AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 15 Aug. 1925 feuilleton. TWEEDE BLAD. BINNENLAND. De gouden band. 24e Jaargang No. 40 Het makkelijkst van alles. (T^adruk verboden). Bij zekere gelegenheid zijn oordeel uit sprekend over de Parijsche Commune, zei de Russische schrijver Dostojevski: „Zij slaan hoofden af; waarom? Uitsluitend en alleen, omdat dit het makkelijkst van alles is. Iets degelijks te zeggen is vergelijkelijk veel moeilijker." Deze uitspraak veroordeelt het geweld als argument. Het lijkt bijna overbodig hier nog iets aan toe te voegen. Is het na de ver schrikkelijke uitbarsting van den wereld oorlog niet als algemeene overtuiging door gedrongen in alle lagen der bevolking van de gezamenlijke natiën, dat het g-eweld geen bewijskracht bezit? En toch gaat men kalm voort, het apparaat te bestendigen, dat slechts ten koste van de volkswelvaart in stand kan worden gehouden en dat te ge legener tijd dienen moet, om tegenover „den vijand" kracht bij te zetten aan het diplomatieke getuigenis. k Geweld is zulk een gemakkelijke bewijs grond. In een dorp van duizend menschen woont een idioot. Al die duizend menschen mogen nog zoo verstandig, redelijk, ont wikkeld zijn, wanneer de idioot een vuur wapen in handen heeft, kan hij op zijn eentje ze allen de wet stellen. •Maar laten we niet meer spreken over de noodlottige dwaasheid, die nog steeds macht uitoefent over de samenleving der volkeren. Eenmaal zal toch wel de dag aan breken, waarop deze barbaarsche methode van bewijsvoeren het loodje legt. Zal echter, zoo men de zwaarden tot ploeg scharen omsmeedt en de speren tot sikkelen, de gewoonte om zijn recht te toonen door den tegenstander het hoofd af te slaan, tegelijkertijd uit de wereld verdwijnen? Men kan ook in figuurlijken zin elkaar afmaken. Er zijn menschen, die meenen, dat een criticus ibijv. een taak heeft, al wat hem in handen komt, te vernietigen. Zij beschouwen den dagbladschrijver, die boe ken of tooneelvoorstellingen, schilderijen of muziekuitvoeringen moet 'beoordeelen, als een soort slager. Zij houden dezen functio naris voor een papieren beul, die zich van den baarlijken uitoefenaar van dit bloedig handwerk louter onderscheidt, doordat hij slechts in den geest het mcordluig hsn- teert. En inderdaad schijnen er onder de critici nog steeds te zijn, die zich op hun macht om te moorden verhoovaardigen en die dit beroep hebben gekozen, om hun sadistische neigingen bot te vieren. Zij slaan hoofden af, en de kast, waarin zij him ontzielde reputaties bij wijze van tropee bewaren, gelijkt op die van Blauw baard. Zij zijn de geestelijke 'koppensnellers, de wilden, die hun krijgsmansroem afmeten naar het aantal veroverde scalpen. Maar zijn deze lieden louter om de macht, waarmee zij de openbare meening terrori se eren, eerbiedwaardig? Berust hun gezag op bekwaamheid en inzicht? „De critiek is gemakkelijk", zegt het Fransche spreek woord en Dostojevski zou hieraan toevoe gen: „Zij slaan hoofden af; waarom? Uit sluitend en alleen, omdat dit het makkelijkst van alles is. Iets degelijks te zeggen is on vergelijkelijk veel moeilijker." Iets degelijks te zeggen, vergt inspanning en geduld. Iets degelijks te zeggen, vergt kennis en inzicht. Maar gemakkelijk kan men zich van zijn slachtoffers afmaken, door ze af te maken, zonder pardon. Het is het makkelijkst van alles. Ook voor den onderwijzer, den leeraar, den professor, die de moeilijke taak heeft, zijn leerlingen te examineeren. Er bestaan examinatoren, die ieder vreest. Er beslaan leerarejn, be ducht om hun straffen. Zij maken korte metten; hun strengheid is onvergefelijk; ze werken met onvoldoendes en laten zonder er zich druk over le maken, hun slachtoffers zakken. Ze meenen heele helden te zijn, dez« boemannen, maar geven door hun kras op treden, dat tenslo'.tc niets 'dan gemakzucht is, tiijk van grcote tekortkoming. Hoeveel moeilijker- is het, zich in een leerling le verdiepen, hem rustig en alzijdig te onder vragen, door te letten op allerlei schijnbare bijkomstigheden zn'in vermogens te peilen, hem op zijn gemak te stellen door gemoe delijkheid. Een kinderziel, een menschen- geest is geen handelswaar, die men ruw aanpakken kan bij het taxeeren; het is een fijn en gevoelig mechaniek, dat slechts me; de uiterste zorgvuldigheid kan worden be studeerd. Dit vergeten ook die ouders, die met straffe hand het regiment voeren over hun kroost. Roekeloos slaan zij de hoofden af omdat dit het gemakkelijkst van alles is en eerst wanneer" ze hun kinderen van zich hebben vervreemd en dezen hun eigen weg zijn gegaan, komen ze tot de overtuiging, dat ze toch beter hadden gedaan het te beproeven met iets degelijks te zeggen, hetgeen onvergelijkelijk veel moeilijker is. Hoeveel heetgebakerde menschen leven er in onzen kortaangebonden tijd, waarin te midden van haast en gejacht de gelegen heid tot rustig overleg ontbreekt? Gaat iets hun niet naar den zin, onmiddellijk leggen zij er het bijltje bij neer; komen zij met hun genooten in botsing, ze toonen een kop en draaien zich om. Zich den tijd niet gun nend, de vaak hopeloos verstrikte verwikke lingen te ontwarren, hakken zij den Gor- diaanschen knoop door en brouilleeren zich met hun familie, maken ruzie met hun vriend, scheiden zich van hun echtgenoot en ontbinden hun compagnonschap. Het lijkt zoo kordaat en flink, er kortweg een eind aan te maken; met geweld zich een uitweg te banen uit de moeilijkheden, die nu eenmaal gepaard gaan met alle vor men van menschelijk verkeer en maat- schappelijken omgang; maar het is met dit al het gemakkelijkst van alles. Hoofden of- slaan, men doet het niet alleen in oorlog of bij revolutie; wij maker^ er ons allen dagelijks aan schuldig en daarom is voor ons allen het woord van den Russischen schrijver overwegingsweard, als hij ons maant tot den onvergelijkelijk veel moei lijker weg van de redelijke oplossing. H. G. C.'WXEGIETER. De orkaan boven het Oosten van ons tand. Verholen van ooggetuigen. De heer Ir. B. P. Verèl schrijft aan het Vad. het volgende Het oude Borculo verloren l voorgoed Als ik hier ga trachten, een beeld te ge ven van de gewaarwoi dingen, die, wij, als bewoners van het kamp van de juniores der H.V.V. „Quick" bij Borculo, hebben ervaren die nooit-te-vergeten minuten, die zoo kort en wreed een eind mankten aan ors gezellig en gezond samenzijn, doe ik dat in de eerste pluats om nog eens te onderstreepen de tra giek van het lot, dat Borculo heeft getroffen, in de tweede als een „In Memoriam" voor dit vergeten plaatsje in den achterhoek, waar van de vernieling velen onzer heeft getroffen, bijna als het heengaan van een goed en trouw vriend. Wat Borculo was voor hem, die het kende, dankte het hoofdzakelijk aan het feit, dat het nog niet „ontdekt" was door de uitgaande ,men". Voor hem, die bekoord kon worden door eenvoud cn gemoedelijke landelijkheid, oic het mooie zag in den ouden, ouden wa- lei molen en in de verweerde, karakteristieke kerk en bovenal de vriendelijkheid en hulp vaardigheid van de bewoners kende, was ieder vei blijf er weer een nieu w genot. Borculo was ccn hoekje, waar nog geen zomergasten in razende vaart met knetterende auto's en motoren doorstoven; het was dc plaats, waar ik mijn familie met dc huifkar van het station moest gaan halen, toen zij ons kamp wilde bezoeken.' Hier geen mislukt mengsel van landelijkheid en modern comfort, zooals „erkende" pcnsionploatsen bijna altijd bieden; hier was het oude in een rustige tra ditie bewaord. Dit is voor mij de* grootc schade, Borculo aangedaan, die evenwel toch met officieelcn steun zal moeten worden hersteld, maar dan vooral de zekerheid dat de „ziel" van het stadje voor altijd zal zijn verpletterd. In den watermolen behóórden rotte planken; de mu ren van de kerk moésten verweerd zijn. Ik weet zeker, dat ik, als ik later Borculo weer zal terugzien, het niet meer zal zijn het Geldersche stadje, dat ik en velen met mij jaren heb Ieeren liefhebben, maar een her nieuwd, nuchter provinciaal stadje, met een verschrikkelijk brok geschiedenis. Een wilde vlucht door het noodweer. Het plekje, waar wij kompeerden, log aon dc Lcbbinkbeck, ongeveer twintig minuten ten westen van Borculo. Den gcheele bewusten Maandag was het schitterend weer geweest, tot wij, bezig met het bereiden van ons middagmaal, verontrust werden door eén dreigende lucht in het Zuid westen, die snel naderkwam. Terwijl bij ons het weer nog goed was, zagen wij boven Lochem 'n verschrikkelijk onweer woeden, waar bij het verwijderd gerommel geen oogenblik ophield. In haastig tempo werd het eten af gekookt om klaar te zijn. vóór de regen zou komen. Om half zeven begon het te regenen, waarop de jongens in de tenten gingen, ter wijl ik nog even op het eten bleef letten. Toen kwamen de verschrikkelijke oogen- blikken. die wel niemand onzer ooit zal ver geten. Ontelbare bliksemflitsen schoten in het v cstcn neder, steeds nader rommelde de don der. Toen een verschrikkelijke ontlading vlak boven ons. een verblindend licht en ook ik vluchtte in de tent. Het was toen nog wind stil, moor zoo donker, dat wij kaarsen aan moesten steken. Dat is ons behoud geweest, want daardoor moest ik naar een andere tent, om ook een kaars te brengen. Ik haastte mij er door den plasregen heen, en nauwelijks was ik daar, of een ontzettend, nergens mee te vergelijken geraas en gedonder naderde uit het westen. Ik vloog de tent uit. De gehcelc hemel had ccn vuilgele kleur, waarlangs dikke roetzwarte wolken zeilden; het regende nog steeds, maar dc wind was nog niet sterk. Ik ging naar mijn eigen tent terug, cn toen k daar was, begon het plotseling. Het vuur, waarop wij hadden gekookt, weid uit elkaar gewerveldvonken en vlammende stukken hout vlogen in razende vaart het bosch in lk wildé er heen gaan, om te trachten het ie doovcn, toen een reuzengroote den, geen tien meter van onze tenten, werd ontworteld en met een verschrikkelijKen smak op den grond plofte. De oogcnblikken die hierop .volgden, zijn niet le beschrijven. Ik rende "de tenten langs, schreeuwend „Er uilËr uit I" Nauwelijks waren alle tenten ontvolkt, of een ervan werd door een vallenden populier, eenige possen van ons verwijdert^ in elkaar gedrukt. Toen begon een vreeselijks jacht door het bosch. met regen, hagel en den buikenden wind om ons. Wonder boven wonder beréikten wij den landweg, die naar een bevrienden boer vo.-rde, bij wien wij wilden gaan schuilen. Juist wilden wij deze plaats oprennen, toen vlak voor ons twee dennen om den weg vielen, cn dien geheel versperden. |We moesten nu rechts af, over prikkeldraad, door broambosschen, door greppels, waarbij wij zooveel mogelijk trachtten de hooge boo- men te vermijden. Midden in een weiland werd er vlug geteld d'e vrees voor het onweer was ondergeschikt geworden waarbij wij ge lukkig allen bijeen bleken te zijn. Toen weer een haastige jacht, de sloot doorwaad, en wij waren in den stal van „Baas Veldink", waar wij ons gered voelden. Hoe weinig dochten wij.' toen wij ons veilig achtten in het stevige huis gedroogd en voor den van droqie boezeroenen en broeken van den vriendelijken boer, dat het naderhand een wonder zou blijken, dat juist deze boerderij werd gespaard, dat overal in den omtrek huis aan huis was platgeslagen, of van het dak be roofd Hoe beklaagden wij een boer, toen na de bui bleek, dat zijn schoorsteen was afge waaid, en twee appelboomen waren ontwor* teid I Nauwelijks waren wij in de woonkamer, of de bui was voorbij. Deur cn blinden gin gen open een zacht regenlje drupte nog neerdc zon kwam even door, eneen schitterende regenboog prijkte aon den hcmell O, dat wonder, dat wij „de Natuur" noe men f Het gespoorde kamp. Om bij half ach( gingen een paar ouderen met mij naar het kampplekjc, dat wij over cn langs omgevolleh boomen bereikten. Do plek, waaraan zooveel mooie en aardige her inneringen woron verbonden waar zoo vaak het kampvuur had opgevlamd tusschcn de boo men, die nu geknokt neerlagen, was een ruïno Kris en kras logen de boomen dooreen, en daaronder, als door een wonder, alle tenten, nog geheel intact, ons goed droog, de knarsen nog brandende I Wij verkleedden ons gouw, om naar dc stad tc gaan, waar ik mij voor stelde, nog te gaan eten 1 Dc ontzettende ontdekking. Op weg bereikten ons dc eerste berichten, cn zogen wij de schade, aan de boerderijen aongedtian. Een koe gedood hier een schuuj kapot daar. Alle wegen bleken versperd, klim mend cn klauterend, door warnetten van licht en telefoondraden kwamen wij aan de spoor baan, die vrij begaanbaar was. Ook hier ver woestingen, seinpalen meters ver het wejland ingeslingerd, telefoondraden wild dooreen, ge heel behangen met opgewaaid stroo en hooi Maar toen dot vreeselijke gezicht, bij dc bocht van de baan, waar aiiijd Borculo zoo lief cn vriendelijk tusschen het groen te zien was I Naakte daken honderden ge knokte of ontwortelde boomen de stompen van de kerktorens, waarvan het bovendeel werd afgerukt En nis achtergrond daarvan in het oosten een dreigend zwarte hemel, de wegtrekkende bui, die elders zijn werk ging verrichten, en scherp daartegen afstekend een rosige vlommcnzec, de brandend? fabriek Tegen achten kwumen wij in Borculo zeil, waar wij een ellende meemaukten, waorvon alleen de herinnering mij nu nog doet huive ren. A.lle straten versperd door boomen, bal ken, heele kozijnen met brokken muur, cn be dekt met een dikke loog ponnen on glasscher ven. Daartusschcn de gewonden di? werden weggeleid, schreiend? kinderen, het geklop van de bijlen van hen die het opruimingswerk be gonnen waren in 't halfduister, de schrikke lijk?-verhalen. En tc midden van al die ellende bleek ons, dat de mcesten van onze goede Porrulosche rienden nog in de ergste oogcnblikken, toen alles rond hen barstte on schokte, nog aan ons hadden gedacht, en om ons bezorgd waren geweest I Steunt allen Ik zal geen details verholen, die reeds meer dan bekend zijn. Maar wel wil ik een beroep deen op allen die kunnen steunen. Denkt niet, als er „nu al weer" een collecte komt„lk kan wel aan den gang blijven"; dat kunt U niet. Want de menschen, die ginds getroffen zijn, dragen een leed, dat door finan- cieelen bijstond nog slechts zeer gedeeltelijk kan worden gelenigd. Maar zij hopen, ja, zij rekenen op den steun van héél Nederland. 's Maandags morgens was ik bij den lieer Wijers, eigenaar van Hotel Stad Borculo, een van die menschen, die altijd klaar stonden, om, waar noodig, te helpen. Wij spraken samen over het feit, dat Borculo zoo weid „vergeten" door de pensiongasten hij ontvouwde mij met enthousiasme plannen, die erop aanstuurden, van Borculo meer een pensionplaats te maken vertelde mij van een Gids voor Borculo die in voorbereiding was. En aun den avond van denzelfden dag een romp stond er nog van wat eens zijn ge zellig en flink hotel was geweest. Hij zelf te midden tusschen puin en scherven, gelaten zijn lot dragend „Ach we hebben het leven neg, en duoi mogen we donkhaar voor zijn I" Ik vertel dit, omdut ik ermee hoop te berei ken, dat na jaren, als de „Ramp te Borculo" weer een stuk geschiedenis is, alle menschen, die nu zoo onder den indruk zijn, ook nog eens aan Borculo zullen denken, als zij hun zomer buiten gaan doorbrengen. Ik weet wel, dat het veler oogen, veel „kcoker" is, naar Zwitserland of de Rivièrn te trekken, maar ik bezweer U, dat het 't „keckst" is, ei«jen Inndgenooten te helpen om te genezen na een slag als hun nu is toegebrdht Hoe de cycloon heeft huisgehouden. Een lezeres schrijft aan het Vod. Nog nerveus van den dobigestonen schrik en ellende deed een vriendelijke abonnéo, dio toevallig in Borculo logceroo toen de cycloon het stadje verwoestte het volgende verhaal Het huis waar ik logceide had aan den concn zijkont cn den voorkont romen. De cycloon heeft het aan den zijkont aangegrepen. Wij waren juist aan oen maaltijd. Do zware don- derbank bracht een unheimische duisternis mede. De bliksem was niet van de lucht. Wo ctokken ons terug in een kleine ochteikamer, deden de gordijnen dicht cn staken de lomp op. Plotseling floepte het licht uit. Er kwam iels geweldings in huis. De ruiten knapten, wij werden opgenomen en in een gong geduwd. Tegen clkonr gedrongen, bleven wij daar ang stig staan, denkend dat dit het einde zou zijn. Zeker was de bliksem in ons huis 'geslapen. We hoot der. hoe het op zo'der kraakte. Hoe het glos rinkelde. Hoe dc muren bezweken No al dat iawoni werd het plotseling angstig stil. We tiokkcn de deuren open, renden naar buiten, keken veiboosd om ons heen, want bet huls naast ons en het buis daarnaast cn alle hui zen, jc de heele straat Borculo was verwoest. Het d» ong niet toi ons door ho? verschrikke lijk het eigenlijk was, we waren verwonderd nog tc leven. Maar toon we tot onszelvo kwa men, toen wc op ondeizoek gingen naar he: weinige dat over was cn het ve'e dat er niet meer was. toen realiseerde ieder voor zich dat het een romp was. De cycloon was aan de achterzijde binnen gekomen. De achtermuur was in den tuin ge vallen. Op de eerste v?:dieping waren de ledi kanten opgenomen cn weggesmakt, De deur was gekraakt, de ecne helft log op dc zolder trap, de andere hc'ft in het benedenhuis. Niet alleen de schilderijen, ook het behangsel was van den muur 'gerukt. Een brandkast was van haar plaats geti'o'. Opvallend was hoeveel vuil en stof de cy cloon meegevoerd heeft. Een opengerukte linnenkast was met modder bespoten. De wind moet een wervelende kracht chad hebben. Op een tafel lagen wat ge reedschappen. Daar hod de wind het tafelkleed omgeslugen cn hot merkwaardige -• was dat kleed cn gereedschappen onder een zware kachel terecht gekomen weren. De kachel moet dus opgetild zijn. We vonden in ons huis qui- tonties van een winkelier in de buurt. Op het r'oscr lag ccn keurig cpgevouwen kussensloop dat uit een kast van een onzer buren- gewaaid moet zijn. Een tusschendeur lag een eind ver der op stront. Bij een zilversmid is de étalage weggewaaid. Enkele stukken zilver heeft men teruggevonden in ccn beek. Merkwaardig is, dat de wind het eenc heeft meegenomen, ma er het andere h'eeft laten staan. Een schi'dciij werd afgerukt, maar de spiegel cr naast bleef hangen. In de kamer, waar dc brandkast vei- svhoven was, is een mantel aan den kopstok op hoor plaats gebleven. Onderwijl gulste de regen naar binnen. En toch was ons huis niet erg beschadigd. E* zijn huizen yaar niets meer van over is. Dien nvonrj. hebben we rust moeten zoeken in drijf natte ledikanten onder vc.rrectmdo dekens, sa menhokkend in de kamer die het minSt geleden hod. Moor er waren menschen die heelemaal geen ondeidak hadden. Het ergste heeft wel de vrouw van den kweel'er1 van de ploots Tuhantia geleden. Do tuin ligt even buiten Borculo, #over de spoor baan. De tuinder heeft met zong cn moeite zijn tuin opgewerkt tot dc grootste van Borculo. Hij kweekte vrijwel alles onder glas. De fomilie vader, moedor en een kleine jongen von vier jaar woonden tijdelijk in een schuur, omdat on den weg een nieuw huis gebouwd werd. Dc cycloon hield danig huis in den tuin. Geen kas bleef gespaard. Maar ook de schuur ging ondersteboven. De muren schoven over elkaar cn het dak stortte in. De man was voor zaken van huis. De moe der in haar angst, greep haar lieveling cn stortte zich in den cycloon. De bliksem ver schafte hour het eenige licht. Moor links cn rechts vlagen de glasscherven, boomen knapten af, de vrüch'ren v'ogen door de lucht. Optor nend togen de natuurkracht, de kleine aan haar ooist gekne'd, 'iep zij nnar de spoorbaan, hulp verw ichtend van den baanwachter. Mnor do hoornen waren gesloten. De telegraafpalen i>nnpten noosi haar af. Dc draden wonden zich om haor voeten. Toch is dc vrouw onder do bc< rière doorgeworsteld. Het kind huiide, was angs;ig, wilde naar huis .en schreeuwde om pappie. Wnt die vrouw in die enkele minuten De wil is des menschen hoogste kracht. TEGNER. Naar het Engelsch van DAVID LyALL öO „Wat deed hij hier vroeg Winnie en er kwam iets scherps in haar stern, heigeen Sally dadelijk voelde en wat haar pijn deed. „Hij kwam naar zijn zuster vragen." „Niet of hij niet zou weten, dat zij naar Digswell gegaan is f Maak da je grootje wijs. Ik geloof er niets van," zei Winnie smalend. „Meer waarschijnlijk is, dat hij jou kwam op zoeken." Hierop gaf Sally geen antwoord. Zij voelde de vijandigheid echter en vermoedde dat een breuk tusschen haar beiden driegde. Zij was er zich volkomen van bewust, dat zij niet in alle dingen overeenstemden, en Win nie was blijkbaar in een stemming om twist tc maken. Sally was inverschillig. Zij gaf niet langer om de goede meehing van Winnie, noch was zij erg op haar vriendschap gesteld. Haar groo- te zelfzucht had alles bedorven. „Wonneer kwam hij hier? Hoelang bleef hij, en waar sprak hij over vroeg Winnie met iets dreigends in haar stem. „Hij kwam ongeveer te zes uur en bleef zoo- Wat drie kwartier. 1 „En waar hebben jullie over gesproken?" ,,Den meesten lijd over jou. Het verveelde mij razend. Hij kan over niets anders spieken." Winnie's oogen die op kralen geleken, wend den zich geen oogenblik af van het gelaat van Sally, maar zij zag geen«kar.s iets in de uit drukking ervan te lezen. „Dat is heel belangrijk. Vertel mij wat hij zei. Ik denk, dot hij mij heeft uitgescholden cn dat jullie beiden mij hebt veroordeeld." „Indien je dat wilt denken, doe het dein Win; ik zal dc moeite niet nemen je tegen te spreken." „Natuurlijk Weet ik, wat jij denkt, dat hebt je nooit voor mij verborgen. Je vindt, dat ik uls 't ware den grond zou moeten kussen waar op hij loopt en God op mijn knieën danken dat hij mij getrouwd heeft Nu, dat doe ik niet en als jij hem wilt hebben, neem hem gerust. Nu weet je 't. 't Zou een goede oplossing van alle moeilijkheden zijn." Sally's gelaat stond strak en onbewegelijk. Zij stond langzaam op en keek naar de deur. „Je bent in een afschuwelijke stemming, Winnie en mijn geduld is op. fndicn dat alles is, wat je mij te zeggen hebt, daar is de deur en kom niet weer terug voor jc geleerd hebt hoe je je moe; gedragen on beleefd tegen over onderen te spieken. Je moogt je humeur botvieren op Jack Sherston als je wilt, maar op mij zal ie t n'et doen, niet, zoolong ik. nog van mij af kan pratten en wat achtir.g voor mijzelf. Begrijp je me Winnie begreep het uitstekend en innerlijk bezweek zij even bij het zien van iets in Sal- ly's oogen, dat zij er nog nooit in had waar genomen. „Je kan mij niet recht in de oogen zien, Sally Withers en zeggen dat je je taak goed vervuld hebt." „Ik wil je niet in de oogen zien en ik wcnsch in 't geheel niets te zeggen. Ik heb genoeg I van je, totdat je geleerd zult hebben hoe je tc gedragen'. Als je terugkomt en jc je veront schuldiging maakt, zal ik met je spreken, voor dien tijd niet. Goeden avond." Zijn am haar zaakjes bij elkaar, knikte koel, liep naar de trap en liet Winnie stijf van ver bazing in de veranda zitten. Deze rookte haar sigaret op, trok daar met een vreemde uit drukking op haor gelaat haar handschoenen aan cn verliet het huis. Zij voelde zich vreeselijk rusteloos. Zij k? 1. naar beide zijden Morylebone Road of cn liep toen snel in de richting van Great Portland Street. Toen zij aan het Welbeck Hotel kwam. vette zij al hoor moet samen ging binnen en vroeg in de portiersloge of mijnheer Sherston thuis was. Maaj zij hnd weer geen geluk. Want de ge wone beambte was non haar soupier en dc plaatsvervangster vergiste zich en antwoordde, dat er niemand van dien naam in het hotel lo geerde. Daarna ging zij terug naar haar ontruimd? kamers en maakte voor zich een armzalig maaltje ldaar, ging vroeg naar bod en schieide zich in slorp. Een voor een ontvielen haar haar steunpun ten cn zij was wnt bang voor de toekomst. In dien Sherstcn dien avond laat was teruggeko men, zou hem misschien een andere ontvangst zijn te beurt gevallen en het verhaal zou snel ler en gelukl :ger geëindigd zijn Hij zat alleen in een van .de loges van de Empire, zonder eenige belangstelling te koesteren voor de voorstelling, hij verlangde slechts terug te zijn bij zijn werk wniir een man althans voor een oogenblik zijn persoonlijk verdriet kan verge ten. Hij vertrok den volgenden morgen met den tretn van tieri minuien over half acht van Wa terloo HOOFDSTUK XVIIJ. Het kleine station te Digswell was een der aaidigste van de Great Western Line. £oo dacht Cruce Sheiston toen zij er omstreeks half zeven op een Vrijdagavond stil hield mei het ponywagentje, om den namiddagsneltrein j van PaJdingion af te wachten. Zij liet het in de hoede van een jongen, aan het station en liep het lange perron op en neer, terwijl zij keek nat>r de vroolijke bloem bedden en het mooie landschap dat zich tot aon de zee uitstrekte. Zij waren slecKts drie mijlen van Clevedon en als de wind uit een zekere richting woei, I kon men de eigenaardige zeelucht waarnemen Moor de wind bracht op dien liefelijkcn Juni avond geen zilte zeegeur over, er was ternau wernood een koeltje te bespeuren. Het uitspan sel was van her heerlijkst blauw, hier cn daar met bleek gouden strepen, die overgingen in vlammend purper, daar waar de zon onderging, j Een verrukkelijke avond! Zij was er ter wille van Sally blij om, dat het 'zoo mooi was. Cruce Sherston zag er goed uit in haar een voudig buiten-toilet, en men kon duidelijk zien dat zij hier in haar clement was. Iets zeer beschaafds, zelfbewusts en persoon lijks kenmerkte haai bewegingen. En de teu gels van een paaid hield zij heel gemakkelijk vast. Het had haor zelfs verbaasd te merken hoe goed zij met een weerspannig paard wist om te gaan, want zij had te Putney noch het rij den met een paard, noch het berijden ervan geleverd. Het zot in bloed. Zij wns een kind van deze streek. Haor gestalte was heel bevallig cn zij had iets veerkrachtigs en waardigs in haar gang dat door velen werd bewonderd. Zij had meer kleur dan toen zij op het Ministerie van Oor- log werkte, en haor heldere oprechte oogen hadden het lorgnet niet meer noodig. Solly had haar zien staan, toen de longe trein bin nenkwam en toen Grace haastig naar haar toe kwam, was zij reeds uitgestapt met haor een- voudige reistasch, die al haar goed bevatte, dat zij bijeen had kunnen brengen voor haar eerste bezoek aan een aanzienlijk huis. Sally was veel ie verstandig en ook te eenvoudig om veel geld te besteden aan onnoodigc dingen, teneinde in- j druk te maken op haar gastheer en gastvrouw. I Zij geloofde dat zij gevraagd was tervville van zichzelf, en dat zij vriendelijk voor haar i zouden zijn zonder te verwachten, dat zij met hup stijl zou kunnen wedijveren. Zij kleedde zich geheel andere dnn Winnie de mode verlokte Solly Withers in het ge heel niet. Mrnr zij bezat een vreemd, nl was i 't ook wnt ongepolijst, artistiek gevoel, dat I haor terughield van harde .kleuren en schrille j contrasten, of iets opvallends, dat de aandacht j 'rok. 1 Zij had haar keus bepaald op kleeren die haar goed stonden cn hield zich daaraan en I dit eraf aan haar verschijning iets persoonlijks, i Zij kocht ook altijd goede kleeren, wachtte dnn liever totdat zij /e kon betnier, terwijl Win- nie een massa goed^oope blouses, dunne rn- ponnetjes en allerhande prulletjes kocht, omdat ze nu eenmaal van verandering hield. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5