KINDERRUBRIEK Da rubriek van Oom Karei. Van dc week zag ik zoo'n prachtige plaat jesalbum en ik docht dadelijk weer aun jullie „Wat zullen onze verzamelaars die mooi vin den"# Want het is weer een Verkades album, een ouderwetscho zooals er vroeger oltijd waren van planten cn dieren, die hebbfcn jullie vost wel allemaol eens gezien en misschien zelf wel in jullie bezit„De Bonte Wei", „Do Blonde Duinen" en waar al niet over. Daarna kwamen de landschappen „De IJsel", „Langs de Zuiderzee", moor zooals ce planten en dierenalbums waren aio toch niet, zóó mooi cn zoo leerzaam tegelijk. En daar komt de firma Vcrkadc opeens weer met een nieuwe collectie, een album „Ons Aquarium" waar dc bekende verzorger" van het Amsterdamsche Aquarium in Artis, dc heer Portielje het verhaal bij geschreven heeft, en twee teekenaors de plantjes voor teekenden en een heel mooi omslag van het album. De plaatjes zijn weer gewoon in nlfe ge bruiksartikelen van Verkade te krijgen, muar ik heb zc al compleet gezien, dus kon er over, oordeclen hoe het geheel is, ols het olbun> vol- verzameld is. Er zijn dezen keer een paar groo- te platen in, behalve dc groote voorplaat, want je wel dagen mee zoek kunt brengen, om er naar te kijken cn van het „sprookje onder wa ter" te genieten die jo ook moet verzamelen, dus dat is weer eens iets aparts. Ik d^pk, dat ik wel gauw er over zal hoo- ren als jullie ze krijgt. Dan komen zc wel van zelf in het ruilhandclhoekje, en misschien schiet er dan wel eens een voor mi} over, want ik ga die mooie album ook koopen en ze verzame len. Zoo zien jullie, dnt Oom Korcl zich zelf ^niet oud genoeg voelt, om nog plaatjes lc ver zamelen. Mqar als jullie deze gezien hebt, zullen jullie mc groot gelijk geven. Hier volgt weer een bekroond opstel. HOE IK MIJN VACANT1E DOORBRACHT. Het grootste gedeelte van mijn vacantie. van 4—28 Augustus heb ik in Nijmegen heèl gc- noegelijk doorgebracht. Het is een prachtige stad, waar je heel gezellig wandelen kunt. De omstreken zijn ook prachtig. Ik hod mijn fiets meegenomen, dus heb ik cr veel gefietst. Meestal gebeurde dit tegen den avond want 's middags ging ik wandelen. J3ijna alle straten hebben trottoirs. Dat moet ook wel, want het is overal even druk. Ook zijn er prachtige plantsoenen en parken. Het Kronenbu$ger park is wel een van do mooisten. Daar is een her tenkamp cn een vijver met eenden en zwanen. Pok is er nog ander pluimvee. Pauwen, fa zanten, kippen van alle soorten en kullfoenen. Konijnen zijn er ook. Dnn is er nog oen water val, waarbij jo onder den grond doorloopen kunt. Je hebt cr een mooi uitzicht over de Be tuwe en de Ooij. Dan heb je cr het Valkhof, cn zijn oudheden. De kapel is nog heel goed. Als je cr voor staat, heb jc een mooi uitzicht over dc Waal cn verderop. Je kunt daar de Pont ook heen en weer zien gaan. Een schip brug loopt een eindje do Waaf in; Hierlangs is het zwembad. In Nijmegen is ook een heel oud stadhuis, dot in heel ouderwctsche stijl ge bouwd is. Een klein eindje verder is de maikt waar altijd 's Maandags cn Donderdags groen temarkt is. Twee keer ben ik in Duitschland geweest. Eén keer op den Duivelsberg cn écn keer bij Mooi Nederland. Bovenop den Duivelsberg heb je een prachtig uitzicht over Duitschland en Nederland. Daar hebben wc ook nog ccn avon tuurtje beleefd. Wé waren met 3 buurjongens, hun Vader en Moeder en een logeetje van hun op stap gegaan. Bij den Duivelsberg waren we naar het Wielermecr gegaan. Om daar te ko men moesten we een steile helling af. Toen cr weer op. Boven gekomen transpireerden wij geweldig. Wc kwamen toen langs een oud mannetje dat vroeg of we een meisje gezien hadden. We zeiden natuurlijk van neen. Maar voor alle zekerheid gingenw e toch eens kijken of hun logeetje cr nog wos. Maar dit wos niet het geval. Toen gingen we haar zoeken. We wnien ol erg bezweet en moe" maar wc moesten er toch maar weer op los. We riepen uit alle macht, doch kregen geen antwoord. Eindelijk kwamen we een paar heeren en dames tegen, die ons vroegen of we een meisje zochten. Zc waren een meisje tegengekomen. Het wus de kant van Berg cn Dal opgegaan. Toen wij er wéér ach teraan. Eindelijk zagen we haar. Toen gingen We gauw weer op stap want het was inmid dels tijd goworden om weer huiswaarts te gaan. Ik ben ook nog naar het Maas cn Waal kanaal geweest, dat ze nu aan 't graven zijn. Er ko men verscheiden bruggen overheen. Een cr van bij het dorpje Hatart gelegen is al klaar. Het zijn lange bruggen, want het kanaal is erg' breed. Naar de omliggende plaatsen kun je een boel tochtjes maken. Te veel om zc allen op te schrijven. Eén wil ik nog even vertellen. Het is een tochtje naar Eist. Eerst gingen wo door de stad naar de pont; over dc Waal. Aon do overzijde ben jc direkf in het dorpje Lont. Van door gaat het een eind over de Arnhemsche weg; dan ccn zijweg in en jo bent in Eist. Hier gingen we in ,/t- Woperi van Eist" wot ge bruiken. Daarna terug over Valburg, Slijk- Ewijk en de Oosterhoutscho dijk. Dit is ccn verbazend lange dijk, die bij Lent uitkomt. Daarna weer met dc pont over de Waal cn toen naar huis. Inmiddels was de tijd van mijn vertrek aangebroken. Den 28stcn Augustus 's ovonds 7 uur vertrok ik uit Nijmegen. Do verdere dagen mijner vacontic lang niet de mooisten, want 't was altijd regen heb ik thuis doorgebracht. En 1 Sept. ging ik weer' naar school. ZWARTKOP. RAADSELS. De oplossingen van vorigen keer zijn I. Aan de vruchten kent men den boom; met de woorden.: ar, net, beker, teen, vruchten, boom. den, kan, één, mennen, dat. II. Tijd is geld; met de wooidcn: >js, Ticl, geld, deeg. Do prijs heeft deze week gewonnen: Jackie Coogtm. Komt hij Maandag even langs het Bu reau van het Dagblad DE KAMPIOENEN: Gymnast, Bob, Kampioen, Ton Neveu, Gou denregen, Cccilio, Stormvogel, Drover, Boonc- staak, Vuurtoren, Speurder, Zwartkop, Mimosa," Bellefleur, Brupo, Edclweisz, Goudbaard, Ap pelsnoet, Ekster, Monbretia. NIEUWE RAADSELS I. Een kruisraadscl waarvan op het Ie rijtje staat een medeklinker. 2e rijtje een verblijfplaats voor dc waakhond. 3e rijtje wat dc vloer bedekt. 4e rijtje een bekend speeltuig. 5e rijtje een bloem, 6e rijtje het gevraagde' woord, dut een be kend spel beteekent. 7e rijtje een werktuigje, dot op dc theetafel thuis hoort. 8e rijtje oen bepaalde vorm der handen. 9c rijtje een soort metaal. 10c rijtje ccn schrijfgereedscrap. He rijtje ccn medeklinker Dus dit is het figuur X X 3.X». X xxxxxxxxxxx X I X X (Ingcz. door Booncstnak.) Mijn geheel is dc naam van een vrucht (7 letters). Mijn eerste letter is een klinker. Mijn vier volgende letters noemen iets, waar in gepakt wordt. Mijn twee laatste letters noemen een lahgtn- mnat. Rn, ra, wot is dnt (Ingez. door Bellefleur) VRAAGSTUKKEN. De oplossing van het vraagstuk isdo sc hoduw. Zoolang ik bij mijn heer blijf, help ik hem niet, maar zoodïa hij mij weg geeft, ben ik hem van nut. Wat is dat RAADSELRIJMPJE. Dc oplossing is „ccn rookworst." WAT IS DAT Dc vrouw woont in dc kamc. En ik woon in dc kast. Als zij v/at in haar oog heeft. Bezorgt haar dat moor lost. Als ik wat in mijn oog heb. Dan werk ik, wat ik kan, D<\n voel ik mij pas prettig; Wat denk jo daar nu van DIERENHOEKJE. Toen ik van de» week mijn venster open schoof, trof mij een allergrappigst voorvalletje uit de dierenwereld. Een spin had haar webbe gespannen, in dc bovenhoek van mijn raamkozijn en zat heel ge duldig te wachten, tot een of onder vliegje of mugje zoo dom zou zijn in haar v/obbe vast tc geraken en haar zoodoende lot ontbijt te dienen. Maar wat gebeurt Duar komt met een flinke voort en met groot gegons een wesp aanvliegen, die zeker nog niet goed wakker wos, cn pardoes in do webbe vliegt cn gevan gen zit. Hoera I dacht de spin, nu ann den maaltijd; zij cr op af maar o, wee I nu hod zij misgerekend, hoorDe wesp voelde nog niet do grijparmen van* do spin om zich heen, of daar kwam dc venijnige angel uit haar puntig achterlijfje cn pik, de spin werd gestoken. Ten minste, dot maakte ik ér uit op, want opeens liet zij haar slachtoffer los en holde langs een der draden terug naar haar holletje; en nu dc wesp. .Die werkte zich, hevig bewegende met armen cn becncn, uit de webbe los cn vloog triomf on tel ijk uit het gevaarlijke hoekje weg. Wat zal die arme spin ccn pijn gehad hebben! RUILMOEKJE. A. van Hemmen, Stationsstraat 34b, heeft Pleines plaatjes No. 52, 33, 50, 72, 79 (2 X), 88, 89, 93, 129. 137, 140. 142, 155, T63, 170, 173, 175, 176, 177, 185, 191, 193 (2 X), 108 (2 X), 199 (2 X), 200 (2 X), 201 (2 X), 202 (3 X), 208 (2 X), 209 (2 X), 210 (2 X), 211 (2 XL 213 (2 X), 215 (2 XL 216 (2 X), 218, 219, 225, 242 (2 X), 243 (2 X), 244 (2 X), 245, 246 (2 X), 248 (2 X), 249 (2 X), 250 (2 251 (3 XL 252, 253. 254, 255 (2 XL 259 (2 X), 260 (2 X), 263, 275. Daarvan wil hij hebben, Pleinc's plaatjes album 7: no. 145, 147, 148, 149, 151, 154, 156, 157, 159, 161. 164, 166 107, 163. olbum 8: no. 169, 171, 172, 174, 78, 179, 180, 181, 182, 183, 134. 186, 187, 188, 789, 190, 192. album 9no. 203 en 207. album 10: no. 217, 220, 221, 222, 225. 224. 226, 227. 228, 229, 232, 253, 254, 235 256, 237, 239, 240. album 12 no. 269 tot en met 273, 276, 277, 279, 281 tot cn met 238 Hij wil ook hebben alle soorten Verkades plaatjes. Een Jongensgrap? door Jo B. 't Was in de groole vacantie. Dirk en Ab waren, bij hun vriend Jaap gelogeerd. Sinds een half jaar woonden Dirk en Ab niet meer in Utrecht, mqar ze waren steeds be vriend gebleven met Jaap', hun vroegeren schoolkameraad. Zoo kwam het ook, dat ze nu in de va cantie een week bij Jaap mochten* komen logeeren, wat voor alle drie een groot ple zier was, want nu konden ze weer eens als te voren met elkaar pret maken en grappen uilhalen. Op een avond kort vóór hun vertrek zaten ze op den zolder van een leegstaand huis en hwiden 't plan gemaakt met hun fiets lantaarns „zoeklichten" 'uit te zenden. Wat ze er zich precies van voorstelden, hadden ze geen van drieën kunnen zeggen, maör allen verwachtten cr pret en joligheid van. Toevallig viel hun oog op het huis vnn hun buurman, een ouden heer, die met een huishoudster en dienstbode woonde. „Kijk eens," riep Jaap, „die juffrouw van den ouwen prof zit met het dienstmeisje in de keuken, laten we hèn eens bestralen!" „Hè ja, dot zijn prachl-objeclen I" stem de Dirk in en onmiddellijk richtten ze vnn "uit het zolderraam elle drie hun carbid lampen op 't raam van de keuken, waarin de lichtbundels vielen 't Miste de uitwerking niet: de oude huis houdster cn 't meisje -schrokken op cn kwa men voor 't raam stnnn. Natuurlijk lieten de jongens dadelijk wéér een lichtbundel schijnen en hielden zichzelf daarbij verborgen. Plotseling hoorden ze de keukendeur opengaan en ernstig, voorzichtig kwamen de huisjuffrouw en 't meisje naar buiten en keken omhoog. Direct zonflcn de bengels weer een belichting en toen hoorden ze angstig uitroepen: „O Grietje, 't zijn vast inbrekers, die ons al aespiedenf" De jongens op den zolder proestten 't uit van plezier, maar hielden zich dodelijk weer in en wéér zonden ze licht uit. De twee vrouwen werden hoe langer hoe angstiger en in de avondstilte vingen de jongens woorden op als: „politiemoe ten waarschuwenik durf nietmoet jij maar doen Griet Toen. bedacht Jaap nog iets, want het was t e verleidelijk om het hierbij te loten. Ze -spraken af, dat Ab met de lantaarn zou blijven werken, terwijl dan Jaap en Dirk de voordeur van nummer 48 aan de deur van nummer 46 zouden gaan vastbinden; dan konden de juffrouw en Griet er niet uitDaarna zouden ze uit 't zolderraam klimmen en voor inbrekers gaan spelen, warvt 't was onderwijTheelemaal donker ge worden wat zouden ze bang worden die twee daar beneden Jaap en Dirk gingen gouw naar beneden en Jaap die den sleutel had, want zijn vader was eigenaar van het leegstaande huis maakte snel de deur open en toen ze alle bei buiten stonden, haalde hij een stevig touw uit zijn zak. Hiermede we^d de deur van nummer 48 aan nummer 46 vastge bonden, dat om de koperen deurknoppen geknoopt werd. Toen dat gedaan was,,,verdwenen de twee bengels weer in de deur van het leegstaan de huis, waar Ab op «en zolder nog steeds aan 't manoeuvreeren wps met zijn carbid- liohtï Ze hoópfen, daf4-de juffrouw nu zou gaan probeeren politiefiulp te holen. En jo, wat zij verwachtten, gefcëurde. De juffrouw zei tegen Grietje, terwijl ze nog eens om hoog keek: „Kom, Jaten we samen even naar me- vrouw-van-Qp-één-narhieïnaast gaan, die kan dan de politie wel ópbellen I" Daarop gingen ze noar binnen en meteen holden Ab, Jdop' en Dirk naar beneden. Nu zou X er om gaan of het touw het uithield. Op de stoep van nummer vijftig gingen ze zitten en wachtten ofEn al gouw be gon de* pret, want aan de deur van nummer 48 werd geruktgerukt en ze hoorden de juffrouw en Grieije lawaai moken en bqpze Woorden uitroepen Maar de jongens gaven geen kik, al zaten ze te stikken van 't lachen. „Ze kunnen er lekker niet uitl" zei Jaap eindelijk .zachtjes„hoe lang zal ons touwtje 't uithouden?" vervolgde hij en plotseling de gevolgen overziende, zeide hij den twee anderen, dat^te op moesten staan, want hij wilde de deur van nummer vijftig vast op slot doeh. „Hier Dirk, neem jij de lantaarn en ga vast een eindje weg, want jij leunt niet zoo hard loopen f Breekt het touw, dan smeren wij 'm natuurlijk ook onmiddellijk Terwijl had Jaap nummer 50 gesloten en stonden Ab en hij gereed om 't elk oogen- blik op een loopen te zetten Dirk liep al langzaam naar een hoek van de straat. Met spanning volgden ze 't rukken en trekken aan de deur van nummer 48 het touw hield het uitf Plotseling werd er evenwel óók aan de deur van nummer 46 getrokkenNu werd het gevaarli:' cr, want daardoor had het strek gespannen touw het hard te ver antwoorden. Aon twee kanten werd er ge- trekken cn gebromd en geschreeuwd Jaap en Ab stonden nog steeds te wach ten 't Was te grappig om nu weg te loopen, ofschoon ze vreesden, v/at er ge beuren zou, als hét touw brak Jaap overlegde in zichzelf: als het touw het uithield en die merschen daarbinnen afdropen, dan zou "hij het wel weer los wiljen maken. Dat was zooals 't hóórde, want ze hadden nu genoeg spektakel ge maakt, vond hij zelf en Jaap was ridderlijk genoeg om die juffrouw en Grietje ten slot-' te weer te bevrijden, r1 had ij genoten van zijn kwajongensstreek. Maar terwijl hij dit alles bedacht, gebeur de wat zij vreesden en toch eigenlijk ver langden: het touw knapte door en de deur van nummer 46 vloog open, omdat er juist op dit oogenblik weer eens heel hard ann gerukt werd. Een jonge meneer sloof naar buiten en in hun vaart om weg te komen, botsten de jongens juist tegen hem san. Hij viel bijna over Ab en schold dadelijk: „Schavuiten f M'n moeder is heel ziek en 'k wilde hiernaast den do1 -r opbellen, maar door jullie dollen streek zou 't wel eens te laat kunnen zijn Meteen liep hij weg en ging naar num mer 44, waar ook d^ juffrouw had willen telefoneeren om de politie te waarschuwen. Ook de juffrouw en Grietje kwamen nu naar buiten cn zagen, de twee jongens, die afdropen. Cp den hoek stond Dirk le kij ken naar wat er gebeurd was. Toen ze de gezichten van de juffrouw en Grietje zagen, lachten ze alle driemaar 't duurde slechts even, de échte pret was er af. „Als die moeder eens dood ging?" Die gedachte overschaduwde alle jolig heid en een beetje bedrukt vertelde Jaap aan Dirk. wat de jonge meneer gezegd had, terwijl hij zoo haastig 't huis uit kwam. „O, 'k dacht, dol-ie jullie een pak slaag wilde gevenzei Dirk. „Hod-ie dat maar gedaan eigenlijk hebben we 't dubbel en dwars verdiend I" vond Ab schuldbewust. „Ik dacht alleen aan de pret I" zei Jaap en had een hekel aan zichzelf, maar h^e kon je nu ook bedenken, dat er iets ergs kon gebeuren door zoo'n grap en heusch daar docht je nooit ovér, terwijl je 't deedtoch was 't akelig, hoor I Zc hadden nu alle drie wat spijt van dot deurtjes-vastbinden en betreurden het, dat het niet bij. het „zoeklichten" was gebleven. Er was evenwel niets aoi\ tc doen, 't was gebeurd en niet meer ongedaan te maken. Ze gingen naar huis en waren dien avond zóó bedaard, dat Jaap's moeder er verwon derd over was, want meestal kwamen ze thuis met verhalen over alles wat ze uitge voerd hadden. Ditmaal konden ze 't niet als een helden daad beschrijven en daarom zwegen ze maar liever en ook, omdat ze niet heele- maol gerust waren. Den volgenden morgen gingen ze alsof 't vanzelf sprak eens kijken naar nummer 46 in de Laan. Er was niets bizonderö aan 't huis te zien; gelukkig leefde die moeder dus nog! Die .gedochte vloog onmiddellijk door Jaap's hoofd en hij vond het een hecle rust ciat te welen. Hij zei zachtjes tot de anderen: „D'r is toch niets gebeurd, al heeft hij niet dadelijk-dien dokter kunnen opbel len Daar ben ik blij om, hoor!" De anderen knikten en even was 't stil tusschen hen drieën, terwijl ze nadachten over wat had kunnen gebeuren. Toen zagen ze Grietje aankomen en dat verdreef in eens hun gedruktheid. Juist vóór ze naar binnen ging, riep Ah ondeugend: „Zijn de inbrekers gesnapt?" Grietje verwaardigde zich niet antwoord te geven; ze herkende de bengels van den vorigen avond en deed met een smak de •deur toe. Toen liepen ze weer naar huis en er werd besloten aan den meneer van num mer 46 een briefje te schrijven. Daarin werd excuus gevraagd voor de belegering en den wensch uitgesproken, dat meneer's moeder er geen schade door geleden had en dat zij^weer beter zou wor den, en medegedeeld, dat het hun speet, dot ze meneer juist op dat oogenblik lastig waren gevallen, 't Briefje werd 's avonds in <le bus gestopt, toen het schemerdonker was en ze keken alle drie even ernstig, ter- wijk Jaap 't met een wat plechtig gebaar uit zijn zak haalde en in de bus schoof. Nooit hebben ze er iets op gehoord. „Hij zal 't wel gek gevonden hebben I" zei Jaap later, maar 't kon hem niets sche len; hij had immers zóó weer goed willen maken, wat. hij door onnadenkendheid mis schien verkeerd had gedaan. En nadat 't briefje geschreven was, hadden ze afge sproken, dat ze in 't vervolg maar niet meer deuren zouden vastbinden. „Je kunt toch nooit weten, wat er achter gebeurt!" meende Ab. „En wat er van komt!" vulde Jaap aan. CORRESPONDENTIE. KIcin-Duimpje. Jo, dot hopen al mijn neefjes on nichtjes en ik wou, dot ik «zóón groote zuk met guldens had, dat jullie allemaal elke week beducht konden worden. Dat is heel lief van je broer een eerlijk, dat je het zegt. Kampioen. Dat zeggen zo mo allemaul/ deze week; beter zóó, dan zoo moeilijk. Ja, cr zijn cr heel wat mooie tegenwoordig I Gymnust. Dat is ook leuk en het kwam mij prachtig van pos; ik hou van een beetje voorraad Dus ook genoten van de prijs Jackie Coogan. Ik moet altijd even lachen om Jou;- groote vellen, kljinc proutjes. Draai dot nu eens om voor een keertje Je kon het bcsL Draver. Hoera I weer beter. Heet dut een ruitcnvliegcr; die hadden wij vroeger, muar dat mocht niet van do politie; die puktc zc af. Durf jc hoog' te schommelen Boonestaak. Houd maar moed! Volgcndo week reken ik weer op v/ut, maar denk aan je huiswerk, hoor I Heb je nog meer lessen Vuurtoren. Dat zullen je vriendjes wel geweldig hebben gevonden, hè Dank voor het raadsel; dat kwam goed te pas Gem't de Br. Ben jij een nieuweling? Je moet me eens wat uitvoeriger schrijven; ik vind het zoo gezellig, als ik je beter ken. Tot vol gende week I Cecilia. Dat is ccn heel gemis, zoo'n vrien dinnetje; maar als het vogeltje nu vroolijk zingt, denk je altijd aan haar. En je zult wel een on der aardig vriendinnetje vinden, hoop ik. Bob. Ik zag dezen zomer het Openlucht museum bij Arnhem. Prachtig is dotdaar staan hêele hutten cn boeren woningen, die je mag bezichtigen. Door doe jc uren over. Qucnnb. Zco is het goed. Hopelijk heb je succes; maar voor geld moet je niet doen; want dnt is niet mijn bedoeling van dit hoekje; dus ik vind het beter te ruilen in mijn krant. Nee, die lust ik niet, en ik durf ook eerlijk gezegd niet. Goudbaard. Jc mag gerust "het schoono velletje eraf scheuren, hoor I Flink, zoo I dan zul jij wel een sterke jongen worden. Edclweisz. Dan heb jc wel heerlijk kunnen genieten Woensdag werd het nut cn ongezellig. Wat zijn de Amcrikaanscho oikon nu schitte rend. Heb je die wel gezien Dik Trom. Je trouwe vriend hcoft goed voor jc gezorgd! Vertel mo eens, waar jo was Appclsnoct. Wat jammer; dus moeten wo nog maar wat geduld hebben. Dnt zaj wel pret tig zijn; daar hield ik ook zoo vun vroeger. Wat doe jo het liefsto Mimosu. Dus jo arme broertjo moet har der werken wacht manr! dio tijd krijg, jij ook wel Vond jc dc rundscis ook zoo makkelijk, deze week Zwartkop. Dan moet je dat toch heusch eens probeeren. voorspellen een strengen win ter, dus knn je het best loeren. Maar gelukkig zijn we nog zoo ver niet I Speurder. Wat een geweldig leuk roQdsel. Hartelijk donk voor het plaatje; ik zal zorgen, dut het in dc gevrnngdo handon komt Goudenregen. Dus ook aan het genieten ervan. Gezellig is het. Mae gaat hot op school? Voel werk Monbretia, Vinct je drit zoo moeilijk? Toch maar flink jc best doen, hoor Het is zoo hoor- lijk, nis jo groot bent cn het gaat je makkelijk nf. Hoe oud is je zusje bok weer Sparappel. Dat hondje vnn. jou wil wel vaak jarig zijn, denk ik! Hoe ver wandel jij dan wel Mol. - Nee, ik ben er meestal niet orv dat is ook niet leuk. Met is veel gezelliger, als ik een onbekende Oom Kare! ben; dnj is juist zoo grappig Tot volgende week dus. Bellefleur. Jo zeker; als ja cr ccn instuurt en het wordt geplaatst, dan heb je dat gowoon mèt het andere raadsel in te sturen. Dnt zou er anders lee'ijk uitzien voor mijn trouwe me dewerkers I Nimf. Nu weer hoelcmnal in orde? Jo, dat is heel jammer^ voorioan eerder aan denken, moar dat kwam nu door het ziek zijn. Laat jo broertjo ook maar eens schrijven I Pimpompocntjc. Waarom nu nóg niet Is dat zeker iets bijzonders De anderen toch wel allemaal. Dus dat was doip volgende keer be ter opgepast. Wat een aardig velletje wns dnt. Bruno. Je moet me eens vertellen, wèt hot wordt cn ik hoop maar, dat jo succes hebt, Wat zou dot leuk zijnl Vertel je het eens?. Beertje. Hoo Iaat wordt het nu wel?'Wat een groote jongen ben jij dan al I Mnnr don sluap jc 's Zondags zeker lekker uit. Doe jo groeten terug aan Gisly Schrijft zij ook eens? Stormvogel. Dus jc genoot echt. Ik ook, hoor I Ik koos oen andere weg, maar het was meer dan heerlijk. Ja, 's morgens vind ik het nog zoo vreemdzoo vroeg wakker zijn. Kooltje Vuur, Waarmee heb jc het al zoo druk? Vertel je mo dnt eens? Ik verheug mo erg op je inzending. Manr geen foutje muken, hoor I Want dan krijg ik allemaal standjes van jullie. Ton Ncvcu. Dus dol moet je eerst maar eens aan Mijnheer op school lalpn zien, voor jo hot opplakt. Grappige lochpnstille was dat. Ekster. Dnt hondje vnn jou heeft dus manr een fijn plaatsje uitgezocht. Mnor don zal hij het deze weck wel wnrm gehad hebbcnl Zwartje, Dnt doet mo groot plezier, dnt ik jou nis nieuw nichtTe erbij heb gekregen, en ik hoop, dat jc net zoo'n trouw nichtje blijft, nis je zusje. Zend maar altijd dc oplossingen trouw in vnn olies, wat je manr vinden kunt. Bruintje. Dus dan momt je aan die spin manr eens goed opletten, wat voor weer wo krijgen. Wat leuk von Zwartjeik zal nu ook geregeld wedstrijden 'ovgnniseeren voor dc kleintjes, dus goed opgelet. LACHPAST1LLES. Of ic dot niet wist De Amcrikaonsche zwemmer Sullivan heeft het Kannol overgezwommen, wnt ccn gewel dige prestatie is. Nn een tocht van ongeveer 25 uur bereikte hij uitgeput do Frunscho kust, juist op dc plek, waar ccn boer rustig ccn pijp stond tc rooken. Sullivun informeerde of hij in Frankrijk was, waarop do boer den zwemmer Woog, waar of hij vandaan kwam. Vol tots zei deze. „Uit Amerika I" Toen moet do boer vol ontzetting non' Sul livan gevraagd hebben, of hij don niet -wist, dot cr dagelijks booten gingen l" (Ingez. door Tony G.) Van een dom kolf. Een kalf iicp tc springen door dc weide op den weg zag hij ccn os, die een zware last sjouwde. „Stumpert", zei het kolf, „wat heb jij een hard leven; je werkt den heelcn dng I" Verge lijk mijn leventje daarbij eens." Maar toen dc os 's avonds het kalf geslacht op de deel zag hangen, dacht hij„Kijk, wio is nu meer te beklagen I" (Ingez. door Appelsnoet.) Reisverhalen. A. vertelt aan zijn vriend, dot hij in Egypte is geweest en op do Nijl was. B.: „Hodt U een mooi uitzicht, toen U boven was (Ingez. door Blauwe Distel). Dc kleine dokter. Dc Moeder van kleine Pirn is ziek cn hij zegt: „Ik wil dokter worden cn jou beter maken „Zoo, zoo," zegt Moeder, dus jij wil in de me dicijnen gaan studeeren Waarop kleine Pietje antwoordt„Ju, in die lekkere zoeteniet in die vieze bittere I" dngez. door Ekster),

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 7