AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Ce ÜÉensai van Fat-End.
TWEEDE BLAD.
Het Romantische in bet Alledaagsche
BINNENLAND.
Fg.UI' ETON.
23e Jaargang
No. 211
(Nadruk verboden).
Wij hunkeren allen naar romantiek. Het
grauwe leven bevredigt ons niet. Wij willen
de fleur, wij willen de kleur En wij gevoe
len ons hopeloos ongelukkig, wanneer de
ééne dag na den onderen zonder bekoren
de afwisseling verstrijkt.
Sinds onze prille jeugd worden wij tot
romantiek opgevoed. De „goede oude ba
ker, die sprookjes kan vertellen"; het kin
dermeisje, dat ons zoet houdt met den boe
man de onderwijzer op school, die ons bij
de aardrijkskunde boeit met beschrijvingen
van verre landen met vreemde menschen
en wilde dieren en bij de geschiedenis ons
de beelden voortoovert van krijgshaftige
ridders en rijk uitgedoste jonkvrouwende
geestelijke, die ons meetroont naar de
woestijnen, waar eerwaardige aartsvaders
op kameelen rijden en die ons de ster wijst,
die schijnt op de stal, waar het Kerstkinde-
ke in zijn kribbe ligt, zij allen voeden in
ons de begeerte naar het buitengewone en
spannende, zij allen vervullen ons onbe
wust met tegenzin tegen het alledaagsche.
Wij worden geboren met fantasie en de
ze roept om bevrediging evengoed als de
hongerige maag en de dorstige keel en het
weetgierig verstand. Men heeft getracht,
deze fantasie te onderdrukken; ja, hoe kort
nog ligt de. tijd achter ons, waarin men
alles wat naar romantiek zweemde tot over-
bodigen „onzin" verklaarde! Het verstand
was allesmen vergoodde de rede en woog
elke uiting van menschelijk vernuft en meiw
schelijke vindingrijkheid af naar haar mate
van nuttigheid. Men prees slechts den ernst
en de degelijkheid en ieder streeft er naai,
in het gewicht van zijn bezigheden en plan
nen voor een zakelijk man te gelden.
Maar bedriegen laat zich het leven niet.
Zoodra men één van zijn noodzakelijke
functies verloochent, neemt deze wTaak. In
onherkenbare gestalte stelt zij zich scha
deloos voor haar veronachtzaming en maakt
juist hem, die zich het meest aan de roman
tiek acht ontwassen, tot haar grootsten
slaaf.
Want wat zoekt de koopman in de wis
selende kansen der beurs anders dan ro
mantiek? Hij is rijkhij heeft geen uitbrei
ding van zijn bezit meer van noode, en
toch kan hij zijn speculaties niet laten; toch
mat hij zich avond op avond af met het
grijpen naar de krant, die de nieuwe koer
sen boekt. Wat zoekt de man van de stren
ge wetenschap, die duffe folianten door
worstelt en zich wekenlang opsluit in som
bere bibliotheken om de oplossing te vin
den van een duisteren tekst anders dan de
dolende ridder zocht, toen deze uittrok om
in ondoordringbare wouden en grillig ge
vormde spelonken 't verblijf te ontdekken
van den Heiligen Graal? En de politicus,
die in de blauwe tabaksdamp van lage
dorpsherbergjes den degen kruist met zijn
tegenstander, wordt bezield door denzelfden
drijfveer, die Don Quichot deed uitrijden
op zijn mageren rossinant om tegen wind
molens te vechten.
Onder als ons schijnbaar gewichtig stre
ven naar onzelfzuchtige doeleinden en ab
stracte idealen, vermomt zich maar al te
vaak de onbewuste neiging naar het ro
mantische en wie het in zijn arbeid, zijn
zaken of zijn plannen niet grijpen kan, zet
zich na zijn eentonigen, met werktuiglijke
onverschilligheid ten einde gebrachten ar
beid in een veilige hoek van de huiskamer,
om in de lecuur van een detectiveroman
zijn behoefte aan romantiek te bevredigen.
Of hij besteedt zijn zuurverdiend geld aan
de kas van de bioscoop, waar het trillende
beeld op het dopk zijn ziel en zenuwen
mede aan het trillen moet brengen.
Neen, ondanks al onze armetierige po
gingen gelukt het ons niet de ons inge
schapen trek naar het romantische te ver
loochenen.
Hoe kan het dan zijn, dat een wijs en
ervaren man als Dirk Coster in zijn Nieuwe
Geluiden onlangs heeft durven verklaren,
dat dit „groote romantische verlangen"
uitsterft en dat in de plaats hiervan meer
en meer treedt „de erkenning der werke
lijkheid en de verhoogde drang zich aan die
werkelijkheid te geven? Zou deze heroische
wil om uit den toover van de romantiek te
ontwaken" niet aldus te verklaren zijn, dat
onze tijd een groote ontdekking heeft ge
daan, n.l. dat men, om zijn romantische
neiging te bevredigen, niet buiten de wer
kelijkheid behoeft te treden?
De werkelijkheid, eens zoo suf en grauw
schijnend, blijkt bij Innige kennismaking
kleurrijker dan de stoutste verbeelding. Wie
acht geeft op z'n levenservaring, wie met
scherp gespitste oplettendheid de dage-
lijksche gebeurtenissen waarneemt, bemerkt
spoedig, dat het leven grilliger, bonter, ver
rassender is dan hetgeen sprookjes en ro
mans daarvan maken. Geen dichter, geen
schrijver, geen schilder is een zóó groot
kunstenaar als de Schepper van de Werke
lijkheid, en al hetgeen onze droomen ver
zinnen, is niets dan een zwakke nabootsing
van hetgeen ons op den nuchteren dag
overkwam.
Indien wij het leven met den speurzin
voor het romantische gaajA doorzien, blijkt
alle weerspiegeling in onze lectuur, op ons
tooneel, in onze legenden en vizioenen
slechts aan het leven ontleend. Het roman
tische en het alledaagsche vormen gc£n
tegenstellingvoor wie op deze combina
tie gespitst en voor haar waarheid ontvan
kelijk is, wordt het romantische het alle
daagsche en het alledaagsche het romanti
sche.
Gezegend, wie uit deze ervaring mag
levenhem brengt iedere dag nieuwe ver
rassing en elk uur nieuwe verrukking. Zoo
de alledaagsche mensch de •romantische
mensch wordt, heeft de werkelijkheid geen
aanvulling noodig.
H. G. CANNEGIETER.
Naast do tailleurs, die altijd keuri-meties cn
gekleed staan en waar men ook voor wandelen
en sport zooveel dienst van heeft, komen dezen
zomer de lange, zware Directoire-mantels weer
in de mod
Het zijn de jassen met opgezette pélérine
en hoog, openstaand boord Een slanke, jonge
vrouw, die hier zoo'n geestig heeren hooge
hoedje bij dmagt, dat gegarneerd is met een
paar rechtop staande lintlussen, moakt precies
den indruk van eenEngclschen conch-
koetsier. 't Is weer eens iets enders. Deze
man'els zal men vooral in gedekte kleuren
zien flesschengroen, eikenbnrin, herfstiood of
zwart laken wordt er het meest voor gebruikt
kaar longs de hols, inouw en zijnaden gezet,
terwijl cr op beide heupen een fnntasi mo
tiefje van was gemaakt.
Zoo'n japon is vooral daürom zoo practiscb,
omdat u er bij allerlei gelegenheden pleizie-
pen kunt beleven u bent cr altijd netjes mee
en toch niet èl te mooi.
IWode.
Nog nooit zag ik een mode zóó lnng duren
als die van de vormloozc, kokernauwe, korte
rokjes en jurken Steeds fluistert men geruch
ten von groote, inslaande veranderingen, van
zoomvcrlcnging en tailie-verhooging maar ols
dan dc nieuwste modellen weer achter de win
kelramen staan, ols dc buitcnlandschc mode
prentjes ons bereiken, don is er von die mach
tige wereldschokkende omwenteling niets 1e
zien
In hot Zuiden, in Nizza, Biarritz, Monte-
Carlo, op de plaatsen, waar zij, die voor en
door dc mode leven, zich nu koesteren in
warmte cn zonneschijn, daar wordt, zegt men,
de robe princesse weer gedragen met de gra
cieuze hoogc taille-lijn en het daaronder in
soepele plooien uitvallend kleed. Het zal nog
wel heel lung duren vóór wij daar iets van in
het hooge Noorden zien cn er zal vóór dien
tijd heel wat moeten veranderen Want veel
vorm is cr niet meer aan het moderne vrou
wenlichaam cn van een robe-princesse-lijn is
er heelemaal niets te zien I
Toch zijn er kentering-voorteekens. Zoo
sprak ik een dezer dagen een jonge vrouw, die
vol enthousiasme aan het kuren wasom
d i k te worden. Zij at spek, veel aardappelen,
veel suiker en boter, maar had vooralsnog geen
succeszij was precies een latje I
De tailleurs van het komend voorjaar zijn
sober, strak en streng.
De meeste manteltjes zijn kort tot de heup
lijn zij sluiten von voren met één knoop,
hebben dus lange, scherpe revers en geen
andere versiering don één of drie zakken en
een smal reepje leer, waarmee kraag, re ver en
onderrand zijn omboord. Als er één zak in is,
volt deze aan den linkerkanthet is niet meer
dan een sneetje, waar de vier vingers in pas
sen. Zijn er drie zakken, dan vallen zij aan
weerszijden en één op de linkerzijde der borst.
In dat geval moet de mantel ook hooger slui
ten en zijn er van veren tweemaal twee knoo-
pen op gezet.
11. zag laaLst in een onzer grootste mode
magazijnen zoo'n jas in het groen voorstaan.
Hij was even lang als de rok, die cr onder
werd gedragen en sloot met drie knoopen (cr
zaten er twee rijen van drie naast elkaar op,
net als bij een heerenjos). De boord cn revers
waren zóó geknipt, dat zij evengoed open als
gesloten gedragen konden worden, en om de
schouders viel een pélérine in drie verdiepin
gen de onderste reikte tot een handbreedte
boven den elleboog. De mouw was glad en
nogal wijd; de manchet met een kapje afge
werkt. Een leuk, vlot model, maar alleen voor
meisjes, die„lotjes" zijn
Blootc halzen zullen wij in dc mantels haast
riet meer zien. Als de japon cr onder geen
boord heeft, don draagt men er een losse
boord-met-jobot bij of zoo'n oofdigen Engel-
schen, gekleurd zijden doek, waarvan de ein
den losgeknoopt vóór in den mantel verdwij
nen. De kophondschoenen-voorkeur is weer
wat gehtwd. Zij passen niet bij de moderne
manchetten der mantelmouwen.
In dezelfde étalage, waar ik den Directoire-
mantel zag, leg ook een leuke jurk. Hij deed
denken oan een uniform, waar een ambtsket
ting ophing. Stel u vóór een japon van muis
grijs rips of Rasha, aan één-'stuk geknipt, met
van beide heupen wijd uitwaaiende plooien naar
onderen toe, die afgewerkt was met motieven
in zilver. Eén was er precies onder aan den
V-vormig uitgesneden hals geborduurd, terwijl
er longs do halsopening een smalle zilveren
bies liep. Het motief leek in de verte op een
groot medaillon vandaar, dat de indruk
ambtsketting, gewekt werd. Ook op dc beide
heupen (om het nanhcchtingspunt der plooien
te maskeeren) was een d-mgelijk medaillon ge
werkt. Het leek mij juist iets voor een handig
jong meisje, om zelf na te maken. Zoo'n jurk
wordt niet duur. Maar u moet geen goedkoop
zilver neirmn, want dat is na tweemaal dragen
zwart. Als u dit te kostbaar vindt, kunnen grij
ze pareltjes met een paar roode er doorheen
voor de kieur, het ook aardig doen.
Het afwerken van de halsopening (t. m. als
deze V-vormig is) met een breeden, kleurigen
of metalen rand zal in het voorjaar veel wor
den gedragen. Gewoonlijk wordt het motief
don herhaald in een bies, die van de heup tot
den rokzoom valt.
Bijzonder lief stoot voor een blonde vrouw
een japon, bewerkt met groote parels.
Zoo zog ik cr laatst een van zwart soepel
satijn het was een mouwlooze overjurk over
zwart crêpe georgelte, dat zichtbaar werd on
der de armen. Ook dc lange wijde mouwen
waren van dit materiaal, terwijl er van de lin
kerheup een georgettcdraperie neerviel. De
hols wos ovaal uitgesnedencn groote, witte
poreis waren op twee ringers afstands van el-
De Staatscourant von hedenavond 6 Maart
bevat de volgende Koninklijke besluiten
toegekend de zilveren eere-medoillc van de
Oranje Nassau orde nan M. H. Hulmer hoofd
commies der directe belastingen te Amsterdam;
ingetrokken is de benoeming van G. H. Cronc
te Amsterdam tot buitengewoon lid von de
tnriefcommissic, en benoemd als zoodanig E.
Gerzon te Amsterdam
op verzoek eervol ontslagen uit den zeedienst
van den marine stoomvaartdienst 2e klasse J.
Verschoof
eervol gepensionneerd uit den zeedienst we
gens lichaamsgebreken de officier vnn gezond
heid le klasse P. G. T. H. M. A. Vermast
bevorderd tot officier van gezondheid Ie klas
die der 2e klasse M. v. d. Sluys.
HET OLYMPISCH SUBSIDIE.
Do Bond voor Bezuiniging tegen.
De Nationale Bond voor Bezuiniging heeft
een adres gezonden aan de Tweede Kamer,
waarin erop wordt aangedrongen zoowel het
voorstel om een millioen gulden beschikbaar
tc stellen voor de Olympische Spelen in 1028
a's aan dat om een half millioen toe te staan
voor terreinoankoop, bouw en inrichting van
een ambtswoning voor den minister van buitcn-
landsche zaken niet goed te keuren.
In dit adres wordt o.m. gezegd, dat dc Bonó
in 't algemeen tegenstander is van subsidie
voor allerlei particuliere doeleinden, doch dc
subsidie voor dc Olympische Spelen in 't bi-
zonder misplaatst vindt in dezen tijd, waarin
belostingvcrmeerdering noodig is geoordeeld
om de begrooting zoogenaamd sluitend te ma
ken.
DE ZOMERTIJD.
Een debut tusschcn dr. v. d.
Mylc en den lieer Braat.
Dr. d. Myle tc Hccze, lid van het Amster-
damschc Comité tot behoud van den zomertijd
cn de heer Braat, lid van de Tweede Kamer,
hebben zich, daartoe aangezocht, bereid ver
klaard een debat te voeren over de voor- en
nadoelen van den zomertijd. Dag cn plaats
zullen nader worden bekend gemaakt.
SCHOOL VOOR VERLOFSOFFICIEREN
DER INFANTERIE.
Een compagnie wordt in het
Zuiden gevestigd.
Van de meest bevoegde zijde vernemen wij,
dot de geruchten, ols zou cr van zijn afgezien
een gedeelte van de school voor verlofsoffi
cieren der infanterie in het Zuiden des lands
te brengen, geheel ongegrond moeten worden
geacht.
Een van dc compagnien in de in Juli n.s. op
te richten school voor vcrlofsofficieren der In
fanterie, zal alsdan in een nader vast te stellen
plaats in het Zuiden des lands worden geves
tigd
DE INDISCHE SALARISSEN
Naar inhccmschcn maatstaf als regel.
De minister van koloniën heeft, naar hij in
zijn Memorie van Antwoord can de Eerste Kc-
mer over de Indische Begrooting 1925 op
merkt, groote wnardeering voor wijze waar
op dc onder leiding van den heer Domme ge
stelde Indische snlariscommissie, zich van haar
taak heeft gekweten.
Aan het overeenkomstig het advies van die
commissie aanvaard bezoldigingsstelsel, ligt de
gedachte ten grondslag, <*nt zooveel mogelijk
zal moeten worden aangestuurd op normale be
zoldigingen, d. w. z. bezoldigingen naar in-
heemschen mantstof (groep A). Ten einde ó'c
gedwrhte te verwezenlijken zal het streven er op
gericht moeten zijn de groepen B. cn C. zoo
veel mogelijk in de A-groep op te lossen. Het
behoeft intusschen zegt de min'ster geen
betoog, dot d»t proces zich slechts zeer gelei
delijk «is het ware stop voor stap, zal kunnen
voltiekken.
Wijziging van de verlofregelingen is bier te
lande reeds »n behandeling genomen, en zal
weldra haar beslag krijgen, terwijl de overi
gens nog te treffen voorzieningen zoo spoedig
mogelijk tot stand zullen worden gebrocht.
Voor het instellen van een georganiseerd
overleg met de Vereeniging van Indische Ver
lofgangers. is naar het inzien vnn den minister
geen voldoende grondslag aanwezig.
Nopens de mogelijkheid van spoedige her
plaatsing van Oost-Indische Ambtenoren, die
reeds in het genot van buitcnlandsch vcrloi
waren, toen werd besloten tot het op wacht
geld stellen van ambtenaren, en van hen die
door ziekte gedwongen worden met buiten-
iandsch verlof te gnon, is do minister met don
gouverneur-generaal in overleg getreden.
DE NOOD IN DRENTE.
Installatie oener economise! fj
commissie*
Dc commissaris der Koningin in Drente, mr.
J. T Linthorst Homan, heeft run economische
commissie gcïnstollccrd, die ols subcommissie
vnn de centrale commissie voor den culturee-
'cn, hygicnischen en cconomischen opbouw van
Drente, speriool vnn de veenstreken, plannen
zal ontwerpen en voorstellen zal doen, welke
dienstig kunnen zijn aan den materieelen voor
uitgang van dc provincie. In het bijzonder zal
deze subcommissie nagaan, wat, in verband
met de veelal in de veenstreken besfnonde be
hoefte oan werkgelegenheid, in het belang v<in
bev^king cn gewest in aansluiting aan de
talrijk reeds genomen maatregelen kan ge
schieden. Zij zol niet uitsluitend zoeken naar
werkobjecten, welke oan de onmidde'lijke be
hoefte oon werk zullen kunnen voldoen, man:
vooral ook onderzoeken, op wel loc wijze cn
door welke maatregelen tot ccn blijvend bo
teren toestond kon worden gekomen
De economische commissie bestaat uit do
heeren G. C. Lunsingh Meyer, lid van Grd
Staten van»Drenthe, te Assen, voorzitter; J-
Hugos ook lid van Ged. Stoten, te Assen
A. Jongbloed, burgemeester van Slecn en
rijksinspecteur voor do werkverschaffing in
Drente, te SlecnA. Gorter, wethouder ven
Emmcn, industrieel, to Nieuw-Amsterdam J.
L, Nysingh, voorzitter van het Drentsch"
Londbouw-Genootschap, in De W ijk J. Heem
stro, rijkstuinbouwconsulent te Groningen cn
vertegenwoordigers van het to rcorgonisoeren
Drentsche emigratie comitéJ. G. Lcgro, bur
gemeester von Oosterhesselcn, commissaris-
secretaris van de N V. Ontginningsvereeniging
Het Landschap Drente, cn G. Ritmeester,
controleur vnn de 'gemeentebelasting, sccretrns
van de centrale commissie te Assen, Ie scc c-
tnris.
HET AMSTERDAMSCHE MEELBESLUIT.
De overwegingen van Gcd. Staten,
Hel officieel besluit vnn de Geóep. Staten
'•an Noord-Holland, waarbij het besluit van
den gemeenteraad van Amsterdam inzake de
gemeentelijke meelvoorziening wordt vernie
tigd, bciust op de volgende overwegingen:
Dat bij dc wcóerzijdsch erkende volslagen
onzekerheid ten aanzien vnn de toekomstige
prijsbeweging van de tarwe, geenszins els ze
ker kan worden aangenomen, dot het gemeen
tebestuur van Amsterdam bij machte zal zijn
een eventueel verlies bij den aankoop van
bloem tc beperken tot ccn ongelimiteerd be
drog van 300.000; da; dit bezwaar voor óo
grmecntc-finoncicn tc meer klemt, nu dc ur
gentie alleen voor de gemeente Amsterdam van
een mautrcgcl ols met het raadsbesluit van 15
Januari j.l. bedoeld, maatregelen, die in tijden
j van crisis op den weg van óe rijksrcgecring
j liggen, geenszins zoo ononvstootclijk komen
vast te slaan, dat het oog gesloten kun worden
voor het onmiddellijk gevaar, die dc maat
regel waarschijnlijk hebben zou voor dc bak
kers der oan Amsterdam grenzende gemeen
ten alsmede voor óe consequentie van verdere
j bestlijdingen, die daaruit voor andere gemoen-
i ten in de provincie Noord-Hollend cn daar
buiten kunnen voortvloeien.
Dc beslissing bij de Kroon
Zooals wij reeds mededeelden, hebben.Ged.
Stoten von Noord-Hollond het besluit von den
Amsterdamschen Raad in zake den mcel-ian-
koop van gemeentewege niet goedgekeurd.
Naar aanleiding hiervan had de Tel. een on
derhoud met den wethouder voor den Levens-
middelendienst, den heer De Miranda.
Het kon nog eenige dogen duren, voordat de
officieelc mededeeling der genomen beslissing.
Vluchtigheid is de kanker van het leven.
door
MARGAREI PEDLER.
Geautoriseeide vertaling van W E PONT
„Maar toch blijft het een feit, dat ik buiten
de grenzen der maatschappij sta. Ik had me
niet tusschen jullie mogen werpen. Maar na
dit alles kun je verzekerd zijn, dat ik niet
weer aanstoot zal geven."
„Ik weiger verzekerd te zijn van iets der
gelijks", zei Andrey met groote beslistheid.
„Wees niet zoo dwaas, Garth, en niet zoo
unfair tegenover je vrienden. Dat je ru to-
vollig een vrouw ontmoet hebt, die om dc een
of andere reden, jc bcleedigen wil, verandert
onze vriendschap voor jou niet in het minst.
Wat mevrouw Durward tegen je kan hebben,
weet ik niet cn dat kun me ook niet schalen.
Ik heb niets tegen je en ik ben niet van plan
een vriend van mij zijn congé te geven, omdat
iemand anders met hem overhoop ligt."
Trent's oogen hadden een wonderlijk machten
glans, toen hij haor antwoordde
„Dank je doorvoor", zei hij ernstig. „Maar
toch geloof ik, dot jc je vriend, zooals je
goed genoeg bent te noemen, zult moeten
toestaan, dat hij een plaats aan den muur in
neemt. Jij, en anderen zoools jij, hebben hem
van zijn plaats gehaald, maar geloof mq. hij
hoort niet in het midden van de kamer. Er zijn
nog anderen behalve mevrouw Durward, die
je de reden zouden kunnen zeggen waérom,
als je het weten wilt."
„Ik begeer de reden niet te weten", antwoord
de Andrey ferm. Ik zou geen enkele reden zien.
waarom ik je niet mijn vriend zou noemen
Ik ben niet van plan je te laten gaan, cn Miles
evenmin, dat zul je wel merkn
„Jol Herrick I Dót is een beste kerel, is het
niet?" zei Trent weemoedig.
„Dat zijn wc allemaal, als je ons eenmaal
kent", antwoordde Andrey, altijd op denzelfden
hortelijken toon. „En Sara Sara zal je ook
nooit laten gaan. Garth.
Zijn mond verwrong zich plotseling.
„Alrjeblieft, laten we niet over Sara spre
ken. En ik wil jc niet langer von je gasten
afhouden. Het was het was heelemaal jou
om het zoo cp te nemen, ols je gedaan hebt,
Andrey. En als je, later, jc mecning over mij
zult moeten wijzigen, dun zol ik het begrij
pen. En ik zol er niet bitter om zijn."
„Ik ben nut van plan te doen, wat je daar
veronderstelt."
Hij keek haar nan met een eigenaardig" uit
drukking op zijn gelaat.
„Ik ben bang, dat het maar al te waarschijn
lijk is van wel", antwoordde hij eenvoudig.
Hij schudde haor de hand, draaide zich om
en liep met" groote stappen het bosch in. ter
wijl Andrey weer naar haar gasten terugging.
Ze vond het echt vervelend, dot mevrouw
Durward zoo volgens haar haastig en
onbesuisd was opgetreden. Het was onvergefe
lijk om de prettige stemming van dien dag zoo
te bederven, dacht ze verontwaardigdtoen
koek zij op en ontmoetten haar oogen die van
Elisabeth, die smcekend en vol spijt op haar
gericht waren.
„Mevrouw Maynard, ik mag u wel vragen of
u mij wilt vergeven", zei ze, haar naderend met
een onweerstaanbaar verontschuldigend gebaar.
„Ik heb geen anderen uitleg don dat mijnheer
Trent iemand is, dien ik onmogelijk ont
moeten kan." Zij zweeg en slikte met moeite,
en plotseling kreeg Andrey geheel onverwach*
een gevoel van medelijden. De smart en ontroe
ring achter deze aarzelende verontschuldiging
waren blijkboar zoo echt.
„Het spijt mij. dat u zoo iets pijnlijks is over
komen", antwoordde zij vriendelijk. „H"t was
een vervelende geschiedenis."
Elisabeth zond haar een dankbaren gb'mlach
toe. „U wilt wel vergeven", zei ze, „dat ik
afscheid neem. U zal wel begrijpen, dat ik nu
moor liever heenga."
„Och neen. doet u dat niet", riep \ndrey
gastvrij uit, hoewel zij inwendig moc't ci ken
nen, dat het voorstel wel van pas was. „Laat
u ons nu niet ineens in den steek."
„Het is heel vriendelijk van u, maar werke
lijk ols u me niet kwalijk noemt het is
beter, dat ik niet blijf. Ik voel me wot vnn
streek. En het spijt me zóó, dat ik geheel on
willekeurig den middag heb bedorven."
Andrey aarzel le.
„Ja, als u werkelijk liever weggaat be
gon zij.
„Ja, liever", hield Elisabeth vriendelijk, maar
vastbesloten vol. „Wilt u een boodschap voor
mij overbrengn aan Sara?" Andrey Knikte.
„Vraag haar of zij morgen bij mij wil komen,
en zeg haar, dot ik dat ik uitleg zol geven."
Plotseling strekte zij onstuimig haar hand uit
„O mevrouw Maynard I Als u wist, hoe be
vreesd ik ben aan Sara een verklaring van dit
alles te geven! Mear misschien" hoor oogen
namen een peinzende uitdrukking aan „maar
misschien zal het niet noodig zijn, misschien
kan het vermeden worden."
Een vreemd gevoel scheen Andrey's hart tc
besluipen, toen zij den strengen blik van de
mooie, raadselachtige oogen opving Wón-van
was Elisabeth van plan een „verklaring nun
Snra te geven? Iets in verband met Garth
Trent natuurlijk en het was onmogelijk, in aan
merking genomen de houding van Elisabeth,
dat het Iets anders kon zijn tot zijn n-ideel.
„Wanneer een verklaring vermeden ken woi-
den, mevrouw Durward", zei ze op koelen toon,
„denk ik, dat dot heel wat beter zou zijn. Hoe
minder gezegd, hoe eerder bijgelegd, weet u".
voegde zij er bij, haor strak aanziende.
De beide vrouwen, plotseling achterdoehl'.g
jegens clkoor, gaven elkaar d<» hand tot «•'-
scheid, en Elisabeth ging terug door het Posrh.
terwijl Andrey haar gasten, die zij in den steek
hod gelaten, weer opzocht cn al haar best deed
een middag, die een mislukking dreigde te
worden, tenminste nog lot een dragelijk succes
te maken. Door oneindig veel tact en met de
prettige hulp van Miles Hcrrick, slaagde zij
erin en het meerendecl von de gasten nrru-
serrden zich uitstekend.
Alleen Soro had het gevoel, dat een schaduw
ergens uit een verbolgen hoek was tc voor
schijn gekomen en voor huar uit ging op hnar
pad, terwijl Miles en Andrey, die met de h°l-
derziendheid vnn goede vrienden de schaduw
zagen, vervuld waren van bezorgdhri 1 voor de
vrouw, die zij beiden hadden leeren liefhebben.
HOOFDSTUK XXVI.
Een nachtelijke bezoekster.
Judson liep de vestibule van Far End door,
opende de voordeur en tuurde in angstige
sponning naar buiten in den maanverlirhten
nacht, al voor de derde maal dien avond
Noch hij, noch zijn vrouw konden gissen,
wat er met hun meester aan de hand was. Hij
was weggegaan, dat wisten zij, met het plan
een picnic in het Haven Bosch bij te wonen,
maar hij had order gegeven, dat het diner
lotcr moest zijn dan gewoonlijk, en nu was von
het keurige middagmaal, dat juffrouw Judson
voor haar tamelijk vecleischcnden meester had
klaorgemaukt, ullc heerlijkheid af, nu het al
minstens twee uur in den oven was, „warm ge
houden".
„Komt hij nog niet?" vroeg juffrouw Jud
son, toen haar cga in dc keuken terugkwam.
ITij schudde het hoofd.
„Geen spoor te zien", antwoordde hij koit.
Tien minuten later ging do huisdeur open en
weid met een bons weer dichtgeslagen. Judson
haastte zich noor boven om tc vrogen, wat zijn
1 mepstcr verlangde. Toen hij weer beneden
kwam, kerk hij hevig ontsteld.
„Er is iels gebeurd", kondigde hij plechtig
aan. „Tien jaar ben ik nou in meneer Trent z'n
j dien-t geweest, maar nog nooit, zeg ik je Ma-
ria, heb ik hem zóó gezien nis nou".
„Hoe 7iet-io er dan uit vroeg juffrouw
Judson. stilstaand met een juspan in haar
hand
„Als een man, die in de hel is geweest",
antwoo: d.de ham echtgenoot op dronvitisrhcn
Icon. „Hj js zoo wit als dat stuk papier"
hij wees op het papier, wnnrop juffrouw Jud
son zorgvuldig de gebakken aardappels had la-
len uitdruipen. „En zijn oogen staan zoo wild.
i Hij heeft een heel eind geloopen ook, minstens
wel twintig mijlen, want hij is doodon cn zijn
schoenen zijn een klomp modder. Zijn ja» i9
gescheurd en vol modderspatten, het lijkt we!
of hij dwars door struiken en al h"en gc-loopen
is zonder te kijken waar hij liep."
(Wordt vervolgd.)