AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 111925 DE3DE BLAD. KOLONIËN. BINNENLAND. 24e Jairaang No. -O ftrijsche Brieven. Een avondfeest op de Tentoonstel ling. Het Paviljoen van Parijs. De Franschc Koloniën. Parijs, 1 Juli 1925. oordeelen over de wijze waarop de stad Parijs hare roeping als opvoedster der bevolking ter harte neemt. En dan, van welk een goeden smaak getuigt niet de architectuur van dat eenvoudige, fraaie gebouw, ruim, helder en practisch, om ten voorbeeld te dienen aan alle moderne bouwmeesters, die hun tijd cn hun talent niet willen verspillen aan futlooze, wan staltige knutselarijen, die zij dan onder hyper bolische voorwendselen voor het summum van artistieke moderne kunst en decoratie uitkra- Ik lan mij moeilijk voorstellen dat er tegen- woordg iets mooiers te Parijs te zien is, dan een avondfeest op de Tentoonstelling. O, ik weet wel, dat er anderen zijn die de vookeur geven aan het spel vun licht en me- nige op den Boulevard; die hierin de karaktc- risiek van onzen tijd uitgebeeld vinden, het tyje van het ultra-modernisme, met z'n mechn nschen rythme, zijn felle tegenstellingen in beweging, kleur en licht- en donker, zijn regel matige wanorde. Dat heeft zeker zijn eigenaar dige aantrekkelijkheid en bekoring, dat is, wat de bezoékers uit den vreemde vooral verlan gen, zoo echt grootsteedsch. Die draaiende, kronkelende, verschietende lichtaf fiches, met letters die te gauw verdwijnen om in woorden te kunnen worden gelezen, want zij gelijken op alles, behalve letters, hoog aan de geveis der huizen, welker hoogte men dan eerst recht meet, zij trekken de aandacht, wat hun eenig doel is, maar zij beleedigen de majesteit van den stillen, zwarten nachthemel er boven, dien zij smakeloos pretentieus schijnen te willen tarten. En daaronder, in dc diepte gelijk- vloersch woelt en dringt haastig de onrustige menigte over de breede trottoirs om den straatweg in het midden, waar holder-de-bol- der zware autobussen en lichtere taxi's in lan ge slierten achter elkaar aanrollen of, na brus- ke schokken tegen elkaar aangedrongen, ge duldig wachten dat zij weer aan het hollen kunnen gaan. Zoo is onze Boulevard bij avond. Of dat een vreugd is voor hen die op do terrassen der cafe's dicht saamgedrongen een prettige rust schijnen te zoeken, maar niet vinden, betwijfel ik; als tegenstelling met de kalmte eldrs en die wij vroeger zoo heerlijk genoten is het hedendaagsche Boulevardleven overweldigend, wat voor velen ook al z'n bekoring zal heb ben. Hoe anders is dan een avondfeest op de Tentoonstelling. En een feest is het, wanneer alle lichten flonkeren in alle denkbare kleuren cn schakee ringen, op en over het stille vlak der Seine en hoog aan de koepels cn torens. Tegen het tiende uur loopt dan het publiek langzaam sa men op de beide oevers dier rivier, die het Tentoonstellingsterrein in twee ongelijke heir- ten snijdt, en op de Alexandcrbrug, die deze twee helften sa am verbindt, dus cr het centrum van is Als dan de drie mooie, groote toren klokken, Colette, Bathilde en Odille, zucht aan, de een na de ander, beginnen te luiden en hare zware harmonisch saamklinkende stemtnen door de lucht doen ruischen, dan is dat 'het teeken dat -het „waterspel" begint. Maar reeds te voren was van het gewelf der brug over geheel dc breedte van het riviervlak een gordijn van water gespannen, waarop zich allerlei lichtende kleurspelingen vertoon den; en tegelijk daarmee kwam van den linker oever een toestel aandrijven, dat aan een reus achtige waterspin deed denken. Plots spoot daar midden uit, als een zilve ren pluim, een forsche waterstraal hoog op, dadelijk gevolgd door lagere draaiende fontei nen en cascaden die wijduit gudsten of het geheele toestel met een glazen stolp schenen te overdekken, waarin alweer allerlei kleuren speelden, zoodat het nu eens leek of die plui men en cascaden, welker vormen altijd afwis selden, van goud of zilver waren, dan weer of er een monument van purper of smaragd kristal op het trillende water rustte, En om dat kleurig schitterend middelpunt op het donkere riviervlak, aan beide zijden Inge sloten door eveneens kleurig verlichte groote gondels, die als restaurant of danszaal dienst doen, glijden dan verlichte bootjes, door na genoeg onzichtbare sleepertjes voortgetrokken, wat het rivierstuk tusschen de Alexanderbrug en de Invaliedenbrug, met zijn vroolijk fonke lende oevers, waar overal muziek klinkt, doet gelijken op Venetië in vollen fcestnacht. Zulke avondfeesten worden daar niet alle dagen, zelfs niet alle weken gegeven. Het feërieke schouwspel in het waterbekken tus schen de beide genoemde bruggen duurt zelfs niet heel lang. Het begint te tien uur en vóór elf 'hebben de jachthorens aan den oever het eind er van reeds geblazen. Dan verspreidt zich de menigte op nieuw in de lanen cn de tuinen, door de gangen en galerijen waarvan er velen laat openblijven; en omdat op zulke avonden zelfs op de gewone Dinsdagen en Vrijdagen de toegangsprijs aanzienlijk verhoogd, hcerscht er geen overmatige drukte. Het is cr dan prettig levendig cn tevens ver rukkelijk kalm; gedrang vindt men er nergens. Zelfs vond ik dat er niet op het avondfeest waarvan ik u een idee heb trachten te geven, Dan waardeert men het eerst recht dat deze plaats voor de Tentoonstelling is uitgezocht. Waarlijk, een betere, mooiere, te gelijk zoo gunstig gelegene zou er in of bij Parijs niet zijn te vinden. Den tijd die het avondfeest voorafging, heb ik besteed met een bezoek aan het Pavillcn de la VIllc de PaUs, dat met zijn tuin ervoor een der keurigste „inzendingen" op dc-ze ten toonstelling is. Door den ingang aan de Place de la Concorde binnengaand, heeft men het terrein von dit paviljoen rechts van de hoofd laan op den Cours la Reine, waar men dade lijk door den fraaien, smaakvollen, zorgvuldig onderhouden tuinaanleg wordt getroffen. Het paviljoen bestaat uit twee onderling gelijke helften, door een monumentale vestibule van elkaar gescheiden. Die beide helften bevatten uitsluitend de leermiddelen en werkstukken der gemeentelijke scholen, zoowel voor kunst- cn vakonderwijs els voor lager onderwijs. Ik houd het er voor dat het* niet mogelijk is ergens een meer complete uitstalling aan te wijzen van hetgeen met deze uitstelling is beoogd. Zij geeft een hoog denkbeeld van het wezen en de resultaten van het onderwijs voor kin deren en voor jonge lie .Jen in deze stad, van den ernst waarmee het is ondernomen en uit gevoerd en tevens van den geest en de werk lust der jeugd. Wie dat niet met aandacht be keken en overwogen heeft, mist het recht te Een andere afdeeling die ik eenige dagen vroeger was gaan zien, is die der Fransche ko loniën. Vrienden-lezers, zoo gij hierheen komt om cfeze tentoonstelling te bezoeken, moogt gij niet verzuimen daar aandachtig te gaan rondzien. Vollediger kijk op den kunst-arbeid door de bevolkingen van Frankrijks overzce- sche bezittingen in Afrika cn Azië uitgevoerd, lijkt mij niet mogelijk. In het uiterlijk en in nerlijk geheel in den stijl des lands uitgevoer de paviljoen van Tonkin en Annam, en zoo zelf al een voortreffelijk kunstwerk, is de prachtigste verzameling van meubelen en huishoudelijke zaken van denzelfden stijl bij een gebracht; dut as zuiver-indo-chineesch 1 z'n grootste verscheidenheid van hout en lakwerken, van ornamentiek en kleurvcrsiersel. Dc paviljoens van West-Afrika, van Marokko, van Tunezië, van Algerië zijn al even goed voorzien van mooie werkstukken, tapijten, weefsels, meubelen en kleinere huishoudelijke zaken, die wel getuigen van den arlisticken geest der artisans ven die landen, maar ook doen zien wat Negers en Aziaten onder de ver standige, geduldige leiding van bevoegde Fransche meesters tot stand kunnen brengen. Toch draagt ieder dier werken, of liever ieder dier groepen werk, het karakter der eigene bevolHng van de verschillende streken. Hoe jammer, dacht ik bij het rondzien daar, dat onze koloniën, zoo rijk aan artistiek gevoe lende handwerkslieden, op deze tentoonstelling niet beter vertegenwoordigd is dan door en kele doodgewone sarongs, die hier al over bekend zijn. En toen herinnerde ik mij een be stuursvergadering van „Fronce-Hol lande" in het vorig jaar, waar de gedelegeerde te Parijs van het Tentoonstellingscomitee in Nederland tegenwoordig was. Door kreeg ik, op de aan sporing, pogingen te deen dat ook de Neder- landschc koloniën hier vertegenwoordigd zouden worden, als, naar ik meen, een bewijs hoe weinig men in zich bevoegd achtende kringen in Nederland op de hoogte is van den aard en de waarde der decoratieve kunst in de eigen koloniën, t vernemen dat daar geen moderne kunst werd voortgebracht. Als dot de reden der onthouding op dit gebied werkelijk is, dan is zij dubbel te betreurep. -N* DOYEN. Mode. Zoo' heel zoetjes en stilletjes aan krijgen wij tcch de wijdere mode. Ik heb onlangs een inode-photo gezien daar waren de wijde rok ken legio. Lang niet allemaal hadden den nauwen koker-onderrok. Er zat leven en be weging in de rokjes. Bij het loopen wipten de plooien en strooken vroobjk op het wordt dus weer mogelijk onze beenen te verplaatsen. 't Is eigenlijk al een paar maanden geleden begonnenin den tijd, toen de tuniek al maar langer werd, cn er schootjes, schortjes en plooien of stroken aan werden gezet. De zomerjurken zijn daardoor ook zooveel aardi ger geworden dan zij verleden jaar waren veel meer variatie en charme hebben zij nu. Hoewel er ii) de lente gezegd werd, dat erdit jaar geen wit gedragen zou wo den, is dat natuurlijk juist wèl het geval I 't Is een goede manier om te maken, dat zoo'n mede niet vulgair w4ordt. Wit staat altijd aller- lièfstvooral wanneer men er, zooals nu, groote gekleurde of gebloemde hoeden bij ziet drogen. Maar het is en blijft een luxe-mode want zocdra wit niet meer spierwit is, vuil wordt of wat groezelig, dan is er al het moois van af en moet het dus noodzakelijk uitge stoomd worden. Wilt u nu een jurk hebben, waarmede u er aardig uitziet cn niet steeds voor stof of vlekken bang behoeft te wezen, kies dan liever een streepje of gekleurd des sin. maar in geen geval wit. In „De Vrouw en Haar Huis" zag ik di vorige maand een schat van een meisjesjurk van witte crêpe met een schouderstuk. Onder mouw en voor- en achterpandje van gebloem de, veelkleurige crêpe. Het was net iets voor een Moeder, om zelf dc drie gekleurde stukken met een kruiswerk je te vei sieren. Dc hals was ovaal uitgesneden. De mouw heel wijd aan het schouderstukje gezet en uitloopend in een z.g. toga-mancheteen nauw polsbandje en een wijde pofmouw. De witte jurk viel glad maar ruim ner tot op de heup. Daar liep de zij naad met een driehoek naar binnen, zoodat de rok van boven wijder dan van onderen was. Vóór en achter viel ec-n langwerpig pand in veel kleuren daaromheen een heel smal, ge haakt groen ceintuurbandje, ofgemaakt met een kleurige rozet. Een allerliefst geheel, dat zoowel bij de draagster als de toeschouwers zeer in den smaak zal vallen I Een ander, eveneens in dat tijdschrift be schreven, model was van amandelgroen mous seline, afgewerkt met banden in donkerder groen, waarop gele blokjes geborduurd zijn. Groen is een zeer flatteuze kleur voor een aardig, frisch jong meisje. Deze jurk had ook een schouderstuk, dat ovaal van vorm< was en afgemaakt met zoo'n groenen band. Er zaten geen mouwen in. Van voren hing er een lint- reep als das uit dien band en op den rok vie van voren een zeer ruim geplooid schortje, ook van green mousseline, met vier horizontale dcnkeTgroene banden. Als ceintuur fungeerde een dito gekleurd lint, dat door de stof was geregen en op den rug met lange slippen sloot, In de badpakken is een revolutie geko men. Er zullen tegenwoordig niet veel men- schenmeer zijn, die naar zee trekken zonder badpak. Het is daarom heelemaal niet noodi; om ook de zee in te gaan. O hé neen I Mas sa's badpakken komen nooit met water in aan raking. Daar zijn ze te mooi voor. Ze zouden maar verschieten en dot is zonde, want ze zijn vrij duur. Uit allerhande materiaal worden ze vervaardigdzijde, zijden tricot, katoentricot, linnen, linnen crêpes en zelfs crêpe de chine, Ook zijn er pakken uit tweeërlei stof, bijv. effen tricot met gestreepte zijden bonden of met kant I De meeste badkostuums zijn nauw aan sluitende tricots. Het Russische blouscmodel, dat zoo veel jaren in de mode was en aardig stond zoolang het niet nat werd, heeft nu geheel afgedaan. Daarentegen is de casaque ook hier^even gewild als bij den tailleur. Men ziet haar in diverse tintenzij wordt dan over een broekje gedragen en is bij voorkeur van zijde. Tegenwoordig komt het nog maar zel den voor, dat écn baadster met haar koets in zee rijdt. Gewoonlijk moet zij een eind wan delen tusschen uitklecdpunt en water, cn heel dikwijls blijft het bij die wandelingdan vleit de pseudo-baadster zich neer op het warme zand en neemt cr een zonnebad. Maar natuur lijk hoort er dan nog een extra-kleedingstuk bij, want ^oo'n tricotpakje is te opzichtig cn tegen een frisschen wind niet beschermend ge noeg. Dan slaat zij een aardige witte badcapo om, hetzij van kasha, chenille, wol of fil d'écosse of zij trekt een wijde casaque in wit of zwart, bestikt met groteske figuicn, over het strakke tricotje aan. Het haar kan het zoute water niet verdragen. Zelfs al gaat u niet in zee, dan bent u er toch wel zoo dicht bij, dat de invloed van /het zilte nat zich bij uw kapsel doet gelden. Daarom moet u cr vooral voor zorgen, dat u een goede, solide en practische badmuts heeft. Deze flat- teeren bovendien bijzonder. Dus er is niet dc minste reden om het zonder zoo'n ding tc doen 1 Zij bestaan uit waterdicht geprepareer de zijde of gummi. Er is een groote viriatio van kleur en model in dus iedereen vindt wel iets, dat haar staat. Heel aardig zijn do z.j geönduleerdc gummimutsen. Daarnaast ziet men ook een massa driekante doeken, die u op diverse manieren om het hoofd kunt knoopen. Ook deze doeken zijn öf van gummi öf van waterdicht geprepareerde stofzijde, sotijn e.d. Ik raad u aan om sandalen mee to nemen. De zee spoelt soms zulke pijnlijk scherpe vooi- werpen aan, dat men haast niet ongeschoeid over het zond kon loopen, zonder de voeten to wonden. Sandalen met oen heel long lint, dat kruislings om enkel en been wordt ge vlochten, staan bovendien ook vlot en geven cachet aan het badkostuum. Is het noodig om nog te zeggen, dut wat ik hierboven beschreef: dc nouveauté's van hét badkostuum, alleen door slanke, jonge figuurtjes gedragen kunnen wor den, maar dat vrouwen met een te plomp figuur of eenige „Schönheitsfehler" er zich lie ver niet aan moeten wogen. Oost-Indië. DE VOLKSRAAD OVER DE OORLOGS- BEGROOTING. Batavia, 6 Juli. (Aneta). Bij de be grooting van o'orlog bepleit de heer Lonk- huyzen verzwaring van het kaliber der mi trailleurs. De heer Roep betoogt, dat de typo grafische dienst do particuliere drukkerijen be concurreert. De heer Van der Weyden vraagt, hoe het met het defensievraagstuk staat en betoogt, dot het leger te veel hooi op zijn vork heeft, wat een ongunstigen invloed heeft op de geoefendheid. Spreker wijst er verder op, dat de majoor der militaire intendance J. A- Dijkland gedwongen is heen te gean en meent, dat de legercommandant door den hoofdintendant op een dwaalspoor gebracht is. Vervolgens behandelt Spr.de exodus bij den militairen geneeskundigen dienst en vraagt, of het de aandacht der regecring ontgaan is, dat alle luitenant-kolonels ongeschikt zijn bevon den voor den kolonelsrang, uitgezonderd een. De heer F. Laoh bepleit inkrimping van het staande leger tot de helft. Dc bcgTootïng van marine. Bij dc begrooting van marine bepleit de heer Lonkhuyzen de vervanging van de bui tenlanders, die bij de hydrografie van de ma rine werkzaam zijn, door Nederlanders. Hij dringt aan op een gagcregeling betreffende minimum gage uit een fairheidsoogpunt van Indië jegens de stoomvaartmaatschappijen. De heer Aay gispt het, dat vliegtuigen be steld zijn zonder dat de Volksraad gehoord is, en begrijpt, dat dc voorstanders van vlootuitbrei- ding hun meening handhoven, omdat het com munistische gestook in den Pacific de demo cratische ontwapeningsactie lom legt. De heer Fruin zegt, dat de hooge kosten van Belawan nadeelig zijn voor de scheep vaart en ten bate komen van de havens van den overwal. Hij dringt verder aan op herzie ning van de tarieven van bakengelden. De heer Van der Weyden hoopt, dat de nieuwe regeering niet de dwaasheid zal begaan, Soerabaja als steunpunt te handha ven. De heer Talma zegt, dat iedere cent voor de landsverdediging moet besteed worden aan de vloot. Het leger bepole zich tot de verde diging van de bases. Spreker bepleit het scheppen van een behoorlijk steunpunt om aan de herbouwde vloot een TUggegraat te schenken. De heer Stokvis vraagt zich af, of Neder land cn Indic ooit gezamenlijk het grondge bied zouden kunnen beschermen. De heer Roclofsen, directeur der gouvemc- mentsbedrijven, heeft namens de regcering de sprekers beantwoord. Ondanks do malaise hebben de bedrijven tegen den stroom opge roeid. Afgezien van het feit, dat dc kleinere mijnbedrijven een zooveel grooter risico op leveren, zijn de bedrijfsresultaten in het eer ste kwartaal weer gunstiger dan in 1924. De bedrijven zijn wederom een waardevol bezit. Een deel der buitengewone tinwinsten zal op den buitengewonen dienst worden overge bracht. Nooit is ontkend, dat de goud- en zil vermijnen in Benkoelen steeds een zorgen kind zijn geweest. Het er in gestoken kapi taal is echter, dank zij de huidige werkmetho de, wel gered. Spreker deelt mee, dot allo proeven, die in Indic genomen zijn met do ercokesbaarheid van Borneokolen. een volle dige mislukking hebben opgeleverd. De heer Roelofscn vervolgt, dot hem het voorstel betreffende de Indische telegroafto- rieven heeft bereikt, hetgeen inhoudt, dat de codetelegrommcn 23 pet. duurder, cn gewono goedkooper worden. De radio-telefonische proeven tusschen Soerabaja cn Makassar wor den voortgezet. De electrificatie van do lijn Meester Cornells—Buitenzorg wacht op nader onderzoek, of de beschikbore clectro-energiö elders beter besteed kan worden. NED. INDISCHE JAARBEURS TE BANDOENG. Volgens ontvangen berichten uit Bandoeng bestaat zeer groote belangstelling voor de Ne- derlandschc afdeeling op dc Ned. Indische Jaar beurs, die op 20 Juni werd geopend en tot 5 Juli heeft geduurd. Behalve de inzendingen voor dc electriciteits- tentoonstelling zijn de inzendingen uit Neder land vereenigd in een afzonderlijk paviljoen, het z.g. Hollandsche Paviljoen. Dit neemt vanwege de groote verscheidenheid van inzendingen een zeer bijzondere plaats in. De correspondent in Nederland van de N.-I. Jaarbeurs, de heer W. C. A. H. v. d. Hoeven, is als vertegenwoordiger voor 10 Ncdcrland- sche firma's eenigen tijd geleden naar Ban doeng vertrokken en zal na afloop van do jaarbeurs Java bereizen voor het aanknoopen van relaties. SNELLE HOLLANDSCHE MAILBOOTEN. Wij lezen in het „N. v. d. D. v. N.-I." In de „Times of Ceylon" klaagt een inzen der over het feit, dat de mail naar Londen met een Hollandschcn mailstoomer werd ver zonden, i.c, met de „Gocntoer" van den Rot- terdamschen Lloyd, welke zooals hij smalend zegt, toch reeds 23 jaar oud is. Hij meent dat deze Hollandsche mails voor Londen drie a vier dagen later zouden arrivceren dan wan neer zc per P. O. worden afgeleverd. In het onderhavige geval had de „Groen- toer" mail kunnen worden verzonden met du „Ormuz" een moderner schip van de Oriënt Line, dat ongeveer gelijktijdig uit Colombo nonr Europa vertrok. De inzender kreeg hierop van de redactie bescheid dot hij zeker niet verwacht had. De Engelschu post-autoriteitcn, zoo zcide do krant, hadden de ondervinding opgedaan, dat dc schepen ven den Rotterdamschen Lloyd sneller zijn don die van de Orient Line. Sinds I Januari '25 ging de Mail naar Londen 8 keeren met dc P. O., 8 kceren met den Rot- terd. Lloyd en één keer met du Oriënt Line. De gemiddelde duur van den overtocht der post van Colombo naar Londen per P. O. stoomer bedraagt 16.3 dagen, per R. L.-stoo- mer 16.9 dagen en per Oriënt Line 18 dogen. Een frappant staaltje van do promptheid waarmede bedoelde Hollondsch mailbooten varen, is wel het geval van de „Orama" en de „Tabanan". Dit schip van de Oriënt Line ver trok 27 Januari jl. uit Colombo naar Londen en den volgenden dog ging de „Tabanan" van den Lloyd. Toch waren dc stukken verzonden met de Nederlandsche mailboot een dag eer der op hun bestemming dan die met de „Orama". DE ARRESTATIE VAN EEN AAPMENSCH Men meldt aan de Loc. uit Bandoeng: In het Zuiden der afdeeling Goroet heeft zich een niet-olledaogsch geval voorgedaan. Door gerookte een Inlandsch agent van do veldpoli tie in gevecht met een berucht persoon, zeke ren Koerdi, waarbij de laatste het onderspit dolf. Wat op zichzelf nie* zoo merkwaardig is, doch het wordt als men weet dat deze Koerdi, die reeds jarenlang gezocht wordt wijl hij ir die streek een terreur uitoefent, een soort aap- mensch is en ook zoo genoemd wordt door dc bevolking. Het was een dégénéré, die welhaast het voorkomen van een gorilla had verkregen. Reeds werd hij viermaal gearresteerd, doch tel kens wist hij door zijn aapachtige eigenschap pen weer de gulden vrijheid te bemachtigen. Een paar dagen geleden kwam een in- heemsch agent van do veldpolitie in het Boengboelongsche, het operatieterrein van Koerdi en informeerde naar do verblijfplaats van den oapmensch. De bevolking lachte den agent uit. Waar zij, in massa op de jacht ge weest, gefaald had, zou daar de enkele agent slagen? Neen, dat was niet mogelijk l Do politieman, Wiraatmadja geheeten, liet zich echter niet ontmoedigen, liet zich inlichten omtrent de jongste bewegingen van Koerdi cn ging op zoek. Bij den speurtocht wist de aap- mensch den agent te overvallen. De laatste kreeg een slag tegen den buik, waardoor hij ineen zakte. Hij trok zijn revolver cn wilde in de lucht schieten, doch Koerdi was hem weer te vlug af en pakte het vuurwapen bij den loop beet, waarop een worsteling ontstond tusschen hem en den agent, die de kolf had weten te grijpen. Het gevecht van man tegen man duur de zoowat een kwartier. Een paar keer ging d'e revolver of, waarbij Koerdi tweemaal in de heup werd getroffen. Hij moest den strijd op geven, werd opgenomen en naar een zicken- inrichting getransporteerd, doch mede ten ge volge van den grooten afstand, waard/^ veel bloed verloren werd, overleed hij. DE TOESTAND VAN DEN VERKEERS WEG DEN HAAG-ROTTERDAM. Op verbetering oongedrongen. In de vergodcrzaal der Tweede Komcr is do zomerzitting der Provinciale Staten van Zuid-Holland geopend door den commissaris der Koningin den heer E. C. boron Sweerts de Lnndas Wyborgh. Tot buitengewoon lid der Stoten ols bedoeld in artikel 89 der provin ciale wet, werd benoemd do heer mr. A. C. Crena de Jongh te Den Haag. Onderscheidene voorstellen werden in handen gesteld van com missies, cn zeer vele andere verzonden noar do ofdeelingen Aon het slot der vergadering heeft het Sta tenlid, de heer Ten Hope, tot Gedeputeerde Stoten eenige vragen gericht, omtrent den ge vaarlijken toestand van den grooten verkeers weg Den HoogRotterdam. Hij meende, dut op het gedeelte van den weg tusschen de Hoornbrug cn Delft verbe tering in den toestand tc brengen is, door de tramlijnen der H. T. M. naar het midden van den weg te brengen en de bermen bij den weg te trekken. Voorts meende hij, dat het, aangezien het nog wel 10 jaor zal duren voor de Rijksweg Hoornbrug—Overschio zal zijn voltooid, van het grootste belang is, dot Gedeputeerde Sta ten het noodige verrichten om den huidigen weg beter voor het tegenwoordige verkeer geschikt tc maken. Mr. Limburg, lid van Gedeputeerde Stoten, de vragen beantwoordende, deelde mede, dat Gedeputeerde Staten in onderhandeling zijn getreden met de directie der H. T. M. en het gemeentebestuur van Delft (aan welke gemeen te dc weg HoornbrugDelft toebehoort) om trent de uitvoering van een plan, hetwelk be oogt de tramsporen van den weg te brengen, die don over een grooterc breedte kon worden verhard cn voor het verkeer geschikt kon wor den gemookt. Die onderhandelingen zijn nog niet ofgcloopen. De door den hcor Ten Hopo aangegeven oplossing zou den toestand eerder erger dan beter maken. Wat het wegvak Delft—Overschio betreft, wees dc heer Limburg cr op, dat het toch niet aangaat dat, waar deze weg Rijksweg is, cn -de regecring besloten heeft met den aanleg van den nieuwen weg te dezer plaatse het eerst te beginnen, dc provincie hier dc taak van het Rijk zou overnemen, omdat dit zelf achter dien wegaonleg niet voldoenden spoed zet. Na afloop dezer interpellatie werd dc ver gadering verdaagd tot 21 dezer. HET LANDGOED ZIJPENDAALV Dc zaak in den Arnhcmschcn Raad. In den Arnhemschcn gemeenteraad hoeft do overeenkomst met de N. V. Ned. Kunstzijde fabriek, waarbij aan de gemeente het park Zijpcndoal met bestemming voor openbaar park in bruikleen wordt afgestaan nog tot allerlei opmerkingen aanleiding gegeven. De overeenkomst houdt o.a. de bepaling in, dat mocht de vennootschap te eenigcr tijd het bruikleen willen doen eindigen, zij verplicht is om het aan de gemeente tc koop aan te bieden voor het bedrag hetwelk zij zelve daarvoor heeft betaald. Mocht de gemeente niet tot aonkoop willen overgaan, don zal hoor een bedrag van 10,000 worden uitgekeerd voor door hoar gemaakte of nog to maken kosten. Dc kunstzijdefabriek kocht ook oon het park grenzende bouwlanden, die niet in bruikleen gegeven worden. Do koopprijs van het park zal worden vastgesteld door onpartijdige deskundigen in verhouding tot den koopprijs van het deel van Zijpendaa!, aangekocht door de kunstzijdefabriek in zijn geheel. De heer Everts (V. B.) stelde dc vraag of dc wethouder van financiën kon verklaren of, wanneer dun ook, het oogenblik van koop voor de gemeente aanbreekt, zij in staat znl zijn daartoe over te goon. Wethouder Smc enk bleef op die vraag het antwoord schuldig en wees cr op dat de ge meente geen verplichting tot koop heeft. Als het zoover komt kan de raad daarvoor :n volte vrijheid beslissen. Nadat nog eenige leden hierover het woord hadden gevoerd, verdedigde de voorzitter het voorstel zeer uitvoerig. De koop door do kunstzijdefabriek geschiedde op het juisto oogenblik, want er was reeds door den eige naar een overeenkomst voor een aanzienlijken •verkoop van hout. Alleen door een extra offer van de kunstzijdefabriek is dit ongedaan ge maakt. Dankbaar moet men zijn dat dc gemeente naast de 60 H.A. van het park Sonsbeek 33 H.A. dennen, eiken cn beuken behouden ziet, dankbaar jegens een industrie als de kunst zijdefabriek, die niet alleen tot een dergelijk aanbod in staat was, maar het ook uitvoerdo en zoo bijdraagt om de gemeente aantrekkelijk te maken. Het voorstel van B. cn W. werd ten slotte z. h. s. oangenomen. VOLKSBOND TEGEN DRANKMISBRUIK. Uit Den Haag meldt men ons Dezer dagen werd de 51ste olgcmecne vei- gadering van den Volksbond tegen Drankmis bruik in „De% Witte Brug" gehouden. De voorzitter van den Bond, de heer mr. dr. Snijder van Wissekerkc, opende de ver gadering met het uitspreken van een rede, waarin hij herinnerde aan de algemeenc ver- gudering van den Volksbond op 17 Juli 1900, toen het 25-jarig bestaan gevierd werd. De met 800 leden begonnen vereeniging teldo toen reeds 5500 leden. Dit getal werd allengs grooter, dank zij vooral de instelling van een Centraal Bureau, waaraan een bibliotheek be treffende alcoholisme is verbonden. Spr. bracht vervolgens hulde aan den heer Van der Voort, de eenig overgeblevene der oprichters. Goeman Borgesius is helaas reeds eenige jaren den Bond en het geheele vader land ontvallen. Hij volgde in 1879 Philippona op als voorzitter, welke functie hij bleef ver vullen, totdat hij in 1897 tot minister vun binnenlondsche zaken benoemd werd. Spr. wil vervolgens een overzicht geven van de resultatep van het werk in de afgcloopen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 9