AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 111925
DE3DE BLAD.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
24e Jairaang
No. -O
ftrijsche Brieven.
Een avondfeest op de Tentoonstel
ling. Het Paviljoen van Parijs. De
Franschc Koloniën.
Parijs, 1 Juli 1925.
oordeelen over de wijze waarop de stad Parijs
hare roeping als opvoedster der bevolking ter
harte neemt. En dan, van welk een goeden
smaak getuigt niet de architectuur van dat
eenvoudige, fraaie gebouw, ruim, helder en
practisch, om ten voorbeeld te dienen aan alle
moderne bouwmeesters, die hun tijd cn hun
talent niet willen verspillen aan futlooze, wan
staltige knutselarijen, die zij dan onder hyper
bolische voorwendselen voor het summum van
artistieke moderne kunst en decoratie uitkra-
Ik lan mij moeilijk voorstellen dat er tegen-
woordg iets mooiers te Parijs te zien is, dan
een avondfeest op de Tentoonstelling.
O, ik weet wel, dat er anderen zijn die de
vookeur geven aan het spel vun licht en me-
nige op den Boulevard; die hierin de karaktc-
risiek van onzen tijd uitgebeeld vinden, het
tyje van het ultra-modernisme, met z'n mechn
nschen rythme, zijn felle tegenstellingen in
beweging, kleur en licht- en donker, zijn regel
matige wanorde. Dat heeft zeker zijn eigenaar
dige aantrekkelijkheid en bekoring, dat is, wat
de bezoékers uit den vreemde vooral verlan
gen, zoo echt grootsteedsch. Die draaiende,
kronkelende, verschietende lichtaf fiches, met
letters die te gauw verdwijnen om in woorden
te kunnen worden gelezen, want zij gelijken
op alles, behalve letters, hoog aan de geveis
der huizen, welker hoogte men dan eerst recht
meet, zij trekken de aandacht, wat hun eenig
doel is, maar zij beleedigen de majesteit van
den stillen, zwarten nachthemel er boven, dien
zij smakeloos pretentieus schijnen te willen
tarten. En daaronder, in dc diepte gelijk-
vloersch woelt en dringt haastig de onrustige
menigte over de breede trottoirs om den
straatweg in het midden, waar holder-de-bol-
der zware autobussen en lichtere taxi's in lan
ge slierten achter elkaar aanrollen of, na brus-
ke schokken tegen elkaar aangedrongen, ge
duldig wachten dat zij weer aan het hollen
kunnen gaan.
Zoo is onze Boulevard bij avond. Of dat
een vreugd is voor hen die op do terrassen der
cafe's dicht saamgedrongen een prettige rust
schijnen te zoeken, maar niet vinden, betwijfel
ik; als tegenstelling met de kalmte eldrs en
die wij vroeger zoo heerlijk genoten is het
hedendaagsche Boulevardleven overweldigend,
wat voor velen ook al z'n bekoring zal heb
ben. Hoe anders is dan een avondfeest op de
Tentoonstelling.
En een feest is het, wanneer alle lichten
flonkeren in alle denkbare kleuren cn schakee
ringen, op en over het stille vlak der Seine
en hoog aan de koepels cn torens. Tegen het
tiende uur loopt dan het publiek langzaam sa
men op de beide oevers dier rivier, die het
Tentoonstellingsterrein in twee ongelijke heir-
ten snijdt, en op de Alexandcrbrug, die deze
twee helften sa am verbindt, dus cr het centrum
van is Als dan de drie mooie, groote toren
klokken, Colette, Bathilde en Odille, zucht
aan, de een na de ander, beginnen te luiden
en hare zware harmonisch saamklinkende
stemtnen door de lucht doen ruischen, dan is
dat 'het teeken dat -het „waterspel" begint.
Maar reeds te voren was van het gewelf der
brug over geheel dc breedte van het riviervlak
een gordijn van water gespannen, waarop
zich allerlei lichtende kleurspelingen vertoon
den; en tegelijk daarmee kwam van den linker
oever een toestel aandrijven, dat aan een reus
achtige waterspin deed denken.
Plots spoot daar midden uit, als een zilve
ren pluim, een forsche waterstraal hoog op,
dadelijk gevolgd door lagere draaiende fontei
nen en cascaden die wijduit gudsten of het
geheele toestel met een glazen stolp schenen
te overdekken, waarin alweer allerlei kleuren
speelden, zoodat het nu eens leek of die plui
men en cascaden, welker vormen altijd afwis
selden, van goud of zilver waren,
dan weer of er een monument van purper of
smaragd kristal op het trillende water rustte,
En om dat kleurig schitterend middelpunt op
het donkere riviervlak, aan beide zijden Inge
sloten door eveneens kleurig verlichte groote
gondels, die als restaurant of danszaal dienst
doen, glijden dan verlichte bootjes, door na
genoeg onzichtbare sleepertjes voortgetrokken,
wat het rivierstuk tusschen de Alexanderbrug
en de Invaliedenbrug, met zijn vroolijk fonke
lende oevers, waar overal muziek klinkt, doet
gelijken op Venetië in vollen fcestnacht.
Zulke avondfeesten worden daar niet alle
dagen, zelfs niet alle weken gegeven. Het
feërieke schouwspel in het waterbekken tus
schen de beide genoemde bruggen duurt zelfs
niet heel lang. Het begint te tien uur en vóór
elf 'hebben de jachthorens aan den oever het
eind er van reeds geblazen. Dan verspreidt
zich de menigte op nieuw in de lanen cn de
tuinen, door de gangen en galerijen waarvan
er velen laat openblijven; en omdat op zulke
avonden zelfs op de gewone Dinsdagen en
Vrijdagen de toegangsprijs aanzienlijk
verhoogd, hcerscht er geen overmatige drukte.
Het is cr dan prettig levendig cn tevens ver
rukkelijk kalm; gedrang vindt men er nergens.
Zelfs vond ik dat er niet op het avondfeest
waarvan ik u een idee heb trachten te geven,
Dan waardeert men het eerst recht dat deze
plaats voor de Tentoonstelling is uitgezocht.
Waarlijk, een betere, mooiere, te gelijk zoo
gunstig gelegene zou er in of bij Parijs niet zijn
te vinden.
Den tijd die het avondfeest voorafging, heb
ik besteed met een bezoek aan het Pavillcn
de la VIllc de PaUs, dat met zijn tuin ervoor
een der keurigste „inzendingen" op dc-ze ten
toonstelling is. Door den ingang aan de Place
de la Concorde binnengaand, heeft men het
terrein von dit paviljoen rechts van de hoofd
laan op den Cours la Reine, waar men dade
lijk door den fraaien, smaakvollen, zorgvuldig
onderhouden tuinaanleg wordt getroffen. Het
paviljoen bestaat uit twee onderling gelijke
helften, door een monumentale vestibule van
elkaar gescheiden. Die beide helften bevatten
uitsluitend de leermiddelen en werkstukken der
gemeentelijke scholen, zoowel voor kunst- cn
vakonderwijs els voor lager onderwijs. Ik houd
het er voor dat het* niet mogelijk is ergens
een meer complete uitstalling aan te wijzen
van hetgeen met deze uitstelling is beoogd.
Zij geeft een hoog denkbeeld van het wezen
en de resultaten van het onderwijs voor kin
deren en voor jonge lie .Jen in deze stad, van
den ernst waarmee het is ondernomen en uit
gevoerd en tevens van den geest en de werk
lust der jeugd. Wie dat niet met aandacht be
keken en overwogen heeft, mist het recht te
Een andere afdeeling die ik eenige dagen
vroeger was gaan zien, is die der Fransche ko
loniën. Vrienden-lezers, zoo gij hierheen komt
om cfeze tentoonstelling te bezoeken, moogt
gij niet verzuimen daar aandachtig te gaan
rondzien. Vollediger kijk op den kunst-arbeid
door de bevolkingen van Frankrijks overzce-
sche bezittingen in Afrika cn Azië uitgevoerd,
lijkt mij niet mogelijk. In het uiterlijk en in
nerlijk geheel in den stijl des lands uitgevoer
de paviljoen van Tonkin en Annam, en zoo
zelf al een voortreffelijk kunstwerk, is de
prachtigste verzameling van meubelen en
huishoudelijke zaken van denzelfden stijl bij
een gebracht; dut as zuiver-indo-chineesch
1 z'n grootste verscheidenheid van hout en
lakwerken, van ornamentiek en kleurvcrsiersel.
Dc paviljoens van West-Afrika, van Marokko,
van Tunezië, van Algerië zijn al even goed
voorzien van mooie werkstukken, tapijten,
weefsels, meubelen en kleinere huishoudelijke
zaken, die wel getuigen van den arlisticken
geest der artisans ven die landen, maar ook
doen zien wat Negers en Aziaten onder de ver
standige, geduldige leiding van bevoegde
Fransche meesters tot stand kunnen brengen.
Toch draagt ieder dier werken, of liever ieder
dier groepen werk, het karakter der eigene
bevolHng van de verschillende streken.
Hoe jammer, dacht ik bij het rondzien daar,
dat onze koloniën, zoo rijk aan artistiek gevoe
lende handwerkslieden, op deze tentoonstelling
niet beter vertegenwoordigd is dan door en
kele doodgewone sarongs, die hier al over
bekend zijn. En toen herinnerde ik mij een be
stuursvergadering van „Fronce-Hol lande" in
het vorig jaar, waar de gedelegeerde te Parijs
van het Tentoonstellingscomitee in Nederland
tegenwoordig was. Door kreeg ik, op de aan
sporing, pogingen te deen dat ook de Neder-
landschc koloniën hier vertegenwoordigd
zouden worden, als, naar ik meen, een bewijs
hoe weinig men in zich bevoegd achtende
kringen in Nederland op de hoogte is van
den aard en de waarde der decoratieve kunst
in de eigen koloniën, t vernemen dat daar
geen moderne kunst werd voortgebracht. Als
dot de reden der onthouding op dit gebied
werkelijk is, dan is zij dubbel te betreurep.
-N*
DOYEN.
Mode.
Zoo' heel zoetjes en stilletjes aan krijgen wij
tcch de wijdere mode. Ik heb onlangs een
inode-photo gezien daar waren de wijde rok
ken legio. Lang niet allemaal hadden den
nauwen koker-onderrok. Er zat leven en be
weging in de rokjes. Bij het loopen wipten de
plooien en strooken vroobjk op het wordt dus
weer mogelijk onze beenen te verplaatsen.
't Is eigenlijk al een paar maanden geleden
begonnenin den tijd, toen de tuniek al maar
langer werd, cn er schootjes, schortjes en
plooien of stroken aan werden gezet. De
zomerjurken zijn daardoor ook zooveel aardi
ger geworden dan zij verleden jaar waren veel
meer variatie en charme hebben zij nu.
Hoewel er ii) de lente gezegd werd, dat
erdit jaar geen wit gedragen zou wo
den, is dat natuurlijk juist wèl het geval I
't Is een goede manier om te maken, dat zoo'n
mede niet vulgair w4ordt. Wit staat altijd aller-
lièfstvooral wanneer men er, zooals nu,
groote gekleurde of gebloemde hoeden bij ziet
drogen. Maar het is en blijft een luxe-mode
want zocdra wit niet meer spierwit is, vuil
wordt of wat groezelig, dan is er al het moois
van af en moet het dus noodzakelijk uitge
stoomd worden. Wilt u nu een jurk hebben,
waarmede u er aardig uitziet cn niet steeds
voor stof of vlekken bang behoeft te wezen,
kies dan liever een streepje of gekleurd des
sin. maar in geen geval wit.
In „De Vrouw en Haar Huis" zag ik di
vorige maand een schat van een meisjesjurk
van witte crêpe met een schouderstuk. Onder
mouw en voor- en achterpandje van gebloem
de, veelkleurige crêpe. Het was net iets voor
een Moeder, om zelf dc drie gekleurde stukken
met een kruiswerk je te vei sieren. Dc hals was
ovaal uitgesneden. De mouw heel wijd aan het
schouderstukje gezet en uitloopend in een z.g.
toga-mancheteen nauw polsbandje en een
wijde pofmouw. De witte jurk viel glad maar
ruim ner tot op de heup. Daar liep de zij
naad met een driehoek naar binnen, zoodat de
rok van boven wijder dan van onderen was.
Vóór en achter viel ec-n langwerpig pand in
veel kleuren daaromheen een heel smal, ge
haakt groen ceintuurbandje, ofgemaakt met
een kleurige rozet. Een allerliefst geheel, dat
zoowel bij de draagster als de toeschouwers
zeer in den smaak zal vallen I
Een ander, eveneens in dat tijdschrift be
schreven, model was van amandelgroen mous
seline, afgewerkt met banden in donkerder
groen, waarop gele blokjes geborduurd zijn.
Groen is een zeer flatteuze kleur voor een
aardig, frisch jong meisje. Deze jurk had ook
een schouderstuk, dat ovaal van vorm< was en
afgemaakt met zoo'n groenen band. Er zaten
geen mouwen in. Van voren hing er een lint-
reep als das uit dien band en op den rok vie
van voren een zeer ruim geplooid schortje, ook
van green mousseline, met vier horizontale
dcnkeTgroene banden. Als ceintuur fungeerde
een dito gekleurd lint, dat door de stof was
geregen en op den rug met lange slippen sloot,
In de badpakken is een revolutie geko
men. Er zullen tegenwoordig niet veel men-
schenmeer zijn, die naar zee trekken zonder
badpak. Het is daarom heelemaal niet noodi;
om ook de zee in te gaan. O hé neen I Mas
sa's badpakken komen nooit met water in aan
raking. Daar zijn ze te mooi voor. Ze zouden
maar verschieten en dot is zonde, want ze zijn
vrij duur. Uit allerhande materiaal worden ze
vervaardigdzijde, zijden tricot, katoentricot,
linnen, linnen crêpes en zelfs crêpe de chine,
Ook zijn er pakken uit tweeërlei stof, bijv. effen
tricot met gestreepte zijden bonden of met
kant I De meeste badkostuums zijn nauw aan
sluitende tricots. Het Russische blouscmodel,
dat zoo veel jaren in de mode was en aardig
stond zoolang het niet nat werd, heeft nu
geheel afgedaan. Daarentegen is de casaque
ook hier^even gewild als bij den tailleur. Men
ziet haar in diverse tintenzij wordt dan over
een broekje gedragen en is bij voorkeur van
zijde. Tegenwoordig komt het nog maar zel
den voor, dat écn baadster met haar koets in
zee rijdt. Gewoonlijk moet zij een eind wan
delen tusschen uitklecdpunt en water, cn heel
dikwijls blijft het bij die wandelingdan vleit
de pseudo-baadster zich neer op het warme
zand en neemt cr een zonnebad. Maar natuur
lijk hoort er dan nog een extra-kleedingstuk
bij, want ^oo'n tricotpakje is te opzichtig cn
tegen een frisschen wind niet beschermend ge
noeg. Dan slaat zij een aardige witte badcapo
om, hetzij van kasha, chenille, wol of fil
d'écosse of zij trekt een wijde casaque in wit
of zwart, bestikt met groteske figuicn, over het
strakke tricotje aan.
Het haar kan het zoute water niet verdragen.
Zelfs al gaat u niet in zee, dan bent u er toch
wel zoo dicht bij, dat de invloed van /het zilte
nat zich bij uw kapsel doet gelden. Daarom
moet u cr vooral voor zorgen, dat u een goede,
solide en practische badmuts heeft. Deze flat-
teeren bovendien bijzonder. Dus er is niet dc
minste reden om het zonder zoo'n ding tc
doen 1 Zij bestaan uit waterdicht geprepareer
de zijde of gummi. Er is een groote viriatio
van kleur en model in dus iedereen vindt wel
iets, dat haar staat. Heel aardig zijn do z.j
geönduleerdc gummimutsen. Daarnaast ziet
men ook een massa driekante doeken, die u op
diverse manieren om het hoofd kunt knoopen.
Ook deze doeken zijn öf van gummi öf van
waterdicht geprepareerde stofzijde, sotijn e.d.
Ik raad u aan om sandalen mee to nemen.
De zee spoelt soms zulke pijnlijk scherpe vooi-
werpen aan, dat men haast niet ongeschoeid
over het zond kon loopen, zonder de voeten
to wonden. Sandalen met oen heel long lint,
dat kruislings om enkel en been wordt ge
vlochten, staan bovendien ook vlot en geven
cachet aan het badkostuum. Is het noodig om
nog te zeggen, dut wat ik hierboven beschreef:
dc nouveauté's van hét badkostuum, alleen door
slanke, jonge figuurtjes gedragen kunnen wor
den, maar dat vrouwen met een te plomp
figuur of eenige „Schönheitsfehler" er zich lie
ver niet aan moeten wogen.
Oost-Indië.
DE VOLKSRAAD OVER DE OORLOGS-
BEGROOTING.
Batavia, 6 Juli. (Aneta). Bij de be
grooting van o'orlog bepleit de heer Lonk-
huyzen verzwaring van het kaliber der mi
trailleurs. De heer Roep betoogt, dat de typo
grafische dienst do particuliere drukkerijen be
concurreert. De heer Van der Weyden vraagt,
hoe het met het defensievraagstuk staat en
betoogt, dot het leger te veel hooi op zijn
vork heeft, wat een ongunstigen invloed heeft
op de geoefendheid. Spreker wijst er verder
op, dat de majoor der militaire intendance
J. A- Dijkland gedwongen is heen te gean en
meent, dat de legercommandant door den
hoofdintendant op een dwaalspoor gebracht is.
Vervolgens behandelt Spr.de exodus bij den
militairen geneeskundigen dienst en vraagt, of
het de aandacht der regecring ontgaan is, dat
alle luitenant-kolonels ongeschikt zijn bevon
den voor den kolonelsrang, uitgezonderd een.
De heer F. Laoh bepleit inkrimping van het
staande leger tot de helft.
Dc bcgTootïng van marine.
Bij dc begrooting van marine bepleit de
heer Lonkhuyzen de vervanging van de bui
tenlanders, die bij de hydrografie van de ma
rine werkzaam zijn, door Nederlanders. Hij
dringt aan op een gagcregeling betreffende
minimum gage uit een fairheidsoogpunt van
Indië jegens de stoomvaartmaatschappijen.
De heer Aay gispt het, dat vliegtuigen be
steld zijn zonder dat de Volksraad gehoord is, en
begrijpt, dat dc voorstanders van vlootuitbrei-
ding hun meening handhoven, omdat het com
munistische gestook in den Pacific de demo
cratische ontwapeningsactie lom legt.
De heer Fruin zegt, dat de hooge kosten
van Belawan nadeelig zijn voor de scheep
vaart en ten bate komen van de havens van
den overwal. Hij dringt verder aan op herzie
ning van de tarieven van bakengelden.
De heer Van der Weyden hoopt, dat de
nieuwe regeering niet de dwaasheid zal
begaan, Soerabaja als steunpunt te handha
ven.
De heer Talma zegt, dat iedere cent voor
de landsverdediging moet besteed worden aan
de vloot. Het leger bepole zich tot de verde
diging van de bases. Spreker bepleit het
scheppen van een behoorlijk steunpunt om
aan de herbouwde vloot een TUggegraat te
schenken.
De heer Stokvis vraagt zich af, of Neder
land cn Indic ooit gezamenlijk het grondge
bied zouden kunnen beschermen.
De heer Roclofsen, directeur der gouvemc-
mentsbedrijven, heeft namens de regcering de
sprekers beantwoord. Ondanks do malaise
hebben de bedrijven tegen den stroom opge
roeid. Afgezien van het feit, dat dc kleinere
mijnbedrijven een zooveel grooter risico op
leveren, zijn de bedrijfsresultaten in het eer
ste kwartaal weer gunstiger dan in 1924. De
bedrijven zijn wederom een waardevol bezit.
Een deel der buitengewone tinwinsten zal op
den buitengewonen dienst worden overge
bracht. Nooit is ontkend, dat de goud- en zil
vermijnen in Benkoelen steeds een zorgen
kind zijn geweest. Het er in gestoken kapi
taal is echter, dank zij de huidige werkmetho
de, wel gered. Spreker deelt mee, dot allo
proeven, die in Indic genomen zijn met do
ercokesbaarheid van Borneokolen. een volle
dige mislukking hebben opgeleverd.
De heer Roelofscn vervolgt, dot hem het
voorstel betreffende de Indische telegroafto-
rieven heeft bereikt, hetgeen inhoudt, dat de
codetelegrommcn 23 pet. duurder, cn gewono
goedkooper worden. De radio-telefonische
proeven tusschen Soerabaja cn Makassar wor
den voortgezet. De electrificatie van do lijn
Meester Cornells—Buitenzorg wacht op nader
onderzoek, of de beschikbore clectro-energiö
elders beter besteed kan worden.
NED. INDISCHE JAARBEURS
TE BANDOENG.
Volgens ontvangen berichten uit Bandoeng
bestaat zeer groote belangstelling voor de Ne-
derlandschc afdeeling op dc Ned. Indische Jaar
beurs, die op 20 Juni werd geopend en tot 5
Juli heeft geduurd.
Behalve de inzendingen voor dc electriciteits-
tentoonstelling zijn de inzendingen uit Neder
land vereenigd in een afzonderlijk paviljoen, het
z.g. Hollandsche Paviljoen. Dit neemt vanwege
de groote verscheidenheid van inzendingen een
zeer bijzondere plaats in.
De correspondent in Nederland van de N.-I.
Jaarbeurs, de heer W. C. A. H. v. d. Hoeven,
is als vertegenwoordiger voor 10 Ncdcrland-
sche firma's eenigen tijd geleden naar Ban
doeng vertrokken en zal na afloop van do
jaarbeurs Java bereizen voor het aanknoopen
van relaties.
SNELLE HOLLANDSCHE MAILBOOTEN.
Wij lezen in het „N. v. d. D. v. N.-I."
In de „Times of Ceylon" klaagt een inzen
der over het feit, dat de mail naar Londen
met een Hollandschcn mailstoomer werd ver
zonden, i.c, met de „Gocntoer" van den Rot-
terdamschen Lloyd, welke zooals hij smalend
zegt, toch reeds 23 jaar oud is. Hij meent
dat deze Hollandsche mails voor Londen drie
a vier dagen later zouden arrivceren dan wan
neer zc per P. O. worden afgeleverd.
In het onderhavige geval had de „Groen-
toer" mail kunnen worden verzonden met du
„Ormuz" een moderner schip van de Oriënt
Line, dat ongeveer gelijktijdig uit Colombo
nonr Europa vertrok.
De inzender kreeg hierop van de redactie
bescheid dot hij zeker niet verwacht had.
De Engelschu post-autoriteitcn, zoo zcide do
krant, hadden de ondervinding opgedaan, dat
dc schepen ven den Rotterdamschen Lloyd
sneller zijn don die van de Orient Line. Sinds
I Januari '25 ging de Mail naar Londen 8
keeren met dc P. O., 8 kceren met den Rot-
terd. Lloyd en één keer met du Oriënt Line.
De gemiddelde duur van den overtocht der
post van Colombo naar Londen per P. O.
stoomer bedraagt 16.3 dagen, per R. L.-stoo-
mer 16.9 dagen en per Oriënt Line 18 dogen.
Een frappant staaltje van do promptheid
waarmede bedoelde Hollondsch mailbooten
varen, is wel het geval van de „Orama" en de
„Tabanan". Dit schip van de Oriënt Line ver
trok 27 Januari jl. uit Colombo naar Londen
en den volgenden dog ging de „Tabanan" van
den Lloyd. Toch waren dc stukken verzonden
met de Nederlandsche mailboot een dag eer
der op hun bestemming dan die met de
„Orama".
DE ARRESTATIE VAN EEN AAPMENSCH
Men meldt aan de Loc. uit Bandoeng:
In het Zuiden der afdeeling Goroet heeft zich
een niet-olledaogsch geval voorgedaan. Door
gerookte een Inlandsch agent van do veldpoli
tie in gevecht met een berucht persoon, zeke
ren Koerdi, waarbij de laatste het onderspit
dolf. Wat op zichzelf nie* zoo merkwaardig is,
doch het wordt als men weet dat deze Koerdi,
die reeds jarenlang gezocht wordt wijl hij ir
die streek een terreur uitoefent, een soort aap-
mensch is en ook zoo genoemd wordt door dc
bevolking. Het was een dégénéré, die welhaast
het voorkomen van een gorilla had verkregen.
Reeds werd hij viermaal gearresteerd, doch tel
kens wist hij door zijn aapachtige eigenschap
pen weer de gulden vrijheid te bemachtigen.
Een paar dagen geleden kwam een in-
heemsch agent van do veldpolitie in het
Boengboelongsche, het operatieterrein van
Koerdi en informeerde naar do verblijfplaats
van den oapmensch. De bevolking lachte den
agent uit. Waar zij, in massa op de jacht ge
weest, gefaald had, zou daar de enkele agent
slagen? Neen, dat was niet mogelijk l
Do politieman, Wiraatmadja geheeten, liet
zich echter niet ontmoedigen, liet zich inlichten
omtrent de jongste bewegingen van Koerdi cn
ging op zoek. Bij den speurtocht wist de aap-
mensch den agent te overvallen. De laatste
kreeg een slag tegen den buik, waardoor hij
ineen zakte. Hij trok zijn revolver cn wilde in de
lucht schieten, doch Koerdi was hem weer te
vlug af en pakte het vuurwapen bij den loop
beet, waarop een worsteling ontstond tusschen
hem en den agent, die de kolf had weten te
grijpen. Het gevecht van man tegen man duur
de zoowat een kwartier. Een paar keer ging d'e
revolver of, waarbij Koerdi tweemaal in de
heup werd getroffen. Hij moest den strijd op
geven, werd opgenomen en naar een zicken-
inrichting getransporteerd, doch mede ten ge
volge van den grooten afstand, waard/^ veel
bloed verloren werd, overleed hij.
DE TOESTAND VAN DEN VERKEERS
WEG DEN HAAG-ROTTERDAM.
Op verbetering oongedrongen.
In de vergodcrzaal der Tweede Komcr is
do zomerzitting der Provinciale Staten van
Zuid-Holland geopend door den commissaris
der Koningin den heer E. C. boron Sweerts
de Lnndas Wyborgh. Tot buitengewoon lid der
Stoten ols bedoeld in artikel 89 der provin
ciale wet, werd benoemd do heer mr. A. C.
Crena de Jongh te Den Haag. Onderscheidene
voorstellen werden in handen gesteld van com
missies, cn zeer vele andere verzonden noar do
ofdeelingen
Aon het slot der vergadering heeft het Sta
tenlid, de heer Ten Hope, tot Gedeputeerde
Stoten eenige vragen gericht, omtrent den ge
vaarlijken toestand van den grooten verkeers
weg Den HoogRotterdam.
Hij meende, dut op het gedeelte van den
weg tusschen de Hoornbrug cn Delft verbe
tering in den toestand tc brengen is, door de
tramlijnen der H. T. M. naar het midden van
den weg te brengen en de bermen bij den
weg te trekken.
Voorts meende hij, dat het, aangezien het
nog wel 10 jaor zal duren voor de Rijksweg
Hoornbrug—Overschio zal zijn voltooid, van
het grootste belang is, dot Gedeputeerde Sta
ten het noodige verrichten om den huidigen
weg beter voor het tegenwoordige verkeer
geschikt tc maken.
Mr. Limburg, lid van Gedeputeerde Stoten,
de vragen beantwoordende, deelde mede, dat
Gedeputeerde Staten in onderhandeling zijn
getreden met de directie der H. T. M. en het
gemeentebestuur van Delft (aan welke gemeen
te dc weg HoornbrugDelft toebehoort) om
trent de uitvoering van een plan, hetwelk be
oogt de tramsporen van den weg te brengen,
die don over een grooterc breedte kon worden
verhard cn voor het verkeer geschikt kon wor
den gemookt. Die onderhandelingen zijn nog
niet ofgcloopen. De door den hcor Ten Hopo
aangegeven oplossing zou den toestand eerder
erger dan beter maken.
Wat het wegvak Delft—Overschio betreft,
wees dc heer Limburg cr op, dat het toch niet
aangaat dat, waar deze weg Rijksweg is, cn
-de regecring besloten heeft met den aanleg
van den nieuwen weg te dezer plaatse het
eerst te beginnen, dc provincie hier dc taak
van het Rijk zou overnemen, omdat dit zelf
achter dien wegaonleg niet voldoenden spoed
zet.
Na afloop dezer interpellatie werd dc ver
gadering verdaagd tot 21 dezer.
HET LANDGOED ZIJPENDAALV
Dc zaak in den Arnhcmschcn
Raad.
In den Arnhemschcn gemeenteraad hoeft do
overeenkomst met de N. V. Ned. Kunstzijde
fabriek, waarbij aan de gemeente het park
Zijpcndoal met bestemming voor openbaar
park in bruikleen wordt afgestaan nog tot
allerlei opmerkingen aanleiding gegeven.
De overeenkomst houdt o.a. de bepaling in,
dat mocht de vennootschap te eenigcr tijd het
bruikleen willen doen eindigen, zij verplicht is
om het aan de gemeente tc koop aan te bieden
voor het bedrag hetwelk zij zelve daarvoor
heeft betaald.
Mocht de gemeente niet tot aonkoop willen
overgaan, don zal hoor een bedrag van 10,000
worden uitgekeerd voor door hoar gemaakte
of nog to maken kosten. Dc kunstzijdefabriek
kocht ook oon het park grenzende bouwlanden,
die niet in bruikleen gegeven worden. Do
koopprijs van het park zal worden vastgesteld
door onpartijdige deskundigen in verhouding
tot den koopprijs van het deel van Zijpendaa!,
aangekocht door de kunstzijdefabriek in zijn
geheel.
De heer Everts (V. B.) stelde dc vraag
of dc wethouder van financiën kon verklaren
of, wanneer dun ook, het oogenblik van koop
voor de gemeente aanbreekt, zij in staat znl
zijn daartoe over te goon.
Wethouder Smc enk bleef op die vraag het
antwoord schuldig en wees cr op dat de ge
meente geen verplichting tot koop heeft. Als
het zoover komt kan de raad daarvoor :n volte
vrijheid beslissen.
Nadat nog eenige leden hierover het woord
hadden gevoerd, verdedigde de voorzitter
het voorstel zeer uitvoerig. De koop door do
kunstzijdefabriek geschiedde op het juisto
oogenblik, want er was reeds door den eige
naar een overeenkomst voor een aanzienlijken
•verkoop van hout. Alleen door een extra offer
van de kunstzijdefabriek is dit ongedaan ge
maakt.
Dankbaar moet men zijn dat dc gemeente
naast de 60 H.A. van het park Sonsbeek 33
H.A. dennen, eiken cn beuken behouden ziet,
dankbaar jegens een industrie als de kunst
zijdefabriek, die niet alleen tot een dergelijk
aanbod in staat was, maar het ook uitvoerdo
en zoo bijdraagt om de gemeente aantrekkelijk
te maken.
Het voorstel van B. cn W. werd ten slotte
z. h. s. oangenomen.
VOLKSBOND TEGEN DRANKMISBRUIK.
Uit Den Haag meldt men ons
Dezer dagen werd de 51ste olgcmecne vei-
gadering van den Volksbond tegen Drankmis
bruik in „De% Witte Brug" gehouden.
De voorzitter van den Bond, de heer mr.
dr. Snijder van Wissekerkc, opende de ver
gadering met het uitspreken van een rede,
waarin hij herinnerde aan de algemeenc ver-
gudering van den Volksbond op 17 Juli 1900,
toen het 25-jarig bestaan gevierd werd. De
met 800 leden begonnen vereeniging teldo
toen reeds 5500 leden. Dit getal werd allengs
grooter, dank zij vooral de instelling van een
Centraal Bureau, waaraan een bibliotheek be
treffende alcoholisme is verbonden.
Spr. bracht vervolgens hulde aan den heer
Van der Voort, de eenig overgeblevene der
oprichters. Goeman Borgesius is helaas reeds
eenige jaren den Bond en het geheele vader
land ontvallen. Hij volgde in 1879 Philippona
op als voorzitter, welke functie hij bleef ver
vullen, totdat hij in 1897 tot minister vun
binnenlondsche zaken benoemd werd.
Spr. wil vervolgens een overzicht geven van
de resultatep van het werk in de afgcloopen