F'.E.L. J. LAMMERTS KLEEDERMAKERIJ DE DAGBLAD-RECLAME I. H.v. RAALTE M. H. v. RAALTE No. 1 ft*"»1* Langestraat Amersfoort 42 W Amersfoort Groningen. Heeren-modeartikeien Fa. E. L. J. Lammerts. Groote Melange- en Margarine-Reclame 41 ct. per pond 66 56 7® 4® Bovendien Afd. Stoffen 3.90 2.25 4.75 1.60 p. El. G. J- VAN HARTEN IS STEEDS B!i HET GEVEN VAN PUBLICITEIT HET ASVSERSFOORTSCH DAGBLAD IS HET DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN NAASTE OMGEVING. Getuige Lichte „Ik herinner me niet, dat ik dien dag met Busch in de lunchroom ben geweest President „Komt het meer voor, dat u zooals u gisteren hebt medegedeeld van Busch een duplicaat-vrachtbrief uit diens hand kreeg, om daar geld op te ontvangen, zonder dat u daarvoor eenige zekerheid moest ge ven Geiuige Lichte „De heer Busch heeft mij dien dag zulk een duplicaat-vrachtbrief gege ven, waar ik 4000 op kon ontvangen. Ik •had echter van Busch ongeveer 12,000 te vorderen. De duplicaat-vrachtbrieven gingen altijd van hand tot hand." De president laat nu getuige Blaser nog maals voorkomen, die volhoudt, dat Lichte en Busch, zoowel als Claassen, Lorette en ge tuige, kort vóór de verdwijning van Busch in de American Lunchroom zijn geweest. President tot getuige Blaser„Waarom is uwe verklaring toen niet door de politie op schrift gebracht Get. Blaser „Omdat naar mijn oordeel de politie zeer nalatig is geweest door mij 1ocn niet te hooren." Nu wordt nis getuige gehoord een zekere Fransen, die in het tijdvak 19141916 als schilder in dienst van Muylwijk is geweest. Deze getuige verklaart, dot hij op den Za terdag na de verdwijning van Busch een kuil in de garage gezien heeft. Hij sloeg daar eerst aandacht aan, toen hij in de kranten van Maandag 25 October 1915 las, dat Busch verdwenen was en tegelijkertijd in de garage bemerkte, dat de kuil weer dicht was. In schafttijd heeft getuige met een kameraad over de verdwijning van Busch gesproken en in dat gesprek is toen de veronderstelling ge uit, dat Busch wel in dat gat in de garage kon liggen President„Dus het idee zette zich bij u vast, dat de man daar moest in liggen Getuige Fransen „Ja, ik vond het vreemd, dot het gat toen dicht was, terwijl Zaterdag middag, toen het werkvolk naar huis ging, de kuil nog open lag." Op een vraag van beklaagde Muylwijk of getuige Fransen inlichtingen kan geven om trent den anonymen brief, die tot de politie is gericht, antwoordt deze ontkennend. President tot getuige Fransen„Hebt u nooit inlichtingen aan de politie gegeven Getuige Fransen „Ja zeker. Drie jaren ge leden, in Mei 1922, stond een oproep in de kranten aan degenen, die inlichtingen konden verstrekken omtrent den moord, in 1915 op den Overtoom gepleegd. - Ik ben toen naar het politiebureau op het Leidschepledn gegaan. Daar heb ik den com missaris gezegd, dat ik nog altijd in de mee rling verkeerde, dot Busch in den kuil in de garage lag. De commissaris antwoordde daar op, dat ik er wel meer van zou hooren. Ech ter heb ik nimmer iets van dezen commissaris gehoord." Getuige Zwagerman, die bevriend was met Muylwijk, verklaart, dat Muylwijk hem eens verteld heeft, dat Busch als dame verkleed, met een zekeren Van Rijn uit Utrecht naar 'Amerika is gegaan. Beklaagde Muylwijk ontkent dit gezegd te hebben. Verdediger mr. Alfred Levy tot get. Zwager man „Was Busch eerlijk?" Get. „Eerlijk was Busch niet. Hij ldet niet gauw geld los." Verdediger„Was Busch nog ol moedig, «een moedige kerel?" Get.„Neen, moedig was hij niet". Veró.„Hebt u wel eens gezegd, dat u Busch wel wilde vermoorden?" Get.,,Ja; meer dan eens heb ik gezegd, dat ik Busch wel kon vermoorden, omdat deze zijn verplichtingen niet nakwam." Gehoord woidt nu mevr. 'A. van der Avoort, gehuwd met een zekeren Gcrritzen, welke ge tuige een buiten-echtelijke verhouding met Busch had. Zij woonde toen in de N. Tolstraat. Zij deelt mede, dat Busch voor diens verdwij ning oen bedrag van 28,000 had bijeenge gaard, dat hij bij haar thuis in een geldkistje had opgeborgen. Toen Busch niet meer terug kwam, heeft get. dit geld voor haar zelf aan gewend. Muylwijk heeft get. niet gekend. Evenmin wist 7ij of Busch vaak bij Muylwijk kwam. Wel lunchte Busch vaak met Lichte. Get. Eeltjes was ook bij Muylwijk geduren de anderhalf jaar in dienst. Hij kende Busch, dde vaak bij Muylwijk kwam. Dat er wel eens onaangenaamheden tusschen Muylwijk en Busch zijn geweest, kon spr. niet modedeelen. President„U hebt met uw collega Fran sen over de verdwijning van Busch gesproken en daarbij is veronderstellenderwijs gezegd, dat Busch wel in de kuil kon liggen. Getuige „Daarover heb ik nimmer gespro ken." President„Er is beweerd, dat u geholpen hebt aan het graven van den kuil." Gel.„Absoluut niet waar." Bekl. Muylwijk„Het is mogelijk dat het niet Eeltjes maar bchaaders is geweest. In elk geval heeft Eeltjes geholpen aan het dichtma ken van den kuil." Pres. tot get. Eeltjes„Is dit zoo?" Ge'.. „Ik moest op lost van Muylwijk des avonds terugkomen. Muylwijk stond in de garage„Jacob ga jij steenen halen V De deed dit en toen ik met de steenen kwam aandragen, zeide Muylwijk.: „Leg de steenen hier maar neer!" Muylwijk verdeelde de steenen over een be paalde oppervlakte en toen deze geheel be dekt was, droeg Muylwijk ons op, een muur daarop te metselen. Muylwijk ging toen naar kantoor en ons verder gelastende tegels in den vioer van de garage te leggen. De volgende getuige, J. Schaaders, die ook bij Muylwijk in dienst was, verklaart niet den kuil te hebben gegraven. Deze getuige neemt overigens een aarzelende houding aan. Hij her- inne;t zich niets meer. Wel weet hij dat er- ens in de garage een kuil gegraven was, waar in reeds een kis; stond, die echter hooger was dan de kist, welke voor hem staat en waarin het lijk van Busch was gestopt. Deze kist stak nog 60 c.M. boven den grond uit. President tot beklaagde Muylwijk „De mo gelijkheid is niet uilgesloten, dat u medeplich tigen hebt, die alles van de zaak weten." Beklaagde Muylwijk (met stemverheffing): „•Als het ooit anders uitkomt dan ik hier ver klaard heb, details natuurlijk daargelaten, ben ik her trappen in den hoek waard." President,,'t Is toch niet uitgesloten, dat u met anderen Busch erin hebt gelokt." Beklaagde Muylwijk (nu schreeuwend): „Mijn heer de president, u beleedigt mei Ik heb het alleen gedaan en precies zooals ik het hier verklaard heb. -Als het ooit ar.de:-; uitkomt, dan ben ik niet waard ooit weer bij mijn vrouw en kinderen terug te komen; dan h°n ik waard levenslfng te worden opgesloten." President„Houdt u nu maar kahr.!" Muylwijk„Mocht u beleedigd hebben, president, neemt u 't mij dan niet kwalijk. Ik wend al mijn krachten aan om de waarheid te zeggen I" Na dit incident wordt als getuige gehoord J J. Kort, die als opperman bij Muylwijk in dienst was. Getuige vertelt, dat er tusschen Muylwijk en Busch een vertrouwelijke en vriendschappelijke omgang was. Van de ver dwijning van Busch heb ik eerst iets gehoord, toen de krant erover schreef. PresidentWanneer hebt u in dc g'arnge den kuil gegraven?" Getuige: „Ik weet niet, of het Vrijdag of Zaterdag was." President„Met wen hebt u den kuil ge graven?" Getuige„Met Eeltjes." President tot Eeltjes: „U hoort het; Kort verklaart, dot u geholpen hebt aan het graven van den kuil." Getuige Eeltjes„Ik heb den kuil niet ge graven". President tot getuige Kort„Durft u te zeggen, dat Eeltjes onder eede slaat te lie gen". Getuige Kort,,'t Kan zijn, dat Eeltjes het zich niet herinnert. President„Hoe laat ving u aan met het graven von den kuil." Getuige„Omstreeks 9 uur; tegen 11 uur was het werk gereed. Muylwijk heeft mij ver teld, dat in het gat een groote zinken bak ge plaatst zou worden voor de waterleiding." President„Hebt u niot vroeger verklaard,, dat dit geen zin had?" Getuige „Dit is wel mogelijk." Verder deelt get. mede, dat hij dien Zater dagmiddag om half één is vertrokken en niet vóór Maandagmorgen d. a. v. is teruggekeerd. De kuil was toen dicht. President„Vond u dit niet vreemd?" Getuige„lk heb daarover niet nagedacht." Getuige Kort laat op de verschillende vra gen van den president uitkomen, dat hij om trent het graven van dezen kuil nimmer iets aan de politie heeft meegedeeld. Het eerst heeft hij erover gesproken met den rechter-commissaris, nadat men hem en zijn vrouw gedurende een halven dag in arrest had gehouden in het huis van bewaring. Het bleek toen, dat Muylwijk bekend had en daarom had getuige er geen bezwaar tegen den rechtercommissaris te vertellen, dat hij den kuil gegraven had. President: „Waarom hebt u daar nooit over gesproken Getuige Kort,Jk heb het Muylwijk be loofd. Ongeveer 7 8 jaar was ik bij Muyl wijk in dienst," vertelt Kort verder. „Vaak is er in dien tijd onder het werkvolk over de verdwijning van Busoh gesproken. Eén of twee jaar nè de verdwijning liep Muylwijk jan kend en gillend en met de armen zwaaiende op de trap van het perceel Overtoom. Dit heb ik gezien en een anderen keer heb ik Muylwijk nadenkend op de plaats in de ga rage zien staan, waar Busch begraven ligt. Deze twee dingen heb ik aldus get. gecombineerd en toen ben ik naar Muylwijk gegaan, waar ik hem heb medegedeeld te weten, dat Busch in den kuil in de garage begraven lag. Muylwijk schrok hevig en ont kende eerst. Ten slotte riep Muylwijk weenend uit: ,,'t Is zoo; ik heb hem vermoord!" Voortgaande deelt getuige Kort mede, dat Muylwijk hem toen verder verteld heeft, dat Busch hem gedreigd heeft zijn schoonvader te zullen vermoorden en zijn vrouw in de -gijzeling te doen brengen. Toen heeft Muyl wijk zoo hij beweerde Busch in drift aangevlogen en hem dood in de handen ge houden. Nadat Muylwijk alle bijzonderheden bad verteld, is hij voor getuige op de knieën ge vallen en heeft hij hem gesmeekt in het be lang van zijn vrouw en kinderen, nooit iets te vertellen. Getuige zegt Muylwijk toen beloofd te heb ben de zaak geheim te houden. President„Hebt u hem daar geld voor ge vraagd Getuige Kort,Jk heb nooit een penning van den man gezien." President: „Muylwijk heeft toch verteld,dat hij u wel 6000 heeft gegeven ter bewaring van het geheim." t Getuige Kort deelt dan mede, dat hij geld van iemand kreeg, met wien Muylwijk in re latie stond. Dit geld kwam heim rechtmatig toe en daarom heeft hij het Muylwijk ge vraagd. „Ik heb toen Muylwijk gezegd aldus get. Kort „je moet me dit geld geven, anders laat ik je erin tippelen I" Nadat van half drie tot drie uur was gepau zeerd, werd de rechter-commissoris m r. Dons gehoord, om opheldering te geven omtrent een woordenwisseling, welke in het kabinet van dezen ambtenaar tuschen Muylwijk en Kort heeft plaats gehad. Kort verklaart, dat Muyl wijk tot hem gezegd hod: „We zijn altijd kame raadschappelijk met elkaar omgegaan. Kort. Erken nu maar, dat ik je 3000 van het geld van Busch heb gegeven". Kort heeft toen ge antwoord: „Muylwijk, je bent een huichelaar". De president tot mr. Dons: Wat kunt gij daaromtrent zeggen? Rechter-commissaris Dons: Dc herinnor mij niet, dat een bedrag van 3000 is genoemd. Kort heeft wel gezegd, dat hij geld von Muyl- wijk kreeg, hetwelk hij hem geleend heeft. De verdediger vraagt thans aan Kort: Waar om hebt u het niet direct aan de politie mede gedeeld? waarop Kort antwoordt: Ik heb d n man niet opgehangen, in het belang van ajn gezin, ik had medelijden met hem. De verdedigerMr. Dons, heeft bek-anode Muylwijk bij de confrontatie tegen de Kort ook niet -gezegd Beken nu alles maar naar waar heid. Getuige Dons Zoo iets herinner ik mij wel. Getuige de Kort Daar heeft Muilwijk geen woord van gezegd. De verdediger Getuige de Kort, u heeft vanochtend verklaaid, dat U geen brief aan Muylwijk heeft geschreven over het geheim van de kist. Op welke wijze en wanneer hebt u dan met M. erover gesproken en waarom heeft u M. opgezocht. Get. de K. Ik zou weten of Busch werke lijk onder de garage lag. De verdedigerToen u dan de waalheid van M. hadt gehoord, waarom heeft u toen de politie daar niet van in kennis gesteld. Get. de K. Uit medelijden voor zijn vrouw en kinderen heb ik M. -Tespaard. Dc verdediger herinnert er daarop aan, dal get. de K. voor den rechter-commissa/is heeft verklaard, dat hij het geheim bewaarde om her aan te wenden als middel wanneer M. bent niet betalen wilde. Dc gelooi, aldus mr. Levy, dat het oogenblik gekomen is voor get. de K. om eerlijk te verk'aren, dat hij het gehei: heeft loszg-ewesrkc en bewaard om van M. geld los te kunnen krijgen. A!s hij het nu niet doel voorzie ik voor dezen getuige de kans dat hij ertoe gedwongen zal worden. Dan zal er voor hem ook geen plaats zijn vooi medelijden. De president Mijnheer de verdediger, in welk verband staat dit verhoor met uw ver dediging van dezen beklaagde De verdediger Er wordt vermoed, mijnheel de president, dat M. medeplichtigen heeft go- had. Dc wil weren, waarom de K. hetgeen hij wist geheim heeft gehouden. Daaiover geeft hij tegenstrijdige verklaringen. Mijn overtui ging is, dat de K het geheim heeft bewaard 't*>t M. leeg was. Na de ruzie tusschen M. en Schopman heeft hij het geheim aan dezen laatste aangeboden. Voor mij is de vraag ol deze getuige een medeplichtige is of alleen dc chanteur. Get. de K. houdt vol, dat hij het geheim heeft bewaard om de vrouw en kinderen van M. te sparen. De verdediger stelt dan door een vraag vast dat voor getuige de K. borg is gebleven, opdat deze naar Transvaal kon vertrekken. Ook beklaagde maakt nog tegenwerpingen, waai op president mr. Eekhout opmerkt, niet te begrijpen, dat bekl., waar hij voor een zoo ernstig misdrijf terecht staat, met zooveel ver halen over een anonymen brief enz. aankomt. Bekl. Omdat ik beschuldigd werd van den moord op den portier der diamantslijperij aan den Overtoom en van den moord op mr. Wijs man....:.., Pres. Dat wordt hier niet behandeld. Bekl. Omdat de menschen waarvoor ik goed geweest ben Pres. Wat u te berde brengt, heeft dat hier voor de Rechtbank een punt van beschou wing uitgemaakt Bekl.Neen. Pres. Neen, natuurlijk niet, want dat had er niets mee te maken I Get. De K.Ik durf op het leven van mijn vrouw bezweren, dat ik nog nooit een ano nymen brief aan Muylwijk geschreven heb. Bekl. Den eersten brief ook niet Get. De K. Neen. Bekl. Dan ben je een leugenaar I Gest. De K. Ik heb geen brief geschreven I Bekl. Je hebt geen brief geschreven I Get. De K. Neen, vuile ellendeling. Ga weg, ongeluk, je bent het misselijkste producr, dat ik ooit van mijn leven ontmoet heb I Hierop worden weer voorgeroepen de getui gen Eeltjes en Schade, de werklieden, die bei den ontkend hebben, dat zij met de K. don kuil gegraven hebben. Eeltjes zegt thans, in stiijd met vroegere verklaringen, dat hij den kuil wel gezien heeft. De president zegt daarop, dat nu de recht bank weer den indruk krijgt, dat Eeltjes wel degelijk medegewerkt heeft aan het graven van den kuil. Get. Eeltjes blijft dit ontkennen, al heeft hij den kuil dan gezien. Hierna wordt gehooid de vrouw, bij wie Busch indertijd een kamer had gehuurd om een correspondentie-adres te hebben. No de ver dwijning van Busch. was deze vrouw naar een somnambule geweest met een portret van den verslagene. De somnambule had in slaap ge zegd dat zij een drama had gezien; dat zij de man von wien zij het portret in de hand had, zag liggen in een kist met gebalde vuisten. Hij was ergens binnengelokt om zijn geld; hij was door een groote poort gegaan en daar aange grepen. Er was een worsteling ontstaan om het geld, vandaar de gebolde vuisten van Busch. De somnambule had ook nog gezegd, dat Busch na jaren gevonden zou worden en dat haar bezoekster hem dan zou herkennen aan zijn sieraden. (Dit is inderdaad geschied). De president informeerde daarop belangstel lend naar het adres d.er somnambule. Vervolgens wordt gehoord de getuige Kra mer, die destijds als 15-jarige jongen bij M. in dienst was bij den bouw der perceelen aan den Overtoom en volgens verklaring van bekl. M. hem geholpen heeft om de kist, waarin het lijk van Busch geborgen was te helpen versjou wen van den kelder naar den kuil in de garage. Get. Kramer zegt zich hiervan niets te kunnen herinneren. Een der volgende getuigen was de werkman Truien, die ook wel voor bekl. M. gewerkt heeft en toen hij eens om betaling vroeg voor het geleverde werk, door bekl. M. met een revolver was bedreigd. Het bleek later een na maak revolver te zijn geweest. Bekl. M. zegt, dat Truien hem, toen hij eens om geld kwam manen bij de keel heeft gegre pen en gezegd: ik weet meer dan je denkt, maar ik kan ook zwijgen als het graf. Daarop heb ik de namaak revolver gekocht voor het geval dat Truien nog eens terug zou komen. Get. Truien ontkent de woorden door bekl. hem in den mond gelegd in dien zin te hebben gebruikt. De verdediger verzoekt daarop de rechtbank dezen getuige enkele vragen te mogen stellen, welke hij bereids heeft geformuleerd. De president oordeelt deze vragen niet in vei bond staande met de verdediging van bekl. Mi. Levy zegt daarop, dat hij deze vragen stolt om de waarheid te doen blijken over ver schillende zaken, waarvan bekl. M. velschelijk wordt beticht. De verdediger beklaagde zich er voorts over dat De Telegraaf de verspreiding dezer valsche aantijgingen systematisch in de hond werkt, welke bekl. in een ongunstiger licht plaatsen, dan hij verdient. Dc president meende den verdediger in de rechtszaal geen gelegenheid te kunnen geven in dit verband met de pers te polemiseeren. De zilling werd hierop geschorst tot Vrijdag morgen 10 uur. ffi i i f Luchtvaart. ERNSTIG VLIEGONGEVAL. Twee dooden. Nabij Bromberg is een Pooisch militair vlieg tuig neergestort. De beide inzittenden zijn ge dood. r mn,M* **9* Gedurende zes dagen tot Woensdagavond 30 Sept. De Gruyter's Prima Margarine van 45 voor De Gruyter's Extra 50 99 40 ct. per pond De Gruyter's Fijne 70 99 De Gruyter's Plantenboter 60 99 De Gruyter's Fijnste Melange 85 99 De Gruyter's Bak- en Braadvet 55 99 voor f 10.— bons een gulden terug. Deze reclame is alleen geldig in onzen winkel Ziet onze étalages! hhb ZIBELINE I voor Mantels 140 c.M. breed FLANELLEN j Voor Pyama's in 40 dessins CRÊPE-SOiE voor Avond-Japonnen In moderne dessins CHARMEUSE geheel zijden qualiteit 100 c.M, breed FANCY STOFFEN voor Japonnen per El. per El. per El. per El. voorheen NIEWEG v. HARTEN Electro - Technisch Bureau Accumulatoren-Fabriek, LANGE BEEKSTRAAT 37. Kracht I - Licht Bel °P Radio 317 Accumulatoren Van der Zoo de Jong van Ophovet Amersfoort Bussum Huizen Incasso Effecten - Coupons Safe Deposit msn Amersfoort, Utrechtscheweg 36Telefoon 587

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 6