsing van Oost-Indische Ambtenoren, die reeds in het genot van buitcnlandsch vcrloi waren, toen werd besloten tot het op wacht geld stellen van ambtenaren, en van hen die door ziekte gedwongen worden met buiten- iandsch verlof te gnon, is do minister met don gouverneur-generaal in overleg getreden. DE NOOD IN DRENTE. Installatie oener economise! fj commissie* Dc commissaris der Koningin in Drente, mr. J. T Linthorst Homan, heeft run economische commissie gcïnstollccrd, die ols subcommissie vnn de centrale commissie voor den culturee- 'cn, hygicnischen en cconomischen opbouw van Drente, speriool vnn de veenstreken, plannen zal ontwerpen en voorstellen zal doen, welke dienstig kunnen zijn aan den materieelen voor uitgang van dc provincie. In het bijzonder zal deze subcommissie nagaan, wat, in verband met de veelal in de veenstreken besfnonde be hoefte oan werkgelegenheid, in het belang v<in bev^king cn gewest in aansluiting aan de talrijk reeds genomen maatregelen kan ge schieden. Zij zol niet uitsluitend zoeken naar werkobjecten, welke oan de onmidde'lijke be hoefte oon werk zullen kunnen voldoen, man: vooral ook onderzoeken, op wel loc wijze cn door welke maatregelen tot ccn blijvend bo teren toestond kon worden gekomen De economische commissie bestaat uit do heeren G. C. Lunsingh Meyer, lid van Grd Staten van»Drenthe, te Assen, voorzitter; J- Hugos ook lid van Ged. Stoten, te Assen A. Jongbloed, burgemeester van Slecn en rijksinspecteur voor do werkverschaffing in Drente, te SlecnA. Gorter, wethouder ven Emmcn, industrieel, to Nieuw-Amsterdam J. L, Nysingh, voorzitter van het Drentsch" Londbouw-Genootschap, in De W ijk J. Heem stro, rijkstuinbouwconsulent te Groningen cn vertegenwoordigers van het to rcorgonisoeren Drentsche emigratie comitéJ. G. Lcgro, bur gemeester von Oosterhesselcn, commissaris- secretaris van de N V. Ontginningsvereeniging Het Landschap Drente, cn G. Ritmeester, controleur vnn de 'gemeentebelasting, sccretrns van de centrale commissie te Assen, Ie scc c- tnris. HET AMSTERDAMSCHE MEELBESLUIT. De overwegingen van Gcd. Staten, Hel officieel besluit vnn de Geóep. Staten '•an Noord-Holland, waarbij het besluit van den gemeenteraad van Amsterdam inzake de gemeentelijke meelvoorziening wordt vernie tigd, bciust op de volgende overwegingen: Dat bij dc wcóerzijdsch erkende volslagen onzekerheid ten aanzien vnn de toekomstige prijsbeweging van de tarwe, geenszins els ze ker kan worden aangenomen, dot het gemeen tebestuur van Amsterdam bij machte zal zijn een eventueel verlies bij den aankoop van bloem tc beperken tot ccn ongelimiteerd be drog van 300.000; da; dit bezwaar voor óo grmecntc-finoncicn tc meer klemt, nu dc ur gentie alleen voor de gemeente Amsterdam van een mautrcgcl ols met het raadsbesluit van 15 Januari j.l. bedoeld, maatregelen, die in tijden j van crisis op den weg van óe rijksrcgecring j liggen, geenszins zoo ononvstootclijk komen vast te slaan, dat het oog gesloten kun worden voor het onmiddellijk gevaar, die dc maat regel waarschijnlijk hebben zou voor dc bak kers der oan Amsterdam grenzende gemeen ten alsmede voor óe consequentie van verdere j bestlijdingen, die daaruit voor andere gemoen- i ten in de provincie Noord-Hollend cn daar buiten kunnen voortvloeien. Dc beslissing bij de Kroon Zooals wij reeds mededeelden, hebben.Ged. Stoten von Noord-Hollond het besluit von den Amsterdamschen Raad in zake den mcel-ian- koop van gemeentewege niet goedgekeurd. Naar aanleiding hiervan had de Tel. een on derhoud met den wethouder voor den Levens- middelendienst, den heer De Miranda. Het kon nog eenige dogen duren, voordat de officieelc mededeeling der genomen beslissing. Vluchtigheid is de kanker van het leven. door MARGAREI PEDLER. Geautoriseeide vertaling van W E PONT „Maar toch blijft het een feit, dat ik buiten de grenzen der maatschappij sta. Ik had me niet tusschen jullie mogen werpen. Maar na dit alles kun je verzekerd zijn, dat ik niet weer aanstoot zal geven." „Ik weiger verzekerd te zijn van iets der gelijks", zei Andrey met groote beslistheid. „Wees niet zoo dwaas, Garth, en niet zoo unfair tegenover je vrienden. Dat je ru to- vollig een vrouw ontmoet hebt, die om dc een of andere reden, jc bcleedigen wil, verandert onze vriendschap voor jou niet in het minst. Wat mevrouw Durward tegen je kan hebben, weet ik niet cn dat kun me ook niet schalen. Ik heb niets tegen je en ik ben niet van plan een vriend van mij zijn congé te geven, omdat iemand anders met hem overhoop ligt." Trent's oogen hadden een wonderlijk machten glans, toen hij haor antwoordde „Dank je doorvoor", zei hij ernstig. „Maar toch geloof ik, dot jc je vriend, zooals je goed genoeg bent te noemen, zult moeten toestaan, dat hij een plaats aan den muur in neemt. Jij, en anderen zoools jij, hebben hem van zijn plaats gehaald, maar geloof mq. hij hoort niet in het midden van de kamer. Er zijn nog anderen behalve mevrouw Durward, die je de reden zouden kunnen zeggen waérom, als je het weten wilt." „Ik begeer de reden niet te weten", antwoord de Andrey ferm. Ik zou geen enkele reden zien. waarom ik je niet mijn vriend zou noemen Ik ben niet van plan je te laten gaan, cn Miles evenmin, dat zul je wel merkn „Jol Herrick I Dót is een beste kerel, is het niet?" zei Trent weemoedig. „Dat zijn wc allemaal, als je ons eenmaal kent", antwoordde Andrey, altijd op denzelfden hortelijken toon. „En Sara Sara zal je ook nooit laten gaan. Garth. Zijn mond verwrong zich plotseling. „Alrjeblieft, laten we niet over Sara spre ken. En ik wil jc niet langer von je gasten afhouden. Het was het was heelemaal jou om het zoo cp te nemen, ols je gedaan hebt, Andrey. En als je, later, jc mecning over mij zult moeten wijzigen, dun zol ik het begrij pen. En ik zol er niet bitter om zijn." „Ik ben nut van plan te doen, wat je daar veronderstelt." Hij keek haar nan met een eigenaardig" uit drukking op zijn gelaat. „Ik ben bang, dat het maar al te waarschijn lijk is van wel", antwoordde hij eenvoudig. Hij schudde haor de hand, draaide zich om en liep met" groote stappen het bosch in. ter wijl Andrey weer naar haar gasten terugging. Ze vond het echt vervelend, dot mevrouw Durward zoo volgens haar haastig en onbesuisd was opgetreden. Het was onvergefe lijk om de prettige stemming van dien dag zoo te bederven, dacht ze verontwaardigdtoen koek zij op en ontmoetten haar oogen die van Elisabeth, die smcekend en vol spijt op haar gericht waren. „Mevrouw Maynard, ik mag u wel vragen of u mij wilt vergeven", zei ze, haar naderend met een onweerstaanbaar verontschuldigend gebaar. „Ik heb geen anderen uitleg don dat mijnheer Trent iemand is, dien ik onmogelijk ont moeten kan." Zij zweeg en slikte met moeite, en plotseling kreeg Andrey geheel onverwach* een gevoel van medelijden. De smart en ontroe ring achter deze aarzelende verontschuldiging waren blijkboar zoo echt. „Het spijt mij. dat u zoo iets pijnlijks is over komen", antwoordde zij vriendelijk. „H"t was een vervelende geschiedenis." Elisabeth zond haar een dankbaren gb'mlach toe. „U wilt wel vergeven", zei ze, „dat ik afscheid neem. U zal wel begrijpen, dat ik nu moor liever heenga." „Och neen. doet u dat niet", riep \ndrey gastvrij uit, hoewel zij inwendig moc't ci ken nen, dat het voorstel wel van pas was. „Laat u ons nu niet ineens in den steek." „Het is heel vriendelijk van u, maar werke lijk ols u me niet kwalijk noemt het is beter, dat ik niet blijf. Ik voel me wot vnn streek. En het spijt me zóó, dat ik geheel on willekeurig den middag heb bedorven." Andrey aarzel le. „Ja, als u werkelijk liever weggaat be gon zij. „Ja, liever", hield Elisabeth vriendelijk, maar vastbesloten vol. „Wilt u een boodschap voor mij overbrengn aan Sara?" Andrey Knikte. „Vraag haar of zij morgen bij mij wil komen, en zeg haar, dot ik dat ik uitleg zol geven." Plotseling strekte zij onstuimig haar hand uit „O mevrouw Maynard I Als u wist, hoe be vreesd ik ben aan Sara een verklaring van dit alles te geven! Mear misschien" hoor oogen namen een peinzende uitdrukking aan „maar misschien zal het niet noodig zijn, misschien kan het vermeden worden." Een vreemd gevoel scheen Andrey's hart tc besluipen, toen zij den strengen blik van de mooie, raadselachtige oogen opving Wón-van was Elisabeth van plan een „verklaring nun Snra te geven? Iets in verband met Garth Trent natuurlijk en het was onmogelijk, in aan merking genomen de houding van Elisabeth, dat het Iets anders kon zijn tot zijn n-ideel. „Wanneer een verklaring vermeden ken woi- den, mevrouw Durward", zei ze op koelen toon, „denk ik, dat dot heel wat beter zou zijn. Hoe minder gezegd, hoe eerder bijgelegd, weet u". voegde zij er bij, haor strak aanziende. De beide vrouwen, plotseling achterdoehl'.g jegens clkoor, gaven elkaar d<» hand tot «•'- scheid, en Elisabeth ging terug door het Posrh. terwijl Andrey haar gasten, die zij in den steek hod gelaten, weer opzocht cn al haar best deed een middag, die een mislukking dreigde te worden, tenminste nog lot een dragelijk succes te maken. Door oneindig veel tact en met de prettige hulp van Miles Hcrrick, slaagde zij erin en het meerendecl von de gasten nrru- serrden zich uitstekend. Alleen Soro had het gevoel, dat een schaduw ergens uit een verbolgen hoek was tc voor schijn gekomen en voor huar uit ging op hnar pad, terwijl Miles en Andrey, die met de h°l- derziendheid vnn goede vrienden de schaduw zagen, vervuld waren van bezorgdhri 1 voor de vrouw, die zij beiden hadden leeren liefhebben. HOOFDSTUK XXVI. Een nachtelijke bezoekster. Judson liep de vestibule van Far End door, opende de voordeur en tuurde in angstige sponning naar buiten in den maanverlirhten nacht, al voor de derde maal dien avond Noch hij, noch zijn vrouw konden gissen, wat er met hun meester aan de hand was. Hij was weggegaan, dat wisten zij, met het plan een picnic in het Haven Bosch bij te wonen, maar hij had order gegeven, dat het diner lotcr moest zijn dan gewoonlijk, en nu was von het keurige middagmaal, dat juffrouw Judson voor haar tamelijk vecleischcnden meester had klaorgemaukt, ullc heerlijkheid af, nu het al minstens twee uur in den oven was, „warm ge houden". „Komt hij nog niet?" vroeg juffrouw Jud son, toen haar cga in dc keuken terugkwam. ITij schudde het hoofd. „Geen spoor te zien", antwoordde hij koit. Tien minuten later ging do huisdeur open en weid met een bons weer dichtgeslagen. Judson haastte zich noor boven om tc vrogen, wat zijn 1 mepstcr verlangde. Toen hij weer beneden kwam, kerk hij hevig ontsteld. „Er is iels gebeurd", kondigde hij plechtig aan. „Tien jaar ben ik nou in meneer Trent z'n j dien-t geweest, maar nog nooit, zeg ik je Ma- ria, heb ik hem zóó gezien nis nou". „Hoe 7iet-io er dan uit vroeg juffrouw Judson. stilstaand met een juspan in haar hand „Als een man, die in de hel is geweest", antwoo: d.de ham echtgenoot op dronvitisrhcn Icon. „Hj js zoo wit als dat stuk papier" hij wees op het papier, wnnrop juffrouw Jud son zorgvuldig de gebakken aardappels had la- len uitdruipen. „En zijn oogen staan zoo wild. i Hij heeft een heel eind geloopen ook, minstens wel twintig mijlen, want hij is doodon cn zijn schoenen zijn een klomp modder. Zijn ja» i9 gescheurd en vol modderspatten, het lijkt we! of hij dwars door struiken en al h"en gc-loopen is zonder te kijken waar hij liep." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5