24Nif*6ga"9 AMÈRSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander",a JU»
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
De gouden band.
BINNENLAND.
van dc Hollandschc socialisten, die be
zorgd zijn hun land in een oorlog tegen
zijn naburen betrokken te zien, is het mij
onmogelijk in tc stepimen niet de zeer be
perkte wijze, waarop in dit artikel qfc in
ternationale verplichtingen der staten ten
aanzien van de verdediging van hun
grondgebied worden opgevat.
Ongetwijfeld slaat het iedere natie ge
heel vrij, te beoordéelen of; en in welke
mate, zij zich gewapend wil verzetten te
gen een buitcnlandschcn inval.
Maar dit beginsel sluit een tweeledig
voorbehoud in zich.
Vooreerst, dat volgens de bewoordin
gen van art. 5 der Conventie (van 1907)
nopens de rechten en plichten van neu
trale Mogendheden en personen in geval
van een landoorlog, een neutrale mogend
heid gehouden is. daden te straffen, wel
ke strijdig zijn met de neutraliteit, indien
deze op haar eigen grondgebied worden
bedreven. Iedere andere houding zou
haat tot medeplichtige maken van den
oorlogvoerende, die zich van haar grond
gebied heeft bediend, liet ware dus niet
voldoende indien de neutrale staat zich
slechts tot een enkel gebaar van verzet
beperken zou.
Op die wijze hebben ook de achtereen
volgende Belgische Regecringen, sinds
1830, steeds de verplichtingen opgevat,
voortspruitende uit de neutraliteit, welke
de verdragen van 1839 ons permanent op
legden, en dc vooronderstelling, waarvan
deze opvatting uitgaat, wordt geenszins
weersproken cioor artikel 10 van dezelfde
Conventie, hetwelk door Albarda wordt
aangevoerd. Dit artikel toch laat den
neutralen staat slechts het voorrecht van
zijn neutraliteit behouden, in de vooron
derstelling van een welgeslaagd verzet
tegen den directen aanval van een der
oorlogvoerendenHet kan den contrac-
teerenden mogendheden niet in den zin
zijn gekomen, daarmee uitsluitend de
neutrale landen tc doen beslissen over
de mate, waarin zij zich behooren tc ver
zetten tegen schendingen van hun grond
gebied. bedreven met het doel een det
oorlogvoerende landen aan tc tasten.
Het tweede voorbehoud, dat men m. i.
zal moeten maken op het beginsel der
vrije keuze van iederen Staat tusschen de
nationale verdediging of het zich-niet-ver-
zetten tegen een aanval, schijnt mij ver
vat in het Volkenbondsstatuut. Dit zegt
aan dc Staten-ledcn, in bepaalde geval
len van agressie, den bijstand der overige
leden toe. Het komt mij voor, dat de be
doelde internationale bijstand nóch juri
disch verplicht nóch feitelijk mogelijk zou
zijn, wajineer een land, dat werd aange
vallen, zich tegen den aanvaller in geen
enkel opzicht beliefde te verzetten en
geen enkel offer v/enschte te brengen voor
zijn onafhankelijkheid, juist op het ©ogen
blik, dat het, om die onafhankelijkheid tc
verdedigen, een beroep doet op den ma-
terieelen en militairen bijstand van dc
overige leden van den Bond.
Waarschijnlijk was het die tweeledige
overweging, welke der Hollandschc Re
geering de in de Toelichtende Memorie
vervatte verklaring heeft ingegeven.
Na den Strijd,
De stembusstrijd met zijne vergaderin
gen, strooibiljetten, reclame-gedoe en
„kleine oneerlijkheden" ligt weer achter
oms.
(Behalve bij een enkel plaatselijk relletje
heeft men zich niet bezondigd aan argu
menten, insted'e van door het verstand door
de spieren geleverd' en zoo hebben wij onze
reputatie van degelijk volk weer gehand
haafd.
Over het algemeen is de strijd, zoo komt
het ons voor, met behoorlijke middelen ge
streden, waarbij wij schunnigheden in de
kleine pers en in strooibiljetten gaarne bui
ten beschouwing laten.
In één opzicht hebben wij te klagen. Men
'heeft onzen strijd voor nationale ontwape
ning verdacht gemaakt; men heeft ons als
„politieke schurken" aangeduid en als
speculanten op het gevoel van de vrouw.
Men heeft bij onze tegenstanders ver
zuimd te erkennen, dat het gifgassen-argu
ment voor ons sledhts één der vele motie
ven is, die ons naar de „liquidatie van onze
krijgsmacht" hebben g eat even.
En, het gifgasargument als het eenige uit
ons geestelijk arsenaal beschouwende, heeft
men zich niet ontziet omtrent den gas-
oorlog de meest dwaze dingen te verkondi
gen.
Het ergste heeft mevrouw Wynands
Francken—Dyserinck het gemaakt, door
den gifgas-oorlog als veel „humaner" dan
den mecihanischen oorlog voor te stellen,
en de vrouwelijke tegenstanders als ang
stige hysterica te qualificeeren.
Zij putte voor haar kennis van den' gifgas
oorlog uit een boekje van den Engelsohen
biochemicus Haldane.
Wij kennen dat boekje niet, maar uit de
noot, die mevrouw W. F. D. bij haar inge
zonden stuk in de N. R. Ct. van 3 Juli j.l.
plaatste, volgt, dat het boekje van den heer
Haldane een mystificatie Tjioet zijn.
Daarin wordt n-1- op gezag van den ge
noemden biochemicus beweerd, dat 80
van de negers immuun zijn tegen gassen en
natuurlijk niet tegen granaatscherven II f
Wie zulke uitwegjes als serieuse argu
menten aanvoert, heeft te weinig begrip
van bio-chemische zaken, om het reoht te
hébben er over mee te praten.
Intusschen heeft het Nederlandsche volk
voor zoover het niet door religieus en
drang belemmerd wordt zich over de prac-
tisdhe vragen van de politiek uit te spre
ken •-'een ondubbelzinnig antwoord gege
ven op de vraag1, of het zich nog langer ten
oorlog wol voorbereiden.
De sociaal- en vrijzinnig-democraten,
beide voorstanders van nationale ontwape
ning, hebben bij deze stembus een onge
kend succes geboekt.
Eene verschuiving van zetels naar de
linksche democraten zegt bij het stelsel
van Evenredige Vertegenwoordiging zeer
veel, speciaal in ons land, waar priester en
dominé de geloovige sohare met vele te
hunnen dienste staand'e middelen er toe
brengen op den gelijksoortig-geloovige te
stemmen, wat deze op politiek terréin ook
doet en wensoht.
En toch, zoodra onafhankelijke geloovi-
gen van dezelfde soort den moed hebben
zich af te scheiden, blijkt hoe zeer velen
genoeg hebben van de coalitie. Het succes
van de R. K. Volkspartij, van de Staatkundig
Gereformeerden en de Hervormd Gerefor
meerden is voor de coalitie zoo mogelijk
een nog pijnlijker resultaat van de verkie
zing dan de winst der linksche democraten.
De coalitie is teruggebracht van 59
leden op 54 en de vraag rijst, wat de ge
volgen van dezen teruggang en van de uit
spraak der kiezers in het algemeen zullen
zijn.
Dat het ministerie na dit belangrijk échec
Naar het Engelsch van
DAVID L7ALL.
26
Grace zat stil, niet recht wetende wat te zeg
gen. Er was iets in de stem van Winnie dat
haar deed merken, dot zij niet zou verdragen,
dat er veel gesproken werd over de veiant-
woordslijk die het huwelijk haar oplegde.
„Het spijt me heel erg voor jullie beiden,"
zei zij, eenvoudig en oprecht." Het is een heel
ongelukkige geschiedenis geweest"
„Dat is het voor mij geweest," zei Winnie
dadelijk. „Ik was de dupe. Hij deed mij geloo-
ven, dat jullie heel rijk waren en toen ik te
Putney kwam, dacht ik, dat het waar was. Is
het nu waar of houden de oudelui zich alleen
maar ai m, waar het Jack betreft X'
Grace bloosde bij deze vreemde vraag.
„Mijn vader verloor bijna alles in den oor
log. Hij heeft nog juist genoeg kunnen redden
on\ heel stilletjes met moeder buiten te kun-
ner. leven."
„Dat is het verhaal, dat Jack ook deed, dus
ik veronderstel dat het waar is," zei Winnie
met een geeuw." Gedane zaken nemen geen
keer, en ik zal mijn eigen bootje wel moeten
roeier.*'
„Dér eén of anderen dag moet Jack toch iets
vinden en dan zijn er nog altijd de koloniën,"
zei Gnce.
„Ik \erlaat het land niet, dank je. Ik heb een
zou aanblijven was ondenkbaar en wij ver
wonderen ons dan ook niet, dat het zijne
portefeuilles ter beschikking van de Kroon
heeft gesteld.
Wat nu?
Wij weten het evenmin als onze lezers en
wat wij gaan schrijven over de oplossing,
die de te verwachten crisis naar onze mee
ning zal krijgen, berust noch op gesprek
ken met politieke kopstukken, noch op ge
heime informaties, die ons zouden zijn ge
worden. Wij willen alleen de consequenties
aanduiden van het geluid, dat de stemming
heeft gegeven.
Een terugkeer van bepaalde ministers uit
het kabinet Ruys-Colijn is ondenkbaar.
Reeds is bekend, dat Aalberse en De Visser
in elk geval zouden heengaan.
Bij de ontstane constellatie is er voor een
gewijzigde editie van de Vlootwet geen
meerderheid te vinden en de ministers Van
Dijk, Westerveld en Colijn zullen dus niet
op hunne zetels kunnen terugkeeren.
Eene reconstructie ven het zittend kabi
net zou derhalve al zeer radicaal moeten
zijn.
Bovendien is de coalitie van 54 veel min
der homogeen dan voor eene regeerings-
m eerderheid' wel wenschelijk is. De Möchaë-
listen en de herkozen democraten onder de
Roomsclh^Katholieken maken de vorming
van een ministerie, dat alleen op de coalitie
zal steunen, tot een gewaagde onderne
ming.
Vandaar dat de kans groot is dat de
coalitie, zoo ze toch mee wil regeeren, ver
sterking zal zoeken, en ze zal die gemakke
lijk vinden in de Vrijheidsbonders.
De Vrijheidsbond toch heeft niet ondui
delijk te kennen gegeven, dat hij bereid is
met de coalitie santen een z.g. nationaal
kabinet te vormen. Indien de coalitie met
slechts 50 leden in de Kamer zou zijn te
ruggekeerd, zou deze oplossing van de
crisis voor de hand liggen. Maar ook nu
schijnt ze mogelijk en waarschijnlijk.
Het op zulk eene combinatie steunend
kabinet zou over 63 stemmen beschikken,
een meerderheid, groot genoeg zich te
handhaven als een deel der Katholieken uit
den band) zou springen en al te zeer aan
democratische neigingen zou willen toege
ven.
De beslissing zal liggen bij de Katholieke
Kamerfractie. In hare vergadering zoo
die te dezer zake gehouden zai worden
zal het stevig waaien. Veraart en Möller,
de Miohaëlisten Van Schaick en andere
democraten zullen zich natuurlijk verzetten
tegen een samenwerking, die door het op
nemen dier Vrijheids bonders op de meest
duidelijke wijze haar conservatief karakter
zal verraden.
Van de bespreking in de Katholieke Ka
merfractie hangt af niet aK'een of men de
„nationale" combinatie zal aangaan, maar
ook of er wellicht nu reeds een democrati
sche combinatie mogelijk zal blijken. Indien
n.l. d'e democratische zin van dé R. K.
Kamerfractie groot genoeg is om de com
binatie met de kerkelijke en vrijzinnige
conservatieven te weigeren, dan is z-e al
licht ook groot genoeg om zich uit te spre
ken voor samenwerking met de sociaal'- en
vrijzinnig-democraten.
Ook déze combinatie zou over een groote
meerderheid 'beschikken: 61 stemmen. En
ook hieibij is die meerderheid groot genoeg
om zich bij afwijkende houding van de meer
conservatieven onder de Katholieken te
kunnen staande houden'.
Een derde mogelijke oplossing van de
crisis, bestaande in de vorming van een
zaken-kabinet, behoort pas overwogen te
worden als de Katholieken eventueel zou
den weigeren mede te doen zoowel aan een
conservatieve als aan een democratische
kabinetsformatie.
Bij de heritaalde verklaring ven Katho
lieke leiders, dat zij niet bereid zijn tot een
samengaan met de socialisten, schijnt ons
de eerste mogelijkheid de meest waar
schijnlijke.
paar meisjes gekend, die zich hebben loten
bepraten naar die heidcnsche landen mee te
gaan, en daar per slot toch het land van be
lofte niet vonden. Engeland is goed genoeg
voor mij en ik zie er niet tgen op om te wer
ken. Ik zou altijd inm ijn eigen levensonder
houd kunnen voorzien. Zullen jullie boven door
blijven gaan X'
„Ik weet het niet, ik heb van het tegendeel
nog niets gehoord," antwoordde Grace. „Maai
zelfs al moet ik het Ministerie van Oorlog ver
laten, zal ik wat anders moeten zoeken, daar
het nu beslist noodig is, dat ik in mijn eigen
levensonderhoud voorzie."
Winnie haalde haar schouders op en begon
een stuk^ant van den hals van een blouse af
te tornen.
„Wij zullen heel spoedig optochten van wcr-
keloözen hebben als de Waacs en de Wrcns
langzamerhand terugkomen. We leven in vreem
de tijden. Ik ben er den laatstcn tijd vrijwel
ziek van, dat verzeker ik je." Grace had me
delijden met haar, maar wist op dat oogenblik
niet hoe het haar te toonen.
„Zal Jack je schrijven X' vroeg zij.
Winnie schudde het hoofd.
„T Zou het je niet kunnen zeggen."
„Hij is ïnet de noorderzon vertrokken. Ik
kwam thuis en kwam tot de ontdekking dat hij
zich uit de voelen had gemaakt. Het was het
beste wat hij kon doen. Er moet meer werk
zijn in die groote fabrieksplaatsen, zooals Leeds
en Brordford."
'„Hij kent daar niemand," zei Grace met iets
bezorgds in haar stem.
„Dat doet er niet toe. Vrienden doen niet
veel voor je, evenmin als familie." zei ze
scherp.
„De fout bij Jack is, dat hij nooit werken
geleerd heeft en geen behoorlijk ambacht kent..
Ook indien dit geschiedt hebben de ver
kiezingen ons winst gebracht. Want hoe
zeer wij principieel in oppositie zullen zijn
tegen ruik een „nationaal" kabinet, we zul
len dan een nieuwe, meer reëele anthithese
hebben gekregen dan de bestaande. We
zullen dan als democraten tegenover een
conservatieve Regeering staan en dit za! de
beste aanloop zijn om bij een volgende
verkiezing tot de vorming van een demo
cratisch bJoc te komen.
Wij, vrijzinnig-democraten, hebben in het
Nederlandsche volk meer steun gevonden
dan onze critici ooit voor mogelijk hebben
gehouden.
De pas gesloten stembus heeft bewezen,
dat een klimmend aantal kiezers ons ver
trouwen schenkt. Wij hebben diit vertrou
wen niet gekregen door beloften voor de
toekomst, maar door onzen arbeid gedu
rende een weKhaast rijf en twintigjarige
periode.
Straks vieren wij het zilveren jubileum
van onzen Vrijzinnig-democratischen Bond.
De kiezers hebben het mogelijk gemaakt,
d-at wij het vieren onder een antithese,
waarnaar wij al dien tijd ijverig hebben ge
streefd.
DE POLITIEKE CRISIS.
Vergadering der anti-rev.
kamerclub.
De club van anti-Revolutionaire Kamerleden
h- ft Donderdag in het Tweede Kamergebouw
vergaderd over het concepl-regccrings pro
gram.
Naar wij vernemen vergadert de Cluistclijk-
Historische Kamerfractie tc Utrecht, in verbond
met dc Kabinetscrisis.
Naar aanleiding van meerdere onjuiste be
richten in de Katholieke pers, meldt do „Tijd"
gisteravond, dat van anti-revolutionaire zijde
de Katholieke Kamerfractie nimmer voor het
dalemnn gesteld is ofwel, een kabinet met Co-
liin als premier, of wel geen voortzetting
der coalitie".
Volgens „De Tijd" kan verder veilig aangeno
men worden, dat H. M. de Koningin geen eigen
voorkeur heeft doen spreken en dnt de op
dracht aan den heer Colijn de voor de hand
liggende conclusie is uit de adviezen der raod-
gevers van de Kroon.
DE SCHOOL VOOR VERLOFS-OFFICIEREN
TE KAMPEN.
Dc minister van oorlog zal bij
de opening aanwezig zijn.
De minister van oorlog, de heer Van Dijk,
zal zich a.s. Maandag, vergezeld door den
mejoor der infanterie M Waldheer, werkzaam
aan het departement van oorlog en dooi
s ministers adjudant, kapitein van den gene-
ralen staf Carstens, naar Kampen begeven ten
einde aldaar tegenwoordig te zijn bij de offi
cinale ontvangst door het gemeentebestuur van
personeel en leerlingen van de op dien dag in
werking tredende school voor verlofofficieren
der# infanterie.
VERLOF BIJ TERUGKEER VAN DETA
CHEERING UIT OOST- OF WEST-INDIE.
Binnenkort is een legerorder ic
dezer zake te verwachten.
Bij een binnenkort te verwachten legeroroei
is bepaald dat aan óe militairen beneden den
rang van officier van het leger hier te lande
die van detacheering bij de koloniale troepen
terugkeeren, en die hun verbintenis bij het Ne
derlandsche leger verder moeien volbrengen,
door den commissaris van afmonstering na
aankomst desverkiezende voortaan een verlof
van ten hoogste een maand wordt verleenc,
op voorwaarde ebt zij zich na ommekomst
van dat verlof voor eigen rekening naar hunne
garnizoensplaats begeven. Naar de verlofplaats
wordt hun eventueel met hun gezin, vrij ver
voer verleend. Verlangen, zij geen verlof, dan
wordt hun eventueel met hun gezin vrij
vervoer naar de garnizoensplaats verleend.
Gedurende dat verlof worden <bor 'hen dc
inkomsten genoten, aan hun rang of stand
hier te lande verbonden.
Mijn broer Ernie die een medaljc kreeg, ver
dient 7 per week als timmerman en heeft
een werkdag van zeven uur. Dat ziin dc man
nen, die ze noodig hebben."
Grace zuchtte en haalde haar schouders op.
„Je hebt dus het adres van Jack niet? Ik zou
hem graag schrijven."
„Hoe zou ik het weten? Hij heeft mij niet
verteld, waar hij heen ging. Ik bedoel, hij gaf
geen epaalde plaats op."
„Scheen hij neerslachtig
„O hemeltje ja, hij was in een gruwelijk hu
meur. Ik werd erdoor aangestoken. Indien hij
niet was weggegaan, zou ik hem verlaten heb
ben."
;Grace stond op,-daar zij begreep dat het niets
gaf dit gesprek voort tc zetten. Blijkbaar voel
de Winnie zich diep gegriefd en kweekte dat
gevoel nog aan, het werd haar duidelijk dat zij
het slecht had getroffen op haar tocht in het
huwelijksbootje. Van haar standpunt uit beke
ken, was da ook zoo, en Grace voelde, dat er
weinig gezegd kon worden in Jack's voordeel
Zij waren de speelbal der omstandigheden, dat
was alles, arme ledepoppen die heel weinig
macht hadden over hun eigen lot.
„Ik geloof, dat het nu beter is dat ik go. Ik
hoop, dat je het niet kwalijk hebt genomen,
dat ik zoo maar ben gekomen."
„Waarom zou ik het kwalijk nemen. Ik heb
niets te verbergen. I khoop niet, dat je het mij
wijt, dat Jack zoo weinig geluk heeft gehad.
Indien ik er niet was geweest, waar zou hij
dan heen zijn gegaan, toen hij thuis kwam
Ik kon hem tenminste een tehuis aanbieden, en
naar wat hij mo vertelde, vond hij geen heel
hartelijk welkom in Putney."
„O, ik geloof, dat hij zich daarin vergist. Al
les is tegenwoordig abnormaal."
„Wat beteekent dot/' vroeg Winnie scherp.
DE BELGISCHE MINISTER VAN DER
VELDE OVER NEUTRALITEIT.
Een belangwekkende verklaring
van dezen rcgceringspcrsoon.
De Telegraaf meldt:
In de Toelichtende Memorie tot het Belgisch-
Nederlandscli tractaat, leest men de ook in Bel
gische bladen uitvoerig besproken passage:
„dat de Nederlandsche regeering zich tc gcc-
ner tijd onverschillig zou toonen wanneer het
giondgebied van Nederland opzettelijk zou wor
den geschonden, en dat zij. voor zooveel de be
palingen van 't Handvest van den Volkenbond
zulks toelieten, een zoodanige schending, waar
zij ook zou plaats hebben, als een casus belli,
een aanleiding tot oorlog zou beschouwen.
Ir. Albarda ontwikkelde tegen dezen passus
in „Het Volk" o in. het bezwaar, dat deze be
lofte voor ons land de consequentie medebracht,
een leger in stand tc houden, in staat om oorlog
te voeren, zoodat onze wapeningsplicht cr waar
schijnlijk door verzwaard en zeker niet door
verlicht worden zou.
Hiertegenover verdedigden wij o.a. dc stel
ling. dat opzettelijke schending van zijn grond
gebied door eiken staat, tenzij bij represaille
of i. d. als een casus belli moet worden be
schouwd. In het onderhavige geval, tegenover
België, wezen wij bovendien er op, hoe uit het
tractaat van 1839 juridisch geen enkele, maar
geografisch wel degelijk een moreelc verplich
ting voor Nederland voortvloeit om, in overeen
stemming met dc Belgen, binnen het kader van
den Volkenbond, de veiligheid van de Maas
linie mede tc verzekeren.
Deze stelling, dat ernstige schending van
grondgebied door eiken staat als een casus bel
li moet worden opgevat/is niet juist, repli
ceerde ir. Albarda. Want artikel 10 van de Con
ventie van 1907 nopens de rechten en verplich
tingen der onzijdige mogendheden en personen
in geval van oorlog, gesloten ter Tweede
Vredesconferentie stelt uitdrukkelijk vast:
„Als een vijandige daad kan niet worden be
schouwd het feit, dat een onzijdige mogendheid,
zelfs niet geweld, inbreuken op haar onzijdig
heid tegengaat." M a. w., aldus dc schrijver,
de aangerande staat behoudt de volle vrijheid
om zelf te beslissen of hij in die schending aan
leiding zal zien om tot een oorlogsverklaring
over te gaan of niet. En die vrijheid geeft de
Nederlandsche regeering nu prijs. Ook al zou
ons gansche land worden verwoest, een oor
logsverklaring moet volgen
Inderdaad, onvermijdelijk, aldus in hoofd
zaak ons antwoord Want artikel 10, waarop
onze hooggeachte opponent zich beroept, geldt
alleen voor onbelangrijke gevallen, waarin de
vijandelijke troepen naar eigen gebied terugge
dreven worden, en verder, door een diplomatie
ke actie alles in orde komen kan. Zoodra even
wel de inval niet afgekeerd, maar voortgezet
wordt, voert, betoogden wij, op grond van
België's ervaringen in 1914, uitvoerig ar
tikel 10 tot een anomalie, een onhoudbaarheid,
zoodat het voor zuik een ernstig geval onmo
gelijk bedoeld kan zijn. Terwijl daarentegen de
verklaring van onze regeering klaarblijkelijk
slechts op een, ook voor België zeer ernstige
situatie betrekking hebben kan. Voorts werd
er op gewezen dat. wanneer een andere staat,
i. c. België, te lijden zou hebben van het niet-
afweren van een schending der Nederlandsche
neutraliteit, het onze plicht is, die schending
met alle beschikbare middelen, eventueel door
het aanvaarden v%n den oorlogstoestand, tegen
te gaan.
Onze beide stellingen. dat artikel 10
slechts onschuldige, en dat dc regeeringsverkla-
ling slechts ernstige gevallen van neutraliteits-
schending betreft en dus geheel langs elkaar
heengaan achtte ir. Albarda onbewezen, en
onbewijsbaar. Daarom bleef de hooggeschatte
schrijver van meening. dat de regeeringsverkla-
ring o.m. „ons volk in zijn vrijheid, om zijn eigen
militaire politiek le bepalen en den weg naar de
(national^) ontwapening in te siaan, kan belem
meren.
Hiermede was, daar geen van beide partijen
zich liet overtuigen, het debat op een dood punt
gekomen. Ten einde het daarover heen te lei
den, hebben wij ons o m. gewend tot den Belgi
schen minister van Buitcnlandsche Zaken, par
tijgenoot van ir. Albarda.
Wij vonden Jiein bereid aan deze belangrijke
aangelegenheid Hare aandacht te wijden, cn
ontvingen ter publicatie in ons blad de hieron
der volgende verklaring.
Met belangstelling las ik in „Het Volk"
het artikel over de Belofte aan Belg:ë
van mijn vriend Albarda. Maar als ik in
deze kwestie dc bezwaren wel begrijp.
„Anders don gewoon 't zijn oorlogstoestan
den," zei Grace." Wil je mc het loten weten
als je wat van Jack hoort Ik denk niet dot
hij aan eep van óns zal schrijven."
„Naar wat hij zeide, zou ik het ook niet
denken. O, ik zal 't je laten weten, als ik wat
hcor, maar ik heb er nietv celhoop op."
Grace verlangde cr naar wat dieper te peilen
en Winnie te vragen, of zij in 't geheel niet
meer om Jack gaf. Maar den moed ertoe kon
zij toch niet vinden. Er was een zekere reser
ve, een soort waardigheid in het meisje, dat
duidelijk aangaf hoe vreemd de rollen omge
keerd waren. Zij was in dc omstandigheid wel
daden te kunnen bewijzen en behoefde zo niet
te ontvangen.
Zij namen echter hartelijk afscheid, Winnie
bleef bij de lift staan, totdat die was verdwenen.
Toen Grace beneden in de hal uitstapte, hoorde
zij de stem van een man vragen, of mevrouw
Sherston thuis was, en zog een officier met
ioode onderscheidingstcekens op zijn schou
ders de lift ingaan, toen zij die had verlaten.
Plotseling kwam een toornige blos op haar
gelaat, zij aarzelde een oogenblik cn keek som
ber de omhooggaande lift na. Dc puritcinsche
snaar In hoer gemoed deed hcor grooten weer
zin gevoelen en hoor oprechte genegenheid voor
hoar broer mengde in hoor verontwaardiging
een diep gevoel van smart.
Ze veroordeelde Winnie oogenbükkclijk, en
dc,cd haar onrecht.
Want Perry Butler klopte tevergeefs aan de
gesloten deur op de vijfde verdieping cn moest
ten laatste weer naar beneden gaan, zonder dc
eenzame bewoonster van de kamers te hebben
gezien.
Grace Sherston ging terug naar dc eenzaam
heid van haar kamer in h-g tehuis, bij zichzelf
volkomen overtuigd dat Jack's leven onherroe-
HET LOODSWEZEN EN DE 7AKELIJKE
BEDRIJFSBELASTING.
Een nieuwe '"-'•ssfng zal
worden uitgelokt.
De Hooge Rond heeft in veilend met hot
beroep, ingesteld door de gemeente Vlissingen
tegen het besluit van den Raad van Beroep
voor do directe belastingen te Middelburg,
wonrin de aanslag van het NederInndsche
loodswezen in de zakelijke belasting op het
bedrijf tc Vlissingen werd vernietigd, verwc-
zen, ten eind een nieuwe beslissing tc nemen,
rekening houdende met o'it arrest.
22ste MIDDENSTANDSCONGRES.
Tweede dog.
De voorzittej-, de heer Ed. Schürmonn her
opende Donderdag om 10 uur het congres.
Hij sprak een woord van wplkom tot den Com
missaris der Koningin in de Provincie Drente,
mr. J. Th. Linthoist-Homan, den burgemeester
van Assen, mr. L. Lohman, den vertegenwoor
diger van den Minister van Binnenloodsche
Zaken, mr. I< F. Frederiks, den vooizitter der
Kamer van Koophandel in Drente, oen heer
G. Lunsingh Meyer, den oud-burgeinecster van
I pclijk schipbreuk had geleden door zijn huwe-
I lijk met Winnie Tebbit.
Moor zij vergiste zich zeer.
HOOFDSTUK X.
Het zachte koeltje van April speelde d.en
middag om Jock Sherston, toen hij do kamers
van zijn vrouw verliethij had niets meegeno
men dan zijn ouden rugzok, waarin een stel
onderklceren en ccnige andere noodzakelijke
artikelen waren.
Hij droeg een blauw serge pok; dat aijn ma
gere gestalte nog meer deed uitkomen, en een
ronden hoed, die wat te groot voor hem v/as
en waaronder zijn gezicht heelemaol verdween.
Hij zag er niet naar de laatste mode uit, maar
hij had iets heel achtenswaardigs. In zijn zak
had hij een beurs, waarin acht pond vijftien
shilling zaten, alles dat hem voorloopig vcor
volkomen gebrek moest bewaren. De laatste
scène met Winnie was kort en bitter geweest.
Zij had hem nog eens de beschuldiging voor
die voeten geworpen, dat hij haar met opzet
had bedrogen, ten opzichte van zijn positie cn
middelen, toen zij trouwden.
Ofschoon zij slim en verstandig in sommigd
opzichten was, had haar volkomen gemis aan
kennis betreffende de grootere levensvraagstuk
ken cn de economische omstandigheden der
tijden haar blik bekrompen «en éénzijdig ge
maakt. Zij geloofde bijvoorbeeld niet dat zijn
familie zoo arm was, als hij en zij deden
voorkomen, maar stelde vast, dot zij om do een
of andere, heimelijke reden, armoede vóórga
ven.
(Wordt vervolgd).