AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"Bonded,,uMei 192s
BINNENLAND?
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
De Terugkeer van Klompvoet.
De Staatscourant van heden 13 Mei
bevat o. a. de volgende Kon. besluiten
op verzoek eervol ontslagen Dr. J. Siioep,
als leeraar aan de R. H. B. S. te Middelburg,
en P. Westerhof, als idem te Neuzen
op verzoek eervol ontslagen E. Kingma als
notaris te Borenlo
benoemd tot kantonrcchter-plaatsvervanger
in het kanton
HaarlemmermeerJ. G. Bijl, ingenieur van
den Haarlemmermeerpolder en R, Koen, ont
vanger der directe belastingen, beiden wonende
te Hoofddorp
te Rotterdam Mr. L. E. Roes, advocaat en
procureur te Rotterdam
op verzoek eervol ontslagen de heserve-
eerste-luitenants M. Boissevain van het tiende,
T. P. de Vries van het dertiende, J. A. Emmens
van het twaalfde regt. infanterie en G. J. van
der Flier van het korps rijdende artillerie
op verzoek eervol ontslagen met dank, we
gens gezondheidsredenen, mej. M. C. Levoir,
te Den Haag, als hoofdcommies van het De
partement van Binnenlondsche Zaken en Land
bouw
op verzoek eervol ontslagen N. L. M. Til-
man als burgemeestr van Bennebroek;
aan na te noemen personen is verlof ver
leend tot het aannemen van de achter hunne
amen vermelde vreemde ordeteekenen
Jhr. W. E. Bosch van Oud-Amelisweerd, lid
van Gedeputeerde Staten van Utrecht, te
Utrechtcommandeur in de Orde van Pius
v&n den Heiligen Stoel
C. J. J. Nieuwland te Haarlem Ridder der
Orde van den H. Gregorius den Groote van
den Heiligen Stoel.
HET KONINKLIJK BEZOEK AAN
AMSTERDAM.
De aankomst.
Voor de aankomst der Koninklijke familie te
Amsterdam bestond gisteravond groote be
langstelling. De stad was in feesttooi, van de
olïicieele gebouwen en vele particuliere huizen
wapperde de driekleur. Op het Centraalstation
waren oa. ter ontvangst aanwezig burgemeester
De Vlugt, Commissaris der Koningin in
Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Roel'de ka
merheer in buitengewonen dienst, jhr. W. Röell;
de hoofdcommissaris vun politie, kapt.-luit.-
ter-zee Greeve, enz.
Nadat de trein om 5 minuten voor 7 was
binnengestoomd, had de begroeting plaats. De
Koningin droeg een langen mauvekleurigen
mantel en een hoed in dezelfde kleur.
Twee dochtertjes van den wethouder von
Freitag Drablbe boden bloemen aan de Ko
ningin en Prinses Juliana.
Langs den weg van het station naar het
Paleis aan den Dam juichte de dichte schare
de hooge bezoekers too
Het nieuwe dok der A. D. M.
Naar wij vemert*en Worden door de Amster-
damsche Droogdok Maatschappij groote voor
bereidingen gemaakt in verband met het be
zoek op Vrijdagmiddag a.s. von de Koninklijke
Familie aan het nieuwe dok V, dat ligplaats
heeft in het V op den hoek van het Nieuwen-
dammerkanaal.
In het dok wordt een baldakijn aangebracht,
terwijl de verdere versieringen voornamelijk
uit guirlandes van bloemen en vlaggen zullen
bestaan.
De plechtigheid van het in gebruik stellen
van het dok door H. M. de Koningin zal wor
den bijgewoond door vele autoriteiten, vooVal
uit de scheepvaartwereld. O m. zullen daar
aanwezig zijn de heer W. Fenenga, gedele
geerd commissaris, die vermoedelijk aan Hare
Majesteit de verschillende technische onder
deden van dit dok zal verklaren, voorts (3?
commissarissen, o.w. de heeren du Croo en
Den Tex, benevens de heer P. R. Fenenga, ad
ministrateur.
Namens de gemeente Amsterdam zal de
plechtigheid o.m. worden bijgewoond door den
burgemeester, den her W. de Vlugt en den
havenmeester, den hec, v. d. Poll.
Voorts vernemen wij dat de Koningin aan
dok V een naam zal geven, die, evenals bij de
andere dokken der maatschappij het geval is,
herinneren zal aan één der leden van het Ko
ninklijk Huis.
Naar wij vernemen, zal H. M. de Koningin
a.s. Vrijdag bij het in gebruik nemen van het
droogdok no. 5 van de Amstcrdamsche Droog
dok Maatschappij, dit dok den naam geven van
„Prins Hendrik
AUDIËNTIE.
De gewone audiëntie! vair den minister vun
Financiën zal op Maandag den I8cn Mei c.s-
niet plaats hebben.
De audiëntie van den minister **an Wa
terstaat zal a.s.Vrijdag 15 dezer niet plaats
hebben. v
DE TVv'EEDE KAMER.
Het einde der tegenwoordige zitting-
Men meldt ons uit Den Haag
In vooraanstaande parlementaire kringen
acht men het uitgesloten, dat de Tweede Kamer,
naar een hardnekkig gerucht wil, reeds den dag
vóór Hemelvaartsdag, dus Woensdag 20 dezer,
de loopenóe zitting-periode zou beëindigen. De
stand Jer werkzaamheden laat niet toe vóór
Vrijdag 29 dezer de Kamer te doen uiteengaan
AANVULLING VAN DE KIESWET
Voorloopig verslag der Twee
de Kamer.
Blijkc: s het voorloopig verslag over het
wetsontwerp tot aanvulling van de Kieswet
juichten verscheidene leden de indiening van
het ontwerp toe.
Sommige leden, die op zichzelf tegen het
ontwerp geen bezwaar hadden, verklaarden hun
stem niet voor dat ontwerp te kunnen uitbren
gen, indien daaruit niet de bepaling, dat men
zich na de stamming nog op gewetensbezwaren
kan- beroepen, zou worden geschrapt. Deze be
paling kan en zal aanleiding geven tot het voor
wenden van gewetensbezwaren door hen, die
in werkelijkheid zoodanige bezwaren niet heb
ben.
Vele andere laden .verklaarden dc noodza
kelijkheid van de voorgestelde aanvulling niet
te kunnen inzien. Zij konden zich begrijpen, dat
men gewetensbezwaren heeft tegen het stem
men, maar gewetensbezwaren tegen het zich
begeven naar 't stemlokaal en het werpen van
een stembiljet in de daarvoor bestemde bus
achtten zij niet bestaanbaar. Intusschen ver
klaarde een aantal der hierbedoelde leden wel
aan de totstandkoming van dc voorgestelde re
geling te willen medewerken.
Verscheidene leden hadden bezwaar tegen de
beperking van de redenen voor vrijstelling tot
godsdienstige bezwaren. Deze leden meenden,
dat ook bezwaren van politieken aard (b.v. van
anarchisten) tot vrijstelling moeten kunnen lei
den.
DE RIJWIELBELASTING.
Drie ton meer don verleden jaar.
Het V a d. schrijft
Toen wij op 17 Februari de opbrengst van
de rijwielbelasting tot 1 Februari 1925 publi
ceerden, bleek bij vergelijking met 1924 dc
opbrengst ryim 10 ton minder te zijn. Wij
voerden toen als vermoedelijke oorzaak aan,
dat vele menschen 's winters niet fietsen. Te
gen den zomer zou de opbrengst wel stijgen.
Onze verwachting is uitgekomen.
Van 1 December 1924 tot 1 Mei 1925 zijn
er T .870.152 rijwielmerkcn 1925 verkocht,
voor een bedrag van 5.610.456.
Daartegenover werden vorig jaar 1.766.677
rijwielmerkcn 1924 verkocht, voor een bedrag
van 5.300.031.
Thans heeft de rijwielbelosting dus 310.425
méér opgebracht.
Minister Colijn, div?, zoonis bekend is. dc
opbrengst schatte op 3 millioen gulden, heeft
dus nu reedseen meevaller van ruim 2^
millioen gulden.
OVEREENKOMSTEN MET DE S.S. EN DE
II. IJ. S. M.
De afschrijvingen on vergoe
ding voor postvervoer.
Verschenen is het Voorloopig Verslag be
treffende het wetsontwerp „Bekrachtiging
van overeenkomsten met dc Mpij. tot Expl.
van Staatsspoorwegen en de Holl. IJzeren
Spoorweg Mpij. omtrent afschrijvingen en
vergoeding voor postvervoer.
Sommige leden die de'strekking van dit
wetsontwerp nl. om tot een iuïstcr inzicht
te komen omtrent de werkelijke resultaten
van het spoorbedrijf en van het Staatsbedrijf
van dc Posterijen, de Telegrafie en Telefo
nie. toejuichten, waren van meening dat
daarbij consequenter te werk had moeten
worden gegaan. Wil men wéten, in hoever
een bedrijf winstgevend is dan wel verlies
gevend, dan moet men de afschrijvingen be
palen geheel onafhankelijk van do resulta
ten die zich voordoen bij de aanvaarding
van juiste afschrijvingscijfers. Door zich
goed rekenschap tc geven van de werkelijk
heid, worden de werkelijke verliezen niet
groot er.
Het is heter, een verlies op do spoorwegen
te erkennen, zij het dan dat men voorhands
geen mogelijkheid ziet, het tc dekken door
inkomsten, dan dat men een sluitende
spoorwegrekening krijgt doordat men de
lasten lager voorstelt dan ze inderdaad zijn.
Andere leden waren van mecning dat de
financiccle verhouding tusschen het Rijk en
de spoorwegen door dit wetsontwerp aller
minst tot oplpssing wordt gebracht. Zij be
treurden dat dit wetsontwerp niet naar een
bizondere commLssic was verzonden die.
deze verhouding nauwkeurig had kunnen
bestudeeren. De Staat, draagt niet alleen het
verlies dat op het spoorwegbedrijf geleden
wordt, maar ook het tekort in ondernemin
gen als het hoogoven bedrijf cn verschillende
tramwegmaatschappijen, waarin de Neder
landsche spoorwegen deel gerechtigd zijn. In
elk geval moet een scheiding worden ge
maakt tusschen het kapitaal, in het eigen
lijke spoorwegbedrijf vastgelegd, en het ka
pitaal. in andere bedrijven gestoken.
Dc hier aan het woord zijnde leden be
toogden voorts dat de spoorwegen niet de
noodige zuinigheid hebben betracht bij het
uitvoeren van herstellingswerken.
Sommige leden vroegen waarom het wets
ontwerp is ingediend onafhankelijk van hot
rapport der Staatscommissie-Pat ij n voor het
vervoervraagstuk.
Opgemerkt werd dat het intitulé van de
\Vet "iet i" overeenstemming is met de con
siderans
MINISTER COLIJN OVER DE COALITIE.
Geen conservatief bloc met
den Vrijheidsbond I
Gisteravond heeft minister Colijn te Am
sterdam voor de A.-R. kiesverecniging een re-
dq gehouden, aan het slot waarvan spr. zeide,
het vanzelfsprekend te achten, dat de A.-R. in
de komende parlementaire periode moeten
trachten hun beginselen in het staatkundig le
ven tot uiting tc brengen in samenwerking met
arceren.
Sinds lange jaren, aldus spr., hebben we
met de R.-K. en C.-H. Staatspartijen een sa
menwerking, welke we niet loslaten, omdat ze
niet gemaakt maar gegroeid is. Wie zegt, dat ik
in mjjn Deputaten-rede heb aangekondigd de
vorming van een conservatief bloc met inbe
grip van den Vrijheidsbond cn met loslating
van de samenwerking met de beide andere
rechtsche partijen, zegt een opzienbarende zot
heid. Wat ik gezegd heb is ditEr zijn vraag
stukken van nationale bcteekenis, waarvan de
oplossing te zoeken is op een breedere basis
dan overeenkomt met de scheuring links-rechts
alsof de linksche gulden beter of slechter is don
de rechtsche.
KANTONRECHTER TEQEN
STAKINGSLEIDERS.
Vragen van het Kamerlid Bulten.
Dc heer Bulten heeft den minister van justitie
dc volgende vragen gesteld
lo. Wil de minister mededcelcn, of het juist
is dat dc kantonrechter te Tcrborg, ter zitting
van het kantongerecht op Dinsdag 28 April j.l.
aldaar, een in verband met de borstelmakers-
staking te 'sHeerenberg terechtstoanden be
klaagde heeft toegevoegd
„De leiders van den bond, ik zou ze mislei
ders willen noemen, die in Utrecht zetelen, ja
gen jullie mannen in steking. Voor die heeren,
zoo zal ik ze maar noemen, doch of ze -het zijn
weet ik niet, ze gedragen er zich niet naar, lij
den jullie honger"?
2o. Is de minister, indien bedoelde kanton
rechter deze, of misschien woordelijk afwijken
de, dooh dezelfde of soortgelijke ontboezeming
heeft gebezigd, niet var. oordcel, dot deze rech
terlijke ambtenaar zich daardoor ernstig heeft
misdragen en hot vertrouwen in de onpartijdig
heid onzer rechtspraak heeft geschaad
5o. Is dc minister bereid, mede te deelen of,
en zoo ja, welke maatregelen Z. E. nemen zal,
om fatsoenlijke Nederlandsche burgers en daar
nevens het vertrouwen in de onpartijdigheid
der Nederlandsche rechtspraak, zoowel in dit
speciale geval als in het algemeen, tegen rech
terlijke ambtenaren als den Terborgschen kan
tonrechter, in bescherming te nemen.
NA HET COMMUNISTISCH CONGRES.
E?n Rcv. Arbeiders-Comité opgericht.
Te Amsterdam is opgericht een Revolutio
nair Arbeiders-Comité (R.A.C.),. dat bij de_ ko
mende verkiezingen voor de Tweede Kamer
zelfstandig zal optreden met candaitenlijsten
in zooveel mogelijk kieskringen. Het comité
wordt gevormd door C, Kilsz, voorzitter, C.
Posthuma, secretaris, W. B'aauw, penning
meester. Dc overige leden von het comité zijn
E. Bouman, J. de Kadf, C. de Klerk, J. Longen-
berg, D./Schilp, H. Speevliet en C. WcsseHus
Hggink.
Overigens maken von het comité deel uit
een groot aantal bekende leden van het Na
tionaal Arbeidssecretariant in en buiten Am
sterdam.
Op de lijsten van het R.A.C. komen als
eerste vier candidates voor G. Kits/., H. Snee
vliet van Amsterdam. J. Maurits van Rotter
dam cn H Roland Holst van Bloemendaal.
DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN
OVERIJSSEL
Dc benoeming thans officieel.
Thans is bij Kon. besluit von 9 Mei 1925 met
ingang van 1 Juni 1925 benoemd tot commis
saris oer Koningin in de provincie Overijssel
mr. A. E. baron van Voorst tot Voorst, te
Groesbeek
v MR. G. VISSERING.
Mr. G. Vissering, president der Nederland
sche Bonk, is van" zijn reis naar Ncd.-Indië
teruggekeerd en heeft zijn ambtsbezigheden
hervat.
DE HULDIGING VAN MR. MARCHANT.
Een kwart eeuw Kamerlid.
In verbond met het 25-jarig jubileum als
Kamerlid van mr. H. P. Merchant op 8 Juni
a.s. zal, naar de Tel. verneemt, op Zondag 7
Juni te Amsterdam een huldigingsvergndering
worden gehouden van den Vrijzinnig-Demo-
cratischcn Bond
Stichting van een blijvend partijfonds.
In aansluiting aan het bericht" betreffende de
huldiging op 7 Juni te Amsterdam van het
Tweede Kamerlid mr. H. P. Merchant, ter ge
legenheid van caens 25-jorig jubileum als Ka
merlid, verneemt dc Tel. nog liet volgende
Er heeft zich een huldigingscomité gevormd,
waarin 75 personen hebben zitting genomen.
Van hen zijn de volgende zeven personen met
de uitvoering belastmr. Alb. B. Gomperts,
voorzittermevr. H. ven Embden—De Ridder,
secretaresse mr. P. A. Rutgers van der Loeff,
penningmeester mr. W. H. M. Werker (voorz,
Vr. Dcm. Bond)mr. P. J. OudTh. M Kete
laar en prof dr. D. van Embden.
Met instemming van het hoofdbestuur van
den Vrijz. Dem. Bond, zal de huldiging bestuan
ten deel© in de aanbieding oan den jubilaris
van een kunstvoorwerp of onder persoonlijk
geschenk, ten deelc in de overhandiging van
een geldelijk bedrag tc bestemmen als aanvang
som van een blijvend partijfonds.
P H. EVERTS, f
Lid van Gcd. Sloten van
Limburg.
Te Sevenum is overleden de heer P. H.
Everts, lid von Gedep. Staten van Limburg,
in welk college hij ongeveer een kv/art eeuw
zitting heeft gehad.
G. J. DE BRUIN, f
Oud-burgcmecstcr van Vuren.
Te Vuren is op den leeftijd van 61 jaren
overleden de heer G. J. de Bruin, burgemees
ter dier gemeente. Vier en dertig jaren stond
de overledene aan het hoofd von de gemeente.
BUREAU VOOR HANDELSINLICHTINGEN.
De jaarvergadering.
In de te Amsterdam gehouden jaarverga
dering van de Vereeniging Bureau vopr Hon-
delsinlichtingen heeft de voorzitter van den
Raad van Bijstand, de heer jhr. G. C. Quarles
van Ufford, er op gewezen, dat de algemeenc
toestand van handel, nijverheid en scheep
vaart voor het Bureau niet altijd een juiste
barometer is voor de aan deze instelling \?aar
te nemen bedrijvigheid. In tijden van slapte
groeit omgekeerd evenredig daaraan de drang
tot het zoeken naar en aanknoopen von nieu
we verbindingen en goede afnemers en daar
mede ook het aantal groote aanvragen voor
handelsadressen.
Werd in 1924 zeer veel van het bureau
gevergd en nam de hoeveelheid werk toe met
de malaise helaas is, om alleszins begrijpe
lijke redenen, juist het omgekeerde het geval
met den finoncicelen steun, dien hot bureau
ondervindt. Vele leden moesten als bezuini
gingsmaatregel hun contributie stoken.
Een aontól bunken en firma's hebben het
bureau echter met niet onbelangrijke bijdra
gen gesteund, terwijl ook een toenemend aan
tal nieuwe leden zijn toegetreden.
Het jaarverslag werd voor kennisgeving aan
genomen,
DE WEELDEBELASTING.
Verschillende adressen.
De directeur van de Vereeniging Amster-
dnmsch Bouwfonds, o.m. eigenaresse en exploi-
tante va het Amstcrdamsch Tehuis voor ar
beiders, heeft aan den minister van financiën
geschréven, dat het voorgestelde wetsontwerp
tot heffing van een weeldebelasting de be
staansmogelijkheid van deze tehuizen ernstig
bedreigt. Hij dringt er dan ook op aan, dit ont
werp zoodanig te wijzigen, dot de door hem
aangevoerde bezworen zooveel mogelijk wor
den opgeheven. Z. L zou zulks o.m. kunnen ge
schieden door den minister de bevoegdheid to
verlcenen, om de in art. 81k van bedoeld ont
werp genoemde eethuizen eventueel onder
nadere, door den minister te bepalen voorwaar
den vrij te stellen van de voorgestelde be
lasting, zonder deze instellingen echter te bin
den aan een vastgesteld minimum-bedrag per
maaltijd; dan wel door de in voormeld artikel
genoemde minimum-grens van /0.75 te ver-
hoogen tot I.
Dc Nederlandsche Vereeniging van bonfbe-
werkersbedrijven heeft een adres oen den mi
nister von financiën gezonden, waarin opge
merkt wordt, dot zij vele cn ernstige bezworen
heeft tegen het wetsontwerp „weeldebelasting"
voor zoover het betrekking heeft op bont- of
pelswerk.
In het wetsontwerp wordt de kwalificatie
„bont of pelswerk" gebruikt, zonder daarvan
een nadere definitie te geven. Dit toch waro
noodzakelijk, omdat dc minister in de memorie
van toelichting heeft erkend, dat het begrip
pelterij niet voldoende vaststaat. Gemeend
wordt, dot de geschillen hierdoor legio zullen
worden.
De Kamer van Koophandel te Tiel heeft aan
den minister van financiën den volgenden brief
gericht
De Kamer von Koophandel voor de Neder-
Betuwe te Tiel heeft met belangstelling kennis
genomen ven het Ontwerp van wet tot aanvul
ling van de Zegelwet 1917, waarbij wordt aan
gekondigd de invoering vun de z.g. „Weeldebe
lasting".
Hoewel de Kamer -tegen de heffing van een
weeldebelasting geen principieele 'bezworen
heeft, is zij van oordeel, dat het ontwerp, zoo
als het thans is ingediend, onaannemelijk is.
In dit ontwerp wordt de scheidingslijn tus*
schcn weelde cn andere artikelen geheel wille*
keurig getrokken en worden tol van weelde
artikelen vrijgesteld, terwijl enkele bedrijven
o.a. het hotel- cn restaurantbedrijf bovenmatig
worden getroffen.
Waar de Kamer echter het meeste bezwaar
tegen heeft is het systeëm van de inning der
belasting, dot een geweldige rompslomp van
administratie met zich brengt en een geheel
nieuw leger van ambtenaren zal vereischen.
De Kamer wendt zich daarom tot uwe excel
lentie met verzoek het ontwerp oan een gron
dige revisie te onderwerpen met inachtneming
van de verschillende bezwaren, die daartegen
zijn ingebracht.
EEN MUNITIEFABRIEK TE DORDRECHT.
Hef plan vun een Oostcnrijksche
firma.
Naar de Tel. verneemt zal in de Dinsdag 26
Mei te Dordrecht te houden Raadsvergadering
aan de ord9 komen een voorstel van B. en W.
tot het in erfpacht) geven van een terrein in dci^
West-Merwcpolder (Dei Staart) van csrcr* 4
H.A., ter vestiging daarop van een patronen-I
fabriek, die thans in Oostenrijk is gevestigd.
DE BOSSCHE VEEMARKT EN ABATTOIR,
Een marktkwestio te d m Bosch.
B. en W. van Den Bosch hebbe i plannen
in voorbereiding tot het indienen bij den raad
van een voorstel tot oprichting cener nieuwe
•veemarkt met abattoir. De burgerij maakt
uit financieel en zakenoogpunt bezwaar te
gen bouw, tevens verplaatsing van veemarkt
en abattoir.
Een comilé van actie heeft in deze zeer
belangrijke kwestie den strijd reeds nange*
kondigd.
dreunde en een ware hoos van wind cn regen
teisterde het dal, rukte en scheurde aan de
hut alsof de balkon van het nietige gebouwtje
waaraan wij ons krampachtig vasthielden, ui»
elkaar gerukt moesten worden. Weer werd de
pikzwarte hemel uitecngcscheurd door een
breede lichtstreep, cn weer was het hecle dal
helder verlicht. Maar nu stond het smalle hou
ten kruis daar' weer alleen in zijn eenzame ver
hevenheid. De gedaante naast het grof was
verdwenen en de open plek in het bosch ver
laten. Ik vroeg mijzelf af, of de verschijning
misschien ten slotte toch een vinding van mijn
verbeelding was geweest. Garth had blijkbaar
niets gemerkt, dus besloot ik er niets van te
zeggen, tenzij hij mij vroeg.
Moor intusschen trok het onweer af, de don
der rommelde nog in de verte en de regen
verminderde. Er hing een doordringende zwa
vellucht en ik vermoedde, dat de geweldige
donderslag en het gekraak dat wij daarbij ge
hoord hadden, het uiteenspatten was geweest
van een meteoorsteen. Langzamerhand werd
het lichter en Hoewel de regen nog in stroomen
neerviel, kalmeerde de bui toch merkbaar.
We waren beiden in een deerniswekkenden
toestand. Onze dunne kleeding hing aan ons
als een nat badpak en we klappertandden let
terlijk.
„We schijnen onzen tijd wel heel felecht be
rekend te hebben", mopperde Garth, terwijl
hij het water uit zÜn tussor jasje wrong. „We
hadden genoeg waarschuwingen gehad dat er
onweer zou komen. Ik had gedacht, dat wij
het hadden kunnen klaarspelen bijtijds in ons
kamp terug te zijn om do bui te ontloopen.
Ik veegde mijn oogen af en grinnikte.
„O", zei ik luchtig, „een nat pak zal ons
geen kwaad doen I Kijk- de regen houdt al
op
De verveling is het ongeluk der gelukkigen.
door
VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont
HOOFDSTUK XI.
Een stem in het woud.
fk zag hem maar een deel van een seconde,
een jonge man, lang, slank cn heel blond, in
korten broek, een aan den nek openstaand
hemd en blootshoofds.
De regen stroomde hem over het gelaat en
langs zijn kleerenmaar hij stond volkomen
stil in een houding van diepen eerbied. Bij dat
onweer, in die woeste omgeving met die rotsen
moest ik denken aan een spookverschijning op
den Broeken. Of men moest veronderstellen,
dat de storm den Onbekende zelf uit zijn graf
had doen opstaan.
De verschijning deed mij hevig schrikken,
want ik had de vaste gedachte gehad, dat het
eiland onbewoond was. Ivlaar mijn brein, dat
door den dag gescherpt was, bleef geen oogen-
blik stilstaan bij de gedachte aan een boven
natuurlijke uitlegging van die verschijning. Ik
vroeg mijzelf dadelijk af, of er dan ten slotte
tóch menschen op hef eiland woonden, of dat
de man, dien ik had gezien, hier oan land was
gezet door een schip, dat het eiland aandeed.
Maar toen klonk een davciend lawaai, alsof er
een bom naast ons ontploft was, de aarde
„Ik beklaag me niet, dat we nat worden",
merkte Garth op met een ai" von waardigheid,
dat vrij dwaas postte bij zijn ontoonbaar ui
terlijk hij zat gehurkt zijn hoed uit te schud
den „ik kan, dunkt mij, alle ontberingen
van een expeditie als deze even goed verdra
gen als ieder ander. Maar ik geloof, dat het
werk van den stof vanmiddag wel wat te wen-
schen over heeft gelaten. Op een uur afstond
van het kamp tot op je vel nat te worden
mag voor U een pretje zijn, majoor Okewood,
maar het vooruitzicht van met zware kou in
bed te moeten blijven lijkt mij volstrekt niet
zoo'n pretje
In hevige verontwaardiging zette hij de
vormlooze viltmassa, die eenmaal een hoed was
geweest, op zijn hoofd.
„Als we nu moar eens naar het kamp terug
gingen", stelde hij voor. „Dot is te zeggen,
als er iets van overgebleven is. Ik zou in het
minst niet verwonderd zijn, wanneer wij de
grot onder water vonden, onze voorraden ver
nield en Carstoirs verdronken of getroffen
door don bliksem hoogst waarschijnlijk.
Ik wil niet onbescheiden nieuwsgierig zijn,
majoor Okewood, maar zou ik mogen vragen,
welke vorderingen uw nasporingen door dit
heerlijke tochtje van dezen middag hebben ge
maakt
Ik was inwendig nijdig over de richting,
v/aarin hij stuurde en de manier, waarop hij
mijn naam telkens uitsprak, maakte mij giftig.
„Je hoeft je niet ongerust te maken," ant
woordde ik kortaf. „Ik ben tot dusver volko
men tevreden I"
„Ik moet zeggen," antwoordde de baronet,
hij worstelde om zichzelf te bevrijden van
een reusachtige klimplant, die zich aan zijn
doorweekte kleeren had vastgehecht, „het
spijt mij, dat ik j© optimisme niet kan deelen.
Maar ik ben dan ook heelemaal niet op de
hoogte nu ja, het komt er vrijwel op neer
niot op de hoogte, zeg ik, van deze dolzinnige
onderneming. Vervloekt," riep hij plotseling uit,
„kun je mij even helpen, die miserabele plan
ten van mijn beenen af te krijgen
Ik haastte mij h£m te bevrijden, terwijl hij
bleef razen on tieren.
„We zijn in minder dan geen tijd thuis,'
zei ik om hem te kalmecren, want hij stelde
zich aan als een bedorven kind, „en dan zul
je eens zien welke wonderen Cnrstairs heeft
verricht om het ons gezellig te maken. En maok
je maar niet bezorgd over de grot. Die is
prachtig beschut. Geen drop water zal er in
komen
Dc schemering begon te vollen, toen wij uit
de dompige atmosfeer vun de doorweekte bos-
schen kwamen en op het flauwe lichtschijnsel
afgingen, dot uit onze grot scheen. Carstairs
wachtte ons op aan den ingang. Hij had mijn
voorspelling aan Garth ten volle verwezenlijkt.
Onze bedden wbren opgemaakt, aan den
eenen kant van de grot, cn onze wasch- en
scheerbenoodigdheden lagen op toilettafels, die
hij had geimproviseerd van kisten, keurig met
schoon, wit papier bedekt. Heet water dampte
in onze waschkommcn en een stel schoone klee
ren v/as uitgelegd op ieders bed. In het midden
van de grot was de tafel, een samenstel van
kisten, bedekt met een wit tafellaken, gedekt
voor het diner. Een stormlamp stond "in het
midden, geflankeerd door email-bekertjes uit
de picnicmand gevuld met vroolijke bloemen
en op den grond koelde een flesch van Garth's
voortreffelijke champagne in een emmer met
bronwater.
Zonder tijd te verliezen verkleedden wij ons
en binnen een kwartier genoten wij van wat on
der de gegeven omstandigheden mocht genoemd
worden een buitengewoon smakelijk maoL
Garth's booze bui dreef merkbaar over en
met de grootste hartelijkheid hief hij zijn glas
op en dronk op het welslagen vdn dc expeditie.
De vindingsrijkheid van den onvergelijkclijken
Carstoirs had dc atmosfeer der beschaving zóó
goed te voorschijn geroepen, dot het moeilijk
was te geloovcn, dat wij drieën dineerden op
een afgelegen eilandje midden in den Stillen
Oceaan.
Na het diner rekte Garth zich geeuwend uit
en verkondigde, dat hij nu maar naar kooi
ging. De ongewone insponning van den middag,
verklaarde hij, had hem doodmoe gemaakt,
Maar ik hod geen lust te gaan slapen. Mijn
brein, geprikkeld door dc ongewone omgeving,
was helderder dnn ocit. De verschijning naast
hef grof tijdens het onweer had 'mij hevig yer-
onlrust en ik wilde nadenken. Dus ging ik naar
buiten om onder den sterrenhemel eenzaam
een pijp te rooken.
Op het strand vond ik Carstoirs, die ook met
een pijp in den mond naar de zee stond te kij
ken. Ik houd van oudgedienden uit goeden
ouden tijd, zoools deze Carstoirs met zijn
twaulf jaren suppeursdienst, eerlijk en trouw,
kalm en praclisch, met gezond vei stand. En
tusschen Carstoirs en mij was stilzwijgend een
verbond van sympathie ontstaan, een band van
twee mannen, die hetzelfde soldatenberoep uit
geoefend hebben. Wij hadden over het geval
van den borrel dien avond aan booid zelfs niet
gesproken. Toen ik inlichtingen had gekregen,'
dat Carstairs proctisch genomen geheelonthou
der was, gaf ik Mockoy een wenk om alles van
die nachtelijke ziekte moor to vergeten. Ik had
mijn eigen theorie over dien borrel, en mis
schien had Carstairs de zijne; in élk geval
sproken wij er niet ovei.
(Wordt vervolgd.)