KINDERRUBRIEK De rubriek van Oom Karei Ik vind, dat het weer tijd wordt, eens met een nieuwe wedstrijd aan te komen. Nu dc vacantie al weer een poosje voorbij is, zijn jullie toch weer heelemanl op dreef, dus julie zult nu wel extra goed moeilijke puzzles kun nen oplossen. Wat i'k verzonnen heb, is niet heelemaal een puzzle, jo moet cr W©1 ve©l bij denkon, moor het voordeel heeft het, dot iedereen het op kan lossen. Ik zal vertellen, hoe ik op het idee kwam ik fietste langs een troepje spelende kinderen, en die hoorde ik opeens hard lachen, want ccn riep„Wie weet waar Willem woont Het viel me ook opeens op, dat die woorden alle maal met dezelfde letters begonnen. „Wacht," dacht ik, „dat is iets voor mijn neven en nich ten, allemaal van zulke woorden verzinnen." En het idee voor dc prijsvraag was er. Je ziet, hoe eenvoudig je aan nieuwe ideeën kunt ko men. Maar ik wil er wel bij vertellen dat het lang niet altijd zoo gemakkelijk gaat. Ik loof nu drie prijzen uitde eerste prijs voor de- geen, die de langste rij woorden kan beden» ken, allemaal met dezelfde beginletter, en die toch samen een goede zin vormen, dus zooals bovenstaande zinWie weet, wear Willem woont," enz. In die zin zijn vijf woorden, waar- tusschen geen enkele met een andere letter dan de „W". Komt cr zoo'n woord met een andere letter tusschen, dan geldt dat natuurlijk niet voor zoo goed, als een zin, waor alle woor den met dezelfde letter beginnen. Het zal jullie nu wel duidelijk zijn, wat bedoel, dus nu kan cr gedocht worden. Ik geef er twee weken den tijd voor, dan komen er verschillende mooie zinnen in de krant, waar van de drie longston dan een prijs krijgen. Maar denkt er om niet onder schooltijd gaan zitten bedenken, want anders krijg ik het met de onderwijzers en onderwijzeressen aan den stok. Zo zouden boos op me zijn, dat ik jullie zoo van je werk afbracht I Maar dat gebeurt niet, want in die twee weken is er genoeg vrije tijd, om woorden met dezelfde beginletters te verzinnen. Verder moet «k jullie nog vertellen, dat de uitslag van den opstellen wedstrijd dezen keer ook aan de beurt is. Het aordigste vond ik dat van Maantje; die mag dus Maandag even op het Bureau van het Dagblad komen, haar prijs halen. Als ik weer een plaatsje over heb, zal ik het jullie ook vertellen. RAADSELS. Voor ik nu begin met de oplossingen op te schrijven, ga ik eerst eens met dikke letters schrijven, wie de kompioen van dezen wedstrijd is geworden, en dat is.... TON NEVEU. Gelukgewenscht met deze onderscheiding, hoor! en nu heb je er tien weken lang plezier vandus nu weten jullie allemaal, dat Ton Niveu de kampioen is. Er waren cr meer, hoormaar ik moest loten en wel tusschen Quonab, Zwartkop, Crocus, Sneeuwwitje, Ton Neven en Bob. Nu beginnen we dus weer een nieuv.e wed strijd I Allemaal meedoen, hoorcn goed je oplossingen nalezen, voor je ze inzendtwant vaak heb ik gezien, dat de oplossingen wel goed zijn, maar de woorden niet volledig. Dc oplossingen van dezen keer zijn T. Long leve onze Prinses Juliana I met de woorden vliegSuzanna liniaal snoepers cn jassen. II. Stille waters hebben diepe gronden, met de woordenWillie, terp, wielen, eb, grond, degen, haast, beest De prijswinner deze week is Kwikzilver. Komt hij Maandag dan even do prijs hnlcn op het Bureau van het Dagblad. NIEUWE RAADSELS. Mijn eerste woord is de naam van een plant, die in de bosschen veel voorkomt, als het long geregend heeft En nu vormen do eerste letter* van boven naar beneden weer datzelfde woord, dus x X X X X i X X x X Op de Ie rij komt dus die plant. Op de 2e rij een gToote plaats in Neder land. Op de 3e rij waar men de deur mee open doet Op de 4a iets, waar door men kijken kan, als men op zolder is. Op de 5e rij watervogels, die ook wel vlie gen. Op de 6e rij iets, waar men op kan zitten. Op de 7e rij een lichaamsdeel. Op de 8e rij niet jong meer. Op de 9c rij een voegwoord. Op de lOo rij een medeklinker. (Ingez. door Pickie). II. Mijn geheel bestaat uit 16 lettersen is een aangenaam gedeelte van de courant 6 14 9 4 10 13 15 is een meisjesnaam. 162 115 11is noodig bij het visschen. 7 85913 4 11 is een ander woord voor glans. 2 12 3 12 12 10 is een ander woord voor afstammeling. 3 15 5 4 2 is een zomersport. (Ingez. door Crocus). HANDWERKJE. Noodig zijn 6 groote lucifersdoozen. Die ko men t« staan 3 beneden en 3 erop. Nu moeten jullie de doozen eruit halen en die aan den voorkant met een aardig lapje beplakken, en in het midden een kwastje bevestigen. Nu moe ten jullie die leege hulzen ook heelemaal be plakken; en nu die doozen voorzichtig in de hulzen schuiven, zoodat het kwastje er uit steekt, aan den voorkant Nu is het leuk, alle fces de doosjes samen in één lapje te plakken, zoodat het geheel de indruk maakt van een kastje, naaigerei I Ingez. door Tante Riek) T- V VRAGENHOEKJE. Wie kan mij geven de woorden van het versje, dat op het oogenblik door 't carillon gespeeld wordt De naam van het versje is „Grootvaders Klok". OOM KAPCT k RECEPT. Truffels. Noociig zijn 7 kwattareepen, die aan kleine stukjes moeten worden gebroken. Tc smelten zijn ki ons basterdsuiker, yt ons boter en 3 lepels melk. Wanneer dat gesmolten is, (voor al niet bruin!) dan goot door^de chocolade bij en wonneer nu alles goed gesmolten is, van het vuur afnemen en op een koude plaats zet ten. Vooral niet meer roeren, wanneer het van het vuur is, want dan komt de boter boven drijven I I De massa moet goed hard en koud zijn ge worden; dan met schoono handen kleine bol- letjs van draaien en die door chocolade-hagel^ slag rollen. Dan heeft men heerlijke bonbons De Verrassing. Moeder was ziek. Dat was heel naar. Want nu moest Moeder in bed blijven. De dokter kwam. Hij zei, dat Moeder wel gauw beter zou worden. Maar Moeder moest toch in bed blijven. Ook gaf hij Moeder een drankje. Dat moest Moeder maar tTOuw innemen. Wim vond het erg saai in de huiskamer. Hij was daar alleen. Vader was naar kantoor. Loesje en Mien, de twee groote zusjes, waren naar school. Rika was in de keuken aan het werk. Zij had het heel druk, nu Moeder ziek was. Och, wat verveelde Wim zich I Hij had zijn prentenboek al zoo dikwijls bekeken. Zou hij eens een huisje bouwen? Maar als Moeder het niet zien kon. was er niets aan. En hij mocht niet bij Moeder spelen. Dat was te druk. Daar werd gebeld. Rika deed open. En wie denk je, dat binnen kwam? Tante Coba. Wat was Wim nu op eens blij Tante Coba wist altijd zulke prettige spel letjes. En zij kon zoo mooi vertellen. „Zoo, Wim," zei Tante Coba, „ik kom je halen." „Heerlijk I" riep Wim uil. „Wij gaan samen wandelen." „Hoera juichte Wim. „Maar nu ga ik eerst even bij Moeder kijken," zei Tante Coba weer. En zij ging naar boven. Wim vond, dat het lang duurde, vóór Tante weer beneden kwam. Maar het waren nog geen vijf minuutjes. Toen Tante weer beneden kwam, kleedde zij Wim aan. Samen gingen zij nu op stap. Dat werd een prettige wandeling. Zij plukten bloemen voor Moeder. Boterbloemen en madeliefjes. Wat zou Moeder daar blij mee zijn. Moeder hield zooveel van bloemen. Het zou een echte verrassinr rijn. O, wat hadden zij el een grooten bos! Wim wilde de bloemen graag zelf dragen. Hij had er zijn beide handen voor noo dig. Toen zij thuis kwamen, nam Tante Coba een groote vaas uit de kast. Zij vulde die met water. Daarna zette zij de bloemen er m Wat was dat mooi! Tante Coba en Wim gingen nu samen naar boven. Tante droeg de vaas. Vóór de deur van Moeders kamer gaf Tante de vaas aan Wim. Op de teenen gingen zij naar binnen. Voorzichtig zette Wim de groote \*aas op het tafeltje vóór Moeders bed. Wat was Moeder toen blij „Dat is een echte verrassingriep Moe der uit. „Hebben Tante Coba en jij die allemaal geplukt, Wim?" „Ja, Moeder l" antwoordde Wim. Zijn gezicht straalde van plezier. „Dank je wel, ventzei Moeder. En zij gaf hem een zoen. Toen gingen Tante Coba en Wim weer naar beneden. Tante moest nu naar huis. Maar vóór zij weg ging, beloofde zij Wim den volgenden dag weer te komen halen. Zij zouden dan weer samen gaan wande len en bloemen plukken voor Moeder. Was dat geen prettige afspraak? Voor de Kleintjes. Jaap en Teus waren de zoontjes van boer Harms, 't Waren twee dikke dreumessen van vier en rijf jaar. Altijd waren ze samen en hun trouwste vriend was Caro, de waak hond. Wel moest Coro altijd vastliggen, om dat hij anders ook den weg bewaakte en alle voorbijgangers naar de beenen beet, maar dat verhinderde niet, dat Jaap en Teus heel dikwijls met hem speelden. Caro's rug was het kussentje, vaarop de beide jongenskopjes menig keertje lek kertjes lagen, om hun middagdutje te doen. En nu was 't een mooie voorjaarsdag en liep Jaap alleen door derv tuin, want Teus was met vader mee naar de stad. Jaap liep zich verschrikkelijk te vervelen en als kindertjes zich vervelen, doen ze wel eens dingen, die een beetje stout zijn. Zoo ging het ook met Jaap. Hij stond bij het hok van de kalkoenen en hij wist heel goed, dat dat hok niet open mocht. Maar uit verveling gleed het handje langs 't hok, raakte de knip van 't deurtje aan en daar draai de het deurtje open. O, Jaapje, Jaapje, wat ga je toch doen, jongske Daar stapte een kalkoen naar buiten, keek eens rond en wandelde verder naar den moestuin. Daar sh.pte kalkoen No. twee naar buiten; 't was de haan. En of die haan nu boos was, omdat Jaap zoo stout was of omdat hij Jaap's roode schort niet mooi vond, ik weet het niet, maar hij keek Jaap zóó leelijk aan, dat Jaap hard weg liep. Haantje Kalkoen achter hem aanO, o wat was die haan boos f Gelukkig, daar Een Grappig Bewaarschooltje. Er was eens een oud vrouwtje, één uit een sprookje, ki \d- dat had een fröbel&chooltje, zooals j'er nergens vindt. Zij bergde al de kleintjes, die men haar 's morgens brac. tezamen op een plaatsje, waar je bepaald om lacht. Ze had een schoen gevonden, een grooten van een reus en dóér hield zij haar schooltje 't was druk bezocht; ja heusch De kind'ren vonden 't heerlijk bij 't oude vrouwtje hier en hadden met elkander altijd het grootst plezier. Zij mochten spelen, zingen, ravotten, 't was een lust maar uit den schoen niet komen, het vrouwtje hield van rust. Zoo bleef haar eigen huisje wèt netjes, ook de gang toch duurde al dien kind'ren de schooltijd nooit te lang. De schoen was vol met gaten, 't leek wel oen dievenhol en hoeveel kind'ren kwamen, de schoen werd nooit te vol. Het oude, oude vrouwtje was vriendelijk en goed, zij hield haar troepje kleuters den heelen dag wel zoet. Gehoorzaamd moest rij wezen, maar streng was rij toch niet, en als z'er een moesx straffen, had z ij nog 't grootst verdriet. Zij leerde hun graag versjes .en ook het abc, en kookte ze wat lekkers, dan deelde z'er van mêe. Zeg, wil je ook naar 't schooltje van 't vrouwtje, in den schoen dan zal 'k bij haar voor jullie wel een goed woordje doen! HBRMA1NNX. zag Jaap 'i hok van Caro. Caro lag vóór zijn hok in 't zonnetje. En één, twee, drie kroop Jaap in het hok van Caro. De haan kwam net het hoekje van den hoorberg om en zag niets meer van het stoute jongetje en 't roode schortje. Hij liep heel boos verder en maakte zóó'n lawaai, dat de boerin, Jaap's moeder, naar buiten kwam, om te zien, wat er toch wel aan de hand was. Vlug joeg ze de kalkoenen weer 't hok in en deed dit dicht. Toen riep ze Jaap. „Jaap, Jaap, waar zit je „Hier, moeder!" „Waar is: hier!" „In 't hok van Caro „Kom er gauw uit, dat is geen hok voor jongetjes, maar voor hondjes." „Ja moeder, maar de haan „Die is opgesloten!'' Toen kroop Jaap uit zijn veilige schuil plaats. Hij moest moeder vertellen, hoe de kalkoenen uit het hok kwamen en beioven, nooit meer zoo stout te rijn. Ik denk, dat Jaap wel nooit meer uit ver veling 't kalkoenenhok open heeft gedaan, omdat hij dien éénen keer zoo is geschrok ken. D. B. CORRESPONDENTIE. Voor alle zekerheid laat ik nog eens weten, dat de briefjes in mijn bezit moeten zijn, uiterlijk Woensdagmorgen 9 uur, dus Dinsdag avond' in de bus I Op het enveloppe of briefje moet staan „Aan Oom Karei". Het adres is Achter dc Amhemsche Poortwal 2a. Zwartkop. Ja, je hebt gelijk, dat het erg jammer is, dot er steeds geloot moet worden om den titel van kompioen. Om een héél moei lijk raadsel tc geven, dot rind ik niet zoo prac- tisch, omdat, wanneer er don twee of drie het vinden, het nóg niet beslecht is. Maar ik houd het wel in gedachten, deze kwestie. Athleet. Wat zal dat geweldige pijn ge daan hebben, dat stooten. Leuk, dat jo toch nog schreef, hoorGa je ook mee doen aan den nieuwen wedstrijd van die langste rin? Poddest oei. Dan heb jij een mooi rang nummer maar probeer nóg hoogcr te komen. Dot lijkt me zoo leuk, om vooruit te gaan. Wat staat dat grappig, die mooie sierletters. Dot kostte zeker héél wat tijd. Meelmuts. Malle meid, als je je voet verstuikt, kun je toch nog wel aan je oom Karei schrijvenAlsof je met je voet schrijft! Maar nu heb je het weer goed gemaokt met oen prachtige kleurenbrief. Dank voor de raad sels. Mimosa. Gelukkig, dat Ik je briefje moer bewoarde, want nu heb ik jo weer bij de kam pioenen geschreven. Jo had het zeker zóó druk met de vacantiepret, dot je vergat. Nou, ver geten is menschelijk; nu is het weer in orde. Crocus. Wat euk, dat jij broertje voor leest. Zoodra hij schrijft, moet hij mij ook eens wat sturen en mee doen met de raadselsDat zou fijn zijn, als het heele duivenhok eens vol was Cecilia .Daar had je nou een prachtig opstel van kunnen maken en misschien don wel een prijs gekregen. Want vandaag, dus deze week, sluit die wedstrijd. Maar ik wil toch wel garag van je hooren, hoe het in Amsterdam was 1 Boer Klaas. Jij belooft me ook al een opstel, maar ik heb toch heusch duidelijk ver meld, dat vandaag die wedstrijd sloot. Dat neemt niet weg, dat ik toch wel graag ontvang en als het goed is, wordt het wel eens geplaatst, maar dan alleen voor dc eêr Maantje. Wat een heerlijke vacantie is dat geweest, met een massa pret l Mooie bloe men zijn dat, hè dotten. Wat schrokken jullie zeker, toen je broertje te hoog' sprong. Dc gekleurde eieren smaakten zeker heerlijk. Spinnetje. Op één voorwaarde krijg je een paar postzegels van me, en die istrouw schrij ven f Dus kom dan Maandag even langs het bureau van het dagblad. Mocht Je ze al heb" ben, wil je ze dan weer teruggeven en schrij ven. dan mag je ze ruilen- Abri k o o s. Zooals Je ziet, heb ik er een vragenhoekje van gemaakt, want ik heb het zelf tot mijn spijt niet gevonden. Ik ben ja- loersch op je dwergkeesje f Nee, de operette heb ik niet gezien. B o b b i c. Ik vind het ook altijd geweldig jammer wanneer er kampioenen afvallen, want het zijn meestal zulke domme fouten, die je best had kunnen zien, bijvoorbeeld een of meer woordjes vergeten. Maar nu maar weer met frisschen moed mee gedaan Brand al. Woensdag om holf negen is de uiterste tijd, hoorMaar het kan dan nog wel Ja, dnn was de vorige zeker te laat. Dat is altijd jammer, maar je weet nu de tijd. Een heel aardig raadsel was dit. Bruno. Dot vind ik altijd leuker, als ik ook weet, wie mijn neefjes cn nichtjes zijn. Je moet me eens wat van je zelf vertellen, bijvoorbeeld, waar je op school bent, of je een tuintje hebt, of dieren, of je misschien padvinder bent, enz. Ik hou erg van gezellige praatjes. Sneeuwklokje. Ja, dat is iets, waar ik me niet mee ophoud, met schoonmaken. Dat moet gebeuren, als ik er niets v an merk. Zoo'n rommel I En dat is nergens voor noodig. Het wordt immers toóch weer vuil I Jullie boft maar alweer een bioscoop Sneeuwwitje. Welk mooie boek had je? Leuk dat de school weer prettig is. Wat zal dat fijn geweest zijn, die optocht Gingen er nog meer neefjes en nichtjes ven me mee? Vertel me eens, hoe het was. Meidoorn. Dat spijt me, dot je zoo hard gehold hebt voor niets. Maar dan moet jc maar niet boos zijn op me, want dan is het briefje bepaald tusschen andere brieven gekomen en zoek geraakt Dank je wel voor de mop. Nimf. Dus jij hebt nog de tijd. Wat zal je broertje blij zijn I Je kwam toch niet te laat op school, hè Wat gebeurt er dan met Jc Dan moet je zeker in de hoek staan L u c i e. Ja, dat zijn leuke boeken. En ge lukkig, dat je rapport ook zoo mooi was dan had je de prijs dubbel en dwars verdiend. Wat zal dat ©en feest worden, ols Hagenbeek komt. Ga je er dan ook heen? Welk muziekstukje heb je gekregen B o b. Hoe was de Oostersche man Je moet me eens schrijven, wat hij vertelde. Wat laat, hè over drie weken pas een rapport. Welk vak vindt jij het moeilijkste? H e r c u 1 e 9. Dat was al een héél klein briefje. Zeker zóóveel buiten gespeeld, dat je Oom Karei bijna had vergeten. Draver. Wat fijn zegdat je nu ook kunt fietsen. Nu ga je zeker flink sparen, voor ee» eigen fiets, hè? Wie heeft het jc geleerd Welke muziektent bedoelde je ik denk, van Amicilia. Staan er ook plantjes op de rotsen? Je vroeg me, of ik ook een tuin heb. Ja ge lukkig wel, maar ru'ct groot De bloemetjes staan erg leuk. Het beste met de keep in je duim Entre-nous. Dan ben je nu toch prachtig vooruit gegaan, hoor I Vooral met Engelsch> En wat een mooi wiskundigcijfer. Don heb je zeker geducht je best gedaan, den laatsten tijd. Je mng zeker het boek van Lucie ook wel le zen, hè R obbedoes. Wat gezellig, met jc nichtje in de klos t© ritten. Werken jullie ook wel eens samen je huiswerk Heerlijk, hè als jo tuin tje zoo opschiet. Het mijne is nu ook zoo leuk. Vooral de muurbloemen en die ruiken zoo heor« lijk! Quonab. Grappig, maar vele van jullb» hebben schijnbaar de krant niet gelezen, waarin ik om om een vacantie opstel vroeg. Want vandaag sluit de wedstrijd, dus dan maar eens een andere keer l ïk zal het eens voor je vra gen I St o r m vogel. Hoe komt dat zoo, dat i® zoo'n klein beetje schreef. Zeker veel huiswerk! Zeg, denk je er nog eens aan, dat je een neef van me Pleincspbatjes ruilde, die hij nog hebben moet I Speurder. Ja, ik was ook erg benieuwd cn heb toen de kampioenen in een hoed ge daan en een kennis von me laten trekken. Wel ja, het zal wel lukken, maar het is natuurlijk moeilijk. Jackie Coogan. Jij schrijft altijd zoo mooi met rood en blauw. Had je geen tijd voox een praatje Daf vind ik altijd zoo gezellig en anders is het zoo lastig beantwoorden. Hulsttakje. Je zult wel genoten hebben op het feest -Daar moet Je maar eens een he<*. lebocl van schrijven. Begon het pas om half 5 Zeg, wat was je vorige naam ook weer Flaproos. Hoe kan dat, dat ze je naam hebben gclez^p, toen je een boek kreeg. Ver* tel me dat eens en ook wat je vorige schuil naam was. Maar zeg, ik ken wel een klaproos, maar geen flaproos? Wot i» er dat voor een? Pim pompoentje. Ja, rekenen hield ik ook niet van, maar aardrijkskunde vond ik altijd fijn; vooral ols mijnheer dan voorlas van venre landen, hoe de menschen daar leefden en zoo. Dan had ik altijd lust to gaan reizen. Voetbal. Wat leuk schreef jij over je aquarium. Dat is zeker wel een heel onder houd. Hoe kom je aan miereneieren kun je dia misschien koopen Als je kikkertjes nu groo» ter worden mag je ze wel goed in de gaten houden bij mij zijn ze cr eens allemaal uit-* gesprongen. Johnnie. Ja, er is nu eenmaal aart alle pret een eind, hè Maar des te leuker, alf je weer vacantie hebt. Wat veel werk I Maat zonder werken kom je niet verder, moet j* maar denken. Wat ga je worden? Ton Neveu. Je moet maar een» lezen, wat ik zwartkop schreefJk zal er eens goed over denken, of we dat loten niet kunnen om zeilen. Wat vliegt do tijd, hè Alweer 10 we- ken voorbij B o y.Ja, wie zou dat niet willen Ik denkr als ik zei, steek eens de vinger op, wie een prijs wil winnen, dat eT don héél wot vingertjes de hoogte ingingen 1 B o 11 e f l e u r. Ja, hoor, jij kunt er ook nog wel bijkomen. Maar dan moet je mo beloven, dot je probeert er heusch zóó goed uit te 'gaan zien, als je noem. Wat een mooi postpapier heb jij I Maar je mag gerust ook eert school* velletje nemen. N o n n i e. Don heb jij al heel wat gezien van de wereld, hè Of was je nog zóó klein, dat je er niets meer van weet Wat zal dat een feest zijn, als je Vader op je verjaardag thuis is. Maak maar. dat je rapport mooi is. Kwifczilv er. Heb je een schepnet gen bruikt Nu moet jij ze zeker verzorgen op school of worden daar om de beurt kinderoq voor aangewezen Dat zal wel een gezelIfgf boeltje zijn, als ieder een» wat mee mag brenw gen. Wij hadden vroeger op school zijderup sen. Vo o 11 j e. Dat is dus een heel goed werk, dat je gedaan hebt. Zijn daar veel neefjes cn nichtjes lid van Ik hoop vanw el. Vertel me eens, wat je maakte Of is dat een geheim Ik hoop, dat het veel opbrengt Edel wei s. Het is erg gezellig, als je me« gaat doenje moet dan altijd onder je brie ven schrijven Edelweis. En natuurlijk rijn je broertjes ook hartelijk welkom in mijn groote familie. Laten zij oo kmaar eens een paar leuke namen bedenken en mee doen. Vertel je ook eens wat van je zef; waar Je op school bent cn zoo Tot Zaterdag. Gymnast. Jij zult wel handelsman wor den, hè Tenminste je cijfer is prachtig. Ja, ik vond het ook gewei dag jammer, dat je een woord had vergetenmaar geef den moed nu niet op. MOPPENHOEKJE. Er in geloopen Jongen „Meester, zoudt U ooit iemand straf geven voor iets, wot hij niet gedaan heeft Meester: „Wel nee, jongen, natuurlijk niet I Dot zou heel onrechtvaardig zijn I'' Jongen „Dank u. Meester, ik heb mijn huis werk niet gedaan f" (Ingez. door Jackie Coogan). Geen dokter noodig. Vreemdeling„Jullie hebt op het dorp zelfs geen dokter, hè Boer „Welnee, Mijnheer, die hebben we niet noodigwij gaan wel van zelf dood T (Ingez. door Sneeuwklokje). Nog al lastig. Dame (tot dienstmeisje, die haar kamer ver laat) „Mina, wil jo vooTal de deur aan den binnenkant grendelen?" (Ingez. door Meidoorn.) Valsch. „Pardon Mijnheer", zegt een kellner tot een gast, „dit bankbiljet is valsch!" „Komt uit", zegt do Mijnheer, „maar de champagne was ook niet echt!" (Ingez. door Krekeltje.) Op school. Een onderwijzer vraagt op school aan een zijner leerlingen; „Piet geef eens een voorbeeld van hef 1 spreekwoord Alle verandering is nog geem verbetering." T: I Piet.JDe jGfiro, Mijnheer T flngez. door Krekeltje

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 10