AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMlandER"Maa"t"ig 14Sc|*-1925
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
De Haml met het Litteeken.
246 Jaargang
No. 64
De Staatscourant van hedenavond 12
September bevat het Koninklijke besluit
aan P. S. Wijten, tuinman in dienst van de
familie 1 c\ster§ te Halsteren, is de zilveren
eere-medaille in de -Oranje Nassau-nrde toe
gekend.
VEREENIGDE VERGADERING VAN DE
BEIDE KAMERS DER STATEN-GENERAAL
Op Zaterdag 12 September, tot sluiting van
de zitting der Stoten-Generaal.
(Bijeenroepingsuur 2.45 uur.)
De heer J. J. G. baron van Voorst tot
V o o r s t bekleedt den voorzittersstoel.
De voorzitter doet door den griffier van
de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk be
sluit van 5 September 1925, no. 25, waarbij
de minister van binncnlandsche zaken en land
bouw wordt gemachtigd heden to drie uren
des namiddags zich te begeven naar de ver
gadering der Staten-Generaal, teneinde in een
vereenigde vergadering der beide Kamers de
zitting in naam der Koningin te sluiten.
De voorzitter benoemt een commissie,
welke den minister in het gebouw zal ontvan
gen en uitleiden.
Do commissie bestaat uit de leden der Eer
ste KamerDe Vries en Haazevoet en de le
den der Tweede Kamer Marchant, J. B. von
Dijk, De Wilde en mej. Meijer.
Kort daarna treedt de Minister, vooraf
gegaan door de leden der commissie, de ver
gaderzaal binnen.
De heer jhr. mr. De Geer, minister van
binnenlandsche zaken en landbouw, plaatst
zich achter de ministerslafe], en houdt de vol
gende rede
Het 'heeft Harer Majes eit de Koningin be
haagd mij op te dragen de zitting der Staten-
Generaal in haren naam te sluiten.
Dank zij uwe medewerking hebben verschil
lende maatregelen, in het bizonder tot herstel
van het financieel evenwicht, 'hun beslag ge
kregen.
De Koningin heeft mij opgedragen u haren
dank te betuigen voor den ijver en de toewij
ding aan 's lands belang, ook dit jear weder
door u betoond.
In naam der Koningin en daartoe door haar
gemachtigd, verklaar ik deze zitting der Sta
ten-Generaal te zijn gesloten.
De minister wordt door de commissie uit
geleid.
Nadat de commissie in de vergaderzaal is
teruggekeerd, sluit de voorzitter de vereenigde
vergadering.
Htt ceremonieel.
Men meldt ons nog uit Den Haag:
De samenstelling van den kleinen stoet, waar
mede de minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw zich even voor drie van het Ko
ninklijk Paleis in het Noordeinde naar het
Tweede Kamergebouw op het Binnenhof begaf,
week alleen in zooverre af van die der laatste
zeven jaren, dot thans, in plaats van minister
Ruijs de Bcerenbrouck, diens opvolger jhr. mr.
De Geer plaats nam in de galakoets met rooden
bok, welks koetsier, evenals de ter weerszijden
van het portier gaande lakeien, in g^la-livrei
waren gestoken.
Een afdeeling huzaren ging het stoetje vooraf
cn sloot het
Bij aankomst van den minister ten Paleize,
werd minister De Geer, als vertegenwoordiger
der Koningin, ontvangen door den ambts-
costuum drogende nieuw opgetreden Hofmaar
schalk van Hare Majesteit, mr. F. F. baron de
Smeth, die den minister ook uitgeleidde, toen
hij het Paleis, op weg naar het Kamergebouw,
verliet en hem ook weder ontving toen de be
windsman na de plechtigheid ten Paleize terug
keerde.
Aan den ingang van het gebouw der Tweede
Kamer werden den minister de militaire eerbe
wijzen gebracht door een detachement politie-
troepen.
De stoet nam ditmaal onder een gewel
dige regenbui den weg naar het Binnenhof
door Noordeinde, Heulstraat, Kneuterdijk,, door
de Gevangenpoort, langs den nieuwen verkeers
weg bezijden den Hofvijver en over het Buiten
hof en ging denzelfdcn weg terug.
-Zoowel bij het Kon. Paleis als op het Binnen
hof waren vrij veel belangstellenden aanwezig
De sluiting van de zitting der Staten-Gene
raal werd bijgewoond door de Eerste Kamer
leden Franssen, v. d. Hoeven, De Vries, Ver-
kouleren, Haazevoet, De Vos van Steenwijk,
v. d. Bergh, v. Nagell van Ampscn, Rink, De
Veer, Moltmaker, Diepenhorst en Van Embdcn,
en door de Tweede Kamerleden v. Gijn, De
Wilde, Deckers, v. 'Dijk, Tilonus, Bulten, Oud,
Rutgers vari Rozenburg, Snoeck Henkemens,
Krijger, Ruiten, Vliegen, Marchant, Zijlstra cn
Schaper.
De voorzitter, baron Van Voorst tot Voorst,
was in generaalsuniform, terwijl de leden van
de bureaux der Kamers in ambtscostuum waren.
Ook de leden der commissie van in- cn uit
geleide behalve mej. Meijer, die een japon
van zwarte zijde droeg waren in ambts
costuum.
De rede van den minister werd door de leden
staande aangehoord.
Nadat de commissie weer in de Kamer was
teruggekeerd, deelde de voorzitter der com
missie den voorzitter der vereenigde zitting
mede, dot de minister het Kamergebouw weder
had verloten, waarna boron Van Voorst tot
Voorst denleden der commissie namens de
Kamer donk zegde voor het volbrengen von
hun taak.
Daarna werd dc zitting gesloten-
DE FUNGEEREND VOORZITTER DER
TWEEDE KAMER.
Dr. A. van Gijn, die te Wecnen vertoefde,
is Vrijdagavond te 's Gravcnhoge tctugge-
keerd.
Hij zal Dinsdagechtend door de Koningip
als nieuw gekozen Kamerlid worden "beeedigd,
daar hij, thans, zooals 'gemeld, fungecrcndc a's
voorzitter der Tweede Kamer, geroepen is tot
aan de benoeming van een voorzitter der
I weede Kamer voor hef nieuwe zittingjaar
19251926, de enkele vergaderingen der Ka
mer te leiden, die plaats zullen hebben op den
dag zelf na de plechtige opening van hef
nieuwe zittingjaar der Soten-Gcneraal dcor
dc Koningin en enkele dagen daarna.
Aan dr. van Gijn zal dicnsvolgcns ook de
taak ten deel vallen ten zijnen overstaan in
een der vergaderingen een eed of de bc'.ofic
tc doen afleggen door de bij de jongste al-
gemeene verkiezingen gekozen Kamerleden.
DIRECTEUR-GENERAAL VAN DEN
LANDBOUW.
Het Kon. Ncd. Landbouw Comité
betoogt de onmisbaarheid von een
directeur-generaal.
Het Kon. Ned. Landbouw Comité heeft aan
den minister van binncnlandsche zaken en
landbouw een adres gericht, waarin de onmis
baarheid van een directeur-generaal van den
landbouw betoogd wordt.
De directeur-generaal van den landbouw
dient, aldus het adres, als hoefd van alle amb
tenaren, die op eenigerlei wijze bij den voor
lichtingsdienst werkzaam zijn, voor dien ge--
heclcn dienst cn voor al de overige belang
rijke regeeringsmaacrege'.en, die verder onder
ce directie ven den landbouw ressorteeren, de
hoofdlijnen aan te geven. Bij gemis van dit
hoofd bestaat alleiwcge gevaar, dat de ver
schillende diensten onsamenhangend naast cn
zelfs wellicht tegen elkaar zullen werken. Be-
vendien is een technisch hoofd, dat een wel
doordachte eenheid weet te brengen in de ad
viezen der betreffende hoofdambtenaren, aan
het departement onmisbaar
Het Kon. Ned. Landbouw Comité dring-t
daarom mef de grootst mogelijke klem non op
handhaving van den directeur-generaal van
den landbouw cn spreek: als zijn overtuiging
uit, c'ot de economische en technische aard van
het betrokken ambt eischt, dat de van het
hoofd der directie uitgaande adviezen den mi
nister rechtstreeks bereiken
BEHEER VAN WONINGBOUW
VERENIGING.
Het wordt een wethouder te
kras.
De heer C. G. Roos, wethouder van Finan
ciën en Sociale Aangelegenhden te Vlaardin-
gen, heeft aan den raad aldaar het verzoek
gericht, hem te ontheffen van zijn functie als
vertegenwoordigend bestuurslid der gemeente
van de bouwvereeniging Somenwerking, om
dat hij niet langer de verantwoordelijkheid
kon helpen dragen voor het beleid, door het
bestuur dezer bouwvereeniging gevoerd, nu
dit, ondanks de ernstige waarschuwing, ge
meend heeft, aan een bepaald bouwkundige
een opdracht te kunnen verleenen, in verband
met het herstel van de woningen Oost. Naar
de wethouder meent, is de noodzakelijkheid
von dit herstel goeddeels gevolg van de om
standigheid, dot de architect der vereeniging
bij dén bouw van deze woningen niet ten volle
beantwoord heeft aan de cischen, waaraan een
architect hoort te voldoen. En daar deze ar
chitect niemand anders is geweest don boven
bedoelde bouwkundige, meent hij, dot met de
nieuwe opdracht een beleid wordt gevoerd, dut
rechtstreeks ingaat tegen het werkelijk be
lang der bouwvereeniging cn dus ook tegen
dut der gemeenschap, uit welker middelen de
woningen der bouwvereeniging Somenwerking
tot stand zijn gebracht cn ook in goeden staat
gebracht zullen moeten worden.
HET 650-JARIG BESTAAN VAN
AMSTERDAM.
Receptie door het gemeentebestuur.
Men meldt ons. uit Amsterdam
Het zou ondoenlijk zijn een volledige op
somming tc geven van de zeer, zeer velen, die
het gemeentebestuur zijn komen gclukwen-
schen met het jubileum.
Vertegenwoordigers uit schier olie kringen
der stad zijn op het Prinsenhof hun opwach
ting komen maken.
Tot de eerste bezoekers behoorde óc Senaat
von de Universiteit van 'Amsterdam. Daarna
volgden vertegenwoordigers van de Kon. Aka-
demie van Wetenschappen, van het Kon. Oud
heidkundig Genootschop, van den Geneeskun
digen Kring.
Prof. ór. L. Boumcn bracht, als rector-mag-
nificus, den gelukwensch over van de Vrije
Universiteit. Ook de Senaat von het Amster-
damsch Studentencorps was vertegenwoordigd
Afgevaardigden van het departement Amster
dam van de Ned. Mij. tot Bevordering der
Pharmacie, van het Koloniaal Instituut, van
het Kon. Aardrijkskundig Genootschop, van d?
ring Amsterdam van dc Broederschap van No
tarissen maakten hun opwachting.
De rechterlijke macht was o.o. vertegen
woordigd door den president, den procureur-
generaal en den griffier in het Amsterdamsche
gerechtshof en door den deken van de Orde
van Advocaten.
Dan kwamen de commissie voor de Histori
sche tentoonstelling, het bestuur van Amstclo-
damum, van de Amstcrdomsche Pers, verte
genwoordigers van dagbladen.
Vrijwel alle kerkbesturen kwamen hun gcluk-
wenschen aanbieden.
Ook de commandant der marine, kapitein
ter zee H. P. Prillevitz en eb garnizoenscom
mandant, majoor H. Rouffaer, en andere auto
riteiten von zee- en landmacht verschenen in
het Admiraliteitsgebouw. De vrijwillige burger
wacht was eveneens aanwezig.
Na het bestuur van den Raad von Arbeid cn
van den Armenraad, kwamen o.a. het bestuur
van „Het Nederlandsch Sportpark" cn van tol
van sportvereenigipgen.
Van de vertegenwoordigers uit kunstkringen
vermelde de lijst van bezoekers o.a. die der
Rijksacademie van Beeldende Kunsten, van
,.Arti et Amicitiae", van „St. Lucas", van „Het
Schouwlooneel", van de Tooneelschool, van
„De Violier", benevens die van een reeks mu
ziek vcreenigingen.
Verders kwamen het bestuur van de Rijks
verzekeringsbank, burgemeesters van omlig
gende gemeenten, het bureau van de Kamer
van Koophandel, het bestuur van het departe
ment Amsterdam van de Ned. Mij. voor Nij
verheid en Handel.
Uit de kringen van handel én industrie maak
ten onder verf onderen hun opwachting do
heer J. Muysken, directeur van „Werkspoor",
de heer C. G. Vattier Kroane, directeur van
Biaauwhoedenveem-Vriesevccm; vertegenwoor
digers van de Amsterdamsche Droogdok-Mij.,
van Jtet Amsterdomsch Westelijk Entrepot,
an Heiriekcn's brouwerij, van de Kon. Pharm.
Handelsvereeniging, van do verecniging „De
Amsterdamsche Wijnkoop ers".
Voorts kwamen het bestuur von de Beurs
voor den Diamanthandel, van de Algemeene
Juweliersverceniging en vertegenwoordigers
van de verschillende middenstandsorganisaties
De burgemeesters von Rotterdam, Haarlem,
Utrecht, Éussum en Weesp en Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland kwamen het ge
meentebestuur gelukwenschen.
wachting o.a. vertegenwoordigers der groote
stoomvaartmaatschappijen, alsmede de secre
taris van den Raad voor de Scheepvaart.
Ook uit de bankwereld kwamen vele afge
vaardigden. Voorts maakten hun opwachting
dc leden van het corps consulaire en het be
stuur van do Verecniging voor den Effecten
handel, vertegenwoordigers van verschillende
coöperaties, van onderwijsinrichtingen en
schoolbesturen; von den Centrolcn Ouderraad,
van den Bond von Ned. Onderwijzers, van het
Ned. Onderwijzers Genootschop, van de Ver.
von Christelijke Onderwijzers.
Nog velen zijn doorna ter receptie gekomen,
o. w. schoolopzieners en onderwijsinspectcurs,
dc Federatie Amsterdam van de S. D. A. P.,
de Centrolc A.-R. Kicsvercen„ de R.-K. Volks
bond en dc Nederl. Ver. voor Huisvrouwen
Verschillende woningstichtingen hadden zich
doen vertegenwoordigen. Ook kwamen afge
vaardigden van de Ned. Reisvereeniging, van
de Rotary-club, van de Ned. Zionisten-verccni*
ging, van de Historische verzameling der
Schutterij, von de verecniging voor Focultn
tieve Lijkverbranding, van het Multatuü
museum.
De lijst van bezoekers vermeldde verder de
namen von tal von ambtenaren en hoofdambte
naren der gémeente, van den directeur van
het postkantoor, den heer C. Schreuder, van
den directeur der registratie cn domeinen, den
heer D. van "d^r 'Hurk, van veel particulieren,
van vertegenwoordigers van buurtverenigin
gen, van „Heemschut", van besturen van wees
huizen cn andere gestichten, van „Patrimo
nium", van de Amsterdamsche Chr. Besturen
bond, van den Alg. Ned. Diamantbewcrkcrs-
bond, van „Horccaf" cn van andere organisa
lies van ondernemers en arbeiders.
Vele redevoeringen weiden op deze buiten
gewoon druk bezochte receptie gehouden. O,
m. voerden prof. Brugmans namens het ge
nootschop „Amstelodomum cn van de com
missie voor dc historische tentoonstelling en
de rcctor-magnificus, prof. Buitinga, het
woord.
Eerstgenoemde wcnschtc burgemeester en
regeerders van harte geluk bij de herdenking
von het 650-jarig bestaan der stad. Spr. stond
in het kort bij de geschiedenis der stad stil.
Als voorzitter von het genootschop Amstelo-
damum wenscht spr. aon den geuitcn go'.uk-
wcnsch nog iots toe tc voegen cn wel iets in
blijvenden vorm.
Daarom is het bestuur te rode geworden zijn
gevoelens voor het stadsbestuur van Amster
dam op dezen dag vast te leggen naar oud ge
bruik in een oorkonde, geteekend door alle
bestuursleden cn gezegeld met het nieuwe ze
el van het genootschap. Wij blijven, zei de
spr., daarmecb in de historische lijn. Zes cn
een halve eeuw geleden ontving het toenma
lige bestuur van Amsterdam van graaf Floris V
een charter, het eerste, waarin de naam van
deze illustre stad wordt genoemd. De graaf
van Holland schonk toen aan de mannen, die
wonen aan den Amsteldom, tolvrijheid door
zijn gebied. Dat staat niet meer in onze macht,
hoewel misschien vrijdom van lasten voor de
burgerij van Amsterdam niet geheel onwelkom
zou zijn. Onze bevoegdheid is het ollêen ons
uiting te geven aan enze beste gevoelens op
dezen dag. Daarom plaatsen wij naast de oude
oorkonde van Amsterdam deze nieuwste, die
wij met vertrouwen in uw handen leggen. Mo
ge zij tot in lengte van dagen getuigen van de
evoelens von de burgerij van Amsterdam op
dit historische oogerblik.
Tot zoover prof. Brugmans.
De oorkonde, dit moge hieraan worden toe
gevoegd, is een fraai stuk werk vun Gcbrs.
Grevenstute; het is gecolligrafeerd op perka
ment.
„Op heden, rTn T2dcn September van
het jaar onzes Hecren T925 heeft het Be
stuur van het genootschop Amstclodnmun
aan Burgemeester en Wethouders der stad
Amsterdam zijne gelukwenschen aangebo
den met de herdenking van het eerste op
treden van Amsterdam in de geschiedenis
in den jaro 1275, en de beste wenschcn
uitgesproken voor den duurzamen groei
en bloei der Hoofdstad van het Koninkrijk
dar Nederlanden.
„Ter oorkonde daarvan heeft het Be
stuur voornoemd non B. en W. van Am
sterdam dezen brief overhandigd, oncjer-
teekend door het Bestuur, bevestigd door
het zegel van het Genootschop".
„Gedaan te Amsterdam ten dage en jare
als boven."
(Volgen de handteekeningen van de ne
gen bestuursleden).
Dc receptie van het gemeente
bestuur.
Omtrent deze receptie kan nog het volgende
worden medegedeeld
Dc eerste corporatie, die haar gelukwenschen
kwam aanbieden, was de vereeniging Amster
damsche Balangeri. Haar voorzitter, dc heer
Chr. v. d. Vélden, dankte het gemeentebestuur
voor al hetgeen het gedaan had in het belang
vooiul der verfraaiing van Amsterdam cn spr.
bood ten slotte ols blijk van waordccring een
zilveren eereboknal aan.
Dc burgemccst zeide het tastbaar blijk van
belangstelling gaarne tc oanvoorden cn beloof
de het een plaats tev geven in dc nieuw in te
richten vertrekken von'. het gemeentebestuur ols
kostbare herinnering aun den dag en uon het
geen de vereeniging voor de stad deed en doet.
Bij do ontvangst van den senaat der Uni
versiteit hield de rcctor-mngnificus, prof. dr.
P. Rtritingo een korte toespraak, waarin hij
donk bracht voor de groote offers, welke Am
sterdam zich steeds heeft getYoost voor zijn
hoogeschool en ols zijn overtuiging uitdrukte,
dat Amsterdam cok in de tockoirist gaarne be
reid zal blijven voor den bloei dcf universiteit
te doen, wat in zijn vermogen is
Burgemeester De Vlugt dankte vóór dc be
langstelling door senaat en hoogleerrtren der
Amsterdamsche Universiteit aan het gemeente
bestuur betoond. Dc Universiteit, aldus spr.,
maakt van de stad een zeer kostbaar bezit uit,
op welks instandhouding zij steeds ten hoogste
prijs heeft gesteld. Al is er wel eens verschil
van meening geweest tusschcn stadsbestuur en
senaat over de vraog, wat in bepaalde gevallen
voor de universiteit het beste was, en al is ook
wel eens gebleken, dat dc opvatting van het
gemeentebestuur de beste was, gelukkig^ kan
worden geconstateerd, dat dergelijk mcenings-
verschil uitzondering is gebleken. Spr. hoopte
dot dc goede samenwerking bestendigd zou
blijven tot heil der universiteit.
Prof. dr. C. Went, dc gelukwenschen aan
biedend der Kon. Academie van Wetenschap
pen, gaf daarbij dc verzekering, dat de Aca
demie haar zetel in geen stad beter 'kan hebben
dan in Amsterdam, welks bestuur sinds Vos-
sius cn Barlneus steeds getracht heeft aan dc
wetenschap de voldoening von haar volledige
cischen te geven.
In zijn antwoord verzekeidc dc burgemecs-
ter, dot het gemeentebestuur voor dc weten
schap zal blijven doan, hetgeen zij voor hoor
ontplooiing behoeft.
Dc namiddogrcccptic.
Onder hen, die in den namiddag naar het
Prinsenhof opkwamen, waren deputaties der
omliggende gemeenten onder leiding van den
burgemeester van Zaandam, den heer K. ter
Laan.
Burgemeester Ter Laan zette in een korte
toespraak uiteen hoo nauw de „randgemeen
ten" van Amsterdam met de hoofdstad zijn
verbonden, hoe dc bevolking dor kleine ge
meenten voor kunst, wetenschap en vele zaken
meer op Amsterdam is aangewezen. Hij uitte
de beste wenschcn voor Amsterdam, en tevens
een woord van wanrdcering voor den Amster-
domschcn Raad die, onder leiding von zijn
burgemeester, zulk voortreffelijk .werk doet.
Spreker bood het gemeentebestuur een oor
konde en een bloemstuk onn.
De Commissaris der Kcningin in Noord-
Holland, jhr. mr. dr. A. Röcll, verschijnende
aan het hoofd van een deputatie uit de Gede
puteerde Staten van dit gewest, wonscht Am
sterdam als commissaris cn als oud-burgc-
mccster geluk.
Een geschenk van Rotterdam,
De gelukwenschen von de stad Rotterdam
werden aangeboden, door een deputatie uit
hef college van B. en W. dier gemeente, welke
bestond uit den burgemeester Mr Dr. J. Wy-
tema, de wethouders Mr. A. de Jong cn F. L.
D. Nivard cn don gcmeentc-sccreroris Mr. M.
Smeding.
De burgemeester von de Maasstod Mr. Dr.
J. Wytemo, hield hierbij ccn toespraak,
oarin hij er cp wees, dot Rotterdam gnaine
de go'egenheid oangreop om hulde cn geluk
wensch aan haar zustersmd te brengen, die
hóden het feit herdenkt, dat 650 jaar geleden
haar hef privilege von tolvrijheid dcor giaaf
Floris V werd toegekend.
Spr. gaf ccn historischcn terugblik, waar
bij hij wees op de goede verhouding, die in
den loop der eeuwen tusschen Amsterdam eri
Rotteidam' heeft bestaan. Na 1Ö70, zcide hij,
beginnen Amsterdam en Rotterdam elkander
meer cn meer te naderen. Noordzeckanaal cn
Nieuwe Waterweg verkortten den weg naar
zee. Handel en scheepvaart ontwikkelden zich
in beide steden cot schier ongekenden bloei.
Al heeft de wereldoorlog, zoo vervolgde spr.
cn dc daarop gevolgde maatschappelijke ma-
loise terugslag gebracht, het laat zich aanzien
dat deze slechts tijdelijk is. De oude veer-
=F
Daden van moed cn liefde bewijzen de waar
de des menschen. LAVATER.
Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
En dat wat het einde van het geval. Bobs had
hierna niets meer tc zeggen. Zij was of lie
ver was geweest Jim heel dankbaar voor
wat hij gedaan had hij had buiten twijfel
Dina het leven gered; zij vond het nog erg
akelig, dat hij zoo gestoken was. Maar Tubal
was ook gekwetst erg gekwetst uit den
beet van een hond kon alles voortkomen, en
toch, wat was hij aardig, lief en ridderlijk ge
weest I Maar als Jim zoo boos op Dina bleef,
was er niets meer te zeggen. Gekwetste waar
digheid biet haar alleen maar toe, heel koel
te vragen„Is er iets, dat ik voor je doen
kan
Waarop hij antwoordde
„Neen, dank je I Het zal wel in orde komen."
„Ik zal Tubal vragen, om je te komen hel
pen," zei zij.
En het spijt me, te moeten zeggen, dat in
antwoord op dit vriendelijke aanbod de Hoog
welgeboren Jim Fiennes vloekte. „Als je dien
vervloekten vent hierheen stuurt, Babs," zei hij,
„gooi ik hem in den vijver."
Na deze uiting van drift van Jim kon Babs
niets anders doen dan statig heengaan.
Het was een mooi begin voor een trouwdag I
3.
Toen Babs vijf uren later in haar prachti
trouwkleed naast Jim stond, had zij kunnen
denken, dat het geheele voorval niets dan een
booze droom was geweest. Zij keek even naar
zijn gezicht, toen zij met Squire Brent door de
kerk ging, en haar bruidegom bij de trap van
het koor zag staan wachten. Zijn gezicht zag
er niet heelemaal gewoon uitde trekken
waren nog wat gespannen, en de zwelling van
zijn lip was nog niet geheel geslonken dit gaf
zulk een grappige uitdrukking aan zijn gezicht,
dat ze bijna weer begon te lachen. Gelukkig
kon zij zich echter nog bedwingen, en daarna
leek de plechtigheid haar een droom, en zij
dacht niet meer aan Dina, nesten van wespen,
en zelfs niet meer aan Jim en Tubal. Altijd
daarna was die geheele dag haar trouw
dag als een nachtmerrie voor Babs.
Zij vond alles akeligde plechtigheid in de
kerk en de lange preek cn de vermaningen van
den ouden Jenkins, die zij niet begreep. Zij
vond ook haar trouwkleed akelig. Het was stijf
en hard en ongemakkelijk. Zij had er niet hard
in kunnen loopen, als haar leven van de vlug
heid harer bewegingen had afgehangen, en
toen zij, voordat zij naar ,de kerk ging, haar
armen om den hals van den Squire had willen
slaan, hadden haar enorme pofmouwen haar in
den weg gezeten en dat afschuwelijke keurslijf
had haar bewegingen belet, en de kindermeid,
die in de buurt stond, had eens iets gezegd
over het kreuken van haar kanten kraag, of het
afstooten van paarlen, die haar satijnen rok
versierden.
Zij had het land aan den langdurigen, ein-
deloozen maaltijd, die op de trouwplechtigheid
volgde, en aan al de gasten, die zich om haar
verdrongen, en haar kusten, of aan het oor
trokken, of een tikje op de wang gaven, totdat
zij er duizelig van werd, en alles, wat de men
schen zeiden, zoo roezig in haar ooren klonk.
Bovenal had zij het land aan die lange, ver
velende toespraken, en al het leven, dat de
gasten maakten, en den wijn, dien zij drinken
cn de woorden van dank, die zij spreken moest,
maar die zij steeds vergat. Zij kon niet goed
eten, omdat de stoel, waarin zij zat, te hoog
was, omdat het afschuwelijke keurslijf haar
klemde en de stijve kraag haar prikte, en om
dat haar hoar getrokken zat en haar schoenen
te nauw waren, cn o 1 omdat zij wilde weencn
en niet kon, en omdat zij wilde lochen en niet
durfde.
Van tijd tot tijd wierp zij heimelijk een blik
op Jim de zwelling van zijn lip werd minder
en zijn neus leek weer heel gewoon. Maar hij
lette niet op haarhij was blijkbaar nog boos
op haar om Dina. Alsof het haar schuld wos,
aat Dina in een wespennest was geraakt I Of
was hij nog boos, omdat iij' zoo had moeten
lachen, toen zijn hoofd boven water uit kwam,
met het haar om zijn gezicht geplakt
En dan dat vreeselijke feestmaal I
Het scheen Babs, dat het een eeuwigheid
duurde. Eens, midden In een verschrikkelijk
lunge redevoering van Lord Bladestone, moest
zij in slaap gevallen zijn. Do middag ging
voort, vervelend en eindeloosdoor het groote
venster recht over haar kon zij zien, dat de
zon langzaatn naar Meon Hill daalde.
Niemand lette meer op hear. De kleine pop
had haar rol gespeeld, zij was niet langer noo-
digzij miste Tubal vreeselijk. Hij was natuur
lijk niet uitgenoodigd, om met zijn meerderen
aan tafel te zitten, het was ook niet van hem
te verwachten, dat hij zich bij de bedienden
zou voegen. Babs wist zeker, dat hij wanhopig
en zonder eten daar in het met klimop begroei
de huisje zat, terwijl zij gepijnigd werd door
verveling, vermoeidhrid cn een groot verlan
gen naar een blik op zijn lief gezicht,
Haar eigen vader en Squire Brent en Lord
Saye and Selc waren weer gewikkeld in een
van hun eindrfooze politieke gesprekken over
de verdiensten en fouten van Zijne Majesteit
den Koning. Squire Brent en Sir Eduard Cecil
beweerden, als trouwe onderdanen, dat de ko
ning geen kwaad kon doenhij droeg zijn
kroon krachtens goddelijk recht, en wee den
verrader, die hem durfde te weerstaan. Hier
over lachte Lord Saye and Sele hartelijk.
„De Koning", beweerde hij, „is een mensch
en draagt zijn kroon krachtens rechten, die het
volk hem geschonken heeft, en men moet zich
zeer zeker tegen hem verzetten, als hij die
rechten misbruikt cn ze gebruikt, om het ge
weten en de vrijheden van zijn volk te ver
trappen."
Hierop werd het gesprek luidruchtig en hef
tig, sommige der gasten kozen partij voor Lord
Saye and Sele, anderen deelden de meening
van Squire Brent en verkondigden met luider
stem hun trouw aan den Koning.
Dit alles verveelde het jonggetrouwde
vrouwtje al heel spoedig. Niét, dat zij niet be
greep, waarover de gesprekken gingen, al was
zij nog een kind, zij was opgevoed in trouw
aan den Koning, en boven alles in de ge
dachte, dat wat Squire Brent zeide en deed,
goed en juist en onbetwistbaar was. Met groote
oogen staarde zij naar Nathaniel en John Fien
nes, de twee jongere zoons van Lord Saye and
Sele zij waren niet bang, om te spreken, waar
de ouderen bij waren, en Nathaniel, die twee
jaar jonger dan Jim was, ging zelfs zoo ver
van te beweren, dat die verrader John Hamp
den dien Babs geleerd had als den duivel
in eigen persoon te beschouwen een hoog
staand vaderlander was, omdat hij de onrecht- t,Kus me Babs I"
matige eischcn van den Koning om geld voor
schepen geweigerd had.
Maar, hoewel Jim dc oudste was, zei hij
niets. Telkens als Babs even naar hem keek,
zag hij er hetzelfde uit, zijn gezicht was nogal
bleek cn zijn oogen waren half gesloten; de
sporen der steken waren bijna verdwenen, maar
zijn gelaat stbnd strok cn iets in zijn geheelo
houding scheen haar stilzwijgend iets te ver
wijten, maar zij kon niet zeggen wat. Hij nam
volstrekt geen deel aan het gesprek, maar haal
de zijn schouders op cn begon een deuntje te
fluiten, toen zijn jongste broeder John met
gloeiende verontwaardiging sprak over de ty-
rannie van den Koning cn de wreedheden, die
den martelaar Lilburn waren aongedaon en hij
lachte luid alsof het een groote. grop was
toen Squire Brcnt, het voorhoofd fronsende van
woede, met zijn groote vuist op de tafel sloeg,
zoodot ol de glazen en borden rinkelden, ei*
toen toornig tot Lord Saye and Sele zeide
,Pas op, pas op, mylord, dot ik den dag niet
ga betreuren, waarop ik de hand van mijn
dochter aan Uw zoon gaf. Een belcediging van
Zijne Majesteit den Koning, onzen oppcrmach-
tigen heer volgens goddelijk recht, staat in
mijn oogen gelijk met een beleediging, mij zelf
aangedaan".
Er wos toch zeker niets belachelijks in zulk
een schitterende uitspraak van trouw, en Bar
bara s blik, die op haar jongen heer en meester
rustte, werd vol toorn en verachting. Doorna
wendde Jim zijn hoofd kalm naar haai1 toe en
zag haar uitdogenden, hoogmoedigen blik.
Deze scheen hem echter geen onrust, maar al
leen maar vermaak te geven een vroolijkc
schittering lichte in zijn droomerige, grijze
oogen, cn plotseling strekte hij zijn armen uit
en mompelde half luid
(Wordf vervolgd).