BINNENLAND. De Hand met het Litteeken. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. No. "300 9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 31 Oct. 1925 Opvoeding en Onderwijs. Nieuwe wegen, Inleiding. Het valt me dikwijls op, dat maar zoo weinig menschen zich rekenschap geven van 'het feit, dat het nai levende geslacht of liever de nu levende geslachten meer dan ooit zich L:vihden op de grenzen van twee werelden. Natuurlijk is dit altijd het geval, er is altijd een verleden, heden en toe komst, op het midden waarvan de mensch zich bevindt. Ven een werkelijk „zijn'' is dus nooit sprake, alleen van een eeuwig worden, dat zich voltrekt in de drie fazen van verleden, heden en toekomst. En als zoodanig ziet de mensch voortdurend van uit het verleden naar de toekomst, zich ver beeldend zelf te staan in een heden Het z-g.n. heden is opgebouwd uit de elementen van het verleden en de toekomst kan min of meer bepaald worden, daar ze bestaat uit dat wat het heden vormt en uit wat in het verleden reeds is ontstaan. Het verre verte-den echter waast in een grijze sluier weg, de verre toekomst is volmaakt donker, behalve voor de weinige zieners, die zich openbaarden en spraken in de heilige boe ken der menschheid. Op de grens dier beide nu heeft altijd de mensch. de één bewust, de ander onbewust, de één met een vurige belangstelling voor wat worden gaat, de ander gekeerd in zichzelf en zijn eigenbelangen, onverschillig voor de aie- pere problemen van mensch, wereld en God-, de één met een onleschbaren dorst naar kennis en ware ontwikkeling, de ander zi-ch vergenoegend met de dingen van alle dag, tevreden met wat het leven hem schonk of wat hij tijdelijk verkreeg aan aardsChe goederen, aan rijkdom en macht. De eerste wil leven, wil zijn levensboot zelf sturen. De laatste laat zich leven. Zoo was het altijd. En zoo bedoelde ik het niet. Wat ik zeggen wilde is dit: wij leven op do grenzen van twe-e cultuurperioden in de ge schiedenis van het mensohelijke -as, en dót is niét altijd het geval. Immers een ont wikkelingstijdperk vraagt gewoonlijk lange, lange eeuwen. Er is dan wel een voort durend worden en vergaan, maar er is voortzetting in gedachten. Zoo kan men spreken van een Egyptisch, een Grieksch, een Romeinsch en een Christelijk cutluur- tijdperk, om er maar eenige te noemen. En die alle kenmerkten zich door een bepaald streven, door een bepaalde grondgedacMe. Bij de Egyptenaren zou men de dorst naar kennis als het beginsel kunnen beschou wen, waarop hun cultuuT berustte. Daarom aanbaden zij de zon Ammon Ra, die met haar stralen al wat duister was verlichtte en de waarheid bracht. Bij de Grieken was het schoonheid, die hun heele leven^beheersch- te, ail hun handelingen hepaalde en een volmaaktheid bracht in kunstuitdrukking, in 't bizonder in de plastiek (bouw- en beeld houwkunst en theater), zooals d-e «verold nooit te voren zag. Bij de Romeinen vsas het de zucht naar orde en wet, die hun leven bepaalde. Sterker verstandelijk en practischer dan de Griek, maakten ge bruik van het gunstige oogenb'ik en zegen de nood-zakelijkheid van samenwerking in. Een groot rijk bouwden zij in betrekkelijk korten tijd o-p en met hun groot organisatie talent smeedden zij het hecht aaneen Zij gaven wijze wetten als grondslag van den Staat, waarnaar wij ons thans nog rich'en. Maar al deze culturen hadden dit merk waardige, dat zij den mensch als individu niet telden. De gemeenschap wös alles, het individu was geheel aan haar onderge schikt. In de tijden van Egyptenaren, Assy- riërs. Perzen, Grieken en Romeinen, heerschte de krijgsman-koning net ijzeren hand. Met zijn mededingers vocht hij om de hegemonie, d'e alleenheerschappij. De massa telde alleen als één der stukken op zijn schaakbord. De slavernij was een onaange vochten recht van dèn heerscher, van ieder, die macht had. Het recht van den stoffelijk sterkste, heersahte in el- zijn verschrikking. Met de opkomst van het Christendom zien wij een geheel andere strekking, een geheel ander beginsel als basis van de samenleving. Dan komt op de waarde van het individu. De mensch gaat zich minder voelen een deel ven het geheel dian wel een op zichzelf staand geestelijk wezen, dat voor zich het recht opeischt zijn eigen weg te gaan, zijn ei-gen doel te bepalen, zijn eigen zaligheid te bevechten; ieder zal, indivi dueel, zijn kruis opnemen. Had de Christus niet gezegd, dat ieder mensch volmaakt zcu zijn, als de Vader in de Hemelen volmaakt was? Die toon was niet voor het eerst ge hoord in de geschiedenis der menschheid. Zeshonderd jaar te voren had Boeddha Gautama diezelfde blijde boodschap a-in de Oostersche wereld gebracht. Daar geloofde men aan de leer van reïnkerna-ie, dat wil zeggen, daar wordt geleerd, dat de mensch telkens terugkeert tot deze wereld, totdat, wanneer alle hier te le-eren lessen geleerd zijn, de wijze het Nirwana, d-e zaligheid kan deelachtig worden, vanwaar hij niet meer tot deze wereld behoeft terug te kee- ren, tenzij hij dat w^nscht om de wereld te dienen. Maar het Hindoeïsme leerde, dat alleen de hoogere kasten dit einddoel kon den bereiken. Voor de lagere kasten, de Paria's, was een dergelijke heerlijkheid niet weggelegd. De Boeddha echter sprak, dat voor ieder die er werkelijk naar wilde stre ven, ontkomen aan het „wiel van weder geboorte" mogelijk was. Zoo zou men kunnen zeggen-, dat de grootste-wijze van het Oosten en d-e groot ste van het Westen hetzelfde gewild heb ben: de bewustwording in den menSch van het feit, dat hij Gode draagt in zijn „binnen kamer" en dat ieder het Koninkrijk dér Hemelen kan beërven. Beiden hebben daar mede ingeluid wat men in onze dagen ge wend is het „individualisme" te noemen. Dat is dan het streven, dat het individu zich zelf in de eerste plaats ziet, dat het zich los maakt van de massa, waarin het was opgfrgaan en die massa tegenover zich stelt. De Christen wendt zijn cogen naar binnen en pe»lt de gTondelooze diepten van eigen innerlijk, waaruit hij put de verze kerdheid van zijn onsterfelijkheid. Zoo be schouwd, wordt het begrijpelijk, dat het ju st het Ghristendom was, dat een einde mankte aan de slavernij. Met het besef van de vol strekte waarde van het ;ndividu, móest de slavernij verdwijnen. En wie nu de geschie denis van Europa met dit beginsel voor oogen beziet, kan waarnemen, dat in de middeleeuwen de bewoners van Europa ge leidelijk tot individualisme komen. Het ver band dat de massa bond door de tijden heen wordt steeds losser, tot de eerste groote breuk komt in 1517 met het uitbreken van de hervorming: het individu spreekt daar voor het eerst met groote kracht, het e;scht zijn vrijheid- Maar het zal er voor moeten vechten en het vecht ervoor. Na de her vorming is de splitsing niet meer te keeren. In het Protestantisme protesteert tenslotte ieder voor zioh. En de tend enz van d'en tijd openbaart zioh hier wed het sterkst: het Pror testantisme valt- 'uiteen in een oneindig aantal sec ten, tot ieder individu zijn eigen secte is, zijn eigen weg wil gaan. Zoo is het in onze dagen, n-u het individualisme ten top is gestegen en alle samenhang is verdwenen of gaat verdwijnen. Maai dot is tegelijkertijd het bewijs, dat het zoo niet langer kan. We hebben de uiterste hoogte van een slingerbeweging bereikt en dus zal de slinger terug gaan. Wil dit zeggen: een terugval, een terugkeer iot wat eens was? M- i. niet. Wel kan het oude t enig-keer en, maar dan op een hoogeren trap. In den strijd is de mensch verdiept en verrijkt.' Hii heeft durven schouwen in de afgronden der menschelijke ziel en daar heeft hij ontwaa-^, dat 'hij niet alleen staat. Wie God in eigen innerlijk heeft gevonden, die heeft tegelij kertijd ervaren, dat hij één is met de ge- heele menschheid. Tegenover het individua lisme der vorige eeuwen, dat steunde op het verstand, komt de leuze van het humanis me, van het neo-humanisme aks men wil, waarin het gaat om een individualisme, dat zich zelf te boven is gekomen, dat de broe der ziet vóór zich zelf. Het h-egi-nt duidelijk te worden, dat d'e mensch, behalve het in dividualisme, van het Christendom iets meer heeft begrepen, n.I. de noodzakelijk heid van het offer, als uiting der hoogste menschelijkheid- Wait dit alles met opvoe ding en onderwijs te maken heeft zal de volgende keeren wel blijken. J. H. BOLT. Dc Stantscourunt van hedun bevat o a. de volgende Kon besluiten met ingang van I December 1925 benoemd bij het Wapen der Infanterie, to; commandant van het Regiment Grcdaniers, de luitenant- kolonel J. P. J Verbcrne, commandant van het I5e regiment Infanterie, zulks onder eer volle ontheffing uit zijn tegenwoordig com mando. voor het tijdvak van 1 November 1925 tot I November 1926 is benoemd tot assistent nnn de Londbouwhoogcschool te Wugcningcn Ir. K. Bosma te Zuidhorn (G.) en Ir. K. dc Haan te Wugeningcn toegekend de zilveren eere-medaille dei Oranje Nossau-oide aan J. Kommers persbaas bij de firma Huysman en Lnnkhuyzen te Gecr- truidenberg op verzoek eervol ontslagen met dank mr M. W. F. Treub en mr dr. A. van Donninck uit hun functie van resp. lid en secretaris van de Staatscommissie betreffende regeling der financieele verhouding tusschen Rijk en Ge meenten, en benoemd in genoemde commissie tot leden mr. R. J. H. Petijn, oud-Tweede Kamerlid te 's Gravenhoge; mr. dr. A van Doorninck, thesaurier-generaal bij het Depar tement van Financiën te 's Gravenhoge; mr. S. J. L. van Aalten, Tweede Kamerlid tc Rot terdam; mr. A. Jonker, directeur der Vereen, van Ned. Gemeenten te 's Grovcnhage; H van Boeijen, lid van Ged. Staten van Zuid-Hol land te Voorburg; J A H. Stcinweg, burge meester van Ambt- en Stad Delden; tot secre taris mr. A. C. Josephus Jitta, secretaris van den Hoogen Raad van Arbeid te 's Gravenha- ge; tot adjunct-secrcloris mr. A. J. N M. Struycken, advocaat en procureur te 's Gra venhoge. TWEEDE KAMER. Dc agenda voor de 5 Novem ber beginnende zitting. In de legen Donderdug 5 November e s., te één uur, bijeen geroepen vergadering van de Tweede Komei zal de voorzitter voorste'lcn, een aanvang te maken met de algemeene be schouwingen over de Staatsbegrooting, voor 1926 cn hoofdstuk I dier begrooting, indien daarover eindverslag is uitgebracht. Voorts zal de voorzitter voorstellen, aan de orde te stellen tegen Vrijdag 6 Nov. bij den aanvang der vergadering de wetsontwerpen Onteigening ten behoeve van omlegging van den Rijksweg Utrechtde Grebbe onder Ame- tongen en Leersum onteigening ten behoeve van uitbreiding van het stationsemp'ocement Valkenburg onteigening ten behoeve van verlenging van de wisselplaats van den tramweg Zeist-Rhcnen ten N.W. van den Staatsspoorweg Utrecht Arnhem nabij station Driebergen onteigening van eigendommen, erfdienstbaar heden of andere zakelijke rechten, noodig voor cn ten behoeve van den aanleg van een straat ten verkrijging van een rechtstreeksche verbin ding van de Hoogc Bothofstraat naar dc Olden- zaalsche straat te Enschede wijziging van de grenzen tusschen dc ge meenten Serooskerke (W.) cn Vrouwenpolder; wijziging van de grenzen der gemeenten Rotterdam en Schiedam onteigening van eigendommen, erfdienstbaar heden of andere zakelijke rechten, noodig voor cn ten behoeve van het tpt stand brengen van verkeersverbetcringen te land cn tc water aan het einde van den Overtoom, op het daarbij aansluitende gedeelte van den Amstelvccnschen weg aan het einde van den Schinkel te Am sterdam verhooging van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Staatsbedrijf der Algem. Landsdrukkerij voor 1925 (verschillende on derwerpen). Voorts verschillende conclusiën van versla gen van commission, o.m. de conclusie van het verslag der commissie omtrent de inlichtingen op het adres van dc Coöperatieve Veevoeder fabriek Zeeland en West-Brabant, te Goes, houdende verzoek om schadeloosstelling in ver band met een door die fabriek met den Rcgce- ringsadviscur voor veevocdcrbcrciding gesloten contract. DE BEGROOTING VAN FINANCIËN. Voorloopig Verslag. •Aan iv»t voorloopig verslag der Tweede Ka mer over Hoofdstuk VII B der Staatsbegroo ting 1926 is het volgende ontleend Inkomstenbelasting. Men meende te weten, dnt een zeer belangrijk ó?el van het# totaal belastbaar inkomen nog altijd niet in den aan slag be-rrepen is, en dat ook nog een niet on aanzienlijk deel ven de aanslagen onbetaald zijn. Gaarne zou men het oordeel van den minis ter verrennen, over de instelling van een staatscommissie, welke de werking van de wet op inkomstenbelasting in deze oprichten rou hebben r.n to gaan. Somrpi<?e leden wenscHten in bet bijzonder te worden inge licht over den stard d^r invordering tc -Am sterdam, Den Huug cn Utrecht. Volgens de door de bestu cn dier gemeen ten gepubliceerd»? cijfers moet rond een zesdo deel van het totaal der gezamenlijke aansla gen als oninbaar worden afgeschreven. Gevraagd werd, hoe de minister denkt over een ophaaldienst voor de inkomstenbelasting, ;r het bijzondei voor kleine bedrogen, waarin dan de incassokosten op den belastingschuldige zouden worden verhaald Personcele bclosting. Men zou gaarne het oordeel van het nieuw opgetreden kabinet ver nemen in zake^de sinds jaren aan de ord? zijn de kwestie van een herziening van de wet °P óe personeelc belasting, waarbij winkel- en koffiehuizen zouden worden 'gelijkgesteld met werkp'oatsen. Grondbelasting. Gevraagd werd noor bet sfanrlount van het kabinet in zake d<* gron belasting. Het onder het vorige kubinet in '-ehandeling geweest ziir.de wetsontwerp, strek kende deze belasting in den vervolge naar dc merkelijke waarde te doen heffen, werd dooi de regeering ingetrokken. Echter achtten de 'eden, hier aan het woord, het belasten naar de werkelijke waarde oonzienlijk beter don dc •r-Tenwoordige regeling. Accijns op het Gedistilleerd. Men wees op d»> steeds teruggaande opbrengst van den ac- ijns, en gaf als zijn meening te kennen, dot irdicn niet toi verlaging van den accijns woid: overgegaan, de opbrengst steeds minder zal worden, ten gevolge van het toenemen van de troude, Gnarne zou men op cl"» hoogte worden be steld van 's ministers standpunt ten aanzien van de resultaten van het onderzoek van dc staatscommissie in zake de gedistilleei^-prc- Juctie. Rijwielbclosting. Verscheidene leden dron gen aan op opheffing van deze zoo impopu laire belas-ring. Nu de middelen ruimer vloeien, behoeft niet tot 1930 met de afschaffing tc worden gewacht In elk geval wordt het hui- Ji<7e bedrag van f 3.— te hoog geacht. Ook werd gevraagd of dc Minisiei* bereid :s te bevorderen, dat in den vervolge een mil dere toepassing plaats vind van de bepaling o»rpffpnde de vrijstelling van deze belasting Tabaksbelasting. Gevraagd werd, hoe het s'aAt mo de werkzaamheden der commissie in zake de heffing der tabaksbelasting. Fusie van de Directe Belastingen cn de Re gistratie. Moet zoo vroeg men uit de mededeeling von den Minister, dat bet in de bedoeling ligt de functie van hoofd-directeui der registratie enz. te verecnipen met die.van hoofddirecteur der directe belastingen enz. orden opgemaakt, dat de regeering voorne mens is, een fusie tusschen de twee dienstvak ken tot stand te brengen Zoo ja, tegen wan neer moet uitvoering van dit voornemen wor den tegemoet gezien. Sommige leden hadden vernomen, dat bij wijze van proef, te -Amsterdam, een der denk beelden var. de commissie-Beumer de ont heffing van de ontvangers der registratie van het geldelijk beheer in toepassing wordt ge bracht. Zou het vroegen ze niet gc- wenscht zijn den uitslag van deze proef af te wachten, alvorens c^nip besluit in zake dc reorganisatie der dienstvakken te ncmery Opheffing van do bctaalmcesterskar oren. Gcvroogd werd of ecn:gc garantie kan worden verstrekt, dat nn opheffing van de betanlmces- terskantoren niet te eenigcr tijd een stagnatie de betalingen zal intreden. Werkwijze van den Pensioenraad. Door vele leden werd zeer ernstig geklaagd over de bij zonder langzame wijz.A, waarop door den Pen sioenraad wordt gewerkt. Men noemde als voorbeeld een bezwaarschrift, in Februari in gediend. waarop in October nog. geen beschik king was genomen. Menig gepensionneerde is gcsiorven voordat zijn pensioen behoorlijk ge regeld was'. Inkomsten uit reclame. Bedenking werd geuit tegen de wijze, waarop tegenwoordig ten bate van de schatkist voordeden worden getrok ken uit het maken van reclame. Dit geschiedt volgens de bier aan het woord zijnde leden, veelal op een wijze, den Staat onwo dig. Ook had men bezwaar tegen het oprichten vnn ontsierende winkeltjes en kiosken in nieuw© Rijksgebouwen. Dienst van «le Directe Belastingen, enz. Ver scheidene leden hadden een indruk gekregen, dnt dc leiding van de afdeeling personeel ten deporlemente niet steeds in voldoende mate doordrongen is van den ernst van de taak, wel ke zij te vervullen v.eeft. Door allerlei mont- rcgclen aldus deze leden schijnt dc zoo noodigc toc'- ijding van het pcnonccl manr al te vaak op een zware proef tc worden ge steld. Voorts werd de aaadacht gevestigd op d? juiste salarieering van de tot het dienstvak behoorende nmbtcraren. S.antsloterij. Aangedrongen werd weder op onmiddellijke algeheelö afschaffing van d© Staatsloterij, terwijl anderzijds voor het be houd dier instelling werd gepleit. Financieele verhouding tussc'»cn Kerk cn Stunt. Gevraagd werd of de onderhandelingen met de kerken dienaangaande weder zijn op gevat, en zoo ja, welk resultaat die dan tot heden hebben opgeleverd. Enkele leden echt ten het gewcnscht, dat voor predikanten de zelfde pcnsioensbcpalingcn ia het leven zullen worden geroepen, als voor ambtenoren bestaan. Het Rijksinkoopburcuu. Sommige leden go- ven als hun oordeel te kennen, dat het Rijks- nkoopburcou even duur werkt als particulie ren. Anderen trokken dit echter in twijf 1. DE WERVERSCHAFFING IN DRENTE. VrOgen vnn het Kamerlid Scha per om rent dc arbeidsvoor waarden. I r Schopcr heeft tot den Minister von Binnen Zoken en Landbouw de volgende vra gen gericht Io. Is de Minister bereid mede te d?clen of, en in welken vorm, de regeering hoor steun verleent aan de onderneming Eerste Drcnt- schc Kleedingindustrie, welke onderneming in de provincie Drenie klecding óoct vervaordigen als werkverschaffing 2o. Zoo jo, is de Minister don overtuigd, dat de duorbij betaalde loonen en overige ar beidsvoorwaarden oon redelijke eischen vol doen, zoodot geen stelsel wordt gehuldigd, woordoor de toch al niet gunstige arbeidsvoor waarden der confecticwcrkers in den londe nog meer in verdrukking komen, dc Drentsche werksters onevenredig laag worden bezoldigd nlzoo dc op zichzelf nuttige werkverschaf fing wordt een wcrkverolnntsing ten nadeel© van dc arbeiders en arbeidsters in dit bedrijf 3o. Zou dc M'nister het doorheen willen leiden, dat, omtrent het te volgen toonstelsel in Drente, in overleg worde getreden met dc be trokken vakbonden HET GEWESTELIJK PLAN Dc annexatie von kleine gemeen ten verwerpelijk. Naar aanleiding van hot congres over „Het Gewestelijk Plan", op 31 October a.s. te Am sterdam tc houden, ontvangen wij een schrij ven van den Bond van Anli-onnexotie comités waarin er op wordi gewezen, dat hoe meer do gemeentelijke werkzaamheid is toegenomen, hoe dringender allerlei maatschappelijke be hoeften om voorziening door de gemeente ko men vragen, hoe uitgebreider de tank van het gemeentebestuur is geworden op gebieden cn terreinen, waar ïan bij het ontwerpen der Ge meentewet nooit gedacht is, cn daardoor heb- Slechts de kracht van ons plichtsbesef kan ons er toe brengen tevreden te ziin met ons lot. Jules Simon. Hit het Engelsch van Baronesse ORCZY. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) 4 5 Haar stem bleef vast tot het laatste. Toen zij uitgesproken had, sloot zij haar oogen als om de wereld buiten te sluiten, en wachtte op zijn kus. Zijn twee handen logen als vuur tegen haar wangen zij voelde, dat zijn hart en ziel en zinnen om haar riepen, en die volko men overgave van haar wisten, die zij zco be reid was te gevenen toen zij eindelijk zijn lippen ,op dc hare voelde, viel haar heerlijk lichaam in zijn armen als een statige lelie, die door de zonnehitte verbrand is. HOOFDSTUK IX, I. De hand met het lilt ken. Slechts enkele oogenblikken waren voorbij gegaan voor hen leek het een eeuwigheid. Toen klopte de buitenwereld tegen de poor'.en van hun paradijs. Er was drukte buiten, ge luid van stemmen, gekletter van paardenhoe ven op den grond, de kreet van een vrouw, een paar vloeken. Barbara, wier eenige ge dachte Jim en Jim's veligheid was, smoorde een uitroep van schrik, en maakte zich bijna ruw uit zijne armen los. „Het is kolonel Scrape!" stamelde zij. „Kom Jim hij moet u niet vinden Hij beloofde mij maar maar ik vertrouw hem niet Ik vertrouw niemand Kom JLm Zij nam zijn hand en trachtte hem in de andere kamer te trekken, die de keu ken van Mudge was en een achterdeur had, die in het bosch uitkwam. Hier in dit vertrek tus schen de kamei en de keuken waren zij inge sloten de eenige deur, die dodelijk buiten uitkwam, was recht over den weg, waar man nen hadden, stilgehc .iden, soldaten waren al afgestegen, die stonden te praten, luid te proten, en om den smid riepen. Een oogenblik onder scheidde Barbara duidelijk den klank van de stem van kolonel Scrape, die Jim's naam noem de. „Jim" fluisterde zij, „ge kunt gemakkelijk het bosch bereiken. Zij willen u eigenlijk niet heb ben het is om Tubal Longshonkes te doen." „Tuba1?" vroeg Jim droorrerig. Hij scheen nu te droomen, niet gehoord te hebben, wat er buiten gebeurde, en*was alleen bewust van een overheerschcnd verlongen, om hoar nog wat langer bij hem te doen blijven „Ja, Tubal Longshonkes," antwoordde zij met aandrang ..Hij is de laagste verrader op Gods aardbodem. Van ochtend onderhandelde hij met kolonel Scrape om het geheim van utv schuilplaats te verkoopen. Ik hoorde hem; daarom kwam ik u waarschuwen, Jim. Hij zei- de, dat ge beloofd hodt naar Shutford te gaan, om zijn moeder te bezoeken, die ziek was?" „Öh, bij Godf jo," riep Jim op vreemden toon ui'. „Dat had ik vergeten. Maar het is niet te laat" voegde hij er bij en reikte naar zijn hoed. „Ge zijt krankzinnig Jim," viel Barbara on geduldig in. „Kolonel Scrape is een dweper. Hij zou u zelfs nu willen hebben als hij kon I of als het zijn mannen niet gelukte Tubal te vinden." Jim fronste het voorhoofd. „Tubal?" vroeg hij weer. „Waarom zouden zij Tubal willen heb ben?" „Omdat hij het uitschot van het menschdom is," antwoordde zij kortaf „Von ochtend be weerde hij onze zaak te dienen door het aan bod, om u aan kolonelScrape te ver koopen van middag stol hij met gevaar von zijn leven de brieven van den Koning uit de raadkamer in het kasteel Broughton Maar als onze soldaten'hem van nacht vinden, wordt hij zonder vorm van proces opgehangen," voegde zij er bijna wreed bij, wont de liefde had haar tot een oervrouw gemaakt, cn er leef de inderdaad geen mensch. dien zij meer hoatte en verafschuwde dan Tubal Longshankes, d'"e het plan had gemaakt, om Jim naar zijn dood te voeren. „Kolonel Scrape zv/cer mij, dat hij hem zou loten ophangen, voordat de dag om was Maar voordat zij nog een woord meer zeggen kon, viel Jim hord in „Wie zeide, dat Tubal Longshankes de brie ven van den Koning gestolen had „Ik zog hem", antwoordde zij „Gij zaagt hem Hoe Wanener „Vanmiddag. Ik zat in de boot. Onder den wilgeboom. Ge weet dc plek. Jim, waar „Ja ja Maar wat hebt ge gezien „Een man, die zestig voet boven den grond aan een touw buiten het raam van de raad kamer hing. Tien minuten later woren kapitein Lovell en ik in de kamer, het kistje van den Koning was opengebroken en de brieven wa ren verdwenen." „Moar wat deed u vermoeden, dat het Tu bal was Ik had hem in de „Korenschoof" in Daven- try gezien, toen hij den krijgsraad van den Koning bespionneerde." „Oh, God in den hemel I" riep Jim uit. „En toen weer nu dien vreeselijken tijd in Farndon Fields. Hij trachtte toen het kistje te stelen. Maar ik schoot op hem I" „Maar hoe wist ge het drong hij aan, cn zij kon nauwelijks zijn stem herkennen, zoo scherp cn hard klonk die. „Hoe wist ge dot het Tuba! was in Daventryen bij Farndon Tleids. „Ik kende hem aan het litteeken op zijn hand. Dino beet hem op den morgen van onzen trouwdag, cn ik had het litteeken herhaalde lijk gezien. Het was op den rug van zijn lin kerhand het geleek veel op dot van u en en De woorden verstikten in haar keel zij leg de haar hand op den mond, om den kreet van afschuw te weerhouden, die haar bijna cp de lippen was gekomen. „Jim, fluisterde zij heesch. „Jim I Wat is het Jim spreek ontken het I Ontken het I Gij waart het niet I Mijn God, zeg, dat gij het niet waart 1" Haar oogen werden een oogenblik wijd van ondraaglijken angst, terwijl voor hoor verrees het sombere beeld van die linkerhand op het raamkozijn te Daventry en uitgestrekt liggend in den modder van Farndon Fields. De hond van Jim I Hoor hoofd werd duizelig; de don kere kleine kamer begon voor haar oogen- te draaien. Toen vielen zij dicht, en vaagden het visioen weg van die gedaante, die zestig voet boven den grond aan een touw hing en van het kistje van den Koning, dot van zijn in houd beroofd was. Spoedig bracht een tocht van zuivere buitenlucht haar weer tot volle bewustzijn terug eerst de lucht en toen het dichtvallen van een deur. Zij opende de oogen en keek om zich heen. Jim was weg. Zij hoorde zijn stem buiten, vlak bij de deur, en dc stem van den smid, die wanhopig smce- kend klonk. „Loat ze gaan jonker Jim. Om Godswil, laat ze gaan I Zij zoeken dien schurk Tubal Long shankes. Maar als zij u zagen I" Barbara was reeds bij de deur. Zij kwam juist bij tijds, om te zien, dat Jim zich losrukt© uit de handen van den smid, en toen vlug den weg opging, waar een groep van ruiters stil hield, blijkbaar om te spreken met andere sol daten, die te voet gekomen waren. Zij durfde hem niet bij zijn naam roepen; zij durfde zijn naam niet noemen, met die mannen, die zijn vijanden waren, vlok bij. Wat zij van plan was te doen, of kon doen, wist zij eigenlijk niet, maar zij wilde naar hern toegoon. Het volgend© oogenblik hoorde zij op ccn afstand de stem van kolonel Scrape roepen „Hallo I Win is dat?" En Jim s antwoord „James Ficnnes, kolo nel." In de stilte en duisternis van den nacht klon ken de stemmen volkomen helder cn duidelijk. „Vervloekte dwaas," zei de kolonel, „Zijt ge zoo verlangend om uw hoofd in een strik te hebben Dank je gesternte, man, dat wij u van avond niet zoeken." „Ge zoekt Tubal Longshankes," zei Jim. „Ja I Dien schelm „Om dat ge denkt, dot hij de brieven van den Koning stal „Nu? vroeg de kolonel spottend, „Deed hij dot misschien niet „Neen," antwoordde Jim. „Ik deed het." „Do duivel —I" kwam onwillekeurig over koi loncl Scrape's lippen. (Wordt vervolgd) 1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5