BINNENLAND? Willem Groenhuizen 24. Jaargang A|VIE RS FO O RTSC H DAGBLAD „DE EEM LANDER" Zaterdag 7 N...192S DERDE BLAD. ZILVEREN BOTERMESJES DE MARINEBEGROOTING. Memorie van Antwoord. Aan de Memorie van Antwoord is het vol gende ontleend De bijstand van een alleszins in marinczaken ingewijden directeur-generaal is den minister onmisbaar en het ligt in de bedoeldng dien functionaris aan te stellen, nadat heit onder» werpelijk begrootingsontwerp tot wet zal zijn verheven. Naar 's ministers meening spreekt de Kamer door het aanvaarden van het des betreffend artikel haar instemming uit met de voorbereiding der reorganisatie; de uitvoering daarvan vereischt echter nadere wettelijke maatregelen. De vloot in nldie. Ten aanzien van de vloot in Indië is de re geering van oordeel, dat, hoe onzeker de ont wikkeling van de toestanden in gindsche ge westen zich moge doen aanzien, noch de finan- cieele draagkracht van Nederland, noch die van Indië toelaten, de zeemacht op breedén grondslag te vestigen. De zeemacht zal dien tengevolge beperkt moeten blijven tot datgene, wat onmisbaar is voor de vervulling van onze internationale verplichtingen uit een oogpunt van neutraliteitshandhaving en lidmaatschap van den volkenbond. De weermacht zal tevens moeten zorgen voor rust en orde in den Ar chipel. Een scheepsmacht, samengesteld uit een kern van onderzeebooten, gesteund door kruisers, torpedojagers en vliegtuigen is voor het ver vullen van genoemde taak aangewezen. De nieuwe organisatie der marine in Indië brengt in wezen geen verandering uit staat kundig en internationaal oogpunt. Het karakter der Staatsmarine wordt er evenmin door aan getast. Bij de uitwerking van het stelsel zal worden gestreefd naar de meest doeltreffende oplos sing ten aanzien van de personeelsvoorziening, zoodat splitsing van het personeel over de ge- heele linie als doel' wordt vooropgesteld. De reorganisatie van de vloot in Nederland. Betreffende de reorganisatie van de vloot in Nederland wordt medegedeeld dat de taak der zeemacht bestaat in het'handhaven der neutra liteit in de territoriale wateren, terwijl in geval van oorlog steun verleend moet worden aan de landmacht, in hoofdzaak door het afsluiten en versperren van zeegaten §n riviermonden; het bezit van onderzeebooten zal den vijand dwin gen tot groote krachtsinspanning en dit wapen zal bij de verdediging van het zeefront zorg voor het offensieve element. Voor haar eigenlijke functie moet de vloot in hoofdzaak bestaan uit onderzecbooten, mij- nenleggers en enkele pantserbooten. Met ons toch reeds beperkte middelen is het uitgesloten dat verkenning en krachtige gevechtsactie tot op zeer grooten afstand van de kust met wa tervliegtuigen zou kunnen worden doorgezet, bovendien zou onder onze omstandigheden het nut van zulke hendelingen niet evenredig zijn aa de daartoe vereischte krachtsontwikkeling. Het is veel meer aangewezen alle kracht der luchtmacht te concentreeren op het oogenblik der landing. Hiervoor zijn landuliegtuigen het best geschikt, zoodot daartoe in de oorlogsfor- matie der marine geen watervliegtuigen be- hooren voor te komen. De vredestaak. De vredestaak der marine bestaat naast vor ming van eigen personeel, in hoofdzaak in het verzorgen van de eerste opleiding ven perso neel met het oog op de behoefte der maritieme Verdediging van Ned. Indië, voor zoover dat uit Nederland moet worden verkregen. Voorts omvat de vredestaak het uitoefenen van poli tietoezicht op de Noordzeevisschc-rij en het vlagvertoon. Voor dit laatste kan nog verscheidene jaren worden beschikt over de aanwezige pantser- zchepen. De organisatie van den Marine^lucht- vaartdienst zal in nauw verband met de lucht- •raartafdeeling van de landmacht naar de aan gegeven beginselen worden herzien. Het bedrijf der marine in Nederland zal naar deze begin selen worden omgewerkt, daarbij rekening houdende met het feit, dat in de eerste plaats tijdens de overgangsperiode, die wel meerdere jaren luren zal, een goede aan passing moet worden verkregen aan hetgeen voor dc vloot in Ned.-Indië zal worden ver eischt. Zoodra het. ove-leg met «de Indische regee- ring is beëindigd zal een wetsontwerp worden ingediend, waarbij het beheer en de nieuwe o-ganisatie der vloot worden vastgesteld. Een wetsontwerp strekkende om tc komen tot een vereeniging van de departementen van Marine n Oorlog is bij de Tweede Kamer aan hangig. Het ligt in het voornemen dit voorstel in tc trekken en t. z. t. door een ander ont werp te vervangen. Dat bij de voorgestelde oiganisatie op het bedrijf der vloot in Nederland, zoodra het stel sel is doorgewerkt, aanmerkelijk zal worden bezuinigd, is wel niet voor tegenspraak vat baar. Aanbouw van het zeer gecompliceerde materieel der marine zal voorshands nog niet in Indië kunnen plaats hebben. Het hgt niet in het voornemen der regee ring, over de reorganisatie zelf advies van het personeel in te winnen; de aard van het on derwerp leent zich daartoe niet. De aanvraag voor den bouw van nog twee torpedojagers beoogt ntet anders don vervan ging van materieel, dat weldra niet meer bruik baar zal zijn. Dc meening dat een 300-tal eerste klasse vliegtuigen in Indië een veel beteren waarborg zou vormen bij een aanslag dan eenige vloot- van varende schepen, kon de minister niet dee- len. De minister kon niet de meening deelen, dat de door zijn ambtsvoorganger ontworpen nieu we regeling van het georganiseerd overleg voor het personeel der zeemacht niet zou vol doen aan de redelijke eischen, die aan zoodanig overleg mogen worden gesteld. De uitzending van den hoofdaalmoezenier van leger en vloot en van den leger- en vloot» predikant in algemeenen dienst is niet alleen geschied in overleg met, maar zelfs op voor stel van de Indische Regeering. Met den Minister van Financiën werd in 1923 een regeling getroffen, wuarbij morinevlicg» tuigen beschikbaar gesteld kunnen word?n voor dc bestrijding von de fraude door de Noordelijke Zeegaten, in het algemeen van gedistilleerd-fraude in het bijzonder. Aan de beantwoording der bij de artikelen gemaakte opmerkingen wordt 'het volgende ontleend Wat betreft dc kosten van den kruiser Java wordt meegedeeld, dat deze tot de eerste uit rusting ter zee pl.m. 20.000.000 zullen be dragen. De kosten van den kruiser Sumatra zullen waarschijnlijk iets minder bedragen; daar deze bodem echter nog'met zijn proef tochten moet beginnen, kan een meer nauw keurige raming niet worden gegeven. Het ligt vooralsnog niet in de bedoeling een afzonderlijke categorie onderofficieren-vliegers in het leven te roepen. Van meermalen ter bevoegder plaatse inge diende klachten over de samenstelling en de bereiding der voeding en de indeeling van het menu, waaraan geen of onvoldoende aandacht is geschonken, is den minister niets bekend. Tot de vervanging van roomboter bij het brood door margarine is overgegaan eensdeels wc> gens het geldelijk voordeel en anderdeels om dat margarine ook door het personeel hier te lande wordt genuttigd, terwijl, wat de verstrekt wordende hoeveelheid vleesch betreft, de op- geclanq ondervinding heeft aangetoond, dat het rahtsoen zonder bezwaar kon worden terugge bracht tot twee ons. Waar h^t belanghebbend personeel re^ds is vertegenwoordigd in de commisicn van keu ring, daar bestaat geen aanleiding tot het in het leven roepen van meerdere commissiën. Evenmin wenscht de Minister over te gaan tot verhooging van de tegemoetkoming aan de tafel ad 5 cent per dag voor korporaals en manschappen. INT. CONFERENTIE TER BESCHERMING VAN DEN INDUSTR1EELEN EIGENDOM. Een fcestmaultijd aangeboden door de Regeering. De Nederlandsche Regeering heeft gisteren avond in restaurant „De Twee Steden" te Den Haag ter eere van de confeiyntie van de in ternationale vereeniging tot bescherming van den indu^trieelen eigendom een feestmaaltijd gegeven, waaraan behalve de gedelegeerden en het secretariaat der conferentie, een groot aan tal autoriteiten waren genoodigd. De uitnoo- digingen voor dit diner waren uitgegaan van den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid: Met hem zaten als vertegenwoordigers der Nederlandsche Regeering de ministers van Oorlog cn Marine ad interim, van Justitie, Waterstaat en Koloniën aan; voorts was aan wezig de minister van Staat, Dr. W H. No- lens. Het corps diplomatique was vertegenwoor digd door verschillende gezanten en zaakge lastigden. In het geheel zaten ongeveer 140 personen aan dezen maaltijd aan. De minister von Arbeid, Handel cn Nijver heid Mr. Kooien, hield in de Fransche taal een tafelrede, waarin hij nogmaals getuigde, hoezeer de Nederlandsche Regeering het op prijs stelt, dat deze conferentie voor den in- dustrieelen eigendom te 's Gravenhage is ge houden en er op wees, hoe de conferentie er in geslaagd is belangrijke verbeteringen aan te brengen in het system van de Union interna tionale pour la protection de la propriété in- dustrielle, van welke verbeteringen de minister de voornaamste memoreerde. Spr. eindigde met een dronk in te stellen op het welzijn van de Union. De voorzitter der conferentie, Mr. J. Alingh Prins, beantwoordde deze rede. Hij bracht in herinnering de medewerking, ondervonden van het economisch comité van den Volkenbond en van de Internationale Ka mer van Koophandel, die sedert enkele jaren op zoo gelukkige wijze hun krachten hebben gewijd, aan de studie der vraagstukken van brevetten, handelsnaam en -merken, en die zoo krachtige pogingen in het werk hebben ge steld om in de wereld een waren kruistocht te organisceren tegen de oneerlijke concurrentie. Hij zegde voort verschillenden Nederland- schen autoriteiten dank voor haar gastvrijheid en voor de buitengewone attentie bij voortdu ring aan het congres cn zijn deelnemers be wezen. Hij dronk ten slotte ter eere van allo mede werkers, kleine of groote aan het Werk van in ternationale saamhoorigheid. VERPLEGING VAN WEGENS DRONKENSCHAP VEROORDEELDEN IN RIJKSWERKINRICHTINGEN. Een brief von den Volksbond tegen Drankmisbruik aan den Minister. Het hoofdbestuur van den Volksbond legen Drankmisbruik heeft zich bij uitvoerig schrij ven tot den Minister gewend. De brief is ge dateerd 25 A*ug. 1925. Aan den blief.is o.m. ontleend: Op den voorgrond moge worden gesteld, dat lang niet alle wegens dronkenschap ver oordeelden in gelijke mate als gestraften be- hooren te worden behandeld. De vraag schijnt zelfs gewettigd of dronkenschap, zoodra deze wijst op een gewoonte van drinken, als bij het laatste lid van art. 453 Wetb. van Strafrecht word? verondersteld, wel in het algemeen als een strafbaar feit mag worden aangemerkt, althans straf verdient. Die gewoonte doet veeleer denken aan een ziekte, althans aan een afwijking in de normale gesteldheid van den mensch, die niet straf eischt, maar verpleging. Het ontbreken van een bijzondere behande ling, in afwijking van de wijze, waarop hun onverbeterlijke lotgenooten en de bedelaars en landloopers verpleegd worden, is vermoedelijk ooTzaak, dat op zoo heel weinigen von die categorieën het instituut de* voorwaardelijke invrijheidstelling wordt toegepast. De meest gewenschte en doelmatige verbete ring in den bestaanden toestand zou wel zijn den rechter de gelegenheid te geven, de we gens dronkenschap voor hem verschijnenden niet allen vrijwel over één kam tè moet sche^ RECLAMES. Prijs 1—3 regels 1 3.05 elke regel meer 11.- ©(yjgyikAfó® (LH (LA§ yMMf' PI J «V3C Goud, Zilver en Uurwerken Langcstraat 43 Tel. 852 Reparalieinrichtinq voor Uurwerktn, ren. Den rechter zou de. vrijheid kunnen gege ven worden, naar gelang van den persoon, diens gedrag en de omstandigheden, waaron der hij leeft cn wuaronder het feit gepleegd is, hem, inplaats van hem de bijkomende straf van plaatsting in een rijkswerkinrichting op te leggen, te veroordeelen tot plaatsing in een herstellingsoord voor drankzuchtigen, waar uit den aard der zaak de verpleging op haar best is ingesteld. Veel verder kwaad zou daaren boven kunnen worden voorkomen, indien deze plaatsing kon worden gelast ook ten opzichte van hem, die thans nog niet in dc wettelijke termen volt, naar een rijkswerkinrichting te worden opgezonden. Daartoe zouden één of meer dergejijke herstellingsoorden van staats wege moeten worden ingericht, indien niet vol doende plaatsruimte in goede particuliere in stellingen t*e vinden ware. Maar indien de hier bepleite nieuwe rege ling niet getroffen wordt, dan zou met de be staande middelen ook reeds veel goeds zij het in mindere mate te verkrijgen zijn, in- dion de verpleging in een rijkswerkinrichting werd ingericht op een wijze, die zooveel mo gelijk nabij komt aan die in een bijzonder her stellingsoord. In de eerste plaats zou hiertoe noodig zijn de verpleegden wegens dronkenschap volko men af te scheiden van bedelaars cn landloopers, althans voor zoover zij'ffjdcns hun veroordee ling nog voor verbetering vatbaar worden ge acht. Voor de genezing van hen, die zich aan drank te builen gaan. zijn verblijf, beweging en vooral niet te lichte arbeid buitenshuis, liefst op het epen veld of in de bosschen, in een rustige omgeving, kon het zijn in een aantrekkelijk landschap, zeer bevorderlijk. Reeds om deze reden zou plaatsing in een der Rijkswerkinrichtingen, b.v. te Vcenhuizen, ver te verkiezen zijn boven die te Hoorn, waar de opgedragen werkzaamheden grootendeels bin nen dc gebouwen verricht worden cn veeal weinig inspanning van het lichaam vorderen. Door de bestemming van een der gestich ten te Veenhuizen of een ander daarvoor wel licht beschikbaar oord tot verblijf voor de we gens dronkenschap nog niet te dikwijls ver oordeelde mannen, met bevoegdheid tot over plaatsing daarheen ook van sojnmigen, dio aanvankelijk naar Hoorn worden opgezonden, zou een aanmerkelijke verbetering verkregen zijn, mits natuurlijk voor volkomen afschel- ding van de bedelaars en landloopers worde gezorgd. Een overeenstemmende verbetering zou te Gorinchem noodig zijn ten behoeve van' we gens dronkenschap vero'orde?lde vrouwen. Reeds in 1902 drong ons hoofdbestuur, gaat de Brief vóórt, bij uw tocnmaligen ambtsvoor ganger aan op een werkelijke splitsing tus- schen vefoordee'den wegens dronkenschap eenerzijds cn wegens bedelarij en landloóperij anderzijds, zoodanige afscheiding bestond toen wel wettelijk dbch feitelijk zoo goed als niet, ten hoogste in naam, en zij werd bij dv? toen eldende organisatie niet v:el dcor te voeren geacht. Thans worden zelfs de slechtste elementen onder de bedelaars èn landloopers cn de onge neeslijke drankzuchtigen samen metde voor een enkele maal wegens dronkenschap veroor deelden verpleegd zonder dot op de zoozeei afwijkende behoeften van deze drie categorieën noemenswaard wordt gelet, wat bij* den te Hoorn en ook te Gorinchem be.staandcn toe stand ook niet in voldoende maje mogelijk schijnt. Het gesticht te Hoorn is voor dc ten ge volge van dronkenschap daar verblijvenden, op wier genezing bij doelmatige behandeling nog gehoopt zou mogen worden, niet geschikt. Een eerste vereischte is, dat deze personen geheel buiten aanraking worden gehouden met bede laars cn landloopers en verstokte dronkaards en ongeneeslijke alcoholisten en onder deskun dige leiding van him zucht naar drank worden genezen, vooral door op karaktervorming en aank.weeking van hun verantwoordelijkheidsge voel gerichte zedelijke verbetering en voor dat herstel doeltreffenden arbeid in de open lucht. EEN KLEINE WALVISCH OP' AMELAND GESTRAND. Een dwcrg-vinvïsch. De heer A. B. van Deinse, leeraar aan het Erasmiaansch Gymnasium fe Rotterdam deelt mede 12 October 1.1. liep op de Oostpunt van Ameland, bij de Oerderduinen, een vinwal- visch op het strand, die weldra opgemerkt werd door ambtenaren van den waterstaat. De gewaarschuwde rijksveldwachter te Nes schreef mij 14 Oct. over deze stranding, welk bericht ik 16 Oct. ontving. Na overleg met prof. dr, E. D. van Oort directeur van 's Rijks Museum von Nat. His torie t<? Leiden, werd besloten tc trachten het dier te bergen. Dus begaf ik mij met een preparateur van dit museum, den heer W. Kohlbeck, twee o.s. medici, cn een familielid, 24 Oct. naar Ameland, via Hol werd, waar wij 25 Oct. apnkwomen. Vooi'loopig onder zoek van den schedel, intusschen naar Nes vervoerd, wees uit, dat wij (o doen hadden met een vinwalvisch. Den volgenden dog von den wo het 9 M. lange dlicr (schedel inbe grepen) op het strand mot dc rugzijde naar boven. Na eenige foto's genomen te hebben, werd eerst do halsstrcck onderzocht cn uit de slik kwamen tongbeen, de 2 oogen cn één jukbeen voor den dog, terwijl, helaas, do at- laswei'vcl ontbrak, net als do geheelc onder kaak en de 2 rotsbeenderen. De overige zes halswervels werden gemakkelijk blootgelegd. De voorcte ledematen, de borstvinnen, bleken rechts en links zeer zonderling misvormd. In plaats van do ruim I meter lange, smallo borstvin, vonden we slechts een stompvoimipe rest, geheel abnormaal ontwikkeld. Het bleek, dat beide vinnen indertijd waren afgeslagen of afgeknepen door een schroef van een stoomboot of docr ijsschotsen. Het dier is dus zeker ernstig gewond geweest aan beide vinnen, maar dc wonden waren genezen en al het weefsel was gesloten cn afgerond. De stomp aan den lechtcrkant was 17 c.M. lang en vertoonde naar achteren toe twee vinger- vormigo uitsteeksels. Aan dc linkerzijde was do stomp wat langer cn waren van spaakbeen en ellepijp nog resten over. Intusschen was ook hier nieuw beenwecfsel, callus, gevormd. Deze zware verwondingen oan beide vinnen hebben liet diei toch niet zoo gehinderd in zijn bewegingen als men zou denken, Do voortbeweging geschiedt door de machtige staartvin. Dat de slag hard aangekomen is indertijd,, bleek nog .uit het in drie stukken verdeelde schouderblad oan den rechterkant, maar ook dit was weer mooi hersteld. Zelfs onder dit schoudeiblod waren nog twee rib ben, de 4de en 5de, stukgeslagen en de 6de rib was gebroken geweest, maar genezen. De vier breukemden von rib 4 en 5 lagen van elkaar verschoven en waren met callus be dokt. Aan de linkerzijde waren schouderblad en ribben ongeschonden. De elf ribben rechts cn links en de bouw van 't borstbeen11 brachten aan het licht, dat wij te doen hodden met een dwergvinvisch, Balncnoptcra rostra to. Deze scort is, dit geval meegeteld, nu zevenmaal in ons land gevonden. Artis heeft de skeletten van dr» dieren uit T862 en T914, bovendien de onderkaak van het exempluar van 1886 De individuen van 1920 cn 1925 zijn, wat hun skelet betreft, in Leiden, in het museum. Van het exemplaar von 1922 bezit Leiden olie baarden, in twee complete reeksen. De baan den ontbraken bij deze laatste vinvisch ge heel. Reeds in zee gingen zc verloren. 27 en 28 Oct, werden de zeldzame bekkenrudimen- 'en geboren en de ruggegrnot <n stukken ver deeld. Von het darmkanaal zijn slechts de I<^dorm, deels gevuld met haiing.graten, cn de einddarm teruggevonden. H"t overige deel was geheel ontbonden,, ook de maag. Van lever, nieren, milt enz. werd evenmin iets te ruggevonden. In do borstholte bleek de helft van het hart met de twee kamers bewaard te zijn, terwijl de twee boezems reeds vergaan waren. De aortoboog was uitstekend to zien cn had een middellijn van 9 c.M. De lucht pijp, met de kmokbeenringen, was neg in vrij goeden staat. Nabij het strottenhoofd was de luchtpijp zóó wijd, dat een klein kind er door had kunnen kruipen I Van deze luchtpijp cn van de aorta zijn doelen medegenomen om pieparaten van to maken voor de natuur- historische verzamelingen op het Eras- miaonsch Gymnasium en de H. B. S. 3-j. c. te Rotterdam. In de staartslreek werden twee peczcn aangetroffen, zoo <(ik als.een arm. Ook hiervan zijn dce'en voor de genoemde collec ties bewaard gebleven. 28 October werd het geraamte~in drie groote kisten verpakt, die vermoedelijk nog deze week te Leiden zullen aankomen. Na verdere preparatie zal metter tijd het skelet worden opgesteld. Docr de uit stekende zorgen van de twee fotografen wer den allerlei interessante momenten op de plaat vastgelegd. Nooit te voren is in ons land de anatomie van een vinwalvisch zoo uitvoerig in beeld gebracht. DE MOORD OP DEN MAKELAAR BUSCH. Twaalfde procesdag. De Vierde Kamer der Rechtbank te Am sterdam is heden weer voortgegaan met de behandeling van de zaak tegen Marcelis Muylwijk, in verband met den in 1915 op den Overtoom aldaar gepleegden moord op den koopman Busch. Mr. Alfr. Levy zegt, alvorens zijn pleidooi tc hervatten, dat sedert dc vorige terechtzit ting in den stand van dc feiten eenige veran dering is gekomen. De portee van die ver andering is op dit oogenblik- nog niet te over zien. PI. deelt in dit verband mede, dat hij weder om een anoniemer, brief heeft ontvangen, waarvan dc inhoud als volgt luidt: i „Utrecht. Bij de zaak Busch zyn nog nauw betrokken de heeren P. O. en Leen van den H. alhier. Die hebben mede den buit gedeeld en Busch helpen kisten en van boven naar bene den brengen. Genoemde heeren waren steeds in American Bar bjj Busch." PI. heeft den anoniemen brief laten lezen aan beklaagde, die het zaakje echter weer even kalm als te voren heeft opgenomen, zeg gende: „Hebt U weer wat? Zoo heb ik er al zooveel gezien. Het is onzin." Vervolgens heeft pl. door de hulp van den Officier van Justitie gelegenheid gekregen, om, op zijn verzoek in de door Busch nage laten papieren een onderzoek in te stellen. Met de hulp van Inspecteur van Slobbe heeft dit onderzoek plaats gehad en het re sultaat van eenige uren arbeid is geweest, dat slechts een klein deel van de kisten is door zocht. Een pakje materiaal heeft pi. verzameld, waarvan hjj een gedeelte aan den officier en een ander deel voor zich zelf afgezonderd heeft. Onder het gevondene bevindt zich een kas- staat, welke loopt van 18 tot 28 Augustus 1915 en daaruit blykt dat Busch op het eene oogenblik ryk en het andere arm was. Het verdient aanbeveling, dat dc Rechtbank alsnog in dit gevonden materiaal nadere on derzoekingen instelt. Indien de Rechtbank daartoe bereid is, dan wil pl. gaarne zyn pleidooi onderbreken. President Eekhout „Do Rechtbank zal over alle mededcelingen, welke U in Uw pleidooi hebt gedaan, in Raadkamer beraadslagen. Ik noodig U intusschen uit met ,Uw pleidooi voort te gaan." Mr. Alfr. Levy vervolgt' thans zij" prcidooi. Pl. betwist, dat er aan den kant van be klaagde nog iets geheimzinnigs is gebleven, zooals de Officier op grond van veronderstel lingen en psychologische beschouwingen heeft betoogd. Aan de zijde van de beschuldiging wemelt het nog wel van geheimzinnigheden. Niemand weet aan wien we het te danken hebben, dat deze zaak in de openbare terechtzitting behan deld wordt. Niemand weet wie de anoniemo briefschrijver is. Toch is het mogelijk, dat deze anonieme briefschrijver medeplichtig is aan dc verdwij ning van Busch. 't Is dus van het allergrootste belang, ten einde al het geheimzinnige uit dc zaak te kun nen doen verdwijnen, dat bekend worde, wie de anonieme briefschrijver is. Een paar dagen geleden heeft pl. zich gc-„ wend tot den Officier van Justitie niet het voorstel, om een afdruk van het handschrift uit den bewusten brief in de pers to doen plaatsen. PL is bereid een prys uit tc loven voor dengene, die dan eene voldoende aandui ding van den briefschrijver kan geven. Het plan draagt ook bcklaagdcs goedkeuring weg. Dit versterkt pl. in dc meening, dat be klaagde de waarheid spreekt. Mocht het door hem gewenschte onderzoek anders uitloopen. dan pl. verwacht, dan zal bekl. dit aan zich zelf tc wijten hebben. Pl. laat uitkomen, dat or nog een typischo geheimzinnigheid is, welke uit den inhoud van den anoniemen brief is op te maken. In dezen brief, die gericht is tot den makelaar Schop- man, Vordt medegedeeld, dat het lijk \an Busch hoogstwaarschijnlijk begraven ligt in dc garage op den Overtoom bij het putje te gen den binnenmuur aan, en dat de metse laar De Kort in tegenwoordigheid van Muyl wijk dit putje heeft gemetseld. Verder wordt Muylwijk in den brief beschuldigd niet alleen Busch, maar ook Wijsman en den heer van der Stijl uit Den Haag vermoord te hebben. De rol, die De Kort gespeeld heeft, is dus nog niet duidelijk, Indien onomstootclijk blijkt vast te staan, dat De Kort zijn kennis van het geheim gebruikt heeft, om pressie op Muyl- ijk uit te oefenen, om te krijgen wat hem wel en niet toekwam dan dient de Rechtbank, als 'zij aanstonds een straf heeft te bepalen voor dezen beklaagde, rekening te houden metv de foltering, die bekl. van De Kort gedurende tien jaren heeft ondergaan. Pl. hoopt, dat dit punt in elk geval nog tot klaarheid worde gebracht. PL behandelt daarop de psychologisch won derlijke gedragingen van den beklaagde. Daarbij komt de vraag in aanmerking, welke niet alleen door den officier, maar ook door het publiek is gesteld „Hoe heeft Mujjlwijk het aangedurfd en het met zijne moree'e ge voelens overeengebracht om het gold van het lijk weg te nemen?" Het optreden van beklaagde tegen Busch is echter te verklaren uit de verhouding, welke er tussched beiden bestond. De grootste moei te heeft Muijhvijk gehad, om de zware ver plichtingen, welke ontstaan zijn, doordat Busch hein een accept heeft afgeperst, na tc komen. Als een Shylock heeft Busch steeds zijn geld van Muylwijk geeischt. De vrouw van Muijlwijk heeft trouwens zelf verklaard, dat Busch haar soms de laatste cent van haar huishoudgeld uit huis heeft gehaald. Begrij pelijk is het, dat Muylwyk met de woede en de haat in zijn hart, steeds gepoogd heeft met Busch, dien hij zakelijk tóch noodig had. zoe te broodjes t.e bakken. Welke ïol Busch neg speelde, is ook ge bleken, uit de verklaringen welke in de zit ting met gesloten deuren zyn afgelegd. Uit die verklaringen is gebleken, dat een ten huize van Muijlwijk plaats gehad hebband onschuldig geval met een 30-jarige logee, door Busch opzettelijk is rondgebazuind, om Muylwijk in een kwaad licht tc stellen. Jn den breede zet pl. uiteen, op welke wyze de kennismaking tusschen Busch en Muylwijk is tot stand gekomen en hoe de relatie tus schen beiden ontwikkeld is. Ierder stelt pl. in het licht, dat Muijlwijk geen scharrelaar is geweest, zooals dit in de pers indertijd is meegedeeld. Ook is niets ge bleken noch in de instructie, noch by de be handeling ter openbare terechtzitting, van al le verhalen omtrent de toegeschreven voor nemens van Muijhvijk, om zyn schoonvader en de makelaar Schopman te vermoorden. Overigens merkt pl. op, dat de Rechtbank er niet kan komen met de psychologische he- schouwingen van den Officier van Justitie. Zelfs aan de bekentenis van beklaagde heeft de Rechtbank jjiets, want deze bekentenis moet gestaafd zijn met andere aanwijzingen. En het komt pl. voor, dat het onmogelijk is, al die details, welke alleen Muylwijk weet, na te gaan. Aanstonds bij het juridisch gedeelte van zyn betoog, zal pl. de vraag behandelen of er diefstal dan wel verduistering heeft plaats' gehad. Thans wil hij echter reeds zeggen, dat deze vraag, nauw samenhangt met de verlei ding waaraan bekl. bloot heeft gestaan. Beklaagde had het lijk in zijn bezit en toen heeft hij het geld weggenomen. De verleiding tot verduistering is altii-1 grootcr dan tot diefstal doordat men in hefc eerste geval reeds het te verduisteren object in zijn bezit heeft. Zoo was het ook in het ga- val-Muylwyk. Hoe het ook zy, voor die vraag is het be slissend of en hoe aan die toeigeningsdaad het misdrijf is voorafgegaan. Nu heeft de Officier van Justitie betoogd, dat Muylwyks betrekkelijke armoede eene aanwijzing is tegen den beklaagde. Vervol gens heeft de Officier uit die armoede ge concludeerd, dat de rijke buit is verdeeld en <»r derhalve medeplichtigen moeten zijn geweest. Deze veronderstellingen van den Officier

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 9