BINNENLAND.1
AMERSföORISGH DAGBLAD
RECLAMES.
Van 1I regels 1 2.03, elke regel meer 1 0.50
Vera-Koffie-Hulsko
Buitengewoon grazig.
25 bespeling.
Vera koffie wordt bereid uit de
fijnste kofficsoorten van de wereld.
Waarom zoudt U niet eens een
pakje koopen om U van dc kwaliteit
te overtuigeu?
van de stemplicht worde nu deze proef geno
men.
Het wetsontwerp wordt aangenomen
met 27 tegen 8 stemmen.
Verschillende wetsontwerpen worden zonder
h. s. aangenomen o.a.wijziging van de
loterijwet van 1905, wijziging van de registra-
tiewet, eenige handelsverdragen, wijziging van
het wetsbock van strafrecht inzake de verval-
sching van bankbiljetten en wijziging van de
invaliditeitswet.
De vergadering wordt verdaagd tot
Dinsdag 23 Juni.
Berichten.
HET RAPPORT VAN DE BEZUINIGINGS-
COMMISSIE.
Een vervolg op het vierde rapport.
steeds voor oogenten eersetkan onmid
dellijk bezuiniging worden verkregen, in eenige
dienst afzonderlijk en uit overwegingen van
het dienstwerk zelften tweedemag bespa
ring worden verwacht, els, volgens haar voor
stellen uit de verschillende Rijksgeneeskundige
djènsten één dienst wordt gevormd en daarna
ingevoerd. (Het grootste voordeel zal vooral
uit betere samenwerking tusschen de thans los
van elkander staande diensten of takken van
cenzelfden dienst worden verkregen).
Zullen, en dit geldt een volgende vraag,
volksgezondheid, arbeidersbpscherming en so
ciale verzekering zich behoorlijk kunnen ont
wikkelen, dan moet de geneeskundige hulp
door een doelmatige inrichting van den dienst
zoo goed en zoo zuinig mogelijk worden ver
strekt De commissie meent, dat ook aan deze
voorwaarde haar ontwerp voldoet.
De commissie stelt voor, uit de bestaande
geneeskundige diensten (afgezien van de mili
tair-geneeskundige diensten) een Rijksgenees
kundigen dienst te vormen. Naar haar mee
ning moeten inrichting van den dienst en plan
voor het werk zóó zijn, dat zij overleg en sa
menwerking tusschen de hoofden der tegen
woordige diensten bevorderen en dat de een
heid van opzet zoo spoedig mogelijk kan
worden verwezenlijkt.
De commissie verdeelde voor de dagelijksche
uitvoering van het werk het land in districten
(ongeveer vijf-en-twintig). Aan het hoofd van
elk district denkt zij zich een districtsgences-
kundige (districtshoofd). Onmiddellijk toezicht
op den dienst in de districten en overleg met
de districtshoofden zal daarbij moeten ge
schieden door geneeskundigen in algemeenen
dienst. Naar gelang de districtsgeneeskundigen
de hun in het ontwerp opgedragen taak uit
voeren, kan het aantal geneeskundigen in al
gemeenen di#nst der volksgezondheid en der
arbeidsinspectie verminderd worden. Aan het
hoofd van eiken tak van dienst staat de hoofd
inspecteur twee, later wellicht cén voor de
volksgezondheidéén voor de arbeidsinspec
tie. en één voor de sociale verzekering.
De algemeene leiding, de zorg voor de har'*
monische samenwerking berust bij een cen
traal college, bestaande uita. de vier (mo
gelijk later drie) geneeskundige hoofden van
dienstb. een voorzitter (geen stemhebbend
lid de directeur-generaal der volksgezond
heid c. adviseerende leden (de voorzitter van
den gezondheidsraad, de chef van de afdec-
ling arbeid van het departement van arbeid,
handel en nijverheid, de directeur-generaal van
den arbeid, de chef der afdeeling arbeiders
verzekering van het departement van arbeid,
handel en nijverheid). De commissie stelt prijs
op het voorzitterschap van den directeur-ge
neraal.
Wat de taak der districtshoofden betreft,
deze zullen onder de hoofdinspecteur en de
geneeskundigen in algemeenen dienst den
dienst.in hun district leiden. De districtshoof
den zijn werkzaam in hun district zoowel voor
den dienst der volksgezondheid, voor dien der
arbeidsinspectie en voor dien der sociale ver
zekering.
Voor het contact tusschen den dienst en de
geneeskundige diensten der bedrijfsverenigin
gen stelt de commissie voor, dat de particu
liere risicodragende lichamen tezamen twee of
drie. geneeskundigen aanwijzen, die met het
centrale college van -den rijksdienst geregeld
overleg plegen, voor zoover hetden dienst
der sociale verzekering betreft. Verder zou er
een commissie moeten worden ingesteld, sa
mengesteld uit leden, eensdeels dóór de re
geering anderdeels door de particulieren, risi
codragende lichamen benoemd, om den mi
nister van raad te dienen over de vaststelling
van de bijdrage van particuliere risicodragen
de lichamen in de kosten van den rijksdienst.
Bij dit stelsel zal dc zelfstandigheid der dis
trictshoofden veel groöter zijn dan van de te
genwoordige gecontroleerd geneeskundigen
der R. V. B. De districtshoofden zullen op hun
beurt weer meer kunnen en rnogen overlaten
aan de prnctiseercnde geneeskundigen, voor
zoover deze daarvoor in aanmerking komen.
De commissie meent, dat de practise-rende
artsen zich zullen moeten inlevep de
eischen der sociale verzekering en door voor
lichting en 'opwekking tot medewerking zoover
gebracht worden, dat zij gaarne bii de tewerk
stelling van genezen patiënten behulpzaam
zullen zijn.
DE POST VAN MR. DUPARC.
Vooral géén kunstenaar
Aan con uitvoerig artikel van Er. H. E.
Gelder in de N. R. Cf. ontkenen wij
„Wij zijn nauwelijks van de aangrijpende
plechtigheid op Wesieiveld terug en reeds
heeft de Vereenigïng van Letterkundigen aan
den Minister een adres gericht om te bewerken,
dat een „kunstenaar van naam met algemeene
belangstelling" op den door Duparc verlaten
zetel zal worden geroepen.
liet lijkt mij v.enschelijk, dat tegen déze en
dergelijke wenschcn terstond en duidelijk worde
opgekomen. Ze inwilligen zou een verkeerden
toestand scheppen en zóu gevaar opleveren
voor wat in de laatste jaren zorgzaam is op
gebouwd. Ik zal dat nader duidelijk maken,
maar wil eerst verklaren, dat ik mij de wen-
schen zeer goed begrijp. Het was negen jaar
geleden precies zoo. Toen stief De Stueis en
trad tegelijkertijd de heer Royer, die De Stuers
opvolger als chef der afdeeling K. W. geweest
was, af. Men riep t<>en om „een nieuwen De
Stuers". De hoefijzerccrrespondent van het
Handelsblad hief de leuze aan en van verschil
lende kanten vond hij bijval. Ik heb mij toen
tegen deze leuze uitgesproken en met klern^ aan
gedrongen op het vasthouden aan het zuiver
departementale karakter van de afdeeling K.
W. cn van haar chef. Men heeft toen tenslotte
geen „nieuwen De Stueis" gekregen, maar een
departementsambtenaar met buitengewone ga
ven van verstand en hart die belangstelling hod
voor dc aan zijn toezicht cn zorg toevertrouw
de levtmde zaken, die met al de toewijding waar
over hij beschikken kon de bevordering der
belangen van cc vaderlandsche kunst cn weten
schap nastreefde, maar 4ie, waar hij zijn heele
persoonlijkheid inzette, geen oogenblik
trachtte oen persoonlijk régime te
voeren, zoools De StuevS dat had gedaan,
zooals de „kunstenaar van naam met algemee
ne belangstelling" of de „moderne aestheticus"
het zouden moeten doen als zij beantwoorden
zullen aan de wenschen van hen. die hen op
Duparc s stoel willen zien.
En ik geloof dat deze negen jaren de proef
op de som hebben geleverd; de keuze was teen
gelukkig. Niet zoozeer omdat Duparc een hel-.
der verstond en een warme b'langstelling had,
als wel omdat Duparc een aikeer had van on-
soliden arbeid, omdat hij veelde dot artistiek
dilettantisme in hef ambtenaarsleven een ge
vaar is, niet alleen voor de persoon die het
bedrijft, maar ook en vooral voor de zaken
waar hef om to doen is.
Wij zijn belangrijk verder dan in 1916, ock
al zijn wij nog niet waar wij met de regeerings-
'bemoeiingrm in zake kunst en wetenschap we
zen moeten.
Zouden wij nog verder geweest zijn als wij
een „nieuwen De Stuers" hadden gekregen? Ik
geloof het niet. In de eerste plaats: geeft men
zich' wel rekenschap von wat het werk is van
den chef der afdeeling K. W.? Het is in het al-
geiticen geen ander werk den dot van een de
partementaal bureau moet zijn: het ten uitvoer
leggen van door de regeering genomen beslui
ten, hef nagaan of aan bestaande voorschriften
behoorlijke uit voering gegeven wordt, ten slotte
de voorbereiding .van nieuwe maatregelen in
het belang van de takken van dienst, die onder
het bureau ressorteeren. Dat zijn er bij K. W.
heel wat. Da$r is het heele Rijksarchief wezen,
de Konink'ijke Academie van Wetenschappen,
de Koninklijke Bibliotheek, het Rijksmuseum
te Amsterdam, het Mauritshuis, het Museum
Mesdog, hef Huis Lambert van Meerten, het
Museum van Ohdheden cn het Ethnografisch
Museum te Leiden, de Rijksacademie van
Beeldende Kunsten, de Commissie voor de Ge
schiedkundige publicatiën, de Rijksmonumen
tencommissie, en het Rijksbureau voer Monu
mentenzorg, het Koninklijk Conservatorium
voor Muziek, de Openbare Leeszalen, verschil
lende Ondernemingen van Wetenschap en
Kunst het Woordenboek o.a. de zoölo
gische stations in het buitenland, het Historisch
Instituut te Rome enz. enz., om van de talrijke
subsidie-kwesties te zwijgen.
Teen Jhr. do Stuers in T875 kwam, was dot
alles nog embryonair: het begon met hem te
groeien „in tol en last": zijn organiseerend
talent bracht langzamerhand vele van die din
gen in himne, toen nieuw© banen.
Maar dat werd een abnormale toestand, en
dat het meestol goed ging, kwam omdat Dc
Stuers een abnormaal ambtenaar woS. Deze af-
deelingschef trad somwijlen op als een minister;
hij streed binnenskamers en soms zelfs in het
openbaar tegen zijn ministers. Dat was bijno
altijd kordaat, prettig om te zien, levenwekkend
het was ook vaak nuttig en menig ding is
tot stand gekomen, dat er op andere manier
rviet of niet zoo gauw zou zijn gekomen. Maar
het was toch niet in orde. En er is in de „stille"
jaren onder Royer ook zeer veel tot stand ge
komen. men denk© aan de Publicatie-commissie
en de Monumenten-commissie. Wat onder Du
parc zich heeft ontwikkeld: de reorganisatie
vnn het archiefwezen en van het museumwezen
bijv. en de uitbreiding der regeering's-belang-
stelüng op velerlei gebied bewijst evenzeer dat
het zóó ook kan. Wellicht zelfs dat het zóó ook
moet.
Wat zcu het beteekenen als men déar, op
dien bureaustoel inplaats van een nauwgezet,
bekwaam ambtenaar, die zich niet verbeeldt,
dat hij autoriteit, specialiteit zelfs is op elk ge
bied van de diensten, die hij- onder zich heeft,
ging plcatsen een „modern aestheticus", een
kunstgevoelige, een „kunstenaar van goeden
naam, veelzijdige belangstelling en ervaring",
een man van hooge idealen, verstrekkende
plannen en speciale kennis von enkele deelen
van den dienst
Dat zou eenvoudig beteekenen, dat men den
boel rechtuit in het riet stuurde, zooals het
met d© Stuers ook in h'et riet geioopen is ten
opzichte van enkele belangrijke zaken; dat men
de verhouding verbrak..die zich juist naar be-
hooren is gaan ontwikkelen.
Dr. Van Gelder wijst er op dat het departe
ment heeft te zorgen, dat een zekere evenma
tigheid betracht wordt cat men rekening houdt
met d© geldmiddelen, dat het oog (gevestigd
blijft op het algemeen programma, dat voor de
instelling in kwestie mag zijn vastgesteld. Ec
dient een plaats Ir zijn van veranlwcording cn
was dies meer zijzooals er ook een plaats
moet wezen waar men zorgt dat gedaan wordt
waf °P goede gronden door die directeuren
enz. wordt gcwcnscht. Het kwam voor in de
dagen van De Stuers, dat deze zelf naar vei
lingen ging om te zien wat er gekocht moest
worden, onafhankelijk van wat de directeuren
mochten wenschcn. Mag er op die manier wel
eens ietsgoeds verworven 2ijn, dank aan de
speciale qualiteiten van De Stuers, er is wel
licht even vaak iets over het hoofd gezien. In
elk geval het systeem deugde niétDuparc
heeft het gord ingezien en zuiver begrepen de
chef van K.W. heeft met zoo iets niet te ma
ken. Als hij ging kijken, als h'ij veilingen en
musea elders bezocht, dan deed hij dot als be
langstellende, die ce ontwikkelingsmogelijkhe
den wilde kennen ven de instellingen, waarmede
hij te maken had. Hij gaf daardoor getuigenis
niet een bureaucratische, maar een levende op
vatting van zijn taak te hebben, maar beeldde
zich niet in, da't cb'fc hem, zoo het hem een oor
dcel vergemakkelijkte, ook recht gaf tof een
Beslissing. Die liet hij aan ds deskundige spe
cialiteiten over.
Men begrijpe van' deze Scheiding het groote
belangde beveiliging van het beheer onzer
instellingen van wetenschap en kunst voor ver
derfelijk dilettantisme. En zou ons dof niet de
„kunstenaar van naam" ondanks zijn „algemee
ne belangstelling" leveren op elk igèbied dat
niet tot zij compel^ntie zou behooren Immers
hij zou op den stoel van Duparc komen met de
opdracht tot het voeren van een meer per
soonlijk regiment. Zonder die opdracht zou een
kunstenaarsenndidatuur geen zin hebben. Men
beware ons voor de proefneming Maar ook
men beware den „kunstenaar van naam" er
voor I Wij moeten met onze kunstenaars van
neam niet te roekeloos omgaan en h'en niet
blootstellen aan de gevaren van het ambtelijk
bureau. Is voor kunstenaarsnaturen een zeker
der en een ellendiger dood denkbaar
HET BLIKSEMGEVAAR VOOR DEN
TOERIST.
Raadgevingen van prof. van
Everdingen.
De Kampioen heeft dc mededeelineen van
prof. dr. E. van Everdingen, hoofddirecteur
van het Kon. Meteor. Instituut te De Bilt.
destijds aan het blad verschaft over het
bliksemgevaar vóór den wielrijder, den-kam
peerder. den water toerist, den bergtoerist
en den luchttoerist, in een artikel verwerkt.
Het volgende is er aan ontleend:
De kans, om in het open veld door den
bliksem te worden getroffen, is. absoluut.
niet bijzonder groot, maar wel betrekkei ij
Voor den wielrijder wordt het gevaar ver
hoogd. omdat metalen voorwerpen van
eenigszins grootere afmetingen gemakkelijk
door den bliksem worden getroffen. Zoodra
de banden en de bodem door regen bevoch
tigd zijn, vermeerdert de trefkans, maat
dan begint het rijwiel eenigszins als blik
semafleider te werken en wordt de kans
kleiner, dat bij treffen door den berijder ern
stig letsel wordt ondervonden. Ook is in Jiefc
algemeen de kans op inslag het grootst,
vóórdat de slagregen is begonnen. In alló
opzichten is dus het gevaar voor den wiel
rijder het grootst vlak voor het overtrekken
der bui.
Het gevaar voor blikseminslag in tenten
onder hooge dennen is niet groot, tenzij er
metaalmassa's van belang aanwezig zijn*
ijzeren ledikanten b.v.
Aannemende, dat er geen metalen stangen
of buizen voor de tentconstructie gebruikt
zijn. maar dat hoofdzakelijk hout. zeildoek
en touw hebben gediend, is een eenvoudige
beveiliging tc verkrijgen door aan de nok
van dc tent een flink verzinkten ijzeren
draad te spannen, die aan weerszijden een
goede aardverbinding heeft.
Mochten er wel ijzeren ledikanten In dd
tenten staan dan vermindert men het ge*
vaar voor het inslaan van den bliksem zeer
veel door de ledikanten onderling en met
den afleider tc verbinden door een over den
grond (desnoods grootendeels onder den
grond) loopenden ijzerdraad.
Het gevaar van zeilen bii onweer ligt veel
meer in de kans op omslaan of verspelen
van het tuig door de plotselinge rukwinden,
die het eigenlijk onweer inleiden, dan in
de kans'op blikseminslag, die, blijkens de
ervaring, uiterst gering is. Den zeiler, dia
een bui ziet naderen, zij daarom geraden
niet clcn mast te strijken, maar zich te be
palen tot de veiligheidsmaatregelen, die bii
opkomenden storm of naderend onweer ver*
cischt. worden.
Afdoende is het strijken van den mast
toch niet: op het water blijft het vaartuig
het hoogste mint der omgeving en do mast
is gemakkelijk tot bliksemafleider in te rich
ten. door met. de vlaggolijn een metalen
suits- (z.g. don derpen) omhoog te hiischen.
die boven den mast uitsteekt, verbonden
aan een kabeltie. van gevlochten koper
draad. dat men huiten boord in het water
hangt. Hierbij is gedacht aan een houten
mast: is dc mast. van staal, dan is het vol
doende er voor te zorgen, dat hij in gelei
dend verhand met het water wordt go-
bracht.
Het gevaar voor blikseminslag in een 'sta
len motorboot is gering, daar dc geheela
metaalmassa in voortdurende aanraking
met het water is en deze als afleiding dienst
doet.
In een houten motorboot beschermt men
de hoogste punten, b.v. den vlaggestok vóór
en (of) achter, door liet aanbrengen van
een ijzeren draad, waarvan de spits een wei
nig hoven den stok uitsteekt.
Voor den toerist, die in het gebergte door
onweer wordt overvallen, is het gevaar
groot ér naar mate hij zich op een meer ge.
ëxponeerd punt, een rotspunt b.v., bevindt
De groote ontladingen gaan toch van de
cene wolk naar een andere of naar lagere'
gelegen p.ardgedeelten. Maar een kleine zij
ontlading kan toch voor den toerist noodlot
tig worden en wijst deze kiest haar weg bii
voorkeur langs metalen voorwerpen, vooral
puntige.
Zoowel op stalistische als algemeene gron
den nmg vastgesteld worden, dat dit ook
voor vriiö Jjaïlonp uiterst gering is. Gevallen
van blikseminslag op vrije ballons zijn
slechts zeer enkele hekend.
Voor vliegtuigen met veel geringer afme
tingen in verticale richting geldt het eerste
eveneens in sterke mate: ook de gelegen
heid om een bui te ontvviiken ls veel groo-
ter en uit dc" statistiek ziin dan ook geen
gevallen hekend, dat een vliegtuig door den
bliksem werd getroffen.
School- en Kerknieuws, i
DE REMONSTRANTEN EN DE
DIENSTPLICHT.
Een artikel van Prof. de
Louter.
Prof. mr. J. de Louter schrijft in De Her
vorming over de Remonstrenlsche motie in
zake algemeenen dienstplicht o. m.:
„Een nabetrachting in den zin van naplciten
is smakeloos en bovendien even doelloós als
mosterd na den maaltijd. Trouwens de argu
menten v/aren door een debat van ongeveer'
vijf uren vrijwel uitgeput. De gevoelens ston
den lijnrecht teg'enover elkander en werden
door bekwame en ervaren sprekers, waaronder
vele predikanten, met talent verdedigd.
Toch komt het mij voor, dat de gevallen
beslissing van te groot belang is, om niet ook
buiten den engen kring der remonstranten de
aandacht daarop te vestigen. Immers zij geeft
het sein ook aan andere kerkgenootschappen
om het voorbeeld der Broederschap te volgen,
en zich met verzoek om wetswijziging tot de
regeerir.g te wenden, ten einde onder de fraaie
leus van gewetensvrijheid de grondvesten te
ontwrichten, waarop tot dusver Slaat en maat
schappij rusten. Men dringt aan op verruiming
van gewetensvrijheid in ons gezegend vader
land, waarin deze volkomen gewaarborgd is
en met wellicht overdreven schroom wordt
ontzien; zonder zich rekenschap te geven van
de onmisbare grenzen dezer vrijheid, welke
elke Staat krachlens zijn aard en bestemming
op straf van ondergang heeft te bepalen. He
den verlangt men vrijheid tot militaire dienst
weigering, morgen om zich aan andere per
soonlijke diensten te onttrekken; overmorgen
om niet langer belasting te betalen, welke im
mers strekt ook om leger en vloot te onder
houden; straks eischt men gewetensvrijheid
voor een ieder om zijns inziens onzedelijke
contracten te verbreken of den huwelijksband
eigenmachtig te verscheuren, of den ouder-
plicht te verwoarloozen; alles met een beroep
op gewetensvrijheid, die eiken band versmaadt
Argeloos en blindelings zakt men af met den
steeds wassenden stroom naar de grenzenlooze
zee van ontbinding en oplossing, waarin Staat
cn maatschappij als in een bodemloos moeras
verzinken.
Rampzalige ontaarding van gezond verstand
en rein geweten, welke zich van een deel van
ons volk heeft meester gemaakt en voortwoe
kert onder de jeugd die de toekomst beheer-
scht!"
NEDERLANDSCH BIJBELGENOOTSCHAP.
Rapport der reorganisatie-commissie.
Verschenen is het rapport der Reorganisa*
tie-commissie van h'et Bijbelgenootschap, we!«
ke werd ingesteld door de algemeene verga-*
dering van 1924 en welke tot opdracht ver*
AFD Advertentie Bureau
Arnhemsctie Poortwal 2a.
Te!. 5!3
Plaatsing van
advertenties in
alle bladen zonder
SS) prijsverhoogingSS
Lin, die de opdracht heeft, de rust op de gren
zen van de internationale nederzetting te be
waren. Geloofd wordt dat Tsjang Tso Lin van
den toestand profijt trekt om zijn positie in
het gebied von Sjanghai le^ versterken
DE WARWINKEL IN CHINA.
De toestand ernstig.
Shanghai, I 2 J u n i. (V. D.) De toestand
is zonder twijfel ernstig. De Chineesche pu
blieke opinie steunt de eischen tot nietigver
klaring der buitènlandsche concessies en ver
dragen. Twintigduizend Chineczen hebben be
sloten tot de boycot der Britsche cn Jopahsche
goederen. Een enorme staking dreigt over het
geheele land uit te breken, tenzij een bevredi
gende oplossing wordt bereikt.
De troepen van Kwengsi in
den strijd betrokken.
Uit Kanton wordt gemeld, dat de troepen
van Kwangsi en niet van Yunnanesc op de
Amerikoansche kanonneerboot Pompanga bob
ben geschoeten. Op het protest van den 'Ame-
rikeanscherv consul, verklaarden de troepen de
vlag niet tc hebben gezien. Er werd niemand
gerookt. Dit is de eerste maal, dat d-e troepen
van Kwangsi genoemd worden, els zijnde in
den strijd betrokken. Het blijkt, dat zij met
Yunnannese meedoen, hetgeen een tijdelijke
alliantie beteekent tegen de regcering van
Kanton ven de troepen van Kwangsi en dc
troepen van 7unnonnese en mogelijk ook van
de Kwangtungtroepen onder generaal Chen-
Ciuny-Ming.
AUSTRALIË.
DE VERKIEZINGEN IN N. Z. WALES.
Labour in de meerderheid.
Sydney, II Juni. (V. D.) Dc definitieve
uitslag der verkiezing in Nieuw-Zuid Wales
geeft aan, dat Labour een meerderheid heeft
van twee zetels. De premier Fuller is afgetre
den. De Labourmon Lung is met de vorming
ven een nieuw kabinet belast. Hij verklaarde,
dat zijn partij niet voornemens is eenigerlei
actie te ondernemen, welke de stabiliteit van
het bedrijfsleven of van den staat in gevaar zal
kunnen brengen. Lung is vroeger krantenjon
gen geweest.
Eerste Kamer.
Donderdag werd voortgezet de behandeling
van de wijziging van het Indische ïegee-
lingsreglemcnt.
De heer Verkouteren acht de Azia
tische volkeren niet rijp voor parlementair
stelsel.
Minister de Graaff zet uiteen, hoe
de ministerieele verantwoordelijkheid en het
toezicht van de Stoten Generaal behouden
blijven.
Het wetsontwerp wordt aangenomen
met 27—10 stemmen (S.D.A.P. cn V.D. stem
den tegen).
Aon dc orde is dc wijziging der Provinciale
wet en gemeentewet
Do heer M e n d e 1 s is tegen stemdwnng
en ontvouwt practische bezwaren tegen de
voorgestelde wijze van bestraffing der van de
stembus afwezig gebleven kiezers.
Spreker zal zich zijn stem voorbehouden.
De heer Van N a ge 11 v. Ampsen ont
kent het nut van niet na tc komen strafbepalin
gen b.v.k. Spreker vraagt nadere inlichtingen,
om te kunnen voorstemmen.
De heer De V1 ugt zegt dat de wet een
onmogelijke last legt op burgemeesters van
groote gemeenten. Spreker zal tegenstemmefi.
De heer De Gijseloar wil de vervölgings-
taak oan de justitie laten.
De heer Van der Maescn dc Som
bre f f wenscht overleg tusschen burgemeester
en kantongerecht over den datum van oproep
van weggebleven kiezers.
De heer Verkouteren wil eenvoudige
strafbevelen.
Minister Ruys zegt. dot het wetsont
werp ook het voordeel heeft van vereenvoudi
ging van de taak van het Centraal stembureau
bemoeilijking van kleine partijtjes. Met sanctie
Verschenen is een „Vervolg" op het vierde
verslag van de Bezuinigdngs-commissie. Aan dit
verslag (gedateerd 9 April 1925) is het volgen
de ontleend
De leden van de Staatscommissie, ingesteld
bij Kon. Besluit van 20 November 1920 no.
81, hebben aon H.M. de Koningin bij schrijven
van 31 Maart 1925 verzocht h?n te ontheffen
van hun opdracht. Zij meenen gehouden tc zijn
aan Hare Majesteit uiteen tc zetten, hoe de te
genwoordige verhouding tusschen den Raad
van Ministers cn de Bezuinigingscommissie zich
heeft ontwikkeld.
In December 1924 heeft een afbakening
plaats gehad van den werkkring der Staats
commissie cn van de Departements-bezuini-
gings-inspecteurs. Daarbij werd tusschen den
toenmaligen Minister van Financiën en de Com
missie uitdrukkelijk overeengekomen, dat het
Hoofdbestuur der Posterijen cn Telegrafie tot
het gebied van dc Bezuinigingscommissie zou
behooren.
Toen nu in het laatst van Januari 1924 de
dagbladen vermeldden, dat de directeur-gene
raal der Posterijen en Telegrafie een commis
sie voor een onderzoek naar de organisatie en
de werkwijze bij die instelling had benoemd,
en daarin, behalve ambtenaren van het 'Hoofd
bestuur, ook een bezuinigingsinspecteur van het
Departement van Financiën was opgenomen,
brocht de Commissie bij den Minister van Fi
nanciën bezwaar in tegen de aanwijzing van
zoodonigen inspecteur voor dit doel.
De Minister antwoordde, dat deze inspecteur
niet ols zoodanig werkzaam zou zijn, maar als
lid von een door den directeur-generaal be
noemde commissie. Het terrein van de Staats
commissie zou niet worden betreden.
Korten tijd daarna ondervond de Staatscom
missie van den Directeur-Generaal een onver-
wachten tegenstand. Hij bleek van meening, dat
het onderzoek moest worden uitgesteld totdat
hij van de door hem benoemde commissie rtfp-
port zou hebben ontvangen, om uit te maken of
een onderzoek van de Bczuinigingscommissie
nog r.oodig was.
Dc Bczuinigingscommissie richtte zich tot den
iMinister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw, voorzitter van den Ministerraad, met
verzoek, zijn tusschenkomst tc verleenen. De
Minister wilde eerst overleg plegen met zijn
ambtgenoot von Waterstaat. De minister deed
vervolgens aan de commissie den 5den Maart
1924 een schrijven toekomen, waarin er op
werd gewezen, dat de Regeering het zeer op
prijs zou stellen over het werkingsgebied der
commissie haar advies te vernemen.
De commissie kon in het voorafgaande geen
grond vinden, om van hear voornemens af te
wijken, en gaf dit aon den Minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw bij schrijven van
den 21en Maart 1924 Ic kennen.
De commissie verklaarde, dat zij tegelijk aan
den directeur-generaal der Posterijen cn Tele
grafie schriftelijk had meegedeeld, dat zij aan
haar oeide inspecteurs hrd ongedragen, het
onderzoek op denzelfden voet ols bij de depar
tementen van Algemeen Eestuur aan te van
gen.
Het onderzoek bij deze instelling had daarna
plaats cn deed de commissie onder dagteeke-
ning van 30 Juli 1924 een uitvoerig verslag
tot den Minister van Waterstaat richten. De za
kelijke inhoud werd in net 4e verslag der com
missie opgenomen.
Dc Minister van Waterstaat had inmiddels
uan de commissie onder dag teékcning van 30
Augustus 1924 een krilischen brief doen toe
komen, waarop de commissie o.m. antwoordde,
dut het rapport der commissie door Zijne Excel
lentie ten onrechte van zeer geringe waarde
werd genoemd. Het onderzoek der commissie
is niet ingesteld met de bedoeling van waarde
te .rijn voor de beraamde reorganisatie.
Dit schrijven bleef pnbeantv/oord.
Dc Commissie richtte zich alsnu tot den
voorzitter van den Ministerraad met een schrij
ven, waarin o.m. nog woidt opgemerkt, dat zij
onkundig is gelaten van het resultaat van het
onderzoek van de voorstellen der Commissie be
treffende het Hoofdbestuur der Posterijen' en
Telegrafie.
Een en ander moest de commissie aanleiding
geven de vraag te beantwoorden of het onder
deze omstandigheden voor haar nog wel mo
gelijk zou zijn, mede te blijven arbeiden aan
het heilzame werk, waarvoor zij zich beschik
baar heeft gesteld. De commissie heeft die
raag tot haar leedwezen slechts ontkennend
kunnen beantwoorden.
Het vervolg van het verslag is onderteekend
P. Rink. W. de Vos van Steen wijk, F. H. de
Monté Ver Loren. P. J. Oud, R. Zuijdenhoff, L.
A. Froytier, M. G. de Blocme.
VEREENVOUDIGING EN INEEN
VOEGING VAN GENEES
KUNDIGE RIJKSDIENSTEN.
Het rapport der Staatscommissie.
De Staatscommissie voor ineenvoeging en
vereenvoudiging van medische Rijksdiensten,
van welke commissie dr. A. Sikkel Azn. voor
zitter is, heeft dezer dagen den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid haar rapport
aangeboden. De commissie is gekomen tot
voorstellen cn een plan, welks hoofdlijnen de
instemming verkregen van de overgroote meer
derheid der commissie. Naast dit meerder
heidsrapport is een drietal minderheidsrappor
ten ingediend.
In het meerderheidsrapport wijst de com
missie ols haar streven aan. om, met de ver
schillende diensten en voor het werk, dat aon
elk is opgedragen, een algemeenen genees
kundigen dienst tc ontwerpen, die door zijn
•inrichting aan samenwerking van de genees
kundige ambtenaren bevorderlijk kan zijn. De
commissie hield hierbij de 'volgende vTagen