KINDERRUBRIEK De rubriek van Oom Karei. Ziezoo, nu slant jullie vacantie weer voor de deur. Voor sommigen is zo ol begonnen cn voor onderen is het al héél gouw in 't verschiet. Als jullie nu nel zulk heerlijk weer treffen als ik had, dan wensch ik jullie geluk, hoor I en geniet maar flink van de buitenlucht. Mijnt plan is weer een opstellenwedstrijd uit te schrijven, die nu ingaat en eindigt Dinsdag 1 September, 's avonds om 8 uur. Het onder werp laat ik geheel aan jullie over; hetzij iets van builen, of een schoolreisje, dat vóór de vacanjie ondernomen is, of een grappige ge beurtenis kortom, dot mogen jullie zelf kie zen. Want natuurlijk zijn er in de vocantio wel eens oogcnblikken of dagen, die extra-ex tra leuk of prettig waren, tenminste aan mijn vacantie zijn reeksen heerlijke herinneringen verbonden, waar ik wel dogen over zou kunnen schijven. De mooiste fietstocht die ik maakte was langs de Vecht, van Utrecht naar Loosdrecht, over Breukelcn. Wij hebben de grintweg genomen, rechts, terwijl de meeste auto's de straatweg nemén, dus was het aan onzen kant veel rus tiger. Prachtig liggen die plaatsjes aan het water gebouwd, met mooie tuinen, schilder achtige bruggetjes cn gezellige straatjes. Als jullie dien kant eens uitgaan, zullen jullie ze ker ook erg genieten I Ik heb heel wat gezworven, want waar ik ook zoon prachtige tocht maakte, was van Arnhem, over Velp, de Steeg naar de Kaap. Dat is een uitzicht, zóó schitterend, dat jp iheusch zou denken, dot je in het buitenland was. En als je dan fietst over den Zijpenberg naar Beekhuizen en Velp ,houdt men tot Beek huizen dat geweldige uitzicht over hei en bosch. Ik geniet er nog van naEn nu is het jullie beurt. Heel veel plezier hoor I en vertellen jullie me maar gauw wat je allemaal hebt genoten I RAADSELS. De oplossingen van den vorigen keer zijn I. Violier; met de woordenv, kin, kroon, violier, Trein, ree en r. II. Wat is de zomer toch Jt e e r 1 ij k, met do woorden Warder, Hunsel, Akkrum, Eldrik, ïdaard, Ruinen, Teriet, Elburg, Smilde, Lutten, Drijber, Ijsbeer, Espelo, Kethel, Zurich, Opende, Meerlo, Elsloo, Rijsdam, Teekop, Opmeer. Clinge, Hoeven, HL Emmen, met de woorden e, Ems, Emmen, een, n. Deze week heeft de prijs verdiendMirao- s o. Komt zij Maandag even langs het Bureau van het Dagblad, den prijs halen De kampioenen, die we nu nog heb ben, zijnKampioen, Bobbie, Mimosa, Zwart kop, Bruno, Gymnast, Crocuj, Boy, Padde stoel, Bob, Voetbal, Kwikzilver, Speurder, Rob bedoes en Sneeuwwitje?. Dat tweede raadsel is zóó moeilijk geweest, adt ik dat niet meetel voor de kampioenen. Dus laten wei nu afspreken, dat we dezen uit slag der raadsels voor den kampioenwedstrijd piet meetellen, dus nu nog drie keer. Uitslag extra raadsel. Van het extra raadsel kreeg ik héél wat inzendingen. Ik bewonder jullie geduld en vindingrijkheid I De meeste woorden had Bog, met 245 woorden. Die komt Maan dag maar eens langs het Bureau van het Dag blad I Ik zal haar lijstje hieronder laten lezen aan jullie. Verder waren er nog een massa flinke ge tallen, zooals De Kampioen met 129 woorden. Boonestaak met 195 woorden. Sneeuwwitje met 187 woorden. Gymnast met 201 woorden. Zwartkop met 201 woorden. (Bobbie met 184 woorden. Speurder met 171 woorden Ik verwacht Gymnast en Zwartkop Maandag ook! Hier volgt de lijst van Bob 1. Keiri (boom)2 Kin; 3 Kind; 4 Kinder; 5 Kurk; 6 Kuiken; 7 Kruk; 8 Kerk; 9 Keur; 10 Keuren; 11 Kiek; 12 Kriek; 13 Kier; 14 Keuken; 15 Kei; 16 Kien; 17 Kik; 18 Keer; 19 Kruik; 20 Kruin; 21 Kern; 22 Kern (kam); 23 Kunde; 24 Knul; 25 Knie; 26 Kril; 27 Keen; 28 Kikker;, 29 Keker; 30 Kerker; 31 Keurder; 32 Kid; 33 Kieken; 34 Kink; 35 Kirren; 36 Kneu (vlasvink)37 Kril; 38 •Kneur; 39 Knik; 40 Kreb; 41 Kreek; 42 Kreuk; 43 Kreuken; 44 Kreun; 45 Krieken; 46 Kruid; 47 Kruiden 48 Kruidenier; 49 Kririderen; 50 Kvib; 51 Kuren; 52 Ik; 55 In; 54 Indië; 55 Ier-, 56 Idee; 57 Inbreker; 58 Inbreuk; 59 Indruk; 60 Inkt; 61 Inkeer; 62 Inrid; 63 Neb; 04 Neder; 65 Neer; 66 Nederbuik; 67 Nee; 68 Nek; 69 Nier; 70 Nierber; 71 Nu; 7^ Nuk; 73 Niyk; 74 Nurken; 75 Neer (plaas; 76 Nurmen; 77 Deel; 78 Deel (vloer); 79 Deen; 00 Deern; 81 Deken; 82 Dek; 83 Dek ken; 84 Dekker; 85 Den; 86 Den (boom) 87 De; 68 Denker; 89 Der; 90 Deren; 91 Derrie; 92 Dees; 93 Deuk; 94 Deuken; 95 Deun; 96 Deur; 97 Die; 98 Dien; 99 Dien; 100 Diemen; 101 Dier; 102 Dik; 103 Dick; 104 Dikbek; 105 Dikbuik; 106 Dikken; 107 Dikke; 108 Deek; .109 Drenken; 110 Dreun; 111 Dreunen; TT2 Drie; 113 Drink; 114 Drin ken; 115 Drinkbeker; 116 Druk; 117 Drukker, 118 Drukker; 119 Duiker; 120- Duik; 121 Dui- iken; 122 Duin; 123 Dun; 124 Dunk; 125 Duren; 12Ó Dirk; 127 Durk; 128 Dreu*e; 129 Duin; 130 Deurno; 132 Dien; 133 Eb; 134 En; 135 Ecb 136 Edik; 137 Eed; 138 Eend; 139 Eer; 140 Ei; 141 Eik; 142 Eiker; 143 Eind; 144 Eind; 145 End; 146 Er; 147 Ede; 148 Rubriek; 149 Red; 150 Rede; 151 Reden; 152 Ree (dier); 153 Ree; 154 Reed; 155 Reek; 156 Reiken; 157 RTek; 158 Rein; 159 Rek; 160 Reken; 161 Rekke; 162 Rekken; 163 Rekk 164 Ren; 165 Rendier; 166 Reu; 167 Reuk; 168 Ruiker; 169 Bil; 170 Rid; 171 Rieken; 172 Rindc; 173 Rui; 174 Ruiken; 175 Ruine; 177 Ruk; 178 Rukken; 179 Run; 180 Rund; 181 Rus; 182 Rene; 183 Reinier; 184 Reek; 185 U; 186 Ui; 187 Urk; 188 Uden; 189 Bed; 190 Bede; 191 Bet; 182 Bedrukken; 193 Bedenken; 194 Beek; 195 Been; 196 Beer; 197 Beerin; 198 Beide; 199 Beiden; 200 Bek; 201 Bckénd; 202 Beker; 203 Bekken; 204 Ben; 205 Beuren; 206 Bende; 207 Berde; 208 Berd; 209 Berk; 210 Berken; 211 Bernen; 212 Bid; 213 Bieder; 214 Bieden; 215 Bier; 216 Bikkel; 217 Bikkelen; 218 Bikken; 219 Bind; 220 Binden; 221 binder; 222 Bink; 223 Breed; 224 Breek; 225 Brei; 226 breiden; 227 Bruin; 228 Breken; 229 Breker; 230 Breuk; 231 Brui; 232 Bruid; 233 Bruid; 234 Bui; 235 Buk; 236 Bukken; 237 Bukker; 238 Been; 239 Beender; 240 Burrie; 241 Bunde; 242 Buren; 243 Beek; 244 Beb; 245 Brein. - s NIEUWE RAADSELS. I Mijn geheel is een voorwerp, waar men makkelijk op zit. Het woord bestaat uit 12 letters. 2, 11, is een kanaal in Friesland. 7, 5, 8, 9, gebruiken de bakkers. 9, 10, 12, is een kinderspeeltuig. 9, 5, 4, is de naam van een metaal. 10, T, 8, 9, is een plaatsje in Overijsel. 12, 2, 6, 5, is een meisjesnaam. 3, 5, 1, is een nachtToofvogcl. 9, 2, 11, 6, is een lichaamsdeel. 7, II, 3, 1, is een rivier in Limburg. 9, 2, 6, 9, gebruiken de padvinders. (Ingez. door Wekker en Slaper.) I n. Mijn geheel is de naam van. een school bij Amersfoort; bestaat uit 30 letters en 4 woorden. 25, 1, 9, 4, 22, is een steensoort. 7, 4, is een plaats in Palestina. 26, 16, 2, is een meisjesnaam. 6, 4, 11, 13, is een jongensnaam. 16, 4, 11, 3, 17, 28, 4, 2, is een uitroep van overwinning. 11. 14, 19, 6, 27, 8, 4, 7, is een meisjes naam. 12. 24 6, 6, 4, "30, is een meisjes- of jon gensnaam. 5, 15, 10, 29 en 20. 2T, 9, 6, zijn plaatsen in Overijsel. 23, 18, ,29, is een platte visch. (Ingez. door Athleet VOOR DE KLEINTJES. Twee Zusjes. K1 a r o „Zeg m' eens, kleine schattebout, Of je heusch wel van me houdt". 'Annie: „Goed, ik al 't eens vragen. Klaar, Aan dat madeliefje daar. Nee, ja, nee, ja, nee, ja, nee f K1 a r a „Mis, je fopt me, dat zijn twee I O, jou kleine, stoute zus, Geef mij gauw voor straf een kus 1" (Ingez. door Blauwe Distel.) 0 VRAAGSTUK. Dertig kinderen moeten 35 pond peren, 9 pond kersen en 15 pond appelen deelen. Wat krijgt ieder (Ingez. door Tante Riek.) HANDWERKJE. Poppemutsje. Neem wol van gewone dikte en 4 dikke breinaalden. De leukste kleuren zijn wit met een roode rand. lo. Opzetten op 3 naalden 80 steken. 2o. Nu breien 30 toeren recht. 3o. S!a het gebreide dubbel, zocdat da ave- rechtschckant buiten komt en brei de opzetlussen met de steken cp de naal den samen. Deze dubbele rand is de rand van het mutsje. 4o. Ga nu minderen, zoodat er 60 stëkcn over zijn. 5o. Brei nu 5 toeren recht. 6o. Brei nu 10 toeren recht (met de roode wol). 7o. Brei nu 5 toeren recht (met de wille wol). 8o. Nu 10 st. recht, overhalen10 st. r. ovech. énz. 9o. Eén toer overbreien. lOo. Nu 9 st. recht, overhalen9 st. r. overh., enz. llo. Eén toer overbreien. Zoo doorgaan, tot er 5 steken over zijn die worden op een mansnaald geregen en afge hecht. (Ingez. door Edelweisz.) De Avonturen van Grijphand. EEN APEN-GESCHIEDEbfS door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. In het Apenhuis van een grootë Diergaar de waren zeker wel twintig apen. Allen wil de.. dolgraag eens wat van de wereld zien, maar tot nu toe hadden zij nog geen gele genheid gehad, achter de tralies uit te ko men, totdat zij op zekeren morgen 't was nog vroeg een prachtkans hadden. De oppasser, die meende, dat hij het hek van*het Apenhuis dichtdeed, liet dit echter op een kiertje staan en het lang verwachte uut was eindelijk aangebroken vöor de apen! Grijphand ontdekte dit buitenkansje het eerst, 't Was maar een heel klein kunstje, het hek wijd open te zetten, zoodat alle apen aan den wandel gingen. Vlug verdwenen zij in verschillende rich tingen. We willen één hunner Grijphand eens nagaan op zijn tocht om te zien, of het werkelijk een plezierig uitstapje werd don wel, of het op teleurstelling uitliep. Dat geen enkele aap in het Apenhuis achterbleef, is te begrijpen. Jonger., zouden dat onder dergelijke omstandigheden ook niet gedaan hebben. Apen zijn nu wel geen jongens, maar de laatsten hebben met de eersten toch wel eenige eigenschappen ge meen en zeker de zucht naar vrijheid en het doen van allerlei dingen, waartoe zij on der gewone omstandigheden niet zouden komen. Grijphand dan was zonder om te zien, of zijn makkers hem volgden, de stad inge- loopen. „Wat 'n mooie, groote huizen! Zouden daar allemaal menschen in wonen dacht hij. „Ik zou daar wel eens een kijkje willen nemen. Als t mij er goed bevalt, blijf ik er en zien ze me in 't Apenhuis niet terug." Daar stond een voordeur openGrijp hand naar binnenAls er nu maar niet veef menschen waren, want die zag hij in de Diergaarde meer dan genoeg. Daar was 't hem niet om te doen. In de gang stond een groot gevaarte, beladen met jassen, hoeden en petten. Ja, dat waren de hoofddeksels, die de men schen op hadden, als ze hem, Grijphand, in het Apenhuis een bezoek kwamen brengen. Dat behoorde dus bij de deftigheid I Grijphand zag er gTaag deftig uit. Waar om zou hij dus geen hoedje opzetten? Hij had de keuze. Wacht, dat mooie, witte dopje was juist iets voor hem. Grijphand zette den nieuwen stroohoed van den heer des huizes op zijn bol. Hij verbeeldde zich werkelijk, dat hij er heel deftig uitzag, maar hij moest eens weten, hoe gek 't hem stondGelukkig maar, dat hij het niet wist, want anders zou hij het nieuwe hoedje wel eens met woede wegge slingerd kunnen hebben en dat zou er nu niet bepaald goed v^or geweest zijn Zou hij er ook nog een jas bij aantrek ken? Wel, waarom niet? Grijphand stok zijn arm al door een mouw. 't Was de ver keerde en hij zag geen kans in de tweede te komen. Dan maar geen jasEen jas be lemmerde zijn bewegingen en hij was liever vrij. 't Hoedje op zijn bol was ook wel niet zoo heel prettig, maar een aap moet er nu eenmaal wat voor overhebben om er def tig uit te zien. Daar kwam plotseling iemand in de gang. 't Was de heer des huizes, die op het punt stond naar zijn kantoor te gaan. Reeds stak hij zijn hand naar den kapstok uit, toen hij op eens den indringer gewaar werd, die toppunt van brutaliteit zijn nieuwen stroohoed ophad. Hij wilde den vreemden sinjeur een klap met zijn stok geven, maar vlug als Grijphand was, glipte hij hem voor bij, de huiskamer binnen, tot niet geringe ontsteltenis van mevrouw, clie begon te gil len en 't op een loopen zette. In haar zenuwachtigheid had zij niet eens gezien, dat de indringer een aap was en meendezij, dat het een inbreker was, op klaarlichten dag nog welVlug had zij de deur achter zich dichtgetrokken en op slot gedraaid. Grijphand vond dat wel rustig en nieuws gierig aapje als hij was, ging hij all^s eens op zijn gemak bekijken. Wat zou dat groote, glimmende ding te gen den muur zijn Daar moest hijx meer van wetenMet een paar sprongen stond hij er vlak vóór. Maar wat was dat Waakte of droomde hij? Daar \Vas nog een aap en wel een met precies zoo'n hoedje op als hij droeg. Neen, daarvoor was hij 't Apenhuis niet ontvlucht om kornuiten te ontmoeten. En brutaal als de ander keek. Dreigend hief Grijphand zijn poot op. De ander ook. Dat kon hij laten en Grijphand gaf hem een pats. „Au au I" jammerde hij in 't zelfde oogenblik, want hij had zich leelijk bezeerd. Wel was de spiegel, die hem het beeld van den anderen aap voor oogen getooverd had, niet stuk, móar Grijphand had zich toch geducht pijn gedaan en een eigenaardige gewaarwording is dat wel, wanneer je meent een collega aan het verstand te brengen, dat hij zich behoorlijk te gedragen heeft. Van dat glimmende ding, al zaten er dan ook honderd apen achter, moest hij niets meer hebben. Vlug klauterde hij op een kast. Juist op dit oogenblik kwam de heer des huizes met zijn verschrikte vrouw weer binnen en wer den zij begroet door een paar mooie Deut sche vazen, die in scherven op den grond vielen. „Onze mooie vazen jammerde me vrouw. „Waren we dien aap maar kwijt!" zucht te meneer. „Wacht, ik weet wat: apen doen altijd alles na. Als ik dus afscheid van je neem en het huis uitga, doet hij waarschijn lijk hetzelfde." J Meneer gaf mevrouw nu een hand een zoen durfde hij haar niet ^even, uit angst, dat de aap zijn vrouw ook eens wilde omhelzen, iets waarop ze zeker niet gesteld zou zijn I hij ging daarna de. gang door en naar buiten. „Dat kan ik ook" dacht Grijphand. Vlug was hij weer op den beganen giond, gaf mevrouw die op dit oogenblik wel in den grond had willen zinken van akelig heid een hand en volgde menéer. 't Was maar goed, dat hij niet gezien had, dat deze een anderen hoed van den kapstok nam, anders had hij misschien het zelfde gedaan en 't was al erg genoeg, dat hij zich van één hoed meester had gemaakt. Daar stond Grijphand dus weer buiten. Waar zou hij nu eens heen gaan? Alle menschen schenen te wandelen, dus wandelde hij ook een eind. Natuurlijk had hij nog altijd met zijn stroohoedje op -= heel wat bekijks. Het meest verwonderde hem, dat de menschen, die in de Diergaarde altijd zoo vriendelijk tegen hem waren -en hem aller lei lekkers gaven, nu bepaald een vijandige houding aannamen. Een koopman schold hem zelfs uit voor al Vat leelijk was, toen hij een bos bananen van zijn kar nam. En de man hield er toch werkelijk nog heel wat over Even trachtte de man hem ach terna te zitten, maar Grijphand was hem na tuurlijk veel te vlug of. Na een tijdje kwam Grijphand een mijn heer tegen, die voor een kennis zijn hoed afnam. Ons aapje dacht: „Dat kan ik ookl" En met een sierlijken zwaai nam hij het witte dopje af, hield het echter zóó laag, dot Bruim, een speelsche, jonge hond, in de meening verkeerde, dat Grijphand met hem wilde spelen, zijn tanden in den hoed zette, er aan rukte ener plotseling mee van door ging. Vóór Grijphand eigenlijk goed begreep, wat er gebeurde, was de hond nog altijd met het hoedje in zijn bek hem een heel eind vóórgekomen. Maar toen hij jiet be greep, bromde hij in de apentaal„Dat nooit En hij den hond achterna. Het werd een wilde renportij. De men schen meenden niet anders dan dat er jacht op den aap gemaakt werd en holden mee, luid roepend en schreeuwend. Maar al kon Grijphand niet met den hond afrekenen, door de menschen pakken liet hij zich even min. Dat zou zijn apen-eer niet hebben kunnen gedoogen. Eindelijk kwam hij in één der buitenwij ken. Wat stonden daar een grappige polen en paaltjes met vloertjes er tusschen tegen de huizen f (bolkons had hij in het Apenhliis nooit gezien en het bestaan ervan zelfs nimmer vermoed.) De menschen hadden het al opgegeven hem achterna te zitten en zijn hardnek kigste vervolger, een slagersjongen op de fiets, was juist een andere straat ingereden, zoodat Grijphand zich den tijd kon gunnen eens neder met die palen en vloertjes ken nis te maken. Als een vlugge aap zet hij dan ook wel dra op een balkon van de tweede verdie ping uit te blazen van de renpöTtij. Hè, hè, die menschen waren toch lastig Waarom konden zij hem niet met rust la ten? Hij deed hun toch niets. Bespottelijk om hem. Grijphand, na te willen doen. Liep hij hard, dan renden die dwaze menschen ook, nog wel onder luid getier. Maar hier zat hij rustig. Zij schenen zijn spoor bijster te zijn en dat was maar goed ook, want van die domme menschen had hij vooreerst meer dan genoeg. Dat hij zijn hoedje kwijt was, was eigenlijk niet erg, want 't was een gek gevoel ge weest boven op zijn bol en hij was nu weer vrij aap. Na een tijdje gluurde hij èens door de geopende deur naar binnen. Zag hij goed? Was daar nu ook al weer een mensch? Maar waren die dan overal? In een hoek der kamer stond een ledi kant, al wist Grijphand niet, dat een derge lijk meubel zoo heette. Dat kon hem ook niet schelen, het eenige waarin hij belang stelde was, dat een mensch daar scheen te slapen. „Dan maar weer verder!" zuchtte hij. „Want als die slaper wakker wordt, heb je de poppen of liever: de menschen weer aan het dansen. En ik wil met rust gelaten worden, 't Is m ij n uitgaansdag en dien wil ik doorbrengen zonder dat de menschen er zich me bemoeien. Ik zit hen toch ook niet achterna, als zij hun uitgaansdag heb ben en eens naar het Apenhuis komen, zoo als ik nu naar de Menschenhuizen kijk." Grijphand pakte dus zijn biezen, maar daar hij die balkons met pracht-klimpalen heel aanlokkelijk vond, ging hij slechts een paar balkons verder zitten. Ook daar stonden de deuren open. Maar één ding had dit balkon, of eigenlijk deze kamer voorer waren geen menschen. Wel was er zoo'n ligplaats, maar daar zag hij niemand. Als ze hem maar niet voor den gek hielden Menschen konden soms zoo plagen. Wat belette hem eens op onderzoeking uit te gaan Dan had hij zekerheid. Behoedzaam, doch recht op zijn doel af gaande, naderde hij het ledikant. Neen, dat was leeg! Grijphand bevoelde, de kussens eens. Wat waren die lekker zacht f Zou hij ja, waarom niet En in het volgend oogenblik lag Grijp hand boven op het bed van Tom Rutgers, de bewoner der kamer. O, wat log hij hier fijn f Hij was nog moe van al het geren, waaraan hij heelemaal niet gewoon was en vóór Grijphand zich zelf wilde bekennen, dat hij slaperig was en naar een dutje verlangde, was hij ol on der zeil. Hij zal daar zoowat een kwartiertje gele gen hebben, toen Tom, die uit scb kwam en even een boek uit zijn kastje w.de ha len, al heel vreemd opkeek, zoodra hij zag, dat er iemand in zijn bed lag te slapen. En wat voor iemand Tom Schaterde het plotseling uit. Wie kon daar nu ook ernstig bij blijven? Zeker niet een flinke jongen, die, niet gauw bang en bovendien erg goedlachsch was. Tom lachte zóó hard, dat Grijphand er wakker van werd. En nu was het de beurt van ons aapje om vreemd op te kijken. Een oogenblik dacht hij, dat hij wakker werd in het Apenhuis en een jongen naar hem stond te kijken, maar al heel gauw drong het tot hem door, dat hij eens naar de woningen der menschen was komen zien, Eén, twee, drie, door w* hij ol weer pp het balkon, liet zich langs een paal naor beneden glijden enTende weer door de straat, want was 't niet om dol tc wor den de menschen zntcn hem alweer achterna Zoo ging het straat-in, straat-uit, einde lijk door een grooten tuin. VLeek wel de Diergaarde. Ja waarlijkdaar was Jan, de oppasser van het Apenhuis» ook I Grijphand wist op dat oogenblik niets beters te doen dan noar Jan te gaan en hem smeekend nan te kijken, alsof hij zeg gen wilde „Breng, me alsjeblieft naar huis." Jon, die veel van zijn nopjes hield en wel begreep, wat ze wilden, bracht Grijphand dus in het Apenhuis. Er waren nl wat open teruggekomen, maar nog lang niet allemaal. „Dat is er weer een," zei Jon tegen een anderen oppasser. Grijphand nam zich stellis voor, nooit meer het Apenhuis te verloten. Of do mv deren ook zoo veel avonturen beleefd had den als hij Misschien hooren wij daar een anderen keer nog wel eens van. CORRESPONDENTIE. Voor de nieuwelingen zeg ik nog eons, dot de briefjes uiterlijk Dinsdagavond 8 uur iri do bus moeten gedaan worden van het Bureau van het Amersfoortsch Dagblad; Achter d6 Arnhcmsche Poortwal 2a. Op de briefjes moet staan „Aon Oom Kore 1". Van eenige weken terug ligt cr nog een couvert, dat ik klaarmaakte voor Quonab, Kwikzilver en Flaproos. Komen jullie het deze week even halen Kampioen. Zooals je ziet, heb ik dat ol verholpen. De uitslag is dus een weck later. Ik dacht nog wel, jullie een. flink vacnntie- raadsel op tc geven. Ga je ook uit de stad Boonestaak. Het deed me plezier, dat jo cr zoo blij mco was. Ja, het was heerlijk. Tot mijn plezier zie ik, dat je een trouwe neef bent. Wat een gezoek was dat, hè Bob. Jij boft, want nu heb je net op je verjaardag een prijs gewonnen. Maar dat heb je dan ook wel verdiend. Wat een lijst. Het was een heerlijke tijd. Nu komen jullie aan de beurt I Sneeuwwitje. Dat is een reuze lango tijd; wat is dat verschillend met olie scholen. Wat leuk, dat de poesjes ol weer een thuis hebben I Wat heb je olzoo gekregen Speurder. Jij had cr ook héél wat. Ik wist heusch niet, dat het zóó lastig was, dot tweede. Heb jij ook leuke vacantieplannen Het is nu schitterend vacanticwcer hè Ik denk dat ik nu wel een stille tijd tegemoet ga. Gymnast. Ik zal stellig oan jo verzoek voldoen en een wedstrijd opgeven voor de ko mende vocontic. Het ondorwerp laat ik vrij. Wat een heerlijke dag. Door ben ik ook wel eens geweest en heb erg gelachen om dio kaasdragers met die grappige hoeden I Bruno. Jij hebt dus ook een heerlijke dag gehad. Was je erg moe van al dat mnrchec- ren Wees maar niet treurig hoor I We1 heb ben het ol geschikt. Deze keer is het weer een voudiger, dus begin maar gauw f Zwartkop. Je opinie was niet juist; von fouten geen sproke, ollcen heel lastig. Maar dat is nu geschikt. Grappig, dat je net zoo knap bent geweest als je neef Gymnast. Heb je prettige vacantieplannen Mimosa. Ja, dat is nu weer een gewono krant; jij gunt mij ook niet veel, hoor nichtI Het was ook maar één keertje. Wat ga jij allemaal voor prettigs doen Bobbie. Jij hebt ook flink gezocht, hoor! Tot mijn spijt kon ik niet alle oplossingen beloonen en houd m« dus nnn de drie prijzen. Ik verheug mc erg op je schoolreisje. Maor lees maor eens van den nieuwen wedstrijd. Voetbal. Wat spijt me dot. Maor ik kan mo ook best begrijpen, dat het werk voorgoot, Dus dan neem ik afscheid von je en bedank je nog wel heel hartelijk voor je trouwe in zendingen. Het go je goed hoor I Robbedoes. Krijg je nu de krant op gestuurd Wat zul jij genieten doordot lijkt me erg gezellig. Veel plezier I L c m k a. Deze inzending kwam mij niet ge schikt voor; niet speciaal voor een kinder krant. Uw vorige inzending viel zeer in den smaak dus voor dergelijke inzendingen houd ik mc oanbevolen, echter met recht tot eer lijke kritiek en geheel zonder verdere bijbe doelingen I LACHPASTILLES. Toch g c 1 ij k. o i d s „Dit is de sabel van Bilcam, waar hij zijn ezel mee bedreigd heeft." Dame: ;,Moor Bilcom hiid toch geen wa pen, hij wcnschte er ollcen moor een. Gids: „Juist dame, don is dit de sabel, dro Bileam wenschte (Ingez. door Wereldreis.) S n u g g e r. „Maor Jon, waarom geef jij de kippen worm water Jan„Ik dacht, dan leggen ze misschien gekookte eieren". (Ingez. door Wereldreis.) Handig. Heer tot student, die alles heeft zitten op sommen, wat hij kan. Zeg me nu eens, wat je niet kon Student: „Mijn rekening betalen I" Heer, luid lachend, betaalde de vrij groote rekening, voor zoo'n eerlijkheid. (Ingez. door Wereldreis.) Het record. Heer zit op het fewemschool met zijn becnen in het v/ater bengelend, een pijpje te rookerx en vraagt den badmeester „Zeg badmeester, ho'elong kan een mensch het uithouden onder water?" „Nou, twee minuten hoogstens, dan is hij wel dood I" „Wel, wel, dan slaat die mijnheer, die daar straks naast me zat fbch het record die is al een kwartier onder en komt nog maor niet bo ven I" (Ingez. door Wereldreis.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 11