^'wo"!""9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 12 Sept. 1925 DERDE BLAD. BINNENLAND. •i Parijsche Brieven. f CCCXXXVÏÏL -1- Parijs, 31 Augustus 1925. Vacanlie-eind. Zomersche vreem delingen, owaronder vele Hollan ders. VersChfïInreiskosten. Nog eens de Tentoonstelling. Het Pa viljoen der stad Parijs. Vakonder wijs en lager onderwijs. Prachtige resultaten. Het oordeel van be voegden, ook over het onderwijs in de koloniën. Als de Septembermaand nadert, beginnen de karaVaan-reizigêrs hier zeldzamer te worden. De Kolder-de-bolder achter elkaar door de stra ten gierende' autocars der reisagenturen spottend „veewagens" genoemd, welker in zittenden in-twee dagen Parijs moeten leeren kennen, zooals hunne soortgenootcn het in drie dagen heel Holland moeten doen, verdwijnen uit dc cfrculatie en de Parijzenaars, die hun vacöTxtiemaand Augustus in het een of andere ,.trou-pas-cher" in weinig vreugde en veel leed doorbrachten, kondigen hun terug keer aan, als kwamen zij zero per r a p i d e van Deauville of van Biarritz, uit Vichy of uit Aix- les-Bams. Ook komen nu aan de gares Saint- Lazore en du Nord met echte sneltreinen van de Kanaalkust de rijke Engelschen per eerste klasje gast, en de „gezeten" Fransche burgers, na $en lange, weldadige zomervacontie per tweede klas huiswaarts. Dat 's een karakteristiek voor dit korte tijd perk van vacontie-eind. Onze burgers laten de beste plaatsen op reis aan de Britich friends over. Zij moeten wel, de hooge spoorwegtarie ven dwingen hen er toedeze zijn voor die vrienden met hunne ponden sterling geen be zwaar, wat hen in stilte, want men ziet ze toch graag en ontziet zo daarom nog al eens verweten wordt. Het is het evenmin voor de Hollanders, die het in hun land ouder ge woonte reeds kalmer aanlegden, maar nu, schijnt het, door de zeer hooge tarieven ge dwongen, zich er aan gewend hebben, heel democratisch dus on-Hollandsch derde klas te reizen. Een treffend voorbeeld van de prijsverschillen der spoorwegtarieven in Hol land en in Frankrijk cn in België leverde *mij onlangs een mij bekend doctor uit Utrecht, die met zijn vrouw hierheen was gekomen per derde klas tot Antwerpen, cn vandaar naar Pa rijs per tweede klas. De eerste, veel kleinere helft van die reis, had hemjuist evenveel ge kost als de tweede grootere helft Het lijkt wel dat er ieder jaar, -voornamelijk in de maand Augustus, meer vreemdelingen naar Parijs komen „wij hebben nog nooit zooveel Amerikanen gehad" hoorde ik meer dan eens uit den mond van dezen of genen hotelhouder, en mij kwam het voor, dat de Hollanders daaronder een toenemend contin gent vormen. Met een paar goede vrienden van daar ben ik er in de, stad en in de om geving eenige malen op uft geweest, en overal, zelfs op de plaafsen waa^i& dït nietverwacht had, hebben wij blollandscjt om en naast ons hooren spreken. J Bc geloof niet dat cnVeL de Tentoonstelling daartoe reden geeft. M^cht dit zoo zijn, dan hebben zij nog gelijk d<?ze. reden te kiezen, om tevens van Parijs zelf iets meer te zien. Want Parijs en de Tentoonsteljing zijn twee welon- derscheiden steden, zelfs in het cosmopolitisme, dat een hunner karakterzijden is. Is het een tra ditioneel, de ander is voorbijgaand, het een klassiek, de ander modern het een en de an der zijn decoratief, 'maar van tweeërlei soort, beide zijn onuitputtelijk, schoon, verrassend. Verrassend bovenal, want zoo ik mij nu al leen tot de Tentoonstelling bepaal in dit domein der moderne en industrieele kunsten doet men, telkens wanneer men er komt, nieu we ontdekkingen van curieuse of interessante zaken, die bij vorige malen onopgemerkt waren gebleven. Een paar dagen geleden nog voerde ik er een mijner oude Hollandsche vrienden rond, den stichter én oud-directeur van het School museum in Den Haag, die deze nuttige weten schappelijke instelling onder zijn dertienjarig beheer met geduld en met d^gelijksche inspon ning en toewijding had opgebouwd tot een mode op dit gebied. Hij had er al wat rond gedoold en op vele plaatsen met aandacht een kijkje genomen; wat hem echter het meest aanging was hem ontsnapt dat gaat meer zoo met menschen, die op dit veelzijdige ter rein onvoorbereid ronddolen van onderwijs, in hët bijzonder vakonderwijs, had hij niets gezien. Daarom nam ik hem mee naar het Pavilion de la Ville de Paris, dat een der „mer- veilfes" der Tentoonstelling is. Dit groote, mooie paviljoen, met z'n keurigen, breed-uit aapgelegden tuin er voor en gedeeltelijk er om, staat aan den Cours la Reine, tusschen den dngang aan de Place de la Concorde en het Petit Palais (dit laatste is wel niet in het ten toonstellingsterrein begrepen, maar voor de orienteering lijkt mij deze plaatsaanduiding het eenvoudigst) Dit fraaie gebouw, welks stijl niets vertoont van een hopelooze poging om toch vooral zoo weinig mogelijk op oude stijlen te gelijken, en tooh zeer modern en daarom sierlijk is, bestaat uit twee aan elkaar gelijke vleugels, in het mid den gescheiden door een rotonde met vesti bule. De vleugel naar rechts (voor hem die de vestibule inkomt) is geheel ingenomen door het vak-onderwijs, dat gegeven wordt in de gemeentelijke écoles professionnelles onzer stad, met de bekende Ecole Estienne voorop. Breed uitgestald en overvloedig verlicht, zijn daar open en in glazen kasten uitgestald de werkmiddelen en werkstukken in die scholen gebruikt en uitgevoerd, zoo geschikt, dat men er de onderwijsmethoden vanzelf uit lezen kan. Mechaniek, smeedwerk, boekbinderij/ horloge rie, pottebakkerij, weverij, borduurderij, deco- ratie-teekenen, van dit alles zijn er onderdeelen cn werkstukken te zien; het bedrijf der ver maarde Parijsche naaisters is^er compleet te volgen, vanaf de eenvoudigst^ werkstukken tot elegante japonnen, wandel- en soirée-toiletten, die allen zijn saamgebracht in de onderafdee- ling „Le Chic"echt Parijsch, niet waar Aan het einde der omwandeling door dezen vleugel zijn een paar reeksen poppen uitgestald door leerlingen, aangekleed naar modellen, ontleend aan historische, regionale of koloniale costu mes, of wel aan figuren uit de sprookjeswereld. De rotonde is ingericht als een wintertuin bin nenshuis, met een fontein in het midden, en eenvoudig sierlijk gemeubeld. In den anderen vleugel, die uit onderling verbonden vertrekken is saamgesteld, worden ons kijkjes gegeven op de wereld der lagere scholep. Dat begint met een „Jour de fête lecole", waar de kinderen bezig zijn het lokaal voor het feest te versie ren. Dan vinden wij er leerkamers, ook waar aan de jeugd het huiswerk en naaien en strij ken, koken en bakken geleerd wordt Deze hoogst interessante reeks, welker onderdeelen alle door de schoolkinderen zeiven zijn vervaar digd (aan ieder vertrek is een lijst bevestigd, waarop de namen der scholen vermeld staan, die aan de somenstelling er van hebben deel genomen), wordt besloten met een tafereel uit het sprookje van „Asschepoester". Ik kan niet zeggen hoe opgetogen mijn vriend was over hetgeen hij in dit „Paviljoen der stad Parijs" gezien had „Zoo iets vindt men bij ons nietaan zooicts is bij ons geen den ken". Dat was de lof van dezen bevoegden be- oordeelaar. En hoe dikwijls heb ik het onder wijs in Holland zelfs hier hooren mis kenen. Het is hen (misschien) te vergeven want zij wisten niet wat zij deden. Dat het niet alleen in Frankrijk zelf zulk een lof verdient, maar ook in de koloniën, kan men in een paar paviljoens der koloniale sectie zien. En nu denk ik aan hetgeen mij onlangs door een mijner Hollandsche vrienden, die te Nice woont, werd verteld. Nog niet lang geleden hield zich hier op een hooggeplaatst ambtenaar uit Nederlandsch-Indië, die regelrecht uit Algerië kwam, na een studiereis door de Fransche ko loniën te hebben gemaakt, en er openlijk voor uitkwam, dat hij nergens het onderwijs voor inlandsche kinderen en jongelieden zoo vol maakt en doeltreffend had gevonden als in Fronscb-Afrika langs de Middellandsche Zee; en dat het ook in anderen dier koloniën beter was dan in die van zijn vaderland/ Dat Frankrijk- voor velen mijner londgenoo- ten nog een onbekend land is, kon ik al zoo menigmaal constateeren. Dat er hier voor hen heel veel te leeren en te woardecrcn valt, be wijst zelfs deze tentoonstelling. DOTEN. Uit de Per». HET TRACTAAT MET BELGIË. Wat de gevolgen zullen zijn van een evcntucele verwerping door de Tweede Kamer. In de Chiist.-hist. „N ederlander" be spreekt de heer R(utg^rs) van R(ozenburg) de vraag wat het gevolg zou kunnen zijn van een verwerping van het verdrag door onze Statcn- Gencraal. In Februari 1919 weid door den Conseii Suprème ccne commissie.benoemd om rap port in zake de herziening uit *e bi'engen» Overeenkomstig dat rapport werd 8 Maart door den Conseii een besluit tof hei'zicniri'g genomen, waarbij het algemeen doel van die herziening werd vastgesteld als boven aangegeveneen doel, dat zich uitge sproken richtte 'tegen de NederJondsche hoogheidsrechten. Dank zij het krachtig verzet van de Ne- derlandsche vertegenwoordiging weid daar op ter conferentie van de ministers van Buitenlandsche Zaken van de vijf grocte mogendheden met die van Nederland en België op 4 Juli d.a.v. 't volgende beslui* genomerf: „De geallieerde cn geassocieerde mo gendheden, de noodwendigheid der herzie ning van de veidragen van 1859 erkend hebbende, vertrouwen aan een commissie, omvattende de vertegenwoordigers van de Verecnigdc Staten van Amerika, het Brit- sche Rijk, Frankrijk, Italië, Japan, België en Nederland de taak toe der bestudeering van de maarregelen, die uit die herziening moeten voortvlo.eien en voorsteden te doen, die niet mogen medebrengen overgang van territoriale sou- vereiniteit, noch vestiging ven 1 international© servituten. Uit de door ons gespatieerde woorden blijkt bet enorme veilschil met de reso^tie van 8 Maart cn hef onschatbare voordeel, door onze regeering behaald. De daarop ingestelde commissie kwam in Maart 1920 tof overeenstemming no pens den inhoud der ievisie, welke over eenstemming ten grondslag heeft gelegen aan hec den 5en April j.k geteekend trac- taat- Werd dit tractoat nu door het Neder- landsch parlement niet goedgekeurd, wa: dan Blijkens de voorgeschiedenis van de revisie zijn daarin twee phasen te onder scheiden die van 8 Maart en die van 4 Juni 1919. Komen wij nu door de verwerping terug in de phase van 4 Juni Dan zal de toen benoemde commissie op den grondslag dieT resolutie nieuwe onderhandelingen moeten beginnen, maar die zal nu ge schieden in een sfeer, die dooi de ver werping door het Nederlandsch parlement van het door Engeland of Frankrijk reeds goedgekeurde tractaat van 3 April er voor Nederland wel nie'r beter op zal geworden zijn I Dat de kans groot is, dat die commissie het eens wordt over voorstellen, die voor Neder land voordeeligcr en dus voor België na- deeliger zijn, zal wel niemand gelooven. Mocht de commissie echter bij meerder heid van stemmen voor Nederland ongun stige vooistellen doen, welke de goedkeu ring van den Conseii Suprème verkrijgen, don behoeft onze souvereine regeering die niet te aanvaarden, zal men zeggen. Ac- cocrd.maar men zal moeten erkennen, dat het uiterst gevaarlijk is, zich' tegen over machtige tegenstanders steeds tot eene verdedigende, afwerende houding te mceten bepalen. Zal Nederland zich bi? voortduring kunnen blijven verzetten tegen den krachtigen aandrang van de gtoo'ce mogendheden, die de herziening nu een maal noodzakelijk achten cn coüte que cotite zullen trachten door te zetten Wij vreczen I Maar er is o. f. een0 Andere mogelijk heid, die nog oneindig gevaarlijker voor ons is. Wanneer hcc tioctaat door Neder land verworpen wordt, zal men dan niet van andere zijde het standpunt innemen, dat daardoor de taak van do bij resolutie van 4 Juni 1919 benoemde commissie en mitsdien die resolutie zelve vervallen is, zoodat do situatie van 8 Maart 1919 her leeft cn de geheele kwestie wederom ab initio open woidt Zijn de bezwaren tegen het voorliggend tractaat, waartegenover, naar wij trachtten aan te toonen, ook be langrijke voordeden staan, van dien aard, dat wij eene herhaling van die buitenge woon gevaarlijke situatie moeten wogen Dc uiterst bekwame stuurman van het kleino Nederlandsche scheepjes is er tus schen 8 Maart en 4 Juni 1919 in geslaagd het zonder ongelukken tusschen die ge- vaailijke onnexatie-kjippen door te sturen: zal dit een tweede maal gelukken Moeten wij dat scheepje nog langer op dc ge vaarlijke zce laten rondzwalken eft af wachten, dat Belgic, gerugsteund door Frankrijk, het gunstige oogenblik voor een nieuwen aanval kiest Dat wai'e toch in strijd met den eisch van goede strategie, die gebiedt het initiatief zelf in handen "te houden. Wij vertrouwen, dat de minister in dc Memorie van Antwoord en bij dc behan deling in de Kamers duidelijk zal weten te maken, waarom Z.Exc. dit trnctaat op 3 April meende te mogen tcekencn, al zullen wij er daarbij tekening mede moeten houden, dat do minister zich over inter national combinaties en gevaren met de uiterste vooizichtigheid zal moeten uit laten. Met het oog op de intusschen van zoo vele zijden geleveide technische cn eco nomische critiek en de daardoor gewekte en veldwinnende strooming tegen de rati ficatie, meenden wij 'goed te doen er op te wijzen, dat de zaak nog een andere zij de heefr. Zij, die met zooveel scherpzin nigheid de bezworen van hef tractaat en de problematische gevallen, waarin dit tot wrijving tusschen Nederland cn Begië kan aanleiding geven, opsporen, vergelen o. i. dot bij verwerping de zekerheid bestaat van ccne botsing tusschen Nederland eenerzijds en België met dc vijf mogend heden anderzijds. Indien; wij juist zien, is het in casu niet zoozeer de vraag, of dc inhoud van dir tractaat op zich zelf voor ons vooi- deelig is, maar komt het °r meer op aan, van twee kwade het minst kwade te kiezen r. i m Berichten. DR. DHONT. Ontslag-aanvrage ols dircc- teur van het Openbaar Slacht huis te Rotterdam. Naar wij vernemen heeft '<ir. Dhónt, direc teur van het Openbaar Slachthuis en de Vee markt te Rotterdam met ingang van I Januan 1926 eervol ontslag aangevraagd, WERKVERSCHAFFING TE RENKUM. Belangrijke voorstellen van B. cn W. aan den raad. B. en W. van Renkum hebben den raad ter vaststelling aangeboden een plan voor werk verschaffing in den winter 1925/26. Evenals vorige jaren hebben zij eCn plan doen opma ken, waarnaar zij voornemens zijn, de werk verschaffing te regelen. De volgende werk zaamheden zijn in dat plan opgenomen: Aan leg van vier wegen te Oosterbeck, eerste werk zaamheden voor de uitbreiding yan de begraaf plaats aldaar, beplanten van' wegen te Ooster- beëk en te Renkum aanleg van een wan delbosch te Heelsum, het bebosschen van een gedeelte op den Bilderberg, graven van grind en leem, ophooging van den loswal te Renkum, trottoirnanieg langs vier straten, aanleg en verbetering van wegen te Doorwerih. Het daarvoor benoodigde bedrag is geraamd op 49,255. Als loon zal worden betaald f 12 per weck en van f 12 tot f 17 per week in aangenomen werk. Voor de berekening van het.loon is als basis genomen het loon, dat wordt uitgekeerd op de twee grootste steenfabrieken te Oosterbeek. Aan de aanne ming bij de werkverschaffing wenschen B. en W. dezelfde voorwaarden te verbinden als het vorige jaar golden. De werktijd zal bedragen 8 uur per dog. NEDERLANDSCHE INGENIEURS IN ANTWERPEN: Uit Antwerpen wordt gemeld dat 180 in genieurs, leden van het Kon. Ned. Instituut van Ingenieurs, aldaar zijn aangekomen cn door Antwerpsche ingenieurs zijn ontvangen. Een plechtige vergadering had plaats in den Zoölogischen Tuin, waarna een bezoek werd gebracht aan de haven, de stad en ver- sohillende industrieele inrichtingen. Gister avond zou een banket worden aangeboden. NOTA VAN DE N.V. ANTON JURGENS' VEREENIGDE FABRIEKEN AAN HARE AANDEELHOUDERS. Naar aanleiding van de Cam pagne van Oss. In een nota onder dit opschrift, ons heden toegezonden, zegt de directie der N. V. An ton Jurgcns' Vereenigde Fabrieken o.m. „Het is in Nederland in de laatste jaren reeds meer dan eens voorgekomen, dot door zekere perskringen aanvallen werden gedaan op groote ondernemingen, welker aandeelen of obligotiën zich in handen van het Neder landsch publiek bevinden. Er schijnt nu een maal in Nederland een afbraakzucht te be staan, die door heftige persaanvallen tot uiting komt. Hierdoor is reeds heel wat kwaad gesticht. Thans hebben de heeren S. F. van Oss en 'A. M. van Oss tegen onz-e onderneming een heftige campagne aangevangen, ijjfk hunner heeft een zoogenoamden „Open Brief gepu bliceerd gevuld met beschuldigingen en ver dachtmakingen tegen onze vennootschap en hare bestuurders cn zij hebben reusachtige advertenties in do groote bladen geplaatst, waarbij zij beweren, dot onze vennootschap circa vijftig milliocn gulden verkopte verliezen zou hebben geleden. Welke, personen zich achter die hccrcn ver bergen cn welke motieven hen daarbij bewe gen, kunnen wij slechts roden. De heeren van Oss, die mëenen dc kansen,' dat het publiek hen gclooven zal, te verster ken door te verklaren voor elkander in te staan, schermen in hunne publicaties met het algemeen belang, dat zij beweren te dienen. Het is de van ouds bekende tactiek von zulke schrijvers om hunne duistere motieven aldus te cemoufleeren. Wie meer schandaallectuur, als van deze heeren thans is uitgegoon, heeft gelezen, weet, dot daarin steeds het algemeen belang ols uithangbord wordt gebruikt. Wij betreuren het, dot de heer S. F. van Oss de ook ons sympathieke beweging tot modernisccring van ons vennootschapsrecht compromitteert door die in zijn pnmflet to pas te brengen. Zij, die de nieuwe wettelijke bepalingen over vennootschappen voorberei den, mogen intusschen wel overwegen, of te gen lieden, die vennootschappen belasteren en daardoor deze cn hare aandeelhouders scha den, geen doeltreffender bepalingen dan onze wetgeving thans kent, behooren te worden ge mankt. Dc Itecr A. M. von Oss daagt ons uit hem voor den rechter te roepen. Hij weet zoo goed als wij, dat onze wetgeving de mogelijkheid afsnijdt om wie eene nuamlooze vennootschap belcedigt of belastert voor den strafrechter to brengen. En voorzoover de laster der heeren zich tegen do personen onzer bestuurders cn commissarissen richt, hebben zij hun uitdruk kingen gekozen, zoonis goede experts in dit genre gewoon zijn. Zij „twijfelen"; zij noemen de onzen bestuurders aangewreven handelin gen „curieus"; zij zeggen „een minder par lementaire term zou de situatie juister weer geven"; zij verklaren, dat zij zekere ernsiige beschuldiging „niet durven uitspreken". Zoo ontwijken zij juist dc grenzen van het straf bare. Het zoude bovendien dc vraag zijn, of onze bestuurders en commissarissen het de moeite waard zouden vinden hunne personen bclecdigd to achten door het geschrijf van deze heeren". „Hoezeer de ingezette campagne vóór alles de bedoeling heeft onze onderneming cn daar mede onze aandeelhouders te schaden, moge blijken uit de twee met clkaur geheel in strijd zijnde fronten, vanwaar dc heer van Oss ons aanvalt. Hij beweert, dat wij groote verliezen hebben geleden, die wij verzwijgen. Ware dit juist, don zoude hij dus in het belang onzer aandeelhouders er met den meesten klem op moeten aandringen, dat wij al onze winsten in kns houden om ons inwendig te versterken cn die verliezen te dekken. En tegelijk speelt hij het klaar te verdedigen, dat hij zich heeft aangesloten bij een actie, die bedoelt ons te dwingen thans 15% dividend op onze gewone aandeelen uit te keeren, alzoo met ongeveer vijf milliocn gulden onze kasmiddelen te ver zwakken I De Open Brief verdedigt uitvoerig de ar gumentatie van 'den cischcr in de procedure, die tegen „ons is aangevangen cn waarin uit- keering Van 15% dividend wordt gevorderd. Wij achten di'e argumentatie onjuist en ma ken zijn uitlegging onzer statuten ols in strijd met redelijkheid en goede trouw. Maar wij wenschen hier op dit strijdpunt niet in te gaax\ Wij hebben ons antwoord op den tegen ons ingeslelden eisch bij den rechter ingediend cn wachten diens beslissing met vertrouwen af. Het hoofdpunt der ingebrachte beschuldi ging is het is elders terecht opgemerkt dat wij enorme verliezen hebben geleden, die wij geheim houden. Daarom wenschen wij op dat eerste hoofdpunk allereerst te antwoor den. De beschuldiging, dot wij verkopte verbezen hebben, komt daarop neer, dat wij onze ba lans over 1921 hebben vervalscht en met die vervalsching dc volgende jaren zijn voortge gaan. Zij is dus gegrond op de bewering, dat onze balons per ultimo 1924, in stede von een belangrijk winstsaldo, een verlies van 50.000.000.— had moeten aanwijzen. Wij, en alle onze Directeuren en Commis sarissen, welke die balans geteekend hebben, verklaren die bewering een volstrekt infame leugen cn lastering. Onze balans geeft den toestand onzer vennootschap met volkomen juistheid weer. Onze vennootschap heeft geen penning ons bekend verliesgeleden, dat niet in onze balons tot uitdrukking is gebracht. (Hetgeen dan in de nota verder wordt ge staafd met een tweetal passages uit het rap port der Engelsche accountants). Nu schrijft de heer A. M. van Oss, ols her haling zijner in onze laatste jaarvergadering gemaakte opmerking, dat in de verklaring der accountants niet wordt gezegd, dat deze ook de balansen onzer dochtermaatschappijen heb ben onderzocht. Wij antwoorden hierop, dot dit niet afzonderlijk behoefde vermeld te wor den, aangezien het vanzelf spreekt: Accoun tants, die de balans van een Holding Comp. controleeren, waarop een bedrag van 1T4.8T6.459.voorkomt als waarde van aandeelen in diverse ondernemingen en nog een bedrag van 64.769.253.ols saldi van die ondernemingen, zouden een balans niet voor juist kunnen verklaren, als zij de balan sen dier ondernemingen niet hadden onder zocht. Doch bovendien verzwijgt de open brief schrijver dht hem ter algemecne vergadering op dc door hem gestelde vraag is geantwoord: „Deze Heeren (de acountonts) hebben „van de directie en von commissarissen „de meest uitgebreide volmacht om alle „dochtermaatschappijen, waarover wij het „beheer voeren, in den loop van het jaar, „niet alleen aan het einde van het jaar, „na te gaan en te contróleeren. Die firma „heeft een staf van accountants, die het „geheele jaar rondgaan in ons concern en „voortdurend den loop van de zaken bc- „kijken. In den loop van het jaar worden „de boeken nagegaan en aan het einde „van het jaar wordt in overleg met die „Heeren de balans vastgesteld. Dc baten, „welke van de dochtermaatschappijen in y,de kas van de moedermaatschappij oyer- „goun, worden eveneens in overleg met „die Heeren bepaald". Dc briefschrijver verzwijgt eveneens, dot do voorzitter toen uit de verklaring der accoun tants het volgende heeft voorgelezen „Dealing with the trading results of tho „subsidiary companies for the year 1924, „we hove conducted on audit of the books „and accounts of the undermentioned „companies in Holland, England, Germany „and Belgium comprising Companies sub sidiary to the Anton Jurgcns' Verecnig- „de Fabrieken or to subsidiaries of that „Company". De voorzitter heeft daarna enkele van do veertig in het rapport opgesomde vennoot schappen, met Ant. Jurgcns' Margorinefabric- ken (NijmcgejL Oss, Zwijndrecht cn Rotter dam) aan het »oofd, opgenoemd. Tegen dit alles voert de briefschrijver nu niets aan. Zijn schrijfmethode wordt geken schetst door hetgeen hij loot volgen op zijn mcdcdeeling, dat de Engelsche occountnnts- firma weigerde over hoor onderzoek dor bon ken von ons concern met hem, een Hangsohcn commissionair in effecten, in schriftelijke dis cussie te treden. Hij zegt daaroveruit het ontwijkend antwoord de voor de hand liggen de conclusie te moeten trekken"! Dc briefschrijver, die gronden moet geven voor zijn bewering, dot de balans door falsi ficatie van alle onze directeuren, alle onzo commissarissen en horc Engelsche accoun tants een verlies van 50.000.000.ver zwijgt, moet zich nu richten tegen den straks - r.cds vermelden balonspost „Aandeelen in diverse ondernemingen" van bijkans 1T5.000.000.Ipderdoad staat en vqlt met dien post onze balans. Hij vermeldt, doUmct onze. balans van T92T een wijziging is gebracht in de wijze van woordccring van de aandee len in onze dochtermaatschappijen. Dat is in derdaad het geval cn wij hebben dot in ons jaarverslag over 1921 medegedeeld cn toege licht. Aon dc botreffende passage in ons versing van 1921 gingen uitvoerige medcdcelingen vooraf over de verliezen, welke ons do wereld crisis in het verslagjaar gebracht hn'd, zoowel bedrijfsverliezen door dc in een uiterst kort tijdsbestek voltiokken enorme daling in do wonrde der grondstoffen, die onze talrijke dochtcimaatschappijen noodzakelijk in voor houd moesten hebben, als in do waarde von verschillende pnzcr ondernemingen zelve. De briefschrijver meent nu, dat wij dobr onzo ondernemingen niet meer uitsluitend'naar kostprijs te wanideeren „het verlaten van het deugdzame pad der voorzichtige koopman schap helbben ingeluid". Wij betwisten djit met dc grootst mogelijke stelligheid. Verschillende onzer ondernemingen waren doo? het werclgebcurcn belangrijk in kopi- teafewa«rdc| |gcda!ald. Hdc spcoekt van zelf, dut deze dus niet meer tot den kostprijs, zoo wij hare toenmalige wnardo lager dan dezen aansloegen, mochten worden opgevocid. Doch daartegenover S.onden een aantal ondernemin gen, die in wonrde den kostprijs zeer aanzien lijk to boven gingen. Hadden wij nu eene ba lans gemaakt, waarin wij de balonswaardo onzer1 verschillende ondcihemingen olléón wij zigden door daarin den achteruitgang in waar de van sommige ondernemingen uif te druk ken, don zouden wij een groot kapiaalsvcriies hebben gedecluieerd, dat in werkelijkheid niet bestond cn onze aandeelhouders dus schro melijk'hebben misleid. Daarom handelden wij anders, doch lichtten daarover onze aandeelhouders tegelijkertijd omstandig in. In 1922 heef: dc briefschrijver van thans geen aanleiding gevonden om daar op aanmerking te maken. Is het eerlijk spel nu, drie jaren later, daarop ccn aanval op ons te gronden Na tuin lijk was het maken eener taxa'iie, zoo nis wij die over 192T von onze ondernenjingen hadden samen te stellen, oen moeilijke en ver antwoordelijk© arbeid. Verschillende onder nemingen hebben wij daarbij niet meer in aan merking genomen andere, die voor ons con cern naar ons oordeel nog den kostprijs waard v/Grcn, lieten wij daarbij ols vroeger gelden, weci' andere, dlb wij aanmerkelijk in waardo gestegen achtten, gaven ons vrijheid de taxatio te verhoogen. De taxatie geschiedde met do 'grootst mo gelijke zorg. Do Open Brief doet nu in ironi- schen vorm opzienbarende verhalen hoe wij onze toxaricn om dio te flatteeren baseerden op grondslag van de wintermaanden, die beter zijn en de slechte zomermaanden niet mede- rekenden en dan nog soms uit dio winter* maanden dc beste kozen cn dan nog onjuiste grondstof prijzen in aonmei king namen. Dezo verhalen zijn in strijd met dc waarheid. Do taxatie, wij zeiden het reeds, was zeker niet gemakkelijk, omdat een opbrengst tot grond slag moest genomen worden, die als normaal kon gelden. Teen wij taxeerden lag de crisis nog kort achter ons cn kon dus niet steeds met geheele jaren gerekend worden, die nor maal waren geweest. Wij bouwden onze 'taxatie dus op perioden die wij als normaal beschouw den cn corrigeerden zoo noodig invloeden, dio tot een onzuiver resultaat zouden hebben ge leid. Met dit alles werd geen onder deel na gestreefd dan om de waarheid te benadelen. Wij stellen cr prijs op hieraan toe te voe gen, dof de opbiengst cijfeis, waarnaar wij taxeeiden, dooreen veel to conservatief zijn gebleken on dat dus de drie jaren, die na dc taxatio zijn verstreken, de voorzichtige wijze waarnaar wij hebben getaxeerd daadwerkelijk hebben bewezen. Wij wenschen in onze volslagen en op onze vergaderingen geen mededeclingen to doen, die onze mededingers over ons bedrijf zou den in'dchten en kunnen daarom geen lijst, althans stellig geen comple':© lijst, overleggen van de bedragen, die ons onze dochtei-maat schappijen waard zijn, zelfs deze ondernemin gen niet alle opnoemen. Te bedenken is daarbij bovendien, daf de waarde eener onderneming voor ons concern in tal van gevallen niet mt- slui.cnd afhangt van hare winstuitkeeringen. Dat geldt bepaaldelijk van sommige onzer builen Landsche ondernemingen, die immers ook indirect aan ons concern in hooge muto vooideel aanbrengen. Daarmede vervalt al wat de briefschrijver zegt over de door ons voor de Engelsche ondernemingen (Jurgcns Ltd. en Olympic inbegïepen) en voor de

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 9