x
Da rubriek van Oom Karei.
Als jullie <lit leest, hebben we al zoo gauw
Pinksteren, dat ik daarom toch weer eens een
apart woordje met jullie praten moet. Want de
2de Pinksterdag is de dag bij uitnemendheid
(net zooals Vb» Hemelvaartsdag trouwens)om
tochtjes te gaen maken. Ik gu dan meestal niet
met den heelen stroom mee, maar zoek wat
rustige plekjes op, die niet iedereen kent. Maar
ik hoor juUie nl zeggen „als iedereen zoo
doet, dan blijven er geen rustige plekjes meer
over." Juist, en daarom is het zoo gelukkig,
dat n'ct iedereen er zoo over denkt.
De oudere klanten van do kinderkrant zul
len zich nog wel herinneren, dat ik vorige jaar
eens een tocht beschreven heb over Baarn, en
dan langs de Eem, den kronkelweg naar den
Ham terug. Dan herinneren ze zich ook nog,
wat voor leuks ik in dit stukje beschreef: de
schijngevechten van de kemphanen.
Maar er zijn nu zoo veel nieuwe neven en
nichten bij gekomen, dat die ook wel eens
mogen hooren, waar je nu eens echt van een
rüstig stukje natuur kunt genieten, waar je te
gelijk die grappige vogels te zien krijgt. Zoo
als ik al zei, vind je ze voel op dien weg
langs de Eem. Of weet je, waar ook Tus-
schcn Spakenburg, langs den zeedijk naar
Eemcijk zog ik ze pas nog, bij groepjes van
zes, zeven en meer tegelijk. Als je zoo'n groep
je ziet (je herken tde vogels dadelijk aan het
bruine, oranje of grijze bont, dat ze dragen;
het zijn precies deftige dames met prachtige
boa's om), dan leg je voorzichtig je fiets aan
den kant van den weg, als je op een fiets bent,
en dan heel voorzichtig kom je nog wat dich
terbij. Dan ga je stil in het gras zitten. Eerst
zie je misschien wat onrust onder de vogel-
familie, maar je blijft maar heel stilletjes, en
dan komen ze vanzelf weer op hun gemak. En
dan beginnen ze weer hun gevechten, het lijken
wel negerdansen, want ze kunnen net zoo mal
om elkaar heendroaien, en dan opeens wecr-
stilstaan, doodstil met de kraag rechtop. Ik
weet zeker, dat jullie neg nooit op de kemp
hanen gelet hebt, de mcestcn hebben ze nog
nóóit gezien zelfs, dus daarom alleen al is het
een tochtje naar Ecmland waard. Iedereen
heeft wel eens een tochtje naar Zeist, naar
Hoogland, naar ik weet niet waar overal heen
gemaakt, maar ccn tocht naar de kemphanen?
Dat is iets nieuws neem daar dan eens een
van de Pinksterdagen voorje ziel er altijd
heel weinig menschen, maar laat het die dagen
dan maar eens druk zijn van neven cn nichten
van Oom Karei
En vertel me dan volgende week wat je alle
maal gezien hebt, want behalve do kemphanen
is er nog zooveel meer te Bewonderen. Ik ben
bcbieuvd naar jullie verhalen.
DE WATERTOREN.
Dat was een vreugde, toen wij vernamen
Maandag II Mei naar den watertoren .tc gaan.
Om 9 uur gingen wij- in rijen naar den toren
toe, die aan den Hoogen weg gelegen is. On
derweg zongen cn vermaakten we ons. De meis
jes plukten bloemen. Zoo kwamen we eindelijk
aun. Mijnheer ging ons aankondigen en wij gin
gen den tuin door tot de deur van de machine-
knmei. Daar legde de directeur ons alles uit
wat het pompstation aangaat. Het eerst kre
gen wij een kaart van de Geldersche vallei met
do 'buizen op 3 verschillende plaatsen in Amers
foort en omstreken. Het eerst wordt er een
buis in den grond geslagen waar dan een fil
terbuis later ingedaan wordt. Het water wordt
dus voor oen deel vast gereinigd, maar dit is
pos hot eerste. Dan worden meteen de verschil
lende lagen grondsoorten zichtbaar. Die grond
soorten liet die mijnheer ons zien van bron 7.
Dat waren wel 24 verschillende soorten. Verder
kregen wij nog een paar filters uit de sproci-
knmer te zien. Daarna kregen wij vergunning
cm de machinekamer te bezichtigen. Daar was
één pomp aan het werk, van de twee. In die
stoomketel bevond zich een druk van 40 at-
mospheer. Dat werd aangegeven door metaal
manometers, die zich op bijna iederen stoom
ketel bevinden. Daarna gingen wij naar de filtc-
reerkamer, waar twee groote bokken zijn met
ieder ongeveer 40 sproeiers of filters. Het is
RAADSELS.
De oplossingen van vorigen keer zijn
I. Tabokmontschappij Herms O'dcnkott en
Zenen; met de woorden
-kameraad,
zomertijd,
schelm.
Col i j n,
Rembrandt.
Helenendoorn.
Hottentot,
trapes
hennep
kas.
II. Oom Karei; met de woerden*
oom ark
olm rem
mol Eem
kin Lek.
Deze week heeft het gunstige lot getroffen
Goudenre gen. Komt zij Dinsdag dan even
langs hét Bureau van het Dagblad
De kampioenen, die ik nu nog noteer, zijn
Bobbie; Mimosa; Zwartkop; Bruno; Gymnast;
Crocus: Bay; Paddestoel: Bob; Voetbal; Storm-
vog'el; Kwikzilver; Quonab; Pimpompoenlje;
Speurder; Robbedoes, Sneeuwwitje, de Ka m-
pioen; Draver; Goudenregen en Anjelier.
NIEUWE RAADSELS.
I. Mijn geheel bestaat "it 10 woorden en 47
letters en roepen wij één ran ons alle toe.
43 12 18 12 is een plaats in Palestina.
15 31 4 is een insect,
iï 38 29 10 1 is een jongensnaam,
6 8 3 is een lidwoord.
22 55 36 vindt men op een schip.
45 44 is deel van de mast.
21 16 18 26 17 7 23 31 is de naam van
onzen kampioen.
41 47 is een lengtemaat.
2 30 21 is cn akelig beest met een lange
staart.
40 5 4 12 is ccn meisjesnaam.
39 41 24 is het hoogste deel van een huis.
9 19 20 21 is een ouderwetsch muntstuk.
27 28 is een lidwoord.
33, 34, 25, 11, is een meisjesnaam.
25, 24, is een persoonlijk voornaamwoord.
52, 29, 17, 42, is een plant, die nu heel mooi
bloeit langs de wegen.
37, 40, 41, 29, is niet achter.
14, 15, 42, is een afgekorte naam.
(Ingez. door Athlect).
II. De plaatsnaam op de vierde rij meet öok
van boven naar bentdon tc lezen zijn, dus op
de kruisjes:
X -
X
X
x
x
x
Up de le rijeen kimker.
Op de 2e rij een hoofddeksel.
Op dc 3e rijeen schildersplaats.
Op de 4c rijde gevraagde plaats; in Zee
land, waar oesters vandaan komen
Op dc 5e rij ccn voorwerp, dat de schoen
maker gebruikt.
Op de 6e rijeen bekend merk van stuf.
Op de 7e rijccn klinker.
(ïngez. door Gymi\ost.
Hoe het Zeewater zout
is geworden
Een Oude Noorsche Sage
opnieuw verteld.
Langen tijd geleden leefde er in Seeland
een jonge koning. Hij was de zoon van den
zonnegod Fro en even goed als zijn vader.
Hij was opgegroeid in het paleis van een
ouden, Zweedschen koning en men had hem
Frodi genoemd, naar den zonnegod Fro.
Deze gaf zijn zoon, toen hij een jongeling
geworden was, Seeland tot erfgoed.
Vol blijdschap had Frodi de regeering
over dit schoone eiland aanvaard en hoe
wel hij met schild en speer wist om te gr-an
als een held, krachtig en dapper was, ken
de hij toch geen overmoed of strijdlust. Hij
bracht zijn dagen niet door met het maken
va veroveringen en avontuurlijke tochten,
maar gaf goede wetten en leerde zijn volk
het veld bebouwen en den vrede bewaren.
Frodi zag vol eerbied lot zijn goddelijken
vader op en bad hem om kracht en wijs
heid. Zijn nederigheid en vertrouwen stelden
hem in staat zijn land zóó te besturen, dat
zijn onderdanen gelukkig waren. Toch was
hij nog heel jong, eigenlijk niet veel ouder
dan een knaap.
Wel zwol zijn heldenhart van trots bij
de gedachte, dat zijn voorvaderen in
Asgard's poorten woonden, doch dit
maakte hem niet hoogmoedig.
Uit dankbare liefde richtte hij een offer
feest aan ter eere van zijn vader, den zonne-
ged, die de weldoende zonnestralen op aar
de zond en den vruchtbaar makenden re
gen deed neerdalen.
Vroolijk brandden op Seeland de groote
offervuren en klonken de liederen ter eere
van den zonnegod.
Van zijn zetel in Asgard blikte Fro op
Seeland neer en verheugde zich over zijn
goeden zoon. Glimlachend schonk hij zon
neschijn en regen.
Een gulden tijd heerschte op het eiland:
het veld bracht kostelijk graan en vruchten
op en de menschen waren trouw en vrede
lievend. Nergens werd er gestreden om
macht en bezitting, niemand eigende zich
toe, wat niet van hem was.
Langzamerhand echter werd de jonge
koning, de godenzoon, zich meer en meer
bewust, dat geen rijk in het Noorden zich
dan net of het regent; zóó hoog spuit het wa
ter. En tot slot kregen wij neg ccn gebouw te
zien waar al het water bij elkaar kwam en dan
door buizen naar 'dc stacl gevoerd wordt. Het
water dat dnn overblijft gnnt nunr den waterto
gen op de berg en vundoar near de villa's aan
den bergkant; want bij het pompstation kon
men zoo veel water niet naar dc hoogte krij
gen. Toen wij dat alles gezien hadden, zijn we
naar huis terug gewandeld.
(Ingez. door Athlect.
HANDWERKJE.
Een scherm om ccn bloempot.
Als jullie thuis een bloempot hebt, waar jo
graag eens wat moois om heen ziet, dan moeten
jullie nemen stukjes karton, die van boven wat
breeder moeten zijn, dan van onderen, bij
voorbeeld van boven 10 en beneden 8 c.M. En
dan moeten jullie dat zoo uitmeten, dat nl dio
stukjes met mekaar juist om dc bloempot heen-
passen. Nu toeken je op die stukjes karton iets
leuks, met krijt of verf en maak nu in elk stuk
je vier gaatjes, aan elke hoek. Door nu door die
gaatjes een nnrdig gekleurd koordje te halen,
worden die stukjes een geheel én past dot ge
heel netjes om de pot
(Ingez. door Tante Riek).
met het zijne kon meten, dat geen koning
hem in macht en kracht overtrof. Hoe meer
voorspoedige jaren er voorbijgingen, hoe
meer hij vergat, dat hij dat alles aan de
goedheid von Fro te danken had. Wel
brandden nog bij het oogstfeest de offer
vuren ie zijner eere, doch de zoon keerde
2ich helaas meer en meer af van zijn god
delijken vader. Meer en meer begon hij 2ich
te verhoovaardigen op de welvaart in zijn
rijk.
Bij dit alles blikte Fro treurig neen* op
het schoone eiland.
Toen geschiedde het, dat koning Frodi
jonge meisjes voor zijn toovermolen noo-
dig had. Zij moesten zeer krachtig zijn en
veel kunnen malen. Na eenig zoeken vond
hij er twee: Fenja en Wenjo. die van de
reuzen afstamden. Thiassi, een geweldige
bergreus, was hun vader.
Frodi bracht de jonge meisjes naar zijn
molen, die Grotti heette. Deze toovermolen
maalde alles wat de Koning maar wenschte;
goud en edelsteenen. vrede en geluk. Hij
was de kostbaarste bezitting van den Ko
ning en deze hield hem in hooge eere,
want de molen had hem docr ?ijn toover-
kracht reeds veel gcedS aangebracht. Hij
wilde echter nog meer hebben.
Tot nu toe had hij maat v.-eten te houden
in Le gebruik van zijn toovermolen. Sedert
hij echter verleerd had bij zijn vader voor
lichting en leiding te zoeken, wes in hejn
de begeerte naar goud, macht er. genot
niet meer te verzadigen. Hij gebood de
jonge meisjes dus zooveel en zoo lang te
malen, als zij maar konden.
Zij maalden uit alle macht en zongen
daarbii:
Wij malen voor Frodi, zoo moedig
en stout,
Wij malen hc.m vrede, veel vreugde
en goud I
Trouw bleven zij den geheelen dag aan
hun zwaren arbeid, doch toén het avond ge
worden was, Werden zij moe en wilden op
houden. Frodi verbood hun echter te rus
ten. Zij moesten steeds blijven malen: goud
en vrede voor het geluk van Frodi.
Zij maalden nog ecnigen tijd door, maar
toen hielden zij op. De koning werd boos en
wilde, dot zij zouden doorwerken, doch zij
antwoordden:
Voor de Kleintjes.
fVSoetier breit.
Door C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Ja, Mieke-pop, 'k moet even passen.
Zijn deze kousjes niet wat groot?
't Zijn d' eersten van je Mammie, weet je,
Ook zij had graag de voetjes bloot.
Maar Mammie's eigen Moeder zei dan
Nr.o kindje, dat gaat werk'lijk nietl
Als jij op bloote pootjes rondliep,
Gaf 't stellig pijn en veel verdriet I
Ik ga dus net als Oma breien;
Ja, deze zijn je wat te groot.
Daarom zal ik ze kleiner maken;
'k Kreeg wol van Oma: donkerrood.
Wat zal miin Mieke-popje mooi zijn
Ik brei den heelen middag door
En als ze ar zijn, kriig 'k van Mieke
Een zoen op elke wang er voor.
We gaan dan Zondag samen warid'len,
Als 't m o o i weer is, in het plantsoen.
Dat kon mijn Miek bedenk eens even!
Toch niet op bloote voetjes doen!
„Al tiw dienaren en dienaressen slapen
feeds leng. Onze armen verlangen naar
rust; wij hebben lang genoeg aan den molen
gestaan. Laat ons nu slapen
Doch (Ie Koning herhaalde zijn bevel.
„Goed, dan zullen wij malen riepen
Fenja en Wen ja, cn zij maalden met reu
zenkracht, maar geen goud en vrede voor
Koning Frodi: zij maalden de komst van een
vijandig leger, dat aangevoerd werd door
een machtigen zeekoning.
Fro had zich van zijn hebzuchligen zoon
afgewend, en de zeekoning versloeg
Frodi, verwoestte zijn paleis, roofde al zijn
Schatten, laadde alles op een heel groot
schip en zeilde weg van Seeland.
Dat was het einde van Frodi's geluk eiY
vrede. En Fro zag treurig op zijn geliefd
Seeland neer. De zeekoning had op zijn
schip ook den molen en dc jonge meisjes
meegenomen, en hij beval haar spoedig te
mo1^, geen goud, maar zout, want dat.was^
in zijn oogen veel kostbaarder.
Fenja en Wenja moesten nu veel zout
molen. Eindelijk waren zij moe cn daar het
nöcht geworden was, vróegen zij om te
mogen rusten. Maar ook de zeekoning be
val, dat zij moesten doormalen.
Boos deden zij dit en er kwam hoe langer
hoe meei; zout. De last werd hoe langer
hoe zwaarder en eindelijk zonk het schip
met alles wat er op was.
Toen pntstond er een draaikolk in de zee,
daar waar het water tusschen de openin,
der molensteenen schoot. De zee werd zout
en is sedert dien tijd zout gebleven.
Fenja en Wenja werden echter door hun
machtigen vader geréd en naar Riesenheim
(de verblijfplaats der reuzen) teruggebracht.
Voortaan behoefden zij niet meer voor
hebzuchtige koningen te malen.
Zoo heette in de Gcnv.v nschc sagen
wereld de plaats, waar de goden vertoefden.
CORRESPONDENTIE.
Voor mijn nieuw»; neven en nichten zet ik
er Aren boven, dat de briefjes in co bus moe
ten gedaan worden, ,.u eerlijk Dinsdag,
avond", de bus is de spleet in den muur van
het bureau Amcrsfoortsch Dagblad; Achter do
Arnhemsche Poortvol 2u. Du:; niet to laat ko
men
Goudenregen. Dnn zat je zeker op don
grond. ïk loop er ook altijd mmr gauw uit, n!i
zü zoo bezig zijn; cn tóch schi-nt het te moe
ien. Anders wordt do boel veel tc vuil I
11 o n k a. Dnt is dan zeker het groote ver
schil tusschen land- cn zceklimnnt. Nu is liet
veer heel wot anders, hè
Hercules, Wat doe jij dan. toch altijd,
cai jc het zoo druk hebt Verte) me dat eens,
Hoe is het met jc tuintje? Je had trapcr in-
plc'.ttts van trapas
Nonnie. Nee, je had mier, maar het was
bedoeld mol. Dat is wel een insectencter.
De groeten terug l
Pnddest ocl. Dat was heel grappig zoo
Ook alweer weinig tijd. Wat voeren jullie toch
alleinanl uit Of tegen de repetities fnusschien?
Kampioen. AVot deden jullie voor hoe
lijks Ja, wot een weertje, hè Jc meet me ze
ker eens vertellen van je fietstocht J
E n t'r e-n o u s. Dnt zul wel een geweldige
toer geweest zijn, met je schoenen non. Dot
heb ik nooit gedaan. Ik denk, dot jullie wel
reuzeprct zullen hebben van de pot. Vertel jo
het me
Haasje. Een volgende keer. Ik had er mao»
een paar; wie het eerst kwam, wie het eerst
ze kreeg. Maar ik heb je genoteerd voor een
volgende keer l
B r u'h o. Ik heb gi oole bewondering voor
jou beentjes, hoor Dat heb ik allemaal ge
fietst, en'dan is het nog een flink tochtje. Wat
zal de boterham lekker gesmaakt hebben
Speurder. Ja, dat is nooit zoo leuk, als
liet zoo stampvol is; daarom go ik meest vroeg.
Het was een groot succes, oio laatste.
Buletje. Wat een grappige r.aarru ïs het
niet de bedoeling bulletje Ik zal zeker e-n
volgende keer aan je denken met de postzegels.
Nu zijn zc op. Dank voor je raadsel. Maar'ik
ga altijd het rijtje af.
Hulsttakj e. Waar is clie kermis dun Ik
ga eens zoeken en. als ik jou tegen kom, gaan
we samen eens in dc draaimolen,hc Groetjes
terug f
Quonab. Een andere keer. Nu waren z»
op. Ook nl weinig tijd. Ik denk, dat dat alle
maal van het mooie weer komt I
Goudbaard. Wat een heerlijkheid, nl die
verjaardagen na mekaar! Ga het maar goed
leeren het is altijd makkelijk.
Edclweisz. Dan nog wel hartelijk gtW
luxgewcnscht, hoor I Dat zal een geweldige
pret geweest zijn, met dc makkertjes. Wat h-
je gekregen
Appelsnot t. Het doet me plezier, d^':
je het bpek rnooi vond. Vertel me er eens wat
van ,wont ik ken het niet.
Krekeltje. Heb jc ook meegedaan. He
melvaartsdag Je moet weer eens een praatje
met me makendat is veel gezelliger I
Jackie Coogan. Wat een prijzen Jc
moet me eens vertellen, waaruit die allemaal
bestonden Wot was die eereprijs
K w i k z il v e r. Zoo zal je het wel gauw loe
ren; ik liet eens per ongeluk, de bus los en
merkte toen; dat ik alleen kon zwemmen. Zoo
zal het jaar misschien ook gaan I
Athlect. Dat gaat voor natuurlijk. Maar
je schrijft anders zoo mooi leng. Zooals je
ziet, heb ik jc opstel geplaatst.
Gymnast. Dat was zeker een vergissing.
Ik zal hem dan maar gelooven, en het-weer in
orde maken. Heb je nog eens een paar mop
pen
Draver. Welk gebouw is dat En wat heb
je daar gezien Wot een bof, om centen le
vinden. Jc hod me moeten vertellen, dot je
jong was, dan had ik je kunnpn gelukwcnschen.
Dan nu nog maarWat dos je met al di*>
hoeden
Mimosa. Heerlijk, dat jc dat nu al kent
Nu ga je zeker sparen voor een eigen Maar
dat is een heel geduld werkje, hè
Zwartkop. Ja, die fietspaden zijn ver
rukkelijk, woAt anders was het niet te doen.
Ben jij ook den heelen dag op de boerderij
geweest
Voetbal. Dat zullen wel héél wat boter*.
hammen geweest zijn Tenminste nu zoo n dag'
fietsen cn wandelen gaat cr heel wat nuar bin
nen Is dot park groot
H o n c y. Lcuko naam zeg Dat komt, om-
dot het wel heel aardig was, maar wut kort ei*
ómdat cr al oen ander geplaatst was. Wat neb
jij gezongen
P i m p o m p o e n I je. Wat heerlijk, dat die
zoo goed gaan; cn vooral Duitsch is iels, wat
do meeste slecht maken, hè Tot volgende
week. Heb je nog eons n mnn X
Tulp. Wat heb jc eruit gehaald? Wanneer
ben jc jarig? Wat /nl dut een feest zijn, oen
fiets
Koning B o k o. Vond je zo moeilijk Je
had schelm vergeten I
Boer Klaas. Kom je zc Dinsdag even holen
non het bureuu van het Dagblad; ze liggen dan
klaar. Jammer, moor don een volgenden wed
strijd niet ziek worden, hoor
Bob. Veel plezier in Woudenberg I Wat ga
je doen; zeker wnndelen. Hoe is dc taalles ge
worden. De groeten terug.
B o y. Kom Dinsdag dnn c*#en op het bureau
van het Dogblud de plaatjes halen Ik zal zo
klaar leggen. Ga je nog uit met de Pinksteren?
Stormvogel. E; vond het poesje nóg
mooier. Vesta heeft hoor zeker niet gezien,
anders hadden ze wol gevochten
Crocus. Wat een ondeugd, om die arme
menschen, die eerst eens moed moeten schep
pen, nat te spetten Ik zal eens zien of ik jo
eens te pokken kan krijgen
W i l d e b r u s. Dat was een geweldige ver
rassing, die mooie tcckening. Hoe heb je dol
zoo keurig gekregen. Wut een verjaardag heb
jij gehad. Ja, ik go ook altijd. Ik ben heusch
jalocrsch op jou prachtige horloge l
Bobbie. Dus dnt weer hersteld. Ik herin
ner me niet, hoe het gegaan is, maar ik zal
maar op je eerlijke gezicht afgaan. Heb jo
nog- eens een lochpastille voor me
Boone stauk. Leuk, dat je weer eens lo»
rugkomt. Ik herinner me Nikkcrtjte heusch niet,
maar .dnt komt, cr zijn er, ook zóóveel. Ik ver-^
heug me op jc verbaal van het tochtje.
Repelsteeltje. Wat een knoppc meid,
om zoo'n puzzle in mekaar te zetten I Ik zo'
haar bij den voorraad doen, hoor! Wal heb jij
oen moeite cn tijd voor rt\c over. Dut vind ik
erg lief.
C e c i l i a. Waren je hersentjes toen heel es-
maal gesmolten i Ik kun het me indenken-,
hoor I Hoc gaat het met Bobbic Wat voo»
een soort is het
Sneeuwwitje. Di<e hodden héél wat of-
gelult op éen dag. Wat zullen ze moe geweest
zijn! Dus R ibbedoes is-gelukkig weer beter.
Rad ij s. Wie ben jij eigenlijk Een nieuwe
ling zeker. Je mort me eens wat van jc r?!f
j vertellen. Tot volgende week
R obbedocs. Wqt een snoeperig klein
briefje was me dat. Je zult wel edit genoten
hebben, zoo'n heelen dog buiten, nu ziek zijn,
Ben je weer hoelemaal beter
Blauwe Distel. Luk voor de kleintjes.
Dat komt volgende week, want heb dezo
weck veel correspondentie. Geweldig leuk ver
haal van die wesp. Erg interessant,
F l u p r o o s. Kom je dun Dinsdag" oven
langs Bureau van hot Dagblad; don mug
je ze komen halen. Dnt lijkt moor zoo, want
ik krijg cr iedere 'week meer bij, maar ant
woord korter.
Anjelier. Ik geloof, dot jij, een babbel
kous bent, cr. d/-t je het zelf vertelt I Want
geen een heeft danr zoo veel mee (e stellen.
Dus.mondje dicht I
Moortje. Je ziet, je bent de laatste, wnnt
jc was eigenlijk een dng te l,lQt met je briefje,
maar ik heb nog maar tens met mijn hnnd
over mijn hart gestreken, cn toch oon jc ge
schreven \v et knn jij ol mooi brieven schrij
ven. Dcc je dut alleen
SMULHOEKJE.
Pinda rolsjes.
Julliq moeten munr eens aan Moeder vragen
of je met dc Pinksteren eens lekker smullen
mag aan een snoeperijtje, dot erg gemakkelijk
le maken is.
Noodig zijn ccn kopje suiker, een paar lepels
water, wat vanille. Dit allés Iaat je op oen zacht
vuurtje voorzichtig smelten cn nis'het goed ge
smolten is. moet het zoo lang doorkoken, dat
de massa stroopechtig is geworden.
Van tc voren zijn er een bakje pinda's ge
peld cn die worden nu door de suikermasso-
geroerd.
Nu is de aanrecht een beetje vet gemaakt
vooraf, dus wanneer de massa goed doorge
roerd is, maak Ban met ccn lepel een kluitje
en leg dat neer. Verdeel zoo de massa. Don
laten afkoelen; cn dan lekker opeten I
LACIIPASTILLES.
Opblijven.
Moeder„Kees, naar bed, jongen I"
Kees „Hè, Moeder, nog even
Moeder„Nee, jongen, naar bed, vlug I"
Koos (blij, dat hij een inval heeft) „Moeder,
mag ik dan opblijven, als ik beloof, dat ik vlug
naar bed toe gn l"
(Ingez. door Gymnast).
Gefopt.
Jan tot Piet„Vo r geen honderd gulden
krijg je me in die autobus
Piet, verhaard „W.r rom niet?"
Jon, lachend„Wel, omdat ik cr voor een
dubbeltje in kan I"
DE BAROMETER.
Frnnr. „Po, dc barometer is vreeseliik ge
daald I"
Po „Hoeveel don wel, jongen
Prans„Nu, wel twee Meter, Po, hij is uit
het raam gevallen I"
(Ingez. door Crocus).
HISTORISCH.
Bij een dorpsopstootje heeft men de veld
wachter in ccj\ hoek gedrukt tusschen het bil
jart cn een tapkast van de herberg, terwijl de
tweede politicman achter een heg is gevlucht.
De Burgemeester verschijnt op het terrein en
roept veldwachter No. 1; die vanuit zijn be
nauwde schuilplaats antwoordt: „Hier Burge
meester I" „En waar is je collega
Deze duikt nu van achter de heg te voor
schijn, zeggende„Ik had me hier verdekt op
gesteld, Edelachtbare I"
(Ingez door Blauwe JPjstel).