AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" wraamsjumiMs 23e Jaargang No 291 TWEEDE BLAD. xö\ <w~ f BINNENLAND. FEUILLETON. De Terugkeer van Klompvoet. Invoering van de Tariefwet op den dag der Tweede Kamerverkiezingen Na veel getalm *s dan toch het Koninkl. Besluit afgekondigd, dat den datum bepaalt, waarop de Tariefwet-1924 ral in werking treden. Op zichzelf verandert dit feit aan de tariefquaestie niets. De wet is er nu een maal, en het in werking stellen is daarvan het natuurlijke gevolg. Maar het tijdstip, waarop dit geschiedt, is om verschillende reden-en merkwaardig. 'Het verschijnen van het K. B. viel samen met het stel'en van vragen (of is het K. B. reeds bedoeld als een voorloopig, maar dan toch afdoend antwoord op die vragen?) door het Eerste Kamerlid S. van den Bergh, die den Minister van Financiën ver zocht te willen mededeelen of hij bereid zou zijn, nu de verkiezingen voor de Tweede Kamer binnen korten tijd plaats hebben, met d'e invoering van de wet te wachten, tot het Nederkirdsche volk zich zal hebben uitgesproken. Merkwaardig is het zeker, dat een wet, die om toch vooral geen tijd te verliezen, na onvolledige voorbereiding en dientenge volge na onvoldoende behandeling, overijld is aangenomen, eerst een half jaar later wordt ingevoerd, vooral wanneer dit betee- kent, zooals in dit geval, bij een opbrengst van rond 2 milHoen per maand, een voor de schatkist nadeelig verschil van 12 mil- lioen. En wellicht is het een unicum, dat een, voor de volkswelvaart en ook om princi- pieele redenen, zoo belangrijke wet als deze Tariefwet, van kracht wordt op d-enze'.'fden dag, waarop de verkiezingen plaats vinden. Het vermoeden was reeds gewekt, dat de Regeering iets in het schild voerde, toen zij eénige maanden tevoren het bericht deed verspreiden, dat het inwerkingtreden der wet „niet eerder ctasv tegen 1 Juli te ver wachten was", en de dag voor de stemming toen juist was bepaald op 1 Juli, d* i. op twee dagen na de uiterste teimijn bij de Kieswet gesteld. Tijd rekken scheen de bedoeling te zijn. Op het eerste gezicht doet, hetgeen nu gaat geschieden, denken aan een politieke snakerij van een oolijken overwinnaar, wien de bewustheid van zijn overmacht liohtelijk naar het hoofd is gestegen. Bij nadere be schouwing krijgt men- echter den indruk te doen te hebben met een weloverwogen poli treken zet, met de handige uitvoering van een niet onverdienstelijk bedachten politie leen goocheltoer. In ieder geval ligt de poli tiek er dik bovenop, hetgeen trouwens vol komen is in den stijl, waarin de wet is tot stand gebracht. Het is duidelijk. Invoeren vóór d-e verkie zingen zou de regeer ingsme er de rh eid stem men kunnen kosten. Invoeren na de verkie zingen zou het gevaar medebrengen, dat indien zich mocht herhalen, wat in 1905 en 1915 is geschied, n-1. dat de meerder heid der kiezers zich uitsprak tégen tariefs verhooging en het Kabinet zich genoopt zag heen te gaan, het nieuwe Tarief nimmer zou worden ingevoerd. De conclusie ligt voor de hand: niet in voeren vóór en niet invoeren na de ver kiezingen; blijft over invoeren op den dag der verkiezingen zelf. Het is doodeenvou dig. Als de kiezers dus op den len Juli hun stembiljet in de bus steken, kan nog nie mand hunner eenige ervaring hebben om trent de wet, die denzelfden morgen is in werking getreden; dan heeft de huisvrouw nog niets bemerkt van hoogere prijzen, de fabrikant en de boer nog niets van stijgende productiekosten, en draagt de koopman nog geen kennis van de verrassingen, die „het technisch verbeterde" tarief hem aan de grens zal brengen- En als op den avond va-n dienzelfden dag, bij de opening der stern-bus, de meerder heid eens mocht blijken om te zijn men kan nooit wetenl dan zou dit althans de Tariefwet niet meer kunnen deren. Nu zouden dergelijke beweegredenen geen hoogen dunk geven van den eerbied der Regeering voor den wil der kiezers. Doch gaven ministerie en parlementaire meerderheid niet reeds ven zoodanige ge voelens blijk, toen zij de wet er doorjaagden, zonder het volk in de gelegenheid te heb ben gesteld zich te verkleren? Het gaat hier eigenlijk alleen meer om den wil der kie zers van den overkant. Uit deze politieke manoeuvre zijn inmid dels nog andere leeringen te trekken. In de eerste plaats is d'oor het uitstel beves tigd de meening van de tegenstanders der wet, die betoogden, dat deze tariefsverhoo- ging voor het in evenwicht brengen der Staatsfinanciën niet noodig was. Ten twee de toont de Regeering, dat zij zich in haar tariefpolitiek niet veilig acht, en dat de be kende waarschuwing van Dr. Kuyper, nadat in 1915 de voorgestelde tariefsverhooging den val van rijn ministerie tengevolge had: ,met deze lading gaan wij niet meer in zee", haar beteeken-is nog niet heeft verloren. Maar Dr. Kuyper heeft in dit verband nog iets anders gezegd, dat den kiezers ook die van de tegenpartij thans weer een vingerwijzing kan zijn. In deel II van ,De Anti-revolutionneire Staatkunde" v3n Dr. A. Kvypor (1917) lezen wij, op b!z 427: „Na de ervaring in 1915 opgedaan, schijnt het geraden om van methode te veranderen en van nu af de Tariefsverhooging niet op eens, maar bij deelen tot stand te brengen en hiermede aanstonds te beginnen zoo we weer meester ven het terrein worden." Dr. Kuyper's volgelingen zijn meester van het terrein geworden, en zij zijn begonnen tariefsverhooging ,,bij deelen" tot stand te brengen. Deze Tariefwet vormt daarvan het eerste deeJ. Laat dit deel tevens -het laatste rijn! r* Mr #<*s\ \J - ~raY%>-\ Mode. Wanneer wij in deze dagen eens een mode tijdschrift opslaan van één jaar tc« ug, dan is het merkwaardig zoo vreemd o^s wij nu reeds staan tegenover die teekeningen. Zij lijken ons vreemd, gek, leelijk, omdat wii al weer geheel zijn gewend aan de ontwapen von onzen zo mer. Er is dus wel degelijk st<eds wisseling en verandering in c'e mode, al lijkt het ons ock dikwijls, dot er niets nieuws is te zien. Heeft U het bijv. niet bemerkt, toen U Uw zomerkloc- ren te voorschijn haalde, hoe bespottelijk Innig zij waren verleden''jaar En herinnert U niét, dat U in het begin van dot seizoen zuchtte, omdat de rokken zoo mal kcrt waren? Er zijn menschen, die voorspellen, dot wij het volgend jaar er nóg een zoom in moeten leg gen of dat de rok niet meer dan een scheetje zal worden, op de monicT von dè mode der wilden I Maar ik gele of door niets von. De nieuwste modebladen hebban integendeel allemaal af beeldingen van langere rokken. Bruidstoilettep bijv. zijn juist even voet- en enkelvrij en de jurken voor het gevolg, do bruidsmeisjes, rei ken ook tot twee honden boven den grond. Ik krijg inderdaad de overtuiging, dot wij de kortheidscrisis te beven zijn, zoodat het een volgend jaar weer mogelijk zal wezen op nor male wijze te wandelen en to zitten. Het was de laatste maanden wel heel moeilijk om fatsoen lijk voor den dag te komen en fietsen werd haast een marteling door de hopelooze moeite die wij moesten doen om onzen rok naar be neden te houden. Aan al die akeligheid komt nu een einde. Want op alle plaatjes hebben de rokken ruim te plooien, splitjes of zoo iets, waardoor wij de beenen weer gewoon kunnen bewegen. De obsoluut gladde, rechte koker- of étui-mcde'len zijn de mode uit wij mogen weer vorm c-n lijn hebben I Aardige variaties zijn er te zien. Bij voorbeeld een paars en lila wandeljapon van wol en zijde marocoin. De rok bestaat uit wol en hcefi unn weerszijden op de hc-upcn een vier of vijf platte, brcede plooien, die niet van onderen gehecht zijn en dus uit kunnen waaien. Hef zijden lijfje, dat één geheel is met den rok, vall glad en recht over de schouders, a's een soort openstaand jasje recht van voren loopt een handbreede bies van hetzelfde motet iool nis de rok. Ook de manchet is hiervan ge mankt. Overal woor de lila zijde non de paarse wol vastzit, is met koordzijde een siersteek over den naad gezet (een vischgrnatje), flanelsteek, vertakking of wat men wil). Het maakt de af scheiding scherper. De hoedjes blijven klein en bij voorkeur in tint of stof der japon. Ik zag bij deze pnursc combinatie oen schat van een hooggebo'd hoedje in donker paarsde smalle rand was von voren en van achteren een beetje opgeslagen en met lila zijde aan den binnenkant bck'eed. Ook zat er een lila strik, een volgeh^erk-imitatie, tegen den bol aan de rechterzijde. Een ander chormant toiletje was van zwart satin-duchcsse. Zwartstaat o'tijd heel gedis tingeerd. vooral voor blonde vrouwen. Deze wendcljurk had natuurlijk ook lange mouwen. Zoo zijn ze dezen zomer allemaal De hals was rend uitgesneden en met een smal Brus- selsch kanten kraagje afgezet Recht naar be neden viel van voren een ornament, dot nu veel wordt gezien cn het beste is te vergelijken met een ontiek sche'lokoord het ,s ccn breede, ge borduurde of met metaaldraad bestikte bond, die in een heel lange kwast eindigt. Het geeft een slank effect oan de jurk cn staat los en vlot. Do bond moet wel tot onderaan toe ge hecht worden, maar de kwast hangt natuur'ijk vrij. Een speciaal nieuwtje aan dit toilet waren de „zakdoeken". Al jaren lang werden er cin- delooze variaties met' zakdoeken gemaakt heel kleine miniatuurboekjes, die uits'uitcnd dienen vcor het mooi cn vastgespeld zitten in een borstzakje, en groote vierkante loppen, ge kleurd, gebatikt of geruit, rïe a's een npachcdas om den hals gestrikt worden. Cp deze iurk waren het twee zulke groote loppen, cfie de aandacht vroegen alleen niet in bonte kleuren, maec precies hetzelfde ais de japon. Zij waren in het midden vastgehouden, zoo dat de punten naar beneden vielen. Op beide heupen, iets meer nner voren, was ccn g'.euf- zakje gemaakt, waarin die lappen vestgehecht zaten Het stond werkelijk heel aardige vooioi als zij onder het loopen lustig uitwopperden in den wind. Lohgs de mouw was om den po's ook ccn stukje Brusselsche kont gezqt. Bedrukte voiles zijn uitermate geschikt yoor heel jonge, slanke meiskes. Er bestoon tcgen- woccdig zulke snoezige patronen in. en haast spotgoedkoop. Ieder jong meisje, zelfs met het beperkste zakgeld, kon er tegenwoordig aardig uitzien, a's zij er moer oog voor heeft wat hoar het beste staat. Zoo zag ik onlargs ccn goudgele jur k, waar groote blauwe bloemen met een poor groene bloren in waren bedrukt. Het bedrukken van voile gebeurt zóó mooi en natuurlijk, dat de b'oemon op een afstand „net echt" leken I De jurk viel over ccn effen gelen onder rok, die er slechts een 20 c.M onder uitkwam. Het toiletje zelf had een glad, recht lijfje met een grappig originee'e mouweerst een heel kort kimono-mouwtje cn daar oan vast ccn wijd geplooide, 30 c-M. lange strook, het gc- heele mouwtje reikte tot een handbreedte boven den clboog. Aan het stiakke lijfje zat een rok die van voren -geplooid was met plotte, brcede plooien als een schort, cn van achteren glad. Ceintuur- en boorlint langs den ronden hals waren van blauw fluweel in de tint der bloemen. De ceintuur was los omgestrikt cn eindigde van achteren in een gezellig fladderende „sui- vez-moi". Het leuke jonge meiske droeg hierbij een grootcn breed-gcronden blauwen hoed, waarop, langs den bol, een paar korenaren wa ren ncerge'egd. Het was de verpersoonlijkte zomer, cit kir.d 1 Heel geestig zijn dit jaar de hoed-garnituren, o. a. de combinatie scarf-cn-hoed of hoedje- en-pnrasol. Een echt Pnrijsch modcnicuwtje is dot. Ik zog het bij ccn kleinen hoed mot hoo gen bol cn neergeslagen rand rondom. Hij was geheel overtrokken met gebloemde crêpe. Langs dc parasol zot een rond von hetzelfde en in d» jurk stak ook ccn heel klein zakdoekje von dit materiaal. De combinatie hoed-cn-scarf is buitenge woon flatteus Hoedbol en de sjaal zelf van ef- ien stof en dan beide opgemaakt en afgewerkt met ccn ruitvariatie. Dat maakt het o lerecn- voudigstc mantelpakje chic I De Sioatscouront vun hedenavond 12 Juni bevat o.m. dc volgende Kon. besluiten benoemd tot substituut-griffier bij de recht bank te Rotterdom, Mr. J. C. Brongers, advo caat cn waarnemend griffier bij de rechtbank te Rotterdomtot griffier bij het kantonge recht te Zalt Bommel, Mr. J. N. v. Worm, advocaat tevervs waarnemend griffier von het kantongerecht te Leiden, wonende te Oegst- gcest tot substituut-griffier bij dc rechtbank te Utrecht, Mr. G. J. Kronenburg, thons grif fier bij het kantongerecht te Geldurmalsem benoemd tot adjunct-commies bij het Cen traal bureau van voorbereiding voor ambte- noarszaken P. Valkier en J. H. M. Meyer, bei den thans klerk tot notaris te Amersfoort J. G. Klaosscn, can- didoot-notoris en hypotheek bewaarder te Eind hoven te Assen, P. Tas, canciideat-notaris te Oegstgcestte Vriesscnveen J. Ch. M. Krui- singo, condidoot-notoris wonende te Heerlen. benoemd tot lid van den Voogdijraad te Assen, F. dc Klcyn aldaar tot lid van den Voogdijraad 's-Grovenhagc I, F. C. M. de Ridder aldaar op verzoek eervol ontslogen, met dank, als lid van het college van regenten over de ge vangenissen te Breda Mr. J. A. G. baron de Vos von Steenwijk, Jhr. Mr. B. M. A. A. de Roy von Zuidewijn en mr. R. W. J. C. de Mcn- thon Bake, beiden als idem te 's-Hertogen- boschIr. M. J. von Thiel, als idem over Rijks werkinrichting te Hoorn benoemd tot lid von het College van Re genten over de gevangenissen te Arnhem dr. J. G. Schnitzlcr, zenuwarts aldoor; over de ge vangenissen te Breda dr. F. Reiseger, oud- dirig. off. vun gezondheid Te klasse Ind. leger, te Ginnekcn; over de gevangenissen te 's Her togenbosch dr. E. J. L. L. J. Cordewener, rector von het Gymnasium aldaar, en H. J. Balman, rijksbetaalmeester aldaar; over de Rijkswerkinrichting te Hoorn C. J. de Boer, orts aldaar; over de gevangenissen te Rotterdam Ph. von der Heijden, architect aldoor; over de gevangenissen te 's Grovenhage mr. W. van Gricthuijscn, subst.-griffier van het gerechtshof aldaar; op verzoek eervol ontslagen wegens reorga nisatie, J. Schipper te Putten, als directeur van het Post- en Telegraafkantoor aldaar benoemd tot clectro-technisch ombtenaar der Telegrafie, A. Bakker, thans adspirant idem toegekend de bronzen cere-medoille Oranje Nassau orde oan mej. L D. E. Koster, dienst bode bij M. Drukker te Hilversum. HET BEZOEK DER KONINGIN AAN ZWITSERLAND Haar verblijf te Kcrdsiten. Men schrijft uit Kehrsiten aan dc Tel. Zoools men weet, is Koningin Wilhelmina voor een tamelijk long verblijf in Zwitserland aangekomen en heeft zich eerst naar de streek van hef Vierwoudstccenmecr begeven. Het hotel Schiller, te Kehrsiten—Bürgenstock, waar H. M. de Koningin met gevolg haar in trek heeft genomen, ligt aan den linker meer- ocver en is von Luzern uit per boot in 25 h 30 minuten te bereiken. De hóoge bezoekers heb ben, om zooveel mogelijk onopgemerkt te blij- \cn von de gewone stoomboot gébruik ge maakt. Dc Koningin wos vergezeld van Prins Hendrik cn Prinses Juliana, cn verder von den ceremoniemeester graaf du Monccau met ge malin, barones van Hceckcrcn van KeH en jenkvrouwe van Swinderen. Het bezoek von de Koningin oan Kehrsiten werd docr zeer fraai weder begunstigd. Warm© dagen vol zonneschijn en hceilijk milde avon den. Hef hotel Schi'lcr ligt aan den voet von den Bürgcnstock. die zich onmiddellijk achter het gebouw majestueus in de lucht verheft. Van het tertos von het hotel heeft men een prachtig uitzicht op het meer. Links ziet men den Pilotus cn rechts den Rrai en voorts het heerlijke oeverlnnd&chop von Hrrtcnstein, wnnr ex-keizer Kor! van Oostenrijk geruimen tijd veib'ijf heeft gehouden, n'srrm'V het schitterende hcuvelrnnocomn von Wcggis, Vitznau en Oersou. Bij een heldere atmosfeer woron (3e nnnb'ik cn de vergezichten onverge telijk srhoon. De Koningin bewoont met hoor -revolg de eerste verdieping von het hotel. Het is een eenvoudige inrichting, zonder luxe De kamera ziin dcge'ijk gemeubileerd. Het gebouw is op ccn rustige plek ge'egen. Auto's komen er niet cn stofwolken zijn er onbekend. In het park téonn kn«rtonjc~, linde- en viigenboomen in volle procht cn tal vin rozen verspreiden er haar heerlijke geuren. De Koningin verscheen gewoonlijk 's r er gens om kwart over ncht ann d~ ontbijttafel. De overige moohijden werden deels in den salon, deels op het terras von het hotel ge bruikt. Zeer dikwijls is de Koningin met baar srhil- dergerei er op uitgetrokken cn aardige mo tieven oan het meer werden dan op het doek gebracht. Ook werden tochtjes ondernomen zoonis naar Rigikuim, Brunncn, Axcnstein en A'tdorf en een rondvaart op het meet brocht verdere afwisseling in het program. Steeds is H. M.. naar men heeft kunnen ronstnteeren, ze<y hartelijk met nüc personen van har© omgeving omgegaan. De Koningin houdt vert Zwitserlund en van rijn bewoners. Als prinses hecff zij reeds tc Muottothnl ver blijf gehouden, woor nog vel© souvenirs t© horer herinnering te vinden zijn. H M. gaf uiting aan hoor voUe tevreden heid over haar verblijf in hotel Schiller. Zij deelde kleine waardevol Ie geschtnken uit cn was vol haite'ijkheid tegenover het driejarig zoontje von don hotelhouder. Prinses Juliana heeft verschillende Ijccrcn met den kleinen knaap gespeeld. Nooit heeft de Koningin het beter dan thons met haar bezoek oan Zwitserland getroffen* door dc notuur hier op het oogenblik op haar ollerfrooist ia LANDSVERDEDIGINGSBELANGEN IN VERBAND MET DE AFSLUITING EN DROOGMAKING DER ZUIDERZEE. Voorloopig Verslag der Eerste Kom er. Blijkens het Voorloopig Verslag over het ontwerp van wet nopens maatregelen cn wer ken noodig tot voorziening in dc belangen van dc landsverdediging in verbond met dc afslui ting cn droogmaking van dc Zuió?rzec werden door eenige leden overwegende bezwaren tegen dit ontwerp te berde gebracht. In de eerste plaats waren enkele hunner van oordeel, dat bij het Zuicbrzeeplon te veel worót geofferd aan dc defensie, hetgeen volgens hen niet door den beugel kan. Aondere leden die zich hierbij aansloten wor.n bovendien van meening, dat met dc indiening van dit ontwerp had behooren te worden gewocht, totdat dc Zuiderzeewerken, verder zouden zijn gevorderd. Ook waren er enkele leden, die het aanvoer den van dit ontwerp niet beschouwd wilden zien als een instemming met de voorgenomen be spoediging der drooglegging van de Zuiderzee. Zij stonden «r op zich te dier zake olie vrijheid voor te behouden. Vele andere leden daarentegen verklaarden zich met het ontwerp zeer wel te kunnen ver- ccnigen. WIJZIGING VAN DE DRANKWET. Voorloopig Verslag der Eerste Kamer. Blijkens b'-t Voorloopig Vers'ag over het ontwerp van wet tot wijziging van de Drank wet gaf het efdeelingsonderzcek van dit ont- door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont 48 Hij kwam niet aan hef eind van zijn zin. Snel ais de gedachte had het meisje rich half opgericht, twee knallende schoten klonken bijna gelijktijdig toen greep Grundt met een rauwen kreet naar zijn pols. Op hetzelfde oogenblik stormden Garth en Lawless hét hol binnen. Maar ik staarde naar Marjorie, die onbewegelijk voorover lag. HOOFDSTUK XXïV. Dc schat van Ulrich von Hagel De heelc wereld scheen voor mij op dot oogenblik ten einde. Ik had dit meisje uit haar kalme, onbezorgde bestaan gerukt en haar in een maalstroom van avonturen gesleept. Moest zij nu haar leven geven voor hot mijne op dit verlaten eiland, terwijl ik, de oorzaak van al deze ellende, ongedeerd er van af zou komen? Lawless was Grundt naar de keel gevlogen en slingerde hem heen en weer als een kat een muis. Toen waren ook potseling Carstoirs en Mackay daar, die met leeren riemen die gioote harige polsen samenbonden, woarvan de eene hevig bloedde. Ik stond er hulpeloos bij en keek als in een droom naar Garth, die zijn dochter opnam en haar roerlooze gestalte in zijn armen wiegde. In haar rechterhand om klemde zij nog den revolver, waarmede zij mijn leren gered had. Een schrille kreet klonk bij den ingang van het hol, Yvonne, Marjories kamenier, kwam aangerend. „O ma chérie I Ma chériel" kermda zij, terwijl zij op "haar knieën naast het meisje neerzonk. Nu hield Garth een flcsch tegen do lippen van zijn dochter. En tot mijn onuit sprekelijke verlichting begon zij te bewegen en opende eindelijk de oogen. „Ik ben weer goed," mompelde zij, Jk ben heusch weer best I O! Yvonne I" En ze sloot de oogen weer. Garth stond op, een lange, indrukwekkende figuur in zijn smetteloos witte kleeding, en keek naar mij, havelooze kerel, die was met een baard van vier dagen en ongekamd haar, gescheurde, vuile kleeren cn schoenen, die in de rotsen bijna aan flarden gescheurd waren. „Is zij is zij gewond stamelde ik. De millionnair schudde het hoofd en slikte „Ze is alleen maor flauw gevallen," ant woordde hij. „Mijn arme meisje Toen. zijn gevoel bchecrschond, vroeg hij boos: „Wéér is die kerel, die Custrin „Dood," antwoordde ik. „Ik heb hem doodge schoten Wat. cr in het bosch gebeurd was, was heel natuurlijk geweest. Moer, met de „Naomi", was de beschaving teruggekeerd op Cock Is land en mijn eenvoudige bekentenis klonk af schuwelijk koelbloedig in mijn eigen ooren. Zoo kort mogelijk maar zonder cenig belang rijk feit te verzwijgen, vertelde ik aan Garth de geschiedenis van wat cr gebeurd was na zijn vertrek met Carstairs. Met kwalijk verbolgen ongeduld en steeds rooder wordende wongen luisterde hij naar mijn verhaal; maar hij werd tc toornig om tot het eind toe naar mij to luisteren. Toen ik hem vertelde, hoe ik Mar jorie gevonden had in het vertrek achter <1© keuken, barstte hij in woede uit „Dat Is dus het e'n<! von Je dolzinnige expe ditie I Mijn arme kind, alleen en onbeschermd in de honden van die wilden I Bij God, Mojooi Okewood I wanneer haar iets overkomen is dooi Uw toedoen „Toen ik Uw hulp inriep om nuar Cock Is land te komen. Sir Aléxonder", antwoordde ik, „had ik geen flauw vermoeden, waar dit avon tuur ons heen zou voeren. En evenmin had ik kunnen denken, dot het mogelijk was, dat ik vervolgd zou worden. Anders zou ik nooit Hij sneed mij de woorden af met een nijdige handbeweging. „Ik hoef niets meer te hooren. Het is niet aan jou le danken, dot mijn arm kind niet het leven heeft gelaten door jouw roekelooze dwaasheid. Ik had al lang twijfel in hoe verre ik mij op jouw oordeel kon verlaten. Wanneer ik cenig vermoeden had gehad ,dot jij met dien ploert van een dokter samen mijn kleine meid in al deze ellende zoudt sleepen Dat kon ik niet op mij laten zitten, zelfs niet van een bezorgden vader. „Het is niet mijn schuld geweest, dat Miss Garth oan land is gegaan", antwoordde ik hef tig. „En wat Custrin betreft, U zei fbent het ge weest, die hem zonder aarzelen op het eerste gezicht hebt aangenomen. U stelde er prijs op, dot hij deel zou uitmaken van onze expeditie...." „Maar zonder jou zou Custrin nooit ann boord gekomen zijn. Dat zul je toch zeker wel niet tegenspreken, wel Ik wou bij alles wat heilig is, dat de „Naomi" je nooit had ge zien „Ik kan alleen maar zeggen, hoe diep ik'het betreur, dat Miss Garth zulke vreesclijke er varingen heeft moeten opdoen" begon ik weer. Hij snauwde alleen maar „Ik wil verder niets meer van je hooien 1" En met deze woorden wandelde hij weg. Ik vocldo duidelijk de vijandige stemming, waarin hij tegenover mij verkeerde en ik voel de mij doordoor nog ellendiger. Maar Lawless sprak tegen mij, toen ik door geheel beduusd stond, hij klopte mij op den rug cn vroeg of ik weer hcclemaol goed in orde was. „De bende is er vandoor", grinnikte hij. „Op het hoorea van dat geweerschot van de „Na omi" moeten ze gerend zijn naar hun sloep in de Sturt Baai, wèg van het eiland. En hun schipper hebben ze aan zijn lot overgelaten. Een gevaarlijk ventje is dat Majoor I We heb- hen de sloep gezienccn torpedojager is hettoen hij de zandbank overstak de open zee in. Sir Alexander wou maar steeds, dat ik ze achterna zou gaan. Maar ik heb hem gezegd, dof het nergens voor diendebij die snelheid, die zij hebben Toen vertelde hij mij van de geweldige ver bazing, die de verschijning van de sloep der „Naomi" had veroorzaakt aan boord van het jacht, toen het voor Alccdo log. „Toen de oude man hoorde, dat ik Miss Garth oan land had laten gaan met den dok ter", vervolgde de kapitein, „dacht ik, dot hij gek zou worden. Hij raasde en tierde als een bezetene. Ocff het was geen pretje 1 Hij noemde mij bij alle leelijke nomen, die hem voor den mond kwamen cn ik mag een boon zijn als ik weet of ik nog in zijn dienst ben, ja of neen. Ik ben een paar maal in mijn Wen uitgevcterd en hard aangepakt, maar «k heb nog nooit zoo n herrie beleefd, als toen met Sir Alexander I En hij is woest op U ook I „Dat geloof ik ook I" antwoordde ik. „Wij staken dodelijk weer in zee", hernam Lawless, „cn stoomden naar het eiland. John Mackay stookte wat hij stoken kon 1 Hij had eiken nacht een nachtmerrie, als hij oan dc kolenrekening dacht I Wij ankerden voor de zandbank en namen de sloep mee naar de kust. Toen wc door dc baai binnenkwamen, zog ik door mijn kijker het flikkeren van Uw hcuo- graaL vanaf de rotsen midden op het eiland. Dus, toen we oan wal gestapt waren, zijn wc dodelijk naar het plateau geklommen Ik had geen flauw idee, ho© ik U moest loten weten, waar wij waren", zei ik, „totdat ik opeens dacht aan dat spiegeltje. Mijn hoop, dot U mijn seinen zou zien, was maor heel gering, en U heeft gezien, dot de toestond wel wat hachelijk werd.... toen U oankwonri". Iemand trok mij oor. mijn elleboog. Het was Mackay. „Die groote Duitschcr wou U cffe spiekcnl" Ze hadden Klompvoet uitgestrokt op zijn dekens onder den bóom. Ik vind het naar een man vastgebonden te zien liggen cn een eigen- aordig soort misplaatst medelijden sloop in mijn hart, toen ik neerzag op Grundt, dien ik zoo gevreesd had, cn die nu aan handen en voeten gebonden was. Bij mijn nadering opende hij de oogen Zijn blik was neg grimmig en onbevreesd. „Wanneer mijn mannen waren gekomen", zei hij woedend, „zou je nooit me ontslipt zijn. Maar ze gingen cr vandoor en lieten mij in den steek von Hagel, een Duitsch officier, net zoo goed als de rest. Werkelijk, ik begin te gelooven, dat de zon is ondergegaan over mijn ongelukkig land I" Hij zweeg en scheen in gedachten verdiopt. „Jonge man, jonge man als je mij in mijn goeden tijd gekend had f Maar de fundamenten van mijn leven zijn weggeslagen. Okewood, ik' word oudl" (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5