AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE E EM LAND ER"*"»"""»28m"rt 1928 BINNENLAND. De Kluizenaar van Far-End. 23a Jaargang No. 229 TWEEDE BLAD. Ver enigingsbelangen. FEUILLETON. (Nadrulc verboden). Een krachtig opbloeiend verenigingsle ven kan, in het algemeene gesproken, als een gunstig verschijnsel worden beschouwd. Het wijst op actie en toenemende lust tot samenwerken. Kunnen vereenigingen echter met moeite bestaan of belemmeren zij elkander den groei, dan is het ongetwijfeld belangrijk de oorzaken daarvan op te sporen. Men ziet dikwijls dat, wanneer een aantal menschen een gemeenschappelijk doel be oogen, zij, in plaats van te pogen het doel te bereiken met vereende krachten zich om bijkomstige redenen verdeelen in een aantal kleine vereenigingen en daarbij verzuimen te trachten gezamenlijk datgene te bereiken, waarover allen het eens zijn. Gevolg hiervan is dat de, in samenwer king gelegen kracht, versnipperd wordt en dat iedere kleine vereeniging of organisa tie op haar beurt niet meer vermag iets van praktische beteekenis tot sland te brengen. Op deze wijze wordt het hoofddoel te kort gedaan, meer nog doordat elk vereenigin- getje op zichzelf er toe komt het hoofddoel min of meer ondergeschikt te maken aan datgene, wat het van andere vereenigingen onderscheidt. Aan de bijoogmerken wordt zooveel waarde toegekend, dat de zoo be langrijke samenwerking onmogelijk wordt gemaakt. Het ware te weneschen dat men er meer en beter op bedacht was bijzaken van hoofdzaken te onderscheiden. Ook op een ander punt dient de aandacht gevestigd te worden. Wanneer een bepaald doel door een groot aantal menschen wordt nagestreefd, bevinden zich meestal slechts weinigen daaronder, die werkelijk bevoegd en geroepen zijn leiding te geven en den te volgen weg zoowel in groote lijnen als in détails zullen kunnen aangeven. Het per centage dat werkelijk leiding kan geven, is n.l. zeer gering; nog geringer is het aantal dat vermag de groote lijnen onder alle om standigheden in het bog te houden. Doordat nu zoo'n groep zich verdeelt in een groot aantal kleine vereenigingen en organisaties, sukkelen en tobben velen met middelmatige leiders, die meer er op uit zijn de leiding te nemen dan leiding te geven. Bovendien komen de tot het geven van leiding geschikte krachten tengevolge van de versplintering in kleinere vereenigingen niet tot elkaar. Zij werken daardoor afzon derlijk en vaak ongewild tegen elkaar, in, versnipperen nun kracht in allerlei afge scheiden werkende beweginkjes, terwijl het hoofddoel door hunne samenwerking veel beter zou worden gediend. Beter zou daarom zijn als leiders, die de groote lijnen zien, en het hoofddoel voor oogen houden, te samen een kern konden vormen van waaruit elke afdeeling zou kun nen worden geholpen, een en ander door samenwerking in federatief verband. Er is niets tegen dat, wanneer men een gemeenschappelijk hoofddoel heeft, men zich naar gelang van omstandigheden en bijoogmerken in verschillende afdeelingen, vereenigingen of organisaties onderver deelt, doch terwille van het gemeenschap pelijke hoofddoel is het van het grootste belang samen te werken. Alvorens over deze verbeteering aan brengende mogelijkheid iets naders te zeg gen, is het wellicht wenschelijk zich eerst rekenschap ervan te geven wat eene ver eeniging naar haar aard is of beter moet zijn en waardoor zij ontstaat en zich vormt. Wanneer door een aantal menschen een zeer speciale behoefte gevoeld wordt en vereeniging het mogelijk maakt het beoog de doel op doeltreffende wijze te bereiken, dan vereenigen zij zich meestal tot dat spe ciale doel en zal de vereenigingsband hech ter zijn, naarmate het doel helderder en scherper voor oogen staat, de behoefte tot het bereiken daarvan levendiger wordt ge voeld en de middelen beter in staat stellen het beoogde doel te bereiken. Zooals gezegd: bijkomstige oogmerken zijn oorzaak, dat men, in plaats van zich te vereenigen op den grondslag van het eene hoofddoel, afgescheiden vereenigingetjes opricht en partijtjes vormt, die, inplaats van de samenwerking, hun bijkomstig doel als hoofdzaak willen zien. Dit nadeel zou voorkomen kunnen worden door samenwerking in federatief verband. Onvermijdelijk is ook dat, wanneer een groep het op het punt der hoofdzaken eens is, doch zich om bijoogmerken versplintert en verdeelt, blijken zal, dat elke groep ge bruik zal moeten maken van een zelfde soort middelen om het doel te bereiken, vooral als de bijoogmerken van weinig in grijpende beteekenis zijn. Daardoor werken al die vereenigingetjes bij voortduring op eikaars terrein, beconcur- reeren elkaar en bemoeilijken elkaar het leven inplaats van samen te werken op dat eene punt of dat eene gebied, waarover men het ook voor wat de keuze der middelen be treft eens is. Immers bij samenwerking zul len juist de middelen aanmerkelijk beter kunnen zijn en zullen ieders lasten vermin deren. Ten slotte is er nog een euvel waaraan het vereenigingleven mank gaat, n.l. dit: Wanneer het enthousiasme in eenige ver eeniging te gering is, hetzij omdat het doel bijna bereikt of wel onbereikbaar schijnt of (en dat is de vrijwel algemeen voorkomende kwaal) dat men zijn onderwerp te weinig beheerscht en mede daardoor onvoldoende in staat is, telkens nieuwe wegen uit te vin den, die de leden nader brengen tot het beoogde doel, dan ziet men veelal een over gaan tot en kiezen van middelen, die slechts in zeer verwijderd \erband met het doel te maken hebben. Een korfbalclub gaat tooneelspelen en dansen, een geheelonthoudersvereeniging korfballen of een zangvereeniging oprich ten, een politieke arbeidersicugdvereeni- ging organiseert kunstavonden, wat even als tooneelspelen tot het gebied van een kunstkring behoort, kortom, in de ongeor dendheid, de afgescheidenheid en het ge brek aan samenwerking versnippert men de energie, verkleint men de mogelijkheden en werkt men elkander tegen waar samenwer king noodzakelijk is. Al heeft men er mee rekening te hou den daty wat de eene tot doel kiest, voor den ander slechts middel is om zijn doel te bereiken, zij men er wel op bedacht, dat, door zich te bedienen van andere middelen dan die, welke rechtstreeks voeren na£r het eigenlijke doel, men leden tot zich trekt, die feitelijk thuisbehooren in een ander» vereeniging, en die de geest in eigen boe zem verwateren en verzwakken, omdat wat slechts middel is en moet blijven, door hen bij de intrede als doel is gesteld. Menig bestuur begrijpt niet en weet niet dat, hoe directer de middelen voeren naar het beoogde doel, hoe grooter de animo der leden en hoe gezonder 'het leven wordt bin nen de door haar gestelde grenzen. Niettegenstaande die menschelijke geest, die in het algemeen genomen, zeer „klein" van nature is, neigt, zich in allerlei afge scheiden vereenigingetjes onder te verdee len en daar weer af te dalen in allerlei per soonlijke belangetjes, zijn hier en daar reeds teekenen te zien dat het ook anders kan. Zoo bestaat er b.v. een Broederschaps federatie, waarbij alle vereenigingen, die de broederschapsgedachte voorstaan, zich aan sluiten, niettegenstaande elke vereeniging die broederschapsgedachte op verschillen de wijze en in verschillende mate uitwerkt. Vereenigingen b.v. die broederschap wil len bevorderen zijn: die der Padvinderij, der Theosofie, der Vrijmetselarij en die der Old Fellows, de onthoudersvereeniging „De Goede Tempelieren", de Praktisch Idealis ten associatie e. m. a. Daarom treden zii in federatief verband. Zij verdeelen zich ech ter in afzonderlijke vereenigingen, omdat de eerste het accent legt op voorbereiding tot dienst, de tweede groep zoekt naar Godde lijke Wijsheid, de derde nadruk legt op indi- vidueele ontwikkeling, de vierde den nadruk legt op de humaniteit, en de Goede Tempe lieren op de geheelonthouding, de vijfde be vordert samenwerking tusschen de indivi- duën onderling, onverschillig tot welk® groep zij behooren. Een ander voorbeeld is de jaarlijksche uitvoering die padvinders en padvindsters tQ zamen organiseeren, niettegenstaande zij verdeeld zijn in twee afzonderlijke organi saties. Wanneer men eenmaal inziet en erkend dat bepaalde gemeenschapsbelangen na gestreefd worden door verschillende groe pen en personen, dan is het ter betere be reiking daarvan ongetwijfeld van belang, dat dat er samenwerking bestaat. Door het leggen van een federatief ver band kan worden bereikt: le. dat zij, die een gemeenschappelijk hoofddoel hebben, hun acties te zamen kun nen uitvoeren; 2e. dat de onderlinge wedijver in het overhalen van leden vermindert; 3e. dat van de kern, gevormd uit de lei ders van de verschillende aangesloten groe pen, zelfs de kleinste vereeniging profi teert; 4e. dat men bij het uitnoodigen van sprekers voor sommige onderwerpen door overleg zal kunnen samenwerken en ook voor wat betreft het huren van vergader ruimte, het geven van uitvoeringen, enz 5e Zoo zou deze vorm van samenwer king wellicht leiden tot verruiming van in zicht, tot waardeering en respecteering der bijkomstige verschillen, en menigeen ver mogen te brengen boven de kleinheid van zijn particuliere of partijbelangen uit. Het ware te wenschen dat ook in poli tieke kringen het nut en de beteekenis hier van wat beter begrepen werd. Voor wat een groot aantal vereenigingen en organisaties betreft, behoeft men aan eigen opzet voorloopig weinig te verande ren, als maar getracht wordt, ondanks de bij-oogmerken, op de gebieden waarop men overeenstemt, samen fe werken. O. JONKER. De Staatscourant van gisteravond bevat o.a. de volgende Kon. Bes'uitcn benoemd tot Officier in de Oranje Nassau Orde J van Rijn van Alkemade, directeur der N.V. Semarong Stoomboot en prauwen veer. op verzoek eervol ontslagen wegens reorga nisatie H. W. de Jong als directeur van het Post en Telegraafkantoor te Asel op verzoek eervol ontslagen A. Schipper te Tho'en als opziener der Visscherijcn op de Zecuwschc strcomen benoemd bij de Verzekeringskamer te Am sterdam tot hoofdcommies F, H. de Zwart, thans tijdelijk werkzaam bij die kamer, tot commies H. F. Burghout, thans adj. commies bij die kamer bevorderd bij het departement van koloniën tot administrateur de referendaris met den ti tulaire» rang van administrateur Jhr. Mr O. E. W. Six, tot referendaris de hoofdcommiezen J v. Ettinger, L. J. v. d Waals tot commies de adj. commies J A. de Boer bevorderd tot conservato: bij hef Rijksmu-1 scum te Amsterdam Jhr. D. C. Röcll, weten schappelijk assistent bij die instelling, en mej. j Dr A. E. C. v. d Looy van der Leeuw thans wetenschappelijk nssi~ lente bij het Neder- 'andsch Museum voor Geschiedenis en Kunst benoemd tot Legerpredïkant (standplaats Arnhem) Dt J. H. Groenewegen. predikant bij de Remonstrantschc Gemeente te Oude Wete- HET ONTWERP TOT WIJZIGING DER KIESWET. Een adres ten bote der kleine partijen. De Nationale Bond voor Bezuiniging heeft een adres aan de Tweede Kamer gericht met het verzoek om haar goedkeuring te onthou den aan het amendement-Van den Heuvel c.s. strekkende om het getal 75 genoemd in art. 100 der kieswet te veranderen in 90. De Bond merkt daorbij op, dat door dit amendement een nieuwe slag zou worden toegebracht aan de kleine partijen DE TARIEFWET. Het tijdstip van inwerkingtreding. Volgens mededeelingcn, die aan de Avond post uit handelskringen waren gedaan, zou de Regecring de uitvoering der Tariefwet willen opschorten in verband met vrees voor wecr- wreakmantregelcn van het buitenland. Uit de beste bron wordt ons intusschcn me degedeeld, dat de Tariefwet volledig in wer king zal treden, zoodra de onmisbare voor bereiding is afgeloopen en dat van opschor ting geen sprake is of ooit geweest is. DE „RICHTIGE HEFFING". Een adres van het Verb, van Ncd. Fnbr.-Vercen. Het Verbond van Ncd Fubrikantcn Veree nigingen heeft in een adres aan de Tweede Kamer zijn bezworen uiteen gezet tegen het „Richtige Heffing"-ontwerp, en verzoekt, het ontwerp niet te aanvaarden. BELASTING-INNING. Groot© bedragen verloren Het Tweede Kemerlid, de heer Hermans, heeft de volgende schriftelijke vragen tot don Minister van Financiën gericht Ls het juist, dot, met name in Amsterdam millioencn guldens, althans groote bedragen, voor do schatkist zijn verloren gegaan, door dat wegens onvoldoend personeel de posten niet weiden ingevorderd en op den z.g. of- schrijvingsstaat worden geplaatst Zoo ja, hoeveel posten en voor welke be dragen zijn om dezo reden in Amsterdam en over het geheele land op genoemden staat ge bracht EEN NEDERLANDSCH ESKADER NAAR DE OOSTZEE. Naar wij v«nemen bestaat het voornemen door Hr. Ms. Tromp en Heemskerk, vergezeld door twee torpedobooten en twee onderzee booten dezen zomer een reis te doen maken naar de Oostzee, waarbij Kopenhagen, Stock holm, Riga, Reval en Hclsingfors zullen wor den aangedaan. Kopenhagen zou in dien tijd worden be zocht door een groep zeevliegtuigen dér Ko ninklijke Marine. DE ZAAK-STURKOr. Maatregelen voor de toekomst. De Minister van Waterstaat heeft bij be schikking van 23 Maart j I. no. TT de commis sie, die 'de opdracht had, uitgebreid en vol ledig te onderzoeken alle te harer kennis komende gevallen, waarin beweerd wordt, dot dr. E. Sturkop te Amsterdam in zijn zaak van controleerend geneesheer te kort zoude zijn geschoten, onder dankbetuiging voor den door haar verrichten arbeid, ontbonden, op grond van dc overwegingen, dat de commissie aan haar opdracht heeft voldaan. Tevens heeft de Minister bes'ist, dot de ge neeskundige controle te Amsterdam zal woreten gesplitst en dat dr. Sturkop alleen voor het postoersoneel zal worden gehandhaafd. Verder heeft de Minister, met inachtneming van de door de commissie voorgestelde maotregclen, besloten, dot a- een geneeskundig advisetur zal worden aangewezen b. klachten over een controleerend gcnces- adviseur zullen worden onderzocht c. de instructie van de controleerend© ge neesheer en zal worden aangevuld d bij de aanwijzing von controleerende geneesheeren voor hef vervolg zal worden na gegaan of de werkzuamheden, waarmede de candidaat reeds be'ast is, geen beletsel vor- men om hem de conriole over het ter nlootse aanwezige aontol imbtenaren op te dragen. De docr de commissie genoemde getallen zul len hierbij als richtsnoer dienen Nu de heer Sturkop voor het postpersonee1 gehandhaafd ral b'ijvcn, heeft de Minister het tevens gewcnscht geacht, hem een opmerking I over do geconstateerde tekortkomingen te j maken, met dc aansporing er vcoi zorg te dra- gun, dat herhaling van degelijke gevallen voor het vervolg weede voorkomen. Behoudens de Inatstgenoemdo opmerking merkt het Hbld. op., heeft de Minister derhalve letterlijk het advies der commissie gevolgd. MGR. SEIPEL IN NEDERLAND. In de tweede helft vun April. Mgr. Seipel, de afgetreden Oostenrijkscho Bondskanselier, die In zijn voornemen om spreekbeurten in Nederland te houden, korten tijd geleden door zijn gezondheidstoestand weid verhinderd, za' nu in de tweede helft, von April ons land bezoeken ten einde daar voordi achten te houden. De vereeniging „Nederland-Oosten rijk", van welke het initiatief voor deze voor drachten is uitgegaan, heeft de regeling zooda- nig getroffen, dat do eerste voordrocht van mgr. Seipel op Maandag 20 April 's Grovcn- hago zal plaats hebben. Daar volgt don op 2T April te Amsterdam, terwijl in den loop der volgende dagen voordrachten van mgr. Seipel zijn voorgenomen te Rotterdam, Delft, Hoar- lem, Utrocht, Groningen, Arnhem. Hengelo (O.), Nijmegen, 's Hertogenbosch, Roosendaal en Maastricht Te Haarlem, Utrecht, Arnhem en Roosendaal spreekt mgr. Seipel in bijeenkomsten, dio ge meenschappelijk door de Vereeniging Neder- lond-Oostenrijk en dc Vereen. Geloof en We tenschap ter plaotse zijn voorbereid. Voor de voordrocht to Groningen is, onder voorzitter schap van den burgemeester, oen plaatselijk comité gevormd. To Hengelo spreekt mgr. Seipel op initiatief van dc Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Twcnthe; te Nijme gen voor de R.-K. Universiteit; te s Hertogen bosch wordt de voordrocht voorbereid door een comité, waarvan de bisschop van 's Hertogen bosch, mgr F A. Diepen, de leiding heeft op zich genomen, terwijl dc voordracht te Maas tricht wordt georganiseerd door de Vereeniging Nederland-Oostenrijk en den Bond Jong Lim- burg. Voor de voórdrocht te Amsterdam, die in de aula der universiteit zal plaats hebben, heeft zich eveneens een comité van vooraanstaande Amsterdammers op verschillend maatschappe lijk en sociaal gebied gevormd, waarvan de burgemeester het eere-voorzittcrschap heeft aanvaard. Gelijk bekend hebben de heeren prof. jhr. mr. W. J. M. van Eysinga, nv. J J Harte van Tecklonburg, mr. dr. D. A P. N Kooien, mr. J. Limburg, mr B. C. J. Loder, C. E. ter Meulcn en mgr. prof. dr. W. H. Nolens zich gevormd tot een comité van ontvangst. VOORJAARS-BLOEMENTENTOON- STELLING. Dc tweed© tijdelijke expositie. Het Voorjonrs-Blocmenfeest van de Kon. Nedcrl. Mij. voor Tuinbouw cn Plontkundc. (26 Maart5 April). Onze speciale medewerker schrijft ons Nauwelijks was de eerste tijdelijke tentoon stelling van geforceerde bolgewassen Zondag avond gesloten, of Maandagmorgen werden weer aanstalten gemaokt voor dc tweede tijdelijke expositie^ die duren zal van 26 Maart tot cn met Zon dag 5 April Zoo'n bloemen- en plantenten- toonst'elling „in eiknor timmeren" is een heel werk, wont alles komt hier aan op do rang schikking, op den indruk, dien 't geëxposeer de op 't* publiek rol maken. Deze tweede tijdelijke expositie in 't hoofd gebouw staat geheel onder leiding von do Kon. Nederl. Mpij. voor Tuinbouw en Plant kunde, en de ziel van dit mooie stuk werk is de actieve heer J. C. M. Mensing uit Aalsmeer, secretaris van de Maatschappij. Als de omstandigheden maar eenigszins gunstig zijn, wordt zooveel moeglijk iedor voorjaor een groote plentenkcuring gehouden, waarop de bloemisten en kweekers verschijnen met hun prachtigste planten, waar onder vaak schil terende nieuwe aanwinsten. Die groote voorjoarsplontenkeuringen trek ken immer veel bezoekers, zoowel beroeps- bloemisten als winkeliers en liefhebbers uit 't publiek. In welke stad ze ook gehouden wer den, in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Nij megen. Utrecht of Groningen, het was op dezo keuringen steeds voL Wie alles zoo'n beetje kent, kent niets goed. door MARGARET PEDLER Geautoriseerde vertaling van \V E PONT 74 Toen hij dichterbij kwam, trof hem het starre, ontdane gezicht van den ander, en hij begreep, dat er iets niet in orde was. Dat was een nieu we uitdrukking, een blik van starre wanhoop. Er was geen spoor meer van die ernstige vrien delijkheid, die het zoo moeilijk had gemaakt, den man zelf te vereenigen met zijn bezoedelde reputatie. „Wat scheelt er aan, Garth?" Onwillekeurig noemde Miles hem meer vertrouwelijk bij den voornaam Trenth keek hem wezenloos aan. Het scheen alsof hij de vraag niet gehoord had, of in ieder geval, de beteekenis ervan niet had begrepen. „Wat zei je?" mompelde hij met pijnlijk sa mengetrokken wenkbrauwen. Miles wierp de verschillende pakjes, waar mee hij beladen was, op den grond en leunde op zijn gemak tegen het hek aan. Al was de dag nooit lang genoeg voor al het werk, dat hij moest afdoen, toch en dat was teeke nend voor Miles kon hij altijd tijd vinden om een vriend, die in den put zat, te helpen. „Voor den dag ermee, man I zei hij. „Wat is er Langzaam keerde de bewustheid "terug in Garth's blik. „Wat ik wel van te voren had kunnen zeg gen", antwoordde hij eindelijk met vreemde, toonlooze stem zonder eenige uitdrukking. .,ïk ben een pnot graden gedaald in Sara's ach ting sinds het uitbreken van den oorlog." Miles keek hem een oogenblik rustig aan met iets als een glimlach van humor ia de oogen. „Ik veronderstel, dat zij niet weet, dat je je bijna tot den bedelstaf gebracht hebt door te helpen aan den financiec'cn kont Een flauwe kleur kwam op Garth's gelaat „Men kon toch moeilijk, anders deen, is het wel antwoordde hij droog. „Maar als zij het wist zij weet het niet don zou dat toch j geen haar verschil maken." „Is het dan omdat je niet in het leger bent „Ja. juist Ik heb mij niet als vrijwilliger op gegeven". „Wel", zei Miles bedaard, „waarom doe je het dan niet Een korte lach van Trenth. „Dat is mijn zaak". „Met jouw physiek zou je best den leeftijds grens kunnen ontduiken", vervolgde Miles on verstoorbaar. „Ik zou een massa meer dan dat moeten „ont duiken." Zijn stem was heesch. „Vergeet je, dot ik uit het leger werd gestooten „Er bestaat toch nog zoo iets als diénst ne men onder een anderen naam". „Ja, zeker, en dan tegen een van de oude bekenden oploopen en herkend worden I Het is niet zoo gemakkelijk je eigen naam tp verstop pen Ik heb mijn les daarin wel gehad". Miles keek een onderen kant op. De koude, harde blik in Garth's oogen en die tartende uitdrukking deed hem pijn. Die getuigde te vreeselijk van de bitterheid van dat hart Maar hij had nu de hand aan den ploeg geslagen en wilde* niet teruggaan. „Zou het niet helpen", hij sprak plotse ling heel zocht en vriendelijk, voorzichtig als een dokter, die een gebreken arm behandeld, „zou het niet helpen om d^ Hingen eens rond uit met Sara te hespreken j „Als ik dat al deed. zou het de zaak nog veel erger voor mij maken. Neen. Je meet mij gc- j looven, Herriek, dat mii voor den dieast op- gegeven het eenige i~, dat ik juist niet kan doen. Hij wendde zich of als om te kenner, te geven, dat het gesprek ten einde was. i „Ik zie het niet in" hield Miles vol. „ïnte- j gendeel, het is het eenige. dat haar in jou kan I doen gelooven. Ondanks" snel „ondanks die geschiedenis aan de Britsch-Indische j grens". Garth draaide rich om, er was een woeste, gevaarlijke glans in zijn oogen Maar Miles j verdroeg zijn blik rustig. Hij had dien prikkel met opzet gegeven De ander leed leed on- i dragelijk, in een dof stilzwijgen, waarin hij zich alleen met zijn wanhoop opsloot. Dat stilzwij gen moest verbroken worden, het kostte wat het wild©. „Je zoudt die beschuldiging van lafheid te niet doen, wonneer je je als vrijwilliger opgaf", ging hij voort op beslisten toon. Garth lachte spottend. „Loop rond, Herrick", riep hij uit „Ik ben niet zoo'n vervloekt© boekenheld, die alleen maar uit Ls op oorlogsroem cn het Victoria Kruis". Maar Miles gin<r onverstoorbaar verder. „En je zoudt Sara overtuigen", eindigde hij kalm. Een gesmoorden kreet ontsnapte aan Garth's lippen. „Waartoe zou dot dienen barstte hij hef tig los. „Kun je ru'et begrijpen, dat dat, juist het eenige in de wereld is, dat mij ontzegd is? Sara is och, het is onmogelijk te zeggen, wat zij is, maar ik veronderstel, dut de meeste goede vrouwen halve engelen ziin. En wanneer ik haar ook maar de kleinste kans gaf, dan zou zij weer in mii gaan gelooven cn vra gen gaan stellen, die ik niet kan beantwoor den Wat zou het voor nut hebben? ik kon toch ru'et loskomen van dien krijgsraad en al wat daarop gevolgd is. D kan mijzelf niet schoonproten. En ik zou Sara nooit iets meer kunnen aanbidden dan een naam, die onteerd is een ellendig leven met een man, die zijn hoofd niet rechtcp kon houden tegenover zijn medemensrhenl Ja" in antwoord op de on uitgesproken vraag in Herrick's oogen „ik weet wat je denkt dot ik haar eenmaal- heb willen trouwen Maar ik geloofde toen. dat Garth Trenth zich had vrijgemaakt van het verleden. Nu weet ik" ging hij op rustiger toon voort dat het niet mogelijk is ooit los te komen van de fouten, die men begaan heeft Ik ben aan honden cn voeten gebonden overal I En het is beter dat Sara moor zoo slecht mogelijk over mij blijft denken. Don kon 7.ij in de toekomst nog een soort geluk vin den met Durword misschien". Zijn lippen werden grauw, maar hij ging voort. „Hoe slech ter zij van mij denkt, des te gemakkelijker zal het hoor vallen, mij uit haar leven weg te doen". „Wil je dan zeggen" Miles sprak heel langzaam „dat je opzettelijk niet in dienst goot „Ja, volkomen opzettelijk!" Het klonk als de kreet van een gekweld dier, dat getergd is tot het uiterste. „Wanneer ik kon gaan met een onbevlekteri naam zooals andere mannen groote God, man I Denk je, dat ik dat niet uit gedacht heb dot ik in deze vervloekte ge schiedenis mijn hoofd niet heb gestooten tegen eiken steenen muur Miles zweeg. Er wos zooveel woors in het geen Garth zeide en tegelijk zag hij in zijn bitterheid de dingen gedeeltelijk zoo scheef, dot Miles geen antwoord kon vinden. Noe en oogenblik begon Gorth weer, in af gebroken woorden, die hij met moeite uitstootte: „En denk eens aan mijn belofte aan Elisabeth. Dio bindt mij, wonneer ik herkend zou worden en mijn identiteit vastgesteld. Dan zou ik mijn mond moeten houden cn alles weer opnieuw moeten doormaken!Er is tenslotte een grens aan wot een man verduren kan I" Toen na een pauze: „Wanneer ik kon gaan en zeker kon zijn niet terug te keeren" zijn toon wos grimmig „dan zou ik morgen gonn, bij het Vreemdelingenlegioen, in elk ge val. Moor soms heeft een mensch zelfs niet Het recht zichzelf uit de wereld te helpen". „Wat bedoel je nu eigenlijk „Ik zou denken, dot het duidelijk genoeg isl Begrijp je niet, wot hot voor Sara zou betec- kenen, wonneer dat gebeurde Zij zou nooit gelooven naderhand dat ik zoo zwart ben o!s ik afgeschilderd word en dan zou ik haar een ondragelijken lost van zelfverwijt bezorgen. Neen, het leger is een gesloten deur voor mij.. Verduiveld, Herrich I" .viel hij uit met de plotselinge heftigheid van iemand, die meeT getergd is dan hij verdragen kan. „Begrijp je het niet fk had nooit in hoor leven moeten komen. Ik heb alles voor hoor in de war geschopt Het minste, wat ik kan doen i% weer uit hnar leven te verdwijnen zóó, dat zij miin weggaan nooit betreuren zalDc ben ondergegaan en iemand die ondergegaan isj, doet beter in deze wereld te blijven." (Wordt vervotgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5