AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" O.L «25 BUITENLAND. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. De Hand met hel Litteeken. 24e Jaargang No. 95 NA D2 coVrW*^TIE VAN LCCARNO. DE BEWOORDINGEN VAN HET WESTELIJK PACT. Dè volledige tekst van het Westelijk poet laten Wij hiCtonder volgen: De president van het Duitsche rijk, Zijne Ma jesteit de Koning der Belgen, de president der Franschè republiek. Zijne Majesteit de koning van het Vereenigd Koninkrijk Groot-Brittan- hië eri Ierland en Van de ovsrzeesche Britsche gewesten, keizer van Indië, Zijne Majesteit de koning van Italië, verlangend te voldoen aan den WèffsCh nar veiligheid en bescherming, die de vol1" e- ziëlt, wélke geleden h^beri onder den A -.esel van den oorlcg van 19141918, rekening houdend met de opheffing der ver dragen, waarbij België onzijdig werd verklaard, en bewust van de noodzakelijkheid den vréde fe verzekeren ih de zone, die zoo dikwijls het tooneel der Europ"eséhe geschillen is geweest en evenzeer bezield met den oprechten wensch aan al dé belanghebbend" onderteekenénde' mogendheden aanvitlléndlè waarborgen te ge- vén binnen bet kader vsh het Volkenbonds pact en van de tusschen hen van'krocht zijnde verdragen, hebben besloten te dien einde een verdrag aati te gaan én hebben tot hun gevolmachtig den benoemd (volgen de namen) die, na hun in goéden en behoorlijken vorm erkende vol machten te hebben uitgewisseld, over de vol gende bepalingen tot overeenstemming zijn gekomen: Artikel 1. De hooge verdragsluitende partijen waarbor- gén elk voor zich en gezamenlijk, zoonis# in de navolgende artikelen bepaald is, de handhaving van den territorialen status quo. voortvloeien de uit de grenzen tusschen Diritschland en België en tusschen Diritschland en Frankrijk en de onschendbaarheid van genoemde grenzen, zooals deze bepaald zijn door het vredesver drag, dat op 98 Juni 1919 te Versailles is ón- derteekmd, èls™~dé d" naleving der bepaling van artikelen 42 en 43 van genoemd verdrag Betreffende de gedemilitariseerde zone. Artikel Duitschland en Belave en evenzeer Diritsch land en Frankrijk verbinden zich wederzijds van beid" kanten niet over te g'aah tot eenigen aanvr.l of inval en van beide kanten in geen ^Veval hun toevlucht te nemen tot den oorlog. Evenwel geldt deze bepaling niet, wanneer het gaat om: (I) Dh uitoefeing van het recht van wettige zelfverdediging, dat is te zeggen het zich ver zetten ted?n een schending der Verbintenis van voorgaande alinea, of teg^n een flagrante over treding vori de artikelen 42 of 43 van gezegd verdrag van VcrsaMles, wanneer een dergelijke overtreding een niet uitgelekte aanvalsdaad uitmaakt en wanneer, wegens het concentree- ren van troeoen jn de gedemilitariseerde zone, een onmiddellijk optreden noodig is. (3). Een actie, voortien in artikel 16 van het Volkenbondspact. (3) Een actie ingevolge een besluit, geno men door de Vergadering >>f door den Raad van den Volkenbond of bij toepassing vèn artikel 15, alinea 7 van het .pact van 'den Vol kenbond, op voorwanr<ie, dat in dit laatste ge val deze octie{ gericht-is tegen een staat, die het eerst tot een -aanval overging. Artikel 3. Met het oog op de verbintenissen, onder scheidenlijk door hen in ortikel 2 van dit ver drag aangegaan, nem°n Duitschlahd en België, en Duitschland en Frankrijk op .zich vreed zaam en op de volgende wijze olie kwesties, van welken aard ook, te regelen, die hen zou den verdeelen en langs den gewonen diplo- matieken weg niet kunnen worden opgelost. Alle kwesties, waaromtrent de partiien zich wederzijds een recht zouden kunnen betwisten, zullen onderwerpen worden aan rechters, naar wier uitspraak de partijen zich verplaatsen zich te schikken. Iedere andere kwestie zal aan een verzoe ningscommissie worden onderworpen en indien de door bedoelde commissie voorgestelde rege ling door beide partijen niet wordf aanvaard, zal de kwestie aanhangig gemaakt worden bij /den Raad van den Volkenbond, die in over eenstemming met artikel 15 van het pact van den Bond uitspraak zal doen. De modaliteiten voor deze methodps van vreedzame regeling maken het voorwerp uit van bizondere ovrreenkomrten, die eveneens heden worden onderteekend. Artikel 4. Wanneer een der hooge verdragsluitend? partüen meent, dat er een schending van arti kel 2 van dit verdrag of een overtreding der art-kelen 42 of 43 van het verdrag von Ver sailles is of wordt begaan, zal zij da kwestie terstond aan den Volkenbondsraad onderwer pen. Zocdra de Raad van den Volkenbond heeft vastgesteld, dot er een degelijke schending of overtreding is beBp»-"* zal hij daarvan onnvd- dellijk kennis "-even aan de mr"-endb«den. die dit verdrag hebben onderteek end en elke dezer verplicht zich in een dergelijk n-eval onverwijld haar hulp te verleenen aan de mogendheid, te^en wie de gewrardte bn"ed«Kng gericht is, In geval van flagrante schending van aitikel 2 van dit verdrag of van flagrante overtreding van de artikelen 42 of 43 van het vee drag van Versailles door een der hooge contrac- teerende partijen, verplicht iedere der andere verdragsluitende mogendheden zich van dan af onmiddellijk haar hulp te verleenen aan de partij, tegen wie een dergelijke schending of overtreding gericht is, zoodTo gezegde mo gendheid zal kunnen hebben vastgesteld, dot deze schending een niet geprovoceerde aan valsdaad uitmaakt en dat hetzij wegens het overtrekken der grens, hetzij wegens het ope nen der vijandelijkheden of het samentrekken van troepen in de gedemilitariseerde zone; een onmiddellijke actie noodzakelijk is Niettemin zal de Raad van den Volkenbond, bij wlen oveteenkomstig de eerste alinea van dit artikel een kwestie werd aanhangig gemaakt, den uitslag von zijn onderzoek doen kennen. De hoo-7e verdragsluitende partijen verplichten zich in een dergelijk geval te handelen overeen komstig het advies van den Rand, wanneer di' advies de algemeene stemmen, met uitsluiting van die der vertegenwoordigers der bij de vijandelijkheden betrokken partijen, op zich zouden hebben vercenigd. Artikel 5. Da btfpalimr van artikel 3 van dit verdrag wordt onder garantie der hooge verdragslui tende partijen geplaatst, gelijk hierondei wordt voorzien. Als een der in artikel 3 vermelde mogend heden weigert zich naar de methodes van min nelijke regeling re schikken, of een scheids rechterlijk of rechterlijk besluit uit te voeren en een schending van artikel 2 van dit verdrag of een overtreding van de artikelen 42 of 43 ven het verdrag van Versailles begaat", zullen de bepalingen von artikel 4 van dit verdrag van toepassing zijn. Mocht zonder een schending van artikel 2 van dit verdrag of een overtreding van de artikelen 42 en 43 van het verdrag van Ver sailles re begaan, een deT in artikel 3 vermel de mogendheden weigeren zich naar de metho des van vreedzame regeling te schikken, ol een scheidsrechterlijke of rechtelijke beslis sing uit te voeren, dan zal de wederpartij den Raad van den Vo'kcnbond verwittigen, die de te Treffen maatregelen zal voorstellen. De hooge verdrag-sluitende partijen zullen, vol gens deze voorstellen handelen. Artikel 6. De bepalingen van dit verdrag laten de rechten en verplichtingen vooi de hocge ver dragsluitende partijen, voortspruitend uit het verdrag van Versailles, alsook uit de aanvul lende overeenkomsten met inbegrip von die. welke geteekend zijn tc Londen op 30 Augus tus 1924, onaangetast Artikel 7. Dit verdrag, bestemd, om het behoud van1 den vi ede te verzekéren en in overeenstem ming met hét pact van den Volkenbond, mag piet werden uitgelegd als beperkende de zen ding van den' Bond, die bestaat in het nemen van maatregeffcn, welke von dien aard zijn. dat zij op doelmatige wijze den wereldvrede be schermen. Artikel 8. Het onderhavige' verdrag zal bij den Vol kenbond geregistreerd worden overeenkomstig het pact van den Bond. Het blijft geldig-, Tot dat op verzoek van een of meer der hooge verdragsluitende pèrtijen welk verzoek drie moanden te veten ban de andere pnderteeken- do mogendheden moet worden bekend ge maakt de Raad bij een meerderheid van ten minste twee derden der stemmen vaststelt, dat de Volkenbond oan de hoogo verdragslui tende partijen voldoende waarborgen verze kert en het verdrag zal alsdan door het ver strijken van een termijn van één jaar zijn kracht verliezen. Artikel 9. Dit verdrag legt geen verplichting op aan ocnig Britscb dominion, noch oan Indië, tenzij de regeering van dit dominion of van Indië verklaart^ dat zij deze verplichtingen aan neemt Artikel 10. H?t onderhavige verdrag zal worden be krachtigd en de bekrachtigingen zullen te Ge neve in het archief van een Volkenbond worden Gedeponeerd, zoodra zulks mogelijk zal zijn Het zal van krocht worden, zoodro alle be krachtigen zullen zijn gedeponeerd en Duitsch land zei zijn toegetreden tot den Volkenbond Dit verdrag, opgemaakt in een enkel exem plaar, zal worden gedeponeerd1 in het archiel van den Volkenbond cn den algemeencn secre taris zal worden verzocht aan ieder der ver dragsluitende partijen eensluidend verklaarde afschriften te overhendigen, ter bevestiging waarvan ,de bovengenoemde gevolmachtigden dit verdrag hebben onderteekend Gedaan tc Locamo op 16 October T925 (Volgen de parafen der onderteekenaars) HET ARBITRAGEVERDRAG TUSSCHEN BELGIË EN DUITSCHLAND. Dit scheidsrechterlijk verdrag besloot uit de volgende 21 artikelen. Artikel 1. Alle geschillen tusséhen Duitschland cn België, van welken oard zij ook mogen zijn, ten aanzien waarvan de partijen zich wederzijds een recht zouden betwisten cn die niet minnelijk geregeld kunnen worden door de gewone diplomatieke middelen, zullen voor urspraak onderworpen worden, hetzij aan een scheidsgerecht, hetzij aan het permanente Hof van Internationale Justitie in Den Haag Bo- venbedoeldë geschillen omvatten met name die, welke vermeld zijn in artikel 13 van het pact van den Volkenbond. Deze bepaling is niet toe passelijk op de geschillen, ontstaan uit feiten, die deze overeenkomst voorofgegaan zijn en die tot het verleden behooren. De geschiTen, voor welker oplossing een bizondere procedure voorzien is door andere overeenkomsten, die tusschen Duitschland en België van kracht zijh, zullen geregeld worden overeenkomstig de be palingen van deze overeenkomsten Artikel 2. Alvorens over te gaan tot eenige scheidsrechterlijke procedure of tot eenigs rechtsp'eging voor het Permanente Hof van In'ernationole Justitie, zal het geschil in gemeen overleg tusschen de partijen ter rege ling kunnen worden onderworpen aan een per manente internationale commissie, genaamd permonente verzoeningscommissie, samenge steld volgens deze overeenkomst. Artikel 3. Wonneer het een geschil be tref', dat volgens de binnenlondsche wetgeving von één der partijen behoort tot de bevoegd heid van de eigen rechtbanken dezer partijen, zal het geschil alleen aan de door deze over eenkomst voorziene procedure onderworpen worden, nadat het vonnis kracht van gewijsde zol verkregen hebben binnen een redelijken 'ijd door de bevoegde rechterlijke overheid van het land zelf. Artikel 4. De in artikel 2 voorziene per manente verzoeningscommissie zal bestaan uil vijf leden, die als volgt aangewezen zullen worden De Duitsche regeering en de Belgische regeering zullen elk één commissaris benoe men, gekozen uit haar respectieve onderdanen en zullen in gemeen overleg de drie andert commissarissen benoemen uit de onderdanen der overige mogendheden. Deze drie commis sarissen zullen van verschillende nationaliteit moeten zijn en één van hen zal door de Belgi sche en de Duitsche regeering tot voorzitter der commissie worden aangewezen De com missarissen worden benoemd voor drie jaar hun mandaat is hernieuwbaar. Zij zullen in functie blijven tot het tijdstip hunner vervon- ging'en in elk geval tot aan de voltooiing van de taak, waaraan zij bezig zijn op het oogen- blik van het verstrijken van htm mandaat Ei zal in den kortst mogelifken tijd voorzien worden in de plaatsen, die mochten openval len tengevolge van overlijden, entslag of elke andere verhindering, met inachineming van de voor de benoemingen vastgestelde bepalin gen. Artikel 5. De permanente verzoenings commissie zal samengesteld worden binnen de drie maanden, die volgen op het in werking treden dezer overeenkomst. Indien de benoe ming der in gemeen overleg aan te wijzen com missarbsen niet binnen genoemd tijdperk of ingeval von vervanging binnen de drie maan den, te rekenen van het openvallen von dezen zetel af, plaats heeft, zol aan den voorzitter van den Zwitserschen Bond bij gebreke van een andere regeling verzocht worden tot de noodige benoemingen over te gaan. Artikel 6 Een kwestie zal bij de verzoeningscommissie aanhangig gemaakt worden door middel van een verzoekschrift, tot den voorzitter gericht door beide partijen, handelend in gemeen over- .eg of bij gebreke daarvan door cén der par tijen. Het verzoekschrift zal na een korte uit eenzetting van het onderwerp van het geschil een wtncod'cring aan de commissie bevatten om alle maatregelen tc nemen, die geschikt ri;n om tot een verzoening te leiden. Indien het verzoekschrift uitgaat van een enkele eer por- tien, zal deze onverwijld nan de tegenpartij kennis van dit verzoekschrift geven. I Artikel 7. Binnen een tijdperk van 15 dagen, te rekenen ven den datum af, waarop de Duitsche of de Belgische regeering een geschil oon de ver zoeningscommissie zou onderworpen hebbenr ze' elke partij voor het onderzoek von dit ge schil haar commissaris mogen vervangen door een persoon, die in dezen een bizondere be voegdheid bezit. De partij, die von dit recht gebruik zou maken, zol daarvan onmiddellijk aan de andere partij kennis geven. Deze zal in dit geval het recht hebben insgelijks aldus re handelen binnen een tijdperk van 15 dagen, te rekenen van den datum af, waarop de ken nisgeving haar zal hebben bereikt Artikel 8. De verzoeningscommissie zal tot taak heb ben de geschillen op te lossen, ten dien einde Öoor onderzoek of eenig ander middel olie nut tige inlichtingen te verzamelen cn te trachten de partiien te verzoenen. Zij zol, na onder- r.c.ék der kwestie, aan de partijen de schikking mogen uiteenzetten, die hoor possend zou schijnen en aan dezen een termijn toestaan om zich uil te spreken. Wanneer de commissie haar werk geëindigd heeft, zol zij een proces- vcbnal opmaken, vaststellend of wel, dat de partijen een schikking aangenomen hebben cn in dat geval de voorwaarden dezer schikkin" of wel, dat de partijen niet konden verzoend worden. Het werk der commissie zal, tenzij de PGrtijen anders overeenkomen, moeten geëin digd zijn binnen zes maanden te rekenen van den dag af, waarop het geschil bij de com missie aanhangig werd gemaakt. 'Artikel 9. Behoudens een bizondere tegenovergestelde bepaling zal de verzoeningscommissie zelf haor procedure regelen, die in elk geval contradic toir zal moeten zijn. Inzake het onderzoek znl ds commissie, indien zij er bij eenparigheid 'tiet anders over beslist, zich gedragen naar de beschikkingen ven hodfdstuk III (internationale commissies voor onderzoek) der overeenkomst van 's-Grovenhoge van 18 Oct. 1907 voor de vreedzame regeling der in nationale geschil len. Artikel 10. De verzoeningscommissie znl vergaderen op de plaats, aangeduid door haar voorzitter, ten zij de partijen anders overeenkomen. Artikel TT. De werker, der-rsermonente verzoeningscom missie worden slelhts bekend gemaakt krach tens een besluit, genomen door de commissie met de instemming der partijen. Artikel 12. De partijen zullen bij de verzoeningscom missie vertegenwoordigd worden door agen ten, die tot taak hebben op te treden als be middelaars tusschen hen en de commissie. Zij zullen z'ch bovendien mogen doen bijstaan door raadslieden en experts door haor te dien einde benoemd en het verhoor mogen aan vragen van eiken persoon, wiens getuigenis hun nuttig schijnt. Harerzijds zal de commissie het recht hebben mandelingen uitleg te vragen sp- «e agenten, raadsleden en experts van beide partijen, alsook aan eiken persoon, dien zij nuttig zou -achten te hooren, met de toestem ming van de betrokken regeering. Artikel 13. Behoudens een tegenovergestelde beschikking cezer overeenkomst zullen de besluiten der verzoeningscommissie bij eenparigheid van s'emmen genomen worden Artikel 14. De Duitsche cn de Belgische regeering ver plichten zich, de werkzaamheden der verzoe ningscommissie te vergemakkelijken cn met name haor in zoo*ruime mate mogelijk oile nuttige documenten cn inlichtingen te verschaf ten, alsook de te hunner beschikking staande middelen te gebruiken om hoor toe tc loten op hun grondgebied cn volgens hun wetgeving over te gaan tot de dagvaarding cn hot ver hoor van getuigen of van experts cn tot hot zich begeven ter plaatse. Artikel 15. Gedurende do werkzaamheden der verzoe ningscommissie zol elk der commissarissen een verpoed'ng onf nngen. Het bedrog zal vastge steld worden in gemeen overleg tusschen de Duitsche cn de Belgische regeering, die er bei den een gelijk deel van zullen drogen. •Artikel 16. Als in de permonente verzoeningscommissie geen overeenstemming wordt bereikt, zol het geschil bij wijze von compromis onderworpen worden hetzij nnn het Hof van Internationale justitie, onder de voorwaarden en volgens de procedure, voorzien door zijn statuut, hetzij aan een scheidsgerecht onder de voorwaarden en volgens de procedure, voorzien door de overeenkomst van 's-Gravenhage van 18 Oc tober 1907 voor de vreedzame regeling der internationale geschillen. 'Bij gebrek aan over eenstemming tusschen de partiien betreffende het compromis en na een voorafgaande verwit tiging van een maand zal de ecne of de an dere partij het recht hebben het geschil recht streeks door middel van een orzoek«chrift voor het Permanente Hof van Internationale Justitie ie brengen. Artikel 17. Alle aangelegenheden, waarover de Duitsche icgeering en de Belgische regeering het niet eens zouden zijn, zonder deze in der nvnne door dc gewone diplomatieke middelen te kun nen oplossen, waarvan de oplossing niet zou lunncn verkregen worden door een vonnis, zooals voorzien is door artikel 1 dezer overeen komst en waarvoor een procedure van regeling niet reeds zou voorzien zijn door andere over eenkomsten tusschen de partijen, zullen onder worpen worden aan de permanente vcrzoen'ngs- commissic, dio ermoer belast zol zijn een aanne melijke oplossing oan de partijen voor tc stellen, en in alle gevallen een verslag uit te brengen. De procedure voorzien door de artikelen 6 tot 15 dezer overeenkomst, zal toegepast worden. Artikel 18. Wanneer binnen de mnond, die op het slui ten der werkzaamheden von de permanente verzoeningscommissie zal volgen, de twee par tijen niet tot overeenstemming zijn gekomen, zr\ do aangelegenheid op verzoek van de eenc of de andere partij gebracht worden voor den Raad van den Volkenbond, die overeenkomstig art 15 ven het Volkenbondspoct zal beslissen. A r t i k e 1 1 9. In alle gevallen en vooral indien de kwestie waaromtrent dc partijen ver deeld zijn, voortspruit uit handelingen, die reeds uitgevoerd zijn of op het punt zijn uit gevoerd te worden, zol de verzoeningscommis sie of, indien de kwestie niet bij haar aanhan gig was gemaakt, het scheidsgerecht of het Hof van Internationale Justi ie, uitspraak doen de overeenkomstig art. 41 van zijn statuut, in den kortst mogelijken termijn aangeven, welke voorloopige maatregelen moe'.en getroffen wor den. De Raad van den Volkenbond zal, wan neer de kwestie bij hem aanhangig gemaakt wordt, eveneens moeten zorgen voor passende voorloopige maatregelen. De Be'gische en dc Duitsche regeeringen gaan repectievelijk de verbintenis aan er naar te handelen, zich van eiken maatregel te onihouden, die een nodee- ligen terugslag zou kunnen hebben op de uit voering van het besluit of op de door de ver zoeningscommissie of door den Road van den Volkenbond voorgestelde schikkingen en over 't algemeen niets te doen, dat het geschil zou kunnen verergeren of uitbreiden. Artikel 20. Deze overeenkomst blijft toe passelijk tusschen België cn Duitschland, niet tegenstaande andere mogendheden ook een be lang in het geschil zouden hebben. Artikel 21. Deze overeenkomst rol be- kroch igd worden. De bekrachtigingen or van zullen gedeponeerd worden te Genpve bij den Volkenbond, terzelfdertijd als de bekrachtigin gen van het verdrag, gesloten op den datum van heden tusschen Duitschland, België, Frank- Men moet door verdriet gelouterd worden; ■de ziel erlangt geen diepte zonder dat er in gewoeld en gegraven wordt. Vosmaer. Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) Zij zuchtte diep en fluisteide „Oh mijn God, wat zal ik van avond voor u bidden I" En plotseling greep zij zijn hand en drukte.er haar zachte, vochtige irpsn op. H?t volgende oogenb'ik was zij heen, liep de hall uit en de trap op. Kolonel Scrape kon haar onder het. loopen hopren zingen. „VerVoekt I" zei hij met nadruk. Hij keek even naar den rug van zijn hand en veegde dien* toen aan zijn wambuis af. „Vervloekt zei hij neg eens weer^ Daarna riep hij luid om zijn ordonnans. HOOFDSTUK V. De Ramp. I. Hierna voelde Barbara zie., gelukkiger dan zij dit sedert veel dagen geo'aan had. Het denk beeld, dat zij dat afschuwelijke plan verhin derd had, gaf haar weer dtr^ gevoel voor on afhankelijkheid en persoon'ijkheid terug, dat haar scheen verlaien te hebben van het oogen- blik det zij de verraderlijke hand het raam kozijn van de herbee-g te Dnventry zag grij pen. Het was inderdaad zonderling, dot van <jat oogenb'ik af, Baibara zich bewust was ge- woiden van haar onmacht, haar zwakheio! als vrouw Mede'ijden en gevoel hadden haar hij die gelegenheid Tubal doen beschermen, dat wil zeggen, om niets aan de Squire te vertel len ovei den schurk, dien zij in o'e raam-ope- ning gezien had en die haar met een pistool gedreigd hadop dezelfde onverklaarbare wijze had zij weinig gezegd van oen man, dien zij de koets van den Koning te Fordcn Fie'ds had zien bestelen het was pas later, toen zij hoorde, wat een ellendig overlooper en ver rader Tubal werkelijk was, dat zij dien haat tegen hem was gaan koestelen, die au alle ancere gevoelens overheerschte. Zij verliet kolonel Scrape's tegenwoordig heid als een andere vrouw, en voor het eerst na vele weken en maanden liep zij, zingend els een jonge vogel, door het huis. Zij gebruikte haar middagmaal met een gezonden eetlus', en daarna liep zij zingende den tuin in. Zij zong uit blijdschap, omdat het een wanne dag was, en er lijsters op bet grasveld waren; om dat de roode anjers vol in bloei stonden en de Madonno-leiies in knop waren; omdat zij een specht tegen den ouden eikenboom hoorde kloppen; en omdat de menschen niet zoo slecht en onmenscheliik waren, als zij dat in den laat- s:en tijd gedacht had. In ieder geval zou Jlm met rust gelaten worthn* totdat hij voor z'ch zelf kon zorgen, en al de afschuwelijkheden, waarop Tubal zoo wreed gedoeld had, zouden dezen jarnchtigen zomerdag niet bederven. 'Ar me JimI wat een vreeselijk lot hed hij, zich vooT zijn leven te moeten verbergen, els een wild dier door bloeddorstige honden nagezet. Barbara had h vaag verlangen, op zijn treu rig gelaat een glimlach te zien verschijnen, als hij de goede tijding hoorde, dot hij voor het oogenblik veilig was. Die voge wensch nam vaster vormen aan, en paarde zich aan de ze kerheid, dat iemand hem moest gaan zeggen, dat hij zoo gauw mogelijk de buurt verlaten moest on vooral dot hij de nabijheid van Shutford vermijden moest, alsof het door pest bezocht was. En koe meer zij hierover nadacht, des te meer werd zij overtuigd, dot het haar plich' was- om te trachten Jim te vinden; alles om haar heen op dezen warmen middag midden In den zomer drong haar tot dezen plicht; de warme bedwelmende lucht, d# geur der rozen, de roep von lijster en merel alles scheen op dat zelfde onderwerp aan te dringen. Zij moest Jim gaan opzoeken, zeiden zijZij moest Jim gaan opzoeken cn hem zeggen weg Je gaan, en zij beloofden allen, haar te helpen, om hem te vinden. Ohl zij zou hem vinden, daar was zij niet bong voor. Zij had een plicht te'vervullen en God zou haar geleiden. Het was een plicht, en zij moest het doen zelfs ten kos te van een slag aan haar trots. Jim was den laatsien keer zoo kortaf tegen haor geweest, zij zou hoar humeur in bedwong moeten hou den en haor toorn verduwen, als hij zich koe! van naar afkeerde. Maar terwijl zij zoo met ziohzelf redeneerde, wist zij, dat zij trachten zou hem te vinden en wist zij ook, dat het haar gelukken zou. rit wist zelfs precies, waar zij hem zoeken zou en cp welk uur. Ging hij niet naar Shutford, en waren zijn uitverkoren bosschen niet op kor ten afstand van het huis? Zij ging zslfs zoo ver, dat zij Matthew zeide, haar paard Stella om zeven uur voor haar te zadelen; zij dacht, dat dit wel een geschikte tijd zou zijn, om Jim te vinden, d^ar Tubal iets van zonsonder gang gezegd had. Toen ging zij terug langs den kont van de gracht. De zon was nog zeer heet, en daar zij vermoeid was van de vele aandoeningen, dje haar hart in da laatste da gen verscheurd hadden, trok zij de oude boot van ndeT het bootenhuis uit, legde er wat kus sens in, en maakte ze vast onder den overhan genden wilgeboom. Door ae takken heen had zij /on hier een prachtig gezicht op het zuide lijke front von het kasteel- met twee breede torens, waar de hoofdtrappen zich in bevonden, en onder 'het dak van den westelijken toren, de gewichtige raadkamer, waarop de briefwis seling van den koning geborgen was. Droo- mend, peinzend, tusschen de kussens gevlijd, lag zij daar eenige uren, soms slaperig, soms lezend. Zij had een van haar lievelingsboeken medegenomen „The Fairy Qireene" door Spenser en in het begin las zij met ijver door, terwijl het zachte schommelen van de boot en de vrede en stilte roadom haar, haar in een soort van beschouwende extase brachten. Zij las verder* genoot van de zangerige verz*r\. de vreemde fantasie van het gedicht, totdot zij kwam aan den regel„Zoekend naar mijn ge liefde, ga fk van de eene plaats naar de an dere", waarop haar hard, die het boek vast hield, op haar schoot viel, en zij ging achter over in de kussens liggen, keek naar het door- schij*ende blauw boven haar, zooals het déor den wirwar van zachtgroene wilgeblaadjes heenscheen. „Zoekend naar mijn geliefde, ga ik van d eene plaats naar de ar.dere"* fluisterde zij een paar maal, en toen kreeg zij diep m-Ielijden met zich zelf en werd zeer somber. Wat een heerlijk gevoel moest het zijn rond te dolen b.v. in de bosschen midden in den zomer te zoeken naar den geliefde, met de zekerheid natuurlijk hem in het einde te zullen vinden.] Iemand te vinden, vriens armen zich zouden uitstrekken, wiens oogen zouden schitteren, wiens lippen vreugdekreten zouden slaken, als hij haar -zagl Mijn GodI wat een zaligheid! Maar een zaligheid, d.e zij, Barbara, nooit, nooit in haar leven zou ondervinden. Het groot ste geluk, dat de hemel een vrouw op deze aarde schenken kon, zou zij nooit kennen. Wat had zij gedaan, waarin had zij gezondigd* dat het onschatbare voorrecht von iedere Vroirw hoor ontzegd werd de liefde von een goed man? Het was wreed, zeer wreed. Jong, vurig, vol von leven en kracht om lief te hebben, was zij gebonden, onih r roep el ijk gebonden oon iemand, die niet de minste liefde voor haar koesterde. En ze nooit zou hébben. Hij toonde dot dien middag in de bosschen duidelijk ge noeg, toen zij tegen hem glimlachte en tcedcre woorden van vriendschap en medelijden sprak, en hij zoo kortaf zoo koud was, en haor te verstaan gaf ohl zoo onbormhortigl dat hij niets om haor gaf En zij was onherroepelijk gebonden. Zij kon zich niet langer vleien met het geloof, dat zij eenmaal vrij zou zijn, vrij om lief te hebben en weer te trouwen. De tijd was voortgegaan, de troebelen waren vermeer derd; als in dit ongelukkige land de vrede was teruggekeerd- zou zij waarschijnlijk te oud, en zeker te moede zijn, om het leven opnieuw te beginnen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5