24Vo."la09 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 90«t i925 BINNENLAND. TWEEDE BLAD. Dc Staatscourant van heden 8 Oct. bevat o. a. de volgende Kon. besluiten: op verzoek eervol ontslagen de officier van gezondheid Iste klasse op non-activiteit N. A. Henrard van het personeel van den geneeskun digen dienst der landmacht en is hij benoemd tot reserve-officier van gezondheid 1ste klasse bij dat personeel; benoemd tot gewoon hoogleeraar aan de Lend- bouwhoogeschool te Wageningen, voor het on derwijs in de tropische landbouw, J. C. van der Stok te Buitenzorg (N. O.-I.). MIDDELBARE KOLONIALE LANDBOUW SCHOOL TE DEVENTER. Bezoek van Prins Hendrik. De Prins had den wensch te kennen ge geven de Middelbare Koloniale Landbouw school te zien, zooals zij dagelijks werkt. Het bezoek op gister droeg dus geen officieel ka rakter. Ontvangen door den voorzitter van de com missie van toezicht begaf de Prins zich naar de kamer van den directeur, waar ecnige leden der commissie bij de ontvangst tegenwoordig waren. Na zich met hen eenige oogenblikken te hebben onderhouden werd de Prins door den directeur naar de lokalen geleid, waar les gegeven werd en waar Z. K. H. zich zeer uit voerig Het inlichten. Hierop begaf de Prins zich naar de leeraarskamer, waar hem een thee werd aangeboden. Tijdens het bezoek hadden de leeraren zich door verzameld- Bij monde van den voorziiter werd hier den Piins dank gebradht voor zijn komst pn kcri een en onder omtrent de school medegedeeld. In zijn antwoord herinnerde de Prins er aan dat bij ieeds bij de opening der school aan wezig was en steeds haar ontwikkeling had gevolgd, hetgeen 'ten overvloede blijkt niet alleen uit het feit dat zelfs bij Z.K.H. verschil lende aanvragen om toelating tot <1© School waren ingekomen, maar zelfs oud-leerlingen aan den Prins mededeeling hadden gedaan om trent den invloed dien de school op hun ver dere loopbaan had gehad. De Prins eindigde met de school een zegen voor Nederland te noemen en den wensch uit te spreken dat zij zich verder moge ontwikkelen op de reeds ge legde grondslagen. Na een bezoek van circa Iuur verliet Z. K. H. de school. DE KQSTEN VAN 'T JULI AN A-KAN A AL Ruim 40 milfioen lager dan de raming van T92Ï. De Limburgsche redacteur der Msb. meldt Uit betrouwbare bron vernomen we dezer dagen, dat door het brengen van verandering in het trocé van het Juliana-kanoel. de kosten ervan enorm verminderd waren. Het kanaal, dat oorspronkelijk was geraamd op 65 millioen zou nu voor tusschen de 20 en 25 millioen uit te voeren zijn. Dit verschil leek ons zoo fantastisch', dat we ons om nadere inlichtingen meenden te moeten wenden tot ingenieui D. J. Klink, naar wiens plannen en onder wiens leiding een aparte ofdeeling van den Rijkswaterstaat te Maas tricht dit kanaal voorbereidt en uitvoert. De heer Klink weersprak terstond, dat de énkele wijzigingen in het tracé aangebracht op zich zelf een zoo buitengewone bezuiniging konden ten gevolge hebben. Dat het mogelijk zou wezen het kanaal uit te voeren vooi wel licht nog minder dan 25 millioen gulden, bleek toch wel waarhet jtristc cijfer kon nog niet genoemd worden. De raming van 65 millioen was er eene uit de dagen der wet van 28 Juli 1921 omtrent den aanleg van dezen waterweg en van het globale plan waarop deze wet baseerde. De daling van arbeidsloon on. prijzen van materiaal en terreinen sinds 192T, heeft een vermindering der kosten tot op de helft tengevolge gehad. Het grootste deel der bezui niging is dus daar wel aan te danken. Ir. Klink deelde ons op een vraag dienaan gaande nog mede. dat nieuwe, zeer belang rijke besparingen beTeikt waren, door de keuze van andere kanaalpeilen. Deze zijn thans zoo ontworpen, dat evenwicht bereikt wordt bij het grondverzet. De grond, verkregen door de uit- graving van het kanaal, is nu juist voldoende geworden om de kaneoldijken te moken. Een besparing van enkele millioenen kubieke meteT grondverzet is daarvan het gevolg. Verder worden momenteel ook nog proeven genomen in een waterbouwkundig laborato rium, om na te gaan of zekere nieuwe syste men veer den bouw van schutsluizen, mede be langrijke besparingen op de aanlegkosten dier kunstwerken mogelijk makende, ook voor het Juliannkanaal kunnen worden toegepast. Door de volhardende studie van dezen tak van Staatsdienst en haar leider zijn dus inder daad. tot heil von schatkist cn H'Mastingbctelei buitengewone besparingen bereikt. De kansen voor sneller afwerking van dit voor onze gioote Maashoven. Limburg en het Belgisch-Fransche achterland zoo belangrijke kanaal, nemen daardoor natuurlijk ook aan merkelijk toe. MARINE-MUTATIES. Bij beschikking van den minister van Ma rine a. i. zijn de volgende mutatiên gelast de officieren van den Marine-Stoomvaart dienst der 2e klasse P. J. Monté en J. G. Charmes met ingang van 15 October 1925 geplaatst respectievelijk bij het Koninklijk In stituut voor <3e marine te Willemsoord en aan boord van Hr. Ms. „Gelderland"; met 23 October 1925: de officieren van den Marine-Stoomvaartdienst der 2e klasse H. P. Allaries en H. Embroek geplaatst respectieve lijk aan boord van Hr. Ms. „Tromp" en te Rotterdam bij afbouw flottieljevaartuij „Soem- ba"; met 21 October 1925: de officier van den Marine-Stoomvaartdienst der 2e klasse A. J. Krom, geplaatst te Rotterdam bij afbouw flot- tieljevaarluig „Flores". HR. MS. TROMP. Het reisplan. Het reisplan van Hr. Ms. Tromp voor een oefeningsreis met jeugdige schepelingen is als volgt vastgesteld Vertrek van Nieuwediep Maandag 26 Octo ber, aankomst te Algiers Donderdag 5 Novem ber; vertrek van Algiers Donderdag 12 Nov., aankomst te Port Mahon Zaterdag 14 Nov.; vertrek van Poit Mahon Woensdag 18 Nov., aankomst te Nizza Dinsdag 24 Nov.; vertrek van Nizza Dinsdag 1 Dec., aankomst te Mar seille Zaterdag 5 Dec.; vertrek van Marseille Vrijdag 11 December, aankomst te Nieuwediep Dinsdag 22 December. NEDERLAND EN HONGARIJE. Jhr. van Vredcnburch doctor honoris causa. Men seint ons uit BudapestAan de Tiza- universitcit te Debreczen is de Nederlandsche staatsraad Van Vredcnburch, in verband met zijn verdiensten voor het ondersteuningswerk, bevorderd tot doctor honoris causa. Jhr. van Vredenburch werd door den verte genwoordiger der regeering Hodhazy, den gereformeerden bisschop Balthazar en den burgemeester begroet. De plechtigheid was een Hongaarsch-Nederlandsch verbroederings feest. DE TABAKSWET. Verlenging van den termijn, genoemd in art. 88o. Ingediend is een wetsontwerp, strekkende tot verlenging van den termijn, genoemd in art. 88a der Tabakswet, zooa's dat artikel is ge wijzigd bij het eenig artikel der wet van 30 Dec, 1924. In de Memorie van Toelichting wordt mede gedeeld, dat de voorbereiding van de te stich ten centrale werkplaatsen voor de sigarenin- dustric, in de eerste plaats die te Amsterdam, en de verdere maatregelen noodig om aan den overgangstoestand, zooals die is geregeld door art. 88a der Tabakswet, een einde te kunnen maken, zooveel tijd vorderen, ook doordien de daartoe noodige gelden eerst bij wet van 23 Juni 1925 zijn toegestaan, dat het noodig blijkt den termijn in genoemd artikel bepaald en weder verlengd tot 1 Jan. 1926, wederom met een jaar te verlengen. De commissie van deskundigen voor den ta baks-accijns ter zake gehoord, heeft zich met dit inzicht vereenigd. VENTEN MET TABAKSFABRIKATEN. Een ministericcle aanschrijving aan dc burgemeesters. De minister van Binnenlandsche Zaken en Lpndbouw heeft betreffende vent- en markt- vergunningen voor tabaksfabrikaten, tot de bur gemeesters de volgende circulaire gericht: In de Nederlondsche Staatscourant van 21 April 1925, no. 76, is opgenomen een be schikking van den minister van Financiën be treffende het venten met tabaksfabrikaten. Met verwijzing naar den inhoud dier beschik king heb ik de eer u mede te deelen, dat het blijkens bij den minister van Financiën ingeko men ambtelijke berichten voorkomt, dot de plaatselijke autoriteit vergunning verleent tot het venten met tabaksfabrikaten in haar ge meente, zonder zich te hebben overtuigd, of de aanvrager wel een vergunning heeft als in bovenbedoelde beschikking omschreven. In verband hiermede moge ik u, ter voldoe ning aan het daartoe strekkende verzoek van genoemden minister, voor zooveel noodig uii- noodigen, uwerzijds geen vergunning tot Het venten met tabaksfabrikaten af te geven of te doen afgeven, dan nadat is gebleken, dat de aanvrager in het bezit is van een geldige ver gunning door een ontvanger der accijnzen ver strekt BESCHERMING GENOTEN DOOR ENKELE INDUSTRIEËN. Geen overmatige protectie. Onder verwijzing naar 7 der Memorie van Antwoord nopens het wetsontwerp tot vaststelling eener nieuwe Tarief wet, (in zake Accijnswetgeving) en naar zijn antwoord ge geven aan het lid van de Eerste Kamer, den heer Van der Lande, in de zitting van 18 Dec. j.L, heeft de minister van financiën thans aan den voorzitter van de Eerste Kamer den uitslag medegedeeld van het in die paragraaf in uit zicht gestelde onderzoek. Verschillende industrieën, zegt de minister, die met de accijnswetgeving te maken hebben, genieten inderdaad protectie, als compensatie voor den druk der accijnsheffing. Daar deze laatste zich intusschen niet wel in cijfers laat brengen, is het niet doenlijk uit te maken, of de protectie de vereischt© com pensatie geeft, of zij daar beneden blijft of dat zij deze overtreft. Behoudens dan ten aanzien van gedistilleerd, tabaksfabrikaten en zout, kan men haar niet overmatig noemen. Het invoerrecht op gedistilleerd bedraagt voor zoover dit is verpakt bij hoeveelheden van 1200 gram of minder of in tabletvorm is gebracht, acht ten honderd der waarde. Boven dien is in de gevallen, waarin het recht niet, zooals voor zoete likeuren, naar een wettelijk vastgestelde fictieve sterkte wordt berekend, een recht verschuldigd van 27 per H.L. bij aanwezigheid van saccharine of andere kunst matige zoetstof, en, bij aanwezigheid van meer dan 5 procent suiker, een recht, dat klimt met het suikergehalte. Deze rechten passen geheel «n het stelsel der Tariefwet en worden ook ge heven van goederen, die niet aan gedisstilleerd accijns zijn onderworpen. De bedoeling van het geven van compensatie voor eenigen oc- cijnsdruk speelt daarbij dus geen rol. Anders is dit bij 't recht van f 3.50 per H.L. gedistilleerd, herleid tot de sterkte van 50 pet., dat naast het recht voor de aanwezige zoet stoffen geheven wordt van ander gedistilleerd dan dat, waarop bovenbedoeld recht ven 8 pet. eer waarde van toepassing is. Dit recht bedraagt 19 ten honderd van den tegenv/oordigen prijs van den moutwijn en 32 ten honderd van dien van spiritus; een sterke bescherming derhalve, die stellig uitgaat bo ven de vereischte compensatie, al is dit niet in cijfers te brengen, gelet op de wisselende prijzen en omstandigheden. De ondervinding leert echter, dat het recht den invoer niet be let; van de in de eerste acht maanden van 1925 ingevoerde 12,014 HL. spiritus (bere kend ad 100 procent) zijn althans 8773 H.L. met betaling van dit recht ingevoerd. Een sterke bescherming genieten eveneens de fabrikanten van zoete likeuren. Tengevolge van het feit, dat de accijns en het invoerrecht van zulke likeuren bij invoer worden berekend naar een fictieve sterkte von 65 pet Door de verlaging van de fictieve sterkte, waarnaar de accijns en het invoerrecht worden berekend^ van 75 op 65 pet., is intusschen de vóór 1 Juli j.l. bestaande bescherming reeds verminderd. Ook voor de alcoholische reukwaters ge schiedt de berekening von accijns en invoer recht naar een fictieve sterkte (90 pet.), welke echter aan do werkelijke sterkte nabijkomt, zoodat hierin geen overmatige besoherming is gelegd. Van suikerhoudende goederen wordt thans naast een recht ad valorem, varieerende van 8 tot 12 pet., daar, waar dit te pas komt, in het algemeen naar een sprongenstelsel een spe cifiek recht geheven, dat verbond houdt met het bedrag van den suikeraccijns en dat slechts een geringe protectie kan opleveren. Indien het artikel verpakt is, wordt het specifieke recht tot het volle bedrag van 27 per 100 Kg. ge heven. Is hier derhalve al in enkele gevallen van protectie sprake, dan kon de importeur zich met goed gevolg hiertegen verweren, door de goederen in te voeren in groote verpakking cn die hier te lande in kleine emballage over te pakken. In elk geval, het recht belet niet, zegt de minister, dat hier te lande belangrijke hoeveelheden buitcnlandschc suikerhoudende poederen (biscuits, chocolade, enz.) worden in gevoerd; in de eerste zeven maanden van 1925 ruim anderhalf millioen kilogram bruto. Met 't oog op den accijns, die van hier te lande ge slechte runderen ten bedrage van 10 ten hon derd der waarde wordt geheven, is het voorts ciuidelijk» dat er van protectie ten aanzien van het rundvleesch geen sprake is en dat hiervan enkel «enigermate de rede is ten aanzien van schapevleesch ér. paardevleesch, waarbij valt in het oog te houden, dat dc bedoeling van de heffing van deze vlecschsoorten uitsluitend fis caal is en dat bij invoer van versch paarde vleesch in den vorm van nog niet verder ver deelde rompen geen invoerrecht verschuldigd is. Terwijl op azijn geen specifiek invoerrecht (Hukt, is dit wel het geval met het zout. Het eigenlijk recht bedraagt 1 per 100 kilogram. Dit kan tot 28 a 29 ten honderd van de waar de van het artikel bedragen en vormt dus een beschouwing, die echter bestendigd dient te blijven, ten einde de zekerheid te behouden, dat hier te lande steeds in de behoefte aan zout voor de eigen zoutziederijen kan"worden voorzien. In het invoerrecht op bier ad 12 per 60 L. is een gemiddeld bedrog aan accijns begrepen van f 8.25, zoodot 13.75 overblijft als com pensatie, zijr.de ongeveer 25 van dc waarde van lager bier. Het schijnbaar hooge invoerrecht op tobnks- fabrienten heeft niet kunnen beletten, dat ons land in 1922 met buitenlandsche goedkoope sigaren werd overstroomd, zoodat het ter voorkoming van verdere uitbreiding der werk loosheid in 'het sigorenvok noodig werd de wet van 30 Nov. 1922 tot stand te brengen. Bij de beoordeeling van het invoerrecht op tabaks fabrikaten (45 ten honderd ter waarde voor sigaretten en 30 ten honderd voor de overige producten, met een minimum-recht voor siga ren), boude men in het oog, dat de tabaks industrie den druk der accijnswetgeving inder daad sterk voelt; men denke slechts' aan do eischen, waaraon fabrieken cn werkplaatsen moeten voldoen, aon de verplichting tot het zegelen der fabrikaten, aan het verbod van huisindustrie. In dit licht bezien is de gegeven compensatie als billijk te betrachten^ De bescherming, die inlondsche fabrikanten van niet met suiker, zout, alcohol of rund vleesch bereide producten genieten, wordt het olgemeen meer gegeven door het volle percentage van het invoerrecht, waarmede het overeenkomstige buitenlandsche product belast *s. Van beteekonis is deze bescherming voor de thans te kleine verpakking met 20 van de voorts belaste visch-, vleesch- en groenten- conscrven, sausen en dergelijke. Tegen de be doeling van den wetgever heeft het recht een beschermend karakter gekregen. Het tegen woordig recht von 20 is ook als fiscaal bedoeld; het is in het algemeen lager don het vroegere specifieke recht, dat voor deze con serven do o reen gen omen met een recht van 30 aan de waarde was gelijk te stellen. Voor sommige soorten is de vermindering nog veel grootcr; zoo is onder de werking der nieuwé wet een groote zending zalm in blik inge voerd, waarvoor nu 1000 als invoerrecht be taald is, terwijl hiervoor vroeger 1925, dus bijna het dubbele bedrag, verschuldigd zou zijn geweest. Voor een zending tomatensoep, waar voor nu betaald is pl.m. f 58, zou vroeger vuim 560, dus bijna tienmaal zooveel, ver schuldigd zijn geweest. Voor groenten enz. in blikken van 15900 gram tot 5 Kg. netto is het oude specifie'»'» recht van 25 bij de tegen woordige Tariefwet tot 12 van de waarde erlaogd. In het wetsontwerp was voor blikken conserven van deze zwaarte aanvankelijk in het geheel geen recht meer uitgetrokken. Deze «lgeheele vrijstelling zou echter, evenals bij Nota von Wijziging toen nader toegelicht, de concurrentiemogelijkheid voor de Nederlond sche industrie in groot gevaar gebracht heb ben. HET ONTWERP BIOSCOOPWET. Een vergadering van gemeen telijke en particuliere bioscoop commissies. De Vereeniging van leden van gemeentelijke en particuliere Bioscoopcommissies in Neder land, heeft met het oog op de behandeling van de Bioscoopwet in de Tweede Kamer in den loop der volgende week een buitengewone al- gemeene vergadering uitgeschreven op Zaten* dog 10 October a.s. in den gemeentelijken schoolbioscoop te 's Gravenhage, Hoefkade 602. Op deze vergadering zullen de verschillende belangrijke ondcrdeelen van het wetsontwerp worden ingeleid door de heeren dr. W. W. v. d. Meulen, D. van Staveren en L. W. J. van Hasselt, leden van het bestuur. Tot deze vergadering worden ook uitgenoo- digd de leden der Tweede Kamer. Verdere in troductie kan door het bestuur worden ver leend. Voorts wordt medegedeeld, dot de Amster- domsche bioscoopcommissie dczcT dagen bo* sloten heeft, zich aon te sluiten bij de Ver eeniging van leden van gemeentelijke en par ticuliere bioscoopcommissies in Nederland. Dit besluit wordt belangrijk geacht, waar thans deze vereeniging, behalve vele commissies uit kleinere plaatsen, onder hoor leden telt alle drie toonaangevende commissies uit het land, n.l. die van Amsterdam, Rotterdam en' 's Gra venhage. Op deze wijze is reeds zeer veel te bereiken in het belang van de filmkeuring. De Vereeniging nam toch reeds te Delft dit jaar het besluit te trachten een centrale com missie te vormen, welke dc zoo noodige een heid inzake het keuren von films zou bevor deren. DE NIET-GOEDGEKEURDE BEGROOTING VAN LEEUWARDEN. De motieven von de verwerping von het beroep non Gedcp. Statcft In den Rood van State is Woensdag voorlezing gedaan van het Kon. besluit, waarbij is onge grond verklaard een beroep van den Raad der gemeente Leeuwarden tegen een besluit van Ged. Staten van Friesland, waarbij goedkeu ring is onthouden aan de genieente-bcgrooting voor het jaar 1925. Gcdep. Staten hadden overwogen, dat de fi- nancieele toestond der gemeente Leeuworden er toe noodzaakt in de gemeentelijke huishou ding de uiterste zuinigheid te betrachten, waar mede niet is overeen te brengen, dot het ge meentebestuur zonder noodzaak prijs geeft be langrijke subsidies van het Rijk voor gymnasium en hoogcre burgerschool, door op do wedden van het personeel aan die scholen verbonden geen pensioenbijdragen te verhalen, en dio wed den zelve te bepalen of bedrogen, welke uit gaan boven de regeling door het Rijk voor ziin leeraren vastgesteld; dat deze handelwijze de gemeentelijke schatkist dubbel benadeelt, om dat zij niet alleen het verlies von inkomsten (subsidies en pensioenbijdragen) tengevolge heeft, moor bovendien de uitgaVen voor jaar wedden onnoodig hoog opvoert. Voorts gold het tweede bezwaar van Gedep. Stoten het uit trekken van een bodrog van 18.741.46J4 wegens iritkeering aon besturen van Nijver heidsscholen voor uitbetoling van te weinig ge noten salaris over 1920 aan het personeel aan die scholen verbonden, woorover reeds door Gcdep. Stoten was beslist, en van welke beslis sing de Rood niet bij de Kroon in beroep was gekomen. In dc derdo plaats achtte het college dringend noodig dot een deel der inge volge de Pensioenwet 1922 verschuldigde pen sioenbijdragen op do ambtenaren wordt «ver haald. De Kroon overwoog thans, in zijn besluit ten aanzien van het le en 3e bezwaar, dot met Ged. Stoten moet worden aangenomen, dat de las ten, welke op de gemoentenoren zijn gelegd, onevenredig hoog zijn te ochten; dat waar de geldende solorisTcgeling van het personeel van de gemeentelijke H. B. S. uitgaat boven de Rijksregeling en tengevolge heeft, dat de ge meente de Rijkssubsidies verbeurt, bestendiging dezer salori^regeling in de gegeven omstandig heden strijdt met een richtig financieel be heer; dat voorts geen termen aanwezig zijn om de salorisregeling van het personeel van het gymnasium te verhoogen, terwijl de financieel© toestand der gemeente Leeuwarden evenmin gedoogt de pensioenbijdragen op de wedden en loon van het gcmeentepersonoel niet te ver holen. Wat het tweede bezwaor aangaat, besliste de Kroon, dat Gedep. Stoten terecht hebben aangenomen, dat deze zaak dezelfde is, als woorover het college reeds eerder heeft beslist. De Kroon heeft ook ongegrond verklaard een beroep van den Raad der gemeente Leeuwar den tegen een besluit vnn Gedep. Staten van Friesland, waarbij goedkeuring is onthouden aan het Raadsbesluit tot wijziging der begroe ting voer het jaar 1924. Do Raad had een nieuwen uitgaafpost van 34.000 op de begrooting gebracht, voor den bouw van een nieuwen waïrruror langs den Oostersingel. Gedep Stoten hadden bij hun be sluit overwogen, dat reeds eerder door hen goedkeuring is onthouden welk besluit door de Kroon in beroep is gehandhaafd aan een Raadsbesluit, waarbij voor hetzelfde werk een post van 44.100 in de begrooting voor het jaar 1922 was opgenomen. Het werk ochten Gedep. Staten toen, even als nu ru'et urgent. De Kroon heeft thans eveneens beslist, dot het betreffende werk niet als dringend nood zakelijk is te achten, zoodat in de tegenwoor dige finoncieele omstandigheden, de uitvoering achterwege behoort te blijven. GEEN NOODUITKEERING AAN HET RIJKSPERSONEEL. Het standpunt der centrale. Het dagelijksch bestuur van de Cenlrale van Vereenigingen van Personeel in 's Rijks dienst hield gisteren een bijeenkomst ter bespreking von het schrijven der regeering, aon de cen trale commissie voor georganiseerd overleg, waarin de regeering mededeelt, voor een duur- tebijslog over 1925 geen termen aanwezig te echten. Van vele besturen der aangesloten organi saties waren berichten binnengekomen, melden de de ernstige ontstemming, onder de leden over de vernietiging der verwachting, dat aan het rijkspersoneel over 1925 een duurtebijslag zou worden toegekend, welke verwachting was gegrond op door de regeering gedane toezeg gingen. Het dag. bestuur stelde zich na de bespre king dezer zaak op het volgende standpunt: Ie. het algemecne salarispeil, neergelegd in het bezoldigingsbesluit 1925, is te laag; 2e. met de door do regeering toegezegde 3 millioen zijn de salarissen niet op een be hoorlijk peil te brengen; 3e. dit peil kan eenigszins worden benaderd door den salarislast te brengen op 95 van dien, benoodigd voor de uitvoering van het Bezoldigingsbesluit 1920, waarmede cus het personeel (buiten de pensioenkorting van 81? nog een verlaging van 5 aanvaardt; 4e. het bedrag, noodig om dit algemeene peil voor 1926 te bereiken, zou ook moeten gelden voor 1925. Het dag. bestuur meende echter, dat in dit stadium van één door do regoering gewilde herziening von de versohillendc salarissen fn het bezoldigingsbesluit geen doeltreffende hulp voor 1925 kon worden verwacht, daar de nood in de gezinnen van het Rijkspersoneel oogen- blikkclijke voorziening cischt, een voorziening, waarop met recht kon worden en is gerekend. In dit verbond meendo het dag. bestuur, dat het verschil tusschen den salarislast 1925 en het door het bestuur noodig geachte salaris bedrag voor 1926 in .den vorm van een© uit- keering ineens op zeer korten termijn zou moe ten worden uitbetaald. Men stelde zich doarbij op het standpunt, dat het aldus verkregen individueel© inkomen niet mag prejudicieeren voor hetgeen in 1926 bij herziening zal worden toegekend. Maatregelen werden vastgesteld om tot ver wezenlijking van deze punten te geraken. DR. VAN GIJN. Dr. Van Gijn heeft, naar de Frcie Prcssa meldt, bevestigd, dat hij als adviseur van do Nationale Bank te Weenen zal aftreden, zoo dra een opvolger kan worden aangewezen. Hij kan niet drie jaar in Weenen blijven. DAGBLAD „DE NEDERLANDER". Dr. J. Th. de Visser tot de redactie toegetreden. In De Nederlander doelen commissaris sen van dit blad mede, dot dr. J. Th. dc Visser, oud-minister van Onderwijs, K. en W., toege treden is tot de hoofdredactie, zoodat dezo thans zal gevoerd worden door dr. De Visser en den heer Snoeck Hcnkemnns. Dr. Dc Visser deelt mede, dot „De Ned." zal blijven een „zelfstandig blad, aan geen partij gebonden, zelfs niet het orgaan der Christelijk-Historische Unie, maar een blad, dat verdedigt en ontwikkelt de Christelijk-Histori sche of Christel ijk-notionale beginselen op staatkundig gebied." VEREEN. TOT BEOEF. DER KRIJGS- '1 WETENSCHAP. Herdenking von het 60-jarig bestaan. De „Vereeniging ter Beoefening van do Krijgswetenschap" bestond dezer dogen 60 jaar. Waar het 50-jorig bestaan in de oorlogsjaren viel en ongemerkt vooibij moest gaan, werd ter gelegenheid van het diamanten jubileum gisteravond feest gevierd in het Gobouw van de Loge der Vrijmetselaren fe 's-Hago. Deze bijeenkomst werd o m. bijgewoond door den Minister von Oorlog, den heer Lambooy, do cerelcden generaal Snijders cn luit-gen. Kem- p>?T, lirit.-generool De Bas, die van de oprich- ring af lid is van de vereeniging, voorts do commandant van het Veldleger, luit-gen. Mul ler Mossis. Dc Prins der Nederlanden, die be- schermh'eeT van de vereeniging is, had bericht gezonden, dot hij verhinderd was, op deze jubileum-bijeenkomst tegenwoordig te zijn. Op deze eerste bijeenkomst in het 61e jaar, zeide do Voorzitter, gcncraal-majoor b. d. J. L. Ten Bosch', dezo vergadering openen met groote ing?nomeniheid en met een gevoel van trots. Hij deelde mede, dot, om uiring te geven aan de gevoelens van trouw en verknochtheid voor hef Huis van Oranje, tele grammen van eerbiedige hulde woren verzon den aan de Koningin, de Koningfin-Moeder cn aan den Prins der Nederlanden, waarop donk betuigingen cn goede wenschen zijn terug ontvangen. J Spr. betreurde, dat het Vorstelijk eerolid nice aanwezig kon zijn, riep allen een harte lijk welkom toe, in 't bijzonder den minister van Oorlog, wens tegenwoordigheid niet ge ringen luister aan dezen ovond bijzette, den eereleden, generaal b.d. Snijders, Kot. gen. b.d. Kemper en bracht hulde aan den luit. generaal b.d. De Bas, die sedert d© oprichting lid is. De voorzitter deelde vervolgens met enkele woorden de wordingsgeschiedenis van de vereeniging mede en wees erop, dat vooraf de onbekendheid met do lauwheid cn onver* schilligheid omtrent milirairo zaken bij niet* militairen, een der oorzaken van de oprichting is geweest. Hij wees daarbij op de moeilijkhe den, die vooral in het eerste levensjaar van het genootschap groote gevaren medebrachten voor het verder voortbestaan, omdat do toen malige minister van oorlog niet sympathiek stond tegenover de jonge vereeniging en do sprekers, het bestuur en do leden daarvan minder aangename gevolgen ondervonden. In* tusschen, toen een nieuwe bewindsman voor1 hot Departement ven Onderwijs optrad, the „Krijgswetenschap" goed gezind bleek te zijn, veranderde de toestand, de moeilijke jaren waren voorbij en de veieeniging kon zijn we ken beginnen uit te slaan. Met groote voldoening aldus 'de voorziw ter kan nu worden teruggezien op hetgeen is tot stand gebracht. Een flinke bibliotheek van 57 lijvige deelen, waarin een schat van gegevens op krijgskundig gebied, do vruchten von ingesponnen cn degelijken arbeid en het wetenschappelijk jaorbeiicht, de hoofdbron bij de studie van de militaire wetenschap, zijn even zooveel bewijzen, dat de vereeniging ge* sloagd is in hoor opzet „heldere begrippen om trent krijgszaken te verspreiden." Het belang der vereeniging voor oogen Kou* dende, wekte de generaal Ten Bosch do leden op, mede te willen werken om het aantal leden te doen toenemen. Wel bedraagt dit ongeveer 2000, dcch het dubbele aantal moest in de boeken ingeschreven zijn. Voorts richtte hij een aansporing tot d© heeren om de vergode* ringen getrouw te willen bijwonen. In de eerste bijeenkomst der veieeniging waren van de 150 leden omstreeks 100 aanwezig, terwijl geduren de de volgnnde jaren gewoonlijk meer dan 100 leden het gehoor uitmaakten animeerend voor den spreker, van overwegend belang voor het debat I De voorzatter huldigde verder de correspon denten in d© versdhfilcndo garnizoensplaatsen, inzonderheid do h'oofdeorrespondent in Ned.-4 Indië. Hoewel de nieuwe beginselen, die door den grootcn oorlog naar voren zijn gebracht, thani meer en meer algemeen gehuldigd worden aldus spr. en het geestelijk eigendom van onze officieren zijn geworden, blijft er nog zooveel nieuws op militair gebied over, Is in bijkans all© takken van de militaire wetenn, schap, scjiiet op ,elk gebied, zooveel ingrijpen*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5