23S.JaË66a"9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" M*
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Be Terugkeer van Klompvoet.
De Staatscourant vbn hedenavond 12 Mei
bevat de volgende Koninklijke besluiten
benoemd bij het dienstvak intendance tot
generaal majoor de kolonel C. M. de Konter,
hoofdintendant
benoemd tot lid van dtm kolonialen road van
Curacao H. J, Beatfson en R. J. Lamoy, C. J.
Gorsira en J. P. Ez
bij het hoofdbestuur der posterijen en tele
grafie bevorderd tot referendaris, de hoofd
commiezen J. H. Ebbcler cn Mr. G. H. Dijkmans
van Gunsttot commies de adj.-commiezen H.
P. J. Wellens, J. Krijger en W. M. C. de
Jong- Scheffer (ongehuwde vrouw)
tot odj.-commies de klerken E. Nijman en P.
J. Boodt (beiden ongehuwde vrouwen)
toegekend de bronzen eere-medai'le in do
Oranje Nassau-orde aan G. J. Hilhorst, bestel
ler bij Van Gend en Loos te Amsterdam.
HET KONINKLIJK BEZOEK AAN
AMSTERDAM.
Eenige wijzigingen in het program.
In verband met de verloting van het uur van
aankomst van de Koningin te Amsterdam zijn
eenige wijzigingen in het programma noodig
geworden:
De audiëntie voor militairen is nu vastgesteld
op Woensdagavond, onmiddellijk na aankomst
van de Koninklijke familie.
In plaats van Woensdag zal H.M. den ge
meenteraad ontvangen op Donderdag 14 Mei
te 5 u. 30, na Gedeputeerde Staten.
Het bezoek aan „Arti" zal waarschijnlijk nu
vallen op Zaterdagochtend.
In gcbruikstclling van een
nieuw dok.
Naar wij vernemen zal het nieuwe 25.000
ton groote dok van de Amsterdamsche Droog
dok Maatschappij, Dok 5 genaamd, dat lig
plaats heeft in hot Y op den hoek van het
Nieuwendammerkanaal en waarin bij wijze van
proefneming een tweetal schepen werd opge
nomen, Vrijdagmiddag n.s. officieel door H.M
de Koningin in gebruik worden gesteld.
NEDERLAND EN BELGIË.
De Westcrscheldc.
Naar de correspondent te Brussel der N. R.
Ct. meldt, heeft mr. Louis Franck, Kamerlid
voor Antwerpen, een langdurig onderhoud ge
had met den Belgischen minister van openbare
werken, baron Ruzette, over de nieuwe ver
zandingen, welke in de vaargeul te Valkenisse
zouden zijn geconstateerd. De minister zcide
alles in het werk te zullen stellen ten. einde de
verzanding van de vaargeul te voorkomen. Er
zal onmiddellijk tot nieuwe baggeiwerken wor
den overgegaan,
DE HOOGE RAAD VAN ARBEID.
Adviezen omtrent de aan-
sluiting bij arbeidswet en on
derwijswet
De Hooge Rood van Arbeid heeft in zijn
den 9en Mei onder voorzitterschap van den
plaatsvervangxmden voorzitter mgr. dr. W. H.
Nolens gehouden vergadering zijn adviezen
vostgesteld omtrentle. de reorganisatie van
den Raad en 2e. het doen aansluiten aan de
bepalingen van de Arbeidswet bij die van de
onlangs gewijzigde Onderwijswetten
Ten aanzien van de reorganisatie heeft de
Raad zich nagenoeg geheel vercenigd met het
prae-advies van een doortoe ingestelde bizon-
dere commissie uit zijn midden. Uitgesproken
werd dat de gereorganiseerde Hooge Raad van
Arbeid zooveel mogelijk zelfstandig karakter
zal moeten dragen. De Raad zal n,iet alleen
op verzoek van .een hoofd van een Departement
van Algemeen Bestuur, zooals op het oogeij-
blik het geval is, maar ook uit eigen beweging
een advies moeten kunnen uitbrengen omtrent
alle onderwerpen welke de belangen van den
arbeid raken. De Raad moet daartoe de vrije
beschikking hebben over eigen financiën. Hij
moet zijn eigen voorzitter kiezen, een bindende
voordracht opstellen, waaruit zijn secretaris
wordt benoemd cn zijn eigen werkwijze rege
len. De grondslag voor de organisatie van den
Raad moet niet mëer als tot dusverre in een
algemecncn maatregel van bestuur, maar in
verband met het nieuwe artikel 78 van de
Grondwet in een wet worden gelegd.
In één opzicht weck dc Raad af van het
prae-advies van de commissie uit zijn midden.
De commissie had in ovenveging gegeven, dat
do financiën van den Raad gedeeltelijk van
Rijkswege en gedeeltelijk door de organisaties
van werkgevers en werknemers, die in het col
lege vertegenwoordigd zijn, zouden worden
verschaft. Dc Ruad was van oordeel, dat, wuar
de Raad een instituut zou blijven, dal uitslui
tend zou werken in het algemeen belang, de
kosten van het college uitsluitend door het
Rijk zouden moeten worden gedragen.
Het advies van den Raad omtrent het doen
aansluiten van de bepalingen van de Arbeids
wet bij die van dc onlangs gewijzigde Onder
wijswetten, komt eveneens nagenoeg geheel
overeen met het prae-advies van de doortoe in
gestelde bijzondere commissie uit den Raad.
Vrijwel eenstemmig was de Raad van oor
deel, dat wijziging van artikel 9 van dc Ar
beidswet niet gewenscht is. Een meerderheid in
'den Raad achtte het echtor wel gewenscht, ar
tikel 88 van dc Arbeidswet in dien zin te ver
ruimen, dat de daar gegeven uitzondering voor
ambachtsscholen en valcscholen ook zal gelden
voor den arbeid, welke wordt verricht krach
tens leerovereenkomsten, als geregeld in den
tweeden titel van de Nijverheidsonderwijswet
en krachtens andere vormen van vakopleiding,
welke aan bepaalde sociale en paedogogische
eischen voldoen. Omtrent die eischcn zijn in
het praeodvies der commissie en in het advies
van den Raad versohillende aanwijzingen ge
geven. Intrekking of wijziging van de wet van
20 Mei 1922 (Staatsblad no. 3G9), houdende
goedkeuring van de conventie van Washington
betreffende de vaststelling van den leeftijd,
waarop kinderen mogen worden toegelaten tot
het verrichten van arbeid in nijverheids-onder
nemingen, werd niet noodig geacht.
Een deel van den Raad achtte het boven
dien gewenscht, uitdrukkelijk als haar oordeel
uit te spreken, dat waar uit de door den
Raad bijeengebrachte gegevens blijkt, dat er
voldoende schoolruimte voor een 7e leerjaar
aanwezig is, dat over een voldoend aantal
leerkrachten beschikt kan worden en dat bo
vendien het aantal kinderen, hetwelk thans van
een 7e leerjaar verstoken blijft, niet zoo groot
is, dat hun opneming de onderwijskosten in be
langrijke mnte zou vergrooten het dringend
noodig is, de wet van 30 Juhi 1924 waardoor
de invoering van het verplichte 7e leerjaar
tot T Januari 1930 is uitgesteld, in te trekken.
Een andej- deel van den Raad was met de
bijzondere commissie uit den Raad van oor
deel, dat de Raad zich van het uitspreken van
een oordeel omtrent dit onderwerp, diende te
onthouden, oqndat zulks hem niet gevraagd was
en omdat de Rand te dien aanzien niet com
petent is.
De - beide hierboven samengevatte adviezen
van den Raad, zullen eerlang met dc op de
zelfde onderwerpen betrekking hebbende prae-
adviezen van de commissiën uit den Raad,
worden gepubliceerd en algemeen verkrijgbaar
worden gesteld.
HET WIJZIGINGSONTWERP WERKTIJDEN
BESLUIT
Peutcrwerk.
In een artikel over het wijzigingsontwerp van
het Werktijdenbesluit geeft de Nederlandsche
Nijverheid ook eenige beschouwingen over het
systeem van de Arbeidswet. Het orgaan van
het Verbond van Nederlandsche Fabrikanten-
vereenigingen wil den Minister van Arbeid den
lof niet onthouden, dat 'hij met de laatste wijzi
gingen getracht heeft binnen het kader der Ar
beidswet, althans eenigermate tegemoet te
komen aan de nooden der praktijk. Toch blijft
na lezing van het betrokken stuk de eind
indruk behouden, dot ook deze wijziging (de
hoeveelste reeds I) geen uitkomst brengt cn
brengen kan, zoolang niet radicaal gebroken
wordt met het ongezonde systeem der Ar
beidswet 1919, die te enge grenzen stelt en
zijn heil zoekt in uitzonderingsmaatregelen,
die" langzamerhand tot regel zijn geworden.
Heel dit omvangrijke peuterwerk van zoo'n
Werktijdenbesluit (was het maar een beb*i.;t
tot werken!) is tenslotte het bankroet van ds
wettenmakers van 1919, die in bemir.Iijke zr"-
overschatting de illusie koesterden, dat do
maatschappelijke ontwikkeling zich wel over
eenkomstig huYi reglementen zou gedragen.
STRAFRECHTSPLEGING t a v. PERSONEN
MET GEBREKKIGE ONTWIKKELING OF
ZIEKELIJKE STORING DER GEEST
VERMOGENS
Kort verslag der Eerste Kamer.
Verschenen is het Voorlóopig Verslag be
treffende dc wetsontwerpen:
lo. aanvulling en wijziging der bepalin
gen betreffende het strafrecht en dc straf
rechtspleging ten aanzien van personen b|j
wie tijdens het begaan van het feit gebrek-
kigo ontwikkeling of ziekelijke storing der
geestvermogens bestond:
2o. aanvulling van de wet van 14 Apiil
.1SSG (Stbl. 62) tot vaststelling der beginselen
van het gevangeniswezen, zooals die laat
stelijk is gewijzigd bij do wet van 12 Fe
bruari 1901 (Stbl. 64).
Ontwerp van wet sub lo; Vele leden vef-
klaarden hun warme instemming met dit
ontwerp van wet. Zij waren den Minister
erkentelijk voor diens mededeeline om dit
wetsontwerp uit zijn lange periode vqn
voorbereiding eindelijk tot afdoening to
brengen. Deze loden hoopten dat ook (|o
invoering ervan niet lang op zich zal laten
wachten.
Enkele leden die in het algemeen h$t
wetsontwerp toejuichten, achtten het stelsel
van het wetsontwcrp-Regout. waarin cjo
strafrechter den dader verwijst naar don
Burgerlijken rechter, ten einde ter beschik
king van de rcgecring tc worden gesteld,
theoretisch en practisch juister. Zii vcnvp
zen hierbij naar den inhoud van dc Memorie
van Toelichting op dat ontwerp (bladz. J1
en 1?) waar dc groote voordooien van djit
stelsel, ook voor den dader. w. den uiteen
gezet
Aan verschillende andere leden scheen eqn
regeling als in het ontwerp van Minister
Ort was voorgedragen, verkieslijker toe dan
dc thans saamgestelde. Andere leden haci-
den principieelc bezwaren tegen een rege
ling als in het ontwerp-Ort, docli degenen
die in het strafrecht het vergcldings-stand-
Dunt aanvaarden, is het scheppen van bi-
zondere voorzieningen als hier voorgesteld,
niet zonder bedenking. Sterke behoedzaam
heid tegen te ver doorgedreven psychiatri-
scering. gelijk die aan dc overzijde van het
Binnenhof werd bepleit, scheert, hun in deze
materie geboden.
Enkelc leden meenden tc moeten waar
schuwen tegen het gevaar dat men van hot
begrip „toerekenbaarheid" zooveel mogelijk
zoude pogen af te brokkelen. Aan de psy
chiaters. hoe laag hun voorlichting voor den
rechter moet worden geschat, mag niet het
laatste woord worden gelaten: de medicus
moet clen rechter niet van zijn stoel ver
dringen. Overigens verklaarden ook zij zich
met de grootere bewegingsvrijheid die den
rechter bij het ontwerp wordt verleend ten
opzichte van do verminderd toerekenbaren,
ingenomen.
Ten slotte werd er op gewezen dat om dc
goede werking van de wet te verzekeren, tal
van maatregelen zullen worden vereischt
om voor do bij dit ontwerp bedoelde perso
nen de speciale behandeling verkrijgbaar tc
stellen die voor hen nóodig is. Daarmede
zullen aanzienlijke uitgaven gemoeid zijn.
Men vroeg, welke de plannen van den Mi
nister zijn te dezen opzichte.
Ontwerp van wet sub 2o: Het onderzoek
van dit wetsontwerp in de afdeelingen gaf
geen aanleiding tot het houden van be
schouwingen of het maken van opmerkin
gen.
PERSONALIA
Burgemeester K. E. M. Vogel, van Zeven
bergen, heeft ontslag gevraagd.
HOOFDAALMOEZENIER EVERS.
Zijn terugkomst te den Hang.
Hoofdaalmoezenier F. J. H. E7ers is gisteren
van zijn Indische reis in de residentie tcrugge-
keei-d. De aalmoezeniers P. iluys en J. J. J.
Noordman waren hem naar Parijs tegemoet ge
reisd en op het perron te Den Haag waren ter
begroeting aanwezig jhr- G. A. A. Aking von
Geusau, oud-Minister van Oorlog, luit.-gcne-
rnal C. van Tuinen, commandant der vesting
Holland, luit.-gencvaal b d. H. C. A. de Block,
£eneraal-majoor b. d. W. Laatsman, oolmoe-
zennicr J. J. Brouwer, majoor v d. gen. staf J.
M. J. H. Lambooy, res.-kapitein gen. staf J.
Boots, de heer C. P. van Ginkcl, chef Ilde ofd.
van het Dep. van Oorlog, en een deputatie van
het hoofdbestuur van den Ned. R.-K. Bond van
Onderofficieren St. Martinus.
ONDERSCHEIDING.
De Fransche regeering heeft benoemd tot of
ficier de l'Instruction Publique den kapitein der
infanterie W. M. C. J. Holkemeyer, werkzaam
onder de bevelen van den chef van den genera-
len staf, buVeau buitengewoon militair vervoer,
in verbond met de door dien officier bewezen
belangrijke diensten bij het uitgebreid terug-
vervoer van krijgsgevangenen cn geïnterneerden
na den wapenstilstand.
NATIONALE GROT1US HERDENKING.
Een oproep om steun aan het
Nederl. Volk.
Het uitvoerend Comité voor de Grotius-hcr-
denking von de Verccniging voor Volkenbond
cn Vrede, welke op 6 Juni as. te Delft zal
plaats hebben heeft zich ter bestrijding van
de kosten met de volgende circulaire tot het
Nederlandsche volk gericht
Ieder rechtgeaard Nederschlonder(sche) er
ken; de groote bcteckenis, die Hugo Grotiud
heeft, cn weet, dot zijn in 1625 verschenen
boek „De jure belli nc paris" hem tot den
grondlegger van het moderne volkenrecht heeft
gemaakt.
Maar aan dc natuurlijk in dit jaar onder
nomen nationale herdenking van het feit,
dat drie eeuwen geleden dit boek verscheen,
zijn kon het anders kosten verbonden.
Dc „Verccniging voor Volkenbond en Vre
de", van welke het denkbeeld voor dezo na
tionale Grotius-hcrdenking is uitgegaan. Be
schikt helaas niet over een kas, zoodanig groot,
dat zij geheel de kosten der herdenking voor
haar rekening kon nemen.
Daarom schijnt het niet onbescheiden om
langs dezen weg een beroep te doen op oller
medewerking, teneinde u te vragen eene bij
drage in de kosten der Grotius-herdenking te
willen schenken, cn zulks ann den secretaris
van het Uitvoerend Comité (H. Ch. J. v d.
Mondcre, Jan von NosaustToot 93, Den Haag),
te willen kenbaar maken.
Het spreekt vanzelf, dat de bepaling van de
hoegrootheid der bijdrage geheel van ieders
inrichten worden or ergelatcn.
.Het ligt evenwel in do bedoeling van het
Uitvoerend Comité om zooveel mogelijk alle
degenen, die zich bereid hebben kunnen ver
klaren om een bijdrage te schenken in de on
kosten der Grotius-herdenking, uit te noodigen
tot bijwoning van dc plechtigheid; welke thans
definitief op Zaterdag 6 Juni, in den namiddag
te Delft is bepaald. Maar aangezien de ruimte
beperkt en de te verwachten bclongstelling
groot is, zal de lijst der daartoe op te maken
uitnoodigingen met het tijdstip der verzending
zoowel als met de hoegrootheid van het be
drag wel moeten rekening houden, en kan niet
voor elk bedrag, hoe klein dit ook zou zijn,
voor een plaats worden ingestaan.
Aan het hoofd van het Eerc-Comité voor
deze herdenking staat Z.Exc. Jhr. Mr. Ch. Ruys
de Beerenbrouck, Minister von Binncnlandsche
Zaken en Landbouw.
NEDERLANDSCHE WERKLOOSHE1DSRAAD.
Een economische barometer.
„Een economische barometer, die ons een sa
menvattend overzicht geeft van de voornaam
ste gegevens, welke de conjunctuur van het
oogenblik statisch en dynamisch kenmerken,
moet ook voor Nederland geacht worden in
een behoefte te voorzien."
Aldus de conclusie .van een prae-advies van
ihr. ir. J. M. de Bosch Kemper, dat Zaterdag
middag in dc vergadering der Nationale Ver-
eeniging tegen de Werkloosheid onder voorzit
terschap van prof. mr. E. M. M e y e r s in be
handeling werd genomen.
Zulk een „economische Barometer" dient te
steunen op systematisch onderzoek, waartoe de
Centrale Commissie voor de Statistiek en per
sonen. grondig bekend met het zakenleven, in
voortdurend nauw contact, moeten samenwer
ken naar het oordeel van dezen prae-adviseur.
Ook de heeren mr.'H. F. van Leeuwen en J.
Oudegeest hebben de waarde der statistische
methoden in dit verband naar voren gebracht
Bij dc besprekingen gaf de heer J. S m i d o.a.
als zijA meening te kennen, dat men bij de be
oordeeling van het institunt van een econo-
mischen barometer de waarde van de statistiek
wel eenigszins heeft overschat.
Langs statistischen weg kan b.v. nimmer in
tijden van hoogconjunctuur een periode van de
pressie worden voorspeld. Een crisis lean men
7.. i. niet vooruit registreeren. Bij een crisis is
dc waardeverandering van het geld volgens
dezen spr. ook steeds in rekening te brengen
bij elke beoordeeling.
Den heer S. de Wolff was liet opgevallen,
dat alle drie prae-adviseurs dc critiek van prof.
Treub op het Marxisme niet langer onderschrij-
i ven. Zij erkennen nl. aller de periodiciteit van
productie-crisissen, en de mogelijkheid om deze
vooruit te berekenen.
Een weer barometer kan „voorspellen", zei-
de mr. A. A. v a n R h ij n, maar een econo
mische barometer kan slechts „registreeren".
Daarom betreurt spr., dat ditzelfde woord „in
oconomicis" gebruikt wordt, daar zulks verwar
ring schept. De grondslagen van zoo'n baro
meter kunnen verder, volgens spr., niet streng
genoeg worden beoordeeld.
M r. C. J. B a fo n v a n%T u y 11 van S c -
rooskerken was van oordeel, dat er veel
te veel „imponderabilia" zijn, die nimmer kun
nen worden vastgelegd. Maar, als de barome
ter goed functionneert, zal het van te voren
bekend zijn van een crisis, deze z. i. nog ver
ergeren.
Ook zullen, volgens dezen spr., dc arbeiders
de bedrijven, waar malaise in aantocht is, niet
willen verlaten, ten einde dc werkloosheid-uit-
keering niet mis te loopen. (Beweging).
Doel van den barometer is, volgens mr. dr.
1. rf. van Zanten, de verschijnselen van
„hausse" cn „baisse" te ontleden in hunne op
eenvolging. Deze spr. acht het Centraal Bureau
voor de Statistiek daarvoor het juiste orgaan.
Volgens hem kan het samenstellen van zoo'n
barometer echter wel een jaar of twaalf duren.
Tenzij gelden beschikbaar worden gesteld om
in sneller tempo tc arbeiden.
Zou deze verccniging niet in samenwerking
met de Vereen, voor Staathuishoudkunde en
Statistiek en eenige Kamers van Koophandel
gelden voor hen Centraal Bureau bijeen willen
brengen?
De heer D e t i g e r is van meening, dat geen
enkele maatregel tegen crisissen genomen kan
worden, aangezien zij onafscheidelijk aan ons
huidig productiesysteem zijn#verbonden. Deze
spr is het volkomen eens met den heer S. de
la Bella, die ook geen heil verwacht van uit
sluitend nationale maatregelen.
Zelfs als men dè crisisperioden nimmer kwijt
?ou raken, dan acht d r. Ir. T h. van der
W a e r d en een naffwkeurige registratie toch
zeer nuttig. Men zou scherpe curven kunnen ni-
velleeren en normalisccrend kunnen optreden.
De heer J. P e 11 e n b n r g gelooft ten slot
te, dat de resultaten van den cconomischen ba
rometer, als" peilschaal van voorraden cn be
hoeften, ook voor den strijd der arbeidersklas
se van groot nut zou kunnen zijn. De arbeiders
wenschen de registratie direct onder beheer
van den Staat te zien gesteld, opdat in de open
bare lichamen critiek kan worden geoefend.
Nadat de prae-adviseurs nog over de verschil
lende problemen hadden uitgeweid, besloot de
voorzitter met dc samenvatting, dat alge
meen de instelling van een „barometer-commis
sie" door de vergadering zou worden toege
juicht.
Als vertegenwoordiger van den minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid was nog ter ver
gadering aanwezig, de heer A. Folmer, direc
teur van den Rijksdienst voor Werkloosheids
verzekering en Arbeidsbemiddeling..
Luchtvaart.
VLIEGONGEVAL.
Een marinetoestel totaal ver
nield.
Men seint ons uit den Helder
Het- vliegtuig D. 20 van het vliegveld
de Kooy vlcog hedenmorgen tegen een stalen
kabel, die dc bij Petten gestrande oude En-
gelsche kruiser "met den wal verbindt. Het
vliegtuig werd totaal vernield. De bestuurder,
milicien de Knecht, bekwam lichte verwondin
gen en werd naar het marine-hospitaal te Den
Helder vervoerd.
EEN NOODLANDING.
Het militair vliegtuig F. 517 uit Soesterberg
heeft gistermorgen te Hilversum een noodlan
ding moeten doen, waarbij het toestel met oen
goed geslaagde glijvlucht behouden neerkwam.
De bestuurder, sergeant-vlieger Jansen, cn ae
waarnemer, korporaal Wittkamp, kregen geen
letsel.
Schep vrij s'levens idealen,
Maar neem 't leven zoo het is.
VAN ZEGGELEN.
door
VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont
24
„Wel," zei ik, „dat geef ik toe, maar ik ge
loof toch, dat ik mijn eigen mcening voor mij
zal houden, totdot wij wat meer rondgekeken
hebben I"
Toen werd Garth kwaad. Wij waren deelge-
nooten in deze onderneming, herinnerde hij mij.
en wij moesten geen geheimen voor elkaar
hebben. Hij had niet gedacht, dat Bij mij daar
aan nog zou moeten herinneren
Ik geloof, dat de geweldige hitte en de ver
moeienis van onze lange klauterpartij ons bei
den wat korzelig had gemaakt. In ieder geval
was ik vrij kort tegen hem.
„Mijn goede vriend," zei ik en stond op als
om een eind aan het gesprek te maken, „alles
op zijn tijd. Bij dit soort werk moet men al
leen werken, in elk geval wanneer men nog
aan 't begin is. Geef mij een beetje tijd f"
Garth volgde mijn voorbeeld en stond op.
„Zullen we verder gaan vroeg hij.
Zijn toon was niet boos, maar er lag een
uitdrukking op zijn gezicht, die mij eraan her
innerde, dat ik bij onze eerste ontmoeting
trekken om zijn mond en neus had opgemerkt
die op een driftig karakter wezen. Garth was
een man, die blijkbaar niet gedwarsboomd wil
de worden. Nu begreep ik van wien Marjorie
haar trotsch karakter had.
Een warme advlaag dwarrelde hel dal bin
nen. De boomen ziweptcn en een melancholiek
ruischen klonk door de bladeren.
„We hoeven niet te ver te gaan", me'rkle
Gurth op met één cog naar de lucht, „of we
krijgen de heele bui op ons voordat we onder
dak kunnen komen in or.s kamp."
Bij den eersten oogopslag scheen de rots aan
het verste gedeelte van het diepe dal volko
men ontoegankelijk, maar dicht bij mijn struik
met de roode bloemen ontdekte ik een rij
vlakke rotsen, die als het ware een reuzentrap
vormden, daarlangs klommen wij omhoog, tot
dat wij ons bevonden op een rotsplateau, dat
aan de eene zijde beheerscht werd door een
geweldige rots, die in verschillende lagen bo
ven ons hoofd omhoog rees. Voor ons ging de
bodem over in een steil diep ravijn, aan den
overkant waarvan een kale rotswand den door
gang versperde.
Het was een naargeestig oord. Geen boom
of struik of groen sprietje groeide in dit kale
landschap, niets dan grijze, broze vulkonische-
rotssteen. De kale, dreigende rotsgevaarten ge
ven mij een gevoel van beklemming. Ik wepdde
mij tot Garth.
„Dit Z1'et er Qls ^et c^n(^ vao *de wereld",
zei ik, „tenzij wij een weg naar de hoogte kun
nen vinden over dezo terrasvormig® rotslagen.
Wat vind j'j er van Zullen we het probee-
ren
„Wanneer we erin konden slagen, dat eerste
terras te bereiken", üntwoordde mijn metge
zel, „zouden wij in ieder geval eenig uitzicht
hebben. Van hieruit kun je heelemaal niets
zien."
Ik moest Garth op mijn schouders laten
klimmen om hem erop te hijschen en zijn hon
derd-kilo-gewicht dTukle geloof ik een aardig
patroon van zijn spijkerschoenen op mijn
schouders. Hoe het zij, ten koste van mijn rug
en verscheidene ontvellingen aan zijn honden en
knieën, stond Garth ten laatste op de gladde
rots en trok mij bij de hand naast zich er bo-
vc op. Na een duizelingwekkende klimpartij,
die ons op een verhevenheid bracht ongeveer
een honderd voet boven het ravijn, \*onden wij
daar een steil soort van pad, dot ons op het
cersfe terras bracht.
Het uitzicht V/os een teleurstelling. Wij waren
nog te laag om de dreigende rotsen rondom
het ravijn te kunnen overzien en we keken
weer tegen dezelfde doodsche rij van grijze,
vulkanische pieken aan, die wij beneden ook
voor ons hadden gehad. Hot terras, waarop wij
stonden, was niet meer dan dertig voet diep
en liep over een afstand van vijftig a zestig
meter langs de heele bieedte van de rots, dan
hield het plotseling op. Het wcs blijkbaar door
menschenhonden uit de brokkelige rots gehou
wen, want een aantal grotten, die in den ach
terwand uitgehouv/en waren, bewezen dat grot
bewoners daar moesten geleefd hebben, in het
verre verleden, toen het eiland bewoond was
geweest. Het terras was eigenlijk niets anders
dan een straat, die de verschillende grotwo
ningen verbond. De grotten wn-cn laag en er
was niets meer in te vinden. Toen wo omhoog
tuuiden, zogen wij, dat de heele voorzijde van
de rots als een bijenkorf, vol woningen was,
overal grotwoningen op verschillende terrassen.
Aan het verste uiteinde, zagen wij dat het stei
le pad, waarlangs wij op het eerste terras ge-,
komen waren, zich verder kronkelde naar de
hooger gelegen terrassen. Er waren er drie in
het geheel.
Wij rustten een oogenblik op ons rotsplateau
en aten wat beschuitjes en chocolade. Vanaf
onzen waarnemingspost keken wij neer op het
graf in de open plek in het bosch. De zon was
verdwenen, maar het was nog drukkend warm.
De hemel had een onheilspellende loodklcui;
het was alsof de groote deur van een reusach
tige oven, de geweldige hitte daarbinnen uit
straalde
Terwijl v/ij onzen bescheiden lunch opaten,
bespraken we onze plannen. Wij besloten, met
het oog op het weer onzen onderzoekingstocht
voor dien dog te staken, naar ons kamp terug
tc gean cn ons daar gcmakkelrik te installeeren.
om dan den volgenden morgen vroeg op te
breken om de bovenste terrassen von de rots
te onderzoeken. Garth had blijkbaar zijn goede
hdmeu^ weer teruggekregen na onze kleine
schermutseling.
Het afdalen van de rots was een griezelige
bezigheid. Op sommige plaatsen was het pad
weggebrokkeld en meer dan eens bevonden wij
ons boven een diepen afgrond op een gladde
helling, waar alleen de spijkers van onzo
schoenen ons eenig houvast konden geven. Ik
heb geen hoofd voor dergelijk alpinisme en ik
vond die heele afdaling een nachtmerrie. Het
i-esultoat was, dat we heel langzaam vorder
den en een vol uur noodig hadden om naar
beneden te komen. Toen wij eindelijk het rots
plateau bereikten deed de wind het grijze vul
kaangrijs om onze hoofden heendwarrelen. De
hemel was nog veel donkerder geworden met
een onheilspellendcn gcelachtigen gloed en en
kele groote regendruppels vielen reeds op de
struiken. Plotseling klonk een lange, dreunende
donderslag, die alle echos in de eenzame rots
pieken wakker riep.
„Bij George," zei Garth, terwijl hij zijn
kraag opzette, „w© krijgen de volle laag, Oke-
wood. We moeten zorgen, dat we onder deze
boomen vandaan komen."
„We deden beter naar dot diepe dal te ren
nen," raadde ik aan. „De hut ligt open. Wan
neer die den wind kon weerstaan, zal zij ons
althans eenige beschutting geven I"
Wij zetten het op een loopen, terwijl het
licht merkbaar verminderde, zooals op het
tooneel. Wij liepen juist dóór het dul, toen het
onweer losbarstte. Een felle bliksemstraal, ge
volgd door een geweldigen donderslag, diepo
duisternis en stroomen van regen. Dicht ols
een gordijn vielen de regenstralen naar bene
den.
,JDe hut I" schreeuwde ik in Garth's oor.
Het was goed, dat wij er vlak bij waren, want
in die inktzwarte duisternis zouden wij haar
nooit hebben kunnen vinden. Boven het houten
bed in den hoek was het dak nog gaaf en ste
vig en beschutte ons tegen het ergste van den
regen, want de stroomen water, dio door het
dak in het midden van de hut neerplensden,
bespatten ons rijkelijk. De lucht was zoo ge
laden, dat men de electriciteit in de atmosfeer
bijna ruiken kon, wanneer de bliksem met felle
schichten door de wolken scheurde en de open
plek in hef bosch en de boomen en rotsen in
het rond hel verlichtte, alsof het dag v/as.
Het onweer was op zijn hoogtepuntde
donder daverde en wccrkootsle tegen de rot
sen van hef eiland en wonneer het even op
hield, klonk ons steeds het geplas en het ge-
ruisch van den regen in de ooren. Toen volgde
een bliksemlicht dot nog langer aanhield en
meer verblindde dan al de vorige. Het geheele
bosch was erdoor verlicht cn men zog het
kruis op het graf van den onbekende scherp
cn zwart uitkomen tegen den achtergrond van
gebogen, omgeknaktc struiken, waarvan de tok
ken cn bladeren zwiepten in den wind. En bij
dat licht zog ik de gestalte van een man, die
met gebogen hoofd bij het GrQf stond.
(Wordt vervolgd.)
-j- igtri