A3VIERSF00RTSCH DAGBLAD „de EEMLANDER"D°nderda9 8 Oct. 1925
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
FEUILLETON,
De Hand met het Litteeken,
24e Jaargang
No. 05
NEDERLANDSCHE BETUIGING VAN
DEELNEMING AAN FINLAND.
De minister ven Buitenlandsche Zaken heeft
door zijn particulier secretaris aan het Finschc
0 zantschap te 's Gravenhage de deelneming
der Nederlnndsche regecring doen betuigen in
het verlies door Finland geleden door het ver
gaan van een torpocloboot in de Bothnhche
Golf.
GEMEENTERAAD VAN
AMSTERDAM.
Een convcrsielccning van
9.100.000. - Vcrdcc-
Iing der gemeente in vijf
kwartieren. Debat over
een rooilijn n. n. v. een
adres vun Arti et Ami-
citiac.
Onder vcorzi terschap van burgemeester W.
de Vlugt vergaderde de Amsterdamsche Ge
meenteraad.
Een voord: acht van B en W. tot het doen
plaatsen van een openbaar uurwerk in den
toren van de in aanbouw zijnde GereTormeerde
Kerk aan de Wfftenkade werd z. h. st. aange
nomen.
Een voordroch: ven B. en \V., om het cre-
diet voor de verbouwing van de visChhnl aan
de De Ruyterkode te verheogen met 90C0,
werd na eenige discussie aangenomen.
De Raad ging hierna in geheime zitting.
Na heropening van de openbare zitting kwam
aan de orde de voordracht van B.' en W., om
aan te gaan een conversieleening van
9.T00.CC0 ad 5H
De voordracht werd z. h. st. aangenomen.
Tot buitengewoon hoogleeraar in de astro
nomie aan de gemeente-universiteit werd hier*
na benoemd dr. A. Pannekoek, lector in de
astronomie
De voordracht tot verdeeling van de ge
meente in vijf kwartieren, met de namen Cen
trum, Nooïd, Oos', Zuid en West werd z. h. st.
aangenomen.
Eveneens een voordracht tot het inrichten
van een consultatiebureau voor zuigelingen in
Plan-Zuid.
Aan de orde was de voordracht tot vast
stelling van een nieuwe voorgevelrooilijn voor
de bebouwingen, te stichten aan de Zuidzijde
van het Spui, tussch?n het Rokin en de Knl-
verstraat.
In verband met deze voordracht was ingeko
men een adres van de Mij. Arti et Amicitiae,
met het verzoek de voordracht te verwerpen.
De heer van Meurs vond het beter het ver
keer langs den N.-Z. Voorburgwal te leiden
in plaats van langs het Spui en het Rokin. De
Voorburgwal toch is een verkeersweg bij uit
nemendheid.
De heer Spier bepleitte een meer klare om
schrijving van de voordracht in het belang
van de Mi;. Arti et Amicitiac.
Wethouder Tct Haar vond da? het verkeer
langs het Rokin korter is don langs de O.Z
Voorburgwal. Het belang van de gemeente
eischt dot de rooilijn reeds wordt vastgesteld
Van ernstige vermogensschade is echter geen
sprake. De gemeeWe is ook geneigd de gebou
wen tegen bil1 ijk en prijs over te nemen. Een
lang uitstel achtte Spr. onverantwoordelijk.
Na re- en dupliek werd de voordracht z. h.
st. aangenomen.
NA DE ME7ENDEL-PROCEDURE.
Het gebied moet een natuurmonu
ment blijven.
Nu de Meyendel-procedure ofgeloopen
schijnt, heeft dr. A. Schicrbeek,als leider van
het onderzoek der duingebieden, een verzoek
schrift gericht aan het college van B. en W.
te 's Gravenhage, om te bevorderen dat het ge
bied een natuurmonument moge blijven, od-
dat de planten- en dierenwereld zich ongestoord
moge ontwikkelen.
In verband hiermede valt nog te vermelden,
dat na gehouden onderzoek is gebleken, dat in
het gebied ruim 150 vogelsoorten voorkomen,
vele zeldzame planten, meer dan 300 padden
stoelen, waarvan zes nieuwe voor Nederland,
vele insecten waarvan naar juist gebleken
is meer dan tien nieuw voor onze fauna enz.
Het belangrijkste is wel het feit dat zoovele
soorten samen voorkomen op een beperkt ter
rein. Ook de meteorologische en geologische
verschijnselen worden nauwkeurig onderzocht.
UIT HET SCHILDERSBEDRIJF.
Opzegging der collectieve or-
bcidsOvcreei komst.
De „Volkskrant" meldt, dje: de organisaties
van schilderspatro ins en schildeisgezellen el
kander het tot 31 Maart a.s. van kramt zijnde
landelijk collectief c^ntiact hebben opgezvgd.
De opzegging ging vergezeld wederzijds van
de bereidverklaring tot het aangaan van een
nieuwe overeenkomst, waartoe zoo spoedig mo
gelijk onderhandelingen zuücn geopend woi
den, die geëindigd dienen te zijn vóór 31
Dec. o.s.
HET DRAMA IN HE SCHIESTRAAT
TE ROTTERDAM.
Slot vnn het getuigenverhoor.
Requisitoir.
Gistermorgen werd de behandeling der zaak
tegen den inspecteur M. en den agent S.r we
gens de schietpartij in de Schiestraat te Rot
terdam, waarbij de molenaar Ambrosius ge
dood werd, voortgezet
Daarbij werden door de getuigen o.a. nog
verschillende demonstraties gegeven van d?
wijze, wkarop het geval zich moet hebbeq toe
gedragen.
In de rechtszaal gingen verschillende getui
gen1 achtereenvolgens achter de deur vnn het
pond staan, die, zocals wij reeds meldden, in
dc zaal is opgesteld. En dp conclusie der des
kundigen is, dat het schot links in het poneeJ
op de halve hoogte alleen getroffen kan heb
ben, als Ambrosius zich toen vlak bij de deuT
en rechts daarvan bevond. Ik kan, aldus de
deskundige, de mogelijkheid, dat dit schot doo-
delijk was, niet buitensluiten.
Dc inspecteur Van Troll, kampioen-
schutter op de revolver, verklaarde, dat men
uit een gat in een plank niet de richting kon
zien, die een kogel heeft genomen, wijl er
steeds afwijkingen plaats vindenvooral met
de gebruikte pistolen hebben vaak afwijkingen
plaats. Zelfs els men recht vooruit schiet kon
de kogel een andere richting nemen.
De officier: Het is toch normaal, dat
een kogel vooruit irit den loop komt.
Het requisitoir.
Vervolgens wos het woord aan den ambte-
naer van het O. M., mr. J. A. de Visser,
voor het nemen van zijn requisitoir.
Spr wijst er op, dat het nemen van een
requisitoir in een zaak als deze, moeilijk eq
onaangenaam ^s en dat wel, omdat zich veel
open vragen voordeden, die ook thans nog niet
volkomen zijn opgelost. Ook spr. kan vele
vragen niet beantwoorden. De juridische vra
gen kunnen wel worden opgelost, doch dan
komt de bevoegdheid der politie ter sprake,
een zaak waarvan de grenzen in ons wetboek
niet nauwkeurig zijn getrokken. Onaangenaam
is het voor spr. hier twee politic-ambtenaren
tegenover zich te hebben. Juist hier in Rot
terdam is de samenwerking tusschen Justitie
en Politie zper goed. Spr. constateerde, dat de
Rotterdamsche politie hoog aangeschreven
staat. Daarom is zijn taak thans zoo onaan
genaam. Zeer terecht treedt de politie in deze
havenstod zeeT krachtig op tegen beroovingen
en juist dat is de aanleiding tot deze zaak, die
een schot veroorzaakte zóó stpek, dat wij er
thans de trilling nog van gevoelen. De bur
gerij is verontrust geworden. Maar dat komt,
omdat ze de dessous niet kent.. Het volle licht
moet daarom op deze zaak schijnen. Spr. heeft
deze zaak niet hier gebracht, om te voldoen
aan de publieke opinie. Tegen deze meenin^
moet spr. protesteeren. Hij heeft deze beklaag
den hier gebracht, omdat hij ze schuldig acht.
Spr. geeft dan zijn leedwezen te kennen over
het leed, dat de weduwe Ambcosius heeft ge
troffen.
Dan goot de officici de zoak zelve na. Een
sleepbootkapitein komt op het politiebureau,
geeft een niet al te nauwkeurige beschrijving
van de vrouwen, met wie hij in aanraking
v/as gekomen en zoo goed, aldus spr., is onze
poiifie geoutilleerd, dat zij dadelijk weet, welke
vrouwen bedoeld worden. Spr. constateert, dat
men de vrouwen met de souteneurs aantrof.
Hij weet niet, welke orders de politiemannen
hadden, doch achteraf bleek, dat het beter ware
geweest, als men toen onmiddellijk tot arresta
tie was overgegaan. Dat is echter niet ge
schied. Later kwam de inspecteur M. terug in
het perceel Schiestraat 15 a, waar hem werd
meegedeeld, dat de mannen aan den achterkant
het perceel hadden verlaten. Inspecteur M. had
niet de mogelijkheid overwogen, dat de ge-
zochten langs de schutting van Peek Clop-
jienburg waren verdwenen. Men heeft zich la
ten verleiden door de open deur en een trapje
cn dacht, dat dit dc weg was, dien de gczoch-
tcn hadden moeten nemen. Geen oogenblik
leeft men aan een andere mogelijkheid ge
dacht en hier begint ds fout. Toen spr. op den
Maandag na het gebeurde ter plaatse kwam,
dacht dc politie geen cogenblik er over, dat zij
een strafbaar feit had gepleegd. Toen 'iet sp
er zich reeds over uit, dat hier wel degelijk een
strafbaar feit is gepleegd. En hoe hoog spr
't oordeel van den hoofdcommissaris ook waar
deert, hierin verschilt hij met hem von mea
ning. Spr. ontkent, dat Ambrosius zich aan
wederrechtelijke aanranding heeft schuldig ge
maakt. Vast staat, dat van uit de kamer niet
geschoten werd. Geen der getuigen had den'
indruk gekregen, dat er van uit de kamer ge
schoten werd. Spr. beschouwde de situatie al
dus In de gang konden zij z:ch opstellen cr*
zoo de misdadigers, die nonr hun mecning in
de vol waren, opwachten. Dat was beleidvol
geweest. Nu is de vraog wat mag dc reden
geweest zijn, die Ambrosius er toe bracht, op
te treden en te keer te gaan als hij deed. Het
blijft een vraag.
Spr. is er echter niet van overtuigd, dat Am-
biosius wel zoo te keer ging, als de politie
mannen willen doen gelooven. Hun verklarin
gen kloppen niet met die van de getuigen.
Er is dus, zoo concludeerde spr. geen sprake
van wettige zelfverdediging van de politie,
want wat Ambrosius deed wos geen aanval op
de poliliumonnen, doch alleen het geven van
teekens, om te kennen te geven, dat zich juist
achter dc deur iemand bevond Spr. gaat nu de
verklaringen der deskundigen na, waaruit blijkt,
dat geen enkel schot van de zijde van Ambro
sius is gelost. Wat de uitgebroken paneclen
betreft, is het zeer wel mogelijk, c t de politie
mannen dit hebben gedaan, voor zoover de
bovenpaneelfragmentcn betreft.
De verdediger mr. Merchant,; U durft
De officierMen moet mij niet verwijten
li durft. Wij zoeken hier slechts dc materieel*'
waarheid En uit de tegenstrijdige verklaringen
der beklaagden kon opgemaakt wordert, dot
ze deze paneelfragmentcn verwijderden
Mr de Visser betoogt dan, dot Ambrosius
niet voortdurend achter de deui is geweest
Het schot, op 1.73 M. gelost, kon hem hebben
getrcffen boven den linkertepel. De doodende
kegel kon door dit gat zijn gegaan. De kogei
afgeschoten %door een der beide politieagenten
De inspecteur had een revolver kaliber 6.35.
In het lichaam van Ambrosius is een koge! van
kaliber 7.65 «fevonden. De inspecteur heeft
dus het doodende lood niet afgeschoten.
Vast staat dot Ds Haan na S. niet meer
heeft geschóten. Er wos eI geschoten door M.
en De Haan.
Hoe kan S. zich beroepen op Zelfverdedi
ging, als hij de revolver nog eens overneemt
om zich ook te gaan verdedigen (Gelach op
de tribune).
Het dood?lijk schot is gekomen uit de hand
van S.
Aangezien de beklaagden zich hebbert beroe
pen op zelfverdediging, kon geen dood dc-or
schuld ten Jaste woiden gelegd. De duod is
opzettelijk geweest. Het doel was leed toe te
brengen onn den man achter dc deur en van
wien ze dachten, dat hij rich'tegen de politie
te weer stelde.
Het vinden van de huls kaliber 7.65 in de
kamer ven Ambrosius versterkt de opvatting
daf S. het doodelijke schot heeft gelost. Als S
zoo dicht bij de deur heeft gestaan als het O.
M. meent, is dot de huls van het doodelijk
schot 'geweest.
Aan agent De Haan kon geen strafbaar feit
een laste worden gelegd. Docd door schuld
was ten cenenmole uitgesloten, geen enkele
getuige ontzenuwde zijn bewering, dat hij
links boven had geschoten, cn da? hij niet uit
zelfverdediging had gehandeld. Poging tot een
delict als dit bestaat niet, zoodat aan De Haan
geen strafbaar feit kon ten loste worden 'ge
legd.
Kan er hier beroep op worden gedaan, da(
de agenten gerechtigd waren op te treden, als
hier is geschied
De politie mag zeker, in geval van wettelijke
zelfverdediging of als ze ingevolge alt. 339 W
van S. achtervolgt dc wapenen gebruiken.
De bevoegdheid der politie staat niet vast.
We mceten een Politiewet hebben mr. Mar-
chant wil dat misschien eens in de ooren knoo-
pen.
Juisj a°n machtsoverschrijding Lebben de
politiemannen zich schuldig gemaakt. Een be
roep op art. 433 W. v. S. gaat voor S. niet
op, de inspecteur heeft (geen last gegeven.
S. zegt trouwens alleen uit zelfverdediging
te Kobben gehandeld.
Moet bier van opzet of voorwaardelijke op
zet worden gesproken Spreker meent dat we
hier hebben dolus 'dircCtus.
De^ politic kent haar wapens. M. zegt te
hebben aangelegd cp den persoon achter de
deur, vun wien hij een schim van het hoofd
had gezien. Zoo is ïfet ook met S., die besnen
hod gezien cn heeft aangelegd op het boven-
paneel, recht vooruit schietende Had hij zelfs
op dien afstond de boenen wel"kunnen raken?
Aunvanrdi de rechtbonk geen dolus dirccfffs,
dan goot zeker de dolus eventual is op.
Over de woorden van de getuigen h déchar
ge, den hoofdcommissaris en cómmissaris
HonewinkeJ, is de officier zeer werwonderd. Dc
verklaring van den eerste, .dat dg politiebeamb
ten niet anders hadden kunnen en moeten han
delen, is zeer kras. De justitie is bót daar niet
moe eens. De heer Sirks kend/ allaéri het on
derzoek van commissaris Hanewinckel cn niet
dc verklaringen van de deskundigen.
Het oordeel van da politie, dat van den be
ginnen of geen schuld heeft gezien, is te licht
vaardig.
Tegen M. zal de officier de poging tot dood
slag handhaven. S had het opzet Ambrosius te
dooden, zooals uit alle omstandigheden volgt
Er zijn verzachtende omstandigheden non tb
voeren. De eerste verzachtende omstandigheid
is, dat de dnad is gepleegd door een jongen
inspecteur, die de draagwijdte van die daad
nog niet kende. Waarom was die jonge inspec
teur met de opsporing vnn die misdadigers be
last? Dat is een gevolg van de organisatie;
's nachts doen de 6 jongste inspecteurs volgens
rooster dienst, zoodot men niet de beschikking
heeft bij moeilijke gevallen over een ouderen,
bczodigden inspecteur. Tengevolge van deze
regeling is Ambrosius onschuldig gestorven.
Voorts hebben we hier niet twee misdadigers,
maar twee politiebeambten, die onbcleidvol zijn
opgetreden, die wel waren in de uitoefening
van hun plicht, en de tuak hadden twee mis
dadigers op te brengen.
De inspecteur is meer verantwoordelijk dan
de agent.
Deze zaak moet een voorbeeld voor de politie
zijn en daarin staat dc officier lijnrecht tegen
over den hoofdcommissaris. Iedereen, vooral de
Rotterdamsche politie, moet weten, dat hier de
politie buiten hoor bevoegdheid wos.
Haor optreden kon niet door den beugc'.
Waar zou het blijven met dc autoriteit van
het Rotterdamsche politiekorps, als niet een ge
streng onderzoek naar het hier geschiedde werd
ingesteld?
Eisch tegen M., wegens poging tot dood
slag cn tegon S. wegens opzeltelijken doodslag
3 maanden gevangenisstraf met ontzegging van
het recht om bij de politie te dienen voor den
tijd von 2 joar.
Pleidooi mr. Morchant.
No de pauze wos het woord aan mr. H.
Morchant, verdediger van inspecteur M.
Deze begon met een woord van deelneming
voor de familie Ambrosius. Daarna wijst plei
ter cr op, welk een diepe smoad het voor dc
hier terechtstaande politiemannen is zulk een
requisitoir tegen zich te hooren uitspreken.
Steeds zog pl. dat ambtseedige verklaringen
van politic-beambten ols vaststaand werden
aangenomen. Hier ziet men het tegendeel.
Dc officier neemt alle verklaringen van de
burgers ols vaststaand aan, daarentegen neemt
hij aan, dat de Verklaringen der politiemannen
«nwaor zijn, of in strijd met de feiten. Alle
erklaringen der politiemannen worden door
den Officier in twijfel getrokken. Maar dan is,
roo vervolgt pleiter, somenwerking tusschen of
ficier en politiecorps in het vervolg volslagen
onmogelijk. Pleiter wijst don op de civiele zoak
on de belangen, die met deze zaak zijn somen-
goweven: de eisch tot schadeloosstelling van de
familie Ambrosius, een eisch, dio naar de mee
ning der familie staat en valt met de veroordee
ling der beklaagden. Spr. zal deze zaak hierbij
:chter elimineeren.
Pleiter gaat vervolgens alle gebeurtenissen in
den nacht von T3 op 14 Juni nog eens no. Hij
schildert, hoe de politiemannen in den donke
len nacht in het pokhuis rondzochten, verwach
tende de laffe souteneurs achter de zakken aan
te treffen. Nu gaat men naar boven, daar hoort
men de geluiden, die men voor schieten houdt
en plotseling valt een stuk hout voor de voeten
van beklaagde S. Men vermoedt nu, dat in de
nauwe gong ieder oogenblik een aanval ver
wacht kan worden. De reflex-beweging op de
zen gcdachtengong is volkomen verklaarbaar.
Beklaagde M. riep terug: „politie" en dit is door
getuige Van Duin, den nachtwaker, bevestigd.
Dit was een duidelijke sommatie. De Officier
acht dit echter niet voldoende en hnd gc-
wenscht. dnt de politiemannen hnddrn gezegd:
„Heercn Duiker en Burgers, wees zoo goed om
er uit te komen, want wij rijn hier om jelui te
holen." Dat moest gcregd worden op een
oogenblik, dat men reeds gemeend hnd schoten
te hooren en men dacht nnngevollen te zullen
worden. Het drnmn speelde rich in een minuut
af. De plank int d-4 deur viel en er werd ge
schoten cn toen men niets meer hoorde, zcide
beklaagde M ..Ga nou maar mee. zij schieten
nict meer." Dat wos, alduspleiter, het hcclc
drama.
..Had mrn df> souteneurs niet volgendon
dag kunnen «rresleeren?" zoo werd gevraagd.
Dech don zou hot geld al weg zijn geweest.
Een man van op'oring n' nris Honon-
winckel verklaarde echter, dit )»-*♦' vluchten van
de souteneurs er op wee- dnt rhef geld nog
1>M zich hndd-n, want hebben zij dit niet, dan
laten zij rich rustics «rrestecren. Komende
tot de 'juridische constructie, behandelde plei
ter eerst den oozef van het gepleegde misdrijf.
Het onzedelijk karakter moet in het oozot zelve
besloten zijn. Het is uitgesloten, dnt men te
goeder trouw strafbaar doodslag pleegt, zegt
pleiter. OnafhankoEfk nf het beroep op nood
weer geldt, moet het boos opzet aangetoond
worden; D? nriit-V-.-nu.cn waren er echter in
de rorhtmotign uitoefening vnn hun functie.
De officier vergeet, dat om een misdaad te kun-
n°n strqffen. men een mrdadigrr noodig heeft.
En nu het bercftt> .op noodweer. De officier ver
wijt beklaagd* b. een tegenspraak tusschen ver
klaringen der 7e'fvrrdediging ep die, waarbij hij
zeide te schijn om schrik aan te jagen. Er is
geen verschil iri» beide verklaringen, reide plei
ter. Steeds stond voorop, den mannen die men
meende te vol ge KT zoo weinig mogelijk letsel
toe te brengen. Dan^onderwerpt pleiter dc dag
vaarding aan een nauwge-et onderzoek, waarna
hij cr op wiist. det nlle'goten, die in h"t paneel
z»jn gevonden, wijzen ojJren schieten vnn boven
naar beneden. Daaruit blijkt dus, dat op de boe
nen is gericht en dat dus tfcon doodslag»in de
bedoeling lag. De oozet watf iuist om nist to
dooden, waarmede de aanklacht von opzette
lijke poging tot doodslag vervalt.
Pl. betoogde, dot geen opzet aanwezig is,
ook op dood door schuld kon geert vervolging
plants hebben in dit geval. Men dfenke maar
onn Poroschcnko, den Pool, die van* uit een
kost op do politicmannen vuurde en drie
slochtoffers maakte.
De behandeling dezer zonk in het openbaar
heeft dit voordeel, dat thans in 't openbaar ook
alles wat op deze zoak betrekking heeft, een«
besproken is. Een herhaling van het geval zal
zich, wat het vonnis ook wezen moge, niet
meer voordoen, moor bij verooraeeling zal de
politieman steeds wacr .doortasten geboden
wordt, denken aan de gevangenis die hem be
dreigt. „Waarom vannacht mij druk gemankt"
zal men denken, „morgen is het nog tijd." En
het geboefte zal juichen. >,Jc kan gerust schie
ten, want ze durven toch nict terug te schie
ten", zoo zal de meaning worden. Dat is het
gevaar deer den officier ontketend.
Pl. vraagt geen clementie. Hij vraagt vrij
spraak, wat het eenige is, dot politiemannen
Hie hun plicht doen, de zekerheid geeft, dot zij
nict in de gevangenis komen.
Pleidooi mr. Baars.
Mr. Wal'(er F. C. Baers, verdediger van
bekl. agent S., uit een woord van deernis voor
beide beklaagden, wien het heele leven de ge
dochte bij zal blijven, dat zij een onschuldige
hebben gedood.
Pleiter behandelde o.o. de vraag, of, non
genomen, dat S. het doodelijk schot heeft ge
lost, deze dan schuldig is cn hij op deze dag
vaarding veroordeeld kon worden. Pl. ontkent
ook in deze omstandigheden de schuld van zijn
cliënt. Hij beschouwde zich daadwerkelijk als
aangevallen.
Het geheele politicorps van Nederland, zoo
rindigde pl., voelt voor déze zaak belangstel
ling, en vraagt uw bescherming in de uitoefe
ning van zijn functie. Pl. concludeerde tot
vriispraak.
Bij de dupliek wees de Officier Mr. D e
Visser er op, dat uit het pleidooi van Mr.
Merchant zou blijken, dat nimmer een politie
man vervolgd zou mogen worden. Echter als
een politieman iets doet in strijd met dè wet,
is de Officier verplicht een vervolging in te
stellen, cnblaam kon hem daarbij niet treffen.
Nadat ook de verdediger nog aan het woord
was geweest, werd de uitspraak bepaald op
Dinsdag 20 October.
Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY.
(Geautoriseerde vertaling van A. T)
2)
Barbara en de Squire bewoonden de ka
mers, die uitkwamen op de groote galerij aan
den noordkant van het kasteel: hier werden
zij bediend door eenige van de eigen bedien
den van Squire Brent, die bij de naderirg van
het Parlemontsleger van Stoke Lark wegge
vlucht en naar Oxford gegaan waren, van
waar Squire Brent hen naar Broughton gezon
den had. De officieren, die het bevel voerden
over het kleine garnizoen, voegden zich aan
het avondeten dikwijls bij den Squire en Me
vrouw Barbara, en dan zong zij 's avonds voor
hen, waarbij zij zich zelf op de viola bege
leidde; maar wanneer zij cn de Squire samen
waren, vroeg hij haar hem stukken voor te le
zen uit de „Fairie Qucene" van Edmund Spen
ser, of uit het pas verschenen „Masqué of
Comus" van Milton, want de Squire was
trotsch cp zijn ontwikkeling cn zijn liefde voor
poësie een liefde, die 'hij aan zijn bem'nd
pleegkind had trachten in te boezemen. Het
is waar, dat terwijl Barbara las, de goede man
dikwijls in slaap viel, en pas wakker werd als
de klank huar stem zijn slu rnc.ring niet
meer begeleidde en dan verzocht hij haar voort
tc gaan met de poësie te lezen, waarvan h:j
zoovee! Dikwijls ochfer was Squire Brcr.t
v/eg van Brouglcn, ah l ij voor zaken van don
Koning uit was zeken, die voor het groot
ste deel daarin bestonden, dat hij zijn laatste
bezittingen verkocht of beleende ter wille van
de zaak, die hem zoo zeer ter harte ging. Zijn
land in Gloucestershire en Warwickshire was
geheel verpond, het gouden cn zilveren ser
vies van Stoke Lark had hij versmolten, hij
had niet alleen de juweelcn van zijn overleden
vrouw verkocht, maar ook die, welke hij van
tijd tot tijd aan Barbara gegeven had; hij had
zijn rente verpand en zijn aandeel in de wol-
zaak, die de bruidsschat van zijn vrouw was
geweest, voor 10000 pond verkocht: en dit
was ook in de geldkist van den Koning ver
dwenen. Barbara en hij leefden nu van het
geen hij nu en don leende van de bloedver
wanten van zijn vrouw, beste menschen, die
zich buiten den grooten strijd hielden, en vyien
het niets kon schelen, of de Koning won of
zijn Parlement, zoo lang als de prijs van de
wol zich maar handhaafde, en zij niet opge
roepen werden, om aan een der partijen geld
te verschaffen.
De brieven von den Koning, die een heilig
pand waren, waren nu veilig weggeborgen in
wat bekend stond als de Raadkamer, dc kamer,
waar die verraders Pym, Cromwell en Hampden
hun opstand tegen de Majesteit van den Ko
ning beraamd hadden, die geëindigd was in de
ramp te Nnseby. De kamer log boven aan de
westelijke trap en was door drie buitenramen
ingesloten, veilig tegen bespiedende oogen cn
ooren, want slechts en smalle deur gaf er toe
gong toe van de trap. en hier stonden vier
soldaten dag en nacht op wacht; de twee
vensters, een naar het Zuiden en het ar.dere
naar het Westen, keken neer op een strile
diepte vnn zestig voet, op de grimmige, qriri
muren, zonder klimop, waarop alleen een k
ot misschien een slaapwandelaar staande zou
den kunnen blijven.
Inderdaad was iedereen in het kasteel door
drongen van het gewicht van de briefwisseling
van den Koning. Zijne Majesteit was zeer on
verstandig en driftig geweest, toen hij den Her
tog van Lotharingen schreef en hem vroeg
vreemde troepe.i te zenden, om den opstond
in Engeland te helpen dempen; hij had ook
zeer verkeerd gehandeld, toen hij allerlei be
loften aan de Iersche Katholieken deed met
het doel, een flink Iersch leger samen te bren
gen. Het stond natuurlijk niet aan een onder
daan, een oordeel te vellen over de Majesteit
van den Koning, moor zoo die briefwisseling
openbaar gemaakt werd. zou het Engelsche
volk de slechtst mogelijke uitlegging geven
aan de pogingen von den Koning, om zijn op
roerige onderdanen te onderwerpen, en het zou
de zaok van den Koning zeer groot nadeel
doen. Daarom was er overeengekomen, dat twee
soldaten altijd op wacht zouden staan oan de
beide einden van dc lange galerij, waarop Bar
bara's particuliere vertrekken uitkwamen, cn
zelfs zóó bewaakt, was zij in doodelijke angst
cn sliep zij 's nachts bijna niet, door het den
ken aan do kostbare brieven
2.
Het was vcor Barbara een pijnlijke ervaring
geweest, om naar het kasteel Broughton terug
te keeren. De plaats had duizend herinnerin
gen voor hear, gedachten aan ha»r kindertijd
aan den tijd dat er niets in haar leven was,
dot hcj genet van het heden bedierf door her
inneringen aan het verleden en angst voor de
toekomst. Het kasteel Broughton was evenals
Stoke Lark, het gelukkige, onnadenkende ver
leden; zijn statige, grijze muren mrnken vnn
niets dan vnèüjq'W van d" onschuldige genoe
gens iüit den kindertijd, van verstoppertje spe
len in de doolhofachtige gangen, de brcede
galerij en de statige portalen; iedere hoek be
vatte een herinnering, iedere kamer een deel
van haar harthet stalplein, waar zij van haar
ponny viel de schoolkamer, waar zij met
Nathaniel gekibbeld had do kast, waar zij
en John gevonden werden bij het verstopper
tje spelen de rand van de gracht, waar zij,
met Jim ging visschen het oude hok,
waar Dina geboren was de groote olm.
waar zij de voorraadschuur van den wurger-
vogel vonden, zij cn Jim! Altijd Jim I Zijn per
soonlijkheid drong zich op de een of andere
manier sterker aan hoor op dan iets anders.
Zij begon zich vaagweg af te vragen, wat er
geworden was van hem haor echtgenoot!
wat klonk het woord vreemd, toen haar lippen
het onbewust mompelden. Haor echtgenoot! en
zij had in de laatste paar joren ternauwernood
aan hem gedacht I
Zonder twijfel kwam de betoovering van
Broughton over haar, en toen zij langs de
oevers van de gracht liep en naar de vleugels
der waterjuffers keek, of droomend naar de
wijd open kronen der waterlelies staarde, dacht
zij aan Jim; het was zijn stem die tusschen
het riet door sprak; zij dacht, dat zij hem op
hoor zag neerkijken van de knnteelen, waarover
hij zoo graag hccnklom, en om iederen hoek
van het statige gebouw, om iedere bocht van
elke'""hcg meende zij tegenover Jim te zullen
s'nan. Jim, eens hoor spuelmaklcerf Wat had
zij hem sedert dien lijd gehaat! Zij hnd hem
gehaat op haar trouwdag, toen hij haar kuste
tegen haar wil en voor den eersten en den
botsten, keer. Zij had hem ook gehaat toen
hij voor het e«?rst een verrader bleek, en 1oen
Squire Brent hem, zonder haar tusrchenlcomst,
<-p de plaats, waar hij stond, zou gedood heb
ben. Sedert dien tijd wos die haat slopend ge
weest, voor zoover het Jim betrof; zij had ter
nauwernood ooit aan hem gedocht totdat jij
op Broughton kwam. Aan Tubal had zij in den
laatsten tijd gedacht Tubal, die haar kin
derlijke .genegenheid gewonnen had in. een ma
te, die Jim nooit had kunnen bereiken Tubal
wos haar held har.r ideaal geweest, toen
Jim alleen maar een niet altijd aartgenomc en
dikwijls meesterachtige speelmakker was ge
weest. Tubal, die gezworen had, dat hij liever
zijn leven verliezen zou dan zijn liefde voor
haar verzaken. En Tubal was hiertoe gezonken,
tot het laagste, gemeenste werk op de wereld,
•dat von een spionl TubaH een spion F een glui-
perl iets, dot ieder mon, iedere knecht kon
neerschieten en zich daarop beroemen mocht,
iets, dat het toaw von den beul zou bezoede
len. Tubal? Wat Was cr met hem gebeurd se
dert het oogenblik, dat hij in de modder van
het veld viel, door haar hand getroffen? Zij
kon niets bepaalds te hooren krijgen, ofschoon
zij uit een paar toevallig opgevangen woorden
begrepen *had, dut bij te Shutford met zijn
moeder woonde. Dit gaf hoar een groote op
luchting; de spookachtige stemmen, die haar
'snachts martelden met den kreet: „Gij zult
niet dooden" kondon nu voor goed tot zwijgen
gebracht worden. Zij had Tubal niet gedood
hem misschien gewond I en terwijl zij praatte
met den Squire en de andero officieren, was
het hem gelukt, zich te verbergen, en daarna
was hij naar zijn eigen huis gegaan: de wond,
die zij hem had toegpbracht. kon ook niet heel
ernstig zij geweest, daar- uit allerlei verhalen
h'.eek, dat die jonge Longshankes hier en daar
gezien werd brj het doen van zijn zaken. Het
pistool had dus niet getroffen, en haar hand
was .onschuldig aan het bloed von een mede-
schepsel; en dat was goed, al was dat mede
schepsel lager dan een onredelijk dier.
(Wordt vervolgd).