AMERSFOORTSCH DAGBLAD ..de eemlander"zalerdiig 25ju!i 1925
24e Jaargang
No. 22
Mode.
Ik denk, dot de oorzaak ligt in den langen
duur van de koudeperiode dit jaar, maar het
is gek zooveel wollen zomergoed ais wij zien
drogen. Wollen mantels, wollen scarfs, wollen
of tricot mantelcostuums, gebreide jurken en
jumpers, ja, zefs wollen hoedjes I lk heb eens
een dame ontmoet, die kleedde zich extra dik
als de musschen van het dak vielen door de
hitte I En wat nog het gekste waszij zog
er niets warm uit 1 Zij had de zonnestralen
buiten gesloten, net als iemand, die zijn ramen
en blinden sluit op het uur, dat de zon aan
dien kant van zijn huis staat f Dus eigenlijk is
het zoo dwaas nog niet. Maar ik vind het
toch véél leuker om fleurige, luchtige, lichte
zomertoiletjes te zien, dan die dikke, witte,
wollen dingen. Want, nu de zomer er einde
lijk is, verdwijnen de dikkerts toch niet En
de étalages der groote moderne mogazijnen
liggen er ook nog steeds mee vol. Er zijn wel
aardige costuums tusschen. Vooral de witte,
waar een paar gekleurde horizontale strepen
door zijn geweven, kunnen vlot en aardig
staan. Ook maken sommige menschen leuke
combinaties tusschen japon, scarf en hoed.
En heel geestig staat het, wanneer er naast
de mooie Moeder dan ccn leuk miniatuurtje
loopt, dot ook een jurkje heeft van hetzelfde.
Maar zoo iets gaat wèl gauw vervelendus
het is ook al weer een luxe, die alleen z ij
zich kunnen permitteeren, die van een zeer
uitgebreide garderobe zijn voorzien I
Over die scarf mag ik het nog wel even af
zonderlijk hebben, want zonder scarf kan geen
moderne vrouw bestaan 11
Zij zijn bij voorkeur van crêpe de chine of
soepele zijdevooral niet van wol of an
dere dikke stof. Hoe soepeler en dunner, des
te lieverdesnoods slingert u hem dan drie-,
viermaal om uw hols. Je kunt er eindeloos
veel variaties mee bedenken rondom den hols
en eindigend met een gewonen, rechten zee
mansknoop ééns om den hals en van voren
met een apache-lus afgewerkteen paar maal
om den hals en 2 losse einden over de schou
ders dat is bijv. zéér geschikt voor een jong
meisje, dat veel fietst. Het staat vlot. Er zijn
ook mennschen, die hem om den bo] van haar
hoed draaien en dan als „brides" om den hals
strikken, 't Kon een snoezig plaatje zijn, maar
wij z ij n nu eenmaal geen plaatjes, doch le
vende menschen, en dan lijkt me zoo'n „opzet-
teugel" bepaald hinderlijk.
De meeste scans zijn tegenwoordig in be
drukte dessinsgebatikt is natuurlijk het al
lermooist maar kostbaar - Leuk staat het,
wanneer de scarf juist in tegenovergestelde
kleurencombinatie van de jurk en het hoedje
is, en dan toch met dezelfde teekening: Griek-
sche rand, cirkels, strepen, ruiten, Turksche
letters of wat dan ook is getooid. Wij zien
tegenwoordig veel effen scarfs, met alleen
aan de beide uiteinden een gedrukt patroon.
Zachte tinten moeten zij hebben als fond
zandkleur, mauve, heel teer kanariegeel, sau-
mon, café-au-lait, zeegroen, bleekblauw mist-
grijs, waarop de dessin dan fel mag afsteken.
Heel aardig is ook de combinatie wit of
zwart met rood. Hoe hoekiger en ingewik
kelder figuur dan met de roode lijnen is ge-
teekend, des te origineeler.
Verrassende effecten kunt u ook met zelf
verven hierbij bereiken. Dan komen er pracht-
kleurcn te voorschijn. Pas alleen maar op, dat
het niet bij uw jurk vloekt.
Een buitengewone charme hebben de Spoan-
sche sjaals. Zij waren verleden jaar reeds en
vogue in Parijs en druppelen nu door naar
Holland. Prachtstukken zijn het van zijde of
crêpe de chine, afgewerkt met een met de
hand geknoopte wel 25 cM. lange franjeik
heb er laatst een gezien, waarvan de franje
meer dan een halven Meter lang wasmaar
deze kunstig geknoopte afwerking was dan ook
de eenige tooi. De sjaal zelf was van effen
kerskleurige zijde. Dikwijls worden deze sou
venirs uit Grootjes tijd met groote zwarte
rozen geborduurddie bloemen moeten dan
in de hoeken vallende doek wordt dubbel-
geslogen, niet precies op de helft, maar zóó,
dat één punt veel lager hangt dan de andere
en dan om de schouders geschikt. Het is een
zeer bekoorlijke dracht voor elegante vrouwen
en nog lekker warm bovendien.
Sommige sjaals zijn driehoekige lappen; die
draagt men dus enkelde vierkante daaren
tegen moeten in driehoek gevouwen worden.
En als deze dracht u verveelt, dan gebruikt u
ze óf als kleed over den vleugel, den divan,
als kussenovertrek, óf wat u maar wilt.
Nu spring ik even van den hak op den tak,
maar ik zag daar juist zoo'n leuke tennisjurk 1
Het was een wit waschzijden kostuum, dat be
stond uit een gewone rechte japon met heel
korte mouwtjes en een blooten hals met kraag
je. Van voren waren over de borst een dozijn
kleine parelknoopjes gehecht. Een ceintuur
sloot om de heupen. De rok, die gewoon kort
was, ging aan weerszijden open met een vijf
tal knoopen tot aan de ceintuur en daaronder
kwam dan een plooirokje van witte zijde te
voorschijn, waardoor de speelster goed haar
beenen kon uitslaan en er toch, als de over-
rok gesloten was. zeer modern gekleed uitzag.
Ik vond dat een hoogst eenvoudige, maar zeer
practische oplossing van een lastig probleem.
DE POLITIEKE CRISIS.
Er wordt gefantaseerd en de heer
Colijn confereert.
Dc geruchten over het nieuwe kabinet hou
den aan, zoo schrijft de Telegraaf. Namen
worden genoemd, gissingen gemaakt Sommi
ge bladen hebben zelfs het heele ministerie
reeds „voor elkaar" Als de heer Colijn al deze
berichten leest, zal hij ongetwijfeld wel eens
hartelijk moeten lachen over de fantasie, die
dezer dagen wordt tentoongespreid Want,
zooals wij onlangs reeds hebben gemeld, de
reohtscho Kamerfracties waren het deze week
nog niet geheel en al eens over het werkpro
gram van den heer Colijn. Eerst als de ver
schilpunten uit den weg zijn geruimd cn
daaraan behoeft niet te worden getwijfeld
kon de kabinetsformateur personen uitnoodi-
gen om in zijn ministerie te willen zitting ne
men. Dat is op zijn vlugst morgen (Zaterdag),
aangezien de R.K. Kamerfractie heden nog
vergadert.
Dat van het oude ministerie verschillende
ministers zullen aanblijven en dat de heeren
De Geer, Kooien en Rutgers van het
nieuwe deel zouden uitmaken, werd vóór de
crisis reeds als een voldongen feit in politieke
kringen aangenomen, evenals de samensmel
ting van de departementen van Oorlog en Ma
rine, tot dat van Defensie en de samenvoeging
van „Onderwijs" bij „Binnenlandsche Zaken",
alsmede „Landbouw" bij „Arbeid".
Of de heer Colijn hiertoe zal overgaan,
hangt mede af van de adviezen der rechtsche
Kamerfracties en deze zijn, gelijk gemeld, nog
niet gereed gekomen met de besprekingen. Al
le berichtén zijn dus vooralsnog voorbarig te
noemen.
De heer Colijn, bekend om zijn groote werk
kracht, verlaat overdag zijn departement aan
den Kneuterdijk bijna niet. Voor particulieren
is het thans bijna ondoenlijk tot hem door te
dringen. De kabinetsformateur is den ganschen
dag bezet met conferenties en besprekingen.
Wil men het nieuwe ministerie leeren ken
nen, men stelle zich op aan den Kneuterdijk en
sla nauwlettend gade, wie de trappen van het
Departement van Financiën op en af gaan.
Misschien, dat hij er dan achter komt.
Einde volgende week zal het
kabinet bekend zijn.
Vandaag vergadert de Christelijk-Historische
Kamerfractie te Utrecht. Naar alle waarschijn
lijkheid zal ook zij het ontwerp-regeerings-
progrom aanvaarden. Aangenomen wordt, al
dus de N. R. Ct., dat tegen het einde der vol
gende week de samenstelling van het nieuwe
ministerie bekend zal worden. Deze zal, zoowel
ten aanzien van de personen als van dc verdee
ling van de functies, inderdaad, zooals wij reeds
mogelijk achtten, enkele afwijkingen vertoonen
van de onlangs door ons gepubliceerde namen.
Met allerlei factoren diende nader rekening te
worden gehoudeno.a. moest een te groot
numeriek overwicht van de vertegenwoordigers
der eene fractie tegenover die der andere wor
den voorkomen. Aan samenvoeging van de
twee militaire departementen is, en wordt wel
licht nog, ernstig gedachthet heet, dat de
portefeuille van landsverdediging aangeboden
is aan den katholieken generaal De Quay, doch
hieromtrent konden wij uit goede bron geen
inlichtingen krijgen.
Het departement van onderwijs.
Het dagelijksch bestuur van den bond ter
behartiging van de belangen van Het Kind heeft
gisteren het volgende telegram aan minister
Colijn gezonden
„Dagelijksch bestuur Bond ter behartiging
van de belangen van het Kind, zijnde een fede
ratie van 34 vereenigingen werkzaam op ge
bied van onderwijs en opvoeding, kennis ge
nomen hebbende van uw voornemen, het
departement van onderwijs, kunsten en weten
schappen als zelfstandig ministerie op te hef
fen, verzoekt uwe excellentie dringend, daar
aan in het belang van het Nederlandsche volk
geen uitvoering te geven.
Wederom eenige namen.
Het Handelsblad schrijft
Ofschoon de besprekingen met de perse nen
over de bezetting der departementen uit den
aard der zaak tot wijzigingen aanleiding kun
nen geven, meenen wij, op grond onzer inlich
tingen in politieke kringen, do volgende hee
ren te mogen noemen voor de achter hunne
namen geplaatste departementenColijn, mi
nister-president, defensie (met een directeur-
generaal voor dc landmacht en een directeur-
generaal voor de marine); jhr. De Geer, finan
ciën, Kooien, justitie; Rutgers, binnenlandsche
zaken (verecnigd met het departement van on
derwijs); Lovirik, landbouw; Van Lijnden van
Sandenburg (de oud-Commissaris der Koningin
in Utrecht, buitenlandsche zaken; Bongocrts,
watrestaat.
Wij herhalen, dat wijzigingen intusschen zeer
wel mogelijk zijn. Nu de kabinetsformateur
eenmaal zoover is, dat omtrent zijn program
eensgezindheid bestaat tusschen de partijen,
mag zijn kabinet niet afspringen op ambities
van personen. Wij bedoelen daarmede, dat de
formateur zelf zeer wel een onder departement
zou kunnen aanvaarden, indien de verdeeling
van werkzaamheden tusschen de uitgenoodigde
personen dit wensohclijk zou maken.
DE PENSIOENREGELING VOOR DE
SPOORWEGAMBTENAREN.
De tekst der wet.
Wij laten hieronder volgen de belangrijkste
bepalingen der thans in het Staatsblad ge
publiceerde Wet betieffende pensioenregeling
voor dc spoorwegambtenaren en hun weduwen
cn weezen
Er bestaat een spoorwegpensioenfonds, in
de wet kortweg1 aangeduid met „het fonds",
dat rechtspeisoonlijkheid heeft Ten laste van
het fonds wordt pensioen verleend aan spoor
wegambtenaren cn aan hun weduwen en wee
zen.
Onder gepensionneerde spoorwegambtena
ren worden verstaan:
a. zij, die reeds vóór het tijdstip van het
in werking teden deze wet in het genot waren
won pensioen ten taste ran ht Pensiocnfonok
S.S., H.U.S.M., Ned. Cent. Spoorw. Mij of
N B.D.S.-Mij.
b. me; of na het tijdstip van het in wer
king treden van deze wet ontslagen spoorweg
ambtenaren, die pensioen ontvangen ten lasto
van hef fonds.
De toepassing dezer wet, met inbegrip van
het geldelijk beheer van het fonds, berust bij
de directie van de S.S. en van de H.D.S.M.,
bijgestaan door een commissie van bijstond cn
onder toezicht van den minister van Wotei-
stoat en van Financiën. Deze laatste commis
sie bestaat uit 5 leden, te benoemen door den
min. van Waterstaat uit de spoorwegambte
naren of de gep. spoorwegambtenaren
De wedde en de
grondslag.
pensi oen-
De wet verstaat onder „wedde" de aan een
betrekking vost verbonden inkomsten, waar
onder ook het genot var* vrij wonen cn vort
andei'e dergelijke emolumenten.
De directie bepaalt, de commissie van bij-
Stand gehoord, tot welke vaste bedragen in
komsten van wisselend bedrag herleid worden.
Bij elke verandering in de wedde woi'dt de pen
sioengrondslag opnieuw vastgesteld.
Do middelen tot dekking der
pensioenen.
De S.S. en de H.IJ.S.M. zijn jaarlijks een
bijdrage aan het fonds verschuldigd, ten be-
diege van
a. voor het spoorwegambtenarenpensiocn
10 pCt. van de gezamenlijke grondslagen op
1 Augustus der op dac tijdstip in hoor dienst
zijnde spoor wegobtenaicn
b. voor het weduwen- en weezenpensioen
5% pCt von de gezamenlijke grondslagen der
spoorwegambtenaren in haar dienst op even-
genoemden dag.
De sub A verschuldigde bijdragen kunnen
tot ten hoogste 3 pCt. van den pensioengrond
slag, op de betrokken spoorwegambtenaren
worofen verhaald. Dit geschiedt echter niet
don krachtens door den minister van Water
staat genomen besluit
De als inkoopsom te betalen bijdrage be
loopt een tarief, dat wordt vastgesteld door do
ministers van Waterstaat en van Financiën.
Von de bijdrage kon ten hoogste de helft
op den belanghebbende worden verhaald door
inhouding von diens wedde als spoorweg
ambtenaar of diens pensioen of wachtgeld nis
oud-spooi wegambtenaar. De inhouding ge
schiedt tien achtereenvolgende jaren, "telken
male voor een tiende gedeelte.
HJet pensioen der spoorweg
ambtenaren.
Behoudens het bepaalde in lid 5 heeft do
spoorwegambtenaar na zijn ontslag recht op
pensioen, indien hij op het tijdstip van ingang
van het ontslag
a. den leeftijd van 65 jaren heeft bereikt
(ouderdomspensioen).
b. den leeftijd van 55 jaren heefv bereikt,
en hem niet op eigen verzoek eeivol ontslag
is verleend uit een door der* minister van Wa
terstaat, do directie en de commissie van bij
stand gehoord, aangewezen betrekkingen, tei-
wijl hij een diensttijd van ten minste 10 jaren
in één of meer dier betrekkingen kan doen
medetellen (vervroegd oudeidomspensioen)
c. buiten de gevallen, sub d bedoeld, uit
hoofde van ziekten of gebreken ongeschikt is
verklaard voor de verdere waarneming von
zijn betrekking (invaliditeitspensioen)
<L uit hoofde van ziekten of gebreken on
geschikt is verklaaid voor de verdero waar
neming van zijn betrekking, wanneer die ziek
ten of gebreken het rechtstreeksch gevolg zijn
oer uitoefening van zijn dienst, doch niet aan
zijn schuld of onvoorzichtigheid zijn te wijten
(verhoogd invaliditeitspensioen).
Een ambtenaar, aan wien niet op eigen ver
zoek eervol ontslag wordt verleend, of een
ambtenaar, die na een diensttijd van ten min
ste 15 jaren, hetzij op eigen verzoek, hetzij
niet eervol wordt ontslagen, verkrijgt, indien hij
niet later als ambtenaar wordt herplaatst, recht
op pensier.wanneer hij den leefijd van 65 ja
ren heeft bereikt of uit hoofde van ziekten of
gebreken ongeschikt is geworden voor het ver
vullen van de betrekking, waaruit hij als spoor
wegambtenaar werd ontslagen (uitgesteld pen
sioen).
Er bestaat geen recht op een pensioen wan
neer de ambtenaar niet ten minste een dienst
tijd van 7 jaar, respectievelijk tien jaar kan
doen meetellen, terwijl de ambtenaar boven
dien ten minste vijf jaar werkelijk dienst moet
hebben gedaan.
Het pensioen bedraagt voor elk jaar in aan
merking komenden dienst 1.75 pet. van de mid"
delsom der pensioengrondslagen, met dien
verstande, dat het invaliditeitspensioen niet
minder dan 30 pet. van die som zal bedragen
en het pensioen niet 70 pet. van die som zal
overschrijden. Als middelsom der pensioen
grondslagen geldt het jaarlijksche gemiddelde
van de gezamenlijke grondslagen der laatste
3 jaren van den voor pensioen g^ldigen dienst
tijd.
Het pensioen overschrijdt niet een bedrag
van 4000 gulden.
Als diensttijd geldt mede de tijd op wacht
geld doorgebracht.
De tijd, met verlof, anders dan wegens ziek
te, of verplichten militairen dienst doorgebracht,
wordt alleen dan als diensttijd beschouwd, als
het verlof .tiet meer don een jaar heeft ge
duurd.
Een ambtenaar kan zich, naar nader te be
palen regelen, het recht verzekeren op een ver
hooging van het pensioen, met uitzondering
van dot wegens invaliditeit Zij bedraagt ten
hoogste 50 pet van het in het eerste lid be
doelde pensioen.
Voor hem, die recht heeft op pensioen en
op wachtgeld, wordt het pensioen tijdens den
duur van het wachtgeld verminderd met het
bedrog daarvan.
Voor een spoorwegambtenaar, die uit hoofde
van door een hem overkomen ongeval recht
heeft op pensioen en tevens ongevallenrente of
uitkeering, overschrijdt het gezamenlijk bedrag
dier inkomsten het pensioen met ten hoogste
20 pet. van de middelsom en wordt het pen
sioen met het voor het in acht nemen dezer
grens vereischte bedrag verminderd. Ieder pen
sioen wordt naar boven m guldens afgerond.
Het pensioen der weduwen cn
weczcn.
Recht op wcluwcnpcnsioen heeft de weduwe
van een ambtenaar, tenzij het huwelijk was ge
sloten, nadat hij den leeftijd van 65 jaar had
bereikt of nadat hij was ontslagen.
Recht op weezenpensioen hebben i
a. Do minderjarige wettige of gewettigde
kinderen van een overleden mannelijk ambte
naar, tenzij zij geboren zijn uit een huwelijk,
gesloten nadat hun vader den leeftijd van 65
jaar had bereikt of tenzij zij na dot tijrstip
gewettigd zijn.
b. De minderjarige wettige of gewettigde
kinderen van een overleden gepensioneerd man
nelijk ambtenaar, tenzij zij geboren zijn uit een
huwelijk gesloten nadat hun voder was ontsla
gen of nadat hij den leeftijd van 65 jaar had
bereikt.
of tenzij zij na dat tijdstip gewettigd zijn.
Naar regelen door den Minister van Water
staat vost te stellen, kunnen pleegkinderen ge
lijkgesteld worden met wettige of gewettigde
kinderen.
Bovendien hebben recht op weezenpensioen:
o. De minderjorige wettige of gewettigde
kinderen van een overleden vrouwelijke ambte
naar
b. de minderjarige wettige of gewettigde
kinderen van een overleden vrouwelijke ambte
naar, tenzij zij geboren zijn uit een huwelijk
gesloten nadat hun moeder was ontslagen of
tenzij zij na dat tijdstip gewettigd zijn.
Ht weduwenpensioen wordt betaald over den
lootsten pensioengrondslag van den overleden
echtgenoot. Het weduwenpensioen bedraagt 50
pet. van de eerste 2000 gulden en 40 pet. van
het overige bedrag van den pensioengrondslag,
bedoeld in het eerste Kd.
Het weduwenpensioen zal echter in geen ge
val minder bedrogen don 50 pet. van de eerste
2000 gulden cn 40 pet. van het overige be
drag der middelsonu
Het weezenpensioen bedroagt
a. 10 pet. von de bedrogen in het tweede
cn derde lid bedoeld, voor elk kind welks
moeder aan het overlijden van den vader aan
spraak op pensioen ontleend
b. 20 pet. van de bedragen in het tweede
cn derde lid bedoeld voor elk onder kind.
Het weduwenpensioen en het weezenpensioen
wordt ten hoogste over een grondslag von
3000 gulden berekend.
Het (gezamenlijk bediog aan weduwen en
weezenpensioen of aan weezenpensioen gaat
80 pet. van het bedrag, waarover deze pen
sioenen zijn berekend, niet \e boven.
DE PRODUCTIE VAN GEDISTILLEERD.
Het rapport der betrokken
Staatscommissie is verschenen.
Verschenen is het rapport van de bij
Kon. besluit van 6 Maart 1010 ingestelde
Staatscommissie in zake Gedistilleerd-Pro
ductie (welke commissie ten onrechte wel
eens als „Droogleggingscommissie" werd
aangekondigd).
De commissie is op 20 Maart 1919 haar
werkzaamheden aangevangen en heeft het
resultaat daarvan neergelegd in een ruim
120 pagina's druks omvattend rapport.
Wat den inhoud en de formuleering van
de opdracht betreft, hield naar het gevoelen
van een deel der commissieleden de op
dracht in, to onderzoeken of beperking van
productio inderdaad geacht mag worden te
zijn een middel tot bestrijding van het alco
holisme (waarbij diende te worden vastge-
steil wat „alcoholisme" bcteekent) cn of be
perking van productie mogelijk is, zonder
dc industrie te knakken. Hiertegenover stond
het gevoelen van een ander deel der com
missie, dat volgens de opdracht als vast
staande kon worden aangenomen dat het al
coholisme er is, dus buiten liet onderzoek
der commissie viel, doch dat deze zich en
kel had te bemoeien met de vraag of het mo
gelijk zal zijn, het branders-, distillateurs- en
likcurstokcrsbedrijf een zoodanige richting
to geven dat, zonder dit bedrijf onmogclij'
te maken, aan de productie van consumptie
alcohol een einde wordt gemaakt, eventueel
aanmerkelijke beperkingen worden opge
legd.
Blijkens het antwoord op dc gevraagde in
lichting aan den Minister van Binnenland
sche Zaken was laatstgenoemde opvatting
de juiste.
Dc productie van consumptie-gedistilleerd
beperken, zonder de daarbij betrokken in
dustrie te knakken, eischte, naar het oor
deel der commissie, dat men de draagkracht
dier industrie zou kennen, opdat geweten
zou kunnen worden, tot hoever de beperking
zou kunnen worden doorgevoerd, alvorens
van knakken sprake zou kunnen zijn. Daar
om was het niet voldoende, den omvang en
de draagkracht der industrie als geheel to
kennen, doch moesten deze zeker van ieder
bedrijf afzonderlijk bekend zijn.
In velerlei richting heeft de commissie
getracht, zich daarvoor de benoodigde gege
vens te verschaffen doch steeds weer bleek,
dat dit niet mogelijk was.
Eenige pogingen om van de zijde der be
trokken industrieën feitelijke gegevens te
verkrijgen, mislukten eveneens. Eenerzijds
doordat bij de ingestelde enquête deels meer
persoonlijke indrukken werden verkregen
dan feitelijke gegevens, deels de verklari
gen der gehoorden op verschillende punte
met elkaar in tegenspraak waren, cn ze.
een dergenen, die cijfers hadden verstrekt,
later verklaarde dat de voorkomende calcu
laties meer gebaseerd zijn op cijfers, die als
voorbeeld werden gekozen dan wel op reëele
cijfers en getallen. Anderzijds mislukte een
nieuwe pogingen in die richting, waarbij niet
medewerking va betrokken industricelcn,
boekenonderzoek «.ou plaats vinden, doordat
ten slotte dit onderzoek door hen geweigerd
werd, omdat de Staatscommissie had ge
meend, de voorwaarde van die zijde, dat de
Staatscommissie zich eerst zou uitspreken
ten gunste van schadevergoeding voor even-
tueele vermindering van de commercieele
waarde der bedrijven op den basis van ont
eigening ten algemeenen nutte te moeten
afwijzen.
Eindelijk stonden wettelijke bepalingen
in den weg om de commissie de cijfers en
gegevens te verschaffen, welke op dit stuk
uit anderen hoofde aan sommige overheids
organen bekend waren.
Slechts een parlementaire enquêto bleef
over, doch zeer grooto bezwaren weerhiel
den van het uitlokken van con voorstel
daartoo
Er is naar'gestreefd, oen bedrijfsregeling
to ontwerpon die do mogolijkhcid zou schep
pen dat industrie on handel automatisch
compensatie zouden verkrijgen.
In grooto lijnen komt de Bedrijfsregeling
op hot volgondo neer:
„Do totale consumptio van In het binnen
land geproduceerd of ingevoerd gedistilleerd
wordt binnen bcpaaldo grenzen gehouden,
wclko grenzen voor oen periode van vijf jaar
tol kens worden vastgesteld.
Zoo mogelijk wordt icdoro volgende grens
nauwer getrokken dan do vorige.
Een Commissio van Toezicht, zoodanig
samengesteld dat beido meer genoomdo groe
pen met vertrouwen hot advies dier commis.
sie aanvaarden, adviseert omtrent die vast
to stellen grenzen.
Ten einde consumptio cn productio (voor
binnenlandsch gobruik) binnen deze grenzen
to houden, moet het gehcclo bedrijf en
niet enkel zooals tot dusverre do kleinhan
del in sterkon drank kunnen worden ge-
contractoord, waardoor hot gehcclo bedrijf
onder do wet komt.
Voor ieder der bedrijfsgenooten wordt hot
quantum bepaald, dat door hun gofabri-
ceerd, resp. ingekocht cn verkocht, mag
worden.
Deze vaststelling geschiedt door gemelde
Commissie van Tqezicht op voorstel van den
Centralén Rund, waarin do Overheid verte
genwoordigd is door een door do Kroon be
noemden, buiten do belanghebbende krin«
gen staanden Voorzitter.
In den Ccntralcn Raad zijn de verschil
lende bedrijfstakken vertegenwoordigd.
Do inwendige regeling van het bedrijf ge
schiedt door dezen Raad, dio o.m. ook do
bevoegdheid heeft, de verkoopsvoorwaarden
waartoo naast regelen die misbruik zooveel
mogelijk tegengaan, ook dc prijsregeling bc*
hoort, vast te stellen.
Deze prijsregeling maakt het eenerzijds
mogelijk dat do bedrijfsgenooten in staat
zullen zijn, compensutie tc vinden voor do
waardevermindering van hun bedrijf als ge
volg van de inperking der consumptie, ter
wijl aan den anderen kant dc kosten dezer
regeling daardoor kunnen afgewenteld wor
den op het bedrijf zelf.
Productio en verkoop voor export vallen
niet onder dezo regeling."
Dc branders (fabrikanten van moutwijn
cn spiritus) zijn overeenkomstig hun blijk
baar eenparigen wcnsch bulten dezo roge-
ling gelaten. Voor het welslagen der rege
ling levert dit goenerlei bezwaar op. Zij blij
ven daardoor buiten de voordeelen dezer
Bedrijfsregeling. In dc desbetreffende bespre
kingen verzochten do branders, als compen
satie voor dc vermindering van debiet wel
ke uit de voorgestelde regeling zal volgen,
aan de Staatscommissie, voor ben een uit-
voerpremie te bepleiten, alsmede verlaging
van het invoerrecht op het buitenlandsche
gedistilleerd. De Staatscommissie meent
echter dat dit gaat buiten haar bevoegdheid
cn volstaat dan ook met enkel de vermolding
van deze wenschen.
Naar het oordeel van dc groote meerder
heid der leden kan met het ontworpen stel
sel bereikt worden, wat mot de opdracht be
doeld was, n.I. ccn zoodanige regeling van
drankhandel en -productie dat deze beperkt
worden zonder dat handel en industrie wor
den geknakt, daar de prijsregeling compen
satie biedt voor dc beperking van het bedrijf.
Ten slotte vestigt de Staatscommissie do
aandacht op eenige voor de hand liggende
voordcelen van het ontwerpen stelsel:
a. De clandestiene handel in gedistilleerd
wordt althans als dc prikkol tot accijns
ontduiking niet meer zoo sterk is als thans,
zoo goed als onmogelijk gemaakt.
1). De noodzakelijkheid om door rcclamo
te trachten zijn omzet tc vergrooten, is ver
vallen.
c. De uitschakeling van' het particulier
belang bij grootcren omzet zal als vanzelf
de verhouding tusschen de nuchterheidsbe
weging en den drankhandel verbeteren en
daardoor de nuchterheidsbeweging ten goe
de komen.
d. Deze geheel zakelijke regeling van het
drankhandelbedrijf zul blijken, een groote
ethische betcckenis te hebben.
e. Zonder dat het 's lands geldmiddelen
iets kost, wordt het drankbedrijf schadeloos
gesteld voor de beperking van het debiet.
Het verslag van dc Staatscommissie bevat
verder ccn Toelichting bij het Bedrijfsrege
ling-ontwerp.
Daarin wordt nog o.m. uiteengezet, dat
voor iederen distillateur en grossier overeen
komstig dc eischen van zijn bedrijf een ma
ximum-voorraad wordt vastgesteld, en dat
voor iedcrcn vergunninghouder op grond
van zijn inkoopen van distillateurs en gros
siers in het basisjaar het aandeel wordt be
paald hetwelk door hen van distillateurs of
vergunninghouders mag worden betrokken.
Do Centrale Raad bestaat uit 2 leden, aan
te wijzen door de bedrijfsgroep der branders,
4 door die der distillateurs, 2 door die der
grossiers, cn 6 door die der vergunninghou
ders. De benoeming geschiedt voor 5 jaar;
aftredenden zijn herbenoembaar. Do voorzit
ter wordt benoemd door de Kroon, en mag
geen lid zijn van een der bedrijfsgroepen.
De Centrale Raad vergadert in het open
baar. Nadere regelen worden gesteld bij Al-
gem. Maatregel van Bestuur.
De Commissie van Toezicht bestaat uit 3
leden, te benoemen door dc Kroon die tevens
een hunner als voorzitter aanwijst. De kos
ten dezer commissie worden door het Rijk
gedragen. Nadere regelen ook hier tc stel
len bij Alg. Maatr. van Bestuur.
De Kroon bepaalt het vijfjaarlijkse!* maxi
mum, als boven bedoeld.
In een Algemeen Overzicht van de Han
delingen der Staatscommissie zet deze de
door haar gevolgde werkwijze uiteen en doet-
ze mededeelingen betreffende het werk van
de sub-commissies, o.m. in zake den invloed
dien de ontwerp-regeling zou hebben op de
bij het bedrijf betrokken en de daarmede in
verband staande bedrijven.
In de eindstemming werd met algemeene
stemmen, op die van den hoer P. II. van
Groningen na, die tc kennen gaf, Jn een af-