AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE E EM LANDER"Woonsdag 7 Oct. 1925
De Hand met het Litteeken.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
FEUILLETON,
24e Jaargang
No. 84
De Staatscourant van heden 6 Octo
ber bevat o.m. de volgende Kon. besluiten
herbenoemd tot lid, tevens voorzitter van
den Voogdijraad 's Gravcnhage II rar. J. A. A.
Bosch;
op verzoek eervol ontslagen met dank met
ingang van I Januari dr. A. Pit te Laren (Z.H.)
als inspecteur van het nijverheids-onderwijs
op verzoek met ingang van 15 October 1925
eervol ontslagen als burgemeester van Appin-
gedom J. Hooft van Iddekinge
.met ingang van 16 October 1926 opnieuw
benoemd tot burgemeester van Putte P. H.
Leys
KONINKLIJK*BEZOEK AAN MAASTRICHT.
Aanvullingen
programma.
van het fcest-
In het feestprogramma is nog opgenomen
een lichtstoet op Woensdagavond 21 October
Ook een Limburgsch schuttersfeest is in voor
bereiding, dat tegelijkertijd met de kinderhulde
vóór het s'adhuis des Woertsdagsmiddags zal
worden gehouden. Er zal met kamers worden
geschoten.
De leden van den Limburgschen Kunstkring
hebben hun medewerking toegezegd, om de
versieringen zooveel mogelijk in stijl te doen
zijn met het beeld van de te versieren straten
en pleinen.
HET GESCHIL TUSSCHEN NF.DFRLAND
EN DE VEREENIGDE STATEN INZAKE
HET EILAN® rMAS.
Men seint ons Washington: Staatssecretaris
Kellogg deelde mede. dot met Nederland over
eenstemming is bereikt over de benoeming tot
arbiter in het geschil tusschen Nederland en de
Vereenigd" Staten inzake de souvereiniteit over
het eiland Palm.ns van den Zwitserschen presi
dent van hel Internationaal Gerechtshof te Den
ITaag Max Huber.
RIJKSPERSONEEL.
Geen week extra-salaris.
Naar wij vernemen heeft de regeering aan
de Commissie voor Georganiseerd Overleg
voor ambtenaarszaken doen weten, dat de re
geering niet kan overgaan tot de uitbetaling
van een week extra salaris aan de Rijksambte
naren, omdat zij 'de voorkeur geeft aan een
spoedige herziening der salarisregeling 1925.
Daarvoor is een bedrag van ongeveer
3.C00.C00 beschikbaar. De ambtenaren van
dc posterijen en telegTafie en zij, wier salaris
de 6000 gulden te boven gaat, zijn daaronder
niet begrepen.
EEN INTERNATIONALE VAN
SPOORWEGAMBTENAREN.
Het bureau in Nederland gevestigd.
Zondag 4 October j.l. werd te Antwerpen een
internationale voor organisaties van spoorweg
ambtenaren opgericht.
Staande de vergadering traden de volgende
vereen'zingen tot het nieuwe instituut toe, t. w.:
de Federation des Syndicats d'Agents de
Cadres et Technicians des chemins de fer
Francais et Coloniaux te Parijs met 18000 le
den;
de Federation Generale des Fonctionnaires
et employés des chemins de fer. Marines, Telé-
gTüphcs et Telephones te Brussel, voor de
groep spoorwegpersoneel met 7000 leden, en
de Bond van Ambtenaren in dienst bij de Ne-
derlandsche Spoorwegen te Utrecht met 5777
leden;
terwijl de Bayerischer Vcrkehrsbeambten
Verein (E. V.) te München, welke door een
spoorwegcongres in München verhinderd was
afgevaardigden te zenden, per brief en per tele
gram bericht van hunne toetreding met 4500
leden had gezonden. Zoodat deze nieuwe inter
nationale thans 35277 leden telt, terwijl nog
onderhandelingen met andere organisaties
gaande zijn.
Om iedere gevoeligheid van organisaties in
dc centrale landen te sparen, werd het bureau
van de nieuwe internationale in Holland ge
vestigd.
Als voorzitter werd gekozen de heer J. V.
Merten, hoofdbestuurslid van den B. A. N. S.,
terwijl als secretaris-penningmeester zal optre
den de heer L. Willemsen, secretaris van den
Bond van Ambtenaren in dienst bij de Neder-
landsche Spoorwegen te Utrecht.
HET DRAMA IN DE WORMERVEER-
STRAAT TE AMSTERDAM.
Het O. M. teckent hoogcr beroep
aan tegen het vonnis.
In de zaak tegen den 43-jarigcn speelknecht
li. H van Dam, dio door de buitengewone ka
mer der rechtbank te Amsterdam veroordeeld
werd tot twaalf jaren gevangenisstraf wegens
doodslag op zijn vrouw en moord op zijn doch
tertje en zijn stiefdochtertje, heeft het O. M.
dat levenslange gevangenisstraf had ge-
eischt heden hooger beroep aangeteekenó
HET DRAMA IN DE SCHIESTRAAT
TE ROTTERDAM.
Dc agent A. S. en dc inspecteur
E. M. beklaagd van doodslag.
Voor de rechtbank te Rotterdam hebben te
recht gestaan de agent van politie le klas A. S.
en de 23-jarige insp"ecteur van politie 2e kl.
E. M., de eerste beklaagde van \doodslag, subs,
zware mishandeling den dood ten gevolge heb
bende, de tweede von poging tót die misdrij
ven. Het geldt hier het bekende géval Amtco-
sius, den bakkersknecht, die bij de vervolging
van twee souteneurs werd doodgeschoten
Voor den agent trad als verdediger op rrr
W. F C. Boecs. voor den inspecteur mr H.
P. Marchont.
Mr. Baars had vóór de bonken der advoca
ten een stellage laten timmeren, de situatie in
dc passerelle aan de Schiestraat weergevende.
Er was buitengewone belangstelling, vocral
van de zijde der politie. Wethouder De Zeeuw
en verschillende raadsleden woonden do zit
ting bij.
De twee zaken werden bijeengevoegd.
Het verhoor der beklaagden.
Beklaagde M. verklaarde, -dat in den nacht
van 13 op 14 Juni om 2 uur aan het bureau
Witte de Withstraot, jvaar hij dienst deód,
aangifte door een kapitein van een sleepboot
werd gedaan van bcrooving van 2250. Hij
was, de bekende vrouwen G. d. J. en J. v] Gj
verdenkende, raar de Schiestraat gegaan.Aan\
pand 15 in die strat komende, had hij vei
moeden dat het geroofde geld reeds door dc
souteneurs der vrouwen zou zijn in vèiligheid
gebracht. Een onderzoek instellende, had hij
achteruit pand 15 verlaten, en zag daar in ctn
heining van het tuintje een deur openstaan.
Hij ging die deur door cn nóg twee tuintjes
erder, stuitte op een punt tusschen twee
muren, die doodliep cn moest dus vrronder-
ctellcn, dat dc souteneurs, die hij achtervolg
de, door een huis zich hadden verwijderd. Hij
was toen gekomen op een open terrein achter
Van der Meer en Schoep.
Beklaagde S. onderschreef deze verklarin
gen. Hij kende de souteneurs D en B., die be
kend stonden als gewelddaders. Zijn overtui
ging was, dat D. niet aarzelen zou hem uit den
weg te ruimen als hij tegenover hem kwam te
staan. Hij had hem dat zelfs wel eens beloofd
Bij de achtervolging, die hij langs een ande
ren kant had voortgezet, was hij den inspec
teur weer tegengekomen, die.hem had gezegd
te denken, dat in de maalderij de souteneurs
waarschijnlijk zich verstoken hadden. Dat er
een woning boven de maalderij was, wisten ze
niet.
De maalderij was èerst doorzocht, daarna
waren M. en S. de trap opgegaan, terwijl zq
agent De Haan beneden achterlieten.
De inspecteur had boven een deur ontdekt,
zag daar een. gangetje voor zich en had op dot
moment nog geen gerucht vernomen.
Beiden waren von electrische lantaarns
voorzien.
M. was tot vlok bij de deur gegaan c-n
hoorde, toen een geluid, dat hem deed denken
aan een schot. Tegelijk hoorde hij een gebiul
Hij ging terug en had S. gewaarschuwd. Ach
teraf is gebleken, dat dat geluid een klap
tegen de deur moet zijn geweest met een stoel
Natuurlijk verkeerden ze in de meening, dat
de souteneurs nog daar waren. S. had tv.ee
of drie klappen gehoord, die hij ook voor
schoten hoorde. De geluiden beschreef de in
specteur als die van menschen, die in angst
zaten en in hun angst schoten.
Het gebrul én de vermeende schoten bleven
aanhouden.
De inspecteur en de agent zijn samen de
gong ingegaan, de geluiden bleven aanhouden.
S. had toen zijn vuurwapen in de band, do
inspecteur nog niet. Wel twee of drie keer zijn
ze heen cn weer geloopen. De Haan, de derde
agent, kwam er toen bij.
De inspecteur heeft het eerst geschoten
naar aanleiding van een voorwerp, dat voor
zijn voeten viel. Herhaaldelijk was er geroe
pen „politic" en „je bent ontdekt."
Op een afstand van 3 of 4 meter heeft de
inspecteur geschoten, drie keer. Dat is htun
achteraf gebleken. Toen hij den eersten keer
ichoot, kreeg hij door het gat van de deur
een vage impressie van een man. Hij schoot
toen in den linkerbovenhoek van de deur.
S. wist niet precies meer, wanneer hij heeft
geschoten. Maar nadat De Haan het eerste
had gelost. Twee of c'rie schoten heeft hij ge
lost.
De presidentEr zijn 9 of 10 schoten g«-
'ost. De inspecteur heeft 4 keer geschoten
Gij hebt dus samen met De Haan 5 of 6 scho
ten gelost.
Agent S. had eveneens een schim van een
man gezien. Hij schoot om een einde te mn-
ken aan wat hij aan de andere zijdo vooi
schieten hield.
De presidentNiet om den man te raken
BeklaagdeNeen.
De presidentHebt gij dat vroogcr ook niet
gezegd
Beklaagde Neen.
De inspecteur bad geschoten om den man
buiten gevecht te stellen.
Na het schieten werd het plotseling stil. De
inspecteur heeft toen gezegdS., ga maar
door, ze schieten niet meer.
Ter verduidelijking van wat hij vroeger ge
zegd heeft, zcide S. geschoten te hebben om de
mannen, die hij aan dc ahdere zijde van dc
deur dacht, binten gevecht le stellen; daar
mede bedoelde hij hem bang te maken.
„Ik schiet niet op menschen om ze dood te
schieten, ik zou je danken oldu's S.
S. is, nadat het stil geworden was, door de
deur gesprongen. Hij ging eerst, toen de in
specteur. Ze vonden in de slaapkamer Ambro-
sius liggen, van wien ze eerst dachten, dot hij
een zenuwtoeval hod. S. zag toen een klein
wondje en riep den inspecteur toe O, God,
mijnheer, bel den Geneeskundigen Dienst op,
de man is ernstig gewond.
Dit is geschied cn Ambrosius is zoo gouw
mogelijk naar het ziekenhuis gebracht.
Dat er clectrisch licht in het gangetje was,
hebben beide beklaagden niet gezien.
Beklaagden gaven vervolgens een omschrij
ving van c'e situatie in de woning van Ambro
sius. De kamers lagen om de open plaats,
beklaagde M. had bij het binnenkomen licht
gezien in de tweede kamer, die ze binnen
traden.
Beklaagden zeiden nogmaals de souteneurs
te kennen els misdadigersdot ze al meer van
vuurwapenen hadden gebruik gemankt tegen
de politic, was hun niet bekend. S. erkende
op een vraag van den president 6 jaar geleden
wegens mishandeling te zijn veroordeeld door
de rechtbank Hij is foen in hooger beroep
voor het hof vrijgesproken.
Mr. CanesU hoorde ongstgebrul, zegt u.
Was het dan noodig om'op angstige menschen
te schieten Beklaagde S. We dachten dat
de souteneurs in het nauw waren gedreven en
in hun angst op ons zouden schieten. Dat het
in hun bedoeling lag een uitval te doen. Daar
om schoten we.
Mr. Warren Wanneer is het lawaai achter
de deur opgehouden
Beklaagden Na ons laatste schot.
Mr. Canes tot S.De inspecteur heeft u niet
opgedragen om te schieten
Beklaagde S.Neen.
Beklaagde S. höd de revolver overgenomen
van den agent De Haan, die mede in de
passerelle was.
De presidentWaarom hebt ge' De1 Haan
niet voor laten gaan
Beklaagde S.De passerelle was zoo smal,
dat ik hem niet kon laten voorbijgaan.
Mr. Canes Hebt u niet geroepen Pas op,
ik schiet I toen dat stuk uit de deur voor u
vloog.
De inspecteur Er was geen tijd meer om
veel na te denken of te zeggen.
Het O. M. U hebt eigenlijk dus geschoten
omdat u angstkreten achter de deur hoorde.
Beklaagde M.De deur had toch openge
daan kunnen worden toen ik d'e schim zag.
Het O. M. tot den inspecteur: Toen u de
schutting" bent overgeklommen, hebt u gezien
twee gebouwen. Hebt u er zich van overtuigd
of de deuren daarvan gesloten waren
Beklaagde M. Ze waren dicht.
Het O. M.Blijft u bij uw ontkentenis, dat
u aan den knop van de deur hebt gerammeld
Inspecteur M. Ja.
Het O. M.Ik begrijp niet, dot u niet be
grepen hebt, dot er een trapje moest zijn vóór
de deur, toen u de becnen zag.
Mr. Baars Hebben de beklaagden ecnig idee
van' den tijd die vcrloopen is tusschen het eer
ste en laatste schot?
Dat is zeer belangrijk.
De agentIk heb altijd gezegd, een halve
minuut.
Het getuigenverhoor.
De getuige-deskundige ar. v. Rijssel heeft in
het ziekenhuis dc sectie verricht op het lijk van
den verslagene Ambrosius. De longen cn de
hartader waren gerankt.
De verdediger van bekl. S., mr. Baars, vraagt
den deskundige of deze kan zeggen of Sonr-
mon, in de houding waarin hij stond, met zijn
schot een kegelkanaal heeft kunnen maken als
hier gemaakt is. Hij vraagt tevens naar den
afstand waarvan geschoten is.
De "getuige-deskundige kan zich daar niet
nader over uitlaten.
Het O. M. herinnert er aan, dat in het rap
port staat, dat het schot op korten ufstand is
gelost.
Bekl. Saormon demonstreert hoe hij gescho
ten heeft.
Het O. M.: Zoo kom je boven de deur uit
(Vroolijkheid):
Mr. Baars vraagt den deskundige nader ol
dc man, nadat hij getroffen was, nog heeft
kunnen schreeuwen en op de deur heeft kunnen
slaan.
Dc deskundige zegt, dat dat niet normaal is,
moor dot het toch niet volstrekt uitgesloten is
Gctuigc-deskundige dr. v. Hulst zegt omtrent
hctzclföe geval, dot met zekerheid hiervan wei
nig gezegd kon worden.
Getuige-deskundige De Zwart, wapenhande
laar, legt verklaringen af omtrent de revolvers
waarmee geschoten is en de kogels.
De stukken van de deur worden niet zondci
moeite door rijksveldwachters onder hilariteit
van het publick in de zoal in het paneel ge
plaatst. Het geval wordt, onder toezicht van do
getuigen-deskundigen Dc Zwart en Emmcn zoo
veel mogelijk in den oorspronkelijken toestand
geconstrueerd.
Men komt tot de conclusie, dot er van heel
dichtbij geschoten is.
Getuige-deskundige Emmen, civiel-ingenieur,
zegt, dot een doel der deur den indruk wekt
von binnen uit ingeslagen te zijn.
Bekl. Meijer en Saarinan zeggen dat zij, toen
zij schoten, niet dichter don 2 M. van de deur
geweest zijn. Het is uilgesloten dat de afstand
slechts een halve meter is geweest.
Het O. M. legt een foto over, waaruit zou
blijken dot de splinters van de deur wijzen in de
richting von de gong naar de kamer. Dot isin
strijd met de verklaring van getuige Emmcn,
Deze foto is genomen door den broer van het
slachtoffer, die daaromtrent voor de rechtbank
verklaringen aflegt.
Deze getuige, \V. Ambrosius, zegt, dat d
politie des Zondags een agent gestuurd heeft,
die bij de deur is gezet. Hij mocht er toen niet
meer bij komen cn weet dus ook niet of er later
niets gewijzigd is.
Getuige de wed. Ambrosius—Hons verklaart,
dat zij in den nacht van 13 op 14 Juni met
haar man en haar kinderen in de slaapkamer
sliep. Er was daar geen licht, wel brandde in dc
woonkamer daarnaast een petroleumlichte. Get
hoorde 's nachts buiten personen over de om
heining springen. Die mannen hoorde zij latei
in de gang. Zij heeft eenmaal aan de knop
van de buitendeur hooren draaien. Zij heeft
haar man gewekt. Die ii naar beneden gegaan.
Get. is op bed gebleven. Haar man was in
nachtgewcad en ongewapend. Getuige heeft
even later een bons op de deur géhoord, alsof
men met iets sloeg. Zij heeft haar man niet
hooren roepen, evenmin heeft zij den kreet;
„politie" gehoord.
Later hoorde zij een pijnlijken gil. Getuige
is toen uit bed gesprongen en heeft de politie
opgebeld.
Nadat zij den gi! hoorde, heeft zij geen schot
meer gehoord.
Op eer. vraag var» den verdedigei van bekl
Meyer, mr. Merchant, deelde een der getuigen
mede, dat familieleden van den verslagene heb
ben verklaard, dat het slachtoffer nog al ze
nuwachtig was en dat zij zich wel konden
voorstellen dat hij de deur stuk geslagen en
lawaai g-emaakt had, toen de politie kwam.
De b'roer en de vader van het slachtoffer
verklaren daarentegen dat hun Broer en zoon
kalm van aard was. Hij wond zich niet gauw
op-
Getuige v. Duin, nachtwaker, heeft de poli-
tie-mannen over dc schutting zien klimmen
Hij heeft daarna een sommatie, althons iets
wat hij daar voor hield, gehoord cn doamo
schieten.
Getuige Hof, agent van politie, heeft mee
het terrein afgezet omdut daar personen ge
zocht werden. Hij is op wacht blijven staan cn
niet meer in de moalderij gegaan. Hij heeft
wel schoten gehoord, doch geen sommatie. Op
het terrein heeft hij hooren roepen „Door zijn
ze", hij weet ivi^t door wie. Daarna is er ge
schoten
Gctuiga Du Haan, eveneens agent vun poli
tic, wordt door den president gewezen op het
gewicht van. den eed. Gétuige heeft mee deel
genomen aan" het onderzoek. Hij is mee over
de heining gekomrncn en heeft op het terrein
van v. d. Meer cn Schoep met den inspecteur
cn den agent S. een onderzoek ingesteld. Hij is
niet mee noor boven gegaan. Toen dc twee on
deren daar waren heeft hij hooren schieten.
Deze getuige heeft den inspecteur hooren spm-
meeren „politic". Hij heeft zelf in den hoek
von de deur geschoten. Na het schot von zijn
collego S. heelt hij een gil gehoord.
Eerst teen kwijm hij tot het besef dot zi^h
daar een man bevond. Hij bod slechts de be
doeling om vrees aan te. jagen.
Rechter mr. Ooms kon niet begrijpen, waar
om er eerst geschoten wordt om vrees aan to
jaren cn dot^ later, zoeols uit de verklaringen
blijkt, getuige zijn revolver aan een collega
geeft, die de bedoeling hoeft raak te schieten.
Wat is er gebeurd in dien tusschcntijd dat tot
zoo iets aanleiding kon geven, vroogt bij
De bcklaogden antwoorden, dat zij voor een
uitvnl vreesden, von d*e mannen die zij zochten.
Het O. M. kon zich niet begrijpen, dot dezo
getuige pertinent ,weet dat hij „links boven"
heeft geschoten, terwijl bij tevens verklaart
dot het donker was in de gang
De getuige verklaart nader dot zijn overwe
ging was te schieten op den bovenhoek von de
deur
Getuige décharge Logerstee, agent van
politie, vertelt dot hij Ambrosius heeft hooren
vertellen, dot hij bang was voot de souteneur*
en publieke vrouwen, dig in de buurt woonden.
De hoofdcommissaris von politie, de heer
Sirks, wordt door den president, op verzoek
van mr. Boars gevraagd wat hij denkt von do
wijze waarop de politic-mannen, die hier te
recht staan, hun taok vervuld hebben.
Getuige kent beid'? politiemannen. Inspec
teur'M. is een rustig man. S. is icmend die bij
gelegenheid krachtig durft optreden. De om
standigheden van het geval kent hij alleen uit
de stukken.
Getuige Hancwinckel, commissaris van poli
tie, is de chef van inspecteur M. Hij heeft
van wild of onbesuisd optreden van den in
specteur nooit gehoord.
De agent S. is een voortvarend politie-amb-
tenacr, serieus in zijn werk. Hij heeft dienst
godoan op den Schiedamschcn dijk, woor
vooral vroeger nog al streng moest worden
opgetreden.
Te zes uur wordt de zitting geschorst tot
Woensdagmorgen 10 uur.
HEM WAS EEN ONGEVAL OVERKOMEN.
Een winkelier voor 240.65
opgelicht.
Zaterdag te ongeveer zes uur kwam een
Duitscher, die gebroken Hollond.-ch sprak, aan
het Zuid-Hollondsch Koffiehuis t Rotterdam.
Hij droeg de rechterhand in verband en liep
eenigszins kreupel met den rcchtervoel. Tot
den portier zcide hij, dat hem een ongeval
wus overkomen; hij was aan het ziekenhuis
op den Coolsjngel geweest, waar men hem ge
raden had, naar het Zuid-Hollandsche Koffie
huis te gaan» Hij vroeg, of men even het k'oe-
dingmagazijn E. wilde opbellen, waaraan
daan werd. Toen de vorkooper kwam, best \de
hij een grijs vilten -hoed, een bruin colbcri-
costuum, ccn geol hemd, een Jaeger borstrok,
dito onderbroek, grijze sokken, bruine schoenen
en een winterjas. De kleeren werden hem ter
stond gebracht, waarop hij ze aantrok. Tevens
zeide hij tot den bediende, dat hij wel even
met hem mee zou gaan, cm aan dc zaak zelf de
kosten te betalen. Onderweg gaf hij voor, in
de Bijenkorf te moeten telcfoneeren. Doch de
verkooper, die hem vergezelde, heeft daar ver
geefs gewacht-want hij kwam niet terug.
In totaal is de firma opgelicht voor 240.65,
(Tel.)
Op ieder menschenhart past een sleutel; ge
lukkig wie dien sleutel weet te vinden.
Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
Hier kwam haar geest als het ware lot een
haltepunt. De gevolgtrekking was te vreeselijk,
om onder de oogen te zien, en een akelig wee
gevoel deed Barbara waggelend achterover
vallen. Gelukkig hoorde zij een paar seconden
later, half bezwijmd als zij was, den klank van
paardenhoeven over den vochtigen grond. Zij
had nog juist kracht genoeg om op te zien,
cn merkte, dat een zestal ruiters recht op haar
af kwamen draven. Dot waren de ruiters, die
zij een poos geleden gezien had, met gepluim
de hoeden op het hoofd, en nu kon zij een wit
teeken op hun mouwen onderscheiden het
waren vrienden. Zij klemde de kist vast onder
haar arm, en liep toen zoo hard als zij kon,
om hen tegemoet te gaon. Een paar oogen-
blikken daarna klonk de luide stem van Squire
Brent over de stilte van de velden
„GodI het is mijn Bn*baral De hemel zij
gedankt!"
Hij steeg af, liep snel naar haar toe cn nam
haar in zijn,., arr^en.
„Bij den hemel, kind"\iep hij uit, „Wat is
er gebeurd?"
Barbara trachtte het uit te leggen, terwijl
allen zich om haar verdrongen; zij was ver
borgen gebleven in een sloot, terwijl
het leger langs hoar heen vluchtte toen had
zij de koets van den Koning gezien en aan
zijn brieven gedocht
„Maar wij hoorden een schot," riep Squire
Brent
„Ja I" zeide ze. „Een booswicht trachtte de
briefwisseling van'den Koning te stijlen, cn ik
heb hem doodgeschoten."
Zij hield hem de kist voor, en de Squire nam
die van haar over.
„De briefwisseling van den Koning, bij GodI"
mompelde hij verschrikt.
„Ge hebt de eer van den Koning gered,
Mevrouw," voegde een der anderen er bij.
Zij overstelpten haar allen met vragen en
zij deed haar best, om te antwoorden. Gelukkig
dacht niemand er aan, haar te vragen, hoe zij
iets wist omtrent de brieven; liet, gevaar, dat
de briefwisseling van den Koning in handen
van den vijand was gevallen, had altijd zijn
geheele omgeving voor oogen gestaan, en dat
Mevrouw Barbaro dit wist, was niet om ver
wonderd over te zijn. Maar het was zeker
merkwaardig, dat terwijl iedereen dacht, dat
de brieven van den Koning in handen van het
Parlement konden vallen, dot zij, Barbara
Brent, nog maar een meisje, bet middel was
geweest, om de zaak van den Koning van zulk
een vreeselijke schande te redden.
„Een nieuwe Jeanne d'Arc," zei da Squire
trotsch.
Hij had doodelijken angst over haar uitge
staan, en vertelde haar nu zijn ontzettende
onrust, toen hij na de vreeselijke ramp naar
Papilion Hall terugkeerend, hij het verontrus
tende bericht gekregen had, dat Mevrouw Bar
bara sedert den morgen was uitgegaan met
niemand bij zich dan de oude juffrouw Lcake.
Toen had hij de geheele streek afgezocht, ge
holpen door deze goede vrienden. Sir John
Wydvill. Squire Percwich, Sir Roger de Lep-
lan en heer Brauncepath, die hij nu allen aan
Mevrouw Barbara voorstelde. Goddank, voegde
hij er vroom bij, was zij veilig.
Teen herinnerde hij zich juffrouw Leake, .en
twee der jongere mannen boden zich aan om
de oude vrouw te gaan zoeken, die, gelukkig
te veel verschrikt was geweest, om zich te be
wegen cn gauw ontdekt werd, en sidderend en
bevend naar haar jonge meesteres gebracht
werd.
Het eerste, waaraan zij nu moesten denken,
was hun eigen veiligheid cn aie van des Ko-
nings briefwisseling; dat kon natuurlijk niet
breedvoerig besproken worden in het open veld.
vooral omdat de regen, die sedert den morgen
opgehouden had, nu weer begon te vallen en
bovendien wos Barbara noch lichamelijk, noch
geestelijk in staat, verdere spanning te ver
dragen; de opwinding van haar hersens in de
laatste paar uren had haar sterk aangedaan,
en daarenboven had zij eten noch drinken ge
had, sedert zij vroeg in den morgen Papillon
Hall verliet.
Aangemoedigd door den Squire, bestee® zij
nu zijn paard achter hem, terwijl juffrouw
Leake in het zadel van een der andere heeren
getild werd.
,\Vij zullen in dc richting van Banbury rij
den," zeide Squire Brent, „en misschien vin
den wij onder weg een herberg, waar de men
schen niet te verschrikt zijn, om ons eten en
drinken te geven. Daar kunnefi wij rusten en
praten. Wij zullen dan wel een goed eind ach
ter de legers zijn cn alle vagebonden cn land-
loopers achter ons laten."
Hij bekende, dot zijn doel nu niet Stol e
Lark kon zijn. Geheel Gloucestershire cn
Warwickshire op en klein deel na 'waren in
handen van de aanhangers van het Parlement,
en de Squire twijfelde er niet aan, dot „die
schijnheilige, vervloekte verrader Fairfax, nu
op dit oogenblik drinkgelagen hield of Psal
men opdreunde in de eetzaal van Stoke Lork."
„Moor," voegde hij er met bittere wraak
zucht bij, die niet bij zijn gewone vroolijkheid
paste, „het kasteel Broughton is nog in onze
handen, en het is ons eigendom, Bobs, door dien
dwaas van een echtgenoot van u. Ge moogt
er Wel wat voordeel van hebben, dat ge zijn
onteerden naam draagt. Het zal een veilige
plaats voor u zijn en, voorloopig, ccn veilige
bewaarplaats voor de brieven van den Koning,
tot de tijd komt, dot de Koning zelf ons van
de bewaking ontslaat."
Intusschen hadden hij en zijn vrienden hun
paarden reeds naar het Zuiden gewend: Squire
Brent met Barbara in het zadel achter hem
reed voorop, en Heer Brauncepath met juf
frouw'Leake, die zich krampachtig aan hem
vasthield, vormde de achterhoede. Zoo zette
de kleine ruitergro'cp zich in beweging en
kwam twee of drie minuten later in de buurt
van de koets von den Koning. Barbara had
reeds naar den grond gekeken om de donkere,
stille gedaante te zien, met het gelaat hegra
ven in de modder, en de verraderlijke hand
uitgestrekt.
„Waar is die afschuwelijke booswicht Bobs?"
vroeg de Squire. „Het is goed, dat ge de we
reld van zulk een schelm véïlost hebt."
Maar Barbara doorzocht den grond tever
geefs, en ofschoon de Squire zijn paard inhield
cn zijn vrienden zich om hem verzamelden,
begcerig den man te zien, die zijn schurken
streek met zijn leven betaald had, was dc
stomme getuige van Mevrouw Barbara's dap
perheid nergens te zien.
Boek m. Het kasteel Broughton.
HOOFDSTUK l
Dc betoovering van Broughton.
Een garnizoen van vijf en twintig officieren
en munnen van des Konings leger was in het
kasteel Broughton ingekwartierd. De soldaten
waren ondergebracht in de groote ruimte on
der het dok, woor de ruiterij van Cromwell
geslapen had den nacht voor Edge Hill. Het
was een tamelijk druk troepje, dat veel van
zingen en goed eten hield, dat van Noseby
als vun een overwinning der koningsgezinden
sprak en zegepralend praatte over de spoedig
op honden zijnde vernietiging van dien troep
kerels, die het cene eind van het geweer niet
van het andere kenden en meer dochten aan
het zingen van psalmen don aan het oefenen
van hun recruten.
(Wordt vervolgd);