24Nif*6ga"9 AMÈRSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander",a JU» TWEEDE BLAD. FEUILLETON. De gouden band. BINNENLAND. van dc Hollandschc socialisten, die be zorgd zijn hun land in een oorlog tegen zijn naburen betrokken te zien, is het mij onmogelijk in tc stepimen niet de zeer be perkte wijze, waarop in dit artikel qfc in ternationale verplichtingen der staten ten aanzien van de verdediging van hun grondgebied worden opgevat. Ongetwijfeld slaat het iedere natie ge heel vrij, te beoordéelen of; en in welke mate, zij zich gewapend wil verzetten te gen een buitcnlandschcn inval. Maar dit beginsel sluit een tweeledig voorbehoud in zich. Vooreerst, dat volgens de bewoordin gen van art. 5 der Conventie (van 1907) nopens de rechten en plichten van neu trale Mogendheden en personen in geval van een landoorlog, een neutrale mogend heid gehouden is. daden te straffen, wel ke strijdig zijn met de neutraliteit, indien deze op haar eigen grondgebied worden bedreven. Iedere andere houding zou haat tot medeplichtige maken van den oorlogvoerende, die zich van haar grond gebied heeft bediend, liet ware dus niet voldoende indien de neutrale staat zich slechts tot een enkel gebaar van verzet beperken zou. Op die wijze hebben ook de achtereen volgende Belgische Regecringen, sinds 1830, steeds de verplichtingen opgevat, voortspruitende uit de neutraliteit, welke de verdragen van 1839 ons permanent op legden, en dc vooronderstelling, waarvan deze opvatting uitgaat, wordt geenszins weersproken cioor artikel 10 van dezelfde Conventie, hetwelk door Albarda wordt aangevoerd. Dit artikel toch laat den neutralen staat slechts het voorrecht van zijn neutraliteit behouden, in de vooron derstelling van een welgeslaagd verzet tegen den directen aanval van een der oorlogvoerendenHet kan den contrac- teerenden mogendheden niet in den zin zijn gekomen, daarmee uitsluitend de neutrale landen tc doen beslissen over de mate, waarin zij zich behooren tc ver zetten tegen schendingen van hun grond gebied. bedreven met het doel een det oorlogvoerende landen aan tc tasten. Het tweede voorbehoud, dat men m. i. zal moeten maken op het beginsel der vrije keuze van iederen Staat tusschen de nationale verdediging of het zich-niet-ver- zetten tegen een aanval, schijnt mij ver vat in het Volkenbondsstatuut. Dit zegt aan dc Staten-ledcn, in bepaalde geval len van agressie, den bijstand der overige leden toe. Het komt mij voor, dat de be doelde internationale bijstand nóch juri disch verplicht nóch feitelijk mogelijk zou zijn, wajineer een land, dat werd aange vallen, zich tegen den aanvaller in geen enkel opzicht beliefde te verzetten en geen enkel offer v/enschte te brengen voor zijn onafhankelijkheid, juist op het ©ogen blik, dat het, om die onafhankelijkheid tc verdedigen, een beroep doet op den ma- terieelen en militairen bijstand van dc overige leden van den Bond. Waarschijnlijk was het die tweeledige overweging, welke der Hollandschc Re geering de in de Toelichtende Memorie vervatte verklaring heeft ingegeven. Na den Strijd, De stembusstrijd met zijne vergaderin gen, strooibiljetten, reclame-gedoe en „kleine oneerlijkheden" ligt weer achter oms. (Behalve bij een enkel plaatselijk relletje heeft men zich niet bezondigd aan argu menten, insted'e van door het verstand door de spieren geleverd' en zoo hebben wij onze reputatie van degelijk volk weer gehand haafd. Over het algemeen is de strijd, zoo komt het ons voor, met behoorlijke middelen ge streden, waarbij wij schunnigheden in de kleine pers en in strooibiljetten gaarne bui ten beschouwing laten. In één opzicht hebben wij te klagen. Men 'heeft onzen strijd voor nationale ontwape ning verdacht gemaakt; men heeft ons als „politieke schurken" aangeduid en als speculanten op het gevoel van de vrouw. Men heeft bij onze tegenstanders ver zuimd te erkennen, dat het gifgassen-argu ment voor ons sledhts één der vele motie ven is, die ons naar de „liquidatie van onze krijgsmacht" hebben g eat even. En, het gifgasargument als het eenige uit ons geestelijk arsenaal beschouwende, heeft men zich niet ontziet omtrent den gas- oorlog de meest dwaze dingen te verkondi gen. Het ergste heeft mevrouw Wynands Francken—Dyserinck het gemaakt, door den gifgas-oorlog als veel „humaner" dan den mecihanischen oorlog voor te stellen, en de vrouwelijke tegenstanders als ang stige hysterica te qualificeeren. Zij putte voor haar kennis van den' gifgas oorlog uit een boekje van den Engelsohen biochemicus Haldane. Wij kennen dat boekje niet, maar uit de noot, die mevrouw W. F. D. bij haar inge zonden stuk in de N. R. Ct. van 3 Juli j.l. plaatste, volgt, dat het boekje van den heer Haldane een mystificatie Tjioet zijn. Daarin wordt n-1- op gezag van den ge noemden biochemicus beweerd, dat 80 van de negers immuun zijn tegen gassen en natuurlijk niet tegen granaatscherven II f Wie zulke uitwegjes als serieuse argu menten aanvoert, heeft te weinig begrip van bio-chemische zaken, om het reoht te hébben er over mee te praten. Intusschen heeft het Nederlandsche volk voor zoover het niet door religieus en drang belemmerd wordt zich over de prac- tisdhe vragen van de politiek uit te spre ken •-'een ondubbelzinnig antwoord gege ven op de vraag1, of het zich nog langer ten oorlog wol voorbereiden. De sociaal- en vrijzinnig-democraten, beide voorstanders van nationale ontwape ning, hebben bij deze stembus een onge kend succes geboekt. Eene verschuiving van zetels naar de linksche democraten zegt bij het stelsel van Evenredige Vertegenwoordiging zeer veel, speciaal in ons land, waar priester en dominé de geloovige sohare met vele te hunnen dienste staand'e middelen er toe brengen op den gelijksoortig-geloovige te stemmen, wat deze op politiek terréin ook doet en wensoht. En toch, zoodra onafhankelijke geloovi- gen van dezelfde soort den moed hebben zich af te scheiden, blijkt hoe zeer velen genoeg hebben van de coalitie. Het succes van de R. K. Volkspartij, van de Staatkundig Gereformeerden en de Hervormd Gerefor meerden is voor de coalitie zoo mogelijk een nog pijnlijker resultaat van de verkie zing dan de winst der linksche democraten. De coalitie is teruggebracht van 59 leden op 54 en de vraag rijst, wat de ge volgen van dezen teruggang en van de uit spraak der kiezers in het algemeen zullen zijn. Dat het ministerie na dit belangrijk échec Naar het Engelsch van DAVID L7ALL. 26 Grace zat stil, niet recht wetende wat te zeg gen. Er was iets in de stem van Winnie dat haar deed merken, dot zij niet zou verdragen, dat er veel gesproken werd over de veiant- woordslijk die het huwelijk haar oplegde. „Het spijt me heel erg voor jullie beiden," zei zij, eenvoudig en oprecht." Het is een heel ongelukkige geschiedenis geweest" „Dat is het voor mij geweest," zei Winnie dadelijk. „Ik was de dupe. Hij deed mij geloo- ven, dat jullie heel rijk waren en toen ik te Putney kwam, dacht ik, dat het waar was. Is het nu waar of houden de oudelui zich alleen maar ai m, waar het Jack betreft X' Grace bloosde bij deze vreemde vraag. „Mijn vader verloor bijna alles in den oor log. Hij heeft nog juist genoeg kunnen redden on\ heel stilletjes met moeder buiten te kun- ner. leven." „Dat is het verhaal, dat Jack ook deed, dus ik veronderstel dat het waar is," zei Winnie met een geeuw." Gedane zaken nemen geen keer, en ik zal mijn eigen bootje wel moeten roeier.*' „Dér eén of anderen dag moet Jack toch iets vinden en dan zijn er nog altijd de koloniën," zei Gnce. „Ik \erlaat het land niet, dank je. Ik heb een zou aanblijven was ondenkbaar en wij ver wonderen ons dan ook niet, dat het zijne portefeuilles ter beschikking van de Kroon heeft gesteld. Wat nu? Wij weten het evenmin als onze lezers en wat wij gaan schrijven over de oplossing, die de te verwachten crisis naar onze mee ning zal krijgen, berust noch op gesprek ken met politieke kopstukken, noch op ge heime informaties, die ons zouden zijn ge worden. Wij willen alleen de consequenties aanduiden van het geluid, dat de stemming heeft gegeven. Een terugkeer van bepaalde ministers uit het kabinet Ruys-Colijn is ondenkbaar. Reeds is bekend, dat Aalberse en De Visser in elk geval zouden heengaan. Bij de ontstane constellatie is er voor een gewijzigde editie van de Vlootwet geen meerderheid te vinden en de ministers Van Dijk, Westerveld en Colijn zullen dus niet op hunne zetels kunnen terugkeeren. Eene reconstructie ven het zittend kabi net zou derhalve al zeer radicaal moeten zijn. Bovendien is de coalitie van 54 veel min der homogeen dan voor eene regeerings- m eerderheid' wel wenschelijk is. De Möchaë- listen en de herkozen democraten onder de Roomsclh^Katholieken maken de vorming van een ministerie, dat alleen op de coalitie zal steunen, tot een gewaagde onderne ming. Vandaar dat de kans groot is dat de coalitie, zoo ze toch mee wil regeeren, ver sterking zal zoeken, en ze zal die gemakke lijk vinden in de Vrijheidsbonders. De Vrijheidsbond toch heeft niet ondui delijk te kennen gegeven, dat hij bereid is met de coalitie santen een z.g. nationaal kabinet te vormen. Indien de coalitie met slechts 50 leden in de Kamer zou zijn te ruggekeerd, zou deze oplossing van de crisis voor de hand liggen. Maar ook nu schijnt ze mogelijk en waarschijnlijk. Het op zulk eene combinatie steunend kabinet zou over 63 stemmen beschikken, een meerderheid, groot genoeg zich te handhaven als een deel der Katholieken uit den band) zou springen en al te zeer aan democratische neigingen zou willen toege ven. De beslissing zal liggen bij de Katholieke Kamerfractie. In hare vergadering zoo die te dezer zake gehouden zai worden zal het stevig waaien. Veraart en Möller, de Miohaëlisten Van Schaick en andere democraten zullen zich natuurlijk verzetten tegen een samenwerking, die door het op nemen dier Vrijheids bonders op de meest duidelijke wijze haar conservatief karakter zal verraden. Van de bespreking in de Katholieke Ka merfractie hangt af niet aK'een of men de „nationale" combinatie zal aangaan, maar ook of er wellicht nu reeds een democrati sche combinatie mogelijk zal blijken. Indien n.l. d'e democratische zin van dé R. K. Kamerfractie groot genoeg is om de com binatie met de kerkelijke en vrijzinnige conservatieven te weigeren, dan is z-e al licht ook groot genoeg om zich uit te spre ken voor samenwerking met de sociaal'- en vrijzinnig-democraten. Ook déze combinatie zou over een groote meerderheid 'beschikken: 61 stemmen. En ook hieibij is die meerderheid groot genoeg om zich bij afwijkende houding van de meer conservatieven onder de Katholieken te kunnen staande houden'. Een derde mogelijke oplossing van de crisis, bestaande in de vorming van een zaken-kabinet, behoort pas overwogen te worden als de Katholieken eventueel zou den weigeren mede te doen zoowel aan een conservatieve als aan een democratische kabinetsformatie. Bij de heritaalde verklaring ven Katho lieke leiders, dat zij niet bereid zijn tot een samengaan met de socialisten, schijnt ons de eerste mogelijkheid de meest waar schijnlijke. paar meisjes gekend, die zich hebben loten bepraten naar die heidcnsche landen mee te gaan, en daar per slot toch het land van be lofte niet vonden. Engeland is goed genoeg voor mij en ik zie er niet tgen op om te wer ken. Ik zou altijd inm ijn eigen levensonder houd kunnen voorzien. Zullen jullie boven door blijven gaan X' „Ik weet het niet, ik heb van het tegendeel nog niets gehoord," antwoordde Grace. „Maai zelfs al moet ik het Ministerie van Oorlog ver laten, zal ik wat anders moeten zoeken, daar het nu beslist noodig is, dat ik in mijn eigen levensonderhoud voorzie." Winnie haalde haar schouders op en begon een stuk^ant van den hals van een blouse af te tornen. „Wij zullen heel spoedig optochten van wcr- keloözen hebben als de Waacs en de Wrcns langzamerhand terugkomen. We leven in vreem de tijden. Ik ben er den laatstcn tijd vrijwel ziek van, dat verzeker ik je." Grace had me delijden met haar, maar wist op dat oogenblik niet hoe het haar te toonen. „Zal Jack je schrijven X' vroeg zij. Winnie schudde het hoofd. „T Zou het je niet kunnen zeggen." „Hij is ïnet de noorderzon vertrokken. Ik kwam thuis en kwam tot de ontdekking dat hij zich uit de voelen had gemaakt. Het was het beste wat hij kon doen. Er moet meer werk zijn in die groote fabrieksplaatsen, zooals Leeds en Brordford." '„Hij kent daar niemand," zei Grace met iets bezorgds in haar stem. „Dat doet er niet toe. Vrienden doen niet veel voor je, evenmin als familie." zei ze scherp. „De fout bij Jack is, dat hij nooit werken geleerd heeft en geen behoorlijk ambacht kent.. Ook indien dit geschiedt hebben de ver kiezingen ons winst gebracht. Want hoe zeer wij principieel in oppositie zullen zijn tegen ruik een „nationaal" kabinet, we zul len dan een nieuwe, meer reëele anthithese hebben gekregen dan de bestaande. We zullen dan als democraten tegenover een conservatieve Regeering staan en dit za! de beste aanloop zijn om bij een volgende verkiezing tot de vorming van een demo cratisch bJoc te komen. Wij, vrijzinnig-democraten, hebben in het Nederlandsche volk meer steun gevonden dan onze critici ooit voor mogelijk hebben gehouden. De pas gesloten stembus heeft bewezen, dat een klimmend aantal kiezers ons ver trouwen schenkt. Wij hebben diit vertrou wen niet gekregen door beloften voor de toekomst, maar door onzen arbeid gedu rende een weKhaast rijf en twintigjarige periode. Straks vieren wij het zilveren jubileum van onzen Vrijzinnig-democratischen Bond. De kiezers hebben het mogelijk gemaakt, d-at wij het vieren onder een antithese, waarnaar wij al dien tijd ijverig hebben ge streefd. DE POLITIEKE CRISIS. Vergadering der anti-rev. kamerclub. De club van anti-Revolutionaire Kamerleden h- ft Donderdag in het Tweede Kamergebouw vergaderd over het concepl-regccrings pro gram. Naar wij vernemen vergadert de Cluistclijk- Historische Kamerfractie tc Utrecht, in verbond met dc Kabinetscrisis. Naar aanleiding van meerdere onjuiste be richten in de Katholieke pers, meldt do „Tijd" gisteravond, dat van anti-revolutionaire zijde de Katholieke Kamerfractie nimmer voor het dalemnn gesteld is ofwel, een kabinet met Co- liin als premier, of wel geen voortzetting der coalitie". Volgens „De Tijd" kan verder veilig aangeno men worden, dat H. M. de Koningin geen eigen voorkeur heeft doen spreken en dnt de op dracht aan den heer Colijn de voor de hand liggende conclusie is uit de adviezen der raod- gevers van de Kroon. DE SCHOOL VOOR VERLOFS-OFFICIEREN TE KAMPEN. Dc minister van oorlog zal bij de opening aanwezig zijn. De minister van oorlog, de heer Van Dijk, zal zich a.s. Maandag, vergezeld door den mejoor der infanterie M Waldheer, werkzaam aan het departement van oorlog en dooi s ministers adjudant, kapitein van den gene- ralen staf Carstens, naar Kampen begeven ten einde aldaar tegenwoordig te zijn bij de offi cinale ontvangst door het gemeentebestuur van personeel en leerlingen van de op dien dag in werking tredende school voor verlofofficieren der# infanterie. VERLOF BIJ TERUGKEER VAN DETA CHEERING UIT OOST- OF WEST-INDIE. Binnenkort is een legerorder ic dezer zake te verwachten. Bij een binnenkort te verwachten legeroroei is bepaald dat aan óe militairen beneden den rang van officier van het leger hier te lande die van detacheering bij de koloniale troepen terugkeeren, en die hun verbintenis bij het Ne derlandsche leger verder moeien volbrengen, door den commissaris van afmonstering na aankomst desverkiezende voortaan een verlof van ten hoogste een maand wordt verleenc, op voorwaarde ebt zij zich na ommekomst van dat verlof voor eigen rekening naar hunne garnizoensplaats begeven. Naar de verlofplaats wordt hun eventueel met hun gezin, vrij ver voer verleend. Verlangen, zij geen verlof, dan wordt hun eventueel met hun gezin vrij vervoer naar de garnizoensplaats verleend. Gedurende dat verlof worden <bor 'hen dc inkomsten genoten, aan hun rang of stand hier te lande verbonden. Mijn broer Ernie die een medaljc kreeg, ver dient 7 per week als timmerman en heeft een werkdag van zeven uur. Dat ziin dc man nen, die ze noodig hebben." Grace zuchtte en haalde haar schouders op. „Je hebt dus het adres van Jack niet? Ik zou hem graag schrijven." „Hoe zou ik het weten? Hij heeft mij niet verteld, waar hij heen ging. Ik bedoel, hij gaf geen epaalde plaats op." „Scheen hij neerslachtig „O hemeltje ja, hij was in een gruwelijk hu meur. Ik werd erdoor aangestoken. Indien hij niet was weggegaan, zou ik hem verlaten heb ben." ;Grace stond op,-daar zij begreep dat het niets gaf dit gesprek voort tc zetten. Blijkbaar voel de Winnie zich diep gegriefd en kweekte dat gevoel nog aan, het werd haar duidelijk dat zij het slecht had getroffen op haar tocht in het huwelijksbootje. Van haar standpunt uit beke ken, was da ook zoo, en Grace voelde, dat er weinig gezegd kon worden in Jack's voordeel Zij waren de speelbal der omstandigheden, dat was alles, arme ledepoppen die heel weinig macht hadden over hun eigen lot. „Ik geloof, dat het nu beter is dat ik go. Ik hoop, dat je het niet kwalijk hebt genomen, dat ik zoo maar ben gekomen." „Waarom zou ik het kwalijk nemen. Ik heb niets te verbergen. I khoop niet, dat je het mij wijt, dat Jack zoo weinig geluk heeft gehad. Indien ik er niet was geweest, waar zou hij dan heen zijn gegaan, toen hij thuis kwam Ik kon hem tenminste een tehuis aanbieden, en naar wat hij mo vertelde, vond hij geen heel hartelijk welkom in Putney." „O, ik geloof, dat hij zich daarin vergist. Al les is tegenwoordig abnormaal." „Wat beteekent dot/' vroeg Winnie scherp. DE BELGISCHE MINISTER VAN DER VELDE OVER NEUTRALITEIT. Een belangwekkende verklaring van dezen rcgceringspcrsoon. De Telegraaf meldt: In de Toelichtende Memorie tot het Belgisch- Nederlandscli tractaat, leest men de ook in Bel gische bladen uitvoerig besproken passage: „dat de Nederlandsche regeering zich tc gcc- ner tijd onverschillig zou toonen wanneer het giondgebied van Nederland opzettelijk zou wor den geschonden, en dat zij. voor zooveel de be palingen van 't Handvest van den Volkenbond zulks toelieten, een zoodanige schending, waar zij ook zou plaats hebben, als een casus belli, een aanleiding tot oorlog zou beschouwen. Ir. Albarda ontwikkelde tegen dezen passus in „Het Volk" o in. het bezwaar, dat deze be lofte voor ons land de consequentie medebracht, een leger in stand tc houden, in staat om oorlog te voeren, zoodat onze wapeningsplicht cr waar schijnlijk door verzwaard en zeker niet door verlicht worden zou. Hiertegenover verdedigden wij o.a. dc stel ling. dat opzettelijke schending van zijn grond gebied door eiken staat, tenzij bij represaille of i. d. als een casus belli moet worden be schouwd. In het onderhavige geval, tegenover België, wezen wij bovendien er op, hoe uit het tractaat van 1839 juridisch geen enkele, maar geografisch wel degelijk een moreelc verplich ting voor Nederland voortvloeit om, in overeen stemming met dc Belgen, binnen het kader van den Volkenbond, de veiligheid van de Maas linie mede tc verzekeren. Deze stelling, dat ernstige schending van grondgebied door eiken staat als een casus bel li moet worden opgevat/is niet juist, repli ceerde ir. Albarda. Want artikel 10 van de Con ventie van 1907 nopens de rechten en verplich tingen der onzijdige mogendheden en personen in geval van oorlog, gesloten ter Tweede Vredesconferentie stelt uitdrukkelijk vast: „Als een vijandige daad kan niet worden be schouwd het feit, dat een onzijdige mogendheid, zelfs niet geweld, inbreuken op haar onzijdig heid tegengaat." M a. w., aldus dc schrijver, de aangerande staat behoudt de volle vrijheid om zelf te beslissen of hij in die schending aan leiding zal zien om tot een oorlogsverklaring over te gaan of niet. En die vrijheid geeft de Nederlandsche regeering nu prijs. Ook al zou ons gansche land worden verwoest, een oor logsverklaring moet volgen Inderdaad, onvermijdelijk, aldus in hoofd zaak ons antwoord Want artikel 10, waarop onze hooggeachte opponent zich beroept, geldt alleen voor onbelangrijke gevallen, waarin de vijandelijke troepen naar eigen gebied terugge dreven worden, en verder, door een diplomatie ke actie alles in orde komen kan. Zoodra even wel de inval niet afgekeerd, maar voortgezet wordt, voert, betoogden wij, op grond van België's ervaringen in 1914, uitvoerig ar tikel 10 tot een anomalie, een onhoudbaarheid, zoodat het voor zuik een ernstig geval onmo gelijk bedoeld kan zijn. Terwijl daarentegen de verklaring van onze regeering klaarblijkelijk slechts op een, ook voor België zeer ernstige situatie betrekking hebben kan. Voorts werd er op gewezen dat. wanneer een andere staat, i. c. België, te lijden zou hebben van het niet- afweren van een schending der Nederlandsche neutraliteit, het onze plicht is, die schending met alle beschikbare middelen, eventueel door het aanvaarden v%n den oorlogstoestand, tegen te gaan. Onze beide stellingen. dat artikel 10 slechts onschuldige, en dat dc regeeringsverkla- ling slechts ernstige gevallen van neutraliteits- schending betreft en dus geheel langs elkaar heengaan achtte ir. Albarda onbewezen, en onbewijsbaar. Daarom bleef de hooggeschatte schrijver van meening. dat de regeeringsverkla- ring o.m. „ons volk in zijn vrijheid, om zijn eigen militaire politiek le bepalen en den weg naar de (national^) ontwapening in te siaan, kan belem meren. Hiermede was, daar geen van beide partijen zich liet overtuigen, het debat op een dood punt gekomen. Ten einde het daarover heen te lei den, hebben wij ons o m. gewend tot den Belgi schen minister van Buitcnlandsche Zaken, par tijgenoot van ir. Albarda. Wij vonden Jiein bereid aan deze belangrijke aangelegenheid Hare aandacht te wijden, cn ontvingen ter publicatie in ons blad de hieron der volgende verklaring. Met belangstelling las ik in „Het Volk" het artikel over de Belofte aan Belg:ë van mijn vriend Albarda. Maar als ik in deze kwestie dc bezwaren wel begrijp. „Anders don gewoon 't zijn oorlogstoestan den," zei Grace." Wil je mc het loten weten als je wat van Jack hoort Ik denk niet dot hij aan eep van óns zal schrijven." „Naar wat hij zeide, zou ik het ook niet denken. O, ik zal 't je laten weten, als ik wat hcor, maar ik heb er nietv celhoop op." Grace verlangde cr naar wat dieper te peilen en Winnie te vragen, of zij in 't geheel niet meer om Jack gaf. Maar den moed ertoe kon zij toch niet vinden. Er was een zekere reser ve, een soort waardigheid in het meisje, dat duidelijk aangaf hoe vreemd de rollen omge keerd waren. Zij was in dc omstandigheid wel daden te kunnen bewijzen en behoefde zo niet te ontvangen. Zij namen echter hartelijk afscheid, Winnie bleef bij de lift staan, totdat die was verdwenen. Toen Grace beneden in de hal uitstapte, hoorde zij de stem van een man vragen, of mevrouw Sherston thuis was, en zog een officier met ioode onderscheidingstcekens op zijn schou ders de lift ingaan, toen zij die had verlaten. Plotseling kwam een toornige blos op haar gelaat, zij aarzelde een oogenblik cn keek som ber de omhooggaande lift na. Dc puritcinsche snaar In hoer gemoed deed hcor grooten weer zin gevoelen en hoor oprechte genegenheid voor hoar broer mengde in hoor verontwaardiging een diep gevoel van smart. Ze veroordeelde Winnie oogenbükkclijk, en dc,cd haar onrecht. Want Perry Butler klopte tevergeefs aan de gesloten deur op de vijfde verdieping cn moest ten laatste weer naar beneden gaan, zonder dc eenzame bewoonster van de kamers te hebben gezien. Grace Sherston ging terug naar dc eenzaam heid van haar kamer in h-g tehuis, bij zichzelf volkomen overtuigd dat Jack's leven onherroe- HET LOODSWEZEN EN DE 7AKELIJKE BEDRIJFSBELASTING. Een nieuwe '"-'•ssfng zal worden uitgelokt. De Hooge Rond heeft in veilend met hot beroep, ingesteld door de gemeente Vlissingen tegen het besluit van den Raad van Beroep voor do directe belastingen te Middelburg, wonrin de aanslag van het NederInndsche loodswezen in de zakelijke belasting op het bedrijf tc Vlissingen werd vernietigd, verwc- zen, ten eind een nieuwe beslissing tc nemen, rekening houdende met o'it arrest. 22ste MIDDENSTANDSCONGRES. Tweede dog. De voorzittej-, de heer Ed. Schürmonn her opende Donderdag om 10 uur het congres. Hij sprak een woord van wplkom tot den Com missaris der Koningin in de Provincie Drente, mr. J. Th. Linthoist-Homan, den burgemeester van Assen, mr. L. Lohman, den vertegenwoor diger van den Minister van Binnenloodsche Zaken, mr. I< F. Frederiks, den vooizitter der Kamer van Koophandel in Drente, oen heer G. Lunsingh Meyer, den oud-burgeinecster van I pclijk schipbreuk had geleden door zijn huwe- I lijk met Winnie Tebbit. Moor zij vergiste zich zeer. HOOFDSTUK X. Het zachte koeltje van April speelde d.en middag om Jock Sherston, toen hij do kamers van zijn vrouw verliethij had niets meegeno men dan zijn ouden rugzok, waarin een stel onderklceren en ccnige andere noodzakelijke artikelen waren. Hij droeg een blauw serge pok; dat aijn ma gere gestalte nog meer deed uitkomen, en een ronden hoed, die wat te groot voor hem v/as en waaronder zijn gezicht heelemaol verdween. Hij zag er niet naar de laatste mode uit, maar hij had iets heel achtenswaardigs. In zijn zak had hij een beurs, waarin acht pond vijftien shilling zaten, alles dat hem voorloopig vcor volkomen gebrek moest bewaren. De laatste scène met Winnie was kort en bitter geweest. Zij had hem nog eens de beschuldiging voor die voeten geworpen, dat hij haar met opzet had bedrogen, ten opzichte van zijn positie cn middelen, toen zij trouwden. Ofschoon zij slim en verstandig in sommigd opzichten was, had haar volkomen gemis aan kennis betreffende de grootere levensvraagstuk ken cn de economische omstandigheden der tijden haar blik bekrompen «en éénzijdig ge maakt. Zij geloofde bijvoorbeeld niet dat zijn familie zoo arm was, als hij en zij deden voorkomen, maar stelde vast, dot zij om do een of andere, heimelijke reden, armoede vóórga ven. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5