x Da rubriek van Oom Karei. Als jullie <lit leest, hebben we al zoo gauw Pinksteren, dat ik daarom toch weer eens een apart woordje met jullie praten moet. Want de 2de Pinksterdag is de dag bij uitnemendheid (net zooals Vb» Hemelvaartsdag trouwens)om tochtjes te gaen maken. Ik gu dan meestal niet met den heelen stroom mee, maar zoek wat rustige plekjes op, die niet iedereen kent. Maar ik hoor juUie nl zeggen „als iedereen zoo doet, dan blijven er geen rustige plekjes meer over." Juist, en daarom is het zoo gelukkig, dat n'ct iedereen er zoo over denkt. De oudere klanten van do kinderkrant zul len zich nog wel herinneren, dat ik vorige jaar eens een tocht beschreven heb over Baarn, en dan langs de Eem, den kronkelweg naar den Ham terug. Dan herinneren ze zich ook nog, wat voor leuks ik in dit stukje beschreef: de schijngevechten van de kemphanen. Maar er zijn nu zoo veel nieuwe neven en nichten bij gekomen, dat die ook wel eens mogen hooren, waar je nu eens echt van een rüstig stukje natuur kunt genieten, waar je te gelijk die grappige vogels te zien krijgt. Zoo als ik al zei, vind je ze voel op dien weg langs de Eem. Of weet je, waar ook Tus- schcn Spakenburg, langs den zeedijk naar Eemcijk zog ik ze pas nog, bij groepjes van zes, zeven en meer tegelijk. Als je zoo'n groep je ziet (je herken tde vogels dadelijk aan het bruine, oranje of grijze bont, dat ze dragen; het zijn precies deftige dames met prachtige boa's om), dan leg je voorzichtig je fiets aan den kant van den weg, als je op een fiets bent, en dan heel voorzichtig kom je nog wat dich terbij. Dan ga je stil in het gras zitten. Eerst zie je misschien wat onrust onder de vogel- familie, maar je blijft maar heel stilletjes, en dan komen ze vanzelf weer op hun gemak. En dan beginnen ze weer hun gevechten, het lijken wel negerdansen, want ze kunnen net zoo mal om elkaar heendroaien, en dan opeens wecr- stilstaan, doodstil met de kraag rechtop. Ik weet zeker, dat jullie neg nooit op de kemp hanen gelet hebt, de mcestcn hebben ze nog nóóit gezien zelfs, dus daarom alleen al is het een tochtje naar Ecmland waard. Iedereen heeft wel eens een tochtje naar Zeist, naar Hoogland, naar ik weet niet waar overal heen gemaakt, maar ccn tocht naar de kemphanen? Dat is iets nieuws neem daar dan eens een van de Pinksterdagen voorje ziel er altijd heel weinig menschen, maar laat het die dagen dan maar eens druk zijn van neven cn nichten van Oom Karei En vertel me dan volgende week wat je alle maal gezien hebt, want behalve do kemphanen is er nog zooveel meer te Bewonderen. Ik ben bcbieuvd naar jullie verhalen. DE WATERTOREN. Dat was een vreugde, toen wij vernamen Maandag II Mei naar den watertoren .tc gaan. Om 9 uur gingen wij- in rijen naar den toren toe, die aan den Hoogen weg gelegen is. On derweg zongen cn vermaakten we ons. De meis jes plukten bloemen. Zoo kwamen we eindelijk aun. Mijnheer ging ons aankondigen en wij gin gen den tuin door tot de deur van de machine- knmei. Daar legde de directeur ons alles uit wat het pompstation aangaat. Het eerst kre gen wij een kaart van de Geldersche vallei met do 'buizen op 3 verschillende plaatsen in Amers foort en omstreken. Het eerst wordt er een buis in den grond geslagen waar dan een fil terbuis later ingedaan wordt. Het water wordt dus voor oen deel vast gereinigd, maar dit is pos hot eerste. Dan worden meteen de verschil lende lagen grondsoorten zichtbaar. Die grond soorten liet die mijnheer ons zien van bron 7. Dat waren wel 24 verschillende soorten. Verder kregen wij nog een paar filters uit de sproci- knmer te zien. Daarna kregen wij vergunning cm de machinekamer te bezichtigen. Daar was één pomp aan het werk, van de twee. In die stoomketel bevond zich een druk van 40 at- mospheer. Dat werd aangegeven door metaal manometers, die zich op bijna iederen stoom ketel bevinden. Daarna gingen wij naar de filtc- reerkamer, waar twee groote bokken zijn met ieder ongeveer 40 sproeiers of filters. Het is RAADSELS. De oplossingen van vorigen keer zijn I. Tabokmontschappij Herms O'dcnkott en Zenen; met de woorden -kameraad, zomertijd, schelm. Col i j n, Rembrandt. Helenendoorn. Hottentot, trapes hennep kas. II. Oom Karei; met de woerden* oom ark olm rem mol Eem kin Lek. Deze week heeft het gunstige lot getroffen Goudenre gen. Komt zij Dinsdag dan even langs hét Bureau van het Dagblad De kampioenen, die ik nu nog noteer, zijn Bobbie; Mimosa; Zwartkop; Bruno; Gymnast; Crocus: Bay; Paddestoel: Bob; Voetbal; Storm- vog'el; Kwikzilver; Quonab; Pimpompoenlje; Speurder; Robbedoes, Sneeuwwitje, de Ka m- pioen; Draver; Goudenregen en Anjelier. NIEUWE RAADSELS. I. Mijn geheel bestaat "it 10 woorden en 47 letters en roepen wij één ran ons alle toe. 43 12 18 12 is een plaats in Palestina. 15 31 4 is een insect, iï 38 29 10 1 is een jongensnaam, 6 8 3 is een lidwoord. 22 55 36 vindt men op een schip. 45 44 is deel van de mast. 21 16 18 26 17 7 23 31 is de naam van onzen kampioen. 41 47 is een lengtemaat. 2 30 21 is cn akelig beest met een lange staart. 40 5 4 12 is ccn meisjesnaam. 39 41 24 is het hoogste deel van een huis. 9 19 20 21 is een ouderwetsch muntstuk. 27 28 is een lidwoord. 33, 34, 25, 11, is een meisjesnaam. 25, 24, is een persoonlijk voornaamwoord. 52, 29, 17, 42, is een plant, die nu heel mooi bloeit langs de wegen. 37, 40, 41, 29, is niet achter. 14, 15, 42, is een afgekorte naam. (Ingez. door Athlect). II. De plaatsnaam op de vierde rij meet öok van boven naar bentdon tc lezen zijn, dus op de kruisjes: X - X X x x x Up de le rijeen kimker. Op de 2e rij een hoofddeksel. Op dc 3e rijeen schildersplaats. Op de 4c rijde gevraagde plaats; in Zee land, waar oesters vandaan komen Op dc 5e rij ccn voorwerp, dat de schoen maker gebruikt. Op de 6e rijeen bekend merk van stuf. Op de 7e rijccn klinker. (ïngez. door Gymi\ost. Hoe het Zeewater zout is geworden Een Oude Noorsche Sage opnieuw verteld. Langen tijd geleden leefde er in Seeland een jonge koning. Hij was de zoon van den zonnegod Fro en even goed als zijn vader. Hij was opgegroeid in het paleis van een ouden, Zweedschen koning en men had hem Frodi genoemd, naar den zonnegod Fro. Deze gaf zijn zoon, toen hij een jongeling geworden was, Seeland tot erfgoed. Vol blijdschap had Frodi de regeering over dit schoone eiland aanvaard en hoe wel hij met schild en speer wist om te gr-an als een held, krachtig en dapper was, ken de hij toch geen overmoed of strijdlust. Hij bracht zijn dagen niet door met het maken va veroveringen en avontuurlijke tochten, maar gaf goede wetten en leerde zijn volk het veld bebouwen en den vrede bewaren. Frodi zag vol eerbied lot zijn goddelijken vader op en bad hem om kracht en wijs heid. Zijn nederigheid en vertrouwen stelden hem in staat zijn land zóó te besturen, dat zijn onderdanen gelukkig waren. Toch was hij nog heel jong, eigenlijk niet veel ouder dan een knaap. Wel zwol zijn heldenhart van trots bij de gedachte, dat zijn voorvaderen in Asgard's poorten woonden, doch dit maakte hem niet hoogmoedig. Uit dankbare liefde richtte hij een offer feest aan ter eere van zijn vader, den zonne- ged, die de weldoende zonnestralen op aar de zond en den vruchtbaar makenden re gen deed neerdalen. Vroolijk brandden op Seeland de groote offervuren en klonken de liederen ter eere van den zonnegod. Van zijn zetel in Asgard blikte Fro op Seeland neer en verheugde zich over zijn goeden zoon. Glimlachend schonk hij zon neschijn en regen. Een gulden tijd heerschte op het eiland: het veld bracht kostelijk graan en vruchten op en de menschen waren trouw en vrede lievend. Nergens werd er gestreden om macht en bezitting, niemand eigende zich toe, wat niet van hem was. Langzamerhand echter werd de jonge koning, de godenzoon, zich meer en meer bewust, dat geen rijk in het Noorden zich dan net of het regent; zóó hoog spuit het wa ter. En tot slot kregen wij neg ccn gebouw te zien waar al het water bij elkaar kwam en dan door buizen naar 'dc stacl gevoerd wordt. Het water dat dnn overblijft gnnt nunr den waterto gen op de berg en vundoar near de villa's aan den bergkant; want bij het pompstation kon men zoo veel water niet naar dc hoogte krij gen. Toen wij dat alles gezien hadden, zijn we naar huis terug gewandeld. (Ingez. door Athlect. HANDWERKJE. Een scherm om ccn bloempot. Als jullie thuis een bloempot hebt, waar jo graag eens wat moois om heen ziet, dan moeten jullie nemen stukjes karton, die van boven wat breeder moeten zijn, dan van onderen, bij voorbeeld van boven 10 en beneden 8 c.M. En dan moeten jullie dat zoo uitmeten, dat nl dio stukjes met mekaar juist om dc bloempot heen- passen. Nu toeken je op die stukjes karton iets leuks, met krijt of verf en maak nu in elk stuk je vier gaatjes, aan elke hoek. Door nu door die gaatjes een nnrdig gekleurd koordje te halen, worden die stukjes een geheel én past dot ge heel netjes om de pot (Ingez. door Tante Riek). met het zijne kon meten, dat geen koning hem in macht en kracht overtrof. Hoe meer voorspoedige jaren er voorbijgingen, hoe meer hij vergat, dat hij dat alles aan de goedheid von Fro te danken had. Wel brandden nog bij het oogstfeest de offer vuren ie zijner eere, doch de zoon keerde 2ich helaas meer en meer af van zijn god delijken vader. Meer en meer begon hij 2ich te verhoovaardigen op de welvaart in zijn rijk. Bij dit alles blikte Fro treurig neen* op het schoone eiland. Toen geschiedde het, dat koning Frodi jonge meisjes voor zijn toovermolen noo- dig had. Zij moesten zeer krachtig zijn en veel kunnen malen. Na eenig zoeken vond hij er twee: Fenja en Wenjo. die van de reuzen afstamden. Thiassi, een geweldige bergreus, was hun vader. Frodi bracht de jonge meisjes naar zijn molen, die Grotti heette. Deze toovermolen maalde alles wat de Koning maar wenschte; goud en edelsteenen. vrede en geluk. Hij was de kostbaarste bezitting van den Ko ning en deze hield hem in hooge eere, want de molen had hem docr ?ijn toover- kracht reeds veel gcedS aangebracht. Hij wilde echter nog meer hebben. Tot nu toe had hij maat v.-eten te houden in Le gebruik van zijn toovermolen. Sedert hij echter verleerd had bij zijn vader voor lichting en leiding te zoeken, wes in hejn de begeerte naar goud, macht er. genot niet meer te verzadigen. Hij gebood de jonge meisjes dus zooveel en zoo lang te malen, als zij maar konden. Zij maalden uit alle macht en zongen daarbii: Wij malen voor Frodi, zoo moedig en stout, Wij malen hc.m vrede, veel vreugde en goud I Trouw bleven zij den geheelen dag aan hun zwaren arbeid, doch toén het avond ge worden was, Werden zij moe en wilden op houden. Frodi verbood hun echter te rus ten. Zij moesten steeds blijven malen: goud en vrede voor het geluk van Frodi. Zij maalden nog ecnigen tijd door, maar toen hielden zij op. De koning werd boos en wilde, dot zij zouden doorwerken, doch zij antwoordden: Voor de Kleintjes. fVSoetier breit. Door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Ja, Mieke-pop, 'k moet even passen. Zijn deze kousjes niet wat groot? 't Zijn d' eersten van je Mammie, weet je, Ook zij had graag de voetjes bloot. Maar Mammie's eigen Moeder zei dan Nr.o kindje, dat gaat werk'lijk nietl Als jij op bloote pootjes rondliep, Gaf 't stellig pijn en veel verdriet I Ik ga dus net als Oma breien; Ja, deze zijn je wat te groot. Daarom zal ik ze kleiner maken; 'k Kreeg wol van Oma: donkerrood. Wat zal miin Mieke-popje mooi zijn Ik brei den heelen middag door En als ze ar zijn, kriig 'k van Mieke Een zoen op elke wang er voor. We gaan dan Zondag samen warid'len, Als 't m o o i weer is, in het plantsoen. Dat kon mijn Miek bedenk eens even! Toch niet op bloote voetjes doen! „Al tiw dienaren en dienaressen slapen feeds leng. Onze armen verlangen naar rust; wij hebben lang genoeg aan den molen gestaan. Laat ons nu slapen Doch (Ie Koning herhaalde zijn bevel. „Goed, dan zullen wij malen riepen Fenja en Wen ja, cn zij maalden met reu zenkracht, maar geen goud en vrede voor Koning Frodi: zij maalden de komst van een vijandig leger, dat aangevoerd werd door een machtigen zeekoning. Fro had zich van zijn hebzuchligen zoon afgewend, en de zeekoning versloeg Frodi, verwoestte zijn paleis, roofde al zijn Schatten, laadde alles op een heel groot schip en zeilde weg van Seeland. Dat was het einde van Frodi's geluk eiY vrede. En Fro zag treurig op zijn geliefd Seeland neer. De zeekoning had op zijn schip ook den molen en dc jonge meisjes meegenomen, en hij beval haar spoedig te mo1^, geen goud, maar zout, want dat.was^ in zijn oogen veel kostbaarder. Fenja en Wenja moesten nu veel zout molen. Eindelijk waren zij moe cn daar het nöcht geworden was, vróegen zij om te mogen rusten. Maar ook de zeekoning be val, dat zij moesten doormalen. Boos deden zij dit en er kwam hoe langer hoe meei; zout. De last werd hoe langer hoe zwaarder en eindelijk zonk het schip met alles wat er op was. Toen pntstond er een draaikolk in de zee, daar waar het water tusschen de openin, der molensteenen schoot. De zee werd zout en is sedert dien tijd zout gebleven. Fenja en Wenja werden echter door hun machtigen vader geréd en naar Riesenheim (de verblijfplaats der reuzen) teruggebracht. Voortaan behoefden zij niet meer voor hebzuchtige koningen te malen. Zoo heette in de Gcnv.v nschc sagen wereld de plaats, waar de goden vertoefden. CORRESPONDENTIE. Voor mijn nieuw»; neven en nichten zet ik er Aren boven, dat de briefjes in co bus moe ten gedaan worden, ,.u eerlijk Dinsdag, avond", de bus is de spleet in den muur van het bureau Amcrsfoortsch Dagblad; Achter do Arnhemsche Poortvol 2u. Du:; niet to laat ko men Goudenregen. Dnn zat je zeker op don grond. ïk loop er ook altijd mmr gauw uit, n!i zü zoo bezig zijn; cn tóch schi-nt het te moe ien. Anders wordt do boel veel tc vuil I 11 o n k a. Dnt is dan zeker het groote ver schil tusschen land- cn zceklimnnt. Nu is liet veer heel wot anders, hè Hercules, Wat doe jij dan. toch altijd, cai jc het zoo druk hebt Verte) me dat eens, Hoe is het met jc tuintje? Je had trapcr in- plc'.ttts van trapas Nonnie. Nee, je had mier, maar het was bedoeld mol. Dat is wel een insectencter. De groeten terug l Pnddest ocl. Dat was heel grappig zoo Ook alweer weinig tijd. Wat voeren jullie toch alleinanl uit Of tegen de repetities fnusschien? Kampioen. AVot deden jullie voor hoe lijks Ja, wot een weertje, hè Jc meet me ze ker eens vertellen van je fietstocht J E n t'r e-n o u s. Dnt zul wel een geweldige toer geweest zijn, met je schoenen non. Dot heb ik nooit gedaan. Ik denk, dot jullie wel reuzeprct zullen hebben van de pot. Vertel jo het me Haasje. Een volgende keer. Ik had er mao» een paar; wie het eerst kwam, wie het eerst ze kreeg. Maar ik heb je genoteerd voor een volgende keer l B r u'h o. Ik heb gi oole bewondering voor jou beentjes, hoor Dat heb ik allemaal ge fietst, en'dan is het nog een flink tochtje. Wat zal de boterham lekker gesmaakt hebben Speurder. Ja, dat is nooit zoo leuk, als liet zoo stampvol is; daarom go ik meest vroeg. Het was een groot succes, oio laatste. Buletje. Wat een grappige r.aarru ïs het niet de bedoeling bulletje Ik zal zeker e-n volgende keer aan je denken met de postzegels. Nu zijn zc op. Dank voor je raadsel. Maar'ik ga altijd het rijtje af. Hulsttakj e. Waar is clie kermis dun Ik ga eens zoeken en. als ik jou tegen kom, gaan we samen eens in dc draaimolen,hc Groetjes terug f Quonab. Een andere keer. Nu waren z» op. Ook nl weinig tijd. Ik denk, dat dat alle maal van het mooie weer komt I Goudbaard. Wat een heerlijkheid, nl die verjaardagen na mekaar! Ga het maar goed leeren het is altijd makkelijk. Edclweisz. Dan nog wel hartelijk gtW luxgewcnscht, hoor I Dat zal een geweldige pret geweest zijn, met dc makkertjes. Wat h- je gekregen Appelsnot t. Het doet me plezier, d^': je het bpek rnooi vond. Vertel me er eens wat van ,wont ik ken het niet. Krekeltje. Heb jc ook meegedaan. He melvaartsdag Je moet weer eens een praatje met me makendat is veel gezelliger I Jackie Coogan. Wat een prijzen Jc moet me eens vertellen, waaruit die allemaal bestonden Wot was die eereprijs K w i k z il v e r. Zoo zal je het wel gauw loe ren; ik liet eens per ongeluk, de bus los en merkte toen; dat ik alleen kon zwemmen. Zoo zal het jaar misschien ook gaan I Athlect. Dat gaat voor natuurlijk. Maar je schrijft anders zoo mooi leng. Zooals je ziet, heb ik jc opstel geplaatst. Gymnast. Dat was zeker een vergissing. Ik zal hem dan maar gelooven, en het-weer in orde maken. Heb je nog eens een paar mop pen Draver. Welk gebouw is dat En wat heb je daar gezien Wot een bof, om centen le vinden. Jc hod me moeten vertellen, dot je jong was, dan had ik je kunnpn gelukwcnschen. Dan nu nog maarWat dos je met al di*> hoeden Mimosa. Heerlijk, dat jc dat nu al kent Nu ga je zeker sparen voor een eigen Maar dat is een heel geduld werkje, hè Zwartkop. Ja, die fietspaden zijn ver rukkelijk, woAt anders was het niet te doen. Ben jij ook den heelen dag op de boerderij geweest Voetbal. Dat zullen wel héél wat boter*. hammen geweest zijn Tenminste nu zoo n dag' fietsen cn wandelen gaat cr heel wat nuar bin nen Is dot park groot H o n c y. Lcuko naam zeg Dat komt, om- dot het wel heel aardig was, maar wut kort ei* ómdat cr al oen ander geplaatst was. Wat neb jij gezongen P i m p o m p o e n I je. Wat heerlijk, dat die zoo goed gaan; cn vooral Duitsch is iels, wat do meeste slecht maken, hè Tot volgende week. Heb je nog eons n mnn X Tulp. Wat heb jc eruit gehaald? Wanneer ben jc jarig? Wat /nl dut een feest zijn, oen fiets Koning B o k o. Vond je zo moeilijk Je had schelm vergeten I Boer Klaas. Kom je zc Dinsdag even holen non het bureuu van het Dagblad; ze liggen dan klaar. Jammer, moor don een volgenden wed strijd niet ziek worden, hoor Bob. Veel plezier in Woudenberg I Wat ga je doen; zeker wnndelen. Hoe is dc taalles ge worden. De groeten terug. B o y. Kom Dinsdag dnn c*#en op het bureau van het Dogblud de plaatjes halen Ik zal zo klaar leggen. Ga je nog uit met de Pinksteren? Stormvogel. E; vond het poesje nóg mooier. Vesta heeft hoor zeker niet gezien, anders hadden ze wol gevochten Crocus. Wat een ondeugd, om die arme menschen, die eerst eens moed moeten schep pen, nat te spetten Ik zal eens zien of ik jo eens te pokken kan krijgen W i l d e b r u s. Dat was een geweldige ver rassing, die mooie tcckening. Hoe heb je dol zoo keurig gekregen. Wut een verjaardag heb jij gehad. Ja, ik go ook altijd. Ik ben heusch jalocrsch op jou prachtige horloge l Bobbie. Dus dnt weer hersteld. Ik herin ner me niet, hoe het gegaan is, maar ik zal maar op je eerlijke gezicht afgaan. Heb jo nog- eens een lochpastille voor me Boone stauk. Leuk, dat je weer eens lo» rugkomt. Ik herinner me Nikkcrtjte heusch niet, maar .dnt komt, cr zijn er, ook zóóveel. Ik ver-^ heug me op jc verbaal van het tochtje. Repelsteeltje. Wat een knoppc meid, om zoo'n puzzle in mekaar te zetten I Ik zo' haar bij den voorraad doen, hoor! Wal heb jij oen moeite cn tijd voor rt\c over. Dut vind ik erg lief. C e c i l i a. Waren je hersentjes toen heel es- maal gesmolten i Ik kun het me indenken-, hoor I Hoc gaat het met Bobbic Wat voo» een soort is het Sneeuwwitje. Di<e hodden héél wat of- gelult op éen dag. Wat zullen ze moe geweest zijn! Dus R ibbedoes is-gelukkig weer beter. Rad ij s. Wie ben jij eigenlijk Een nieuwe ling zeker. Je mort me eens wat van jc r?!f j vertellen. Tot volgende week R obbedocs. Wqt een snoeperig klein briefje was me dat. Je zult wel edit genoten hebben, zoo'n heelen dog buiten, nu ziek zijn, Ben je weer hoelemaal beter Blauwe Distel. Luk voor de kleintjes. Dat komt volgende week, want heb dezo weck veel correspondentie. Geweldig leuk ver haal van die wesp. Erg interessant, F l u p r o o s. Kom je dun Dinsdag" oven langs Bureau van hot Dagblad; don mug je ze komen halen. Dnt lijkt moor zoo, want ik krijg cr iedere 'week meer bij, maar ant woord korter. Anjelier. Ik geloof, dot jij, een babbel kous bent, cr. d/-t je het zelf vertelt I Want geen een heeft danr zoo veel mee (e stellen. Dus.mondje dicht I Moortje. Je ziet, je bent de laatste, wnnt jc was eigenlijk een dng te l,lQt met je briefje, maar ik heb nog maar tens met mijn hnnd over mijn hart gestreken, cn toch oon jc ge schreven \v et knn jij ol mooi brieven schrij ven. Dcc je dut alleen SMULHOEKJE. Pinda rolsjes. Julliq moeten munr eens aan Moeder vragen of je met dc Pinksteren eens lekker smullen mag aan een snoeperijtje, dot erg gemakkelijk le maken is. Noodig zijn ccn kopje suiker, een paar lepels water, wat vanille. Dit allés Iaat je op oen zacht vuurtje voorzichtig smelten cn nis'het goed ge smolten is. moet het zoo lang doorkoken, dat de massa stroopechtig is geworden. Van tc voren zijn er een bakje pinda's ge peld cn die worden nu door de suikermasso- geroerd. Nu is de aanrecht een beetje vet gemaakt vooraf, dus wanneer de massa goed doorge roerd is, maak Ban met ccn lepel een kluitje en leg dat neer. Verdeel zoo de massa. Don laten afkoelen; cn dan lekker opeten I LACIIPASTILLES. Opblijven. Moeder„Kees, naar bed, jongen I" Kees „Hè, Moeder, nog even Moeder„Nee, jongen, naar bed, vlug I" Koos (blij, dat hij een inval heeft) „Moeder, mag ik dan opblijven, als ik beloof, dat ik vlug naar bed toe gn l" (Ingez. door Gymnast). Gefopt. Jan tot Piet„Vo r geen honderd gulden krijg je me in die autobus Piet, verhaard „W.r rom niet?" Jon, lachend„Wel, omdat ik cr voor een dubbeltje in kan I" DE BAROMETER. Frnnr. „Po, dc barometer is vreeseliik ge daald I" Po „Hoeveel don wel, jongen Prans„Nu, wel twee Meter, Po, hij is uit het raam gevallen I" (Ingez. door Crocus). HISTORISCH. Bij een dorpsopstootje heeft men de veld wachter in ccj\ hoek gedrukt tusschen het bil jart cn een tapkast van de herberg, terwijl de tweede politicman achter een heg is gevlucht. De Burgemeester verschijnt op het terrein en roept veldwachter No. 1; die vanuit zijn be nauwde schuilplaats antwoordt: „Hier Burge meester I" „En waar is je collega Deze duikt nu van achter de heg te voor schijn, zeggende„Ik had me hier verdekt op gesteld, Edelachtbare I" (Ingez door Blauwe JPjstel).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 11