KINDERRUBRIEK
De rubriek van Oom Karei
Ik vind, dat het weer tijd wordt, eens met
een nieuwe wedstrijd aan te komen. Nu dc
vacantie al weer een poosje voorbij is, zijn
jullie toch weer heelemanl op dreef, dus julie
zult nu wel extra goed moeilijke puzzles kun
nen oplossen.
Wat i'k verzonnen heb, is niet heelemaal een
puzzle, jo moet cr W©1 ve©l bij denkon, moor
het voordeel heeft het, dot iedereen het op
kan lossen.
Ik zal vertellen, hoe ik op het idee kwam
ik fietste langs een troepje spelende kinderen,
en die hoorde ik opeens hard lachen, want ccn
riep„Wie weet waar Willem woont Het
viel me ook opeens op, dat die woorden alle
maal met dezelfde letters begonnen. „Wacht,"
dacht ik, „dat is iets voor mijn neven en nich
ten, allemaal van zulke woorden verzinnen."
En het idee voor dc prijsvraag was er. Je ziet,
hoe eenvoudig je aan nieuwe ideeën kunt ko
men. Maar ik wil er wel bij vertellen dat het
lang niet altijd zoo gemakkelijk gaat. Ik loof
nu drie prijzen uitde eerste prijs voor de-
geen, die de langste rij woorden kan beden»
ken, allemaal met dezelfde beginletter, en die
toch samen een goede zin vormen, dus zooals
bovenstaande zinWie weet, wear Willem
woont," enz. In die zin zijn vijf woorden, waar-
tusschen geen enkele met een andere letter
dan de „W". Komt cr zoo'n woord met een
andere letter tusschen, dan geldt dat natuurlijk
niet voor zoo goed, als een zin, waor alle woor
den met dezelfde letter beginnen.
Het zal jullie nu wel duidelijk zijn, wat
bedoel, dus nu kan cr gedocht worden. Ik geef
er twee weken den tijd voor, dan komen er
verschillende mooie zinnen in de krant, waar
van de drie longston dan een prijs krijgen.
Maar denkt er om niet onder schooltijd gaan
zitten bedenken, want anders krijg ik het met
de onderwijzers en onderwijzeressen aan den
stok. Zo zouden boos op me zijn, dat ik jullie
zoo van je werk afbracht I Maar dat gebeurt
niet, want in die twee weken is er genoeg vrije
tijd, om woorden met dezelfde beginletters te
verzinnen.
Verder moet «k jullie nog vertellen, dat de
uitslag van den opstellen wedstrijd dezen keer
ook aan de beurt is. Het aordigste vond ik
dat van Maantje; die mag dus Maandag
even op het Bureau van het Dagblad komen,
haar prijs halen. Als ik weer een plaatsje over
heb, zal ik het jullie ook vertellen.
RAADSELS.
Voor ik nu begin met de oplossingen op te
schrijven, ga ik eerst eens met dikke letters
schrijven, wie de kompioen van dezen wedstrijd
is geworden, en dat is.... TON NEVEU.
Gelukgewenscht met deze onderscheiding,
hoor! en nu heb je er tien weken lang plezier
vandus nu weten jullie allemaal, dat Ton
Niveu de kampioen is. Er waren cr meer,
hoormaar ik moest loten en wel tusschen
Quonab, Zwartkop, Crocus, Sneeuwwitje, Ton
Neven en Bob.
Nu beginnen we dus weer een nieuv.e wed
strijd I Allemaal meedoen, hoorcn goed je
oplossingen nalezen, voor je ze inzendtwant
vaak heb ik gezien, dat de oplossingen wel
goed zijn, maar de woorden niet volledig.
Dc oplossingen van dezen keer zijn
T. Long leve onze Prinses Juliana I met de
woorden vliegSuzanna liniaal snoepers cn
jassen.
II. Stille waters hebben diepe gronden, met
de woordenWillie, terp, wielen, eb, grond,
degen, haast, beest
De prijswinner deze week is Kwikzilver.
Komt hij Maandag dan even do prijs hnlcn op
het Bureau van het Dagblad.
NIEUWE RAADSELS.
Mijn eerste woord is de naam van een plant,
die in de bosschen veel voorkomt, als het long
geregend heeft En nu vormen do eerste letter*
van boven naar beneden weer datzelfde woord,
dus
x
X
X
X
X i
X
X
x
X
Op de Ie rij komt dus die plant.
Op de 2e rij een gToote plaats in Neder
land.
Op de 3e rij waar men de deur mee open
doet
Op de 4a iets, waar door men kijken kan,
als men op zolder is.
Op de 5e rij watervogels, die ook wel vlie
gen.
Op de 6e rij iets, waar men op kan zitten.
Op de 7e rij een lichaamsdeel.
Op de 8e rij niet jong meer.
Op de 9c rij een voegwoord.
Op de lOo rij een medeklinker.
(Ingez. door Pickie).
II.
Mijn geheel bestaat uit 16 lettersen is een
aangenaam gedeelte van de courant
6 14 9 4 10 13 15 is een meisjesnaam.
162 115 11is noodig bij het visschen.
7 85913 4 11 is een ander woord voor
glans.
2 12 3 12 12 10 is een ander woord voor
afstammeling.
3 15 5 4 2 is een zomersport.
(Ingez. door Crocus).
HANDWERKJE.
Noodig zijn 6 groote lucifersdoozen. Die ko
men t« staan 3 beneden en 3 erop. Nu moeten
jullie de doozen eruit halen en die aan den
voorkant met een aardig lapje beplakken, en
in het midden een kwastje bevestigen. Nu moe
ten jullie die leege hulzen ook heelemaal be
plakken; en nu die doozen voorzichtig in de
hulzen schuiven, zoodat het kwastje er uit
steekt, aan den voorkant Nu is het leuk, alle
fces de doosjes samen in één lapje te plakken,
zoodat het geheel de indruk maakt van een
kastje, naaigerei I
Ingez. door Tante Riek)
T-
V
VRAGENHOEKJE.
Wie kan mij geven de woorden van het
versje, dat op het oogenblik door 't carillon
gespeeld wordt De naam van het versje is
„Grootvaders Klok".
OOM KAPCT
k
RECEPT.
Truffels.
Noociig zijn 7 kwattareepen, die aan kleine
stukjes moeten worden gebroken. Tc smelten
zijn ki ons basterdsuiker, yt ons boter en 3
lepels melk. Wanneer dat gesmolten is, (voor
al niet bruin!) dan goot door^de chocolade
bij en wonneer nu alles goed gesmolten is, van
het vuur afnemen en op een koude plaats zet
ten. Vooral niet meer roeren, wanneer het van
het vuur is, want dan komt de boter boven
drijven I
I De massa moet goed hard en koud zijn ge
worden; dan met schoono handen kleine bol-
letjs van draaien en die door chocolade-hagel^
slag rollen. Dan heeft men heerlijke bonbons
De Verrassing.
Moeder was ziek.
Dat was heel naar.
Want nu moest Moeder in bed blijven.
De dokter kwam.
Hij zei, dat Moeder wel gauw beter zou
worden.
Maar Moeder moest toch in bed blijven.
Ook gaf hij Moeder een drankje.
Dat moest Moeder maar tTOuw innemen.
Wim vond het erg saai in de huiskamer.
Hij was daar alleen.
Vader was naar kantoor.
Loesje en Mien, de twee groote zusjes,
waren naar school.
Rika was in de keuken aan het werk.
Zij had het heel druk, nu Moeder ziek
was.
Och, wat verveelde Wim zich I
Hij had zijn prentenboek al zoo dikwijls
bekeken.
Zou hij eens een huisje bouwen?
Maar als Moeder het niet zien kon. was
er niets aan.
En hij mocht niet bij Moeder spelen.
Dat was te druk.
Daar werd gebeld.
Rika deed open.
En wie denk je, dat binnen kwam?
Tante Coba.
Wat was Wim nu op eens blij
Tante Coba wist altijd zulke prettige spel
letjes.
En zij kon zoo mooi vertellen.
„Zoo, Wim," zei Tante Coba, „ik kom je
halen."
„Heerlijk I" riep Wim uil.
„Wij gaan samen wandelen."
„Hoera juichte Wim.
„Maar nu ga ik eerst even bij Moeder
kijken," zei Tante Coba weer.
En zij ging naar boven.
Wim vond, dat het lang duurde, vóór
Tante weer beneden kwam.
Maar het waren nog geen vijf minuutjes.
Toen Tante weer beneden kwam, kleedde
zij Wim aan.
Samen gingen zij nu op stap.
Dat werd een prettige wandeling.
Zij plukten bloemen voor Moeder.
Boterbloemen en madeliefjes.
Wat zou Moeder daar blij mee zijn.
Moeder hield zooveel van bloemen.
Het zou een echte verrassinr rijn.
O, wat hadden zij el een grooten bos!
Wim wilde de bloemen graag zelf dragen.
Hij had er zijn beide handen voor noo
dig.
Toen zij thuis kwamen, nam Tante Coba
een groote vaas uit de kast.
Zij vulde die met water.
Daarna zette zij de bloemen er m
Wat was dat mooi!
Tante Coba en Wim gingen nu samen
naar boven.
Tante droeg de vaas.
Vóór de deur van Moeders kamer gaf
Tante de vaas aan Wim.
Op de teenen gingen zij naar binnen.
Voorzichtig zette Wim de groote \*aas
op het tafeltje vóór Moeders bed.
Wat was Moeder toen blij
„Dat is een echte verrassingriep Moe
der uit.
„Hebben Tante Coba en jij die allemaal
geplukt, Wim?"
„Ja, Moeder l" antwoordde Wim.
Zijn gezicht straalde van plezier.
„Dank je wel, ventzei Moeder.
En zij gaf hem een zoen.
Toen gingen Tante Coba en Wim weer
naar beneden.
Tante moest nu naar huis.
Maar vóór zij weg ging, beloofde zij Wim
den volgenden dag weer te komen halen.
Zij zouden dan weer samen gaan wande
len en bloemen plukken voor Moeder.
Was dat geen prettige afspraak?
Voor de Kleintjes.
Jaap en Teus waren de zoontjes van boer
Harms, 't Waren twee dikke dreumessen
van vier en rijf jaar. Altijd waren ze samen
en hun trouwste vriend was Caro, de waak
hond. Wel moest Coro altijd vastliggen, om
dat hij anders ook den weg bewaakte en
alle voorbijgangers naar de beenen beet,
maar dat verhinderde niet, dat Jaap en
Teus heel dikwijls met hem speelden.
Caro's rug was het kussentje, vaarop de
beide jongenskopjes menig keertje lek
kertjes lagen, om hun middagdutje te doen.
En nu was 't een mooie voorjaarsdag
en liep Jaap alleen door derv tuin, want
Teus was met vader mee naar de stad. Jaap
liep zich verschrikkelijk te vervelen en als
kindertjes zich vervelen, doen ze wel eens
dingen, die een beetje stout zijn. Zoo ging
het ook met Jaap. Hij stond bij het hok van
de kalkoenen en hij wist heel goed, dat dat
hok niet open mocht. Maar uit verveling
gleed het handje langs 't hok, raakte de
knip van 't deurtje aan en daar draai
de het deurtje open.
O, Jaapje, Jaapje, wat ga je toch doen,
jongske Daar stapte een kalkoen naar
buiten, keek eens rond en wandelde verder
naar den moestuin. Daar sh.pte kalkoen
No. twee naar buiten; 't was de haan. En of
die haan nu boos was, omdat Jaap zoo stout
was of omdat hij Jaap's roode schort niet
mooi vond, ik weet het niet, maar hij keek
Jaap zóó leelijk aan, dat Jaap hard weg
liep.
Haantje Kalkoen achter hem aanO, o
wat was die haan boos f Gelukkig, daar
Een Grappig Bewaarschooltje.
Er was eens een oud vrouwtje,
één uit een sprookje, ki \d-
dat had een fröbel&chooltje,
zooals j'er nergens vindt.
Zij bergde al de kleintjes,
die men haar 's morgens brac.
tezamen op een plaatsje,
waar je bepaald om lacht.
Ze had een schoen gevonden,
een grooten van een reus
en dóér hield zij haar schooltje
't was druk bezocht; ja heusch
De kind'ren vonden 't heerlijk
bij 't oude vrouwtje hier
en hadden met elkander
altijd het grootst plezier.
Zij mochten spelen, zingen,
ravotten, 't was een lust
maar uit den schoen niet komen,
het vrouwtje hield van rust.
Zoo bleef haar eigen huisje
wèt netjes, ook de gang
toch duurde al dien kind'ren
de schooltijd nooit te lang.
De schoen was vol met gaten,
't leek wel oen dievenhol
en hoeveel kind'ren kwamen,
de schoen werd nooit te vol.
Het oude, oude vrouwtje
was vriendelijk en goed,
zij hield haar troepje kleuters
den heelen dag wel zoet.
Gehoorzaamd moest rij wezen,
maar streng was rij toch niet,
en als z'er een moesx straffen,
had z ij nog 't grootst verdriet.
Zij leerde hun graag versjes
.en ook het abc,
en kookte ze wat lekkers,
dan deelde z'er van mêe.
Zeg, wil je ook naar 't schooltje
van 't vrouwtje, in den schoen
dan zal 'k bij haar voor jullie
wel een goed woordje doen!
HBRMA1NNX.
zag Jaap 'i hok van Caro. Caro lag vóór
zijn hok in 't zonnetje. En één, twee, drie
kroop Jaap in het hok van Caro.
De haan kwam net het hoekje van den
hoorberg om en zag niets meer van het
stoute jongetje en 't roode schortje. Hij liep
heel boos verder en maakte zóó'n lawaai,
dat de boerin, Jaap's moeder, naar buiten
kwam, om te zien, wat er toch wel aan de
hand was. Vlug joeg ze de kalkoenen weer
't hok in en deed dit dicht. Toen riep ze
Jaap.
„Jaap, Jaap, waar zit je
„Hier, moeder!"
„Waar is: hier!"
„In 't hok van Caro
„Kom er gauw uit, dat is geen hok voor
jongetjes, maar voor hondjes."
„Ja moeder, maar de haan
„Die is opgesloten!''
Toen kroop Jaap uit zijn veilige schuil
plaats. Hij moest moeder vertellen, hoe de
kalkoenen uit het hok kwamen en beioven,
nooit meer zoo stout te rijn.
Ik denk, dat Jaap wel nooit meer uit ver
veling 't kalkoenenhok open heeft gedaan,
omdat hij dien éénen keer zoo is geschrok
ken. D. B.
CORRESPONDENTIE.
Voor alle zekerheid laat ik nog eens weten,
dat de briefjes in mijn bezit moeten zijn,
uiterlijk Woensdagmorgen 9 uur, dus Dinsdag
avond' in de bus I Op het enveloppe of briefje
moet staan „Aan Oom Karei". Het adres is
Achter dc Amhemsche Poortwal 2a.
Zwartkop. Ja, je hebt gelijk, dat het erg
jammer is, dot er steeds geloot moet worden
om den titel van kompioen. Om een héél moei
lijk raadsel tc geven, dot rind ik niet zoo prac-
tisch, omdat, wanneer er don twee of drie het
vinden, het nóg niet beslecht is. Maar ik houd
het wel in gedachten, deze kwestie.
Athleet. Wat zal dat geweldige pijn ge
daan hebben, dat stooten. Leuk, dat jo toch
nog schreef, hoorGa je ook mee doen aan
den nieuwen wedstrijd van die langste rin?
Poddest oei. Dan heb jij een mooi rang
nummer maar probeer nóg hoogcr te komen.
Dot lijkt me zoo leuk, om vooruit te gaan.
Wat staat dat grappig, die mooie sierletters.
Dot kostte zeker héél wat tijd.
Meelmuts. Malle meid, als je je voet
verstuikt, kun je toch nog wel aan je oom
Karei schrijvenAlsof je met je voet schrijft!
Maar nu heb je het weer goed gemaokt met
oen prachtige kleurenbrief. Dank voor de raad
sels.
Mimosa. Gelukkig, dat Ik je briefje moer
bewoarde, want nu heb ik jo weer bij de kam
pioenen geschreven. Jo had het zeker zóó druk
met de vacantiepret, dot je vergat. Nou, ver
geten is menschelijk; nu is het weer in orde.
Crocus. Wat euk, dat jij broertje voor
leest. Zoodra hij schrijft, moet hij mij ook eens
wat sturen en mee doen met de raadselsDat
zou fijn zijn, als het heele duivenhok eens vol
was
Cecilia .Daar had je nou een prachtig opstel
van kunnen maken en misschien don wel een
prijs gekregen. Want vandaag, dus deze week,
sluit die wedstrijd. Maar ik wil toch wel garag
van je hooren, hoe het in Amsterdam was 1
Boer Klaas. Jij belooft me ook al een
opstel, maar ik heb toch heusch duidelijk ver
meld, dat vandaag die wedstrijd sloot. Dat
neemt niet weg, dat ik toch wel graag ontvang
en als het goed is, wordt het wel eens geplaatst,
maar dan alleen voor dc eêr
Maantje. Wat een heerlijke vacantie is
dat geweest, met een massa pret l Mooie bloe
men zijn dat, hè dotten. Wat schrokken
jullie zeker, toen je broertje te hoog' sprong.
Dc gekleurde eieren smaakten zeker heerlijk.
Spinnetje. Op één voorwaarde krijg je een
paar postzegels van me, en die istrouw schrij
ven f Dus kom dan Maandag even langs het
bureau van het dagblad. Mocht Je ze al heb"
ben, wil je ze dan weer teruggeven en schrij
ven. dan mag je ze ruilen-
Abri k o o s. Zooals Je ziet, heb ik er een
vragenhoekje van gemaakt, want ik heb het
zelf tot mijn spijt niet gevonden. Ik ben ja-
loersch op je dwergkeesje f Nee, de operette
heb ik niet gezien.
B o b b i c. Ik vind het ook altijd geweldig
jammer wanneer er kampioenen afvallen, want
het zijn meestal zulke domme fouten, die je
best had kunnen zien, bijvoorbeeld een of
meer woordjes vergeten. Maar nu maar weer
met frisschen moed mee gedaan
Brand al. Woensdag om holf negen is de
uiterste tijd, hoorMaar het kan dan nog wel
Ja, dnn was de vorige zeker te laat. Dat is
altijd jammer, maar je weet nu de tijd. Een
heel aardig raadsel was dit.
Bruno. Dot vind ik altijd leuker, als ik ook
weet, wie mijn neefjes cn nichtjes zijn. Je moet
me eens wat van je zelf vertellen, bijvoorbeeld,
waar je op school bent, of je een tuintje hebt,
of dieren, of je misschien padvinder bent, enz.
Ik hou erg van gezellige praatjes.
Sneeuwklokje. Ja, dat is iets, waar ik
me niet mee ophoud, met schoonmaken. Dat
moet gebeuren, als ik er niets v an merk.
Zoo'n rommel I En dat is nergens voor noodig.
Het wordt immers toóch weer vuil I Jullie boft
maar alweer een bioscoop
Sneeuwwitje. Welk mooie boek had je?
Leuk dat de school weer prettig is. Wat zal
dat fijn geweest zijn, die optocht Gingen er
nog meer neefjes en nichtjes ven me mee?
Vertel me eens, hoe het was.
Meidoorn. Dat spijt me, dot je zoo hard
gehold hebt voor niets. Maar dan moet jc maar
niet boos zijn op me, want dan is het briefje
bepaald tusschen andere brieven gekomen en
zoek geraakt Dank je wel voor de mop.
Nimf. Dus jij hebt nog de tijd. Wat zal je
broertje blij zijn I Je kwam toch niet te laat
op school, hè Wat gebeurt er dan met Jc
Dan moet je zeker in de hoek staan
L u c i e. Ja, dat zijn leuke boeken. En ge
lukkig, dat je rapport ook zoo mooi was dan
had je de prijs dubbel en dwars verdiend. Wat
zal dat ©en feest worden, ols Hagenbeek komt.
Ga je er dan ook heen? Welk muziekstukje
heb je gekregen
B o b. Hoe was de Oostersche man Je moet
me eens schrijven, wat hij vertelde. Wat laat,
hè over drie weken pas een rapport. Welk
vak vindt jij het moeilijkste?
H e r c u 1 e 9. Dat was al een héél klein
briefje. Zeker zóóveel buiten gespeeld, dat je
Oom Karei bijna had vergeten.
Draver. Wat fijn zegdat je nu ook kunt
fietsen. Nu ga je zeker flink sparen, voor ee»
eigen fiets, hè? Wie heeft het jc geleerd
Welke muziektent bedoelde je ik denk, van
Amicilia. Staan er ook plantjes op de rotsen?
Je vroeg me, of ik ook een tuin heb. Ja ge
lukkig wel, maar ru'ct groot De bloemetjes
staan erg leuk. Het beste met de keep in je
duim
Entre-nous. Dan ben je nu toch prachtig
vooruit gegaan, hoor I Vooral met Engelsch>
En wat een mooi wiskundigcijfer. Don heb je
zeker geducht je best gedaan, den laatsten tijd.
Je mng zeker het boek van Lucie ook wel le
zen, hè
R obbedoes. Wat gezellig, met jc nichtje
in de klos t© ritten. Werken jullie ook wel eens
samen je huiswerk Heerlijk, hè als jo tuin
tje zoo opschiet. Het mijne is nu ook zoo leuk.
Vooral de muurbloemen en die ruiken zoo heor«
lijk!
Quonab. Grappig, maar vele van jullb»
hebben schijnbaar de krant niet gelezen, waarin
ik om om een vacantie opstel vroeg. Want
vandaag sluit de wedstrijd, dus dan maar eens
een andere keer l ïk zal het eens voor je vra
gen I
St o r m vogel. Hoe komt dat zoo, dat i®
zoo'n klein beetje schreef. Zeker veel huiswerk!
Zeg, denk je er nog eens aan, dat je een neef
van me Pleincspbatjes ruilde, die hij nog
hebben moet I
Speurder. Ja, ik was ook erg benieuwd
cn heb toen de kampioenen in een hoed ge
daan en een kennis von me laten trekken. Wel
ja, het zal wel lukken, maar het is natuurlijk
moeilijk.
Jackie Coogan. Jij schrijft altijd zoo
mooi met rood en blauw. Had je geen tijd voox
een praatje Daf vind ik altijd zoo gezellig en
anders is het zoo lastig beantwoorden.
Hulsttakje. Je zult wel genoten hebben
op het feest -Daar moet Je maar eens een he<*.
lebocl van schrijven. Begon het pas om half
5 Zeg, wat was je vorige naam ook weer
Flaproos. Hoe kan dat, dat ze je naam
hebben gclez^p, toen je een boek kreeg. Ver*
tel me dat eens en ook wat je vorige schuil
naam was. Maar zeg, ik ken wel een klaproos,
maar geen flaproos? Wot i» er dat voor een?
Pim pompoentje. Ja, rekenen hield ik
ook niet van, maar aardrijkskunde vond ik
altijd fijn; vooral ols mijnheer dan voorlas van
venre landen, hoe de menschen daar leefden en
zoo. Dan had ik altijd lust to gaan reizen.
Voetbal. Wat leuk schreef jij over je
aquarium. Dat is zeker wel een heel onder
houd. Hoe kom je aan miereneieren kun je dia
misschien koopen Als je kikkertjes nu groo»
ter worden mag je ze wel goed in de gaten
houden bij mij zijn ze cr eens allemaal uit-*
gesprongen.
Johnnie. Ja, er is nu eenmaal aart
alle pret een eind, hè Maar des te leuker, alf
je weer vacantie hebt. Wat veel werk I Maat
zonder werken kom je niet verder, moet j*
maar denken. Wat ga je worden?
Ton Neveu. Je moet maar een» lezen,
wat ik zwartkop schreefJk zal er eens goed
over denken, of we dat loten niet kunnen om
zeilen. Wat vliegt do tijd, hè Alweer 10 we-
ken voorbij
B o y.Ja, wie zou dat niet willen Ik denkr
als ik zei, steek eens de vinger op, wie een
prijs wil winnen, dat eT don héél wot vingertjes
de hoogte ingingen 1
B o 11 e f l e u r. Ja, hoor, jij kunt er ook nog
wel bijkomen. Maar dan moet je mo beloven,
dot je probeert er heusch zóó goed uit te 'gaan
zien, als je noem. Wat een mooi postpapier
heb jij I Maar je mag gerust ook eert school*
velletje nemen.
N o n n i e. Don heb jij al heel wat gezien
van de wereld, hè Of was je nog zóó klein,
dat je er niets meer van weet Wat zal dat
een feest zijn, als je Vader op je verjaardag
thuis is. Maak maar. dat je rapport mooi is.
Kwifczilv er. Heb je een schepnet gen
bruikt Nu moet jij ze zeker verzorgen op
school of worden daar om de beurt kinderoq
voor aangewezen Dat zal wel een gezelIfgf
boeltje zijn, als ieder een» wat mee mag brenw
gen. Wij hadden vroeger op school zijderup
sen.
Vo o 11 j e. Dat is dus een heel goed werk,
dat je gedaan hebt. Zijn daar veel neefjes cn
nichtjes lid van Ik hoop vanw el. Vertel me
eens, wat je maakte Of is dat een geheim
Ik hoop, dat het veel opbrengt
Edel wei s. Het is erg gezellig, als je me«
gaat doenje moet dan altijd onder je brie
ven schrijven Edelweis. En natuurlijk rijn je
broertjes ook hartelijk welkom in mijn groote
familie. Laten zij oo kmaar eens een paar leuke
namen bedenken en mee doen. Vertel je ook
eens wat van je zef; waar Je op school bent
cn zoo Tot Zaterdag.
Gymnast. Jij zult wel handelsman wor
den, hè Tenminste je cijfer is prachtig. Ja,
ik vond het ook gewei dag jammer, dat je een
woord had vergetenmaar geef den moed nu
niet op.
MOPPENHOEKJE.
Er in geloopen
Jongen „Meester, zoudt U ooit iemand straf
geven voor iets, wot hij niet gedaan heeft
Meester: „Wel nee, jongen, natuurlijk
niet I Dot zou heel onrechtvaardig zijn I''
Jongen „Dank u. Meester, ik heb mijn huis
werk niet gedaan f"
(Ingez. door Jackie Coogan).
Geen dokter noodig.
Vreemdeling„Jullie hebt op het dorp zelfs
geen dokter, hè
Boer „Welnee, Mijnheer, die hebben we niet
noodigwij gaan wel van zelf dood T
(Ingez. door Sneeuwklokje).
Nog al lastig.
Dame (tot dienstmeisje, die haar kamer ver
laat) „Mina, wil jo vooTal de deur aan den
binnenkant grendelen?"
(Ingez. door Meidoorn.)
Valsch.
„Pardon Mijnheer", zegt een kellner tot een
gast, „dit bankbiljet is valsch!"
„Komt uit", zegt do Mijnheer, „maar de
champagne was ook niet echt!"
(Ingez. door Krekeltje.)
Op school.
Een onderwijzer vraagt op school aan een
zijner leerlingen;
„Piet geef eens een voorbeeld van hef
1 spreekwoord Alle verandering is nog geem
verbetering." T:
I Piet.JDe jGfiro, Mijnheer T
flngez. door Krekeltje