AMERSFOORTSCH DAGBLAD ..de eemlander"zalerdiig 25ju!i 1925 24e Jaargang No. 22 Mode. Ik denk, dot de oorzaak ligt in den langen duur van de koudeperiode dit jaar, maar het is gek zooveel wollen zomergoed ais wij zien drogen. Wollen mantels, wollen scarfs, wollen of tricot mantelcostuums, gebreide jurken en jumpers, ja, zefs wollen hoedjes I lk heb eens een dame ontmoet, die kleedde zich extra dik als de musschen van het dak vielen door de hitte I En wat nog het gekste waszij zog er niets warm uit 1 Zij had de zonnestralen buiten gesloten, net als iemand, die zijn ramen en blinden sluit op het uur, dat de zon aan dien kant van zijn huis staat f Dus eigenlijk is het zoo dwaas nog niet. Maar ik vind het toch véél leuker om fleurige, luchtige, lichte zomertoiletjes te zien, dan die dikke, witte, wollen dingen. Want, nu de zomer er einde lijk is, verdwijnen de dikkerts toch niet En de étalages der groote moderne mogazijnen liggen er ook nog steeds mee vol. Er zijn wel aardige costuums tusschen. Vooral de witte, waar een paar gekleurde horizontale strepen door zijn geweven, kunnen vlot en aardig staan. Ook maken sommige menschen leuke combinaties tusschen japon, scarf en hoed. En heel geestig staat het, wanneer er naast de mooie Moeder dan ccn leuk miniatuurtje loopt, dot ook een jurkje heeft van hetzelfde. Maar zoo iets gaat wèl gauw vervelendus het is ook al weer een luxe, die alleen z ij zich kunnen permitteeren, die van een zeer uitgebreide garderobe zijn voorzien I Over die scarf mag ik het nog wel even af zonderlijk hebben, want zonder scarf kan geen moderne vrouw bestaan 11 Zij zijn bij voorkeur van crêpe de chine of soepele zijdevooral niet van wol of an dere dikke stof. Hoe soepeler en dunner, des te lieverdesnoods slingert u hem dan drie-, viermaal om uw hols. Je kunt er eindeloos veel variaties mee bedenken rondom den hols en eindigend met een gewonen, rechten zee mansknoop ééns om den hals en van voren met een apache-lus afgewerkteen paar maal om den hals en 2 losse einden over de schou ders dat is bijv. zéér geschikt voor een jong meisje, dat veel fietst. Het staat vlot. Er zijn ook mennschen, die hem om den bo] van haar hoed draaien en dan als „brides" om den hals strikken, 't Kon een snoezig plaatje zijn, maar wij z ij n nu eenmaal geen plaatjes, doch le vende menschen, en dan lijkt me zoo'n „opzet- teugel" bepaald hinderlijk. De meeste scans zijn tegenwoordig in be drukte dessinsgebatikt is natuurlijk het al lermooist maar kostbaar - Leuk staat het, wanneer de scarf juist in tegenovergestelde kleurencombinatie van de jurk en het hoedje is, en dan toch met dezelfde teekening: Griek- sche rand, cirkels, strepen, ruiten, Turksche letters of wat dan ook is getooid. Wij zien tegenwoordig veel effen scarfs, met alleen aan de beide uiteinden een gedrukt patroon. Zachte tinten moeten zij hebben als fond zandkleur, mauve, heel teer kanariegeel, sau- mon, café-au-lait, zeegroen, bleekblauw mist- grijs, waarop de dessin dan fel mag afsteken. Heel aardig is ook de combinatie wit of zwart met rood. Hoe hoekiger en ingewik kelder figuur dan met de roode lijnen is ge- teekend, des te origineeler. Verrassende effecten kunt u ook met zelf verven hierbij bereiken. Dan komen er pracht- kleurcn te voorschijn. Pas alleen maar op, dat het niet bij uw jurk vloekt. Een buitengewone charme hebben de Spoan- sche sjaals. Zij waren verleden jaar reeds en vogue in Parijs en druppelen nu door naar Holland. Prachtstukken zijn het van zijde of crêpe de chine, afgewerkt met een met de hand geknoopte wel 25 cM. lange franjeik heb er laatst een gezien, waarvan de franje meer dan een halven Meter lang wasmaar deze kunstig geknoopte afwerking was dan ook de eenige tooi. De sjaal zelf was van effen kerskleurige zijde. Dikwijls worden deze sou venirs uit Grootjes tijd met groote zwarte rozen geborduurddie bloemen moeten dan in de hoeken vallende doek wordt dubbel- geslogen, niet precies op de helft, maar zóó, dat één punt veel lager hangt dan de andere en dan om de schouders geschikt. Het is een zeer bekoorlijke dracht voor elegante vrouwen en nog lekker warm bovendien. Sommige sjaals zijn driehoekige lappen; die draagt men dus enkelde vierkante daaren tegen moeten in driehoek gevouwen worden. En als deze dracht u verveelt, dan gebruikt u ze óf als kleed over den vleugel, den divan, als kussenovertrek, óf wat u maar wilt. Nu spring ik even van den hak op den tak, maar ik zag daar juist zoo'n leuke tennisjurk 1 Het was een wit waschzijden kostuum, dat be stond uit een gewone rechte japon met heel korte mouwtjes en een blooten hals met kraag je. Van voren waren over de borst een dozijn kleine parelknoopjes gehecht. Een ceintuur sloot om de heupen. De rok, die gewoon kort was, ging aan weerszijden open met een vijf tal knoopen tot aan de ceintuur en daaronder kwam dan een plooirokje van witte zijde te voorschijn, waardoor de speelster goed haar beenen kon uitslaan en er toch, als de over- rok gesloten was. zeer modern gekleed uitzag. Ik vond dat een hoogst eenvoudige, maar zeer practische oplossing van een lastig probleem. DE POLITIEKE CRISIS. Er wordt gefantaseerd en de heer Colijn confereert. Dc geruchten over het nieuwe kabinet hou den aan, zoo schrijft de Telegraaf. Namen worden genoemd, gissingen gemaakt Sommi ge bladen hebben zelfs het heele ministerie reeds „voor elkaar" Als de heer Colijn al deze berichten leest, zal hij ongetwijfeld wel eens hartelijk moeten lachen over de fantasie, die dezer dagen wordt tentoongespreid Want, zooals wij onlangs reeds hebben gemeld, de reohtscho Kamerfracties waren het deze week nog niet geheel en al eens over het werkpro gram van den heer Colijn. Eerst als de ver schilpunten uit den weg zijn geruimd cn daaraan behoeft niet te worden getwijfeld kon de kabinetsformateur personen uitnoodi- gen om in zijn ministerie te willen zitting ne men. Dat is op zijn vlugst morgen (Zaterdag), aangezien de R.K. Kamerfractie heden nog vergadert. Dat van het oude ministerie verschillende ministers zullen aanblijven en dat de heeren De Geer, Kooien en Rutgers van het nieuwe deel zouden uitmaken, werd vóór de crisis reeds als een voldongen feit in politieke kringen aangenomen, evenals de samensmel ting van de departementen van Oorlog en Ma rine, tot dat van Defensie en de samenvoeging van „Onderwijs" bij „Binnenlandsche Zaken", alsmede „Landbouw" bij „Arbeid". Of de heer Colijn hiertoe zal overgaan, hangt mede af van de adviezen der rechtsche Kamerfracties en deze zijn, gelijk gemeld, nog niet gereed gekomen met de besprekingen. Al le berichtén zijn dus vooralsnog voorbarig te noemen. De heer Colijn, bekend om zijn groote werk kracht, verlaat overdag zijn departement aan den Kneuterdijk bijna niet. Voor particulieren is het thans bijna ondoenlijk tot hem door te dringen. De kabinetsformateur is den ganschen dag bezet met conferenties en besprekingen. Wil men het nieuwe ministerie leeren ken nen, men stelle zich op aan den Kneuterdijk en sla nauwlettend gade, wie de trappen van het Departement van Financiën op en af gaan. Misschien, dat hij er dan achter komt. Einde volgende week zal het kabinet bekend zijn. Vandaag vergadert de Christelijk-Historische Kamerfractie te Utrecht. Naar alle waarschijn lijkheid zal ook zij het ontwerp-regeerings- progrom aanvaarden. Aangenomen wordt, al dus de N. R. Ct., dat tegen het einde der vol gende week de samenstelling van het nieuwe ministerie bekend zal worden. Deze zal, zoowel ten aanzien van de personen als van dc verdee ling van de functies, inderdaad, zooals wij reeds mogelijk achtten, enkele afwijkingen vertoonen van de onlangs door ons gepubliceerde namen. Met allerlei factoren diende nader rekening te worden gehoudeno.a. moest een te groot numeriek overwicht van de vertegenwoordigers der eene fractie tegenover die der andere wor den voorkomen. Aan samenvoeging van de twee militaire departementen is, en wordt wel licht nog, ernstig gedachthet heet, dat de portefeuille van landsverdediging aangeboden is aan den katholieken generaal De Quay, doch hieromtrent konden wij uit goede bron geen inlichtingen krijgen. Het departement van onderwijs. Het dagelijksch bestuur van den bond ter behartiging van de belangen van Het Kind heeft gisteren het volgende telegram aan minister Colijn gezonden „Dagelijksch bestuur Bond ter behartiging van de belangen van het Kind, zijnde een fede ratie van 34 vereenigingen werkzaam op ge bied van onderwijs en opvoeding, kennis ge nomen hebbende van uw voornemen, het departement van onderwijs, kunsten en weten schappen als zelfstandig ministerie op te hef fen, verzoekt uwe excellentie dringend, daar aan in het belang van het Nederlandsche volk geen uitvoering te geven. Wederom eenige namen. Het Handelsblad schrijft Ofschoon de besprekingen met de perse nen over de bezetting der departementen uit den aard der zaak tot wijzigingen aanleiding kun nen geven, meenen wij, op grond onzer inlich tingen in politieke kringen, do volgende hee ren te mogen noemen voor de achter hunne namen geplaatste departementenColijn, mi nister-president, defensie (met een directeur- generaal voor dc landmacht en een directeur- generaal voor de marine); jhr. De Geer, finan ciën, Kooien, justitie; Rutgers, binnenlandsche zaken (verecnigd met het departement van on derwijs); Lovirik, landbouw; Van Lijnden van Sandenburg (de oud-Commissaris der Koningin in Utrecht, buitenlandsche zaken; Bongocrts, watrestaat. Wij herhalen, dat wijzigingen intusschen zeer wel mogelijk zijn. Nu de kabinetsformateur eenmaal zoover is, dat omtrent zijn program eensgezindheid bestaat tusschen de partijen, mag zijn kabinet niet afspringen op ambities van personen. Wij bedoelen daarmede, dat de formateur zelf zeer wel een onder departement zou kunnen aanvaarden, indien de verdeeling van werkzaamheden tusschen de uitgenoodigde personen dit wensohclijk zou maken. DE PENSIOENREGELING VOOR DE SPOORWEGAMBTENAREN. De tekst der wet. Wij laten hieronder volgen de belangrijkste bepalingen der thans in het Staatsblad ge publiceerde Wet betieffende pensioenregeling voor dc spoorwegambtenaren en hun weduwen cn weezen Er bestaat een spoorwegpensioenfonds, in de wet kortweg1 aangeduid met „het fonds", dat rechtspeisoonlijkheid heeft Ten laste van het fonds wordt pensioen verleend aan spoor wegambtenaren cn aan hun weduwen en wee zen. Onder gepensionneerde spoorwegambtena ren worden verstaan: a. zij, die reeds vóór het tijdstip van het in werking teden deze wet in het genot waren won pensioen ten taste ran ht Pensiocnfonok S.S., H.U.S.M., Ned. Cent. Spoorw. Mij of N B.D.S.-Mij. b. me; of na het tijdstip van het in wer king treden van deze wet ontslagen spoorweg ambtenaren, die pensioen ontvangen ten lasto van hef fonds. De toepassing dezer wet, met inbegrip van het geldelijk beheer van het fonds, berust bij de directie van de S.S. en van de H.D.S.M., bijgestaan door een commissie van bijstond cn onder toezicht van den minister van Wotei- stoat en van Financiën. Deze laatste commis sie bestaat uit 5 leden, te benoemen door den min. van Waterstaat uit de spoorwegambte naren of de gep. spoorwegambtenaren De wedde en de grondslag. pensi oen- De wet verstaat onder „wedde" de aan een betrekking vost verbonden inkomsten, waar onder ook het genot var* vrij wonen cn vort andei'e dergelijke emolumenten. De directie bepaalt, de commissie van bij- Stand gehoord, tot welke vaste bedragen in komsten van wisselend bedrag herleid worden. Bij elke verandering in de wedde woi'dt de pen sioengrondslag opnieuw vastgesteld. Do middelen tot dekking der pensioenen. De S.S. en de H.IJ.S.M. zijn jaarlijks een bijdrage aan het fonds verschuldigd, ten be- diege van a. voor het spoorwegambtenarenpensiocn 10 pCt. van de gezamenlijke grondslagen op 1 Augustus der op dac tijdstip in hoor dienst zijnde spoor wegobtenaicn b. voor het weduwen- en weezenpensioen 5% pCt von de gezamenlijke grondslagen der spoorwegambtenaren in haar dienst op even- genoemden dag. De sub A verschuldigde bijdragen kunnen tot ten hoogste 3 pCt. van den pensioengrond slag, op de betrokken spoorwegambtenaren worofen verhaald. Dit geschiedt echter niet don krachtens door den minister van Water staat genomen besluit De als inkoopsom te betalen bijdrage be loopt een tarief, dat wordt vastgesteld door do ministers van Waterstaat en van Financiën. Von de bijdrage kon ten hoogste de helft op den belanghebbende worden verhaald door inhouding von diens wedde als spoorweg ambtenaar of diens pensioen of wachtgeld nis oud-spooi wegambtenaar. De inhouding ge schiedt tien achtereenvolgende jaren, "telken male voor een tiende gedeelte. HJet pensioen der spoorweg ambtenaren. Behoudens het bepaalde in lid 5 heeft do spoorwegambtenaar na zijn ontslag recht op pensioen, indien hij op het tijdstip van ingang van het ontslag a. den leeftijd van 65 jaren heeft bereikt (ouderdomspensioen). b. den leeftijd van 55 jaren heefv bereikt, en hem niet op eigen verzoek eeivol ontslag is verleend uit een door der* minister van Wa terstaat, do directie en de commissie van bij stand gehoord, aangewezen betrekkingen, tei- wijl hij een diensttijd van ten minste 10 jaren in één of meer dier betrekkingen kan doen medetellen (vervroegd oudeidomspensioen) c. buiten de gevallen, sub d bedoeld, uit hoofde van ziekten of gebreken ongeschikt is verklaard voor de verdere waarneming von zijn betrekking (invaliditeitspensioen) <L uit hoofde van ziekten of gebreken on geschikt is verklaaid voor de verdero waar neming van zijn betrekking, wanneer die ziek ten of gebreken het rechtstreeksch gevolg zijn oer uitoefening van zijn dienst, doch niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid zijn te wijten (verhoogd invaliditeitspensioen). Een ambtenaar, aan wien niet op eigen ver zoek eervol ontslag wordt verleend, of een ambtenaar, die na een diensttijd van ten min ste 15 jaren, hetzij op eigen verzoek, hetzij niet eervol wordt ontslagen, verkrijgt, indien hij niet later als ambtenaar wordt herplaatst, recht op pensier.wanneer hij den leefijd van 65 ja ren heeft bereikt of uit hoofde van ziekten of gebreken ongeschikt is geworden voor het ver vullen van de betrekking, waaruit hij als spoor wegambtenaar werd ontslagen (uitgesteld pen sioen). Er bestaat geen recht op een pensioen wan neer de ambtenaar niet ten minste een dienst tijd van 7 jaar, respectievelijk tien jaar kan doen meetellen, terwijl de ambtenaar boven dien ten minste vijf jaar werkelijk dienst moet hebben gedaan. Het pensioen bedraagt voor elk jaar in aan merking komenden dienst 1.75 pet. van de mid" delsom der pensioengrondslagen, met dien verstande, dat het invaliditeitspensioen niet minder dan 30 pet. van die som zal bedragen en het pensioen niet 70 pet. van die som zal overschrijden. Als middelsom der pensioen grondslagen geldt het jaarlijksche gemiddelde van de gezamenlijke grondslagen der laatste 3 jaren van den voor pensioen g^ldigen dienst tijd. Het pensioen overschrijdt niet een bedrag van 4000 gulden. Als diensttijd geldt mede de tijd op wacht geld doorgebracht. De tijd, met verlof, anders dan wegens ziek te, of verplichten militairen dienst doorgebracht, wordt alleen dan als diensttijd beschouwd, als het verlof .tiet meer don een jaar heeft ge duurd. Een ambtenaar kan zich, naar nader te be palen regelen, het recht verzekeren op een ver hooging van het pensioen, met uitzondering van dot wegens invaliditeit Zij bedraagt ten hoogste 50 pet van het in het eerste lid be doelde pensioen. Voor hem, die recht heeft op pensioen en op wachtgeld, wordt het pensioen tijdens den duur van het wachtgeld verminderd met het bedrog daarvan. Voor een spoorwegambtenaar, die uit hoofde van door een hem overkomen ongeval recht heeft op pensioen en tevens ongevallenrente of uitkeering, overschrijdt het gezamenlijk bedrag dier inkomsten het pensioen met ten hoogste 20 pet. van de middelsom en wordt het pen sioen met het voor het in acht nemen dezer grens vereischte bedrag verminderd. Ieder pen sioen wordt naar boven m guldens afgerond. Het pensioen der weduwen cn weczcn. Recht op wcluwcnpcnsioen heeft de weduwe van een ambtenaar, tenzij het huwelijk was ge sloten, nadat hij den leeftijd van 65 jaar had bereikt of nadat hij was ontslagen. Recht op weezenpensioen hebben i a. Do minderjarige wettige of gewettigde kinderen van een overleden mannelijk ambte naar, tenzij zij geboren zijn uit een huwelijk, gesloten nadat hun vader den leeftijd van 65 jaar had bereikt of tenzij zij na dot tijrstip gewettigd zijn. b. De minderjarige wettige of gewettigde kinderen van een overleden gepensioneerd man nelijk ambtenaar, tenzij zij geboren zijn uit een huwelijk gesloten nadat hun voder was ontsla gen of nadat hij den leeftijd van 65 jaar had bereikt. of tenzij zij na dat tijdstip gewettigd zijn. Naar regelen door den Minister van Water staat vost te stellen, kunnen pleegkinderen ge lijkgesteld worden met wettige of gewettigde kinderen. Bovendien hebben recht op weezenpensioen: o. De minderjorige wettige of gewettigde kinderen van een overleden vrouwelijke ambte naar b. de minderjarige wettige of gewettigde kinderen van een overleden vrouwelijke ambte naar, tenzij zij geboren zijn uit een huwelijk gesloten nadat hun moeder was ontslagen of tenzij zij na dat tijdstip gewettigd zijn. Ht weduwenpensioen wordt betaald over den lootsten pensioengrondslag van den overleden echtgenoot. Het weduwenpensioen bedraagt 50 pet. van de eerste 2000 gulden en 40 pet. van het overige bedrag van den pensioengrondslag, bedoeld in het eerste Kd. Het weduwenpensioen zal echter in geen ge val minder bedrogen don 50 pet. van de eerste 2000 gulden cn 40 pet. van het overige be drag der middelsonu Het weezenpensioen bedroagt a. 10 pet. von de bedrogen in het tweede cn derde lid bedoeld, voor elk kind welks moeder aan het overlijden van den vader aan spraak op pensioen ontleend b. 20 pet. van de bedragen in het tweede cn derde lid bedoeld voor elk onder kind. Het weduwenpensioen en het weezenpensioen wordt ten hoogste over een grondslag von 3000 gulden berekend. Het (gezamenlijk bediog aan weduwen en weezenpensioen of aan weezenpensioen gaat 80 pet. van het bedrag, waarover deze pen sioenen zijn berekend, niet \e boven. DE PRODUCTIE VAN GEDISTILLEERD. Het rapport der betrokken Staatscommissie is verschenen. Verschenen is het rapport van de bij Kon. besluit van 6 Maart 1010 ingestelde Staatscommissie in zake Gedistilleerd-Pro ductie (welke commissie ten onrechte wel eens als „Droogleggingscommissie" werd aangekondigd). De commissie is op 20 Maart 1919 haar werkzaamheden aangevangen en heeft het resultaat daarvan neergelegd in een ruim 120 pagina's druks omvattend rapport. Wat den inhoud en de formuleering van de opdracht betreft, hield naar het gevoelen van een deel der commissieleden de op dracht in, to onderzoeken of beperking van productio inderdaad geacht mag worden te zijn een middel tot bestrijding van het alco holisme (waarbij diende te worden vastge- steil wat „alcoholisme" bcteekent) cn of be perking van productie mogelijk is, zonder dc industrie te knakken. Hiertegenover stond het gevoelen van een ander deel der com missie, dat volgens de opdracht als vast staande kon worden aangenomen dat het al coholisme er is, dus buiten liet onderzoek der commissie viel, doch dat deze zich en kel had te bemoeien met de vraag of het mo gelijk zal zijn, het branders-, distillateurs- en likcurstokcrsbedrijf een zoodanige richting to geven dat, zonder dit bedrijf onmogclij' te maken, aan de productie van consumptie alcohol een einde wordt gemaakt, eventueel aanmerkelijke beperkingen worden opge legd. Blijkens het antwoord op dc gevraagde in lichting aan den Minister van Binnenland sche Zaken was laatstgenoemde opvatting de juiste. Dc productie van consumptie-gedistilleerd beperken, zonder de daarbij betrokken in dustrie te knakken, eischte, naar het oor deel der commissie, dat men de draagkracht dier industrie zou kennen, opdat geweten zou kunnen worden, tot hoever de beperking zou kunnen worden doorgevoerd, alvorens van knakken sprake zou kunnen zijn. Daar om was het niet voldoende, den omvang en de draagkracht der industrie als geheel to kennen, doch moesten deze zeker van ieder bedrijf afzonderlijk bekend zijn. In velerlei richting heeft de commissie getracht, zich daarvoor de benoodigde gege vens te verschaffen doch steeds weer bleek, dat dit niet mogelijk was. Eenige pogingen om van de zijde der be trokken industrieën feitelijke gegevens te verkrijgen, mislukten eveneens. Eenerzijds doordat bij de ingestelde enquête deels meer persoonlijke indrukken werden verkregen dan feitelijke gegevens, deels de verklari gen der gehoorden op verschillende punte met elkaar in tegenspraak waren, cn ze. een dergenen, die cijfers hadden verstrekt, later verklaarde dat de voorkomende calcu laties meer gebaseerd zijn op cijfers, die als voorbeeld werden gekozen dan wel op reëele cijfers en getallen. Anderzijds mislukte een nieuwe pogingen in die richting, waarbij niet medewerking va betrokken industricelcn, boekenonderzoek «.ou plaats vinden, doordat ten slotte dit onderzoek door hen geweigerd werd, omdat de Staatscommissie had ge meend, de voorwaarde van die zijde, dat de Staatscommissie zich eerst zou uitspreken ten gunste van schadevergoeding voor even- tueele vermindering van de commercieele waarde der bedrijven op den basis van ont eigening ten algemeenen nutte te moeten afwijzen. Eindelijk stonden wettelijke bepalingen in den weg om de commissie de cijfers en gegevens te verschaffen, welke op dit stuk uit anderen hoofde aan sommige overheids organen bekend waren. Slechts een parlementaire enquêto bleef over, doch zeer grooto bezwaren weerhiel den van het uitlokken van con voorstel daartoo Er is naar'gestreefd, oen bedrijfsregeling to ontwerpon die do mogolijkhcid zou schep pen dat industrie on handel automatisch compensatie zouden verkrijgen. In grooto lijnen komt de Bedrijfsregeling op hot volgondo neer: „Do totale consumptio van In het binnen land geproduceerd of ingevoerd gedistilleerd wordt binnen bcpaaldo grenzen gehouden, wclko grenzen voor oen periode van vijf jaar tol kens worden vastgesteld. Zoo mogelijk wordt icdoro volgende grens nauwer getrokken dan do vorige. Een Commissio van Toezicht, zoodanig samengesteld dat beido meer genoomdo groe pen met vertrouwen hot advies dier commis. sie aanvaarden, adviseert omtrent die vast to stellen grenzen. Ten einde consumptio cn productio (voor binnenlandsch gobruik) binnen deze grenzen to houden, moet het gehcclo bedrijf en niet enkel zooals tot dusverre do kleinhan del in sterkon drank kunnen worden ge- contractoord, waardoor hot gehcclo bedrijf onder do wet komt. Voor ieder der bedrijfsgenooten wordt hot quantum bepaald, dat door hun gofabri- ceerd, resp. ingekocht cn verkocht, mag worden. Deze vaststelling geschiedt door gemelde Commissie van Tqezicht op voorstel van den Centralén Rund, waarin do Overheid verte genwoordigd is door een door do Kroon be noemden, buiten do belanghebbende krin« gen staanden Voorzitter. In den Ccntralcn Raad zijn de verschil lende bedrijfstakken vertegenwoordigd. Do inwendige regeling van het bedrijf ge schiedt door dezen Raad, dio o.m. ook do bevoegdheid heeft, de verkoopsvoorwaarden waartoo naast regelen die misbruik zooveel mogelijk tegengaan, ook dc prijsregeling bc* hoort, vast te stellen. Deze prijsregeling maakt het eenerzijds mogelijk dat do bedrijfsgenooten in staat zullen zijn, compensutie tc vinden voor do waardevermindering van hun bedrijf als ge volg van de inperking der consumptie, ter wijl aan den anderen kant dc kosten dezer regeling daardoor kunnen afgewenteld wor den op het bedrijf zelf. Productio en verkoop voor export vallen niet onder dezo regeling." Dc branders (fabrikanten van moutwijn cn spiritus) zijn overeenkomstig hun blijk baar eenparigen wcnsch bulten dezo roge- ling gelaten. Voor het welslagen der rege ling levert dit goenerlei bezwaar op. Zij blij ven daardoor buiten de voordeelen dezer Bedrijfsregeling. In dc desbetreffende bespre kingen verzochten do branders, als compen satie voor dc vermindering van debiet wel ke uit de voorgestelde regeling zal volgen, aan de Staatscommissie, voor ben een uit- voerpremie te bepleiten, alsmede verlaging van het invoerrecht op het buitenlandsche gedistilleerd. De Staatscommissie meent echter dat dit gaat buiten haar bevoegdheid cn volstaat dan ook met enkel de vermolding van deze wenschen. Naar het oordeel van dc groote meerder heid der leden kan met het ontworpen stel sel bereikt worden, wat mot de opdracht be doeld was, n.I. ccn zoodanige regeling van drankhandel en -productie dat deze beperkt worden zonder dat handel en industrie wor den geknakt, daar de prijsregeling compen satie biedt voor dc beperking van het bedrijf. Ten slotte vestigt de Staatscommissie do aandacht op eenige voor de hand liggende voordcelen van het ontwerpen stelsel: a. De clandestiene handel in gedistilleerd wordt althans als dc prikkol tot accijns ontduiking niet meer zoo sterk is als thans, zoo goed als onmogelijk gemaakt. 1). De noodzakelijkheid om door rcclamo te trachten zijn omzet tc vergrooten, is ver vallen. c. De uitschakeling van' het particulier belang bij grootcren omzet zal als vanzelf de verhouding tusschen de nuchterheidsbe weging en den drankhandel verbeteren en daardoor de nuchterheidsbeweging ten goe de komen. d. Deze geheel zakelijke regeling van het drankhandelbedrijf zul blijken, een groote ethische betcckenis te hebben. e. Zonder dat het 's lands geldmiddelen iets kost, wordt het drankbedrijf schadeloos gesteld voor de beperking van het debiet. Het verslag van dc Staatscommissie bevat verder ccn Toelichting bij het Bedrijfsrege ling-ontwerp. Daarin wordt nog o.m. uiteengezet, dat voor iederen distillateur en grossier overeen komstig dc eischen van zijn bedrijf een ma ximum-voorraad wordt vastgesteld, en dat voor iedcrcn vergunninghouder op grond van zijn inkoopen van distillateurs en gros siers in het basisjaar het aandeel wordt be paald hetwelk door hen van distillateurs of vergunninghouders mag worden betrokken. Do Centrale Raad bestaat uit 2 leden, aan te wijzen door de bedrijfsgroep der branders, 4 door die der distillateurs, 2 door die der grossiers, cn 6 door die der vergunninghou ders. De benoeming geschiedt voor 5 jaar; aftredenden zijn herbenoembaar. Do voorzit ter wordt benoemd door de Kroon, en mag geen lid zijn van een der bedrijfsgroepen. De Centrale Raad vergadert in het open baar. Nadere regelen worden gesteld bij Al- gem. Maatregel van Bestuur. De Commissie van Toezicht bestaat uit 3 leden, te benoemen door dc Kroon die tevens een hunner als voorzitter aanwijst. De kos ten dezer commissie worden door het Rijk gedragen. Nadere regelen ook hier tc stel len bij Alg. Maatr. van Bestuur. De Kroon bepaalt het vijfjaarlijkse!* maxi mum, als boven bedoeld. In een Algemeen Overzicht van de Han delingen der Staatscommissie zet deze de door haar gevolgde werkwijze uiteen en doet- ze mededeelingen betreffende het werk van de sub-commissies, o.m. in zake den invloed dien de ontwerp-regeling zou hebben op de bij het bedrijf betrokken en de daarmede in verband staande bedrijven. In de eindstemming werd met algemeene stemmen, op die van den hoer P. II. van Groningen na, die tc kennen gaf, Jn een af-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 9