Nutsspaarbank Permanent Waving i Er I care: Vera-Koffie-Hu!sko MAISON VAN EIMEREN S.H. MASSA, Havik 41. Tel. 292 m HUMOR UIT HET BUITENLAND. RECLAMES. Van 14 regels f 2.05. elke regel meer 0.50 Zij, die geregeld betalingen van het Rijk ontvangen (Ambtenaren, Gepensioneerden, enz.) kunnen daarvoor kosteloos gebruik maken van de bemiddeling der Spaarbank.Inlichtingen a.h. kantoor: Utrechtschewegl. spgaosi I Haarkundigen I WIJERSSTRAAT14 - TEL. 205 Amersfoort Zie de speciale étalage van ons Nieuwe Décor KUNSTPLATEEL WERK Lage prijzen. Groote sorteering. Aanbevelend: H. BOKKING Jr. Langestraat 80 Tel. 100 Amersfoort. 11>. li. t a.wo| Onze Advocaat onderscheidt zich door haar bijzonder fijnen smaak. Zij heeft iets geheel eigens. U kunt haar herkennon tnsschen vele andere soorten. Wanneer U Uwen gasten onze Advocaat offreert, zullen zij Uw ge lukkige kenze waardeeren. 11 I I I IZtë Buitengewoon geurig. 25 besparing. Vera koffie is van d£ beste kwaliteit en toch het voordeeligst in het gebruik Vera koffie is ook bij Uw winkelier verkrijgbaar. Koopt nog heden een pakje, daar mee kunt U niet bekocht zijn. Diesden, dr. Eberlé met de Duitschc gasten en den \vethouG6r van Amsterdam, een heer De Miranda. Daarop verzocht de heer Schürmann aan Prof, N. J. Polak, icctor-mognificus o'er Nederlandsche Handelshoogeschool zijn inlei ding te willen aanvangen over de taak dcc ge meentebesturen in verband mee de belangen van den middenstand. De taak der Gemeentebesturen in verband met de middenstandsbe- langcn. Bij de nadere omschrijving van zijn onder werp zege deze praeadviseur zich te zul'cn be palen tot de vraag of het de taak van den middenstand is de distributie van alleihar.de artikelen van de geipecnte over te nemen. Spr. wenscht alleen de economische motieven te bezien die uit het oogpunt van algemeen be lang et- toe leiden dat de middenstand zijn distributieve taak naar behooren kan vervullen. Weegt men de belangen van de cene giocp af Tegen die van de andere dan krijgt men geen objeotieven maatstaf en toch moet mot een objectieven maatstaf gemeten worden. Ten einde het algemeen belang niet te schaden. Op eenvoudige wijze is dezo maatstaf te vin den door de kosten van een artikel af te wegen tegenover de opbrengst. Dit werkt spr. vei der uiteen door na te gaan wat men in deze- onder kosten cn opbrengst beeft 'te verstaan. De vraag'is slechts of men door overheids- exploitatie of door middel van het particulier bedrijf een grootere dan wel geringere be- hoeften-bevTediging zal krijgen bij aanwending van het totaal der productieve krochten. Het ligt voor de hand dat de verschillende groepen des volks het niet in alle deelen eens zijn over de wijze van vooitbrenging. De cene groep is van oordeel, dat de winsten ten goede moeten komen aan allen en dat om die reden de over heid de producTic-middclcn moet bcheerschen; de andere groep wenscht dat de winsten ten deel zullen vallen aan hen die het risico van het bedrijf diagen, de ondernemers derhalve en die het vrije bedrijf als hef beste middel beschouwen ,om aan dc behoefte-bevrediging 'te voldoen. De economie, vervolgt spr. hierop, laat zien, dat de prijs van een product neiging heeft 2ich steeds te bewegen op het peil van de kosten van de vervaardiging van het product bij den z.g. grens-producent. Spr. maakt dan duidelijk hoe dc winst niet behoeft te drukken op den prijs van een artikel. Wel kan er een winst zijn die inderdaad op den prijs wordt gelegd, nl. de monopolie-winst. Tot overheids- exp'oilatie leenen zich dan ook de bedrijven, die technisch een monopolie vereischen zooals lichtfabrieken e.d. Bij het nagaan der bedrijven die vooral voot overheids-exploitatie in aan merking komen, vestigt spr. er de aandacht op, dat ook dc overheid niet steeds kan voort gaan met bedrijven aan zich te trekken. Ei komt van zelf een grens en deze wordt reeds zeer spoedig bereikt. Machtsmiddelen plaatsen weliswaar de overheid in een zeer bijzondere positie. Zij kan alle behoeften-bevrediging con- centreeien en daardoor de voordcelen van het grootbedrijf in hooge mate genieten. Toch werkt de overheid in vele gevallen onvoor- deeliger dan de particuliei in hec vrije bedrijf. In dit verband wijst spr. op het niet werken van den prikkel van het eigen belang, dc moeilijkheid om slechte elementen uit overheidsbedrijf 're veiwijderen en de bureau cratie. Dit zijn alle nadeden die aan het over heidsbedrijf kleven en die het in zijn groei belemmeren. Het grootste nadeel is intusschen wel de onzekei'heidsfactor van het bedrijf. Ei kunnen zich op de markt groote schokken cr. schommelingen voordoen die voor het econo misch leven nadeclig zijn. Bij ieder toch be staat do neigirug geen verlies te lijden. Nu kun nen zij die bij de stijging der prijzen op de maakt niet gekocht hebben cn die derhalve geen dure voorraden hebben, de anderen dwin gen met hunne prijzen mee 'te gaan. De enkelingen hebben het dus in hun macht op een of anderen tijd de prijs van een artikel te ï'egelen. Is er echter slechts een enkele ver zorger van het publiek, die dure voorraden heeft, dan wordt de fout die men gemaakt heeft bij het dure inkoopen op de veibruikers verhaald. Voor een monopolistisch bedrijf be staat er dus in deze absoluut geen gevaar. Toe komstige behoeften vooruit Schatten, besluit spi., kan alleen goed 'geschieden door velen, die elk een klein deel van het risico op zich nemen. Spr. heeft dit ter toelichting van zijn con clusie naar voren willen brengen en tevens willen aanvullen het praeadvies van den heeï v. d. Pol met wiens stellingen prof Polak zeide zich geheel te kunnen vereenigen (applaus). Het woord werd hierop verleend aan den piaeadviseur den heer H. H. J. v. d. Pol ter toelichting van zijn praeadvies. Van dit praeadvies namen wij reeds vroeger een resumé op. De heer v. d Pol zeide in zijn toelichting dar h'ij in hoofdstuk II van zijn piaeadvies al leen de hoofdzaken heeft willen behandelen Spr. wil om eventueele opmerkingen te voor komen van te voren zeggen, dat hij hoofdstuk III had kunnen weglaten. Toch zou er z. i. dan een leemte zijn geweest en dit deed het hem gewenscht voorkomen ook de middelen van verweei' in zijn praeadvies aan te igcven. Dit derde hoofdstuk s'uit zich aan aan de Gronin ger motie van 19T7 die hierop neerkomt, zeg: spr., dat politiek buiten den middenstand wc. dt gehouden en dat de belangen van den midden stand in de politiek worden gebrach':. Hierna werd gelegenheid gegeven voor ge dachten wisseling met den inleider en den piae adviseur. De gcdachtenwisseling over - dit onderwerp. De heer Korff, Amsterdam, merkt op, dat do Amstcrdomsche middenstand nooit de tak- tiek van de S. D. A. P. heeft onderschat, doch daar tegen steeds is opgetreden. Tal van voor beelden zijn cr aan te halen waaruit de strijd van den middenstand tegen de S. *D. A. P. blijkt, maar men is niet altijd even gelukkig geweest. Spr. protesteert daarom tegen het geen de heer v. d. Pol in zijn praeadvies over de berusting van den middenstand schrijft. De heer Koopmeiners, Rotterdam, komt op tegen dc bedrijfswinst, die door de overheids bedrijven wordt gemaakt on die als een on rechtvaardige belasting vooral op den midden stand drukt. Spr. dringt er op aan een actie te ontwikkelen voor de verlaging der belas tingen. De heer Haaiman, Breda, houdt een uitvoe rig betoog, waarin hij de conclusie van prof. Polak en van den praeadviseur v. d. Pol be strijdt. Volgens zijn meening hebben dc arbei ders en de middenstand groote gemeenschappe lijke belangen en moet hun gezamenlijke strijd geon tegen het groot kapitaal. De heer Van Someren, Utrecht, vraagt de inleiding van prof. Polak in druk te laten ver schijnen en merkt op, dat door de Ver. van Gasfabrikantcn op de jaarvergadering te Breda besloten is een cokesprijs vast te stellen, die voor alle gasfabrieken hetzelfde is, zulks om te voorkomen dat bij de overproductie aan co kes de prijs zou worden gedrukt. Verder vraagt spr. welke vorm van beheer voor de gemeentebedrijven het meest ge wenscht is. Den heer Mollerus, Haarlem, heeft het ge troffen dat cr door den praeadviseur op gewe zen is, dat gasfabrieken e. d. niet in handen zijn van particulieren. Spr. meent dat er een streven bestaat 'om zulke bedrijven wel te doen exploitecren door het particulier initiatief en hij meent dat zulks in het velleden ook reeds is voorgekomen. Verder wenscht spr. van den praeadviseur te vernemen waar hij een gespecialiseerde reke ning heeft gevonden in de gemeentcbegrooting van de gemeente-winkels cn het gemeentebe drijf als zoodanig. Spr. heeft een dergelijke speciale rekening nog nergens kunnen ont dekken. Wijl prof. Polak niet langer ter vergadering kan blijven werd hem gelegenheid gegeven de sprekers eerst te beantwoorden. Prof. Polak zeide zeer kort te kunnen zijn. Wilde hij den heer Van Someren antwoorden op de beide gestelde vragen dan zou spr. even wel een tweede praeadvies moeten schrijven, want bij de kwestie van den vorm der gemeen tebedrijven heeft men rekening te houden mot tal van factoren. Op deze vragen kan spr. hier derhalve niet ingaan. Den heer De Korff zegt spr. niet juist be grepen te hebben, want wanneer men aan an deren iets verbiedt, als men daartoe de macht heeft, of wanneer men concurrentie onmogelijk maakt, dan is zulks reeds een monopolie. De beweringen van den heer Haaiman wijst spr. af. Tegenstrijdigheid was er in zijn inlei ding niet, maar de heer Haaiman heeft geen goed denkbeeld van hetgeen door spr. werd be toogd. De heer v. d. Sonde, Leiden, kan er zich niet mede vereenigen, dat de Middenstandsbond po litiek zou voeren. De Middenstanders moeten zich wel interesseeren voor politieke vraag stukken, doch als vcreeniging moeten zij zich daarmede niet inlaten De heer Leemhuis, Amsterdam, is van oor deel, dat aan de manier, waarop de midden stand zijn distributie-taak vervult groote na- deelen kleven. Er is een groot aantal dwerg- bedrijven, die economisch werken. De 'Mid denstand moet nagaan of daarin geen verbete- ringk an worden gebracht, opdat de distributie economischer kon geschieden. D'aordoor zou aan de voorstanders van socialisatie dc wind uit de zeilen genomen worden. Spr. dringt er op aan een commissie te benoemen, die tot taak heeft te onderzoeken op welke manier de distributie van goederen zoo economisch moge lijk kan plaats hebben. De heer Van Bommel, 's-Gravcnhage, wijst op het derde hoofdstuk van het proe-odvies van den heer v. d. Pol. Met de daar naar vo ren gebrachte middelen kan spr. zich niet ver- eenigen en het spijt hem, dat dit hoofdstuk aan het prae-odvies is toegevoegd. Op hel politieke terrein moet de organisatie zich niet begeven. Spr. verzoekt aan het bestuur na te gaan, of het thans nog gewenscht is aan de Groninger motie vast tc houden. De prae-adviseur, de heer v. d. Pol, geeft toe -zich in zake de actie van den middenstand te hebben vergist en erkent gaarne, dot dc Amsterdamsche middenstand steeds paraat is geweest. Wat hoofdstuk III van zijn prae-ad vies aangaat kan spr. niet inzien, wat daardoor is misdreven. Naar zijn inzicht moet de mid denstand zich laten gelden op politiek terrein cn heeft de Groninger motie alle reden van bestaan. Spr. weerlegt daarop het verwijt van den heer Stoolman als zou hij niet juist heb ben geciteerd. Dat prof. Oppcnheim een groot voorstander is van de autonomie der gemeen ten was spr. bekend en uit zijn prae-odvies blijkt nergens het tegendeel, maar zulks houdt niet in, dot er zich geen gevallen kunnen voor doen, waarin dc macht der gemeentebesturen te ver gaat. Als conclusie van de gehouden besprekingen noodigde de voorzitter de vergadering uit zich te verklaren voor de handhaving van het vrije bedrijf (algemeer.e iinstemming). Het aanbcstcdingswezcn. De voorzitter dankte de inleiders en de debaters en verleende daarop het woord aan den secretaris den heer L. de Groot ter inlei ding van de rapporten over het aanbestedings wezen. De Nederlandsche Aannemersbond had een brief gezonden, waarin kennis werd gegeven, dat het bestuur verhinderd was de behandeling der rapporten bij te wonen. Verder werd in het schrijven gezegd, dat de rapporten gebaseerd zijn op onjuiste gegevens en dat men het zeer betreuren zou, wanneer de conclusies van den rapporteur werden aangenomen, wijl dit aan een vruchtbare samenwerking tusschen de beide organisaties niet bevorderlijk zou zijn. De rapporteur merkte naar aanleiding van het schrijven van den Nederlandschen Aan nemersbond op, dat daarin wordt aangedron gen op hetzelfde, wat in do conclusies wordt voorgesteld, n.l. het instellen eener commissie die onderzocht op welke wijze een eind kan worden gemaakt aan de fouten van het aanbe stedingswezen. Op dit voorstel volgde een gedachtenwisse- ling, waarbij de gebreken ven het huidige oon- bestedingswezen werden erkend en middelen aangegeven werden om daarin een beteren toe stand te scheppen. Aan het hoofdbestuur van den Middenstands bond werd opgedragen pogingen aan te wenden tot het samenstellen eener commissie uit de be trokken vakgroepen, die met bekwamen spoed voorstellen zal doen tot verbetering der ver houdingen in de aannemerswereld. Door dr. Eberlé, oud-burgemeester van Dres den, werd aan het einde van het congres een rede gehouden over „Kapitalismus, Socialismus und sclfcsttindiger Mittelstand." Spr. ontwikkelde in zijn rede de leer van Marx cn liet voornamelijk uitkramen, dat een stelsel, waarbij alleen het maierieele een rol speelt den mensch cn dc maatschappij niet hoogcr kan opvoeren. De mensch heeft ook geestelijke behoeften die om bevrediging vra gen. Spr. verklaarde welke groote beteekenis een krachtige middenstand nog altijd heeft voor de maatschappij. Hij prees ons land gelukkig om het bezit van een krachtigcn middenstand, wijl deze in andere landen steeds achteruit gaat en wenschto onze middenstandsorganisaties een toenemenden bloei toe. De voorzitter dankte dr. Eberlé en allen, die hadden bijgedragen tot het slagen van dit con gres, in het bijzonder de Asser Handelsvereeni- ging. Het congres werd hierop gesloten. HAAGSCHE GEMEENTELIJKE BIOSCOOP COMMISSIE. Het jaarverslag dier commissie. Verschenen is het jaarverslag der ge meentelijks Bioscoopcommissie te 's-Gravcn- hage over het jaar 1924, waaraan het volgen de ontleend is: Het ledental bedroeg op het einde van het verslagjaar 82. Dank wordt gebracht aan de afgetreden leden en aan de nagedachtenis van het overleden lid L. Morel. In het bestuur kwam geen verandering. Wederom lieten alle hier gevestigde bioscoop-directeuren in dit jaar hun programma's door de commissie keuren; slechts heel zelden werd een program ma niet ter keuring aangeboden. Het percentage geschikt en toelaatbaar is voor 1924 53%-; ongeschikt cn ontoelaatbaar 9% en ongeschikt en toelaatbaar 38%. Deze getallen waren voor 1922 15%, 44% on 41%; voor 1923 10'/2 48«/2 41%. Over het jaar 1924 werden in totaal 2044 films gekeurd; van dit aantal zyn 90 onge schikt en ontoelaatbaar bevonden, 374 onge schikt en toelaatbaar en 1580 geschikt en toe laatbaar. v Het aantal meters film, gekeurd door de commissie, bedraagt voor do eerste groep 110.112, voor de tweede groep 482.745 en voor de derde groep 664.419. Totaal werden 1257.276 meter gekeurd. In totaal werden 218 coupures noodig ge oordeeld. Een groot kwantum speelfilms is goedge keurd. De oorzaak hiervan moet gelegen zyn in: le. het ernstig streven van de bioscoop-di recties om een betere soort speelfilm uit te brengen en 2e het minder streng keuren van de commissie. In het geheel zyn 573 keuringen verricht; in het afgcloopen jaar werd slechts éénmaal gebruik gemaakt van het instituut van hoo ge r beroep of wel dc keuring in pleno. Dit geschiedde bij dc film „De Tien Gebo den". Deze film werd by dc keuring in eerste instantie dooi* do sub-commissie met algemcc- ne stemmen geschikt en toelaatbaar gekeurd. Voor de film werd herkeuring aangevraagd en de herkeuringscommissie beoordeelde de film met algemcene stemmen ongeschikt en ontoe laatbaar. Hierop volgde dc keuring in pleno, waarbij de film ongeschikt en ontoelaatbaar werd verklaard. De burgemeester, die daarna zelf de film zag, besloot die toelaatbaar te verklaren. In 30 gevallen werd herkeuring ge vraagd, in 16 gevallen werd beslist ten gun ste van den in beroep gaande directeur, in 14 gevallen ton gunsto van de sub-commissie. De gezamenlijke kosten over 1924 bedragen ongeveer 2050, zoodat bij een raming vim 2500 nog een batig slot ven 450 blijft. PHILIPS' GLOEILAMPENÏNDUSTRIE. Bekroond tc Warschau. De directie van de Philips' gloeilampenfa brieken te Eindho^n heeft van onze legatie uit Warschau bericht ontvangen, dat op de ten toonstelling, die van 1216 Juli te Warschau werd gehouden ter gelegenheid van het Poolsch medisch congres, de hoogste onderscheiding werd toegekend aan de Philips gloeilampenfa brieken te Eindhoven voor de metallix röntgen- buis, waarmee een volledige bescherming van den operateur wordt verkregen. Meisje „Wat een hemelschc jazz laten we gaan dansen I" Jongmensch „Dat is geen jazz, de kellner liet ons diner vallen." (Judge.) Bezoeker„Ben je den Niji ocê weest üuwe opschepper„En of. meneer Wat een uitzicht hè je daar boven op den top." (Passing Show.) Eerste jonge dame „Je had hem niet moe ten voorstellen, hier naar toe te gaan. Ik geloof niet dat dit een stuk voor grootvader is." Tweede jonge dame „0, 't zal hem geen kwaad doen. lïij is te oud om het te begrijpen." (Punch.) Mevrouw ('smiddags om half vijf): „Wat naar, dat je nu juist de theepot moest breken 't ènd dan nog beter de koffiepot kunnen zijn." Dienstmeisje „0, da's in orde, mevrouw die hè 'k ook gebroken.' (Passing Show.) Vrouw (onverwacht bezoek aan het kantoor brengend)Je zei mc, Henry, dat je nieuwe typiste een ouwe juffrouw was. Henry (in de war geraakt)Dat is ook zoo, lieve, maar vandaag is ze ziek en ze heeft bonr kleindochter voor haar in do plaats ge stuurd. - ILondon (Jpiniopi- J. „Ik wou een kleine mascotte voor m n auhj hebben. Heeft u hier ook zulke dingen 7" 7 .jZekerj mevrouw. Meneor Simeon, komt) ju even.".. jPunoh,)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 6