AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 15 Aug. 1925
feuilleton.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
De gouden band.
24e Jaargang
No. 40
Het makkelijkst van alles.
(T^adruk verboden).
Bij zekere gelegenheid zijn oordeel uit
sprekend over de Parijsche Commune, zei
de Russische schrijver Dostojevski: „Zij
slaan hoofden af; waarom? Uitsluitend en
alleen, omdat dit het makkelijkst van alles
is. Iets degelijks te zeggen is vergelijkelijk
veel moeilijker."
Deze uitspraak veroordeelt het geweld als
argument. Het lijkt bijna overbodig hier nog
iets aan toe te voegen. Is het na de ver
schrikkelijke uitbarsting van den wereld
oorlog niet als algemeene overtuiging door
gedrongen in alle lagen der bevolking van
de gezamenlijke natiën, dat het g-eweld geen
bewijskracht bezit? En toch gaat men kalm
voort, het apparaat te bestendigen, dat
slechts ten koste van de volkswelvaart in
stand kan worden gehouden en dat te ge
legener tijd dienen moet, om tegenover
„den vijand" kracht bij te zetten aan het
diplomatieke getuigenis. k
Geweld is zulk een gemakkelijke bewijs
grond. In een dorp van duizend menschen
woont een idioot. Al die duizend menschen
mogen nog zoo verstandig, redelijk, ont
wikkeld zijn, wanneer de idioot een vuur
wapen in handen heeft, kan hij op zijn
eentje ze allen de wet stellen.
•Maar laten we niet meer spreken over
de noodlottige dwaasheid, die nog steeds
macht uitoefent over de samenleving der
volkeren. Eenmaal zal toch wel de dag aan
breken, waarop deze barbaarsche methode
van bewijsvoeren het loodje legt. Zal
echter, zoo men de zwaarden tot ploeg
scharen omsmeedt en de speren tot sikkelen,
de gewoonte om zijn recht te toonen door
den tegenstander het hoofd af te slaan,
tegelijkertijd uit de wereld verdwijnen?
Men kan ook in figuurlijken zin elkaar
afmaken. Er zijn menschen, die meenen,
dat een criticus ibijv. een taak heeft, al wat
hem in handen komt, te vernietigen. Zij
beschouwen den dagbladschrijver, die boe
ken of tooneelvoorstellingen, schilderijen of
muziekuitvoeringen moet 'beoordeelen, als
een soort slager. Zij houden dezen functio
naris voor een papieren beul, die zich van
den baarlijken uitoefenaar van dit bloedig
handwerk louter onderscheidt, doordat hij
slechts in den geest het mcordluig hsn-
teert. En inderdaad schijnen er onder de
critici nog steeds te zijn, die zich op hun
macht om te moorden verhoovaardigen en
die dit beroep hebben gekozen, om hun
sadistische neigingen bot te vieren.
Zij slaan hoofden af, en de kast, waarin
zij him ontzielde reputaties bij wijze van
tropee bewaren, gelijkt op die van Blauw
baard. Zij zijn de geestelijke 'koppensnellers,
de wilden, die hun krijgsmansroem afmeten
naar het aantal veroverde scalpen.
Maar zijn deze lieden louter om de macht,
waarmee zij de openbare meening terrori
se eren, eerbiedwaardig? Berust hun gezag
op bekwaamheid en inzicht? „De critiek is
gemakkelijk", zegt het Fransche spreek
woord en Dostojevski zou hieraan toevoe
gen: „Zij slaan hoofden af; waarom? Uit
sluitend en alleen, omdat dit het makkelijkst
van alles is. Iets degelijks te zeggen is on
vergelijkelijk veel moeilijker."
Iets degelijks te zeggen, vergt inspanning
en geduld. Iets degelijks te zeggen, vergt
kennis en inzicht. Maar gemakkelijk kan
men zich van zijn slachtoffers afmaken,
door ze af te maken, zonder pardon.
Het is het makkelijkst van alles. Ook voor
den onderwijzer, den leeraar, den professor,
die de moeilijke taak heeft, zijn leerlingen
te examineeren. Er bestaan examinatoren,
die ieder vreest. Er beslaan leerarejn, be
ducht om hun straffen. Zij maken korte
metten; hun strengheid is onvergefelijk; ze
werken met onvoldoendes en laten zonder
er zich druk over le maken, hun slachtoffers
zakken.
Ze meenen heele helden te zijn, dez«
boemannen, maar geven door hun kras op
treden, dat tenslo'.tc niets 'dan gemakzucht
is, tiijk van grcote tekortkoming. Hoeveel
moeilijker- is het, zich in een leerling le
verdiepen, hem rustig en alzijdig te onder
vragen, door te letten op allerlei schijnbare
bijkomstigheden zn'in vermogens te peilen,
hem op zijn gemak te stellen door gemoe
delijkheid. Een kinderziel, een menschen-
geest is geen handelswaar, die men ruw
aanpakken kan bij het taxeeren; het is een
fijn en gevoelig mechaniek, dat slechts me;
de uiterste zorgvuldigheid kan worden be
studeerd.
Dit vergeten ook die ouders, die met
straffe hand het regiment voeren over hun
kroost. Roekeloos slaan zij de hoofden af
omdat dit het gemakkelijkst van alles is en
eerst wanneer" ze hun kinderen van zich
hebben vervreemd en dezen hun eigen weg
zijn gegaan, komen ze tot de overtuiging,
dat ze toch beter hadden gedaan het te
beproeven met iets degelijks te zeggen,
hetgeen onvergelijkelijk veel moeilijker is.
Hoeveel heetgebakerde menschen leven
er in onzen kortaangebonden tijd, waarin
te midden van haast en gejacht de gelegen
heid tot rustig overleg ontbreekt? Gaat iets
hun niet naar den zin, onmiddellijk leggen
zij er het bijltje bij neer; komen zij met
hun genooten in botsing, ze toonen een kop
en draaien zich om. Zich den tijd niet gun
nend, de vaak hopeloos verstrikte verwikke
lingen te ontwarren, hakken zij den Gor-
diaanschen knoop door en brouilleeren zich
met hun familie, maken ruzie met hun
vriend, scheiden zich van hun echtgenoot en
ontbinden hun compagnonschap.
Het lijkt zoo kordaat en flink, er kortweg
een eind aan te maken; met geweld zich
een uitweg te banen uit de moeilijkheden,
die nu eenmaal gepaard gaan met alle vor
men van menschelijk verkeer en maat-
schappelijken omgang; maar het is met dit
al het gemakkelijkst van alles. Hoofden of-
slaan, men doet het niet alleen in oorlog
of bij revolutie; wij maker^ er ons allen
dagelijks aan schuldig en daarom is voor
ons allen het woord van den Russischen
schrijver overwegingsweard, als hij ons
maant tot den onvergelijkelijk veel moei
lijker weg van de redelijke oplossing.
H. G. C.'WXEGIETER.
De orkaan boven het
Oosten van ons tand.
Verholen van ooggetuigen.
De heer Ir. B. P. Verèl schrijft aan het Vad.
het volgende
Het oude Borculo
verloren l
voorgoed
Als ik hier ga trachten, een beeld te ge
ven van de gewaarwoi dingen, die, wij, als
bewoners van het kamp van de juniores der
H.V.V. „Quick" bij Borculo, hebben ervaren
die nooit-te-vergeten minuten, die zoo kort
en wreed een eind mankten aan ors gezellig
en gezond samenzijn, doe ik dat in de eerste
pluats om nog eens te onderstreepen de tra
giek van het lot, dat Borculo heeft getroffen,
in de tweede als een „In Memoriam" voor
dit vergeten plaatsje in den achterhoek, waar
van de vernieling velen onzer heeft getroffen,
bijna als het heengaan van een goed en trouw
vriend.
Wat Borculo was voor hem, die het kende,
dankte het hoofdzakelijk aan het feit, dat het
nog niet „ontdekt" was door de uitgaande
,men". Voor hem, die bekoord kon worden
door eenvoud cn gemoedelijke landelijkheid,
oic het mooie zag in den ouden, ouden wa-
lei molen en in de verweerde, karakteristieke
kerk en bovenal de vriendelijkheid en hulp
vaardigheid van de bewoners kende, was ieder
vei blijf er weer een nieu w genot.
Borculo was ccn hoekje, waar nog geen
zomergasten in razende vaart met knetterende
auto's en motoren doorstoven; het was dc
plaats, waar ik mijn familie met dc huifkar
van het station moest gaan halen, toen zij
ons kamp wilde bezoeken.' Hier geen mislukt
mengsel van landelijkheid en modern comfort,
zooals „erkende" pcnsionploatsen bijna altijd
bieden; hier was het oude in een rustige tra
ditie bewaord.
Dit is voor mij de* grootc schade, Borculo
aangedaan, die evenwel toch met officieelcn
steun zal moeten worden hersteld, maar dan
vooral de zekerheid dat de „ziel" van het
stadje voor altijd zal zijn verpletterd. In den
watermolen behóórden rotte planken; de mu
ren van de kerk moésten verweerd zijn.
Ik weet zeker, dat ik, als ik later Borculo
weer zal terugzien, het niet meer zal zijn het
Geldersche stadje, dat ik en velen met mij
jaren heb Ieeren liefhebben, maar een her
nieuwd, nuchter provinciaal stadje, met een
verschrikkelijk brok geschiedenis.
Een wilde vlucht door het
noodweer.
Het plekje, waar wij kompeerden, log aon
dc Lcbbinkbeck, ongeveer twintig minuten ten
westen van Borculo.
Den gcheele bewusten Maandag was het
schitterend weer geweest, tot wij, bezig met
het bereiden van ons middagmaal, verontrust
werden door eén dreigende lucht in het Zuid
westen, die snel naderkwam. Terwijl bij ons
het weer nog goed was, zagen wij boven
Lochem 'n verschrikkelijk onweer woeden, waar
bij het verwijderd gerommel geen oogenblik
ophield. In haastig tempo werd het eten af
gekookt om klaar te zijn. vóór de regen zou
komen. Om half zeven begon het te regenen,
waarop de jongens in de tenten gingen, ter
wijl ik nog even op het eten bleef letten.
Toen kwamen de verschrikkelijke oogen-
blikken. die wel niemand onzer ooit zal ver
geten. Ontelbare bliksemflitsen schoten in het
v cstcn neder, steeds nader rommelde de don
der. Toen een verschrikkelijke ontlading vlak
boven ons. een verblindend licht en ook ik
vluchtte in de tent. Het was toen nog wind
stil, moor zoo donker, dat wij kaarsen aan
moesten steken. Dat is ons behoud geweest,
want daardoor moest ik naar een andere tent,
om ook een kaars te brengen. Ik haastte mij
er door den plasregen heen, en nauwelijks
was ik daar, of een ontzettend, nergens mee
te vergelijken geraas en gedonder naderde uit
het westen.
Ik vloog de tent uit. De gehcelc hemel had
ccn vuilgele kleur, waarlangs dikke roetzwarte
wolken zeilden; het regende nog steeds, maar
dc wind was nog niet sterk.
Ik ging naar mijn eigen tent terug, cn toen
k daar was, begon het plotseling.
Het vuur, waarop wij hadden gekookt, weid
uit elkaar gewerveldvonken en vlammende
stukken hout vlogen in razende vaart het bosch
in lk wildé er heen gaan, om te trachten het
ie doovcn, toen een reuzengroote den, geen
tien meter van onze tenten, werd ontworteld
en met een verschrikkelijKen smak op den
grond plofte.
De oogcnblikken die hierop .volgden, zijn
niet le beschrijven. Ik rende "de tenten langs,
schreeuwend „Er uilËr uit I" Nauwelijks
waren alle tenten ontvolkt, of een ervan werd
door een vallenden populier, eenige possen
van ons verwijdert^ in elkaar gedrukt.
Toen begon een vreeselijks jacht door het
bosch. met regen, hagel en den buikenden
wind om ons. Wonder boven wonder beréikten
wij den landweg, die naar een bevrienden boer
vo.-rde, bij wien wij wilden gaan schuilen. Juist
wilden wij deze plaats oprennen, toen vlak voor
ons twee dennen om den weg vielen, cn dien
geheel versperden.
|We moesten nu rechts af, over prikkeldraad,
door broambosschen, door greppels, waarbij
wij zooveel mogelijk trachtten de hooge boo-
men te vermijden. Midden in een weiland werd
er vlug geteld d'e vrees voor het onweer
was ondergeschikt geworden waarbij wij ge
lukkig allen bijeen bleken te zijn. Toen weer
een haastige jacht, de sloot doorwaad, en wij
waren in den stal van „Baas Veldink", waar
wij ons gered voelden.
Hoe weinig dochten wij.' toen wij ons veilig
achtten in het stevige huis gedroogd en voor
den van droqie boezeroenen en broeken van
den vriendelijken boer, dat het naderhand een
wonder zou blijken, dat juist deze boerderij
werd gespaard, dat overal in den omtrek huis
aan huis was platgeslagen, of van het dak be
roofd Hoe beklaagden wij een boer, toen na
de bui bleek, dat zijn schoorsteen was afge
waaid, en twee appelboomen waren ontwor*
teid I Nauwelijks waren wij in de woonkamer,
of de bui was voorbij. Deur cn blinden gin
gen open een zacht regenlje drupte nog
neerdc zon kwam even door, eneen
schitterende regenboog prijkte aon den hcmell
O, dat wonder, dat wij „de Natuur" noe
men f
Het gespoorde kamp.
Om bij half ach( gingen een paar ouderen
met mij naar het kampplekjc, dat wij over
cn langs omgevolleh boomen bereikten. Do
plek, waaraan zooveel mooie en aardige her
inneringen woron verbonden waar zoo vaak
het kampvuur had opgevlamd tusschcn de boo
men, die nu geknokt neerlagen, was een ruïno
Kris en kras logen de boomen dooreen, en
daaronder, als door een wonder, alle tenten,
nog geheel intact, ons goed droog, de knarsen
nog brandende I Wij verkleedden ons gouw,
om naar dc stad tc gaan, waar ik mij voor
stelde, nog te gaan eten 1
Dc ontzettende ontdekking.
Op weg bereikten ons dc eerste berichten,
cn zogen wij de schade, aan de boerderijen
aongedtian. Een koe gedood hier een schuuj
kapot daar. Alle wegen bleken versperd, klim
mend cn klauterend, door warnetten van licht
en telefoondraden kwamen wij aan de spoor
baan, die vrij begaanbaar was. Ook hier ver
woestingen, seinpalen meters ver het wejland
ingeslingerd, telefoondraden wild dooreen, ge
heel behangen met opgewaaid stroo en hooi
Maar toen dot vreeselijke gezicht, bij
dc bocht van de baan, waar aiiijd Borculo
zoo lief cn vriendelijk tusschen het groen te
zien was I Naakte daken honderden ge
knokte of ontwortelde boomen de stompen
van de kerktorens, waarvan het bovendeel
werd afgerukt En nis achtergrond daarvan in
het oosten een dreigend zwarte hemel, de
wegtrekkende bui, die elders zijn werk ging
verrichten, en scherp daartegen afstekend een
rosige vlommcnzec, de brandend? fabriek
Tegen achten kwumen wij in Borculo zeil,
waar wij een ellende meemaukten, waorvon
alleen de herinnering mij nu nog doet huive
ren. A.lle straten versperd door boomen, bal
ken, heele kozijnen met brokken muur, cn be
dekt met een dikke loog ponnen on glasscher
ven. Daartusschcn de gewonden di? werden
weggeleid, schreiend? kinderen, het geklop van
de bijlen van hen die het opruimingswerk be
gonnen waren in 't halfduister, de schrikke
lijk?-verhalen.
En tc midden van al die ellende bleek ons,
dat de mcesten van onze goede Porrulosche
rienden nog in de ergste oogcnblikken, toen
alles rond hen barstte on schokte, nog aan ons
hadden gedacht, en om ons bezorgd waren
geweest I
Steunt allen
Ik zal geen details verholen, die reeds meer
dan bekend zijn. Maar wel wil ik een beroep
deen op allen die kunnen steunen.
Denkt niet, als er „nu al weer" een collecte
komt„lk kan wel aan den gang blijven"; dat
kunt U niet. Want de menschen, die ginds
getroffen zijn, dragen een leed, dat door finan-
cieelen bijstond nog slechts zeer gedeeltelijk
kan worden gelenigd. Maar zij hopen, ja, zij
rekenen op den steun van héél Nederland.
's Maandags morgens was ik bij den lieer
Wijers, eigenaar van Hotel Stad Borculo, een
van die menschen, die altijd klaar stonden, om,
waar noodig, te helpen.
Wij spraken samen over het feit, dat Borculo
zoo weid „vergeten" door de pensiongasten
hij ontvouwde mij met enthousiasme plannen,
die erop aanstuurden, van Borculo meer een
pensionplaats te maken vertelde mij van een
Gids voor Borculo die in voorbereiding was.
En aun den avond van denzelfden dag
een romp stond er nog van wat eens zijn ge
zellig en flink hotel was geweest. Hij zelf te
midden tusschen puin en scherven, gelaten zijn
lot dragend „Ach we hebben het leven
neg, en duoi mogen we donkhaar voor zijn I"
Ik vertel dit, omdut ik ermee hoop te berei
ken, dat na jaren, als de „Ramp te Borculo"
weer een stuk geschiedenis is, alle menschen,
die nu zoo onder den indruk zijn, ook nog eens
aan Borculo zullen denken, als zij hun zomer
buiten gaan doorbrengen.
Ik weet wel, dat het veler oogen, veel
„kcoker" is, naar Zwitserland of de Rivièrn te
trekken, maar ik bezweer U, dat het 't „keckst"
is, ei«jen Inndgenooten te helpen om te genezen
na een slag als hun nu is toegebrdht
Hoe de cycloon heeft huisgehouden.
Een lezeres schrijft aan het Vod.
Nog nerveus van den dobigestonen schrik
en ellende deed een vriendelijke abonnéo, dio
toevallig in Borculo logceroo toen de cycloon
het stadje verwoestte het volgende verhaal
Het huis waar ik logceide had aan den concn
zijkont cn den voorkont romen. De cycloon
heeft het aan den zijkont aangegrepen. Wij
waren juist aan oen maaltijd. Do zware don-
derbank bracht een unheimische duisternis
mede. De bliksem was niet van de lucht. Wo
ctokken ons terug in een kleine ochteikamer,
deden de gordijnen dicht cn staken de lomp
op. Plotseling floepte het licht uit. Er kwam
iels geweldings in huis. De ruiten knapten, wij
werden opgenomen en in een gong geduwd.
Tegen clkonr gedrongen, bleven wij daar ang
stig staan, denkend dat dit het einde zou zijn.
Zeker was de bliksem in ons huis 'geslapen. We
hoot der. hoe het op zo'der kraakte. Hoe het
glos rinkelde. Hoe dc muren bezweken No al
dat iawoni werd het plotseling angstig stil. We
tiokkcn de deuren open, renden naar buiten,
keken veiboosd om ons heen, want bet huls
naast ons en het buis daarnaast cn alle hui
zen, jc de heele straat Borculo was verwoest.
Het d» ong niet toi ons door ho? verschrikke
lijk het eigenlijk was, we waren verwonderd
nog tc leven. Maar toon we tot onszelvo kwa
men, toen wc op ondeizoek gingen naar he:
weinige dat over was cn het ve'e dat er niet
meer was. toen realiseerde ieder voor zich dat
het een romp was.
De cycloon was aan de achterzijde binnen
gekomen. De achtermuur was in den tuin ge
vallen. Op de eerste v?:dieping waren de ledi
kanten opgenomen cn weggesmakt, De deur
was gekraakt, de ecne helft log op dc zolder
trap, de andere hc'ft in het benedenhuis. Niet
alleen de schilderijen, ook het behangsel was
van den muur 'gerukt. Een brandkast was van
haar plaats geti'o'.
Opvallend was hoeveel vuil en stof de cy
cloon meegevoerd heeft.
Een opengerukte linnenkast was met modder
bespoten. De wind moet een wervelende kracht
chad hebben. Op een tafel lagen wat ge
reedschappen. Daar hod de wind het tafelkleed
omgeslugen cn hot merkwaardige -• was dat
kleed cn gereedschappen onder een zware
kachel terecht gekomen weren. De kachel moet
dus opgetild zijn. We vonden in ons huis qui-
tonties van een winkelier in de buurt. Op het
r'oscr lag ccn keurig cpgevouwen kussensloop
dat uit een kast van een onzer buren- gewaaid
moet zijn. Een tusschendeur lag een eind ver
der op stront. Bij een zilversmid is de étalage
weggewaaid. Enkele stukken zilver heeft men
teruggevonden in ccn beek. Merkwaardig is,
dat de wind het eenc heeft meegenomen, ma er
het andere h'eeft laten staan. Een schi'dciij
werd afgerukt, maar de spiegel cr naast bleef
hangen. In de kamer, waar dc brandkast vei-
svhoven was, is een mantel aan den kopstok
op hoor plaats gebleven.
Onderwijl gulste de regen naar binnen. En
toch was ons huis niet erg beschadigd. E* zijn
huizen yaar niets meer van over is. Dien
nvonrj. hebben we rust moeten zoeken in drijf
natte ledikanten onder vc.rrectmdo dekens, sa
menhokkend in de kamer die het minSt geleden
hod. Moor er waren menschen die heelemaal
geen ondeidak hadden.
Het ergste heeft wel de vrouw van den
kweel'er1 van de ploots Tuhantia geleden. Do
tuin ligt even buiten Borculo, #over de spoor
baan. De tuinder heeft met zong cn moeite zijn
tuin opgewerkt tot dc grootste van Borculo.
Hij kweekte vrijwel alles onder glas. De fomilie
vader, moedor en een kleine jongen von vier
jaar woonden tijdelijk in een schuur, omdat
on den weg een nieuw huis gebouwd werd.
Dc cycloon hield danig huis in den tuin. Geen
kas bleef gespaard. Maar ook de schuur ging
ondersteboven. De muren schoven over elkaar
cn het dak stortte in.
De man was voor zaken van huis. De moe
der in haar angst, greep haar lieveling cn
stortte zich in den cycloon. De bliksem ver
schafte hour het eenige licht. Moor links cn
rechts vlagen de glasscherven, boomen knapten
af, de vrüch'ren v'ogen door de lucht. Optor
nend togen de natuurkracht, de kleine aan haar
ooist gekne'd, 'iep zij nnar de spoorbaan, hulp
verw ichtend van den baanwachter. Mnor do
hoornen waren gesloten. De telegraafpalen
i>nnpten noosi haar af. Dc draden wonden zich
om haor voeten. Toch is dc vrouw onder do
bc< rière doorgeworsteld. Het kind huiide, was
angs;ig, wilde naar huis .en schreeuwde om
pappie. Wnt die vrouw in die enkele minuten
De wil is des menschen hoogste kracht.
TEGNER.
Naar het Engelsch van
DAVID LyALL
öO
„Wat deed hij hier vroeg Winnie en er
kwam iets scherps in haar stern, heigeen Sally
dadelijk voelde en wat haar pijn deed.
„Hij kwam naar zijn zuster vragen."
„Niet of hij niet zou weten, dat zij naar
Digswell gegaan is f Maak da je grootje wijs.
Ik geloof er niets van," zei Winnie smalend.
„Meer waarschijnlijk is, dat hij jou kwam op
zoeken."
Hierop gaf Sally geen antwoord. Zij voelde
de vijandigheid echter en vermoedde dat een
breuk tusschen haar beiden driegde.
Zij was er zich volkomen van bewust, dat
zij niet in alle dingen overeenstemden, en Win
nie was blijkbaar in een stemming om twist tc
maken.
Sally was inverschillig. Zij gaf niet langer
om de goede meehing van Winnie, noch was
zij erg op haar vriendschap gesteld. Haar groo-
te zelfzucht had alles bedorven.
„Wonneer kwam hij hier? Hoelang bleef hij,
en waar sprak hij over vroeg Winnie met
iets dreigends in haar stem.
„Hij kwam ongeveer te zes uur en bleef zoo-
Wat drie kwartier.
1 „En waar hebben jullie over gesproken?"
,,Den meesten lijd over jou. Het verveelde
mij razend. Hij kan over niets anders spieken."
Winnie's oogen die op kralen geleken, wend
den zich geen oogenblik af van het gelaat van
Sally, maar zij zag geen«kar.s iets in de uit
drukking ervan te lezen.
„Dat is heel belangrijk. Vertel mij wat hij
zei. Ik denk, dot hij mij heeft uitgescholden cn
dat jullie beiden mij hebt veroordeeld."
„Indien je dat wilt denken, doe het dein
Win; ik zal dc moeite niet nemen je tegen te
spreken."
„Natuurlijk Weet ik, wat jij denkt, dat hebt
je nooit voor mij verborgen. Je vindt, dat ik
uls 't ware den grond zou moeten kussen waar
op hij loopt en God op mijn knieën danken
dat hij mij getrouwd heeft Nu, dat doe ik niet
en als jij hem wilt hebben, neem hem gerust.
Nu weet je 't. 't Zou een goede oplossing van
alle moeilijkheden zijn."
Sally's gelaat stond strak en onbewegelijk.
Zij stond langzaam op en keek naar de deur.
„Je bent in een afschuwelijke stemming,
Winnie en mijn geduld is op. fndicn dat alles
is, wat je mij te zeggen hebt, daar is de deur
en kom niet weer terug voor jc geleerd
hebt hoe je je moe; gedragen on beleefd tegen
over onderen te spieken. Je moogt je humeur
botvieren op Jack Sherston als je wilt, maar
op mij zal ie t n'et doen, niet, zoolong ik.
nog van mij af kan pratten en wat achtir.g
voor mijzelf. Begrijp je me
Winnie begreep het uitstekend en innerlijk
bezweek zij even bij het zien van iets in Sal-
ly's oogen, dat zij er nog nooit in had waar
genomen.
„Je kan mij niet recht in de oogen zien,
Sally Withers en zeggen dat je je taak goed
vervuld hebt."
„Ik wil je niet in de oogen zien en ik wcnsch
in 't geheel niets te zeggen. Ik heb genoeg
I van je, totdat je geleerd zult hebben hoe je tc
gedragen'. Als je terugkomt en jc je veront
schuldiging maakt, zal ik met je spreken, voor
dien tijd niet. Goeden avond."
Zijn am haar zaakjes bij elkaar, knikte koel,
liep naar de trap en liet Winnie stijf van ver
bazing in de veranda zitten. Deze rookte haar
sigaret op, trok daar met een vreemde uit
drukking op haor gelaat haar handschoenen
aan cn verliet het huis.
Zij voelde zich vreeselijk rusteloos. Zij k? 1.
naar beide zijden Morylebone Road of cn liep
toen snel in de richting van Great Portland
Street. Toen zij aan het Welbeck Hotel kwam.
vette zij al hoor moet samen ging binnen en
vroeg in de portiersloge of mijnheer Sherston
thuis was.
Maaj zij hnd weer geen geluk. Want de ge
wone beambte was non haar soupier en dc
plaatsvervangster vergiste zich en antwoordde,
dat er niemand van dien naam in het hotel lo
geerde.
Daarna ging zij terug naar haar ontruimd?
kamers en maakte voor zich een armzalig
maaltje ldaar, ging vroeg naar bod en schieide
zich in slorp.
Een voor een ontvielen haar haar steunpun
ten cn zij was wnt bang voor de toekomst. In
dien Sherstcn dien avond laat was teruggeko
men, zou hem misschien een andere ontvangst
zijn te beurt gevallen en het verhaal zou snel
ler en gelukl :ger geëindigd zijn Hij zat alleen
in een van .de loges van de Empire, zonder
eenige belangstelling te koesteren voor de
voorstelling, hij verlangde slechts terug te zijn
bij zijn werk wniir een man althans voor een
oogenblik zijn persoonlijk verdriet kan verge
ten.
Hij vertrok den volgenden morgen met den
tretn van tieri minuien over half acht van Wa
terloo
HOOFDSTUK XVIIJ.
Het kleine station te Digswell was een der
aaidigste van de Great Western Line. £oo
dacht Cruce Sheiston toen zij er omstreeks
half zeven op een Vrijdagavond stil hield mei
het ponywagentje, om den namiddagsneltrein
j van PaJdingion af te wachten.
Zij liet het in de hoede van een jongen, aan
het station en liep het lange perron op en
neer, terwijl zij keek nat>r de vroolijke bloem
bedden en het mooie landschap dat zich tot
aon de zee uitstrekte.
Zij waren slecKts drie mijlen van Clevedon
en als de wind uit een zekere richting woei,
I kon men de eigenaardige zeelucht waarnemen
Moor de wind bracht op dien liefelijkcn Juni
avond geen zilte zeegeur over, er was ternau
wernood een koeltje te bespeuren. Het uitspan
sel was van her heerlijkst blauw, hier cn daar
met bleek gouden strepen, die overgingen in
vlammend purper, daar waar de zon onderging,
j Een verrukkelijke avond! Zij was er ter wille
van Sally blij om, dat het 'zoo mooi was.
Cruce Sherston zag er goed uit in haar een
voudig buiten-toilet, en men kon duidelijk zien
dat zij hier in haar clement was.
Iets zeer beschaafds, zelfbewusts en persoon
lijks kenmerkte haai bewegingen. En de teu
gels van een paaid hield zij heel gemakkelijk
vast.
Het had haor zelfs verbaasd te merken hoe
goed zij met een weerspannig paard wist om
te gaan, want zij had te Putney noch het rij
den met een paard, noch het berijden ervan
geleverd. Het zot in bloed. Zij wns een kind
van deze streek.
Haor gestalte was heel bevallig cn zij had
iets veerkrachtigs en waardigs in haar gang
dat door velen werd bewonderd. Zij had meer
kleur dan toen zij op het Ministerie van Oor-
log werkte, en haor heldere oprechte oogen
hadden het lorgnet niet meer noodig. Solly
had haar zien staan, toen de longe trein bin
nenkwam en toen Grace haastig naar haar toe
kwam, was zij reeds uitgestapt met haor een-
voudige reistasch, die al haar goed bevatte, dat
zij bijeen had kunnen brengen voor haar eerste
bezoek aan een aanzienlijk huis. Sally was veel
ie verstandig en ook te eenvoudig om veel geld
te besteden aan onnoodigc dingen, teneinde in-
j druk te maken op haar gastheer en gastvrouw.
I Zij geloofde dat zij gevraagd was tervville
van zichzelf, en dat zij vriendelijk voor haar
i zouden zijn zonder te verwachten, dat zij met
hup stijl zou kunnen wedijveren.
Zij kleedde zich geheel andere dnn Winnie
de mode verlokte Solly Withers in het ge
heel niet. Mrnr zij bezat een vreemd, nl was
i 't ook wnt ongepolijst, artistiek gevoel, dat
I haor terughield van harde .kleuren en schrille
j contrasten, of iets opvallends, dat de aandacht
j 'rok.
1 Zij had haar keus bepaald op kleeren die
haar goed stonden cn hield zich daaraan en
I dit eraf aan haar verschijning iets persoonlijks,
i Zij kocht ook altijd goede kleeren, wachtte
dnn liever totdat zij /e kon betnier, terwijl Win-
nie een massa goed^oope blouses, dunne rn-
ponnetjes en allerhande prulletjes kocht, omdat
ze nu eenmaal van verandering hield.
(Wordt vervolgd).