BINNENLAND.
De Hand met het Litteeken.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
No. "300 9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 31 Oct. 1925
Opvoeding en Onderwijs.
Nieuwe wegen,
Inleiding.
Het valt me dikwijls op, dat maar zoo
weinig menschen zich rekenschap geven
van 'het feit, dat het nai levende geslacht of
liever de nu levende geslachten meer dan
ooit zich L:vihden op de grenzen van twee
werelden. Natuurlijk is dit altijd het geval,
er is altijd een verleden, heden en toe
komst, op het midden waarvan de mensch
zich bevindt. Ven een werkelijk „zijn'' is
dus nooit sprake, alleen van een eeuwig
worden, dat zich voltrekt in de drie fazen
van verleden, heden en toekomst. En als
zoodanig ziet de mensch voortdurend van
uit het verleden naar de toekomst, zich ver
beeldend zelf te staan in een heden Het
z-g.n. heden is opgebouwd uit de elementen
van het verleden en de toekomst kan min
of meer bepaald worden, daar ze bestaat
uit dat wat het heden vormt en uit wat in
het verleden reeds is ontstaan. Het verre
verte-den echter waast in een grijze sluier
weg, de verre toekomst is volmaakt donker,
behalve voor de weinige zieners, die zich
openbaarden en spraken in de heilige boe
ken der menschheid. Op de grens dier
beide nu heeft altijd de mensch. de één
bewust, de ander onbewust, de één met
een vurige belangstelling voor wat worden
gaat, de ander gekeerd in zichzelf en zijn
eigenbelangen, onverschillig voor de aie-
pere problemen van mensch, wereld en
God-, de één met een onleschbaren dorst
naar kennis en ware ontwikkeling, de ander
zi-ch vergenoegend met de dingen van alle
dag, tevreden met wat het leven hem
schonk of wat hij tijdelijk verkreeg aan
aardsChe goederen, aan rijkdom en macht.
De eerste wil leven, wil zijn levensboot zelf
sturen. De laatste laat zich leven. Zoo was
het altijd. En zoo bedoelde ik het niet. Wat
ik zeggen wilde is dit: wij leven op do
grenzen van twe-e cultuurperioden in de ge
schiedenis van het mensohelijke -as, en dót
is niét altijd het geval. Immers een ont
wikkelingstijdperk vraagt gewoonlijk lange,
lange eeuwen. Er is dan wel een voort
durend worden en vergaan, maar er is
voortzetting in gedachten. Zoo kan men
spreken van een Egyptisch, een Grieksch,
een Romeinsch en een Christelijk cutluur-
tijdperk, om er maar eenige te noemen. En
die alle kenmerkten zich door een bepaald
streven, door een bepaalde grondgedacMe.
Bij de Egyptenaren zou men de dorst naar
kennis als het beginsel kunnen beschou
wen, waarop hun cultuuT berustte. Daarom
aanbaden zij de zon Ammon Ra, die met
haar stralen al wat duister was verlichtte en
de waarheid bracht. Bij de Grieken was het
schoonheid, die hun heele leven^beheersch-
te, ail hun handelingen hepaalde en een
volmaaktheid bracht in kunstuitdrukking, in
't bizonder in de plastiek (bouw- en beeld
houwkunst en theater), zooals d-e «verold
nooit te voren zag. Bij de Romeinen vsas
het de zucht naar orde en wet, die hun
leven bepaalde. Sterker verstandelijk en
practischer dan de Griek, maakten ge
bruik van het gunstige oogenb'ik en zegen
de nood-zakelijkheid van samenwerking in.
Een groot rijk bouwden zij in betrekkelijk
korten tijd o-p en met hun groot organisatie
talent smeedden zij het hecht aaneen Zij
gaven wijze wetten als grondslag van den
Staat, waarnaar wij ons thans nog rich'en.
Maar al deze culturen hadden dit merk
waardige, dat zij den mensch als individu
niet telden. De gemeenschap wös alles, het
individu was geheel aan haar onderge
schikt. In de tijden van Egyptenaren, Assy-
riërs. Perzen, Grieken en Romeinen,
heerschte de krijgsman-koning net ijzeren
hand. Met zijn mededingers vocht hij om de
hegemonie, d'e alleenheerschappij. De massa
telde alleen als één der stukken op zijn
schaakbord. De slavernij was een onaange
vochten recht van dèn heerscher, van ieder,
die macht had. Het recht van den stoffelijk
sterkste, heersahte in el- zijn verschrikking.
Met de opkomst van het Christendom
zien wij een geheel andere strekking, een
geheel ander beginsel als basis van de
samenleving. Dan komt op de waarde van
het individu. De mensch gaat zich minder
voelen een deel ven het geheel dian wel een
op zichzelf staand geestelijk wezen, dat voor
zich het recht opeischt zijn eigen weg te
gaan, zijn ei-gen doel te bepalen, zijn eigen
zaligheid te bevechten; ieder zal, indivi
dueel, zijn kruis opnemen. Had de Christus
niet gezegd, dat ieder mensch volmaakt zcu
zijn, als de Vader in de Hemelen volmaakt
was? Die toon was niet voor het eerst ge
hoord in de geschiedenis der menschheid.
Zeshonderd jaar te voren had Boeddha
Gautama diezelfde blijde boodschap a-in de
Oostersche wereld gebracht. Daar geloofde
men aan de leer van reïnkerna-ie, dat wil
zeggen, daar wordt geleerd, dat de mensch
telkens terugkeert tot deze wereld, totdat,
wanneer alle hier te le-eren lessen geleerd
zijn, de wijze het Nirwana, d-e zaligheid
kan deelachtig worden, vanwaar hij niet
meer tot deze wereld behoeft terug te kee-
ren, tenzij hij dat w^nscht om de wereld te
dienen. Maar het Hindoeïsme leerde, dat
alleen de hoogere kasten dit einddoel kon
den bereiken. Voor de lagere kasten, de
Paria's, was een dergelijke heerlijkheid niet
weggelegd. De Boeddha echter sprak, dat
voor ieder die er werkelijk naar wilde stre
ven, ontkomen aan het „wiel van weder
geboorte" mogelijk was.
Zoo zou men kunnen zeggen-, dat de
grootste-wijze van het Oosten en d-e groot
ste van het Westen hetzelfde gewild heb
ben: de bewustwording in den menSch van
het feit, dat hij Gode draagt in zijn „binnen
kamer" en dat ieder het Koninkrijk dér
Hemelen kan beërven. Beiden hebben daar
mede ingeluid wat men in onze dagen ge
wend is het „individualisme" te noemen.
Dat is dan het streven, dat het individu
zich zelf in de eerste plaats ziet, dat het
zich los maakt van de massa, waarin het
was opgfrgaan en die massa tegenover zich
stelt. De Christen wendt zijn cogen naar
binnen en pe»lt de gTondelooze diepten van
eigen innerlijk, waaruit hij put de verze
kerdheid van zijn onsterfelijkheid. Zoo be
schouwd, wordt het begrijpelijk, dat het ju st
het Ghristendom was, dat een einde mankte
aan de slavernij. Met het besef van de vol
strekte waarde van het ;ndividu, móest de
slavernij verdwijnen. En wie nu de geschie
denis van Europa met dit beginsel voor
oogen beziet, kan waarnemen, dat in de
middeleeuwen de bewoners van Europa ge
leidelijk tot individualisme komen. Het ver
band dat de massa bond door de tijden heen
wordt steeds losser, tot de eerste groote
breuk komt in 1517 met het uitbreken van
de hervorming: het individu spreekt daar
voor het eerst met groote kracht, het e;scht
zijn vrijheid- Maar het zal er voor moeten
vechten en het vecht ervoor. Na de her
vorming is de splitsing niet meer te keeren.
In het Protestantisme protesteert tenslotte
ieder voor zioh. En de tend enz van d'en tijd
openbaart zioh hier wed het sterkst: het Pror
testantisme valt- 'uiteen in een oneindig
aantal sec ten, tot ieder individu zijn eigen
secte is, zijn eigen weg wil gaan. Zoo is
het in onze dagen, n-u het individualisme
ten top is gestegen en alle samenhang is
verdwenen of gaat verdwijnen. Maai dot is
tegelijkertijd het bewijs, dat het zoo niet
langer kan. We hebben de uiterste hoogte
van een slingerbeweging bereikt en dus zal
de slinger terug gaan. Wil dit zeggen: een
terugval, een terugkeer iot wat eens was?
M- i. niet. Wel kan het oude t enig-keer en,
maar dan op een hoogeren trap. In den
strijd is de mensch verdiept en verrijkt.' Hii
heeft durven schouwen in de afgronden der
menschelijke ziel en daar heeft hij ontwaa-^,
dat 'hij niet alleen staat. Wie God in eigen
innerlijk heeft gevonden, die heeft tegelij
kertijd ervaren, dat hij één is met de ge-
heele menschheid. Tegenover het individua
lisme der vorige eeuwen, dat steunde op het
verstand, komt de leuze van het humanis
me, van het neo-humanisme aks men wil,
waarin het gaat om een individualisme, dat
zich zelf te boven is gekomen, dat de broe
der ziet vóór zich zelf. Het h-egi-nt duidelijk
te worden, dat d'e mensch, behalve het in
dividualisme, van het Christendom iets
meer heeft begrepen, n.I. de noodzakelijk
heid van het offer, als uiting der hoogste
menschelijkheid- Wait dit alles met opvoe
ding en onderwijs te maken heeft zal de
volgende keeren wel blijken.
J. H. BOLT.
Dc Stantscourunt van hedun bevat o a. de
volgende Kon besluiten
met ingang van I December 1925 benoemd
bij het Wapen der Infanterie, to; commandant
van het Regiment Grcdaniers, de luitenant-
kolonel J. P. J Verbcrne, commandant van
het I5e regiment Infanterie, zulks onder eer
volle ontheffing uit zijn tegenwoordig com
mando.
voor het tijdvak van 1 November 1925 tot
I November 1926 is benoemd tot assistent
nnn de Londbouwhoogcschool te Wugcningcn
Ir. K. Bosma te Zuidhorn (G.) en Ir. K. dc
Haan te Wugeningcn
toegekend de zilveren eere-medaille dei
Oranje Nossau-oide aan J. Kommers persbaas
bij de firma Huysman en Lnnkhuyzen te Gecr-
truidenberg
op verzoek eervol ontslagen met dank mr
M. W. F. Treub en mr dr. A. van Donninck
uit hun functie van resp. lid en secretaris van
de Staatscommissie betreffende regeling der
financieele verhouding tusschen Rijk en Ge
meenten, en benoemd in genoemde commissie
tot leden mr. R. J. H. Petijn, oud-Tweede
Kamerlid te 's Gravenhoge; mr. dr. A van
Doorninck, thesaurier-generaal bij het Depar
tement van Financiën te 's Gravenhoge; mr.
S. J. L. van Aalten, Tweede Kamerlid tc Rot
terdam; mr. A. Jonker, directeur der Vereen,
van Ned. Gemeenten te 's Grovcnhage; H van
Boeijen, lid van Ged. Staten van Zuid-Hol
land te Voorburg; J A H. Stcinweg, burge
meester van Ambt- en Stad Delden; tot secre
taris mr. A. C. Josephus Jitta, secretaris van
den Hoogen Raad van Arbeid te 's Gravenha-
ge; tot adjunct-secrcloris mr. A. J. N M.
Struycken, advocaat en procureur te 's Gra
venhoge.
TWEEDE KAMER.
Dc agenda voor de 5 Novem
ber beginnende zitting.
In de legen Donderdug 5 November e s., te
één uur, bijeen geroepen vergadering van de
Tweede Komei zal de voorzitter voorste'lcn,
een aanvang te maken met de algemeene be
schouwingen over de Staatsbegrooting, voor
1926 cn hoofdstuk I dier begrooting, indien
daarover eindverslag is uitgebracht.
Voorts zal de voorzitter voorstellen, aan de
orde te stellen tegen Vrijdag 6 Nov. bij den
aanvang der vergadering de wetsontwerpen
Onteigening ten behoeve van omlegging van
den Rijksweg Utrechtde Grebbe onder Ame-
tongen en Leersum
onteigening ten behoeve van uitbreiding van
het stationsemp'ocement Valkenburg
onteigening ten behoeve van verlenging van
de wisselplaats van den tramweg Zeist-Rhcnen
ten N.W. van den Staatsspoorweg Utrecht
Arnhem nabij station Driebergen
onteigening van eigendommen, erfdienstbaar
heden of andere zakelijke rechten, noodig voor
cn ten behoeve van den aanleg van een straat
ten verkrijging van een rechtstreeksche verbin
ding van de Hoogc Bothofstraat naar dc Olden-
zaalsche straat te Enschede
wijziging van de grenzen tusschen dc ge
meenten Serooskerke (W.) cn Vrouwenpolder;
wijziging van de grenzen der gemeenten
Rotterdam en Schiedam
onteigening van eigendommen, erfdienstbaar
heden of andere zakelijke rechten, noodig voor
cn ten behoeve van het tpt stand brengen van
verkeersverbetcringen te land cn tc water aan
het einde van den Overtoom, op het daarbij
aansluitende gedeelte van den Amstelvccnschen
weg aan het einde van den Schinkel te Am
sterdam
verhooging van de begrooting van inkomsten
en uitgaven van het Staatsbedrijf der Algem.
Landsdrukkerij voor 1925 (verschillende on
derwerpen).
Voorts verschillende conclusiën van versla
gen van commission, o.m. de conclusie van het
verslag der commissie omtrent de inlichtingen
op het adres van dc Coöperatieve Veevoeder
fabriek Zeeland en West-Brabant, te Goes,
houdende verzoek om schadeloosstelling in ver
band met een door die fabriek met den Rcgce-
ringsadviscur voor veevocdcrbcrciding gesloten
contract.
DE BEGROOTING VAN FINANCIËN.
Voorloopig Verslag.
•Aan iv»t voorloopig verslag der Tweede Ka
mer over Hoofdstuk VII B der Staatsbegroo
ting 1926 is het volgende ontleend
Inkomstenbelasting. Men meende te weten,
dnt een zeer belangrijk ó?el van het# totaal
belastbaar inkomen nog altijd niet in den aan
slag be-rrepen is, en dat ook nog een niet on
aanzienlijk deel ven de aanslagen onbetaald
zijn.
Gaarne zou men het oordeel van den minis
ter verrennen, over de instelling van een
staatscommissie, welke de werking van de wet
op inkomstenbelasting in deze oprichten
rou hebben r.n to gaan. Somrpi<?e leden
wenscHten in bet bijzonder te worden inge
licht over den stard d^r invordering tc -Am
sterdam, Den Huug cn Utrecht.
Volgens de door de bestu cn dier gemeen
ten gepubliceerd»? cijfers moet rond een zesdo
deel van het totaal der gezamenlijke aansla
gen als oninbaar worden afgeschreven.
Gevraagd werd, hoe de minister denkt over
een ophaaldienst voor de inkomstenbelasting,
;r het bijzondei voor kleine bedrogen, waarin
dan de incassokosten op den belastingschuldige
zouden worden verhaald
Personcele bclosting. Men zou gaarne het
oordeel van het nieuw opgetreden kabinet ver
nemen in zake^de sinds jaren aan de ord? zijn
de kwestie van een herziening van de wet °P
óe personeelc belasting, waarbij winkel- en
koffiehuizen zouden worden 'gelijkgesteld met
werkp'oatsen.
Grondbelasting. Gevraagd werd noor bet
sfanrlount van het kabinet in zake d<* gron
belasting. Het onder het vorige kubinet in
'-ehandeling geweest ziir.de wetsontwerp, strek
kende deze belasting in den vervolge naar dc
merkelijke waarde te doen heffen, werd dooi
de regeering ingetrokken. Echter achtten de
'eden, hier aan het woord, het belasten naar
de werkelijke waarde oonzienlijk beter don dc
•r-Tenwoordige regeling.
Accijns op het Gedistilleerd. Men wees op
d»> steeds teruggaande opbrengst van den ac-
ijns, en gaf als zijn meening te kennen, dot
irdicn niet toi verlaging van den accijns woid:
overgegaan, de opbrengst steeds minder zal
worden, ten gevolge van het toenemen van de
troude,
Gnarne zou men op cl"» hoogte worden be
steld van 's ministers standpunt ten aanzien
van de resultaten van het onderzoek van dc
staatscommissie in zake de gedistilleei^-prc-
Juctie.
Rijwielbclosting. Verscheidene leden dron
gen aan op opheffing van deze zoo impopu
laire belas-ring. Nu de middelen ruimer vloeien,
behoeft niet tot 1930 met de afschaffing tc
worden gewacht In elk geval wordt het hui-
Ji<7e bedrag van f 3.— te hoog geacht.
Ook werd gevraagd of dc Minisiei* bereid
:s te bevorderen, dat in den vervolge een mil
dere toepassing plaats vind van de bepaling
o»rpffpnde de vrijstelling van deze belasting
Tabaksbelasting. Gevraagd werd, hoe het
s'aAt mo de werkzaamheden der commissie
in zake de heffing der tabaksbelasting.
Fusie van de Directe Belastingen cn de Re
gistratie. Moet zoo vroeg men uit de
mededeeling von den Minister, dat bet in de
bedoeling ligt de functie van hoofd-directeui
der registratie enz. te verecnipen met die.van
hoofddirecteur der directe belastingen enz.
orden opgemaakt, dat de regeering voorne
mens is, een fusie tusschen de twee dienstvak
ken tot stand te brengen Zoo ja, tegen wan
neer moet uitvoering van dit voornemen wor
den tegemoet gezien.
Sommige leden hadden vernomen, dat bij
wijze van proef, te -Amsterdam, een der denk
beelden var. de commissie-Beumer de ont
heffing van de ontvangers der registratie van
het geldelijk beheer in toepassing wordt ge
bracht. Zou het vroegen ze niet gc-
wenscht zijn den uitslag van deze proef af
te wachten, alvorens c^nip besluit in zake dc
reorganisatie der dienstvakken te ncmery
Opheffing van do bctaalmcesterskar oren.
Gcvroogd werd of ecn:gc garantie kan worden
verstrekt, dat nn opheffing van de betanlmces-
terskantoren niet te eenigcr tijd een stagnatie
de betalingen zal intreden.
Werkwijze van den Pensioenraad. Door vele
leden werd zeer ernstig geklaagd over de bij
zonder langzame wijz.A, waarop door den Pen
sioenraad wordt gewerkt. Men noemde als
voorbeeld een bezwaarschrift, in Februari in
gediend. waarop in October nog. geen beschik
king was genomen. Menig gepensionneerde is
gcsiorven voordat zijn pensioen behoorlijk ge
regeld was'.
Inkomsten uit reclame. Bedenking werd geuit
tegen de wijze, waarop tegenwoordig ten bate
van de schatkist voordeden worden getrok
ken uit het maken van reclame. Dit geschiedt
volgens de bier aan het woord zijnde leden,
veelal op een wijze, den Staat onwo dig. Ook
had men bezwaar tegen het oprichten vnn
ontsierende winkeltjes en kiosken in nieuw©
Rijksgebouwen.
Dienst van «le Directe Belastingen, enz. Ver
scheidene leden hadden een indruk gekregen,
dnt dc leiding van de afdeeling personeel ten
deporlemente niet steeds in voldoende mate
doordrongen is van den ernst van de taak, wel
ke zij te vervullen v.eeft. Door allerlei mont-
rcgclen aldus deze leden schijnt dc zoo
noodigc toc'- ijding van het pcnonccl manr
al te vaak op een zware proef tc worden ge
steld. Voorts werd de aaadacht gevestigd op
d? juiste salarieering van de tot het dienstvak
behoorende nmbtcraren.
S.antsloterij. Aangedrongen werd weder op
onmiddellijke algeheelö afschaffing van d©
Staatsloterij, terwijl anderzijds voor het be
houd dier instelling werd gepleit.
Financieele verhouding tussc'»cn Kerk cn
Stunt. Gevraagd werd of de onderhandelingen
met de kerken dienaangaande weder zijn op
gevat, en zoo ja, welk resultaat die dan tot
heden hebben opgeleverd. Enkele leden echt
ten het gewcnscht, dat voor predikanten de
zelfde pcnsioensbcpalingcn ia het leven zullen
worden geroepen, als voor ambtenoren bestaan.
Het Rijksinkoopburcuu. Sommige leden go-
ven als hun oordeel te kennen, dat het Rijks-
nkoopburcou even duur werkt als particulie
ren. Anderen trokken dit echter in twijf 1.
DE WERVERSCHAFFING IN DRENTE.
VrOgen vnn het Kamerlid Scha
per om rent dc arbeidsvoor
waarden.
I r Schopcr heeft tot den Minister von
Binnen Zoken en Landbouw de volgende vra
gen gericht
Io. Is de Minister bereid mede te d?clen of,
en in welken vorm, de regeering hoor steun
verleent aan de onderneming Eerste Drcnt-
schc Kleedingindustrie, welke onderneming in
de provincie Drenie klecding óoct vervaordigen
als werkverschaffing
2o. Zoo jo, is de Minister don overtuigd,
dat de duorbij betaalde loonen en overige ar
beidsvoorwaarden oon redelijke eischen vol
doen, zoodot geen stelsel wordt gehuldigd,
woordoor de toch al niet gunstige arbeidsvoor
waarden der confecticwcrkers in den londe nog
meer in verdrukking komen, dc Drentsche
werksters onevenredig laag worden bezoldigd
nlzoo dc op zichzelf nuttige werkverschaf
fing wordt een wcrkverolnntsing ten nadeel©
van dc arbeiders en arbeidsters in dit bedrijf
3o. Zou dc M'nister het doorheen willen
leiden, dat, omtrent het te volgen toonstelsel in
Drente, in overleg worde getreden met dc be
trokken vakbonden
HET GEWESTELIJK PLAN
Dc annexatie von kleine gemeen
ten verwerpelijk.
Naar aanleiding van hot congres over „Het
Gewestelijk Plan", op 31 October a.s. te Am
sterdam tc houden, ontvangen wij een schrij
ven van den Bond van Anli-onnexotie comités
waarin er op wordi gewezen, dat hoe meer do
gemeentelijke werkzaamheid is toegenomen,
hoe dringender allerlei maatschappelijke be
hoeften om voorziening door de gemeente ko
men vragen, hoe uitgebreider de tank van het
gemeentebestuur is geworden op gebieden cn
terreinen, waar ïan bij het ontwerpen der Ge
meentewet nooit gedacht is, cn daardoor heb-
Slechts de kracht van ons plichtsbesef kan
ons er toe brengen tevreden te ziin met ons
lot. Jules Simon.
Hit het Engelsch van Baronesse ORCZY.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
4 5
Haar stem bleef vast tot het laatste. Toen
zij uitgesproken had, sloot zij haar oogen als
om de wereld buiten te sluiten, en wachtte op
zijn kus. Zijn twee handen logen als vuur
tegen haar wangen zij voelde, dat zijn hart en
ziel en zinnen om haar riepen, en die volko
men overgave van haar wisten, die zij zco be
reid was te gevenen toen zij eindelijk zijn
lippen ,op dc hare voelde, viel haar heerlijk
lichaam in zijn armen als een statige lelie, die
door de zonnehitte verbrand is.
HOOFDSTUK IX,
I. De hand met het lilt ken.
Slechts enkele oogenblikken waren voorbij
gegaan voor hen leek het een eeuwigheid.
Toen klopte de buitenwereld tegen de poor'.en
van hun paradijs. Er was drukte buiten, ge
luid van stemmen, gekletter van paardenhoe
ven op den grond, de kreet van een vrouw,
een paar vloeken. Barbara, wier eenige ge
dachte Jim en Jim's veligheid was, smoorde
een uitroep van schrik, en maakte zich bijna
ruw uit zijne armen los.
„Het is kolonel Scrape!" stamelde zij. „Kom
Jim hij moet u niet vinden
Hij beloofde mij maar maar ik
vertrouw hem niet Ik vertrouw niemand
Kom JLm Zij nam zijn hand en trachtte
hem in de andere kamer te trekken, die de keu
ken van Mudge was en een achterdeur had, die
in het bosch uitkwam. Hier in dit vertrek tus
schen de kamei en de keuken waren zij inge
sloten de eenige deur, die dodelijk buiten
uitkwam, was recht over den weg, waar man
nen hadden, stilgehc .iden, soldaten waren al
afgestegen, die stonden te praten, luid te proten,
en om den smid riepen. Een oogenblik onder
scheidde Barbara duidelijk den klank van de
stem van kolonel Scrape, die Jim's naam noem
de.
„Jim" fluisterde zij, „ge kunt gemakkelijk het
bosch bereiken. Zij willen u eigenlijk niet heb
ben het is om Tubal Longshonkes te doen."
„Tuba1?" vroeg Jim droorrerig. Hij scheen
nu te droomen, niet gehoord te hebben, wat
er buiten gebeurde, en*was alleen bewust van
een overheerschcnd verlongen, om hoar nog
wat langer bij hem te doen blijven
„Ja, Tubal Longshonkes," antwoordde zij met
aandrang ..Hij is de laagste verrader op Gods
aardbodem. Van ochtend onderhandelde hij
met kolonel Scrape om het geheim van utv
schuilplaats te verkoopen. Ik hoorde hem;
daarom kwam ik u waarschuwen, Jim. Hij zei-
de, dat ge beloofd hodt naar Shutford te gaan,
om zijn moeder te bezoeken, die ziek was?"
„Öh, bij Godf jo," riep Jim op vreemden
toon ui'. „Dat had ik vergeten. Maar het is niet
te laat" voegde hij er bij en reikte naar zijn
hoed.
„Ge zijt krankzinnig Jim," viel Barbara on
geduldig in. „Kolonel Scrape is een dweper.
Hij zou u zelfs nu willen hebben als hij kon
I of als het zijn mannen niet gelukte Tubal te
vinden."
Jim fronste het voorhoofd. „Tubal?" vroeg
hij weer. „Waarom zouden zij Tubal willen heb
ben?"
„Omdat hij het uitschot van het menschdom
is," antwoordde zij kortaf „Von ochtend be
weerde hij onze zaak te dienen door het aan
bod, om u aan kolonelScrape te ver
koopen van middag stol hij met gevaar von
zijn leven de brieven van den Koning uit de
raadkamer in het kasteel Broughton Maar
als onze soldaten'hem van nacht vinden, wordt
hij zonder vorm van proces opgehangen,"
voegde zij er bijna wreed bij, wont de liefde
had haar tot een oervrouw gemaakt, cn er leef
de inderdaad geen mensch. dien zij meer hoatte
en verafschuwde dan Tubal Longshankes, d'"e
het plan had gemaakt, om Jim naar zijn dood
te voeren. „Kolonel Scrape zv/cer mij, dat hij
hem zou loten ophangen, voordat de dag om
was
Maar voordat zij nog een woord meer zeggen
kon, viel Jim hord in
„Wie zeide, dat Tubal Longshankes de brie
ven van den Koning gestolen had
„Ik zog hem", antwoordde zij
„Gij zaagt hem Hoe Wanener
„Vanmiddag. Ik zat in de boot. Onder den
wilgeboom. Ge weet dc plek. Jim, waar
„Ja ja Maar wat hebt ge gezien
„Een man, die zestig voet boven den grond
aan een touw buiten het raam van de raad
kamer hing. Tien minuten later woren kapitein
Lovell en ik in de kamer, het kistje van den
Koning was opengebroken en de brieven wa
ren verdwenen."
„Moar wat deed u vermoeden, dat het Tu
bal was
Ik had hem in de „Korenschoof" in Daven-
try gezien, toen hij den krijgsraad van den
Koning bespionneerde."
„Oh, God in den hemel I" riep Jim uit.
„En toen weer nu dien vreeselijken tijd in
Farndon Fields. Hij trachtte toen het kistje te
stelen. Maar ik schoot op hem I"
„Maar hoe wist ge het drong hij aan, cn
zij kon nauwelijks zijn stem herkennen, zoo
scherp cn hard klonk die. „Hoe wist ge dot
het Tuba! was in Daventryen bij Farndon
Tleids.
„Ik kende hem aan het litteeken op zijn hand.
Dino beet hem op den morgen van onzen
trouwdag, cn ik had het litteeken herhaalde
lijk gezien. Het was op den rug van zijn lin
kerhand het geleek veel op dot van u
en en
De woorden verstikten in haar keel zij leg
de haar hand op den mond, om den kreet van
afschuw te weerhouden, die haar bijna cp de
lippen was gekomen.
„Jim, fluisterde zij heesch. „Jim I Wat is
het Jim spreek ontken het I Ontken
het I Gij waart het niet I Mijn God, zeg, dat
gij het niet waart 1"
Haar oogen werden een oogenblik wijd van
ondraaglijken angst, terwijl voor hoor verrees
het sombere beeld van die linkerhand op het
raamkozijn te Daventry en uitgestrekt liggend
in den modder van Farndon Fields. De hond
van Jim I Hoor hoofd werd duizelig; de don
kere kleine kamer begon voor haar oogen- te
draaien. Toen vielen zij dicht, en vaagden het
visioen weg van die gedaante, die zestig voet
boven den grond aan een touw hing en van
het kistje van den Koning, dot van zijn in
houd beroofd was. Spoedig bracht een tocht
van zuivere buitenlucht haar weer tot volle
bewustzijn terug eerst de lucht en toen het
dichtvallen van een deur. Zij opende de oogen
en keek om zich heen. Jim was weg.
Zij hoorde zijn stem buiten, vlak bij de deur,
en dc stem van den smid, die wanhopig smce-
kend klonk.
„Loat ze gaan jonker Jim. Om Godswil, laat
ze gaan I Zij zoeken dien schurk Tubal Long
shankes. Maar als zij u zagen I"
Barbara was reeds bij de deur. Zij kwam
juist bij tijds, om te zien, dat Jim zich losrukt©
uit de handen van den smid, en toen vlug den
weg opging, waar een groep van ruiters stil
hield, blijkbaar om te spreken met andere sol
daten, die te voet gekomen waren. Zij durfde
hem niet bij zijn naam roepen; zij durfde zijn
naam niet noemen, met die mannen, die zijn
vijanden waren, vlok bij. Wat zij van plan was
te doen, of kon doen, wist zij eigenlijk niet,
maar zij wilde naar hern toegoon. Het volgend©
oogenblik hoorde zij op ccn afstand de stem
van kolonel Scrape roepen
„Hallo I Win is dat?"
En Jim s antwoord „James Ficnnes, kolo
nel."
In de stilte en duisternis van den nacht klon
ken de stemmen volkomen helder cn duidelijk.
„Vervloekte dwaas," zei de kolonel, „Zijt ge
zoo verlangend om uw hoofd in een strik te
hebben Dank je gesternte, man, dat wij u
van avond niet zoeken."
„Ge zoekt Tubal Longshankes," zei Jim.
„Ja I Dien schelm
„Om dat ge denkt, dot hij de brieven van
den Koning stal
„Nu? vroeg de kolonel spottend, „Deed hij
dot misschien niet
„Neen," antwoordde Jim. „Ik deed het."
„Do duivel —I" kwam onwillekeurig over koi
loncl Scrape's lippen.
(Wordt vervolgd) 1