AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE E EM LAND ER"*"»"""»28m"rt 1928
BINNENLAND.
De Kluizenaar van Far-End.
23a Jaargang
No. 229
TWEEDE BLAD.
Ver enigingsbelangen.
FEUILLETON.
(Nadrulc verboden).
Een krachtig opbloeiend verenigingsle
ven kan, in het algemeene gesproken, als
een gunstig verschijnsel worden beschouwd.
Het wijst op actie en toenemende lust tot
samenwerken.
Kunnen vereenigingen echter met moeite
bestaan of belemmeren zij elkander den
groei, dan is het ongetwijfeld belangrijk de
oorzaken daarvan op te sporen.
Men ziet dikwijls dat, wanneer een aantal
menschen een gemeenschappelijk doel be
oogen, zij, in plaats van te pogen het
doel te bereiken met vereende krachten
zich om bijkomstige redenen verdeelen in
een aantal kleine vereenigingen en daarbij
verzuimen te trachten gezamenlijk datgene
te bereiken, waarover allen het eens zijn.
Gevolg hiervan is dat de, in samenwer
king gelegen kracht, versnipperd wordt en
dat iedere kleine vereeniging of organisa
tie op haar beurt niet meer vermag iets van
praktische beteekenis tot sland te brengen.
Op deze wijze wordt het hoofddoel te kort
gedaan, meer nog doordat elk vereenigin-
getje op zichzelf er toe komt het hoofddoel
min of meer ondergeschikt te maken aan
datgene, wat het van andere vereenigingen
onderscheidt. Aan de bijoogmerken wordt
zooveel waarde toegekend, dat de zoo be
langrijke samenwerking onmogelijk wordt
gemaakt.
Het ware te weneschen dat men er meer
en beter op bedacht was bijzaken van
hoofdzaken te onderscheiden.
Ook op een ander punt dient de aandacht
gevestigd te worden. Wanneer een bepaald
doel door een groot aantal menschen wordt
nagestreefd, bevinden zich meestal slechts
weinigen daaronder, die werkelijk bevoegd
en geroepen zijn leiding te geven en den te
volgen weg zoowel in groote lijnen als in
détails zullen kunnen aangeven. Het per
centage dat werkelijk leiding kan geven, is
n.l. zeer gering; nog geringer is het aantal
dat vermag de groote lijnen onder alle om
standigheden in het bog te houden.
Doordat nu zoo'n groep zich verdeelt in
een groot aantal kleine vereenigingen en
organisaties, sukkelen en tobben velen met
middelmatige leiders, die meer er op uit zijn
de leiding te nemen dan leiding te geven.
Bovendien komen de tot het geven van
leiding geschikte krachten tengevolge van
de versplintering in kleinere vereenigingen
niet tot elkaar. Zij werken daardoor afzon
derlijk en vaak ongewild tegen elkaar, in,
versnipperen nun kracht in allerlei afge
scheiden werkende beweginkjes, terwijl het
hoofddoel door hunne samenwerking veel
beter zou worden gediend.
Beter zou daarom zijn als leiders, die de
groote lijnen zien, en het hoofddoel voor
oogen houden, te samen een kern konden
vormen van waaruit elke afdeeling zou kun
nen worden geholpen, een en ander door
samenwerking in federatief verband.
Er is niets tegen dat, wanneer men een
gemeenschappelijk hoofddoel heeft, men
zich naar gelang van omstandigheden en
bijoogmerken in verschillende afdeelingen,
vereenigingen of organisaties onderver
deelt, doch terwille van het gemeenschap
pelijke hoofddoel is het van het grootste
belang samen te werken.
Alvorens over deze verbeteering aan
brengende mogelijkheid iets naders te zeg
gen, is het wellicht wenschelijk zich eerst
rekenschap ervan te geven wat eene ver
eeniging naar haar aard is of beter moet
zijn en waardoor zij ontstaat en zich vormt.
Wanneer door een aantal menschen een
zeer speciale behoefte gevoeld wordt en
vereeniging het mogelijk maakt het beoog
de doel op doeltreffende wijze te bereiken,
dan vereenigen zij zich meestal tot dat spe
ciale doel en zal de vereenigingsband hech
ter zijn, naarmate het doel helderder en
scherper voor oogen staat, de behoefte tot
het bereiken daarvan levendiger wordt ge
voeld en de middelen beter in staat stellen
het beoogde doel te bereiken.
Zooals gezegd: bijkomstige oogmerken
zijn oorzaak, dat men, in plaats van zich te
vereenigen op den grondslag van het eene
hoofddoel, afgescheiden vereenigingetjes
opricht en partijtjes vormt, die, inplaats van
de samenwerking, hun bijkomstig doel als
hoofdzaak willen zien.
Dit nadeel zou voorkomen kunnen worden
door samenwerking in federatief verband.
Onvermijdelijk is ook dat, wanneer een
groep het op het punt der hoofdzaken eens
is, doch zich om bijoogmerken versplintert
en verdeelt, blijken zal, dat elke groep ge
bruik zal moeten maken van een zelfde
soort middelen om het doel te bereiken,
vooral als de bijoogmerken van weinig in
grijpende beteekenis zijn.
Daardoor werken al die vereenigingetjes
bij voortduring op eikaars terrein, beconcur-
reeren elkaar en bemoeilijken elkaar het
leven inplaats van samen te werken op dat
eene punt of dat eene gebied, waarover men
het ook voor wat de keuze der middelen be
treft eens is. Immers bij samenwerking zul
len juist de middelen aanmerkelijk beter
kunnen zijn en zullen ieders lasten vermin
deren.
Ten slotte is er nog een euvel waaraan
het vereenigingleven mank gaat, n.l. dit:
Wanneer het enthousiasme in eenige ver
eeniging te gering is, hetzij omdat het doel
bijna bereikt of wel onbereikbaar schijnt of
(en dat is de vrijwel algemeen voorkomende
kwaal) dat men zijn onderwerp te weinig
beheerscht en mede daardoor onvoldoende
in staat is, telkens nieuwe wegen uit te vin
den, die de leden nader brengen tot het
beoogde doel, dan ziet men veelal een over
gaan tot en kiezen van middelen, die slechts
in zeer verwijderd \erband met het doel te
maken hebben.
Een korfbalclub gaat tooneelspelen en
dansen, een geheelonthoudersvereeniging
korfballen of een zangvereeniging oprich
ten, een politieke arbeidersicugdvereeni-
ging organiseert kunstavonden, wat even
als tooneelspelen tot het gebied van een
kunstkring behoort, kortom, in de ongeor
dendheid, de afgescheidenheid en het ge
brek aan samenwerking versnippert men de
energie, verkleint men de mogelijkheden en
werkt men elkander tegen waar samenwer
king noodzakelijk is.
Al heeft men er mee rekening te hou
den daty wat de eene tot doel kiest, voor
den ander slechts middel is om zijn doel
te bereiken, zij men er wel op bedacht, dat,
door zich te bedienen van andere middelen
dan die, welke rechtstreeks voeren na£r het
eigenlijke doel, men leden tot zich trekt,
die feitelijk thuisbehooren in een ander»
vereeniging, en die de geest in eigen boe
zem verwateren en verzwakken, omdat wat
slechts middel is en moet blijven, door hen
bij de intrede als doel is gesteld.
Menig bestuur begrijpt niet en weet niet
dat, hoe directer de middelen voeren naar
het beoogde doel, hoe grooter de animo der
leden en hoe gezonder 'het leven wordt bin
nen de door haar gestelde grenzen.
Niettegenstaande die menschelijke geest,
die in het algemeen genomen, zeer „klein"
van nature is, neigt, zich in allerlei afge
scheiden vereenigingetjes onder te verdee
len en daar weer af te dalen in allerlei per
soonlijke belangetjes, zijn hier en daar
reeds teekenen te zien dat het ook anders
kan.
Zoo bestaat er b.v. een Broederschaps
federatie, waarbij alle vereenigingen, die de
broederschapsgedachte voorstaan, zich aan
sluiten, niettegenstaande elke vereeniging
die broederschapsgedachte op verschillen
de wijze en in verschillende mate uitwerkt.
Vereenigingen b.v. die broederschap wil
len bevorderen zijn: die der Padvinderij, der
Theosofie, der Vrijmetselarij en die der
Old Fellows, de onthoudersvereeniging „De
Goede Tempelieren", de Praktisch Idealis
ten associatie e. m. a. Daarom treden zii in
federatief verband. Zij verdeelen zich ech
ter in afzonderlijke vereenigingen, omdat de
eerste het accent legt op voorbereiding tot
dienst, de tweede groep zoekt naar Godde
lijke Wijsheid, de derde nadruk legt op indi-
vidueele ontwikkeling, de vierde den nadruk
legt op de humaniteit, en de Goede Tempe
lieren op de geheelonthouding, de vijfde be
vordert samenwerking tusschen de indivi-
duën onderling, onverschillig tot welk®
groep zij behooren.
Een ander voorbeeld is de jaarlijksche
uitvoering die padvinders en padvindsters tQ
zamen organiseeren, niettegenstaande zij
verdeeld zijn in twee afzonderlijke organi
saties.
Wanneer men eenmaal inziet en erkend
dat bepaalde gemeenschapsbelangen na
gestreefd worden door verschillende groe
pen en personen, dan is het ter betere be
reiking daarvan ongetwijfeld van belang, dat
dat er samenwerking bestaat.
Door het leggen van een federatief ver
band kan worden bereikt:
le. dat zij, die een gemeenschappelijk
hoofddoel hebben, hun acties te zamen kun
nen uitvoeren;
2e. dat de onderlinge wedijver in het
overhalen van leden vermindert;
3e. dat van de kern, gevormd uit de lei
ders van de verschillende aangesloten groe
pen, zelfs de kleinste vereeniging profi
teert;
4e. dat men bij het uitnoodigen van
sprekers voor sommige onderwerpen door
overleg zal kunnen samenwerken en ook
voor wat betreft het huren van vergader
ruimte, het geven van uitvoeringen, enz
5e Zoo zou deze vorm van samenwer
king wellicht leiden tot verruiming van in
zicht, tot waardeering en respecteering der
bijkomstige verschillen, en menigeen ver
mogen te brengen boven de kleinheid van
zijn particuliere of partijbelangen uit.
Het ware te wenschen dat ook in poli
tieke kringen het nut en de beteekenis hier
van wat beter begrepen werd.
Voor wat een groot aantal vereenigingen
en organisaties betreft, behoeft men aan
eigen opzet voorloopig weinig te verande
ren, als maar getracht wordt, ondanks de
bij-oogmerken, op de gebieden waarop men
overeenstemt, samen fe werken.
O. JONKER.
De Staatscourant van gisteravond bevat o.a.
de volgende Kon. Bes'uitcn
benoemd tot Officier in de Oranje Nassau
Orde J van Rijn van Alkemade, directeur der
N.V. Semarong Stoomboot en prauwen veer.
op verzoek eervol ontslagen wegens reorga
nisatie H. W. de Jong als directeur van het
Post en Telegraafkantoor te Asel
op verzoek eervol ontslagen A. Schipper te
Tho'en als opziener der Visscherijcn op de
Zecuwschc strcomen
benoemd bij de Verzekeringskamer te Am
sterdam tot hoofdcommies F, H. de Zwart,
thans tijdelijk werkzaam bij die kamer, tot
commies H. F. Burghout, thans adj. commies
bij die kamer
bevorderd bij het departement van koloniën
tot administrateur de referendaris met den ti
tulaire» rang van administrateur Jhr. Mr O.
E. W. Six, tot referendaris de hoofdcommiezen
J v. Ettinger, L. J. v. d Waals tot commies
de adj. commies J A. de Boer
bevorderd tot conservato: bij hef Rijksmu-1
scum te Amsterdam Jhr. D. C. Röcll, weten
schappelijk assistent bij die instelling, en mej. j
Dr A. E. C. v. d Looy van der Leeuw thans
wetenschappelijk nssi~ lente bij het Neder-
'andsch Museum voor Geschiedenis en Kunst
benoemd tot Legerpredïkant (standplaats
Arnhem) Dt J. H. Groenewegen. predikant bij
de Remonstrantschc Gemeente te Oude Wete-
HET ONTWERP TOT WIJZIGING
DER KIESWET.
Een adres ten bote der kleine partijen.
De Nationale Bond voor Bezuiniging heeft
een adres aan de Tweede Kamer gericht met
het verzoek om haar goedkeuring te onthou
den aan het amendement-Van den Heuvel c.s.
strekkende om het getal 75 genoemd in art.
100 der kieswet te veranderen in 90. De Bond
merkt daorbij op, dat door dit amendement
een nieuwe slag zou worden toegebracht aan
de kleine partijen
DE TARIEFWET.
Het tijdstip van inwerkingtreding.
Volgens mededeelingcn, die aan de Avond
post uit handelskringen waren gedaan, zou de
Regecring de uitvoering der Tariefwet willen
opschorten in verband met vrees voor wecr-
wreakmantregelcn van het buitenland.
Uit de beste bron wordt ons intusschcn me
degedeeld, dat de Tariefwet volledig in wer
king zal treden, zoodra de onmisbare voor
bereiding is afgeloopen en dat van opschor
ting geen sprake is of ooit geweest is.
DE „RICHTIGE HEFFING".
Een adres van het Verb, van
Ncd. Fnbr.-Vercen.
Het Verbond van Ncd Fubrikantcn Veree
nigingen heeft in een adres aan de Tweede
Kamer zijn bezworen uiteen gezet tegen het
„Richtige Heffing"-ontwerp, en verzoekt, het
ontwerp niet te aanvaarden.
BELASTING-INNING.
Groot© bedragen verloren
Het Tweede Kemerlid, de heer Hermans,
heeft de volgende schriftelijke vragen tot don
Minister van Financiën gericht
Ls het juist, dot, met name in Amsterdam
millioencn guldens, althans groote bedragen,
voor do schatkist zijn verloren gegaan, door
dat wegens onvoldoend personeel de posten
niet weiden ingevorderd en op den z.g. of-
schrijvingsstaat worden geplaatst
Zoo ja, hoeveel posten en voor welke be
dragen zijn om dezo reden in Amsterdam en
over het geheele land op genoemden staat ge
bracht
EEN NEDERLANDSCH ESKADER
NAAR DE OOSTZEE.
Naar wij v«nemen bestaat het voornemen
door Hr. Ms. Tromp en Heemskerk, vergezeld
door twee torpedobooten en twee onderzee
booten dezen zomer een reis te doen maken
naar de Oostzee, waarbij Kopenhagen, Stock
holm, Riga, Reval en Hclsingfors zullen wor
den aangedaan.
Kopenhagen zou in dien tijd worden be
zocht door een groep zeevliegtuigen dér Ko
ninklijke Marine.
DE ZAAK-STURKOr.
Maatregelen voor de toekomst.
De Minister van Waterstaat heeft bij be
schikking van 23 Maart j I. no. TT de commis
sie, die 'de opdracht had, uitgebreid en vol
ledig te onderzoeken alle te harer kennis
komende gevallen, waarin beweerd wordt, dot
dr. E. Sturkop te Amsterdam in zijn zaak van
controleerend geneesheer te kort zoude zijn
geschoten, onder dankbetuiging voor den door
haar verrichten arbeid, ontbonden, op grond
van dc overwegingen, dat de commissie aan
haar opdracht heeft voldaan.
Tevens heeft de Minister bes'ist, dot de ge
neeskundige controle te Amsterdam zal woreten
gesplitst en dat dr. Sturkop alleen voor het
postoersoneel zal worden gehandhaafd. Verder
heeft de Minister, met inachtneming van de
door de commissie voorgestelde maotregclen,
besloten, dot
a- een geneeskundig advisetur zal worden
aangewezen
b. klachten over een controleerend gcnces-
adviseur zullen worden onderzocht
c. de instructie van de controleerend© ge
neesheer en zal worden aangevuld
d bij de aanwijzing von controleerende
geneesheeren voor hef vervolg zal worden na
gegaan of de werkzuamheden, waarmede de
candidaat reeds be'ast is, geen beletsel vor-
men om hem de conriole over het ter nlootse
aanwezige aontol imbtenaren op te dragen.
De docr de commissie genoemde getallen zul
len hierbij als richtsnoer dienen
Nu de heer Sturkop voor het postpersonee1
gehandhaafd ral b'ijvcn, heeft de Minister het
tevens gewcnscht geacht, hem een opmerking
I over do geconstateerde tekortkomingen te
j maken, met dc aansporing er vcoi zorg te dra-
gun, dat herhaling van degelijke gevallen voor
het vervolg weede voorkomen.
Behoudens de Inatstgenoemdo opmerking
merkt het Hbld. op., heeft de Minister derhalve
letterlijk het advies der commissie gevolgd.
MGR. SEIPEL IN NEDERLAND.
In de tweede helft vun April.
Mgr. Seipel, de afgetreden Oostenrijkscho
Bondskanselier, die In zijn voornemen om
spreekbeurten in Nederland te houden, korten
tijd geleden door zijn gezondheidstoestand weid
verhinderd, za' nu in de tweede helft, von April
ons land bezoeken ten einde daar voordi achten
te houden. De vereeniging „Nederland-Oosten
rijk", van welke het initiatief voor deze voor
drachten is uitgegaan, heeft de regeling zooda-
nig getroffen, dat do eerste voordrocht van
mgr. Seipel op Maandag 20 April 's Grovcn-
hago zal plaats hebben. Daar volgt don op 2T
April te Amsterdam, terwijl in den loop der
volgende dagen voordrachten van mgr. Seipel
zijn voorgenomen te Rotterdam, Delft, Hoar-
lem, Utrocht, Groningen, Arnhem. Hengelo (O.),
Nijmegen, 's Hertogenbosch, Roosendaal en
Maastricht
Te Haarlem, Utrecht, Arnhem en Roosendaal
spreekt mgr. Seipel in bijeenkomsten, dio ge
meenschappelijk door de Vereeniging Neder-
lond-Oostenrijk en dc Vereen. Geloof en We
tenschap ter plaotse zijn voorbereid. Voor de
voordrocht to Groningen is, onder voorzitter
schap van den burgemeester, oen plaatselijk
comité gevormd. To Hengelo spreekt mgr.
Seipel op initiatief van dc Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Twcnthe; te Nijme
gen voor de R.-K. Universiteit; te s Hertogen
bosch wordt de voordrocht voorbereid door een
comité, waarvan de bisschop van 's Hertogen
bosch, mgr F A. Diepen, de leiding heeft op
zich genomen, terwijl dc voordracht te Maas
tricht wordt georganiseerd door de Vereeniging
Nederland-Oostenrijk en den Bond Jong Lim-
burg.
Voor de voórdrocht te Amsterdam, die in de
aula der universiteit zal plaats hebben, heeft
zich eveneens een comité van vooraanstaande
Amsterdammers op verschillend maatschappe
lijk en sociaal gebied gevormd, waarvan de
burgemeester het eere-voorzittcrschap heeft
aanvaard.
Gelijk bekend hebben de heeren prof. jhr. mr.
W. J. M. van Eysinga, nv. J J Harte van
Tecklonburg, mr. dr. D. A P. N Kooien, mr.
J. Limburg, mr B. C. J. Loder, C. E. ter
Meulcn en mgr. prof. dr. W. H. Nolens zich
gevormd tot een comité van ontvangst.
VOORJAARS-BLOEMENTENTOON-
STELLING.
Dc tweed© tijdelijke expositie.
Het Voorjonrs-Blocmenfeest
van de Kon. Nedcrl. Mij. voor
Tuinbouw cn Plontkundc. (26
Maart5 April).
Onze speciale medewerker schrijft ons
Nauwelijks was de eerste tijdelijke tentoon
stelling van geforceerde bolgewassen Zondag
avond gesloten, of Maandagmorgen werden
weer aanstalten gemaokt voor dc
tweede tijdelijke expositie^
die duren zal van 26 Maart tot cn met Zon
dag 5 April Zoo'n bloemen- en plantenten-
toonst'elling „in eiknor timmeren" is een heel
werk, wont alles komt hier aan op do rang
schikking, op den indruk, dien 't geëxposeer
de op 't* publiek rol maken.
Deze tweede tijdelijke expositie in 't hoofd
gebouw staat geheel onder leiding von do
Kon. Nederl. Mpij. voor Tuinbouw en Plant
kunde, en de ziel van dit mooie stuk werk is
de actieve heer J. C. M. Mensing uit Aalsmeer,
secretaris van de Maatschappij.
Als de omstandigheden maar eenigszins
gunstig zijn, wordt zooveel moeglijk iedor
voorjaor een
groote plentenkcuring
gehouden, waarop de bloemisten en kweekers
verschijnen met hun prachtigste planten, waar
onder vaak schil terende nieuwe aanwinsten.
Die groote voorjoarsplontenkeuringen trek
ken immer veel bezoekers, zoowel beroeps-
bloemisten als winkeliers en liefhebbers uit
't publiek. In welke stad ze ook gehouden wer
den, in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Nij
megen. Utrecht of Groningen, het was op dezo
keuringen steeds voL
Wie alles zoo'n beetje kent, kent niets goed.
door
MARGARET PEDLER
Geautoriseerde vertaling van \V E PONT
74
Toen hij dichterbij kwam, trof hem het starre,
ontdane gezicht van den ander, en hij begreep,
dat er iets niet in orde was. Dat was een nieu
we uitdrukking, een blik van starre wanhoop.
Er was geen spoor meer van die ernstige vrien
delijkheid, die het zoo moeilijk had gemaakt,
den man zelf te vereenigen met zijn bezoedelde
reputatie.
„Wat scheelt er aan, Garth?" Onwillekeurig
noemde Miles hem meer vertrouwelijk bij den
voornaam
Trenth keek hem wezenloos aan. Het scheen
alsof hij de vraag niet gehoord had, of in ieder
geval, de beteekenis ervan niet had begrepen.
„Wat zei je?" mompelde hij met pijnlijk sa
mengetrokken wenkbrauwen.
Miles wierp de verschillende pakjes, waar
mee hij beladen was, op den grond en leunde
op zijn gemak tegen het hek aan. Al was de
dag nooit lang genoeg voor al het werk, dat
hij moest afdoen, toch en dat was teeke
nend voor Miles kon hij altijd tijd vinden
om een vriend, die in den put zat, te helpen.
„Voor den dag ermee, man I zei hij. „Wat
is er
Langzaam keerde de bewustheid "terug in
Garth's blik.
„Wat ik wel van te voren had kunnen zeg
gen", antwoordde hij eindelijk met vreemde,
toonlooze stem zonder eenige uitdrukking. .,ïk
ben een pnot graden gedaald in Sara's ach
ting sinds het uitbreken van den oorlog."
Miles keek hem een oogenblik rustig aan
met iets als een glimlach van humor ia de
oogen.
„Ik veronderstel, dat zij niet weet, dat je je
bijna tot den bedelstaf gebracht hebt door te
helpen aan den financiec'cn kont
Een flauwe kleur kwam op Garth's gelaat
„Men kon toch moeilijk, anders deen, is het
wel antwoordde hij droog. „Maar als zij het
wist zij weet het niet don zou dat toch
j geen haar verschil maken."
„Is het dan omdat je niet in het leger
bent
„Ja. juist Ik heb mij niet als vrijwilliger op
gegeven".
„Wel", zei Miles bedaard, „waarom doe je
het dan niet
Een korte lach van Trenth.
„Dat is mijn zaak".
„Met jouw physiek zou je best den leeftijds
grens kunnen ontduiken", vervolgde Miles on
verstoorbaar.
„Ik zou een massa meer dan dat moeten „ont
duiken." Zijn stem was heesch. „Vergeet je,
dot ik uit het leger werd gestooten
„Er bestaat toch nog zoo iets als diénst ne
men onder een anderen naam".
„Ja, zeker, en dan tegen een van de oude
bekenden oploopen en herkend worden I Het is
niet zoo gemakkelijk je eigen naam tp verstop
pen Ik heb mijn les daarin wel gehad".
Miles keek een onderen kant op. De koude,
harde blik in Garth's oogen en die tartende
uitdrukking deed hem pijn. Die getuigde te
vreeselijk van de bitterheid van dat hart Maar
hij had nu de hand aan den ploeg geslagen en
wilde* niet teruggaan.
„Zou het niet helpen", hij sprak plotse
ling heel zocht en vriendelijk, voorzichtig als
een dokter, die een gebreken arm behandeld,
„zou het niet helpen om d^ Hingen eens rond
uit met Sara te hespreken
j „Als ik dat al deed. zou het de zaak nog veel
erger voor mij maken. Neen. Je meet mij gc-
j looven, Herriek, dat mii voor den dieast op-
gegeven het eenige i~, dat ik juist niet kan
doen.
Hij wendde zich of als om te kenner, te geven,
dat het gesprek ten einde was.
i „Ik zie het niet in" hield Miles vol. „ïnte-
j gendeel, het is het eenige. dat haar in jou kan
I doen gelooven. Ondanks" snel „ondanks
die geschiedenis aan de Britsch-Indische
j grens".
Garth draaide rich om, er was een woeste,
gevaarlijke glans in zijn oogen Maar Miles
j verdroeg zijn blik rustig. Hij had dien prikkel
met opzet gegeven De ander leed leed on- i
dragelijk, in een dof stilzwijgen, waarin hij zich
alleen met zijn wanhoop opsloot. Dat stilzwij
gen moest verbroken worden, het kostte wat het
wild©.
„Je zoudt die beschuldiging van lafheid te
niet doen, wonneer je je als vrijwilliger opgaf",
ging hij voort op beslisten toon.
Garth lachte spottend.
„Loop rond, Herrick", riep hij uit „Ik ben
niet zoo'n vervloekt© boekenheld, die alleen
maar uit Ls op oorlogsroem cn het Victoria
Kruis".
Maar Miles gin<r onverstoorbaar verder.
„En je zoudt Sara overtuigen", eindigde hij
kalm.
Een gesmoorden kreet ontsnapte aan Garth's
lippen.
„Waartoe zou dot dienen barstte hij hef
tig los. „Kun je ru'et begrijpen, dat dat, juist
het eenige in de wereld is, dat mij ontzegd is?
Sara is och, het is onmogelijk te zeggen,
wat zij is, maar ik veronderstel, dut de meeste
goede vrouwen halve engelen ziin. En wanneer
ik haar ook maar de kleinste kans gaf, dan
zou zij weer in mii gaan gelooven cn vra
gen gaan stellen, die ik niet kan beantwoor
den Wat zou het voor nut hebben? ik kon
toch ru'et loskomen van dien krijgsraad en al
wat daarop gevolgd is. D kan mijzelf niet
schoonproten. En ik zou Sara nooit iets meer
kunnen aanbidden dan een naam, die onteerd is
een ellendig leven met een man, die zijn
hoofd niet rechtcp kon houden tegenover zijn
medemensrhenl Ja" in antwoord op de on
uitgesproken vraag in Herrick's oogen „ik
weet wat je denkt dot ik haar eenmaal- heb
willen trouwen Maar ik geloofde toen. dat
Garth Trenth zich had vrijgemaakt van het
verleden. Nu weet ik" ging hij op rustiger
toon voort dat het niet mogelijk is ooit los
te komen van de fouten, die men begaan
heeft Ik ben aan honden cn voeten gebonden
overal I En het is beter dat Sara moor zoo
slecht mogelijk over mij blijft denken. Don kon
7.ij in de toekomst nog een soort geluk vin
den met Durword misschien". Zijn lippen
werden grauw, maar hij ging voort. „Hoe slech
ter zij van mij denkt, des te gemakkelijker zal
het hoor vallen, mij uit haar leven weg te doen".
„Wil je dan zeggen" Miles sprak heel
langzaam „dat je opzettelijk niet in dienst
goot
„Ja, volkomen opzettelijk!" Het klonk als de
kreet van een gekweld dier, dat getergd is tot
het uiterste. „Wanneer ik kon gaan met een
onbevlekteri naam zooals andere mannen
groote God, man I Denk je, dat ik dat niet uit
gedacht heb dot ik in deze vervloekte ge
schiedenis mijn hoofd niet heb gestooten tegen
eiken steenen muur
Miles zweeg. Er wos zooveel woors in het
geen Garth zeide en tegelijk zag hij in zijn
bitterheid de dingen gedeeltelijk zoo scheef,
dot Miles geen antwoord kon vinden.
Noe en oogenblik begon Gorth weer, in af
gebroken woorden, die hij met moeite uitstootte:
„En denk eens aan mijn belofte aan Elisabeth.
Dio bindt mij, wonneer ik herkend zou worden
en mijn identiteit vastgesteld. Dan zou ik mijn
mond moeten houden cn alles weer opnieuw
moeten doormaken!Er is tenslotte een
grens aan wot een man verduren kan I"
Toen na een pauze: „Wanneer ik kon gaan
en zeker kon zijn niet terug te keeren"
zijn toon wos grimmig „dan zou ik morgen
gonn, bij het Vreemdelingenlegioen, in elk ge
val. Moor soms heeft een mensch zelfs niet
Het recht zichzelf uit de wereld te helpen".
„Wat bedoel je nu eigenlijk
„Ik zou denken, dot het duidelijk genoeg isl
Begrijp je niet, wot hot voor Sara zou betec-
kenen, wonneer dat gebeurde Zij zou
nooit gelooven naderhand dat ik zoo
zwart ben o!s ik afgeschilderd word en dan zou
ik haar een ondragelijken lost van zelfverwijt
bezorgen. Neen, het leger is een gesloten deur
voor mij.. Verduiveld, Herrich I" .viel hij
uit met de plotselinge heftigheid van iemand,
die meeT getergd is dan hij verdragen kan.
„Begrijp je het niet fk had nooit in hoor leven
moeten komen. Ik heb alles voor hoor in de
war geschopt Het minste, wat ik kan doen i%
weer uit hnar leven te verdwijnen zóó, dat zij
miin weggaan nooit betreuren zalDc ben
ondergegaan en iemand die ondergegaan isj,
doet beter in deze wereld te blijven."
(Wordt vervotgd)