AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" tweede blad. "feuilleton. Ce Kluizenaar van Far-End. Waar het om gaat. Voorbereiding. BINNENLAND. 23e Jaargang t\o. 235 Er is maar weinig' in onze samenleving, in ons dagelijksch bestaan aan te wijzen, dat niet moet worden voorbereid. Vrijwel alïes eisoht een zekere zorg, welke besteed moet worden, alvorens een bepaald iets kan worden gebruikt of gebezigd. Om in 't kort te zeggen, alvorens iets zich voordoet in de gedaante waarin wij menschen dat kennen, dient het te worden toe- of voorbereid. Niet alleen onze dagelijksche behoeften ondergaan verschillende wisselingen, ook ons werk moet wel degelijk zijn voorbereid en nagegaan, alvorens we onzen arbeid ver richten. Dit is een eerste vereisohte, en we kunnen gerust zeggen, dat onvoorbereid werk half, zoo niet slecht werk is. Willen wij onze bezigheden zoo goed mogelijk ver richten, dan dienen wij haar somtijds tot in de kleinste bizonderheden te overwegen. Bn in zulk geval zal het eindresultaat dan veelal bekroond worden. Waarom deze inleiding, zal men vragen. Wij meenden haar aan het hieronder ge schrevene te mogen doen voorafgaan om de lezers van drt blad te doen besef fen, dat zekere Juni-werkza aim heden, welke thans nog in het verschiet liegen (al is het niet verre meerf), niet alleen onze volle aandacht, maar eeker onze absolute voor bereiding behoeven. Want zoo ooit, dan d'ienen wij allen dit jaar al onze krachten in te spannen voor den komenden, hoogst gewiohtigen verkiezings strijd. Dit kan niet genoeg worden gezegd. In woord en in geschrift kan er niet genoeg met nad'ruk op gewezen worden. Het gaat er toch om, of wij na September zullen wor den geregeerd door een regeering gelijk de huidige, dan wel door eene, waarin wij vol ledig vertrouwen kunnén stellen. Want dit zal men ons moeten toegeven, de regee- ring-Ruys heeft zulk vertrouwen in breede lagen van ons volk verspeeld; zij kan en mag ond'er geen omstandigheden langer aan het bewind blijven. Zij is „uitgeleefd" in de ware beteekenis van het woord, na en- keOe hergeboorten. Zij heeft door haar werk zaamheden onder den hoog en druk van den tegenwoordig en minister van Finan ciën getoond de psyche van ons volk niet te kennen. Zij heeft, om het meest voor de hand' liggende en tevens het ergste voor beeld te nemen, een groot aantal van haar eigen ambtenaren tegen zich in het harnas gejaagd. Zij schiep voor hen een toestand van rechts-o n zekerheid, in plaats van rechtszekerheid. Zij heeft „gesold" met arti kel 40, waardoor "die ambtenaren kwamen te verkeeren in een geprikkelden -toestand; zij schiep voor velen hunner den staat van „les nouveaux pauvres". Iets, dat m zeker opzicht niet noodig was geweest! Niet noodig. Wij herhalen dit- Overal werd het bezuinigingssnoeimes in gezet. Rechts en links werden objecten ee- zocht, waarop besnoeid kon worden. En weinig werd ontzien. Men versta ons wel. Wij zijn onvoorwaardelijk in dezen tijd voor bezuiniging, mits deze juist en oordeel kundig geschiedt Wij zien er de harde noodzakelijkheid van in. Maar wij keuren onvoorwaardelijk af, wanneer een aan het bewind zijnde regeering overgaat tot be zuiniging op ons onderwijs, zelfs op ons voorbereidend onderwijs, op de ambtenaars salarissen en r..':t of althans niet in even~ redige mate op de uitgaven voor onze defensie, gift- en andere gassen, bommen en zeegeschut (Vlootwetl), welke er slechts toe kunnen bijdragen, om in een volgenden oorlog van de meest onmensohelijke vor men, overal, verderf en dood teweeg te brengen. Dat is voor het huidige ministerie een teere plek in haar dikwijls wankel be staan. Doch dit is voor de voormannen van de vrijzinnig- en sociaal-democratische paTtij vooraar», een punt geweest, dat hun voortdurend aanleiding gaf en nog geeft, om onvermoeid te strijden. De aanhouder wint. Zoo ook hierk Maar hoe? Daartoe hebt gij, lezers van dit artikel* de macht, daartoe kunt gij medewerken. Maar daarvoor wordt van U ook vereischt een onvermoeid strijden; een werken dat goed is voorbereid. Een werken dat beloond kan worden, wanneer allen slechts met het heilig vuur bezield zijn, dat het moet! Dat het nu uit moet zijn; tot hiertoe en niet verder! Men bedenke na het voorafgaande, welke de gevolgen kunnen zijn, als wij dit bewind houden. Een regeering, die niet steunt op een vaste, hecht-aaneengesloten meerder heid, die telkens onderlinge geschilpunten heeft, kan niet anders dan met moeite re- geeTen. Moet overgaan tot middelen, welke een op een rotsvaste meerderheid steunen de, verre van zich zal houden. Zij zal niet komen aandragen met een parade-ontwerp als de voorgestelde afschaffing van de Staatsloterij, die sleohts bedoeld is als een tegemoetkoming (en dan nog welke!) aan a -r. verlangens. Zij zal niet een Tabaks commissie installeeren, om de ontevreden katholieke groot-fabrikanten voor slechts korten tijd het zwijgen op te leggen. Zij zal evenmin onze ambtenaren, ons lager onderwijs in voortdurend slechtere conditie doen geraken. En zij zou indien zij het voorstelde een weeldebelasting ook wer kelijk een weeldebelasting doen zijn. Een belasting, waarvan een onzer vooraanstaan de prov. katholieke bladen nog dezer dagen schreef: „Wij zouden liever den rompslomp van het zegeltjes-plakken ondergaan, dan den last een er belasting op artikelen, die eerder tot de dagelijksche levensbehoeften dan tot de weelde-artikelen gerekend kun nen worden." De opmerking zal gemaakt kunnen wor den, dat wij van zekere overdrijving niet gespeend zijn. Dit moge op het eerste ge zicht zoo lijken, juist is het o. i. niet. Heeft niet de gesmoorde actie van „St. Michaël", van de katholieke democra ten, getoond, dat men in die kringen tot de overtuiging is gekomen, neen gebracht, dat deze regeering in verschillende opzich ten veel te ver ging? Ook een knappe financier als De Geer kon zich daar niet mee vereenigen. Zulk een toestand mag niet bestendigd worden. Eenerzijds zien wij thans krachten aan gewend tot behoud van dit stelsel. Maar anderzijds ook meerdere pogingen tot om verwerping daarvan, in een niet-revolutio- r.aire beteeken-is. Dat laatste is gelukkig! Ons nuchtere, kalme Hollandsohe volk is wel voor een zaak te winnen, vooral wan neer zijn financiën erbij betrokken zijn. Wij voorzien dan ook en de toekomst za'l er zjjn om onze veronderstelling tot waarheid te maken in Juni e-en heeten strijd. Een verkiezing, waarvoor iedere partij hard za! werken met haar program punten, als: medezeggenschap, nationale ontwapening, bezuiniging e.a. Maar helaas, ook een verkiezing, waaraan vele partijen zullen deelnemen. Reeds thans meenen malcontenten dan een „eigen afgevaardig de" in de Kamer te moeten brengen. Zij vormen dwergparlijtjes. die den kiesdeeler niet zullen helen en dve het kon niet na drukkelijk genoeg geze;d worden sle hts medewerken tot versnippering van stem men. Naar aanleiding van een en andeT van het voorgaande, zouden wij willen zeggen: be reidt U voor! Wacht niet tot den dag, waar op het roode potlood gehanteerd moet wor den. Houdt U niet afzijdig van leesbare poli tieke broohures. Toont U niet afkeerig ven de politiek en zegt niet, dat is toch maar een „vuil iets", zooals zij zoo dikwijls, ten onrechte, in den volksmond genoemd wordt. Doch beschouwt die politiek veebeer als een thans noodzakelijk iets, waar men niet bui len kan. Maar welke men ook niet accep- tcere, als zijnde geheel voorbereid. Op de kiézers en kiezer es serv rust een groote verantwoordelijlcheidHun teak is ditmaal niet gemakkelijk. Die verantwoorde lijkheid zonder meer van zich af te schui ven, zou onverantwoordelijk zijn. Een ieder is thans verplicht zichzelf en anderen voor te bereiden, om niet het risico te loopen onvoorbereid te zijn. Het gaat en dit verlieze men niet uit het oog om de hoogste belangen van ons volk: ons volk in Nederland en in de Koloniën. Wij willen dit artikel besluiten met een citaat uit het zoo juist verschenen tweede deel „Om de democratie" van het Tweede Kamerlid Oud: „Hoe sterker toch bij de stembus de invloed der democratische be ginselen zal blijken te zijn, des te groot er is ook de kans, dat de huidige' meerderheid voor een democratische combinatie zal moe ten plaats maken." Sportkteeding en de nieuwe Mode. Een dezer dogen woonde ik met een groot gezelschap een jachtrit bij in het Geldersche. Hcerljjk strolcnd lenteweer en veel vroolijkc, lachende gezichten! Maar o! ol wat waren de dames aMcronprnctisch aangekleed. Het was van te voren bekend gemaakt, dat de door de paarden af te leggen weg eerst door de deelnemers gcloopen zou worden. Daar doen gewoonlijk ook vele dames aan mee. Hol- lundsche vrouwen zijn flink en sportief; die klauteren fluks ovei een hekje; springen zonder aarzelen ovei (of Tril) een sloot en stappen groog stevig aan, zoodat zij een goed gezel schap vooi zoo'n „cross country" zijn. Een grappig verschijnsel was het nu dot de mcesten er echter met haar toilet blijkbaar niet op hadden gcekend Zelfs een kind kan toch begrijpen, do' je bij ccn loop dwars door do weiën natte voeten haalt! Toch zog ik verschil lende jonge vrouwen met dunne, stcedsrhe, lage schoentjes en zijden kousen aan. Ik hoef u niet te vertellen, hoe die stakkerts ten slotte het eindpunt bereiken? Van hun schoenen was heelemanl niets meer te zien en de .kousen zaten tot aan de knie onder een heerlijke korst van klei-modderl Dat blijft voor de meeste vrouwen toch steeds, de grootste moeilijkheid: om te weten w a t zij bij deze of die gelegenheid moeten dragen. Bijna iedereen is tegenwoordig van de nieuwste snufjes en variaties op de hoogte, moor dit. wat er véél meer op oan komt, is voor velen nog een struikelblok Wie een goede loop gaat maken, dwars door het terrein, moet zijn voeten met solied, sterk schoeisel omhullen Dikke wollen kousen met broques, of hooge rijglaarzen of schoenen met puttees wat u wilt. als het maar stevig is en bestand tegen water en modderighcid! En dan is er nog de rokl Die akelige, nare, nlte bewegingen-belemmerende, moemakende, tegenwerkende rok! Er is haast niets lostigers denkbaar, dan dat ding, dat om je beenen slaat en je bij 't springen, 't groote stoppen maken of 't klauteren alleen maar moeite geeft. Ei was in ons gezelschap één vrouw, die met haai rijbroek en puttees liep. Heerlijk vrij en ge makkelijk; iedet benijdde hoarl Maar niet iedere vrouw is er slank en gra cieus genoeg voor gebouwd, dat zij zich, zonder er belachelijk uit te zien, in een khaki-broelt kan vertoonen. Voor zulke vrouwen is de korto plooirok de aangewezen dracht Dot model be lemmert de bewegingen niet en staat bovendien heel netjes. Wie een vlotte, handige sportvrouw wil wa zen. moet er in de eerste plaats voor zorgen, dat haar toilet practisch is, zoodot zij, zon der om haar kleeren te hoeven denken, van hoar wandeling genieten kan: Een hoed, die goed om het hoofd sluit; een wollen jumper over een Tink korten, wijd uitwaaienden rok; een warme jekkerjns, die niet te zwoor is cn kou sen en schoenen, zooals ik reeds beschreef. Dan maar gouw de wei in, met een vroolijken loch d*t is liters levensvreugde cn korrevrachten gezondheid! Denk niet, dot u er mei een „wijden plooi rok" mal-oudcrwetsch uit zult zien: de aller nieuwste mode-modellen vertoonen alle een veel wijderen rok In de groote steden worden nu de nieuwtjes vertoond; daar valt veel bij op te merken In de eerste plaats het grappig verschijnsel, dot reeds door velen werd voorspeld: terwijl wij in de wintermaanden moesten bibberen met bloote halzen cn griezelig onbedekte armen, zullen wc dezen zomer heel veel moderne toilet jes zien met mouwen tot zelfs over de pols en heel hooge, nauwe boorden! En natuurlijk waagt niet één van ons het om hier tegen in te gaan! Zelden is een vrouw zóó gehoorzaam, als wan neer de mode beveelt. Een ander nieuwtje is de wijde rok. Hij is ncrg niet absoluut wijd, moor het gaat toch in de goede richting. De meeste rokken bestaan uit 2 deelen, een kokernauw, kort onderrokje en door over heen een ingerimpelde, geplisseer- de of van flinke stolpplooien voorziene overrok, die nog iets korter is don dc andere. De-rokken van de montelcostuums zijn onbegrijpelijk kort; zij bedekken amper de kniecnl Zou de grens nu nóg niet zijn bereikt? Voor geklecdere toiletten doorentegen mogen zij wel iets langer zijn. Er komt nu langzamerhand weer wat vorm in de modellen. Het lange, sluike, rcchtefhon- gende koker-idee, goot de mode uit. Gelukkigl Nu kunnen de vrouwen eindelijk ophouden met haar dwaze cn ongezonde vermageringskuren en weer eens wat zorg besteden oan een mooi figuur. Want zoo zoetjes oun is er een lijn aan de nieuwste scheppingen te ontdekken, een even aangegeven toillclijn, die dc gratie der vrouw bevordert. We zullen van den zomer veel borduurwerk oan de japonnen- zien: opengewerkte randen, uitgehoo'de droden en opgelegde borduur-mo- tieven in kleuren, zilver of goud. Ook de konten schijnen weer gebruikt te mo gen worden; b.v een groot ingezet stuk op de hoogte van dc buik en een zelfde van achter vlak onder de schouderbladen. Dikwijls is ^cr op den <ug, recht in het midden, een dubbcl- p'ooi gemaakt, terwijl vier biecde stolpplooien de voorzijde sieren. Men ziet: er wordt von alles bedacht of verzonnen om het eentonige, rechte vlak van de vorige mode te onderbreken. Ik hoef u vost niet te verzekeren, dat dit veel vlotter cn aardiger stoot. De Staatscourant van hedenavond 3 April bevat de volgende Koninklijke beslui ten: toegekend de bronzen cere-mcdaille in do Oranje Nassau-orde aan H. N. F. Voerman, kleermaker bij de firma W A. Kelder te 's Gra- vonhage benoemd tot ridder der Oranje Nassauorde B de Flonque, predikant bij de Nederduitsch Hervormde Gemeente te Zelhcm en A. L. van Giczen, pastoor te Rotterdam. PRINS HENDRIK. Z. K H. de Prins zal Zondagavond a.s. voor eenige dagen op familiebezoek naar Duitschland vertrekken. Dc Prins is voornemens tegenwoordig te zijn bij de huldiging der vliegers naar Ncd.- Indië. welke den 18en dezer te Amsterdam zal plaats hebben bij de aankomst op het vlieg terrein Schiphol. DO TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN. Dr. Kortenhorst wcigCTt don zetel van den heer Loerakker. Noor de „Morgen" verneemt, heeft dr. Kor tenhorst oan het College van Advies bericht gezonden de condidotuur niet te kunnen aan vaarden, aangezien door zijn condidotuur do heer Loerakker, een vertrouwensman der R.-K. werklieden, van zijn plaats is verdrongen. Dr. Kortenhorst verklaart, dat hij mede met het oog op de sterke vertegenwoordiging van het R.-K. werkgeverselement in de Eerste Kamer van meening is dot zijn condidotuur niet moet worden gehandhaafd ten koste van een der thans zittende werklieden-Kamerleden cn hij verzoekt derhalve hem van het Politiek Advies of te voeren. DE BESCHERMING VAN DEN TUINBOUW EN HET BLOEMBOLLEN BEDRIJF IN ENGELAND. Antwoord op di VTUgen van den heer Michielscn. Op de vragen van den heer Michielsen be treffende de pionnen der Engelsche Regee ring ten aanzien van de bescherming van den Britschen tuinbouw en het Britsche bloembol- lenbedrijf hebben de heeren Ruys de Bccren- brouck, Minister van Binnenlondsche Zaken en Landbouw, en von Kornebcck, Minister van Builenlondsche Zaken, het volgende geant woord Het is ondergeteekenden bekend, dot bij dc Engelsche Regeering pionnen bestaan om uit breiding tc geven non de beschcrto;ng van in dustrieën, welke tyj de in 1921 in werking ge treden Safeguarding of Industries Act was geregeld. Zulks zul geschieden bij de „Finance Bill", welke elk jaar opnieuw moet worden in gediend Het ontwerp sluit industrieën, welko voedingsmiddelen en dronken produceeren, vnn deze bescherming uit. Tuinbouworganisaties in Engeland hebben stappen gedaan om de Re geering te bewegen het bij de nieuwe regeling mogelijk te maken, om tuinbouwbedrijven, wel ke niet eetbare producten voortbrengen (boom- kweekcrijproducten, bloemen, bloembollen) voor bescherming in oonmerking te doen ko men De redactie van het op 3 Februari j.l. bij het Engelsche Parlement ingediende „Proce dure and Enquiries of the Safeguarding of In dustries", sluit die mogelijkheid niet uit. De door de Engelsche Regeering beoogde beschetming zal eventueel bestaan in het hef fen van invoerrechten op d e producten, welko ook door Engelsche industrieën worden voort gebracht, doch welke Engelsche industrieën de mededinging met het buitenland niet kunnen volhouden ten gevolge van onbillijke (unfaire) concurrentie. Industrieën, welke voo» deze be scherming in aanmerking wenschcn te komen, moeten daartoe het verzoek richten tot do „Boord of Trade" en daarbij aontconcn, dot do concurrentie uit het buitenland „unfair" is. Wonneer noar het oordeel van dien Boord die betrokken industrie van voldoende beteekenis is voor het lond, alsmede dot de burenlandsche concurrentie zoo groot is, dot duo-door inder daad gevoar voor werkloosheid in die industrie in net Vereenigd Koninkrijk onts*cat. verwijst de Board die oonvroge naar een door den president von den Board ingesteld- commissie van onderzoek, bestaande uit ter» hoogste 5 personen, die geen van allen materieel belong moeren hebben bij ccnigcn maatregel, welke op grond von het hieronder bedoelde rapport zou kunnen worden genomen, welke commissie ovei de volgende vragen rapport moet uitbren gen. 1. of de aanvragende industrie, beschouwd uit het oogpunt van verschaffing van werk gelegenheid of var den aard der geprodu ceerde goederen, moet worden geacht te zijn van werkeliike beteekenis 2 of goederen van de soort, waarop de aan vrage betrekking heeft inderdaad in abnormale hoeveelheden uit het buitenland in het Ver eenigd Koninkrijk voor het vetL' uik eldanr worden ingevoerd 3 of die uit het buitenland ingevoerde goe deren in bet Vereenigd Koninkrijk te koop worden aangeboden tegen prijzen welke lager ijn don de prijzen, waarvoor soortgelijke goe deren in het Vereenigd Koninkrijk kunnen wor den geproduceerd 4 of uit hoofde von den omvang dier con currentie de werkgelegenheid in Je betrokken industrie in het Vereenigd Konink ijk ernstig wordt of vermoedelijk zal worden geschaad 5. of die buitengewone concunei.tie voor namelijk komt uit landen, waar de omstandig heden zoo verschillend zijn met die in het En vrede heeft wie vreugde vinden kan. JACK. PERK door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W E PONT 70 - Maar Sara had geen vrees, dat Tim van deze gelegenheid zou profileeren op de manier, zoo- uls Elisabeth ongetv.ijfeld gchoopi had. Die zaak was afdoende geregeld tusschen hen bei den voordat hij naar Frankrijk ging, en zij wist, dat hij haar nooit meer zou vragen zijn vrouw te worden. Dus schreef zij hem rustig en opgewekt, dat hij in Monkshaven kon ko men zoo gauw hij maar wildeen een paar dagen later was hij op Sunnyside geïnstalleerd, zoogenaamd onder toezicht van dr. Selwyn. H'j was dezelfde gewoon-hnrtclijke Tim van vroegerhij was hevig verlegen bij iedere toe speling op het verdienen van zijn oorlogskruis en weigerde te vertellen, hoe hij het verdiend had, zelfs aan Sara. „Ik deed gewoon mijn plicht zooals tien tallen andere kerels", was al wat hij zei. Van een collega van hem hoorde Sara later, dot Tim „gewoon zijn plicht had gedaan" on der een helsch vuur von den vijand, ondanks het feit, dat hij tweemaal gewond werd; en dat hij zoodoende de situatie in zijn omgeving gered had en tegelijkertijd het leven van velen zijner kameraden. Het scheen Sara alsof hij tegelijk ouder en jonger was dan vroeger Hij toonde ook die opgewektheid, die mees'ol negen van de lien jongens, die met verlof kwamen, aan den da legden, het vermogen te. lachen om de ont beringen en de gevaren van het front, goed moedige grn ^en te maken over den „ouden Fritz" en te gekscheren met de Duitsche gra naten cn den Vlnomschen modder, het h?olc, groote oorlogsovonluur te behandelen alsof het mooiste spel was, dot ooit werd titge- vonden. Maar achter deze lach en de vroolijkheid van die blauwe ocgen school iets nieuws, vreemds en ernstigs, dat onuitsprekelijk ti of fend was die niet nader te omschrijven uit drukking, die men met schrik kan waarnemen in de jonge oogen van de jongens, die terug komen van het front. De uitdrukking, die Sara nu en dan in rus- tige ogenblikken opving, deed Sara pijn, cn zij trachtte die te verdrijven of tenminste zoo veel mogelijk af te wenden door ieder beschik baar oogenblik met bezigheid of afleiding te vullen. „Ik wil liever nic-t, dut hij tijd heeft om er aan te denken hoe het daarginds was", zei ze tegen Molly. „Zijn oogen kunnen me soms het hart breken. Hij is nog te jong om zooveel vreeselijks gezien te hebben. Stel eens tets voor, dat we vandaag kunnen spelen Zoo wierpen zij zich met hort cn ziel op de taak Tim bezig te houden jen daar hij zich graag liet bezighouden, gingen dc weken op Sunnyside voorbij in opgewekte stemming, met een tenniswedstrijd tot besluit, waarin Tim wiens rechterarm nog niet geheel genezen was van een wond, die een Duitsche kogel had ver oorzaakt met rijn linkerhand speelde cn triomfantelijk zichzelf en zijn partner in de halve ei/.dbeslissing wist te plaatsen. Woarschiinlijk zouden ze natuurlijk met een voorgift in dere omstandigheden den wedstrijd gewonnen hebben, maar ongelukkig verloor Tim, toen hij een sprong deed om een hoogen bal nog tc halen, zijn evenwicht cn viel met c-en smak op den grond, terwijl zijn been dubbel onder hem lag. „Een gebroken enkel", constateerde Selwyn kort, nadat hij een onderzoek had ingesteld. Tim opende de oogen, hij had .door de pijn het bewustzijn verloren. „Verdra.v'dzei hij kwaad. „Dat zal een verduve'den tijd duren eer ik weer naar Frank rijk terug kan!" Toen hoorde hij Sara iets mompelen van telegrafeeren aan Elisabeth en zei Het is niet de moeite waard, kind, doe dat niet I Moeder zou zich een ongeluk schrik ken. Schrijf alleen maar, dat het een verstuikte enkel is." En hij viel weer fiauw. Ze brachten hem naar Sunnyside, terwijl hij nog buiten bewustzijn was en toen hij weer birkwem, vond hij zichzelf in bed liggen met een heelc stellage aan het voeteneind, die de dekens moesten beletten te zwaar op het ge kwetste lichaamsdeel te drukken „Ben ik Hauw gevallen vroeg hij knorrig. „Ja. En gelukkig maar ook", antwoordde Sara vriendelijk. „Dokter Dick heeft jc enkel keuttg cn wel ingepakt zonder dat je er iets vun gemerkt hebt." „Flauw gevallen als een meisje Voor een gebroken enkel, verdraaid I" zijn woede was hevig. Sora had moeite niet hartelijk te lochen om de diepe verachting, waarmee deze woorden eruit kwamen. .Je moet niet vergeten, dnt je nog- niet sterk bent", zei ze kalmeerend. Ze spraken een poosje cn eindelijk slaakte Tim, die al nu en dan slaperig had liggen kniooogen, een diepen geeuw. „Ik ben ik ben gruwelijk sloperig", mom pelde hij bij wijze van verontschuldignig. „Go don maor slapen", zei Sara dadelijk. „Dot is het beste wat jc doen kunt. Ik ga gauw een verstandigen brief oan Elisabeth schrijven over je verstuikten enkel", voegde rij glim lachend bij. Met een blik om rich te overtuigen, dat hij kandelaar, lucifers en bel binnen zijn bereik had, deed zij het licht uit cn ging rustig de kamci uit. Tim sliep ol hanst voordat zij dc deur uit was. Eenige uren later zot Sara plotseling rechtop in bed, klear wakker door een geweldigen schok, dien zij plotseling gevoeld had. Zij keek in het gele schijnsel van een kundelaar. Daar achter dook de gedaante van Jane Crab op uit de duisternis, met een rood flanellen jok oon en haar hoar gevlochten tot vier kleine stijve vlechtjes, die horizontaal uitstaken als de stra len van een hevig beschadigden aureool. „Juffrouw Sara 1 Juffrouw Sarawekte zij hoar op sissend-fluisterenden toon, alsof ze bang was, dat iemand haar hooren zou. „Sta op, gauw I De moffen zijn er „W ie is er riep Sara even verschikt uit. „De Zeppelins, juffrouw, de ZeppelinsZe schieten om de twee minuten zoowat. Dóór het doffe gedreun van het afweergeschut klonk in de verte. „Daar heb je ze weer In een oogwenk v,*os Sara uit bed, had een zijden kimono aangetrokken en een paar roode Turksche pantoffels aangeschoten. ,Men kan ever. goed behoorlijk aangekleed sterven", dacht ze filosofisch. Toen wendde zij zich tot Jane met de vraag „Woar is de dokter?" „Die probeert mevrouw naar beneden te krijgen. Mevrouw is zoo bang, dat ze niet uit bed wil komen." Sara lachte even Jane's gezicht sprak boekdcelen. ,Wel, ik go naar de kamer van mijnheer Durword", zei ze. „Door kunnen we beter zien." Jane's krolenoogjes schitterden. „Ja, ik zou ze wel eens willen zien bij hun duivelsche werk", zei ze gretig, met een drei ging in hoor stem von: „loot-ik-ze-moar-eens- betTappen-" Sara lochte en zij pingen beiden naar Tim's kamer; onderweg kv. .-en ze Molly tegen en namen die ook mee. Tim raasde met groote woordenrijkheid tegen zijn onmacht om op te s'.oon en „de grap te zien". „Kijk eens naar buiten of je die vemielols kunt zien", commandeerde hij. Toen Sara het room opendeed, klonk cr een dof, dreunend geluid uit de richting von Old- hempton. De dofte weerkaatsing in de verte had iets dreigends. Molly gichelde van zenuw achtigheid bij deze eerste ervaring von in het vuur tc zijn. „Dot is een bom!" fluisterde zij ademloos. Zij en Sara en Jane Crab verdrongen elkaar voor het open room, leunden ver naar buiten cn tuurden in den pikduisteren nacht. ,Kun je een Zeppelin zien?" vroeg Tim met levendige belangstelling vanuit zijn bed. ,Neen, het is pikdonker je ziet niets", antwoordde Sara. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5