no. 63 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" rijdag18Sept.1925 BINNENLAND. De Hand met het Litteeken. FEUILLETON. Uit de Pers. DE MILLIOENENNpTA. De nota heeft een zeer goede pers, niet oileen bij rechts, doch ook bij links, behoudens een enkele uit zondering. De mfllioenennota heeft van het jaar, nu de landsfinanciën in een toestand zijn gekomen, dat niet meer zooveel aan den schijn behoeft te woróen geofferd, en het kind bij zijn naam kan worden genoemd, zeer aan ernst gewon nen meent de N. Rott. Ct (vrijz.) De nota laat de nuchtere cijfers spreken, zonder ze te flattecren, of mooiere voor stellingen te geven, dan de wezenlijke toe stand der financiën veroorlooft en een ieder zal willen erkennen, dat de mil lioenennota een stuk werk van heel wat hooger gehalte is dan dc troonrede. Uit de uiteenzettingen, die in deze nota wor den gegeven, spreekt besef van verant woordelijkheid; er komt een streven naar waarheid uit aan don dag; en wat het beste is, er wordt een financieel plan in uiteen gezet, om in dc begrooting en de bereke ningen van 's lands financieelen toestand, die op de begrootingscijfers worden geba seerd, weer gezonde financieele opvattin gen tot hun recht te doen komen. Zooals de begrooting daar ligt, staat zij imet een overschot van ruim 9 millioen op den gewonen dieast, maar de nota geeft ons een douche: „Dit overzicht geeft echter den werkelijken toestand niet weer". Im mers rekent de minister ons aanstonds voor, dat voor tegemoetkoming ten aan zien van enkele salarissen en verbetering van enkele andere, waaronder wij tot ons genoegen die van de rechterlijke macht, de Rekenkamer en den Raad van State ge noemd zien, f 3 millioen boven de ramin gen van de begrooting za^ noodig zijn; dat voor versnelde uitvoering van de Zuider zeewerken 4 millioen moet worden uit getrokken, en dat aan een te stichten .Wegenfonds (naar de denkbeelden van de commissic-Patjjn waarschijnlijk) f 2 mil lioen van de rijwielbelasting zullen worden overgebracht, die dus als gewone inkom- sten zullen worden gemist. Aldus komt men dan niet tot een ver moedelijk overschot op den gewonen dienst, doch enkel tot een sluitend burget. Men ziet, dit is een geheel andere wijze van cijferen, dan verleden jaar werd ge volgd. Doch er is meer. De rekening wordt zuiverder gehouden, ook doordat thans weer een uitkeering aan het Invaliditeils- v fonds is uitgetrokken van 9.4 millioen. Van nog veel meer beteekenis lijkt het blad de derde verandering, die bij het sa menstellen van de begrooting is aange bracht, en die hierop neerkomt, dat een aanvang gemaakt is om weer voor goed tot een zuivere splitsing tusschen gewone en buitengewone uitgaven te geraken. Er wordt intusschen een geleidelijke overgang gemaakt. Van hetgeen in vorige jaren ten onrechte als ^buitengewoon" was geproclameerd, wordt van het jaar slechts een gedeelte onder „gewoon" over gebracht. In volgende jaren zal dan op de rest dezelfde manipulatie worden toege past, en zoo zullen we dan allengs tot een inderdaad sluitende begrooting van gewone inkomsten en uitgaven geraken. De indruk, door de Millioenennota der nieu we regeering gewékt, kan niet anders zijn dan van groote teleurstelling, verklaart het Han delsblad (vrijz.) Wel wordt, om met een der weinige goe de punten te beginnen, voor 1926 een niet onbelangrijke belastingverlaging beloofd, maar de ingezetenen zullen deze echter al leen op hun belastingbiljet, doch niet op hun budget van uitgaven bemerken, daar tegenover deze verlaging der directe be lastingen nieuwe indirecte belastingen 'htm invloed zullen doen gelden. De heer Colijn, die ons aanvankelijk als krachtmensch was afgeschilderd en die inderdaad de groote verdienste heeft ge had, in een zeer korten tijd de begrooting sluitend te hebben gemaakt, zij het dan ook voor een groot deel doordien de in komsten veel ruimer zijn gaan vloeien dan voorzien was, en doordien nieuwe zware heffingen zijn ingevoerd, predikt opnieuw de noodzakelijkheid van bezuiniging. Maar zijn begrooting vertoont een zoodanig aan zien, dat men onwillekeurig prevelt „die Botschaft hör ich schon, allcin nvir felht der Glaube". Het zal dus in hoofdzaak afwachten blij ven, wat de financieele plannen der re geering betreft. Vooralsnog behoeven wij ons echter blijkbaar niet te vleien met de kans op een ingrijpende belastingverla ging, tenzij de inkomsten veel ruimer mochten gaan vloeien, dank zij een verbe tering van den algemeenen economischen toestand." Het Vaderland (vrijz.) is het niet de Millioenennota eens, „dab wij nog niet in een gezonden financieelen toestand verkceren." De uitgaven zijn nog altijd te groot. Daarom betreuren wij het, dat er niet met meer ernst gestreefd wordt naar eenvou diger hiushouding, en ook dat Colijn niet de portefeuille van Oorlog genomen heeft, om door betere organisatie op dat hoofd stuk aanmerkelijk te bezuinigen. Wij heb ben hier nu niet zoozeer de vraag- van ver- •m mindering der weermacht op het oog, dan de militaire huishouding, waarvan telkens blijkt, dat Aaltje, de zuinige keu kenmeid, daar het schrikbeeld is. En wie niet wil. dat onze culturcele belangen op den duur geschaad worden, zoo niet onher stelbaar getroffen, zal er zich op moeten toeleggen door zuinig huishouden, het diep in de beurs tasten voor die belangen, als dat noodig is, mogelijk te maken. In het geschrift, dat een blik doet slaan in de boekhouding van het Rijk der Nederlanden, straalt, meent de Maasbode (R. K.), een optimisme door, dat, hoezeer ook bedwongen in zijn uiting, toch weldadig aandoet. Wat de gewone begrooting betreft, verklaart het blad de zorg der regecring voor sluitend maken der begrootingen in de toekomst zeer overdreven te achten en ook in het aanwijzen van donderwolken voor de toekomst acht het de Millioenennota niet geslaagd. Zoo min als het 't goedkeurt, dat da gunstige positie van 1926 zoozeer wordt gecamoufleerd. Zeer zeker heeft de regeering wel gelijk, dat de begrooting aan het geweldig euvel lijdt nog op een te hoog niveau te sluiten. Op inperking van de uitgaven moet dus nog steeds de aan dacht gevestigd blijven. Al werd alleen maar het natuurlijke accres der uitgaven ingetoomd, zoodat wij met de toeneming der bevolking geraakten tot een relatieve verlaging van uit gaven, don kon men reeds tevreden zijn. Het Centrum (R.-K.) stelt vast, dat de Millioenennota de bevestiging geeft van de mededeeling in de Troonrede, dat er verbete ring is gekomen in den algemeenen toestand des lands en het gevaar voor ontwrichting van den toestond van 's lands geldmiddelen als afgewend kan worden beschouwd De minister schrijft terecht, dat eerst wan neer in vervuliling gaat, hetgeen hij omtrent de kapitaalvorming beoogt, de financieele toestand van het land als geheel hersteld kan worden beschouwd. Intusschen hangt hierbij zeer veel af van de( te volgen methode, en van de wijze, waarop verder bezuinigd, en de belasting in 't al gemeen veel te drukkend verlaagd en her vormd zal worden. Wat de belastingen betreft, deze zijn niet alleen over 't geheel te zwaar, njaar ook voor een deel verouderd en gebrekkig. Een algeheele herziening dezer materie is een werk, waaraan de regeering zich m^t v:Wcht kon en blijkbaar ook wi; zetten. De Tijd (t>k.) zegt o.o. Onze verwachting, dat reeds de nota betreffende den staat van 's lands finan ciën (in den volksmond: millioenennota) eenige verduidelijking zou brengen van de regeeringsplannen, welke in de Troonrede wat al te vaag waren opgesomd, is niet beschaamd. Evenals vorige jaren zal de geheele landspolitiek ook in de naaste toe komst door het geweldige financieele vraagstuk worden beheerscht, en het in- Slechts een gezond volk kan groot van karakter zijn. Uit het Engelsch van Baronesse ORCZ7. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) Toen Jennings heengegaan was, ging hij voort met spreken tegen Barbara „Ik heb dien schavuit van een Saye and Sele en zijn mooie zoons dikwijls gezegd, dat hun grootspraak hun nog eens berouwen zou. Kijk nu eens in welk een vreeselijken toestand de geheele familie thans is I De Koning zal hun onderwerping niet zoo gauw aannemen, als zij wel denken, en zij zullen zoete brood jes moeten bakken, genoeg om hun maag ie bederven, denk ik. Alen heeft mij gezegd, dat Nathaniel en zijn broeder John zeer bedreven in het hanteeren der wapens zijn, en dat hun mooien vader een regiment in Oxfordshire heeft opgericht. Nu, zij konden allen vergif fenis krijgen, als zij dat regiment ten dienste van den Koning stelden, maar ik zou den Ko ning dezen raad geven: Vertrouw die verra ders van gisteren niet. Zij praatten en poch ten eenmaal Nu zij zien, dat het Uwe Maje steit bittere ernst is, probeeren zij Uwe ko ninklijke laarzen te likken, in de hoop, dat het verleden vergeten zal zijn, maar Hier werd de oude Squire weer in de rede gevallen door het binnenkomen van Jennings, die heer James Fiennes binnenliet Squire Brent bleef voor den monumentalen haard met zijn stevige, oudé beenen ver van elkander, zijn handen ineengeslagen op den rug, staan. Zijn witte snor en puntige baard scheen zich op te zetten van zegepraal ver mengd met toorn, toen hij naar den jongen man keek, dn? eerst vlug de kamer was bin nengekomen, toen een oogenblik besluiteloos bleef stilstaan, terwijl hij eerst aarzelend naar zijn vrouw, en toen bijna uitdagend naar den Squire keek. Hij was zeer eenvoudig gekleed en zijn kleeren zagen gevlekt, zijn cachemire broek was van donkere kleur en zijn lederen wambuis met eenvoudig wollen kraag vormde een vreemd contrast met het rijke purper sa tijnen gewaad van den Squire, met de fijne plooien en manchetten van mooi neteldoek en kant, terwijl het kort geknipte, kastanjebruine haar van Jim een bespotting scheen van de golvende, grijze krullen van den ouden man. Hij keek nu niet meer naar Barbara en zij had gelegenheid hem en zijn uiterlijk op haar gemak te bestudeeren. Hij was buitengewoon lang en scheen zeer sterk te zijn. Barbara was het inwendig eens met diegenen, die zeiden dat James Fiennes er eigenzinnig en stijfhoof dig uitzag. Iets over hem in dit oogenblik bracht in haar geest terug het beeld van haar huwelijksmorgen en van Jim, zittend aan den rand van het meer, en het water uit zijn schoenen latende druipen, met zijn geheel ge zwollen gelaat, en zijn ooren en hart hard nekkig gesloten voor haar vriendelijkheid en medelijden. Zij herinnerde zich, hoe hard en onaardig hij voor de arme, kleine Dina ge weest was, die zelfs nu tegen haar rokken kroop, alsof zij ook onaangename herinnerin gen aan haar redder had. Bij het herdenken van dien gedenkwaardigen morgen keek Bar bara instinctmatig eerst nqar den kleinen dienen van de nota van den beheerder van 's Rijks schatkist is dan ook de ge schikte gelegenheid om het te verwachten regeeringsbeleid) in bijzonderheid uit te stippelen. Er is van Minister Colijn veel kwaad verteld en als de voorteekenen niet be driegen zal hij in de komende vier jaren nog wel eens harde en leelijke dingen moeten hooren. Behalve zijn naaste partij vrienden zijn er weinigen, die hem om zijn werk durven loven. Maar er is één punt, waarop allen, vrjenden en tegenstanders, in waardeering van 's heeren Colijn's qualiteiten geheel overeenstemmen, n.l. dot deze bewindsman alle kunstmiddeltjes om met een geflatteerd budget te komen geheel achterwege laat en den toestand van 's lands financiën zóó nnor waarheid weet te schetsen, dot een ieder vrij ge makkelijk een duidelijk en juist inzicht kon krijgen in de uitgaven en inkomsten van den staat der Nederlanden. De jongste millioenennota is in dit op zicht een prachtig stuk werk, dat door de opvolgers van den heer Colijn als model cn leiddraad cinag worden gebruikt. Uit het feit, dot de begrooting sluitend is, leidt de Standaard ,(o.-r.) af, dat de vrucht van den groot^n arbeid tot financieel herstel blijvend kan geacht worden. J,Moar er is hier niet alleen handhaving van het verkregen re sultaat; er is, &n dat is voor het verkrijgen van een geheel normale begrooting noodig, ook in dit opzicht voortgang, verbetering. Een tweede belangrijk feit is, dat in deze begroeiing een aanvang gemaakt wordt met het wegnemen van verkeerde methoden, die in den nood van den toestand hoor verklaring vinden, maar daarom niet goed te keuren zijn". Het blad doelt hierbij op de betere scheiding van gewone en buitengewone uitgaven. Het derde belangrijke feit is de bclnslingver- loging, die thans reeds wordt aangekondigd. De Telegraaf (neutr.) Jaren zijn reeds verstreken sedert mi nister De Geer na het einde der staats- financieele hoogconjunctuur overging tot het in 't vooruitzicht stellen van bezuini- gir.gsperspectieven naar uniformen pro- centueelen moatstof, daarbij de versobe ring e>n de veiligstelling van den gulden tot gevleugelde woorden makend. Twee jaren gingen heen sedert minister Colijn zijn taak opnemend vergezichten opende van tekorten stijgend tot honderd en veer tig millioen. Wanneer wij thans staande voor het vierde jaar van het reorganisatie tijdvak onzer staatsfinanciën, tot een be oordeeling trachten te komen van het be- leikte resultaat, dan kan men niet anders dan op zeer waarderende wijze gewag maken van het bereikte resultaat. Dit resultaat immers isdat over het loopendc cn eerstvolgende dienstjaar slui tende rekeningen zijn verkregen. Daar mede is dus het proces van ontbinding dat onze staatsfinanciën hopeloos dreigde te ontwrichten, gestut7 Men moét dit nuchtere feit erkennen en de krachtsin spanning waarvan dit het gevolg was, waardeeren, ook al is men 't niet eens met alle middelen, die tot het bereiken van het doe] zijn aangewend en al meent men, dat het eigenlijke saneeringswerk nu eerst nog beginnen moet. Berichten. De Staatscourant van hedenavond 17 September bevat o.a. de volgende Konink lijke besluiten benoemd tot gTiifier bij het kantongerecht te Hoogevecn mr. J. A Drossart Renthorst, waar nemend griffier bij het kantongerecht te Rot terdam benoemd tot ridder in de orde van den Ne- derlandschen Leeuw J. J. C. v. Dijk, oud-di recteur topografische inrichting op verzoek eervol ontslagen uit den militaiJ ren dienst de Te luit. der militaire administra tie L. T. Franse van het T7e regiment infante rie en is hij benoemd tot reserv^-luit der mili taire administratie bij het I7e regiment infan terie benoemd tot le luit. bij het regiment genie troepen, de 2e luit. J. N. Zwoons, van dit corps hond, daarna weer naar Jim. Hij ving haar blik op en zijn gelaat werd opeens verhelderd door een glimlach, die voor een oogenblik de harde lijnen van eigenzinnigheid en stijfhoof digheid verzachtte. „Wel jongmenschl" begon de Squire na een oogenblik, „wat heeft U vandaag hierheen ge voerd Ge zijt buitengewoon stilzwijgend, merk üc, maar dat verwondert mij niet. Wat mij wel verwondert, is dat gij en uwsgelijken de onbeschaomheid hebt, om vergiffenis te smeeken, nu gij gevoelt, dat Uwe kostbare halzen gevaar loopen". Daar Jim geen antwoord gaf, zijn tong scheen inderdaad vast gebonden, ging de Squire nog kribbiger voort „Ik vermoed, dat ge gekomen zijt, om mij te vragen, mijn invloed bij Zijne Majesteit te gebruiken en vergiffenis voor U te vragen. Maar dat doe ik niet," ging hij vastbesloten verder. „Ik doe het niet. Zooals gij en de an deren en Uw vader, die beter had moeten we ten hij, een pair van dit rijk en eens mijn vriend die verraderlijke bedden hebt opge maakt, zoo moet gij er in liggen, zonder mijn hulp om er uit te komen. Frankrijk of een onder godverlaten, onzedelijk land, is een ge schikter plaats voor Uw soort om te wonen, nadat ge de zuivere lucht van Engeland be dorven hebt met Uw schandelijk verraad." Hij wond zich tot steeds grooter woede op, terwijl James Fiennes bleef zwijgen. Het was juist het zwijgen van den jongen man, dat den ouden man verbitterde. „Nu," riep de laatste met woedende drift uit, „waarom spreekt ge niet Een zweem van een glimlach verscheen weer op Jim's gelaat, waardoor de uitdrukking van hardnekkigheid even verdreven werd, die er langzamerhand op gekomen was onder den benoemd tot 2e luit. onderscheidenlijk bij het 5e, T5e, T2e, 3e, 20c, 13e, 18e en 19o re giment infanterie de sergeanten A. A- P. Smit, H. E M. Bokhuys, H. W. van Duimen Krumsel- man, H. J. T. Woording, P. de Rooy, C. T. van den Berg, J. S. Kops en H_ den Koning, allen leerlingen van het tweede studiejaar hoofdcur sus voorts bij de militaire administratie regiment vesting-artillerie, de sergeant B. v. d. Berch, leerling tweede studiejaar hoofdcursus benoemd tot 2e luit. infanterie in Indië, de sergeanten A. L. A. Coppcns, C. A. v. Deute- kom, K. J. Nieborg, H. C. J. G. Smidt, J. Mackenzie, R. W. van de Beek, W. Linde, C. Bcndeler en C. Th. F. J. S. van Embdcn, allen leerlingen van het tweede studiejoor van den hoofdcursus voorts bij de militaire administratie in Indiö dc sergeanten F. A. Schütz, E. G. J. van der Reyden en C. L. Maarsman, allen leerlingen van het 2e studiejaar van den hoofdcursus benoemd tot officier in de Oranjc-Nnssau orde dr. L. C. Proot, arts te Haarlem, en B. S. H. Stielen, arts te Hilversum, voorzitter der Noord-Hollandsche Ver. „Het Witte Kruis" toegekend de bronzen eerc-medoille der Oranje-Nnssau orde aan D. Rapstob, slagers knecht bij de firma W. C. v. d Brink, te Hil versum. BEGROOTING POSTERIJEN, TELEGRAFIE EN TELEFONIE VOOR 1926. Dolendo exploitatie-uitgaven. Verluging van tarieven znl dc volle aandacht moeten hebben. In de Memorie van Toelichting wordt onder de algemeene beschouwingen het volgende me degedeeld Het voor 1925 aanvankelijk geraamde winst cijfer van 5.7 millioen zal, onvoorziene om standigheden voorbehouden, worden bereikt Voor 1926 zijn de inkomsten geraamd op het bedrag voor 1924 uitgetrokken, zoodat voor tegenvallers weinig kans meer is. De uit gaven konden ruim 5.3 millioen lagor wor den geraamd dan voor 1925. Gevolg van een cn onder is, dut de begrooting/ zooals thans aangeboden, sluit met een bedrag van 7.1 millioen als uitkeering aun 's Rijksmiddelen vun de becijferde winst. Dit bedrog de post cheque- en girodienst neemt hierin dee] met ruim 200.000.— overtreft die, voor 1928 geraamd, met 1.4 millioen. Bij de beschou wing van dit winstcijfer is nog in aanmerking te nemen, dat dc eindbeslissingen op de rap porten van de verschillende reorganisotie-com- missien nog niet gevallen zijn, al zijn in die rapporten maatregelen voorgesteld, welke be reids zijn ingevoerd, don wel ter uitvoering voorbereid. De doling van de exploitatie-uitgaven is dan ook grootendeels het gevolg van bezuiniging, welke, onafhankelijk van de rapporten, in ver schillende deelen van den dienst kon worden ingevoerd door vereenvoudiging en versobe ring van de dienstinrichting en dienstuitvoering beperking van de formaties do kontoren, het sluiten van voordceliger overeenkomsten wegens postvervoer, bezuiniging op uitgaven voor de gebouwen, vermindering vnn de crc- dieten wegens aanschaffing van kantoorbehoef ten, omzetting van loop- in rijwieldiensten. Daarnaast doen hun werking gelden de in het algemeen voor het Rijkspersoneel ingevoerde maatregelen, als de veranderde salarisregeling, afschaffing van toelagen. Gezien het vrij gunstige financieele aspect van deze begrooting, ook in verband beschouwd met den gang van zaken in het loopende jaar, zal een verlaging van tarieven, voor zoover althans de algemeene financieele toe stand des Rijks zich daartegen niet blijft ver zetten, de volle aandacht moeten hebben, ten einde in den loop van 1926 in werking te kun nen treden. Do vraag, met welke onderdee- len de verlaging een aanvang zal kunnen ne men, vormt, mede in verbond met wijzigingen van internationalen post-, telegraaf- en tele foontarieven, een onderwerp van nauwgezette studie. De exploitatie-inkomsten voor do drie dien sten Posterijen, Telegrafie cn Telefonie wer den bij de vorige begrooting in totaal geraamd op 80 934.930. Voor 1926 zijn zij geraamd op 76.927.950, alzoo minder 4.006.980. Namelijk minder voor: A. Posterijen 309.400 B. Telegrafie 666.000, C. Telefonie 246.980. BEGROOTING VAN HET LEENTNGFONDS. VOOR 1926. Een wetsontwerp is ingediend tot vaststelling van de begTOoting van inkomsten en uitgaven stortvloed van de beleedigingen van den ouden man. „Uw Genade heeft mij nog geen gelegen heid gegeven een woord te zeggen," zei hij eenvoudig. „Vorvloektl ik geef ie U nu", antwoordde Squire Brent. „Zeg op, maar ik waarschuw U, verwacht geen goedertierenheid van mij." „Helaas ik heb reeds lang alle hoop daar op opgegeven, en ik vrees zelfs, dat ik voor altijd Uw goedgunstigheid verbeuren zal, als ge gehoord hebt, wat ik kom zeggen." „Gaat go weg viel de oude man met een bitteren toon van minachting in, „gij en Uw familie zullen Uw hoofden gaan verbergen, tot de storm voorbij is, en ge terug kunt keeren onder het voorwendsel van trouw en in de hoop, dat het verleden vergeten zal worden! Op mijn woord, het is wijs, maar niet heldhaftig! Waar gaat gij heen? Naar Frankrijk „Naar het kamp, mijnheer, om mij bij het leger te voegen," antwoordde Jim. De oude man fronste het voorhoofd, eenigs- zins verward. „U bij het leger te voegen?" mompelde hij langzaam. „Zijne Majesteit heeft u dus verge ven „Om mij bij het leger te voegen, mijnheer," herhaalde de jonge man. „Lord Essex heelt aan ieder van mijn broeders een compagnie toe vertrouwd. Het zou niet passen dot ik thuis bleef." Weer fronste Squire Brent het voorhoofd. Het drong voor het oogenblik niet geheel tot hem door, wat Jim's woorden werkelijk inhiel den, hij keek eerst met een soort van verba zing naar den jongen man, die weer in zijn gewonen staat van kalme onverschilligheid scheen teruggevallen te zijn. van Leeningfonds -I914 voor het dienst jaar 6. Blijk, as de Memorie van Toelichting meent de Minister van Financiën dat het voordèclige slot vnn de rekening voor het Fonds op 1 Jan. 1925 f 162.900.000 zal bedrogen (geraamd werd 152.900.000). Tot toelichting van het op I Januari 1926 geraamde saldo ad 175.900.000 deelt hij mede, dat, in verband met do bekende ontvangstcijfers over de eer ste helft van hot loopende jaar, de ontvangsten over 1925 op 97.8 millioen zijn te ramen, waaronder begrepen een bedrog ad 4.466.064, zijnde terugbetaling door België voor interneeringskosten voor Belgische mili tairen. De uitgaven over 1925 kunnen op 84,800,000 worden geraamd. Het voordeelig saldo van den dienst 1924 en vorige jaren ad f 162.900.000 wordt dcrholvernet 13,000,000 vermeerderd en op 175,900,000 gebracht. HET WEGENVRAAGSTUK. Verbeteringen voorgesteld op de Wutcrstuatsbcgrooting. Onder den titel „Wegen" wordt in de Me morie van Toelichting bij de Waterstaats!»^* grooting het volgende gezegd: Hoewel de toestand' van de rijkswegen op onderscheidene wegvlakken te wenschen over laat tengevolge van dc omstandigheid, dat al sinds jaren geen voldoende middelen voor een goed onderhoud en de noodigste verbeteringen te bevorderen, konden worden beschikbaar ge steld, heeft de minister toch, gelet op den toe stand van 's lands financiën, ook thans voor die wegen geen hooge bedragen uitgetrokken. Hij meent echter, dot dit niet te groot bezwaar behoeft op te leveren, omdat hij verwooht, dat in verband met eerlang voor te stelïen wette* lijkc maatregelen, voldoende fondsen zullen worden verkregen, om zoowel het onderhoud als do verbetering der wegen zoo krachtig ter hand te nemen, dot binnen niet te langen tijd het rijkswegcnnct aan do eischen van het tegen woordige verkeer zol voldoen. Rijksweg Amsterdam—Baanv De aankoop van gronden voor deze wegver- bctering, voor zoover zij bij minnelijke schik king kunnen worden verkregen, kon in den loop van 1925 zijn geschied. Daarna zullen de per- ceelen moeten volgen, waarvan gerechtelijke onteigening noodig zol zijn. Aangezien het meerondecl der vonnissen eerst na 1926 zal zijn te wachten, zal voor het jaar 1926 met een bedrag von 150,000 voor dezen grond aankoop vermoedelijk wel kunnen worden vol- stoan. De wegomlegging bij Noorden, waaronder wordt verstoon het gedeelte van de Hakkelaars- brug tot aan de aansluiting van den bestaan- den weg bezuiden Noorden, behoort tot het meest urgente gedeelte van de geheele ver betering van den rijksweg AmsterdamAmers foort. In de verwachting, dat in den loop van dit jaar het nog steeds hangende overleg tus schen de departementen van Oorlog en Wutcr- staat over dit gedeelte zal kunnen worden be ëindigd, kon don in 1926 met de uitvoering von dit werk een begin worden gemaakt, waar voor een bedrag von 170,000 wordt aange vraagd. AmsterdamHaarlem. Het verbreeden en onder profiel brengen van de rijbaan van het weggedeelte Slotcrdijk Halfweg, waarvan de aarden baan reeds ver breed is, en waar langs het rijwielpad is aan gelegd, kon in 1926 voltooid worden, waarvoor 150,000 noodig wordt geacht. Aon do Oostzijde van de bebouwde kom te Halfweg zal in 1926 de aonplemping van de trekvaart kunnen geschieden, voor zoover dit in het pjan der wegverbetering ter plaatse is opgenomen; de kosten hiervoor zijn te stollen op 50,000. De verbreeding van de aarden baan tusschen Halfweg en Haarlem zal vermoedelijk in den Joop van dit jaar gereed komen. Daar het verkeer aanzienlijk verlicht zou worden, indien althans dc wielrijders van de gewone rijbaan zijn afgeleid, cn do ondergrond hier niet zoo slecht is, als beoosten Halfweg, kon in 1926 de aanleg van hot rijwielpad plaots hebben, waartoe 65,000 wordt uitgetrokken. De Liedebrug en de Zwetbrug, gelegen in het wegvale Halfweg—Haarlem, moeten in verband met de verbetering von dezen weg vernieuwd worden. Voor eerstgenoemde brug zijn de kos ten daarvan globaal geraamd op 220,000, waarvan thans de helft wordt aangevraagd. „Lord Essex I" mompelde Squire Brent weer, -onder te begrijpen. Jim glimlachte een vreemde, zelf-vcrnede* rende glimlach, „Mijn broeder Nathaniel neemt do leiding van dit alles. Hij zegt, dat ik een te groote dwaas ben, ome en compagnie teh ebben, maar dat zij zeer veel strijdbare mannen noodig hebben." Toen de naam van den generaal van het Parlement voor het eerst genoemd werd, had Barbara onwillekeurig een kreet geslaakt Daar op sloeg zij de hand voor den mond. Zij had spoedig genoeg begrepen, wat Jim's woorden beteekenden. Do geest van den ouden Squiro werkte langzamer. Hij Meef maar dof en alsof hij het niet begreep de woorden „Lord Essex* herhalen. Toon v/erd opeens de waarheid hem duidelijk*. James Fiennes, Borbara's echtgenoot, de echt genoot van het kind, dat hij het meest in de geheele wereld liefhad, nam de wapenen op te^ gen des Konings heilige MajesteitI Een paar seconden lang bleef de oude man doodstil een stilte gelijkend op die in de natuur vóór een hevigen donderslag, scheen over het oude kasteel te komen, terwijl zijn heer daar stond met bliksemervdo oogen, trillende lippenen won gen, die de kleur van lood hadden. Toen Bet hij plotseling een schorren kreet hooren. „Verrader P riep hij, en zonder waarschu wing greep hij met beide handen een der ma®* sieve eiken stoelen, die naast hem stond ert zwaaide dien met ^wonderlijken kracht yejryolgdJ,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5