23e Jaargang No. 255
IBGMiEHENTSPRIlS T3 TTST* T
DE EEfVl LANDER"
Nabetrachting over den
Gemeenteraad.
BUITENLAND.
Wollen Mantelcostuums
„L'HIRONDELLE"
FEUILLETON.
De Terugkeer van Klompvoet.
loort 2.10, idem irsnco
per post f 1per week (met gratis verrek erinj»
•■gen ongelokkcc) f 0.17*. afzonderlijke nummers
1 C£5.
AMERSFOORTS
D1RECTEUR-UITGEVEK: J. VALKHOFF. ARNHEMSCHERpoORTWAL 2 A. POSTREKENING W. 47810. TIL. INT. 81».
Donderdag 30 April 1925
PSUS DER ADVERTENTIEM met inbegrip van een
bewijsnummer, elke regel meer 0 25, dienstaanbie
dingen en Ucidadigheids-adveitentiên voor de helft
der prijs. Voor handel en bedrijf bestaan zeer
vooidcelige bepalingen voor het advertccrca. Eenc
circulaire, bevattende de vooswaarden. woedt op
aanvraag toegezonden.
In de Dinsdagavond gehouden raadsver
gadering1 werd de heer De Jongh plechtig
ingezworen. Hij neemt de plaats in van den
h'eer Magnin, die het programma der onaf-
harukelijken nog in maagdelijke reinheid
heeft gelaten, zoadat de heer De Jongh ge
heel op eigen kompas kan varen. Mogelijk
zal het hem gelukken de noodzakelijkheid
van „onafhankelijkheid" in den Gemeente
raad nader te demons treeren.
Bij de ingekomen stukken was ook een
schrijven van B. en W., waarbij werden
overgelegd de door de hoofden der open
bare scholen opgemaakte overzichten van
de in hun scholen aanwezige leermiddelen
voor het onderwijs m lichamelijke oefening.
Erg schitterend schijnt het met die leer
middelen niet te zijn gesteld; de heer Muil
wijk sprak althans van meer dan treurig.
Naar aanleiding van een en ander stelde
dit Raadslid eenige vragen, die den wet
houder van Onderwijs lichtelijk in de war
brachten, zoodat hij niet tot'een eenigszins
bevredigend antwoord1 kon kernen- De
kwestie draaide hierom of het bijzonder on
derwijs meer voor dit leervak kreeg dan het
openbaar. Toch leek ons de 'heele zaak vrij
eenvoudig. Volgens art. 101 van de Lager
Onderwijswet vergeed't de gemeente aan de
bijzondere scholen de kosten van instand
houding. Deze vergoeding wordt berekend
maar het gemiddeld bedrag per leerling van
de kosten der overeenkomstige openbare
scholen. Waarvoor die kosten zijn gemaakt
doet niets ter zake en het schoolbestuur
staat volkomen vrij van de gemeente in de
besteding der genoten vergoeding. De kos
ten voor eerste inrichting vallen hier buiten.
Als een bijzondere school nu voor het vak
lichamelijke óefening beter geoutilleerd is
dan een' openbare, dan zit dat eenvoudig
hierin, dat aan d'e bijzondere sohool meer
voor dat vak gevoeld wordt. Bij het open
baar onderwijs is de liefde daarvoor bepaald
niet groot, als we hooren, dat die cursus
voor spell eiderfster) van den Am. Bond voor
Lichamelijke Opvoeding wordt gevolgd door
twee onderwijzers, die beiden reeds jaren
het bewegingsspel hebben beoefend.
Voor het vak lichamelijke oefening heeft
men niet alleen materiaal nood'ig, maar ook
terreinen en geschikte leerkrachten. Zoo
lang die er niet zijn is het als leervak een
paskwil, tenzij1 men het gooien met een bal
door de leerlingen1 voor openluohtspel wil
houden.
De wachtgeldregeling voor ambtenaren in
vasten dienst werd' overeenkomstig het voor
stel van B. en W. gewijzigd. Veel discussie
lokte dit voorstel niet uit, alleen wilde de
heer Muilwijk deze regeling voorloopig ook
doen gelden voor het tijdelijk personeel
Zijn voorstel daartoe zal op een door B. en
W- te bepalen dag word'en behandeld1.
'De geheelonthouders boekten een succes,
'daar afwijzend werd beschikt op het verzoek
var» A. S'dharwachter om op het teTrein van
{rijn kiosk aan de Da am Fockemalaan bier
te mogen veikoopen.
Iemand, die daar met een handwagen gaat
Maan, mag wel bier verkoopen, maar de
pachter van de kiosk mag het niet. Of de
drankbestrijding daarmee gebaat zal zijn be
twijfelen we, al voélen we ook wat voor het
argument van wethouder Ruitenberg, dat
jongelui niet op den openbaren weg, maai
wel in de kiosk 'bier zullen gaan drinken.
Maar gaat-het nu wel eigenlijk aan, dat een
gemeente een nveening oplegt aan een
overgroot deel der mensahen, die het ver
keerde van het gebruik van een glas 'bier
niet inzien? Men wil Amersfoort zoo graag
aantrekkelijk maken voor den vreemdeling,
maar tegelijk maakt men een aantal beper
kende bepalingen, waaraan' die vreemdeling
zich elders niet behoeft te onderwerpen. Is
het dan wonder, dat men Amersfoort maai
liever geheel passeert?
De Orkestvereeniging „Amersfoort" kreeg
nul op het verzoek om 200 subsidie. Bij
de begrooting stond de Raad aan twee
sectarische muziekvereenigingen wel sub
sidie toe. De sociaal-democraten bleven al
thans consequent, maar de katholieken
stemden nu tegen'. Gelden nu weer in eens
b ezuin igingsgr o nde n?
Bij de rondvraag leden B. en W. nog een
échec. De heer Muilwijk wees op de reor
ganisatie van de Centrale Boekhouding en
achtte in verband hiermee het niet wen-
schelijk thans nieuw personeel aan te stel
len. Zooals hekend' is hébben B. en W. een
oproep gedaan voor een boekhouder en de
heer Muilwijk wensohte met de benoeming
daarvan te wachten tot de plannen der
reorganisatie bekend zijn. De voorzitter en
wethouder Veis Heijni 'bestreden dit, maar
de overgroote meerderheid' schaarde zich
aan de zijde van den 'heer Muilwijk. In zeke
ren zin deed de Raad1 hierin verkeerd. Bij
de begrooting zijn de gelden voor een en
ander gevoteerd en B. en W- deden dus
niets dan het besluit van den Raad uitvoe
ren. Nu ging de Raad de bestuurstaak van
B. en \V. overnemen en dat maakt een
rich tig bestuur onmogelijk. Maar toch kun
nen we ons 'het standpunt héél goed 'be
grijpen. Bij tal van Raadsleden leeft het
besef, dat d'e personeels-formalie in onze
gemeentehuishouding verre van sober is.
Het ontslag tijdelijk personeel aangezegd
wees dan ook in een goede richting. Maar
als B. en W. nu weer vast personeel gaan
aanstellen, wil men ook wel eens weten of
daartoe de dringende noodzakelijkheid' be
staat. Wat wethouder Veis Beijn mededeel
de, vestigde den indruk, dat het zoo gemak
kelijk zou zijn een schakel te hebben tus-
sch'en directeur en publiek. Maar is die
schakel niet onder het bestaande corps te
vinden? Dat lijkt ons toch wel een beetje
vreemd. Zeker zou het niet vleiend' wezen
voor. de in functie zijnde ambtenaren.
DUITSCKLAND.
DE VERKIEZING VAN HINDENBURG TOT
'RIJKSPRESIDENT.
De eedsoflegging. Een telegram
van den industrie- en handelsdng
aan Hindenburg.
B e r 1 ij n, 2 9 April. (H. N. Draadloos).
Naar verluidt zal de eedsaflegging door rijks
president Hindenburg nauwelijks vóór II of 12
Mei in den Rijksdag kunnen plaats hebben,
daar het hoofdstemburcau tot dien datum in
beslag' genomen zal zijn met zijn onderzoek.
De Duitsche industrie- en handelsdag heeft aan
Hindenburg een telegram van gelukwensch ge
zonden, waarin de hoop wordt uitgesproken,
dat Duitschland zich onder zijn leiding in
vreedzamoni en bedrijvigen arbeid zal mogen
verheugen over de vruchien van zijn vlijt en in
de gemeenschap der volken weder die positie
zal innemen, welke het Duitsche volk op grond
van zijn geschiedenis en van zijn economische
en cultureele krachten toekomt.
DE REDE VAN LUTHER.
De economische toestand.
B e r 1 ij n, 2 9 A p r i 1. (H. N.) In de rede
voering, die rijkskanselier Luther vandaag op
de vergadering van den industrie- en handels
dag heeft gehouden, wees hij op de moeilijk
heden, die het economische leven van Duitsch
land op het ocgeriblik ondervindt, zoowel ten
opzichte van do productie als van den afzet.
Dringend noodzakelijk noemde hij het vormen
RECLAMES.
Prijs 1—3 regels 3.05, elke regel meer 1.
Zie de Etalages
16-18 Langesiraat - AMERSFOORT
van kapitaal door sparen. Hoewel Duitschland
ook nog de lasten voor de schadevergoeding
heeft gedragen, hoopt de regeering toch door
de nieuwe belastingen een voor het economi
sche leven draagbaren toestand in het leven
te roepen. Over het douanetarief zal dezer
dagen een beslissing worden genomen. Scherp
geeseldc de rijkskanselier de in de laatste
dagen weder opgedoken geruchten en manoeu
vres, die ten doel hebben het Duitsche geld
in gevaar te brengen. Dank zij de maatrege
len van de rijksbank, is het Duitsche geld vol
komen veilig.
De buitcnlandsche politiek.
Vervolgens besprak dr. Luther enkele vraag
stukken der buitenlandsche politiek. Hij stelde
vast, dat het onrecht, Duitschland aangedaan
door het niet ontruimen \qt\ de Keulze zone,
nog voortduurt, zoodat Duitschland thans
reeds 3% maand op de herhaaldelijk aange
kondigde mededeeling van de beweegredenen
wacht. De foTmuleering daarvan schijnt dus
vrij lastig te zijn. De regeering moet beslist
verwachten, dat de geallieerde regeeringen
thans aan dezen toestand een einde maken
Duitschland heeft duurop te meer recht, om
dat het meewerkt aan de oplossing der inter
national© vraagstukken, zoo ook aan die van
het vraagstuk der veiligheid. Wat de kwestie
van Duitschlhnd's ontwapening betreft, merkte
Luther op, dat Duitschland geen oorlog' meer
kan voeren. Duitschland streeft thans naar de
verwezenlijking van de voor zijn leven belang
rijke doeleinden door het voeren van een con-
solidatiepolitiek ten opzichte van het buiten»
^and. Het standpünt der rijksregeering is on
veranderd gebleven. Zij wijst een samenkop
peling van het vraagstuk der ontruiming van
de noordelijke zone van het Rijnland met het
veiligheidsverdrag af. Indien door een bizon-
dere bespoediging van het veiligheidsvraag
stuk een verlichting in d n toestand kan intre
den, zal Duitschland dit begroeten. Aan het
einde van zijn rede stelde dr. Luther vast, dat
het vooruitzicht blijft bestaan, dat een positief
resultaat bij de onderhandelingen óver het
veiligheidsvraagstuk kan worden bereikt. De
oplossing dezer twee vraagstukken blijft een
hoofdvoorwaarde vNoor het herstel van Europa
en vodr een vredelievende verstandhouding tus-
schen de volken
Nadere bizonderheden over de
"rede van den rijkskanselier.
De geheele internationale toestand, aldus ver
klaarde Luther verder nog, laat zich adus om
schrijven De volken gevoelen steeds sterker
de behoefte om de ten aanzien van de grooto
poütieke kwesties op Europa drukkende onze
kerheid te zien opgeheven. Een daarnaar stre
vende politiek moet natuurlijk dcor de wel dei
continuïteit woeden beheerscht en kan niet wil
lekeurig van richting veranderen.
De noodzakelijkheid eener spoedige verwe
zenlijking der ontruiming is geenszins alleen
voor Duitschland, maar ook voor het buiten
land van belang. De geheere Europeeschë poli
tiek lijdt onder de vertragingvan de oplossing
dezer aangelegenheid.
Intusschen heeft de regeering zich niet laten
weerhouden aan de oplossing dcc overige
Eüropeesche kwesties met al haar krachten
positief mede te werken. Haar doeleinden zijn
gedocumenteerd in de bemoeiingen der rijks
regeering in het belang van de veiligheids
kwestie. Duitschland kan in zijn tegenwoordi-
gen toestand ook zijnerzijds een eisch inzake
zijn veiligheid sleilcn. Het heeft er des te.meci
belang bij, zich door middel van verdragen te
gen toekomstige aanvallen te beschermen, daar
het hetgeen ik bij deze gelegenheid herhoe'
volgens het oordeel von eiken werkelijken
deskundige geen oorlog voeren kan. Het
spreekt von zelf, dat het door de rijksregeering
ten aanzien von de veiligheioskwestic ingeno
men standpunt onveronderd blijft. Deze kwestie
is overigens een veel te moeilijk probleem, don
dat het verstandig zou zijn ze onnoodig door
het daarbij betrekken van andere vraagstukken
te verzwaren. Wanneer echter de geallieerden
de behandeling' der vciligheidskweslie zoo be
spoedigen, dot zij tegelijk met de ontruimings-
kwestio kon worden opgelost die natuurlijk
niet mag worden vertraagd en wanneer op
deze wijze olgcheele overeenstemming zou wor
den bereikt, zou Duitschland zich' daarin ten
zeerste verheugen. De tot dusver gepubliceer
de openbare uitingen van geallieerde staats
lieden hielden geen principieel verzet in tegen
de gemeenschappelijke oplossing der veilig
heidskwestie. Zoo blijft het vooruitzicht be
staan, dot een positief resultaat wordt bereikt,
DE DUITSCHE VOORSTELLEN INZAKE
EEN GARANTIEPACT.
Een verklaring van Chamberlain.
In antwoord op in het Lagerhuis gestelde
vragen antwoordde Chamberlain, de Britsche
minister van buitenlandsche zaken, dot hel in
verband met den politiekcn toestond in Frank
rijk, Belgie en Duitschland niet mogelijk was
geweest sipds zijn verklaring op 25 Maart veel
vorderingen te maken met de onderhandelingen
in verband met het voorgestelde woarborgver-
drag.
DE ONTWAPENING VAN
DUITSCHLAND.
Hot onderzoek van het contrólc-
ropport door den gezuntenraod.
De gezontenraod heeft zich bezig gehouden
met het verslag der geallieerde militaire com
missie van toezicht te Berlijn over de ontwape
ning von Duitschland en. is daarna uiteenge
gaan in afwachting von lastgevingen der regee
ringen.
DE ONTRUIMING DER KEULSCHE ZONE.
Ter sprake gebracht in het
Britsche Logerhuis.
Londen, 29 A p réi 1. (H. N.) In het Lager
huis heeft Chamberlain op de vraag, of de re
geering ongeveer het tijdstip van de ontruiming
der Keulsche zone zou kunnen noemen, ont
kennend geantwoord en tevens gezegd, dot hij
ook geen aanwijzingen kan geven wanneer hij
in staat zal zijn een desbetreffende mededeeling
te doen. Wedgwood Benn stelde daarop de
vraag, of Chamberlain niet weet welken invloed
deze voortdurende vertraging op de openbare
meening in Duitschland en op den toestand in
Europa moet hebben. Chamberlain gaf eerst
geen antwoord en zeidc, toen Wedgwood Benn
dringend om antwoord vroeg, dat hij in de mec-
ning had verkeerd, dot deze vraag niet gesteld
was om daarop antwoord te ontvangen.
DE OOCjST VOOR UITZICHTEN.
B e r 1 ij n, 2 9 April. (H. N. Draodloos).
Naar de rijksminister voor de voedselvoorzie
ning in de hoofdcommissie van den rijksdag
meedeelde, zijn de vooruitzichten voor den
Duitschen graanoogst, voorzoovcr men zich op
het oogenblik een overzicht kon vormen, goed.
De suikerproductie was verleden jaar van dien
aard, dat weer 3.8 millioen kon worden uitge
voerd tegen 8 millioen voor den oorlog. De
minister bracht ook dank aan den Amerikaan-
schen generaal Allan voor hetgeen hij voor de
kinderen heeft gedaan.
HET CONFLICT OP DE DUITSCHE
WERVEN.
Uit Hamburg wordt d.d. 29 April gemeld,
dat de werfarbeiders de arbitraie uitspraak
gisteren aangenomen hebben, maar dat de
werkgevers die hebben verworpen.
DE ZAAK-HOEFLE.
De Pruisische Landdag heeft besloten een
commissie van 29 leden in te stellen tot -on
derzoek van de zeok-Hoefle.
BELGIE.
DB KABINETSCRISIS.
Dc Brocqueville zal Irnchten
een ministerie samen te «rel
len.
Dc koning heeft den katholieken graaf de
Brocqueville belast met het vormen vnn een
kabinet.
ENGELAND.
DE REIS VAN DEN PRINS VAN WALES.
De prins van* Wales is te Kaapstad aangeko
men.
DE HERTOG VAN YORK IN HET
HOOGERHUIS.
Dc hertog von York heeft gisteren vpor den
corsten keer zijn zetel in het Hoogcrhuis inge
nomen.
ZWEDEN.
'DE ZWEEDSCHE DEFENSIE.
Stockholm, 29 April (H.N.) De beraadsla
gingen in de bijzondere parlementaire com
missie over het verdedigingsvroagstuk hebben
thans tot overeenstemming geleid tusschen de
sociaal-democratische en de radicale prohibitie-
partij. Het vraagstuk zal zeer waarschijnlijk
door den rijksdog worden opgelost op den
grondslag von het wetsontwerp der regeering
met enkele wijzigingen betreffende het aantal
regimenten en den ocfeningstijd voor reserve-
officieren.
Stockholm, 29 April. (V. D.). Vol
gens hot gemelde occooi;<ï zal het Zwcedsche
legercorps van 28 op 20 infanterie-regirnen-
ton worden teruggebracht. De regeeriivg hod
18 voorgesteld.
OOSTENRIJK.
ZIMMERMAN NAAR WARSCHAU.
W c e n e n, 2 9 A p r i 1. (V. D.) Commissoris-
generaol Zimmerman vertrekt op uitnoodiging
van de Poolsche regeering op 16 Mei voor drie
dagen naar Warschau om zich op de hoogte te
stellen von het sonecringswerk van Grabski.
HYGIËNISCHE TENTOONSTELLING
TE WEONEN.
Dinsdag is in het jaorbeurspaleis te Wee-
nen dc hygiënische tentoonstelling geopend,
die tol einde Juni zal duren.
ROEMENIE.
DE FINANCIEELS TOESTAND.
Boekarest, 29 April. -(V.D.), Dc bladen
bespreken de kwestie van de invoering van de
goud-lei, welken step Roemenië zal moeten doen
om den economischcn toestand van het land te
stabiliseeren. Dc goudvoorraad, waarover Roe
menië beschikt, is evenwel bij lange na niet vol
doende om de tegenwoordige bankbiljcttcncir-
culotie von 19 milliard tc dekken, daar er on
geveer «'.echts 7 Yi milliard metualdekking aan
wezig is. Aon den onderen kont is do bonkbil-
jettcncirculatie absoluut niet voldoende om de
industrie en het land er bovenop te brengen
en den economischcn toestand te verbeteren.
Een buitenlandsche lecning wordt daarom
noodzakelijk geacht.
BULGARIJE.
DE GISTING IN BULGARIJE.
Sofia kan de 10.000 man niet
bij elkaar krijgen.
Daar de regeering er niet in geslaagd is de
10.000 man aanvullingsmilitie te werven, die
de geallieerden hebben toegestaan* is zij von
pion een lichting onder dc wapenen te roepen.
Engclund dringt bij Bulgarije
op gematigdheid aan.
Austen Chamberlain heeft in het Lagerhuis
meegedeeld, dat de Engelschc regcering de
Bulgaarsche gewaarschuwd heeft tegen onder
drukking van de constitutionecle oppositie of
Helder denken eischt evenwicht in onzen
geest.
door
VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont
13
„Sir Alexander wil U ontvangen, meneerl"
Het was de hofmeester Parsons. Marjorie Garth
frok haar mouw naar beneden.
„Laat Daddy niet wachten I" waarschuwde
zij en toen voegde ze erbij „U moei mijn arm
later maar opknappen I"
Be zei„ja, goed I" of zoo'n dergcijk on-
noozel gezegde en volgde den hofmeester.
Toen ik langs het meisje liep, boog zij zich
voorover en fluisterde
„Denk eraan, dat U op Uw stuk blijft staan
tegenover hém I"
Terwijl wij door den verblindenden zonne
schijn het dek overliepen cn de kampanjelad
der afdaalden, deelde Parsons mij mee, dat de
eigenaar van het jacht aan 't ontbijt zat. De
moed zonk mij in de schoenen. Het is een
dechte tactiek iemand een gunst te vragen
zoo vroeg in.den morgen.
De salon, die een betimmering had van een
lichtkleurig soort hout, esschen- of berkenhout
leek met het koepelvormige glazen dak in het
klein veel op de eetzaal van een groot stoom
schip. Het was een klein, gezellig veldek met
roze zijden gordijnen, een psachtig karpet en
voel zilver cn bloemen. Aan het andere einde
was een deur, die naar ik veronderstelde toe
gang gaf tot de hutten.
Bij het geluid van mijn binnenkomen keek
Sir Alexander Garth op van zijn ei. Toen hij
opstond om mij te begroeten, zag ik dat hij
een lange, zwaargebouwde man was van een
goede vijftig jaar met een zwaren donker£rij-
zen knevel. Hij had een manier van doen, die
ik meer opgemerkt heb bij handelsmenschen,
wien het voorspoedig gaat, een soort van
„geld-in-overvlocd" manier, die een grooto ma
te van zelfvertrouwen ten toon spreidt en ook
een tikje praalzucht. De harde grijze oogen
en de feime kin verriedden den man van ac
tiviteit, maar de gelaotskenncr in mij (die door
mijn werk natuurlijk tamelijk ontwikkeld is)
merkte dadelijk de gewelfde neusvleugels en
de eenigszins neergebogen mondhoeken op, die
de onmiskenbare leckenen zijn van een heftig
temperament.
Deze en nog andere kleine details merkte ik
op terwijl wij elkander do hand gaven en hij
mij vroeg of ik ontbeten had. En omdat ik
werkelijk vrij hongerig was cn omdat ik ge
loof, dat men altijd het best zaken kan doen
wanneer men samen aan tafel zit, nam ik zijn
uitnoodiging aan en begon met een heerlijke
schaal grape-fruit. Toen hij mij koffie had
ingeschonken, mij den standaard met geroos
terd brood had toegeschoven en mij van alles
voorzien had, maakte Sir Alexander Garth,
die mij vrij nauwkeurig had opgenomen, de
opmerking
„Ik zou U nooit voor een docter gehouden
hebben J"
,.Ik ben ook geen dokter Sir I" antwoordde
ik.
„Ja, ik begrijp het niet gepromoveerd,
wel Nu, ik heb ons kantoor in New York in
mijn telegram gezegd, dot ze hun best moes
ten doenik was er heelcmaal nog niet zoo
zeker van, dat onzo vertegenwoordiger het op
tijd klaar kon spelen. Maar Lowry is een han
dige kerel hij komt niet voor niets van
Bolton en hij we'd, dat wanneer de oude
man een order geeft, hij ook verwacht, dat die
uitgevoerd zol worden. Heeft U Lowry ont
moet, doctor
Nu begreep ik de onverklaarbare cn ontstel
lende wensch van Juffrouw Garth om mij haar
verbranden arm te laten zien.
„Ik vrees, dot U zich vergist. Sir Alexander,"
zei ik, ,'ik ben geen dokter
„Wat riep de lijke man uit, achterover
leunend in zijn stoel cn mij aanstarend. „Wat
duivel, wie is U dan
„Mijn naam is Okcwood, Majoor Desmond
Okewood," antwoordde ik zoo stoutmoedig mo
gelijk, hoewel het gedrag van mijn gastheer
alle teekenen von storm vooi spelde in den
vorm van rood-wordende wangen en trillende
neusvleugels, en ik heb U een vrij zonderling
verzoek te doen
Verder kwam ik niet, want de uitbarsting
begon.
„Vervloekt 1" riep hij uit, op de tafel dreu
nend met zijn groote, zonverbrande hand, „ik
wist het wel. U is een van die menschcn van
Allan. Mijn kantoor in Manchester heeft hun
aanbod afgeslagen zonder mij erin Ie kennen
en zoodra ik ervan hoorde, schreef ik om het
besluit te bevestigen. En na <\\en tijd hebben
ze niet anders gedaan dan mij aan m'n hoofd
zaniken erover. In iedere haven vind ik weer
een telegram. En nu heeft U dc brutaliteit mij
in mijn vocantietijd te komen 'lastig vullen,-cn
Uzelf te laten inviteeren onder valsche voor
wendsels Parsons
Hij riep om den hofmeester en stak tegelij
kertijd zijn hand uit om op de belknop te
drukken, die op de tafel naast hem stond.
„Wacht eens even I" zei ik.
„Wilt U mij verhinderen om mijn eigen be
dienden te bellen vroeg hij woedend.
„Ik wil U verhinderen U belachelijk te ma
ken in het oog van Uw eigen hofmeester,"
antwoordde ik, „als U nu maar even ophoudt
met schreeuwen cn een minuut naar mij wilt
luisteren. Ik heb niets uit te staan met de zaken
van Allan of wie ook
Bij den eersten blik op deze vastberaden ka
toenkoning wist ik, dat ik om mijn doel te
bereiken, hem meer ii) mijn vertrouwen moest
nemen, dan ik gewoonlijk geneigd was cn dan
mijn instructies toelieten. Ik nam mijn porte
feuille uit den zak, haalde er een toegevouwen
blauw papier uit en legde dit 'voor Sir Alex
ander Garth op tafel. Het waren mijn identi
teitsbewijzen, die wij eigenlijk alleen in oogen-
blikken van dringendste noodzakelijkheid mo
gen laten zien.
„Wilt U dot eens lezen vroeg ik.
De millionnoir keek mij onderzoekend aan,
zette toen langzaam een groote bril met hoor
nen montuur op, die hij uit een étui in zijn
zak haalde. Hij Tas mijn blauwe papier nauw
keurig door cn gaf het mij toen terug.
„Kijk nou," merkte hij op zonder een zweem
van verontschuldiging in zijn manier van doen,
„daar dachten we allemaal dot U de dokter
was, dien ik ons filiaal in New York had op
gedragen ons in Rodriqucz te zenden. Wel jon
geman, wat kan ik voor U doen
Met de grootste oprechtheid vertelde Ik het
hem. Daania staken we onze hoofden bij elkaar,
wel een minuut of tien. Toen schelde hij.
„Zeg eens aan Kapitein Lawless," zei hij
tot den hofmeester, „dat ik hem graag een
paar minuten zon wijlen sprekenWe zullen
bij hem komen in de kaarlenkamer I"
Hij liet den hofmeester ons voorgaan en
wachtte even om mij een sigaar te presentee
ren en er zelf ook een op te steken. Toen gin
gen wij naar boven op het dek en traden wel
dra de kaartenkomer binnen, een vertrok, dat
achter do brug cn boven den rooksolon gele
gen was. Hier wachtte de kapitein, die er zon
der pet vrij rood en ruig uitzog, ons op.
„Morgen, kapitein I" zei mijn gastheer, „lont
mij U even voorstellen aan majoor Okewood,
die den tocht met ons zal medemoken. Ik wou
graag, dat U ons op de kaart Cock Island
wees in de Stille Zuidzee. En loten wij ook
eens hooien, wat dc „Zeilaonwijzingen" er van
te vertellen hebben I"
Zoo begreep ik, dot mijn pleidooi hem
gunstig gestemd had on dat er achter een hard
uiterlijk van zakendoend mcnsch een vonk van
romantiek schuilde, die vlam had gevat bij
het fantastische verhaal van den begroven
schat, dut ik hem in 't geheim verteld had. Toen
de kapitein aven op de mahoniehouten kaar-
tenkast dat jcI van dc kaart uitspreidde waar
op temidden van tallooze kronkeis en lijnen,
die getijden en diepten aangaven. Cock Island
was aangegeven, voelde ik weer aan mijn hart
do sterke aantrekkingskracht van dat afgele
gen eilandje waar aan den voet van vulkani
sche toppen een geheimzinnig graf scheert ta
wenken
(Wordt vervolgd»)