23No?a24|an9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE E E M LAN D E IS April 192b TWEEDE BLAD. Niet nieaw doch Actueel. FEÜÏLLETON. De Terugkeer *?,n Klompvoet. STADSNÏEU WST De Tariefwet. Er zal wel nimmer een tijd zijn geweest, zoo rijk aan maatschappelijke problemen, aan misschien niet afdoend te beantwoor den vraagstukken, als de jaren, die wij se dert den wereldoorlog beleven. Van de bijna onmogelijk schijnende oplossingen hangt in sommige gevallen het wel en wee van de geheele .menschheid af. Volkomén be grijpelijk is het, dat ons aller aandacht daar op is gevestigd. Bovendien zijn er tal van brandende kwes ties, die weliswaar slechts enkele volken of bepaalde maatschappelijke groepen betref fen, doch die door de verrassende verwik kelingen, waartoe zij leiden, of de nieuwe gezichtspunten, welke zij openen, in niet mindere mate de belangstelling tot zich trek ken, ook van den buitenstaander. Onder deze omstandigheden is het niet te verwonderen, dat aandacht wordt afgeleid van onderwerpen, die de kracht van het nieuwe niet meer bezitten, zelfs al hebben zij nog geenszins hun beteekenis verloren, en is hun actueel belang toegenomen, om dat zij onafscheidelijk zijn verbonden met de groote problemen, naar welker oplossing wordt gestreefd. Hangt bijv. de waarborg voor den wereld vrede en derhalve de mogelijkheid van ont wapening niet ten nauwste samen met den wedijver der volken op de wereldmarkt, de uitwisseling door de verschillende landen van hun voortbrengselen, dus met de rege ling van het ruilverkeer? En met het ruilverkeer betreden wij het terrein niet alleen van den vrijen handel, doch ook van de maatregelen, welke de vrijheid beperken en het handelsverkeer in meerdere of mindere mate belemmeren, ja zelfs geheel beletten, b.v. in de gedaante van in- of uitvoerverboden en van belastin gen, die worden geheven bij invoer van goederen in het eene land uit het andere, en die soms zoo hoog worden opgevoerd, dat zij weer tariefn\uren vormen en in de prak tijk even doeltreffend werken om elkanders producten te weren als een verbod. Wij bevinden ons hiermede op een ge bied, allerminst nieuw, waarop niettemin ieder onzer nog altijd, zoowel direct als in direct, persoonlijk belanghebbende is. Di rect: als de eigenlijke betaler der aan de grens geheven invoerbelasting en bovendien als kooper van de in het binnenland ver vaardigde goederen, waarvoor de fabrikant door het duurder worden der builenland- sche goederen, nu ook hoogeVe prijzen kan vorderen. Indirect: als betrokkene bij de al gemeen e welvaart van het volk, waarvan hij deel uitmaakt. Wanneer wij dus spreken over ons tarief van invoerrechten, dan gaat het om een on derwerp, dat ons, ieder voor zioh, zeer na staat, zulks in tegenstelling met de vaak meer interessante vraagstukken, waarbij wij slechts van terzijde zijn betrokken, of ten opzichte waarvan wij geen andere plaats in nemen dan die van belangstellend toe schouwer. De groote beteekenis van de kwestie der invoerrechten is door de Nederlanders reeds sedert, lang begrepen, en het zou overbodig kunnen worden geacht hen hierop te wij zen, indien niet om de bovenaangegeven re denen ook van dit onderwerp de aandacht eenigermate ware afgeleid, en hierbij den ken wij dan in het bijzonder aan de jongere generatie. Bovendien hebben, sedert' het mansvolk zich omtrent dit algemeen belang het laatst heeft uitgesproken en naar het toen scheen voor goed had beslist, de vrouwen haar intrede gedaan in ons actief staatsburgerlijk leven. Trouwens ook anderen zijn op dit punt niet geheel vrij van begripsverwarring, en tot hen kan worden gerekend een niet on- Die zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel. door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont. De aanval van zwakte scheen nu voorbij cn zijn stem werd sterker en zijn oogen helder der, toen hij voortging met zijn verhaal. „Er was iets nietin orde met onze water voorziening" ging hij voort, „en dus legden we aan op Cock Island om onze vaten weer te vul len. Het was een aardig klein eiland, U kent dat soort wel, overal wuivende kokospalmen en bergen met bosschen begroeid, die zich vrij steil uit zee verheffen. En natuurlijk, een be roerde zandbank. De schipper zond mij en Dut- chey met een troep Kanaka's om water te ha len. We vonden een vaargeul door de zand bank cn nadat we geland waren, zetten we de Kanaka's aan het werk om de vaten te vul len aan een heerlijke bron met koud, helder water, die uit den rotswand kwam. Toen gin gen Dutchey en ik eens rondkijken. „!k had onzen ouden baas den kapitein bedoel ik, naar Cock Island gevraagd. Hij Kad mij verteld, dat het volgens de Zeilaan- wijzingen onbewoond was. Daarom waren Dut chey en ik wel wat onthutst, toen wij, ons een weg banend door het struikgewas om naar het hoogere binnenland te komen, daar plotseling op een graf in een open plek in het bosch •belangrijk aantal onzer staatsburgers, die in de volksvertegenwoordiging of aan de mini:tertafel zitting hebben. Dit trad nog onlangs aan het licht, toen het wetsontwerp tot vastselling eener nieuwe Tariefwet in de Staten-Generaal in openbare behande ling was en door de beide Kamers werd aangenomen, al is het aan zeer ernstigen twijfel onderhevig of in vele gevallen de oorzaak toen wel was gelegen in onkunde. Inmiddels is het een feit, dat ons volk- in den loop der jaren heeft getoond in deze een gevestigde overtuiging te bezitten. Zoo dikwijls het daartoe in de gelegenheid was, heeft het in zijn meerderheid zich ver klaard tegen iedere tariefsverhooging. Voor den laatsten keer geschiedde dit bij de stembus in 1013. Die uitspraak was principieel. Van invloed zullen ongetwijfeld zijn ge weest de onmiddellijke gevolgen van de verhooging eener belasting, waarin wordt bijgedragen zelfs door de allerarmsten, die hier dan tevens hun aandeel hebben te be talen in de prijsverhooging der binnenslands gefabriceerde goederen, waarvoor het meer- betaalde niet in 's Rijks schatkist wordt ge stort, doch aan particuliere personen ten goede komt. Maar toch is de overweging, die voorna melijk tot deze beslissing heeft geleid, voort gekomen uit de vaste overtuiging, dat ons Vaderland met zijn uitgebreiden bui- tcnlandschen handel, zijn doorvoerverkeer, zijn belangrijken uitvoer van voortbrengse len van landbouw en nijverheid, zijn scheep vaart, zijn uitgestrekte koloniën is aan gewezen op het buitenland. Daarom gaat het niet aan om ter bescherming van som mige veelal de minst levensvatbare takken van industrie, en van achterlijke be drijven, aan ons handelsverkeer met het buitenland belemmeringen in den weg te leggen, welke noodwendig moeten leiden tot benadeeling van onze, zonder export onbe staanbare nijverheid, land- en tuinbouw. Allerminst zou hierin een reden kunnen rijn gelegen om verandering te brengen in den sedert 1862 gevolgden koers, waarin ons land hoeft weigevaren, ols weinig an dere. Sinds deze beslissing is gevallen, is uit niets gebleken, dat de overtuiging van de overgroote meerderheid van het Nederland- sche volk wijziging zou hebben ondergaan. Gelegenheid om zijn, bij herhaling uitge sproken oordeel te herzien, is het volk niet gegeven, en wij gelooven niet dat, indien die gelegenheid wel had bestaan, hier inderdaad van herziening zou zijn sprake geweest. Dit laatste schijnt ook de meening te zijn van de Regeering. Zij heeft het althans niet gewaagd de proef te nemen, en gezorgd dat de Tariefwet vóór de verkiezingen was bin nengehaald. Dat de vrouwen de balans naar de zijde der Regeering zouden hebben doen overslaan, was evenmin waarschijnlijk, want juist de vrouwen rijn het, die voor het duur- te-argument het meest ontvankelijk zijn. Zonder de kiezers te hebben gehoord en zonder, dat daartoe de noodzakelijkheid be stond ook niet tot het sluitend maken van de Slaatsbfegrooting, is de Regeering ge komen met een voorstel, zoo ingrijpend als de verandering van richting in onze han delspolitiek. En voor dit voorstel heeft zij in de beide Kamers een meerderheid ge vonden, gegrond op overwegingen van par tij-politiek. Tot dusver hebben wij het woord „han delspolitiek" vermeden, omdat het bij niet- ingewijden lichtelijk onjuiste voorstellingen wekt, zoowel door de woorden „handel" als „politiek", waaruit het is samengesteld; „■handel" toch leidt hier tot onverschillig heid bij personen, die erdoor in de meening worden gebracht, dat deze dingen alleen kooplieden zouden raken, en „politiek" doet velen het eerst denken aan „partij-politiek". De oorzaak van laatstgenoemde verwarring ligt voor de hand, nu men deze zuiver eco nomische aangelegenheid natuurlijk ge heel ten onrechte in ons land is gaan stuitten. Het was goed en wel een graf, met een heuveltje en een kruis, alles zooals het behoorde. Het kruis, dat eenvoudig uit twee zware stukken hout bestond, die met ijzerdraad aan elkaar waren bevestigd, was wat verweerd en glad afgeschuurd door het zand, dat er steeds tegen v ei. Het had geen opschrift. Te gen het kruis stond een klein spiegeltje, terwijl er voor een flcsch half in de aarde gedrukt was. In de flesch was een stukje zeildoek, op gevouwen en met iets geschrevens erop." „Wij begroeven de merischen soms cp die manier in Frankrijk," merkte ik op. „Naam en bijzonderheden werden op een papiertje ge schreven, dat in een flesch op het grof werd gezet totdat er tijd was om een kruis op het graf te zetten, weet U dat niet „Ik had geen idee, wat dit was," zei de strandjutter, „het schrift was een onmogelijk gekrabbel en daarbij vrij onduidelijk. Ik kon er geen touw aan vostknoopen. Teen heb ik het maar in mijn zak gestoken met het plan er later wel eens op te studeeren. Terwijl ik hef graf bekeek, was de man, dien ik bij mij had, dien wij Dutchey noemden aan het rondsnuffelen geweest op do open plek in het bosch. Opeens kwam hij te voorschijn vanachter een struik mei een hcelc verzameling rommel, dien hij voor mij op den grond legde, een oude krant een vuil stuk pakpapier cn een sigaren kistje. „Hij was een rare snuiter, die Dutchey. We konden nooit goed wijs uit hem worden. Ik voor mij geloof dat hij niet heelemaal snik was. Hij sprak heel zelden, maar wonneer hij zijn mond open deed, sprak hij een soort Diritsch-Amcrikeansch koeterwaalsch Hij was zeer zwijgzaam zoo'n man, weet je, die geen vertrouwelijke mededeclingen doet cn ze °°k niet uitlokt. Dot was het eigenlijk, wat mij in betrekken als geschilpunt in den strijd der politieke partijen. Dit heeft reeds tot veel misverstand aan leiding gegeven. Daarom zij het hier nog eens uitdrukkelijk gezegd, dat zich onder de aanhangers van al onze politieke partijen talrijke aanhangers van den Vrijhandel be vinden, dus ook onder die van de partijen der rechterzijde. En evenzeer als onder de volgelingen der rechtsche parijen, worden onder de links-georiënteerden protectionis- ten aangetroffen, alzoo voofstanders van zoodanige invoerrechten, die aan den bin- nenlandschen producent bescherming ver- leenen. Tot de categorie van voorstanders van protectie behooren ongetwijfeld perso nen, voor wie het directe eigen voordeel het eenige motief is. Is het nu niet een zonderlinge toestand zoo wordt van rechts-politieke rijde ge vraagd dat de aanneming der Tariefwet in de beide Kamers door de partijgroepee- ring mogelijk is geworden? En wij voegen hieraan toe: Moet zich iets dergelijks in de toekomst herhalen? Want de tariefkwestie is hiermede nog niet van de baan. De protectionisten, die een verhooging tot op 15 pet. hadden gevraagd, rijn nog niet tevreden. En nu eenmaal van koers is veranderd, nu het mogelijk is gebleken den eersten stap in de verkeerde richting te zetten, waarom zouden dan ver dere stappen niet volgen? Waarom zou een minister van financiën, die geld noodig heeft, niet met nieuwe voorstellen tot ta riefsverhooging komen Het is een vriend van deze Regeering, die verklaarde het te betreuren, dat de Regee- ripg van het Tarief de handen niet had af gehouden I Ziet hier nu een oude kwestie, die door de nieuwe vraagstukken nog geenszins is verdrongen. Nog meer dan vroeger is zij thans onze volle opmerkzaamheid waard. ARTIKEL 114bis DER GEMEENTEWET. De heer J. Hofland Sr. schrijft ons Zonder dat men begreep of cr rich voldoen de rekenschap van gaf, heeft de titel hierboven genoemd sedert jar cn dag in het middelpunt der publieke belangstelling gestaan. De Centrale Boekhouding, kortweg C. B. genaamd, is geboortig uit de toepassing van dit artikel. Zoowel in d'en road ols in de cou rant en ver daarbuiten is telkens weer de vraag gesteld of dit instituut wel voldeed aan de eisdhen bij de oprichting gesteld. Zelfs een aparte commissie uit de ingezetenen, daartoe door B. cn W. uitgenoodigd, heeft er over ge rapporteerd. Over de bet ekenis van deze in stelling schrijven, beteekent mede haar wijze van werken in 't licht te stellen. Ik doe dit allerminst met de pretentie, er meer van of te weten dan hetgeen ik uit eigen aanschouwing kon waarnemen, terwijl ik dan tevens gelegen heid zal hebben de beteekenis te toetsen con bepaalde feiten, cn aan de rechtsverhoudingcn waarin de bedrijven zijn gaan verkeeren na de toepassing. Art. 113 en 114 regelen de kwijting cn ont vangst van gelden der gemeente krachtens haar pirbliekrechterlijke functies toekomend of ver schuldigd. Dat de toepassing dezer artikelen een te eng keurslijf is geworden met de steeds uitbreidende gemeentebemoeiing is van zelf sprekend. Men stelle zich voor, dat Burge meester en Wethouders voor elke kwijting van schulden door de bedrijven aangegaan, een bevelschrift moesten afgeven, of dat elke vor dering wegens gedane levering ten kohiere moest worden gebracht, om daarna door den ontvanger te worden geïnd, of dat de verhu ring van iedere woning afzonderlijk door een besluit van den raad mo^st zijn gedekt, en overigens alles hierop l etrekking hebbende tot den dadel ijk en werkkring vanfB. en W. of den raad zou behooren, l\et zou te veel van het goede zijn. Met de toepassing van artikel T14bis, wan.bij aan de t®sk en bevoegdhid van het college, den ontvanger, en den raad een ruimere cn soepe ler opvatting is gegeven, is slechts ern evolu tionaire oisch in vervulling gegaan, die sedert jaren reeds praktisch bestond. Niet elke gemeentedienst is, voor wat haar hem aantrok, toen wij samen waren op het strand ir. Papeete. Danr hebben we een harden tijd samen doorgemaakt, hoor .1" De zieke brok af, peinzend. Toen overviel de hoest hem weer.cn het duurde eenige minu ten, alvorens hij verder kon spreken. „Dutchey stolde al dien rommel voor mij uit, alsof hij een hond was, die een stok, dien zijn baas hem toewerpt, komt terugbrengen. Toen zei hij „Die bende schurken van San Salvador is hier I" „Dutchey's uitbarstingen van conversatie be gonnen meestal raadselachtig en ik wist bij ondervinding, dat het nutteloos was hem te on derbreken om verdere opheldering te vragen. Men kon alleen maar hopen, dat die in den loop van het gesprek zou komen. „Dutchey lichtte de krant op. „Dc Heraldo van San Salvador van I°I8 zie je den datum, 17 Maart „Toen hield hij het stuk pakpapier in de hoogte. „Weet je waar José Garcia's winkel is in San Salvador (Nou of ik die wist. Okewood. Door die rot te rekening van dien ellendeling wos ik in de gevangenis gekomen). „Dit popier is uit Garcia's winkel I Zie je, dot de naam erop staat „Ten slotte pikte hij het sigarenkistje op, opende het en toonde mij een aantal beschim melde sigaren met een geel bandje. „Zwarte Pablo I" zei hij. „Wat bedoel je, Dutchey vroeg ik. „Wel, er is maar één man in San Salvador, die deze sigaren rookt," antwoordde hij, „en dat is Zwarte Pablo. José Garcia smokkelt ze expres voor hem binnen. Het is zeker een merkwaardig iets I" boekhouding en administratie betreft, bij de Centrale ondergebracht. Dit zou ook niet wel mogelijk zijn geweest, wegens het verschillend karakter der schulden eh vorderingen die de gemeente heeft. Er zijn er immeTs die rechtstreeks uit haar publiekrechterlijke functies voortvloeien, er zijn er ook die in wezen niet verschillen met het burgerlijk recht. Niet altijd is deze scheidings lijn goed in 't oog gehouden, men heeft soms bij verordening, diensten tot bedrijven gepro clameerd, die het niet waren, en dan ook later van de lijst zijn afgevoerd bijv. het voorbe reidend- en het handelsonderwijs. Nu komen daar neg op voor o. a. naast do z.g. produc tieve bedrijven, zooals gasfabriek en waterlei ding, het distributiebedrijf voor cloctrische energie, maar ook de brandweer en den reini gingsdienst benevens „Openbare Werken." Eenig leidend beginsel was bij de inlijving niet te onderkennen, mits de verordeningen maar in overeenstemming waren gebracht. Was alleen de centrale boekhouding doelwit geweest, een veel scherper onderschei ding zou rijn gemaakt, maar men ging veel verder cn centraliseerde ook de a d m i- nistratio's, benevens het g c 1 d c 1 ij k beheer. Bovendien is aanvankelijk ook aan centraal z a k e 1 ij k beheer gedacht, moor daar is in de praktijk zoo weinig van terecht geko men, dat als de gasfabriek vokmcnschcn noodig heeft, b.v. voor het leggen van fundamenten ter plaatsing van lantaarns, niet „Openbare Werken" haar man is, maar een particulier ondernemer, en als Op. Werken gerij noodig heeft, dan neemt deze dienst bij voorkeur niet den Reinigingsdienst, maar kaïvoerdcrs uit de stad. Ik constateer slechts déze feiten, zonder de motieven te beoordcclen. Ook de gemeente-ontvanger stort bedragen boven een zeker bedrag onder zijn berusting bij dc C. B„ waaruit wèl is op tc maken, dat het centraal geldelijk beheer do voornaamste functie is van deze instelling. Zij zou kortweg genoemd kunneK worden „de bank." Was het niet dc schrijver van het drama, waarmede onze grootste tooneelspeler zijn triumph behaalde, die toen reeds met een zekere geringschatting zei- de „Wat is een naam." Wat doet het er toe hoe ze heet, wat ze beteekent voor onze ge meente, is het voornaamste. Het centraal kos- fcchccT dan is het voornaamste, on hiermede zijn wel voordeden behaald, al moeten nu ook hier schijn van wezen goed onderscheiden. Om het plastisch tc zeggen, al haar bank- operaties doet ze met vreemd geld, eigen werk kapitaal heeft de Centrale Boekhouding niet. Het cred'iet in rek.-courant met een der banken door de gemeente gecontracteerd, vormt hiertoe de grondslcg. Heeft een bedrijf of de gemeente kasgeld noodig, de centrale boek houding verstrekt het tegen een rentevoet ols die van dc bank, is cr overcompleet, wat vooral bij gas en water cn electrisch bedrijf voorkomt, de C. B. is wel zoo vriendelijk dit te beheeren en geeft dan,eenige percenten minder als de geldende rentevoet, waaruit volgt dat alle be drijven met de C. B. in rekening-courant staan, cn dc storting door eenig bedrijf niet tot gevolg heeft dot de rente-uitwinning haar geheel ten go?de komt. De rente-uitwinning n.l. in rek.- courant bij de Geld. Cr'ediet-Bank. Uit dit ver schil in rent:-uitwinning en rentevergoeding is over 1023 een voordeelig verschil gekweekt von 14,766.wat later ond^r aftrek van perso neels-, huur- en andere lasten weder al naar gelang de omzet der bedrijven bij de C. B. aan hen wordt vergoed. Dot cr over 1023 zoo'n groot bedrag is gekweekt, zat èm in het door- loopcnde kassaldo der gasfabriek, die hierdoor eerder schade dan voordeel had, omdat dit saldo voortkwam uit c;n k o s g e 1 d 1 e e n i n g die een beduidend hooger rentelast vroeg, dan zij terug kreeg. Hieraan is nu een einde gemaakt. Algemeen genomen is dit centraal kasbeheer voordeelig, zou immers ieder bedrijf zonder tusschenkomst dcT C. B. haar transacties voeren, een parti culiere instelling zou precies doen, wat nu de C. B. doet, en aan 't eind? van 't jaar zou er geen pot te veTdeelen zijn, daargelaten dot menig kassaldo nutteloos zou blijven. Tot zoover het centraal geldelijk beheer, een volgend maal over de centrale administratie. AMERSFOORTSCHE VEREENIGING TOT EESTRIJDING DER TUBERCULOSE. Juorvcrslog T924. Wij ontvingen een exemplaar van het jaar verslag over 1924 van de Amersfoortschc Verceniging tot bestrijding der Tuberculose, waaraan wij het volgende ontleenen „Hij barstte in lachen uit cn pruimde ver vaarlijk. „Dit nog. wel op joo'n klein eiland," riep hij uit en begon weer te lachen. „Maar wie is Zwarte Pablo vroeg ik. „Is die het hoofd van die bende „Of die het hoofd is?verduiveld I" riep Dutchey. „Er is geen me. .:h meer, dio wat in de melk te brokken heeft, sinds El Cojo op de proppen kwam. Zwarte Pablo, Mohon, Nequcniet één van die lammelingen durft een mond open te doen, wonneer El Cojo in de buurt is. En tegen mij zeggen ze geen stom woord over hun kleine eiland. Ze zijn er zoo verduiveld geheimzinnig mee. Geen geklets tegen Dutchey, zeggen ze. Dat wil El Cojo niet hebben. Maor Dutchey weet het wel, allemachtig nog-en- toc..I „Dutchey was bijzonder woordenrijk. Hij kv.jm heelemaal ios, toep hij mij vertelde hoe hij El Cojo en zijn bende do baas dacht te worden, wanneer hij in San Salvador terug zou zijn." Adams had zich door zijn verhaal laten meesleepen cn zijn wangen hadden een beetje kleur gekregen. Hij was een uitstekend vertel ler en scheen er pleizier in te hebben het eigen aardige taaltje van zijn vriend Dutchey na te doen. „Wij roeiden weer naar het schip," hernam hij, „en zoodra ik een oogenblïk alleen wus, ondeiZA/cht ik het schrift op het stukje geolied papier nog eens. Maor ik kon cr niets van ma ken. Toen dacht ik zoo: ik zal het maar hou den bij wijze van amulet, en dus hing ik het om mijn hals en dacht er verder niet meer aan, totdat ik op een dag in de gevangenis in San Salvador een gesprek opving, dat me heel Op 1 Januori 1925 bestond het bestuur uit: Mevrouw Helderman—Pigeaud, presidente ba ron H. L. H. van Isselmuden, secretarisdo heer J. A. Rant, penningmeester; mevr. Mor renWagenvoortmej. dr. M. A. Duyvis mevrouw A. Knoppers—Von Eybcrgen; mevr. J. Karssicsdc Boer; dr. H. W. Schreuder, vicc-voorzitter; de heer L. A. Bcynen; Dr. M. Kamerling; 'Dr. J. Aghina. Onder het verpleegsterspcrsonccl van do lighollen vond in 1924 geene verandering plaats. Als huisbezookstcr was aan de verceniging verbonden zuster J. C. Thomée. Eind Decem ber 1924 verzocht deze zuster, ontslaan to worden uit haor betrekking cn werd hoor al- zoo op haar verzoek mot ingang van 1 April 1925 als huisbczockster een eervol ontslag verleend Als dokter von de lighollen bleef optreden do heer dr. D. H. N. Adrianio, welke genees heer steeds ten nauwste voeling blijft houden met den leider van het kring-consultatic-bu- rcau, jhr. dr. Röell. Ook tengevolge van dit voeling houden is op het eind van het verslagjaar de gang van zaken op de lighallen zeer bevfcdigend In begin 1924 waren er zeer weinig verpleeg den in dc lighollen, hoewel er velen t. b. c.- lijders in Amersfoort waren, voor wie eene op name in de lighallen noodig of wel gewenscht was In den loop von 't jaar is hierin verbetering gekomen. De pionnen tot vergrooting van het gebouw waarin de nachlpntiënten verblijft houden en waarin cenigo vertrokken verhuurd waren aan het p kring-consultatiebureau, kon in 1924 plaats vinden. Ecnc commissie uit gehcol Amcrsfoortsch burgerij, onder voorzitterschap von den heer dr. A. G. v, d. Heide cn gesteund door bijna geheel Amersfoort hield in eind T923 ten be hoeve van de verceniging eene collecte en deed daarop in begin 1924 een fancy-foir volgen. De gezamenlijke opbrengst wos f 5661.70 bruto. iEen woord van donk aan het bestuur van die commissie, in 't bizondcr oan haar voor zitter cn verder aon alien die tot dit gocdo resultaat hebben medegewerkt. Half Mei werd met het werk begonnen en was op 1 Augustus d.a.v. de verbouwing klaar. De zitkamer van het verplegend personeel cn dokters- tevens onderzoekkomcr werden ver groot. Een ruime nieuwe wachtkamer voor do patiënten von J\ct consultatie-bureau, benevens twee badkamers en twee W. C.'s werden aon- gebouwd Voor meerdere ruimte voor verpleging van nachtpatiënten werd nog aangeschaft een draai bar© lighol, geschikt voor nachtverplcging. Sinds November is er bij dc verecniging ook een crèche geopend, woar de ouders, ingeschre ven T. B. C.-patiëntcn, hunne kinderen overdag kunnen doen opnemen. De opening vah deze crèche geschiedde uit een sociaal oogpunt. De ouders toch, die an ders geen verzorging voor hunne kinderen, te huis hadden, kunnen nu mot ccn gerust hart overdag uit werken gaan. De verkoop van dc Emmobloem gof in 1924 een bruto opbrengst van 810.61. De tooneelvcretniging van de Onderofficic- rcn-socicteit gaf in 1924 twee uitvoeringen, waarvan het batig soldo resp. TOO cn 150 ten bote von onzg verceniging kwam. De Kon. Rederijkerskamer „Jon van Beers" te Utrecht gof in December 1924 te Amers foort wederom eene uitvoering ten bote der verecniging. Het batig saldo dezer uitvoering bedroeg ƒ158.20. Verder ontving de verceniging nog verschil lende bizondere baten. De raad van adviseurs bestaat uit de heeren dir. G. A. Prins, dr. H. H. E. Morren, dr. J. W. Jorissen cn d:. Chr. Eggink. Het aantal beschikbare plaatsen in de dog- lighollcn is 30, terwijl er bovendien plaats is voor 8 nochtpatiëntcn. Het aantal dogpatiëntcn varieerde tusschcn 9 cn 16, dat der dog- cn nachtpatiënten van 4 tot 6. In het ofgeloopen jaar werden verpleegd in de daglighallen 30 patiënten (5 mannen, 8 vrouwen, 17 k» deren) cn in de dag- cn nacht- lighallen 14 patiënten (7 mannen en 7 vrou wen). Met kunstmatige hoogtczon werden in 1924 behandeld 8 mannen, 9 vrouwen en 14 kin deren. Er werd totaal 1329 maal bestraald. Het kring-consultatic-burcau staat onder lei ding van jhr. dr. Röell, leider van het districls- consultatic-bureou te Utrecht. vreemd voorkwamKunt U bij het pon netje Donk U wel I" De vagebond dronk en veegde zijn mond of met den achterkont van zijn vuile witte man chet. „U weet op welke manier ze iemand opslui ten in die Portugeesche gevangenissen allemaal samen in één ruimte. Nu, een dog of twee nadat ik cr in gekomen was, zat ik op den vloer met mijn rug tegen den muur een dutje tc doen, toen ik plotseling den naam „Nequc" hoorde noemen. Ik herinnerde mij in eens, dat Dutchey hod gesproken van Ncquo als een van de bend: van El Cojo, omdat ik jaren geleden een Spoanschen vriend had ge had, wiens bijnaam „Nequc" was ik speelde polo met hem in Madrid en die naam klonk mij dus heel gewoon. „Ik keek op en zag, dot twee van de gevan genen op een meter afstand van mij samen zo- ten to pralen. Ze spraken Spoansch. Al de on deren sliepen. De eene, dien ik ontdekte ols Ne- que, was oen jonge kerel van een jaar of vijf- en-twintig, long cn mager. Zijn makker was e?n donkere man met een geel gezicht, een gebro ken neus cn een verbond over zijn eene oog. Ik sioot dadelijk mijn oogen weer cn deed alsof ik in slaap wos. „Zoo'n verduiveld buitenkansje I" zei de jongste, „vijf honderd duizend dollars in goud en wij beiden zullen er niet bij zijn om mee tc deelcn I" (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5