AMËRSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 16 Mei 1925
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD.
Waar het op onderwijsgebied in
ons land om gaat.
FEUILLETON.
De Terugkeer van Klompvoet.
23e Jaargang
No. 269
Gaat het goed' met de pacificatie op on
derwijsgebied? Met de „bevrediging" dus?
We gelooven van niet. Er is ean geen der
beide kanten bevrediging. Ja,, j 's 't puntje
bij 't paaltje komt, dan zouden de voorstan
ders van het 'bijzonder onderwijs niet gaarne
verklaren, dat zij, gezien de reusachtige ver
meerdering van het aantal bijzondere scho
len, ontevreden zijn, maar zij gevoelen even
goed als aan de zijde van het openbaar on
derwijs, dat het met het schoolwezen in Ne
derland toch allesbehalve in orde is.
Het kost veel te veel geld en er is veel
te veel onrust om geen erger woord te ge
bruiken. rondom de plaats van opvoeding
en onderwijs, waar omheen juist een sfeer
van rustigen arbeid moest bestaan.
'De uitvoering van de wet op het Lager-
on'derwijs van 1920. de pacificatie-wet, heeft
het nu in de verloopen 5 jaar wel doen
zien, hoe uiterst moeijjjk een bevredigende
oplossing van het groote vraagstuk der fi-
nancieele gelijkstelling ven openbaar en bij
zonder onderwijs is. En wij, die hartelijk
hebben meegewerkt om tot die oplossing te
geraken, wijl wij de juistheid van het pogen
om door bevrediging in ons land tot ver
betering van onderwijs te komenl erkenden
en dit nog erkennen, wij zien na deze vijf
jaren, dat niet verkregen is, wat wij bedoeld
bobben te verkrijgen. Meer nog, wij hebben
het vertrouwen verloren, niet alleen, dat wij
die verbeteringen langs dezen weg ooit zul
len bereiken, maar ook, dat de te 'beëindi
gen schoolstrijd, op dit pad voortgaande,
ooit een bevredigende beëindiging zal vin-
d'en.
Er is onrust en onvrede door heel het
land. Eerst meest op het platteland, toen in
de kleinere en grootere steden, nu tot in de
hoofdsteden der provincies, en in de hoofd
stad van het landoveral een gevoel
van ongerustheid, voorbode- van de lang
zaam aan ontstaande overtuiging, dat het
zoo niet zal kunnen blijven voortgaan.
Wij, die geloofd hebben in de verzekerin
gen van wie bijzonder onderwijs voor hun
kinderen begeerden en in de verklaringen
van hun politieke en kerkelijke leiders, dat
door de financieele gelijkstelling voldaan
zou zijn aan de gemoedsbezwaren van wie
•niet tevreden konden zijn met een oplei
ding op de lagere school tot christelijke en
maatschappelijke deugden, met eerbiediging
van iedere godsdienstige overtuiging en die
aan deze gemoedsbezwaarden recht hebben
zullen doen in Nederland, wij zien met
groote droefenis 'hier en daar, b.'élaas door
heel den lande, de praktijk van de tegemoet
koming op dit terrein.
Wat in Arnhem is gebeurd, in Velsen,
in Nieuwpoort, te Vianen, te Hooge Zwa-
luwe, in Amsterdam, te Apeldoorn en nog
zooveel andera plaatsen, zijn slechts de uit
wassen van een stelsel, dat er op gericht
is niet tevreden te zijn met de gelijkstelling,
maar dat de oude leuze „de bijzondere
school regel, de openbare aanvulling" in
vervulling tracht te doen gaan. Het platte
land wordt in zijn bevolking hoe langer hoe
meer verscheurd niet maar alleen door de
tegenstelling vo.or of tegen de openbare
school, maar het heeft zijn strijd al bijna niet
minder in den boezem van het bijzonder
onderwijs zelf.
Als daar in groote advertenties melding
gemaakt wordt van door werkgevers uitge-
oefenden dwang om kindaren naar de open
bare school te zenden en een Kamerlid
daarover aan den Minister vragen stelt, dan
wordt daar 'behalive een per advertentie be
kend gemaakte stevige tegenspraak daarvan
door een heel rustig beschouwen van de
school (èn kerk!) toestanden in de gemeente
Schoteiiand in „Volksonderwijs" meege
deeld.
„Alles is te verklaren uit de felheid, waar
mee in de laatste jaren de vrijzinnig- en
de orthodox-kerkelijken te Oude- en te
Nyehorne elkaar te lijf gaan, terwijl ook de
wijze, waarop gepropageerd wordt voor de
„Christelijke" school te Oudehome, heel wat
kwaad „Bloed" heeft gezet. Op het gebied
van kerk en school staat deze streek tegen
woordig in vuur en vlam."
En dat aan dien zoogenaamden dwang da
delijk zooveel ruchtbaarheid gegeven werd,
ligt geheel in de lijn van wie tegenover de
vele gevallen van eigen tekortkomingen $r
als de kippen bij is, bij wijze van tegen
hanger als feit voor te stellen, wat nog'maar
bij geruchte werd' medegedeeld.
Waar op een dorp een openbare school
was met een hoofd en vijf onderwijzeres
sen, zijn thans drie of vier scholen, met idem
zooveel gebouwen, idem zooveel hoofden,
een zeven- a achttal onderwijzers en vier
groepeeringen van ouders en kinderen, die
allesbehalve worden opgeleid in verdraag
zaamheid en samenwerking.
In plaats van den grooten strijd der be
ginselen is daar ontstaan de kleinzielige,
die het leven, het dagelijksche leven en den
persoonlijken omgang verbitteren.
Dit is niet zwart gezien, dit is de teeke-
ning geworden van den toestand. Vraag het
in Hard'inxveld, in Staphorst, in Hummelo,
waar ge maar wilt, in Noord, Zuid, Oost en
West, die oogen heeft om te zien, die
kijke, en die ooren heeft om te 'hooren, die
luistere.
En deze tonnengouds verslindende toe
stand op onderwijsgebied heeft het mogelijk
gemaakt, dat de noodzakelijke bezuinigin
gen in ons lieve Vaderland in de eerste
plaats haar toepassing hebben gevonden bij
het onderwijs. Daar was, naast bij Oorlog
en Marine, de stijging der kosten het
hoogst, daar moest teruggedreven worden
naar vroegere bedragen! Hoe kon dit advies,
waar aan de gelijkstelling niet getornd
mocht worden, aan de mogelijkheid tot uit-
leving van splitsingsneigingen niet geraakt,
dan ten koste van de waarde van dit onder
wijs zelf. En dus ais gevolg: groote klassen,
kortere leertijd, slechtere salarieeTing, geen
vervolgonderwijs, niet voor voorbereidend
onderwijs'gezorgd het heele lager onder
wijs naar beneden.
En daarbij a'ls dTeiging, niet eens meer
geheel in de verte, maar als het dit jaar in
stevige actie voor volksontwikkeling en te
gen nog meer verslechtering niet bij de ver
kiezingen gekeerd wordt, weldra a's te aan
vaarden achteruitzetting van heel ons
schoolwezen, in het bijzonder van de open
bare school en ten nadeele van 75 onzer
schoolgaande jeugd, het denkbeeld-Colijn,
•gesteund door voormannen van het bijzon
der onderwijs: de stad betale een minimum
ter verzorging van elke lagere school, de
schoolgelden zullen in de meerdere behoef
ten hebben te voorzien.
Daartegen, niet maar als gedacht, maar
als een door ons volk te zien wezenlijk drei
gend gevaar, als voortzetting van d'e huidige
moeilijk al meer te dulden toestand op on
derwijsgebied, ga onze komende actie, ons
ernstig protest, onze moeilijke strijd.
De Staatscourant van hedenavond 15
Mei bevat de volgende koninklijke beslui
ten
benoemd tot ridder in de Orde van den Ned.
Leeuw J. H. Kann te 's Gravenhage, oud lid
en voorzitter van de Commissie van bijstand
voor de uitvoering der beurswet 1914. thans
commissaris en voorzitter van de fi .ancieelo
commissie der Ned. Uitvoer Maatschappij
henoemd tot ridder in de Oranje Nassau Orde
met de zwaarden de luit ter zee le klasse T.
L. Kruvs
toegekend de bronzen ecre medaille in de
Oranic Nassau Orde aan L. Janssen letterzet
ter bii E. Smeets Steendrukkerij te Weert
bevorderd tot hoofd-inspcctcur van den ar
beid, de -inspecteur C. Donker te Amsterdam
en is hij werkzaam gesteld te Maastricht nis
hoofd van het Te districtwerkzaam gesteld
in het 4e district der arbeids-inspectie te
Utrecht de hoofd-inspecteur van den arbeid
Ir. H. M. v. Vessem, en is hij aangewezen als
hoofd von dat district
eervol ontslagen Z. de Kleyn als registratie
ontvanger te Breda
benoemd tot leeraar R. H. B. S. te den Helder
A. Potjewijd thans tijdelijk leeraar aan de R-
H. B. S. te Vlissingen
bevorderd tot hoofdofficier van den marine-
stoomvaartdienst 2e klasse de officier der ma
rine-stoomvaartdienst der lo klasse C. F. E.
Smith
op verzoek eervol ontslagen uit den zee
dienst dc officier van gezondheid 2c klasse dr.
F. J. H. van Deinse en bevorderd tot officier
van gezondheid lc klasse die der 2c klasse S.
A. G. Bromsem;
op verzoek eervol ontslagen mej. H. J.
Knottenbelt ols geneeskundige bij dc medische
nfdceling der Rijksverzekeringsbank, dr. L. M.
Metz als controlcercnd geneesheer cn mej. A.
H. von Bcomcn ols adjunctcommics, bij de
zelfde instelling
benoemd tot Majoor bij hef eerste rcg. \cld-
artillerie de kapitein W. J. D.* Hovelaor, adju
dant von de tweede Artillericbrigode
tot Luitenant-Kolonel de Majoor II. G. Ram-
bonnet, Commandant van het korps Rijdende
artillerie en J. N. H. Mcikema, commandant
van het zevende reg. veldartillerie
belast met het bevel over de vierde Artilleric
brigode de Luitenant-Kolonel Jr A. Kaub, com
mandant van het vijfde regiment veldartillerie
cn met het bevel over het vijfde rcg. veld
artillerie de Majoor I. Bessern van het eersto
rcg. veldartillerie
de titulaire rang van Luitenant-Kolonel ver
leend aan den Maoor D. C. M. André de lo
Porte, van den Stof der Artillerie, Directeur
van het Remontcwczen.
HET KONINKLIJK BEZOEK AAN DE
HOOFDSTAD.
Bezoek aan de tweede open
bare Handelsschool.
Men meldt ons uit Amsterdam Al vroeg is
de Koninklijke Familie gistermorgen uitgereden
tot het brengen van een bezoek aan de tweede
openbare Handelsschool aan de Jozef Israel-
kade.
Om kwart voor tien vertrok da Koninklijke
Stoet van het Paleis en om ruim tien uur kwam
Hare Majesteit de P. L. Takstroat doorrijden,
waar 'het frissche, moderne schoolgebouw zicht
baar is.
•Aan den ingang van de school werd de ko
ningin verwelkomd door den wethouder voor
het onderwijs, den heer Ed. Polak, die aan Hare
Majesteit voorstelde den directeur van de han
delsschool, mr. dr. Spoar.<fers, den directeur
van de afdeeling Onderwijs dr. W. L. Hendriks
en den gemeente-architect, ingenieur A. R.
Hulshoff, naar wiens ontwerp en onder wiejis
leiding deze fraaie school is gebouwd.
Een leerling uit de eerste klasse, jongejuf
frouw Ella Ruben bood Hare Majesteit een bou
quet aan.
De directeur Van de Handelschool, mr. Spaan
ders, leidde daarop de vorstin rond door ver
schillende lokalen, waarin aan de scholieren,
alsof er niets bijzonders voorviel, gewoon les
werd gegeven.
Het laatste bezoek gold het gymnastieklokaal
waar de meisjes gymnastiekles 'hadden.
De jongens, die ondertusschen onder leiding
van hunne leeraren de school hadden verla
ten, hadden zich cn haie op de binnenplaats
opgesteld.
Bezoek aan dc hcrstellingsboot
„Wilhelmina".
Nu werd naar de Weesperzijde gereden,
waar voorbij Schollenbrug een bezoek werd
gebracht aan de daar gemeerd liggende ex-
kanonneerboot „Brak", welke ingericht is tot
herstellingsoord voor reconvalescenten, als her-
stellingsboot „Wilhelmina".
•Aan den steiger werd H. M. het welkom toe
geroepen door den voorzitter, tevens oprichter
van de verceniging „Parkherstellingsoorden",
dr. M. den Hartogh, die aan de Koningin voor
stelde de leden van het dagelijksch bestuur, me
vrouw H. van Rijn van Alkemadc, secretaresse,
den heer P. Keulemans, vice-voorzitter, mevr.
KiekMulder en den heer A. W. Zonneveld.
Ook werden aan de koninklijke gasten voor
gesteld de op de herstellingsboot dienstdoende
geneesheer dr. A. J. Kropvel^ en de verpleeg
ster zuster Sparenberg.
Eenvoudig, maar daarom niet minder aardig
is deze keurig ingerichte boot versierd met
groen, met viooltjes en met vergeet-me-nictjcs.
Op het dek, dat afgeschut is met glazen, waar
door dc zon haar stralen wierp, lagen op rust
banken 23 patiënten, meerendccls menschcn.
die uit ziekenhuizen zijn ontslagen, maar nog
niet geheel genezen zijn.
Er zijn ook onder dc verpleegden, die hoe
wel niet eerst in het ziekenhuis verpleegd, daar
herstelling zoeken.
De patiënten komen dan 's morgens om half
tien, krijgen een liter melk te drinken en brood
cn pap te eten. Ook wordt hun des morgens
koffie of chocolade cn ócs middags thee be
diend.
Dc Koningin had voor elk der patiënten een
vriendelijk woord cn bovendien had H. M. voor
dc patiënten versnaperingen medegebracht. Aan
de vier zwakke kindertjes, die er verpleegd wer
den, gaf dc vorstin wat speelgoed ten geschen
ke.
Zeer voldaan waren de hoogc bezoekers toen
zij vernamen, dat sinds dc oprichting (Sep
tember 1923), 166 patiënten op dc hcrstellings
boot verpl°egd waren, die allen met gunstig ge
volg ontslagen zouden worden. Gemiddeld
kwamen de herstellenden een pond per weck
aan. No ook een bezoek gebracht te hebben
aan de vertrekken in het schip, zooals dc ge
zellige zusterknmer, verliet H. M.r onder be
tuiging van hare groote tevredenheid met de
bereikte resultaten het naar hopr genoemde
herstellingsoord.
De terugtocht naar het poleis werd daarop
aanvaard, waar dc Kon. familie om 12 uur arri
veerde.
Tocht door dc havens.
In de middaguren werd een tocht gemaakt
door dc haven. De koninklijke familie arriveer
de te ongeveer kwart over twee aan dc De Ruy-
terkade, waar aan de versierde Dokkumer-stei
ger het stoomjacht „Eiland Marken" van dc
firma Vcrschure gereed lag.
Toen de vorstelijke personen met gevolg aan
boord waren, werd gevaren naar de Cocnhaven.
De in do haven gemeerde schepen waren ge-
pavoiseerd, terwijl zich op het water talrijke
jachten hadden opgesteld. Bij het voorbijvaren
werd hartelijk hoera geroepen.
Toen men de thans voor een goed deel uit
gebaggerde Cocnhaven had rondgevaren, werd
teruggevaren in de richting van Schellingwoude.
Van de groote zeeschepen werd gejuicht.
Bezoek aan liet nieuwe dok
van de A. D. M.
Bij het 25,000 ton groote dok van dc Am-
sterdnmschc Droogdok-Maatschappij, liggend
op den hoek van het Nieuwendammerkanaal,
werd gemeerd. Daar werd voor eenige oogen-
blikkcn de „Eiland Marken" verlaten, om aon
het nieuwe dok een bezoek te brengen.
H. M. werd daar verwelkomd door den heer
W. Fencnga, gedelegeerd commissaris der
maatschappij, die aan de Koningin en den Prins
voorstelden de leden der directie en van den
raad van commissarissen. Jongejuffrouw Greet
Fencnga, het dochtertje van den heer P. Fenen-
ga, administrateur, bood H. M. een ruiker aan.
Het koninklijk gezelschop maakte vervolgens
een rondgang door het dok, waarbij de heer
\V. Fencnga de technische bizonderheden aan
de Koningin uitlegde, terwijl de heer P. R.
Fenenga dit deed aan den Prins, de heer Paul
den Tcx, commissaris, aon de prinses cn de
heer Boissevoin, commissaris, aan het gevolg
van H. M. Nadat de hooge gasten na dezen
rondgang hadden plaats genomen op de spe
ciaal opgestelde 'koninklijke tribune, verklaarde
H. M. het nieuwe dok els te zijn in gebruik
gesteld. Het dok werd vervolgens door de Ko
ningin gedoopt met den naam van „Prins Hen
drik-dok". Het groote gevaarte was versierd
met guirlandes van bloemen en tal van vlag
gen.
Na deze plechtigheid verlieten de koninklijke
bezoekers het terrein van de 'Amsterdamschc
droogdok-maatschappij cn voeren zij met de
„Eiland Marken" weer terug naar den Dokkii-
mersteiger.
Daarop werd weer gereden naar het paleis,
waar de koninklijke familie'omstreeks half vijf,'
hartelijk toegejuicht door de langs den weg ge
schaarde menschenmassa, aankwam.
HOFHOUDING.
Benoeming opperhofmaarschalk.
De Koningin heeft met ingang van 1 Juli
a.s. benoemd tot opperhofmaarschalk den ka
merheer in b. d. jhr. V. E. A. Boreel, thans
hofmaarschalk en tot kamerheer i. b. d. en
hofmaarschalk mr. F. F. baron de Smeth.
MINISTER RU7S DE BEERENBROUCK.
Minister Ruys de Beercnbrouck heeft zich ter
zake van fomilic-aongelegcrvhcden voor een
tiental dagen naar het buitenland begeven.
NODERLANDSCHE MIDDENSTANDSPARTIJ,
Het programma van actie.
Het programma van actie van de Ncd. Mid
denstandspartij is voor de komende verkiezingen
vastgesteld als volgt:
Financiën,
Herziening der verhouding van den Ncder-
londschen Staat tot de Ncdcrlondschc Bank,
opdat voorziening cn regeling van de geldbe
hoeften van Rijk, provincie en gemeente, In
welken vorm deze ook pleegt te geschieden,
niet oortga de credictpolitick cn don rente-
standaard, ten nadeele van den middenstand, to
beïnvloeden.
a. Regeling der rechtspositie der midden-
stondsbonken.
b. Regeling van dc taak cn de positie der
Verecniging von Ncdcrlondschc Gemeenten.
Geen nieuwe indirecte belastingen cn geleide
lijke opheffing der bestaande.
Geen wccldewct. Wijziging tabaksaccijns.
Herziening der pcrsoncele belasting, i. c. aan
die bedrijven, die overbelast zijn.
Defensie,
Hervorming von den militairen dienst, in ver
bond met de ontwikkeling der intcrnationolo
overeenkomsten. Overigens begrenzing tot een
absoluut defensieve taak van land- cn zeemacht,
onder één bewindsman. Verbetering von dc po
sitie der uit vroegere pensioenregelingen schodo
lijdende personen, vooral die der oud-militairen
van landmacht, zeemacht cn koloniën cn hunne
weduwen cn wcczcn.
Onderwijs, K. cn W,
o. Ontwikkeling der huidige wetgeving, waar
bij de kosten der staatsbemoeiing tot het nood
zakelijke worden beperkt
b. Bevordering van nijverheids- en handels
onderwijs.
Arbeid en HandcL
Orgonjsatierecht. Dc wetgever neme maat
regelen tot volledige cn principieel© erkenning
van het recht der middenstand-organisatie cn
hare verhouding, op haar speciaal vakterrein,
bij regceringsanngelegenheden.
a. Wijziging in de positie der Raden van Ar
beid: Middenstands-, Nijverheids- en Hoogcn
Raad van Arbeid,
Rijksinkoopbureait,
Opheffing van elke rijksbemoeiing met do
directe aanschaffing van benoodigdheden cn
wo ren.
b. Regeling der controleerende taak door da
Algcmccne Rekenkamer.
Waterstaat
a. Bespoediging Zuiderzeewerken en afdoende
regeling voor olie schade lijdende belangheb
benden.
b. Wegenverbetering.
c. Reorganisatie Rijksbedrijven.
Land- cn Tuinbouw,
Bevordering van den aanleg van goede ver
bindingen te land en te water cn handhaving
der" controleerende- en adviesdiensten onder
ressort der organisaties, inzonderheid ook in
voorname buitenlandsche centr».
Handelspolitiek,
De partij acht ten deze, gelet op de wisselen
de internationale conjunctuur, een zoodanige
politiek geboden, die den vrijhondel als doel
vooropstellend het Nederlandscho belang, naar
gelang van zaken, regelt, cén en onder in over
leg met bestaande bedrijfs- en handelsorgani
saties.
Justitie,
o. Invoering der administratieve rechtspraak
gewcnscht.
b. Herziening burgerlijk recht
c. Bespoediging der procedure in alle instan
ties.
d. Geen hechtenis voor socialo wetsovertre
ding.
c. Betere regeling der rechtspositie van da
gehuwde vrouw.
Tracht te zijn een kostbare steen, gezet door
de hand van een kunstenaar.
CARMEN S7LVA.
door
VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont
27
Ik nam mijn kompas, opende het étui en
boog mij over dc lichtende naald. Ik stond heel
stil om den wijzer gelegenheid te geven tot
rust te komen. Toen drong uit de zwarte diep
ten van het woud een zacht geneurie tot mij
door. Ik luisterde scherp. Geen vergissing was
mogelijk. Het was een menschelijke stem. En
die bromde zacht, zooals men soms zacht bij
zichzelf neuriet bij wijze van tijdpasscering.
Weer luisterde ik. De stem verhief zich en
daalde weer, hield nu cn dan even op, maar
klonk altijd gedempt. Plotseling kreeg ik dc
melodie te pakken, een melancholiek refrein,
dat iemand niet losliet. Zooals in een volks
liedje kwam hot aan 't eind van ieder couplet
weer terug. En ik voelde, dat het zweet mij
uitbrak, cn mijn hort versteende van ontzet
ting, toen ik het lied herkende3
„Se murio, y sobre su cara
„Un panuelito le hecher
Het wns het lied van Zwollen Poblo, den
ianger uit het laantje.
HOOFDSTUK XIL
Ik ontmoet een oude kennis,
Be stond aan den grond genageld. Het een
tonige gezong hield aan. Hoe ver de zanger
van mij vciwijderd was, kon ik onmogelijk
schatten want stemmen dragen ver in den
nacht hij kon evengoed twintig als honderd
meter verwijdeid zijn. Er zat niets anders op
don terug te gaan in die klamme, dam
pige duisternis was er geen denken aan iemand
to besluipen.
Al de gebeurtenissen van de afgeloopen week
bestormden mijn brein. Ze waren mij dus op
het spoor cn ik was nu in do klauwen van El
Cojo'sber uchte bendeMaar ik had nu geen
tijd voor veronderstellingen of overpeinzingen.
Later kon ik alles wel uitdenkenvoor het
oogenblik moest ik mijn hersens bij elkaar
houden en verzinnen hoe ik zonder leven te
maken zoo snel mogelijk uit deze dichte wil
dernis kon komen.
Nu had het neuriën opgehouden. Beteekcnde
dit, dat de ganger naderbij was gekomen Ik
spande mijn ooren in, maar kon niets anders
hooien, don het geritsel van de blodcTen, wan
neer er een druppel viel. Dopr dezo dichte wil
dernis te kruipen zonder leven te maken, was
onmogelijk, daarvan was ik zeker. Een oude
herinnering aan do aue-rhaanjacht in Rusland
kwam mij to hulp. Men moest het mannetje dat
boven in een boom zat, zoo dicht mogelijk no-
deicn, terwijl hij de wijfjes ender den boom
riep. Zoolang hij riep, bewoog men 2ich voor
uit zoodra hij ophield, bleef men stilstaan.
Het neuriën begon weer. Bedroog mijn oor
mij Het kionk nu bepaald dichter bij. Met
mijn kompas plat op de linkerhand, ging ik
snel vooruit in westelijke richting. Wanneer hetj
neuriën ophield, bleef ik stilstaan en ging
weer verder, zoodra het weer begon.
Een vreeselijke gedachte kwam bij mij op.
Was de zanger de spion, van wiens ongeziene
tegenwoordigheid Carstairs dien avond zoo on
der den invloed was geweest? Of waren er nog
anderen Had het cordon mij doorgelaten
alleen om mij bij mijn terugkeer des te beter
te kunnen vangen Ik had geen wapen; want
ik had Carstairs mijn revolver gegeven om
schoon te maken cn te smeren, toen ik in het
kamp terugkwam na ons stortbad van dien
middag.
Het neuriën was veel flauwer geworden. Ik
moest er meer en meer verwijderd van raken.
Een oogenblik bleef ik stilstaan om het zweet,
dat mij over het voorhoofd liep, af to wisschcn.
Toen klonk plotseling een luid gekraak in het
struikgewas vlak bij. II; was voorbereid op de
ontmoeting, ging met den rug tegen een boom
staan en trachtte zonder eenig succes
met mijn blikken die wanhopig dichte duister
nis te doorboren. Weer een hevig gekraak, een
angstige schreeuwcn ik herademde. Het
was maar een wild varken, dat ik op zijn
nachtelijken zwerftocht had gestoord.
En nu had ik den zanger al volle vijf minu
ten niet meer gehoord. Het woud werd minder
dicht en ols weldadig aandoende muziek klonk
mij het verwijderde gebruis van do zee in dc
ooren. Weldra kwam ik, zonder vcidcro we
derwaardigheden op het strand uit, niet meer
dan een twintig pas van onze grot verwijderd.
Een donkere gedaante rees uit de duisternis
op aan tnijn voeten. Het was Carstahs. Ik legde
mijn hand op zijn mond en trok hem mee
de grot in. De ruimte weergalmde ven Garth's
regelmatig gesnork.
„Je hadt het bij 't rechte eind, Carstairs,"
fluisterde ik. „Er is werkelijk iemand in die
bosschen daar l Heb je nog iets gehoord of
gezien
„Neen, mijnheerl" antwoordde de man. „Maar
ik was er zóó zeker van, dut ik naar binnen
ben geslopen, een revolver gehaald heb cn ben
blijven opzitten om op U te wachten..."
ITij liet mij den revólver in zijn hond zien.
„Het heele zaakje bevalt mij niets, Carstairs,"
zei ik, „dot is zeker. Ik ben niet bang uitgeval
len, maar ik wil toch liever niet dc kans loopen,
hier in het kamp overvallen te worden. Heb
je niet een paar meelzakken of zoo Nu, neem
dan een schop en vul dio met zand, wil je
Wanneer wij een kleine beschutting voor den
ingang van de grot kunnen maken, dan moet
één nian die kunnen verdedigen tegen ieder,
die erin wil. Ondertusschen zal ik Sir Alexander
eens wakker gaan maken 1"
Het is een beetje penibri iemand uit zijn
hecilijkc droomen to rnsolen wakkcrschuddcn
om hem te vertellen, dat je hem feiten van het
meeste belang verzwegen hebt. Maar ik kon in
ieder geval eerlijk verzekeren, dat ik tot op
dat oogenblik toe, niet anders dan vermoedens
had gehad om op voort to bouwen.
Op zijn elleboog gesteund, lag Gnith te luis
teren naar mijn heele verhaal, juist zooals ik
het hier heb nergeschrcven, vanaf het oogen
blik dat John Bard vaststelde, dat Zwarte Poblo
de man moest zijn geweest, die de wacht had
gehouden builen Adam's hut, tot op do vreem
de gebeurtenissen in het boscn dien nacht toe.
,Wat ons precies te wachten staat Sir Alex
ander," besloot ik, „dat weet ik niet. Maar wij
zijn hier met een bepaald doel en ik weet
zeker, dat U met mij eens is, dat wij niet mo
gen toelaten, dat een bende vuile schurken Ons
er ven af houdtl"
.Natuurlijk niet, kerel, natuurlijk nietver
klaarde dc katoenkoning. „Maar eigenlijk kan
ik niet gelooven, dat doze kerels werkelijk
kwaad tegen ons in den zin hebben. Wij zijn
tenslotte toch Britschc onderdanen cn voor
ullcs wat Engelsch is, hebben zo hier een hei
lig respect...."
„Dot is best mogelijk," antwoordde ik, „maar
vergeet niet, dat wij niet weten, hoo sterk dezo
bende is. Geweld bekrachtigt dc wet, zeggen
zemaar op dit eiland wordt het Britsche
prestige vertegenwoordigd door op den kop of
drie zéér onvolkomen uitgeruste Engelschcn.
„Maar als ik nu eens zeggen mag," viel
Garth vrij groot docnerig in dc rede, „je loopt
nogal hord van stapel. Uit het feit, dat je op
een eiland, dot wij vroeger onbewoond waan
den, ccn lied hoorde zingen, dat je (in bijzon
dere omstandigheden, dat geef ik loc) in Ro
driguez hodt gehoord, schijn je af te leiden, dot
de' mannen, die Adams vermoord hebben, op
dit eiland geland zijn. Dat lied van jou kan
wel een geliefd volksdeuntje in Rodriguez zijn,
iederen zingt h'et daar misschien. Heb je daar
aan 1 gedocht
„V. uiineer die gedaante, die je bij het graf
zag staan cn die mon, dien je in het bosch
hoorde neuriëen tot die geheimzinnige bendo
behooren El-Hoe heet-hij-ook-wcer, don moe
ten ze ons hierheen gevolgd zijn. Moor hoe zijn
ze don gekomen? We hebben geen stoomschip
gezien. Wanneer doorentegen dat geneurie voor
een eenvoudige verklaring vatbaar is, zooals ik
daareven veronderstelde, dan is de laatste scha
kel waarmee je deze geheimzinnige bezoekers
van Cock Island verbindt met El-Dinges' ben
de, ook kapot."
(Wordt vervolgd.)