BINNENLAND.1 AMERSföORISGH DAGBLAD RECLAMES. Van 1I regels 1 2.03, elke regel meer 1 0.50 Vera-Koffie-Hulsko Buitengewoon grazig. 25 bespeling. Vera koffie wordt bereid uit de fijnste kofficsoorten van de wereld. Waarom zoudt U niet eens een pakje koopen om U van dc kwaliteit te overtuigeu? van de stemplicht worde nu deze proef geno men. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 27 tegen 8 stemmen. Verschillende wetsontwerpen worden zonder h. s. aangenomen o.a.wijziging van de loterijwet van 1905, wijziging van de registra- tiewet, eenige handelsverdragen, wijziging van het wetsbock van strafrecht inzake de verval- sching van bankbiljetten en wijziging van de invaliditeitswet. De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag 23 Juni. Berichten. HET RAPPORT VAN DE BEZUINIGINGS- COMMISSIE. Een vervolg op het vierde rapport. steeds voor oogenten eersetkan onmid dellijk bezuiniging worden verkregen, in eenige dienst afzonderlijk en uit overwegingen van het dienstwerk zelften tweedemag bespa ring worden verwacht, els, volgens haar voor stellen uit de verschillende Rijksgeneeskundige djènsten één dienst wordt gevormd en daarna ingevoerd. (Het grootste voordeel zal vooral uit betere samenwerking tusschen de thans los van elkander staande diensten of takken van cenzelfden dienst worden verkregen). Zullen, en dit geldt een volgende vraag, volksgezondheid, arbeidersbpscherming en so ciale verzekering zich behoorlijk kunnen ont wikkelen, dan moet de geneeskundige hulp door een doelmatige inrichting van den dienst zoo goed en zoo zuinig mogelijk worden ver strekt De commissie meent, dat ook aan deze voorwaarde haar ontwerp voldoet. De commissie stelt voor, uit de bestaande geneeskundige diensten (afgezien van de mili tair-geneeskundige diensten) een Rijksgenees kundigen dienst te vormen. Naar haar mee ning moeten inrichting van den dienst en plan voor het werk zóó zijn, dat zij overleg en sa menwerking tusschen de hoofden der tegen woordige diensten bevorderen en dat de een heid van opzet zoo spoedig mogelijk kan worden verwezenlijkt. De commissie verdeelde voor de dagelijksche uitvoering van het werk het land in districten (ongeveer vijf-en-twintig). Aan het hoofd van elk district denkt zij zich een districtsgences- kundige (districtshoofd). Onmiddellijk toezicht op den dienst in de districten en overleg met de districtshoofden zal daarbij moeten ge schieden door geneeskundigen in algemeenen dienst. Naar gelang de districtsgeneeskundigen de hun in het ontwerp opgedragen taak uit voeren, kan het aantal geneeskundigen in al gemeenen di#nst der volksgezondheid en der arbeidsinspectie verminderd worden. Aan het hoofd van eiken tak van dienst staat de hoofd inspecteur twee, later wellicht cén voor de volksgezondheidéén voor de arbeidsinspec tie. en één voor de sociale verzekering. De algemeene leiding, de zorg voor de har'* monische samenwerking berust bij een cen traal college, bestaande uita. de vier (mo gelijk later drie) geneeskundige hoofden van dienstb. een voorzitter (geen stemhebbend lid de directeur-generaal der volksgezond heid c. adviseerende leden (de voorzitter van den gezondheidsraad, de chef van de afdec- ling arbeid van het departement van arbeid, handel en nijverheid, de directeur-generaal van den arbeid, de chef der afdeeling arbeiders verzekering van het departement van arbeid, handel en nijverheid). De commissie stelt prijs op het voorzitterschap van den directeur-ge neraal. Wat de taak der districtshoofden betreft, deze zullen onder de hoofdinspecteur en de geneeskundigen in algemeenen dienst den dienst.in hun district leiden. De districtshoof den zijn werkzaam in hun district zoowel voor den dienst der volksgezondheid, voor dien der arbeidsinspectie en voor dien der sociale ver zekering. Voor het contact tusschen den dienst en de geneeskundige diensten der bedrijfsverenigin gen stelt de commissie voor, dat de particu liere risicodragende lichamen tezamen twee of drie. geneeskundigen aanwijzen, die met het centrale college van -den rijksdienst geregeld overleg plegen, voor zoover hetden dienst der sociale verzekering betreft. Verder zou er een commissie moeten worden ingesteld, sa mengesteld uit leden, eensdeels dóór de re geering anderdeels door de particulieren, risi codragende lichamen benoemd, om den mi nister van raad te dienen over de vaststelling van de bijdrage van particuliere risicodragen de lichamen in de kosten van den rijksdienst. Bij dit stelsel zal dc zelfstandigheid der dis trictshoofden veel groöter zijn dan van de te genwoordige gecontroleerd geneeskundigen der R. V. B. De districtshoofden zullen op hun beurt weer meer kunnen en rnogen overlaten aan de prnctiseercnde geneeskundigen, voor zoover deze daarvoor in aanmerking komen. De commissie meent, dat de practise-rende artsen zich zullen moeten inlevep de eischen der sociale verzekering en door voor lichting en 'opwekking tot medewerking zoover gebracht worden, dat zij gaarne bii de tewerk stelling van genezen patiënten behulpzaam zullen zijn. DE POST VAN MR. DUPARC. Vooral géén kunstenaar Aan con uitvoerig artikel van Er. H. E. Gelder in de N. R. Cf. ontkenen wij „Wij zijn nauwelijks van de aangrijpende plechtigheid op Wesieiveld terug en reeds heeft de Vereenigïng van Letterkundigen aan den Minister een adres gericht om te bewerken, dat een „kunstenaar van naam met algemeene belangstelling" op den door Duparc verlaten zetel zal worden geroepen. liet lijkt mij v.enschelijk, dat tegen déze en dergelijke wenschcn terstond en duidelijk worde opgekomen. Ze inwilligen zou een verkeerden toestand scheppen en zóu gevaar opleveren voor wat in de laatste jaren zorgzaam is op gebouwd. Ik zal dat nader duidelijk maken, maar wil eerst verklaren, dat ik mij de wen- schen zeer goed begrijp. Het was negen jaar geleden precies zoo. Toen stief De Stueis en trad tegelijkertijd de heer Royer, die De Stuers opvolger als chef der afdeeling K. W. geweest was, af. Men riep t<>en om „een nieuwen De Stuers". De hoefijzerccrrespondent van het Handelsblad hief de leuze aan en van verschil lende kanten vond hij bijval. Ik heb mij toen tegen deze leuze uitgesproken en met klern^ aan gedrongen op het vasthouden aan het zuiver departementale karakter van de afdeeling K. W. cn van haar chef. Men heeft toen tenslotte geen „nieuwen De Stueis" gekregen, maar een departementsambtenaar met buitengewone ga ven van verstand en hart die belangstelling hod voor dc aan zijn toezicht cn zorg toevertrouw de levtmde zaken, die met al de toewijding waar over hij beschikken kon de bevordering der belangen van cc vaderlandsche kunst cn weten schap nastreefde, maar 4ie, waar hij zijn heele persoonlijkheid inzette, geen oogenblik trachtte oen persoonlijk régime te voeren, zoools De StuevS dat had gedaan, zooals de „kunstenaar van naam met algemee ne belangstelling" of de „moderne aestheticus" het zouden moeten doen als zij beantwoorden zullen aan de wenschen van hen. die hen op Duparc s stoel willen zien. En ik geloof dat deze negen jaren de proef op de som hebben geleverd; de keuze was teen gelukkig. Niet zoozeer omdat Duparc een hel-. der verstond en een warme b'langstelling had, als wel omdat Duparc een aikeer had van on- soliden arbeid, omdat hij veelde dot artistiek dilettantisme in hef ambtenaarsleven een ge vaar is, niet alleen voor de persoon die het bedrijft, maar ook en vooral voor de zaken waar hef om to doen is. Wij zijn belangrijk verder dan in 1916, ock al zijn wij nog niet waar wij met de regeerings- 'bemoeiingrm in zake kunst en wetenschap we zen moeten. Zouden wij nog verder geweest zijn als wij een „nieuwen De Stuers" hadden gekregen? Ik geloof het niet. In de eerste plaats: geeft men zich' wel rekenschap von wat het werk is van den chef der afdeeling K. W.? Het is in het al- geiticen geen ander werk den dot van een de partementaal bureau moet zijn: het ten uitvoer leggen van door de regeering genomen beslui ten, hef nagaan of aan bestaande voorschriften behoorlijke uit voering gegeven wordt, ten slotte de voorbereiding .van nieuwe maatregelen in het belang van de takken van dienst, die onder het bureau ressorteeren. Dat zijn er bij K. W. heel wat. Da$r is het heele Rijksarchief wezen, de Konink'ijke Academie van Wetenschappen, de Koninklijke Bibliotheek, het Rijksmuseum te Amsterdam, het Mauritshuis, het Museum Mesdog, hef Huis Lambert van Meerten, het Museum van Ohdheden cn het Ethnografisch Museum te Leiden, de Rijksacademie van Beeldende Kunsten, de Commissie voor de Ge schiedkundige publicatiën, de Rijksmonumen tencommissie, en het Rijksbureau voer Monu mentenzorg, het Koninklijk Conservatorium voor Muziek, de Openbare Leeszalen, verschil lende Ondernemingen van Wetenschap en Kunst het Woordenboek o.a. de zoölo gische stations in het buitenland, het Historisch Instituut te Rome enz. enz., om van de talrijke subsidie-kwesties te zwijgen. Teen Jhr. do Stuers in T875 kwam, was dot alles nog embryonair: het begon met hem te groeien „in tol en last": zijn organiseerend talent bracht langzamerhand vele van die din gen in himne, toen nieuw© banen. Maar dat werd een abnormale toestand, en dat het meestol goed ging, kwam omdat Dc Stuers een abnormaal ambtenaar woS. Deze af- deelingschef trad somwijlen op als een minister; hij streed binnenskamers en soms zelfs in het openbaar tegen zijn ministers. Dat was bijno altijd kordaat, prettig om te zien, levenwekkend het was ook vaak nuttig en menig ding is tot stand gekomen, dat er op andere manier rviet of niet zoo gauw zou zijn gekomen. Maar het was toch niet in orde. En er is in de „stille" jaren onder Royer ook zeer veel tot stand ge komen. men denk© aan de Publicatie-commissie en de Monumenten-commissie. Wat onder Du parc zich heeft ontwikkeld: de reorganisatie vnn het archiefwezen en van het museumwezen bijv. en de uitbreiding der regeering's-belang- stelüng op velerlei gebied bewijst evenzeer dat het zóó ook kan. Wellicht zelfs dat het zóó ook moet. Wat zcu het beteekenen als men déar, op dien bureaustoel inplaats van een nauwgezet, bekwaam ambtenaar, die zich niet verbeeldt, dat hij autoriteit, specialiteit zelfs is op elk ge bied van de diensten, die hij- onder zich heeft, ging plcatsen een „modern aestheticus", een kunstgevoelige, een „kunstenaar van goeden naam, veelzijdige belangstelling en ervaring", een man van hooge idealen, verstrekkende plannen en speciale kennis von enkele deelen van den dienst Dat zou eenvoudig beteekenen, dat men den boel rechtuit in het riet stuurde, zooals het met d© Stuers ook in h'et riet geioopen is ten opzichte van enkele belangrijke zaken; dat men de verhouding verbrak..die zich juist naar be- hooren is gaan ontwikkelen. Dr. Van Gelder wijst er op dat het departe ment heeft te zorgen, dat een zekere evenma tigheid betracht wordt cat men rekening houdt met d© geldmiddelen, dat het oog (gevestigd blijft op het algemeen programma, dat voor de instelling in kwestie mag zijn vastgesteld. Ec dient een plaats Ir zijn van veranlwcording cn was dies meer zijzooals er ook een plaats moet wezen waar men zorgt dat gedaan wordt waf °P goede gronden door die directeuren enz. wordt gcwcnscht. Het kwam voor in de dagen van De Stuers, dat deze zelf naar vei lingen ging om te zien wat er gekocht moest worden, onafhankelijk van wat de directeuren mochten wenschcn. Mag er op die manier wel eens ietsgoeds verworven 2ijn, dank aan de speciale qualiteiten van De Stuers, er is wel licht even vaak iets over het hoofd gezien. In elk geval het systeem deugde niétDuparc heeft het gord ingezien en zuiver begrepen de chef van K.W. heeft met zoo iets niet te ma ken. Als hij ging kijken, als h'ij veilingen en musea elders bezocht, dan deed hij dot als be langstellende, die ce ontwikkelingsmogelijkhe den wilde kennen ven de instellingen, waarmede hij te maken had. Hij gaf daardoor getuigenis niet een bureaucratische, maar een levende op vatting van zijn taak te hebben, maar beeldde zich niet in, da't cb'fc hem, zoo het hem een oor dcel vergemakkelijkte, ook recht gaf tof een Beslissing. Die liet hij aan ds deskundige spe cialiteiten over. Men begrijpe van' deze Scheiding het groote belangde beveiliging van het beheer onzer instellingen van wetenschap en kunst voor ver derfelijk dilettantisme. En zou ons dof niet de „kunstenaar van naam" ondanks zijn „algemee ne belangstelling" leveren op elk igèbied dat niet tot zij compel^ntie zou behooren Immers hij zou op den stoel van Duparc komen met de opdracht tot het voeren van een meer per soonlijk regiment. Zonder die opdracht zou een kunstenaarsenndidatuur geen zin hebben. Men beware ons voor de proefneming Maar ook men beware den „kunstenaar van naam" er voor I Wij moeten met onze kunstenaars van neam niet te roekeloos omgaan en h'en niet blootstellen aan de gevaren van het ambtelijk bureau. Is voor kunstenaarsnaturen een zeker der en een ellendiger dood denkbaar HET BLIKSEMGEVAAR VOOR DEN TOERIST. Raadgevingen van prof. van Everdingen. De Kampioen heeft dc mededeelineen van prof. dr. E. van Everdingen, hoofddirecteur van het Kon. Meteor. Instituut te De Bilt. destijds aan het blad verschaft over het bliksemgevaar vóór den wielrijder, den-kam peerder. den water toerist, den bergtoerist en den luchttoerist, in een artikel verwerkt. Het volgende is er aan ontleend: De kans, om in het open veld door den bliksem te worden getroffen, is. absoluut. niet bijzonder groot, maar wel betrekkei ij Voor den wielrijder wordt het gevaar ver hoogd. omdat metalen voorwerpen van eenigszins grootere afmetingen gemakkelijk door den bliksem worden getroffen. Zoodra de banden en de bodem door regen bevoch tigd zijn, vermeerdert de trefkans, maat dan begint het rijwiel eenigszins als blik semafleider te werken en wordt de kans kleiner, dat bij treffen door den berijder ern stig letsel wordt ondervonden. Ook is in Jiefc algemeen de kans op inslag het grootst, vóórdat de slagregen is begonnen. In alló opzichten is dus het gevaar voor den wiel rijder het grootst vlak voor het overtrekken der bui. Het gevaar voor blikseminslag in tenten onder hooge dennen is niet groot, tenzij er metaalmassa's van belang aanwezig zijn* ijzeren ledikanten b.v. Aannemende, dat er geen metalen stangen of buizen voor de tentconstructie gebruikt zijn. maar dat hoofdzakelijk hout. zeildoek en touw hebben gediend, is een eenvoudige beveiliging tc verkrijgen door aan de nok van dc tent een flink verzinkten ijzeren draad te spannen, die aan weerszijden een goede aardverbinding heeft. Mochten er wel ijzeren ledikanten In dd tenten staan dan vermindert men het ge* vaar voor het inslaan van den bliksem zeer veel door de ledikanten onderling en met den afleider tc verbinden door een over den grond (desnoods grootendeels onder den grond) loopenden ijzerdraad. Het gevaar van zeilen bii onweer ligt veel meer in de kans op omslaan of verspelen van het tuig door de plotselinge rukwinden, die het eigenlijk onweer inleiden, dan in de kans'op blikseminslag, die, blijkens de ervaring, uiterst gering is. Den zeiler, dia een bui ziet naderen, zij daarom geraden niet clcn mast te strijken, maar zich te be palen tot de veiligheidsmaatregelen, die bii opkomenden storm of naderend onweer ver* cischt. worden. Afdoende is het strijken van den mast toch niet: op het water blijft het vaartuig het hoogste mint der omgeving en do mast is gemakkelijk tot bliksemafleider in te rich ten. door met. de vlaggolijn een metalen suits- (z.g. don derpen) omhoog te hiischen. die boven den mast uitsteekt, verbonden aan een kabeltie. van gevlochten koper draad. dat men huiten boord in het water hangt. Hierbij is gedacht aan een houten mast: is dc mast. van staal, dan is het vol doende er voor te zorgen, dat hij in gelei dend verhand met het water wordt go- bracht. Het gevaar voor blikseminslag in een 'sta len motorboot is gering, daar dc geheela metaalmassa in voortdurende aanraking met het water is en deze als afleiding dienst doet. In een houten motorboot beschermt men de hoogste punten, b.v. den vlaggestok vóór en (of) achter, door liet aanbrengen van een ijzeren draad, waarvan de spits een wei nig hoven den stok uitsteekt. Voor den toerist, die in het gebergte door onweer wordt overvallen, is het gevaar groot ér naar mate hij zich op een meer ge. ëxponeerd punt, een rotspunt b.v., bevindt De groote ontladingen gaan toch van de cene wolk naar een andere of naar lagere' gelegen p.ardgedeelten. Maar een kleine zij ontlading kan toch voor den toerist noodlot tig worden en wijst deze kiest haar weg bii voorkeur langs metalen voorwerpen, vooral puntige. Zoowel op stalistische als algemeene gron den nmg vastgesteld worden, dat dit ook voor vriiö Jjaïlonp uiterst gering is. Gevallen van blikseminslag op vrije ballons zijn slechts zeer enkele hekend. Voor vliegtuigen met veel geringer afme tingen in verticale richting geldt het eerste eveneens in sterke mate: ook de gelegen heid om een bui te ontvviiken ls veel groo- ter en uit dc" statistiek ziin dan ook geen gevallen hekend, dat een vliegtuig door den bliksem werd getroffen. School- en Kerknieuws, i DE REMONSTRANTEN EN DE DIENSTPLICHT. Een artikel van Prof. de Louter. Prof. mr. J. de Louter schrijft in De Her vorming over de Remonstrenlsche motie in zake algemeenen dienstplicht o. m.: „Een nabetrachting in den zin van naplciten is smakeloos en bovendien even doelloós als mosterd na den maaltijd. Trouwens de argu menten v/aren door een debat van ongeveer' vijf uren vrijwel uitgeput. De gevoelens ston den lijnrecht teg'enover elkander en werden door bekwame en ervaren sprekers, waaronder vele predikanten, met talent verdedigd. Toch komt het mij voor, dat de gevallen beslissing van te groot belang is, om niet ook buiten den engen kring der remonstranten de aandacht daarop te vestigen. Immers zij geeft het sein ook aan andere kerkgenootschappen om het voorbeeld der Broederschap te volgen, en zich met verzoek om wetswijziging tot de regeerir.g te wenden, ten einde onder de fraaie leus van gewetensvrijheid de grondvesten te ontwrichten, waarop tot dusver Slaat en maat schappij rusten. Men dringt aan op verruiming van gewetensvrijheid in ons gezegend vader land, waarin deze volkomen gewaarborgd is en met wellicht overdreven schroom wordt ontzien; zonder zich rekenschap te geven van de onmisbare grenzen dezer vrijheid, welke elke Staat krachlens zijn aard en bestemming op straf van ondergang heeft te bepalen. He den verlangt men vrijheid tot militaire dienst weigering, morgen om zich aan andere per soonlijke diensten te onttrekken; overmorgen om niet langer belasting te betalen, welke im mers strekt ook om leger en vloot te onder houden; straks eischt men gewetensvrijheid voor een ieder om zijns inziens onzedelijke contracten te verbreken of den huwelijksband eigenmachtig te verscheuren, of den ouder- plicht te verwoarloozen; alles met een beroep op gewetensvrijheid, die eiken band versmaadt Argeloos en blindelings zakt men af met den steeds wassenden stroom naar de grenzenlooze zee van ontbinding en oplossing, waarin Staat cn maatschappij als in een bodemloos moeras verzinken. Rampzalige ontaarding van gezond verstand en rein geweten, welke zich van een deel van ons volk heeft meester gemaakt en voortwoe kert onder de jeugd die de toekomst beheer- scht!" NEDERLANDSCH BIJBELGENOOTSCHAP. Rapport der reorganisatie-commissie. Verschenen is het rapport der Reorganisa* tie-commissie van h'et Bijbelgenootschap, we!« ke werd ingesteld door de algemeene verga-* dering van 1924 en welke tot opdracht ver* AFD Advertentie Bureau Arnhemsctie Poortwal 2a. Te!. 5!3 Plaatsing van advertenties in alle bladen zonder SS) prijsverhoogingSS Lin, die de opdracht heeft, de rust op de gren zen van de internationale nederzetting te be waren. Geloofd wordt dat Tsjang Tso Lin van den toestand profijt trekt om zijn positie in het gebied von Sjanghai le^ versterken DE WARWINKEL IN CHINA. De toestand ernstig. Shanghai, I 2 J u n i. (V. D.) De toestand is zonder twijfel ernstig. De Chineesche pu blieke opinie steunt de eischen tot nietigver klaring der buitènlandsche concessies en ver dragen. Twintigduizend Chineczen hebben be sloten tot de boycot der Britsche cn Jopahsche goederen. Een enorme staking dreigt over het geheele land uit te breken, tenzij een bevredi gende oplossing wordt bereikt. De troepen van Kwengsi in den strijd betrokken. Uit Kanton wordt gemeld, dat de troepen van Kwangsi en niet van Yunnanesc op de Amerikoansche kanonneerboot Pompanga bob ben geschoeten. Op het protest van den 'Ame- rikeanscherv consul, verklaarden de troepen de vlag niet tc hebben gezien. Er werd niemand gerookt. Dit is de eerste maal, dat d-e troepen van Kwangsi genoemd worden, els zijnde in den strijd betrokken. Het blijkt, dat zij met Yunnannese meedoen, hetgeen een tijdelijke alliantie beteekent tegen de regcering van Kanton ven de troepen van Kwangsi en dc troepen van 7unnonnese en mogelijk ook van de Kwangtungtroepen onder generaal Chen- Ciuny-Ming. AUSTRALIË. DE VERKIEZINGEN IN N. Z. WALES. Labour in de meerderheid. Sydney, II Juni. (V. D.) Dc definitieve uitslag der verkiezing in Nieuw-Zuid Wales geeft aan, dat Labour een meerderheid heeft van twee zetels. De premier Fuller is afgetre den. De Labourmon Lung is met de vorming ven een nieuw kabinet belast. Hij verklaarde, dat zijn partij niet voornemens is eenigerlei actie te ondernemen, welke de stabiliteit van het bedrijfsleven of van den staat in gevaar zal kunnen brengen. Lung is vroeger krantenjon gen geweest. Eerste Kamer. Donderdag werd voortgezet de behandeling van de wijziging van het Indische ïegee- lingsreglemcnt. De heer Verkouteren acht de Azia tische volkeren niet rijp voor parlementair stelsel. Minister de Graaff zet uiteen, hoe de ministerieele verantwoordelijkheid en het toezicht van de Stoten Generaal behouden blijven. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 27—10 stemmen (S.D.A.P. cn V.D. stem den tegen). Aon dc orde is dc wijziging der Provinciale wet en gemeentewet Do heer M e n d e 1 s is tegen stemdwnng en ontvouwt practische bezwaren tegen de voorgestelde wijze van bestraffing der van de stembus afwezig gebleven kiezers. Spreker zal zich zijn stem voorbehouden. De heer Van N a ge 11 v. Ampsen ont kent het nut van niet na tc komen strafbepalin gen b.v.k. Spreker vraagt nadere inlichtingen, om te kunnen voorstemmen. De heer De V1 ugt zegt dat de wet een onmogelijke last legt op burgemeesters van groote gemeenten. Spreker zal tegenstemmefi. De heer De Gijseloar wil de vervölgings- taak oan de justitie laten. De heer Van der Maescn dc Som bre f f wenscht overleg tusschen burgemeester en kantongerecht over den datum van oproep van weggebleven kiezers. De heer Verkouteren wil eenvoudige strafbevelen. Minister Ruys zegt. dot het wetsont werp ook het voordeel heeft van vereenvoudi ging van de taak van het Centraal stembureau bemoeilijking van kleine partijtjes. Met sanctie Verschenen is een „Vervolg" op het vierde verslag van de Bezuinigdngs-commissie. Aan dit verslag (gedateerd 9 April 1925) is het volgen de ontleend De leden van de Staatscommissie, ingesteld bij Kon. Besluit van 20 November 1920 no. 81, hebben aon H.M. de Koningin bij schrijven van 31 Maart 1925 verzocht h?n te ontheffen van hun opdracht. Zij meenen gehouden tc zijn aan Hare Majesteit uiteen tc zetten, hoe de te genwoordige verhouding tusschen den Raad van Ministers cn de Bezuinigingscommissie zich heeft ontwikkeld. In December 1924 heeft een afbakening plaats gehad van den werkkring der Staats commissie cn van de Departements-bezuini- gings-inspecteurs. Daarbij werd tusschen den toenmaligen Minister van Financiën en de Com missie uitdrukkelijk overeengekomen, dat het Hoofdbestuur der Posterijen cn Telegrafie tot het gebied van dc Bezuinigingscommissie zou behooren. Toen nu in het laatst van Januari 1924 de dagbladen vermeldden, dat de directeur-gene raal der Posterijen en Telegrafie een commis sie voor een onderzoek naar de organisatie en de werkwijze bij die instelling had benoemd, en daarin, behalve ambtenaren van het 'Hoofd bestuur, ook een bezuinigingsinspecteur van het Departement van Financiën was opgenomen, brocht de Commissie bij den Minister van Fi nanciën bezwaar in tegen de aanwijzing van zoodonigen inspecteur voor dit doel. De Minister antwoordde, dat deze inspecteur niet ols zoodanig werkzaam zou zijn, maar als lid von een door den directeur-generaal be noemde commissie. Het terrein van de Staats commissie zou niet worden betreden. Korten tijd daarna ondervond de Staatscom missie van den Directeur-Generaal een onver- wachten tegenstand. Hij bleek van meening, dat het onderzoek moest worden uitgesteld totdat hij van de door hem benoemde commissie rtfp- port zou hebben ontvangen, om uit te maken of een onderzoek van de Bczuinigingscommissie nog r.oodig was. Dc Bczuinigingscommissie richtte zich tot den iMinister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw, voorzitter van den Ministerraad, met verzoek, zijn tusschenkomst tc verleenen. De Minister wilde eerst overleg plegen met zijn ambtgenoot von Waterstaat. De minister deed vervolgens aan de commissie den 5den Maart 1924 een schrijven toekomen, waarin er op werd gewezen, dat de Regeering het zeer op prijs zou stellen over het werkingsgebied der commissie haar advies te vernemen. De commissie kon in het voorafgaande geen grond vinden, om van hear voornemens af te wijken, en gaf dit aon den Minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw bij schrijven van den 21en Maart 1924 Ic kennen. De commissie verklaarde, dat zij tegelijk aan den directeur-generaal der Posterijen cn Tele grafie schriftelijk had meegedeeld, dat zij aan haar oeide inspecteurs hrd ongedragen, het onderzoek op denzelfden voet ols bij de depar tementen van Algemeen Eestuur aan te van gen. Het onderzoek bij deze instelling had daarna plaats cn deed de commissie onder dagteeke- ning van 30 Juli 1924 een uitvoerig verslag tot den Minister van Waterstaat richten. De za kelijke inhoud werd in net 4e verslag der com missie opgenomen. Dc Minister van Waterstaat had inmiddels uan de commissie onder dag teékcning van 30 Augustus 1924 een krilischen brief doen toe komen, waarop de commissie o.m. antwoordde, dut het rapport der commissie door Zijne Excel lentie ten onrechte van zeer geringe waarde werd genoemd. Het onderzoek der commissie is niet ingesteld met de bedoeling van waarde te .rijn voor de beraamde reorganisatie. Dit schrijven bleef pnbeantv/oord. Dc Commissie richtte zich alsnu tot den voorzitter van den Ministerraad met een schrij ven, waarin o.m. nog woidt opgemerkt, dat zij onkundig is gelaten van het resultaat van het onderzoek van de voorstellen der Commissie be treffende het Hoofdbestuur der Posterijen' en Telegrafie. Een en ander moest de commissie aanleiding geven de vraag te beantwoorden of het onder deze omstandigheden voor haar nog wel mo gelijk zou zijn, mede te blijven arbeiden aan het heilzame werk, waarvoor zij zich beschik baar heeft gesteld. De commissie heeft die raag tot haar leedwezen slechts ontkennend kunnen beantwoorden. Het vervolg van het verslag is onderteekend P. Rink. W. de Vos van Steen wijk, F. H. de Monté Ver Loren. P. J. Oud, R. Zuijdenhoff, L. A. Froytier, M. G. de Blocme. VEREENVOUDIGING EN INEEN VOEGING VAN GENEES KUNDIGE RIJKSDIENSTEN. Het rapport der Staatscommissie. De Staatscommissie voor ineenvoeging en vereenvoudiging van medische Rijksdiensten, van welke commissie dr. A. Sikkel Azn. voor zitter is, heeft dezer dagen den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid haar rapport aangeboden. De commissie is gekomen tot voorstellen cn een plan, welks hoofdlijnen de instemming verkregen van de overgroote meer derheid der commissie. Naast dit meerder heidsrapport is een drietal minderheidsrappor ten ingediend. In het meerderheidsrapport wijst de com missie ols haar streven aan. om, met de ver schillende diensten en voor het werk, dat aon elk is opgedragen, een algemeenen genees kundigen dienst tc ontwerpen, die door zijn •inrichting aan samenwerking van de genees kundige ambtenaren bevorderlijk kan zijn. De commissie hield hierbij de 'volgende vTagen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 2