x x x Da rubriok van Oom Karei. ïk schijn loch wel een lustige oom te zijn, want ik kreeg deze weck héél wat zuchten over de rondsels. Maar dat. is jullie eigen schuld, hoor I ik maak ze niet; dat deen jullie zelf; dus dan manr eens wat eenvoudiger I Hier laat ik jullie een bekreond opstel lezen: MIJN SCHOOLREISJE. Wij moesten "s morgens kwart voor achten aan het station zijn. De trein vertrok om 8.01 naar Amsterdam, dus waren we vroeg genoeg unn den trein. We namen den trein, die door het Nanrdermeer ging, en we hadden een mooi uit zicht over het meer. Toen wc in Amsterdam uitstapten, regende het wel wat, maar toch gin gen wc vroolijk zingende het station op, van waar wo direct naar de Bijenkorf wandelden cn daar eens een kijkje gingen nemen, cn waar wc wat kochten. We waren de trap op naar boven gegaan, maar we gingen met dc lift*iaar be neden. Wat ging dat met een vaart. Eer we er aan dachten waren we beneden. Toen wc ein delijk uit den reusachtigen winkel waren, stapten we in de tram van lijn 9, die ons naar Artis bracht. Onderweg in da tram zagen we ver schillende groote gebouwen, zooals Beurs, Pa leis voor Volksvlijt, Koninklijk Paleis enz. Toen wc eindelijk in Artis aankwamen, gingenwe de dieren bezichtigen; maar natuurlijk long niet allemaal. Want we .waren cr maar 3 uren. Het grappigste waren de apen, vooral de zwarten, die zoo leuk hun pootjes tusschen de tralies doorstaken, om appenootjes cn ander lekkers in ontvangst te nemen. Er waren ontelbare die ren zcools panters, leeuwen, tijgers, hyena's, beren, vogels, buffels enz. Vooral het Aqua rium was mooi met zijn talrijke visschen, schildpaden cn andere waterdieren. Toen we eindelijk in het cafétje, dat er was gingen uit rusten, had ieder een stevigen honger. Ieder nam een boterham uit zijn papier cn kreeg daar een glas mek bij. Toen wo hodden gegeten, gingen we nog eens kijken. Toen we eindelijk uit Artis gingen, stapten we in de tram van lijn T, die ons naar het Molenpad bracht, waar we echt gingen dinee- rcn. Na het diner stopten we in de trom van lijn 10, die ons naar 't Centraalstation bracht, wpar we in den trein stapten en naar Zand- voort gingen. Wat was het daar heerlijk aan het strandl We mochten ook pootje baden in zee. Nu, of we dat deden I In een wip waren schoenen en kousen uitgetrokken en weldra plasten wo in het water. Wo liepen er in tot het water over de knieën reikte en wat worcrv de golven heerlijk, zooals ze tegen de beenen oproldeal Aan het strand was ook een tentje, waar wc nougatblokken en pepermunt kochten. In zee dreven ontelbare kwallen. We wierpen ook houtjes, zoo ver we konden in zee en deze werdén ons door de golven terug gebracht. Toen we eindelijk weer waren aangekleed, gingen we naar ccn Vokskoffiehuis, waar we limonade dronken. Dat frischte ons heerlijk op. Daarop gingen we naar het Station cn spoedig zaten wc in den trein. Onder het vertellen van vroolijke moppen, gingen we naar Amersfoort terug, waar wij wer den afgehaald door onzen Vader of Moeder. Na tuurlijk bedankte we den meester voor den prettigen dog. Want we hadden ccn heerlijk dagje gehad I BOBBIE. RAADSELS. De oplossingen van vorige week zijn I. voetbalspel; met de woorden v. hok, kleed, voetbal, mudrbloem, voetbal spel, theelepel, vuisten, koper, pen en 1. II Amandel; met de woorden a, mand, cn el. De prjjswinner deze week is: Appel- snoet. Komt hij Maandag even langs het Bu reau van het Dagblad? DE KAMPIOENEN. Bob, Tom Neveu, Goudenregen, Cecilia, Stormvogels, Draver, Boonestaak, Vuurtoren, Speurder, Bellefleur, Bruno, Edelweisz, Goud- baard, Appelsnoet, Monbretia. - NIEUWE RAADSELS. L Hier moeten gezocht worden 13 woorden; el kvan 4 letters; die moeten onder mekaar ge plaatst worden, zoodat de zigzaglijn een woord vormt, dot jullie een gezellig uurtje bezorgt. Hier volgt het figluur X X x X X - x X X X X - Op dc le rij staat een boekomslag. Op dc 2c rij staat een insect. Op ds 3c rij staat een lichaamsdeel. Op de 4e rij staat ccn gewicht. Op de 5e rij staaf een- kleverige vloeistof. Op de 6e rij staat wat niet recht is. Op dc 7e rij staat een bloem. Op de 8e rij slaat een zéér lichte stof. Op de 9e rij staat" ccn meisjesnaam. Op de 10c rij staat een deel van ieder huis- Op de He rij staat een jongensnocm. Op do 12c rij staat een viucht. Op do 13e rij staat een groot gebouw. (Ingez. door Speurder) II Hier volgt een kruisrcindsel X I X X X X x X X X X X X X X X X X Op dc le rij staet eer. medeklinker. Op dc 2c rij staat een metaalsoort. „Een beetje gee!, een tikje rood" De koningin der elven geeft een luist'rijk zomerfeest zooals er in het heeletland nog nooit een is geweest! De bloemenkind'ren wijd en zijd in veld en bosch verspreid, zijn uitgenoodigd lot 't festijn, het wordt een drukke tijdl Geen bloempje vindt zich mooi ge noeg dat 's zeker en gewis het stoof zoo veel, het was zoo warm, geen kleedje is meer^ frisch. Gelukkig is het elvenvolk, als altijd bij de hand; met een palet vol kleuren trekt het ijv'rig door het land. Een beetje geel, een tikje rood en hier een veegje blauw, zoo prijken al de bloemetjes in veld en bosch weer gauw Met kleuren frisch en tinten fijn ter eere van het feest en nooit nog is de zomertijd zoo heerlijk schoon geweest! HERMANNA'. Op de 3e rij staat het omgekeerde van niets. Op de 4e rij staat een plaatsje in Friesland. Op de 5c rij staat het gevraagde woord, dot een mooi plaatsje is in het Gooi. Op de 6e rij staat een plaatsje in de pro* vincie Utrecht. Op de 7e rij staat een voorwerp om bood schappen in te stoppen. Op de 8e rij staat een zéér veelvuldig ver voermiddel tegenwoordig. Op do 9e rij staat een medeklinker. (Ingez. door Vuurtoren.) VRAAGSTUKKEN. Do oplossing van het vraagstuk is: geld. Wat heeft in den beginne vierf later twee en eindelijk drie voeten Waar dreef de eerste boot? Welke schoentjes passen aan geen enkel kin dervoetje Welke steen noemt men in twee stemmen? Wat loopt door het land en beweegt zich tóch niet (Ingez. door Mol). RAADSELRIJMPJE. De oplossing vos een naald. WAT IS DAT Weer ten tik, weer een tik, Wat een dartel ding .ben ik I AI die tikken zijn mijn kansen, Q:n nóg harder te gaan dansen f Van mijn kleuren naast elkaar. Zie je 'n grijze streep nog maar. En een kuiltje in den grond, Wijst het plekje, waar ik stond I DIERENHOEKJE. Tante Riek vertelt ons, dat ze een dezer da- gén een bordje met pudding naast zich had staan, en waar een vlieg eens lekker van kwam smullen. Maar hoe grappig zoon diertje zich dan na het eten weer schoon maakt. Eerst gingen de voorpootjes over mekaar; dat duurde een tijdje. Daarna werd het derde pootje tus schen dé twee voorste genomen en maar vegen en er overheen. Toen ging de vlieg loopen, maar toen ontdekte zij, dat haar derde pootje nog plakte, want de schoonmaak begon weer! Toen scheen alles in orde te z~n en welgedaan vloog ze v/eg. En neefje had twee duiven en een jong. Op een middag zette hij het hokje open, en wou de groote wat laten rondvliegen. Maardie kwamen niet meer terug. Die vlogen naar hun vroegere thuis cn het arme jonkie stierf, on danks zijn goede zorgen, aen heimwee naar zijn ouders. Dus wanneer jullie ooit duiven hebt, die uit een ander thuis komen, houdt ze dan lang vast En ander neefje vertelde mij. det hij een hond had, die, toen er een poesje in hot huis gezin kwam, heel boos cn erg jaloersch was. Mner langzamerhand wer.de de l ond cr aar. cr: zefs werd hei zoo'n dikke vriencsch&p, act zt er allemaal schik in hadden. Opeens stierf het poesje cn teen was het zielig te zien, hoe de hond zijn speelmakkertje miste. Overal liep hij te zoeken en te janken, dus hoe dut veran deren kan, eerst woedend cn nu ticuren I RUILHOEKJE. Indertijd was er een neef, die mij vroeg van de Bloemenvelden „Monbretia". Ik heb het nu hier, dus wil nu degene, die dot vroeg, het even zeggen? OOM KAREL. Een Gevaarlijke Rit. „Ik zou het niet doen, jongeheu, als ik u was 1 Niemand anders dan de majoor kon Rufus baas. Die weet alleen met hem cm te gaan en Rufus merkt maar al fc goed. wien hij op zijn rug heeft. Denk aan uw moeder, jongeheer, en wees toch voorzich tig!'' Het mooie, bruine paard, Rufus, stond gezadeld en getoomd voor het huis, terwijl George, de tuinjongen, het vasthield. Dick, die daar juist rondliep, had zijn plan aangekondigd „het paard eens te probee- ren," en George trachtte hem hiervan af te brengen. Dit prikkelde Dick echter nog meer en met een koppige uitdrukking op zijn ge zicht sprong hij in het zadel. „Laat hem los!" riep hij uit. „Ik heb juist tijd genoeg om de laan op en neer te rij den, vóór Oom uit huis kómt. Laat hem los, zeg ik jel" „Nee jongeheer, dat kan ik niet doen," antwoordde George flink. „Het is mijn plicht, Rufus vast te houden, tot de majoor klaar is. En ik zal u niet helpen, 8ls u met alle geweld een ongeluk wilt krijgen," voegde hij er nog aan toe. „Laat los, zeg ik je!" brulde Dick bijno van drift. „Denk je soms, dat ie Sereen zoo'n lafaard is als jij?" George gaf echter niet toe. Dick was een verwende jongen en niet gewoon door wie dan ook in zijn plan nen gedwarsboomd te worden. En hij was zóó driftig, dot hij op het punt was, den an der met zijn stok te slaan, juist op het oogenblik, dat hij de forsche stem vsn zijn oom hoorde. Vlug liet hij zich van het paard gliiden, vóór deze het zeg. Een paar dagen later zag hij de kans schoon Rufus te bemachtigen, toen deze weer op zijn meester stond te wachten. Dick was een vrij goed ruiter, voor een Jongen van zijne leeftijd en hij dacht, dat als hij het vurige ros baas bleef hij niet alleen iets zou hebben om tegenover zijn schoolmakkers op te bluffen, maar zijn oom hem om zijn moed gaarne vergeven zou, dat hij op Rufus weggereden was. Nauwelijks varen zij echter in de laan, of Rufus begon allerlei zijsprongen to maken. Toch luisterde hij nog naar de hand, die hem bestuurde. Doch plotseling, toen hij de laan uit was en den langen, wit-schitteren- den weg vóór zich Z3|J,-besefte hij, welk een licht gewicht hij droeg cn hoe grappig het zijn zou, dit af te werpen en vrij te galop- peeren. Eerst stond hij op zijn voorbeenen en schopte achteruit. Daarna rende hij met Dick, die zich angstig aan hem vastklemde, den weg af en het dorp door, vervolgens het vrije veld in. Ongeduldig, dat zijn lichte last nog altijd in het zadel zat, ging hij op zijn achterbeenen staan en sloeg met zijn voorbeenen in de lucht. Dit was voor Dick de gevaarlijkste sprong, welken het dier ma ken kon, want als Rufus wat maar al tc goed mogelijk was hier achterover viel, zou hij Dick verpletteren. De jongen was nu doodelijk erschrikt cn wist niet meer, wat hij deed. Hij liet den teugel los en klemde zich in zijn angst aan de manen vast, zoodat zijn toestand nog gevaarlijker werd. Een vreeselijk ongeluk kon onmogelijk uitblijven en zou een eind maken aan Dick's dwaasheid, als er niet juist op dit oogenblik van den anderen kant een wa gen was aangekomen. Een jongen niemand anders dan George zat voorin en reed met een vrachtje naar huis, toen hij reeds vanuit de verte het gevaar zag, waarin Dick verkeer de. Zoodra hij dicht genoeg bij hem was, sprong hij van den wagen en holde naar het paard. Kalm en handig wist hij den los sen teugel te grijpen en Rufus tot bedaren te brengen. Dit alles ging vlugger dan het zich laat beschrijven, maar Dick leek het een eeuwig heid. Toen hij eindelijk weer veilig op den grond stond, .zag hij zoo wit als een laken en trilde hij zóó hevig op zijn beenen, dot hij nauwelijks staan kon. „George," zei hij met bevende stem, „als dat woeste dier je geschopt en een ongeluk bezorgd had, zou ik het mezelf nooit verge ven hebben. Wat een domoor ben ik toch geweest! Ben je niet meer boos om om laatst en wil je mij een hand 'geven CORRESPONDENTIE. Voor do nieuwelingen zet ik er nog eens bo ven, dot do briefjes in mijn bezit moeten zijn, uiterlijk Woensdagmorgen 9 uur; in do bus von het Amersfoortsch Dagblad; Achter dc Avnhcmsche Poortwal 2a. Op de briefjes moet staan „Aan Oom Karei." Boonestoak. Dat mag ook niet altijd oven makkelijk zijn! Wat ccn geweldig rnodscll Ik denk, dat daar wel hord op gewerkt wordL Jullie zoeken wel oltijd do voetbal; dat komt heel veel voor. 't Hoosje cn 't Muisje. Tweemaal bedan ken hoeft ook niet; jammer, dat jullie uitschei den; maar onbeleefd is dat hcclemaal niet, hoor I Vrijheid, blijheid I Cecilia. Het is maar goed, dat ik je hand schrift ken, want o, dom meisje; cr stond geen naam onder. Nog maar een paar keer. Heel veel plezier Zaterdog cn hartelijk geluk gc- wcnscht. Ik ben al uitgenoodigd dien dag, dus bedankt voor de invitatie I Bob. Ja, dot is ook erg gezellig. Dus doar bof ik nog een maand bij I Ja, daor woonde ik drie jaarhet is er prachtig, vooral de kant van dc boschjes en de zee. Wat zal dat een pret geven! Niet to lang praten, hoorl Bellefleur. Dot is geweldig leuk; ik zal het zeker gebruiken. Ik eet al een heeleboel korst jes en tooi, en heb zoodoende ook al een sta peltje. Waar zitten die bonnen toch in Ton Neveu. Heb je hem toen ook een aor- digen brief terug geschreven, want dat vind ik oen prestatie voor een vacantiebrief. Dat wordt zeker haasten I Mag je den no het eten nog wat lezen Vuurtoren. Waaraan zou ik dat gemerkt hebben? Misschien heel dom van me, maar ik heb zóóveel neven en nichten, dat ik gerust niet weet, wat jullie élk verzamelen. Het is héél erg de, moeite woord. Kooltje Vuur. Ik schrijf jou toch, al heb ik nog een heeleboel te doen cn ik zou nog een boel kunnen schrijven, moor moet toch eindigen, dus de omgekeerdo wereld. Nimf. Verleden Zondagmiddag heb ik heerlijk gefietst; het was zóó prachtig; vooral in de bosschcn van dc freek. Anderen vonden ze weer erg moeilijk grappig is dot 1 Zwartje. Dus jij hebt °r ook van genoten. Het was prachtig zeker. Vertelde Vader ook hoe het kwam, dat dc bladeren ccn andere kleur krijgen Bruintje. Dat zou me nu nog wel wat te vroeg zijn. hoor I Wat ccn moppig idee, van die opstellen. Komen dan alle ouders zoo'n avond kijken Nu manr goed sporen I Bruno. Wat een eenig leuke naam. Doe maar goed jc best en succes er me.» 1 Had je nog tijd deze week om long over dc raadsels tc denken Blumvc Distel. lk dacht, hoe heb ik het nou? Twee dezelfde briefjes. Ik zag het toen, hoe het kwam. Ja, erg leuk. Vond jc ze erg moeilijk Stormvogel. Wat is dal zielig; die ormc Vesto. Dat is ccn leuk idee van Moeder om ccn nieuw Miesje te nemen. Ik zal het de ande ren ook eens vertellen I Appclsnoet. Dot is ccn aardig voorval voor het hoekje, hoewel het voor jullr® long niet aardig was. Jammer, al die goede zorgen voor niets. Dus dat is leergeld geweest. Goudboard. Ik vind het altijd zoo lguk, dat jullie de verhalen zoo eerlijk deelt cn sumen alles schrijft. Had jij cr voel moeite mee? D* mecsten vonden ze moeilijk deze weck. Goudenregen. Dot zal je zusje wel fijn ge vonden hebben I Vooral met deze akelige, nat te kou is het heerlijk. Ovcrhcoren jullie me kaar wel eens Speurder. lk donk, dat de neefjes en de nichtjes ze vaak vertellen van kalenders of tijd schriften, maar mocht je ooit iets uit een an dere kinderkrant halen, dan moet liet cr bij stnan 1 Beertje. Goed, hoor I Schrijf maar eens een aardige. Zie maar eens bij dc oplossingenI In welke klas zit jij Edelweisz. Als je soms eens aardige hank- patroontjes wil hebben, moet je dot muar eens zeggen; heb jc dot spotwerk al gemaakt. Dat is hcusch eenig. Mol. Dat was maar een héél klein praatje. Zooveel te doen Ik moest lochen om dat poes'lig. Dot was Rule bedacht, hoor I Monbretio. Wat je gelijk hebt. Het zou afschuwelijk zijn, als je daar mee bleef zitten, moor dotz al wel nietDat geeft dus ccn hcelc gezelligheid Draver. Nee, dat boek ken ik niet, maar ik zal den naam onthouden; als ik don ook eens niet naar school mug, ga ik dat lezen. Wat ccn geweldige springert is datl Moet je ook niet wat thuis werken? Kampioen. Wat vreemd, want jullie waren toch hcusch dc eenigste, die dot niet hadden gevonden; dus het spijt me geweldig, maar nu is mijn korapiocnlijstje weer kleiner gewordcnl Gymnast. Heel hartelijk gelukgcwcnscht met je verjaardag. Schrijf je me eens, wat je gekregen hebt? Wat ccn reuze neef al. Tot vol- gendo week. Quonab. Misschien is die fut er uit, maai de rest des te beter. Een andere keer meer succes 1 Waarom zoo weinig tijd? LACHPAST1LLES. Het drukfoutcnduiveltjc heeft een schip op ccn blinde kip to pletter loten loopen I (Ton Neveu). BRUTAAL'. Moeder„Maar, Mina, nu heb je weer jc les niet gekend. Wat zal Vader nu wel zeggen, els hij thuis komt Mina „Is het eten nog niet klaar?" (Gymnast). TOCH NOG IETS GOEDS. Geloof jij, dat die kruiswoordpuzzle-manie nog iets goeds uitgericht heeft „Jawel, nu weten de menschcn tenminste het verschil tusschen horizontaal cn verticaal." (Boonestaak) Schaduwbeelden. door C. E. DE LILI.B HOGERWAARD, Als 't in de gang heel donker is, Dan doen wij „schaduwbeelden," Je dacht toch niet, dat w' ons in huis Eén oogenblik verveelden? Wij vragen Moeder om een kaars, Liefst één, die lang kan branden; En Jan en Wiesje toov'ren dan Vèt grappig met hun handen. Z:j zitten tusscher. kaars er. muur Jer. gaat zijn her,den vouwen. Je ziet zijn schaduw duid'litk en Een hond komt uit ziin mouwen. Aan d' and'ren kant zit Wiesje-zus. Zij maakt een duid'lijk gansje, Dat afsteekt tegen 't witte vlak Vol aandacht kijkt Poes Hansje. Wat doen die gToote kinders daar? Wat ziet hij toch bewegen? Ook Teddy-Beer kijkt heel verbaasd; Bob N'ikkèr wordt verlegen. Wi'; cnd're kind'ren zeggen nu: Het zijn maar schaduwbeelden Werdt jullie bang Wist je dan r.iet, Dat Jan en Wiesje speelden ■ÏAv W- Het gansje zal niet snaat'ren hoor Het hondje je niet bijten. Ze zijn niets anders dan da hond Van Jan en Wiesje Leytei*<

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 7