AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de e e mlander"
TWEEDE BLAD.
l|pi
s mmmrnrn&
24ste Jaargang
No. 160
Donderdag
knuari IS2S
De Waiersnood.
In en om Deventer.
De toestand door het hooge water in en ,om
Deventer ontstaan, is Dinsdag nog verergerd,
doordat nu ook een Noordelijk buitenwijk
met groote heeienhuizen cn kleinere burger
woningen en tal van winkels is bedreigd door
het van den Zwolschcn weg *af opdrin
gende water. Deze wijk, buiten den Noorden-
berg genaamd, wordt beschermd dooi een
zomerdijk van den Zwolschen weg of tot bij
den IJsel, direct voor Anlcersmit's katoenfn-
brieken. Dit dijkje is in allerijl versterkt met
zakken zond en rijswerk en hield het gister
middag nog uit. Aon den kant der katoen-
fabrieken ontstonden scheuren, welke gedicht
zijn. Men is er op voorbereid, dat de wijk
onder water komt te staan, cn houdt alles ge
reed kistdammen zijn gelegd voor de laag
gelegen spoorviaducten, welke toegong ver-
leenen tot de voorstad.
Aan de zijde van Diepenveen, in de reeds
ondcrgeloopen wijken Hoven en de Steenen
kamer, werden de achtergebleven bewoners
met bootjes van het noodige en van de post
bestelling voorzien. Do telefonische verbinding
met deze buurtenis verbroken. Het water
stroomt er door deuren cn ramen binnen. Het
Knutteldorp en de daarna eveneens onderge-
loopcn wijk bij Hoornwerk, hebben het kwaad
te verantwoorden, nu ook daar hel water in
de huizen staat. Voor hen, die nog in de hui
zen bleven, bezorgt men levensmiddelen per
roeiboot. Een 28-tal bewoners van het hier
slaand jonggezellcnhuis is gehuisvest in do ka
zerne der cavalerie. In de straten staan nog
ontredderde luxe- en vracht-auto's, waarmede
men door het water de huizen wilde bereiken
cn die terecht kwamen in kuilen, door het wa
ter in de straten geslagen.
De meelfabriek van de firma Noury cn Van
der Lande werkt niet meer en levert evenmin
iets af, evenals de Ovcrijselsche Ijzergieterij
cn Machinefabriek, welke geheel door het wa
ter ingesloten is. De gasfabriek staat in het
water. Men heeft do stokerij met kistingen be
veiligd, cn hoewel de rookkanalen vol water
staan, werkt de fabriek nog. Het Roode Kruis
is hier gemobiliseerd en verstrekt nachtleger
voor de in scholen gehuisveste vluchtelingen
in de stadsgedeelten. Aan den IJselkant dringt
het water al verder de straten in. De hout
handel van de firma Stoffel tracht haar hout
voorraden nog in veiligheid te brengen.
Het Pothoofd, de Zaagmolenstraat, de Lage»
straat cn de Ravenstraat staan blank; de be
woners zijn verdreven. Men tracht nu weer
een nieuwen dam te leggen in de Lange Zand
straat, om daar het water opnieuw te keeren.
In deze buurt bevindt zich ook het onder-sta
tion van het clectriciteitsbedrijf, dat men door
kistdammen heeft beveiligd Men pompt met
een motorpomp en een motorbrandspuit het
water uit de grachten, om zoo te voorkomen,
dat het spoorstation onderloopt.
In de omgeving van Deventer wordt de toe
stand steeds zorgelijker Wel houdt de kistdam
op den Rijksstraatweg tusschen Zuiphcn en
Voorst het nog uit, zoodat de hoofdcommuni
catie tusschen Deventer en Zutphen over den
linker IJseloevcr nog gehandhaafd kan blijven.
Echter is thans de Bandijk bij Corlenoever
onder Brummcn doorgebroken, waardoor het
water van achteraf op Voorst kon binnendrin
gen. Te Voorst brengt men de vluchtelingen
in de openbare school. Burgemeester baron
Van der Feltz doet de geïsoleerd liggende hoe
ven in den polder „Do Voorster Klei" geregeld
van het noodige voorzien. Het kasteel Nyen-
beek met eenige boerderijen iigt geheel ge
ïsoleerd. Onder Wilp loopen door het water
ondermijnde huizen gevaar voor instorten. Van
een der boerderijen in den Wilpschcn Kleipol-
der, de Tperenberg genaamd, is het vee per
schuit weggehaald; het stond reeds ver in het
water. De paarden bereikten zwemmend den
vasten wal op den dijk bij Wilp.
VIANEN OVERSTROOMD.
Dc toegangsweg naar 't stadje staat, zoover 't oog reikt, blank.
Rondom het geteisterde Reeuw ijk.
Dinsdagmorgen heeft de Commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland, de hear
E. C. Baron Swecrts de Landas Wyborgh, eer.
bezoek gebracht aan den geteisterden poldei
Vettenbroek.
De Commissaris was vergezeld van zijn re
ferendaris mr. Van Blombergen.
Per auto uit Den Haag gekomen, werd de
Commissaris te Gouda in hotel „De Zalm"
verwelkomd door den burgemeester van Reeu-
wijk, den heer L. .T. Lucosse. Daarna werd
naar Recuwijk gereden, waar op het gemeen
tehuis de toestand werd besproken.
Dc Commissaris stelde het ten zeerste op
prijs, dat dc besturen zoo zeer voor hun. be
langen opkomen. Hij was reeds gedeeltelijk
op de hoogte door dc inlichtingen, welke dc
ir. van den Rijkswaterstaat, mr. Van Elztélinge
hem had verstrekt.
De commissaris schonk een belangrijke gift
teT leniging van den nood.
Daarna werd een bezoek gebracht ean het
geteisterde gebied.
Te één uur vei trok de commissaris met den
referendaris naar Zwommerdam om ook dnai
een onderhoud te hebben met de desbetreffen
de autoriteiten. Ook tc Zwammerdam heeft do
commissaris een belangrijke gift gegeven Wij
hadden nog een ondcihoud met den burge
meester van Recuwijk, den heter Lucasse.
Deze sprak den wcnsch uit dut deze ramp
oorzaak zou worden tot algehecle droogleg
ging der plassen. Het rapport is reeds in het
bezit van het tijk. Rijk en provincie zullen
echter moeten bijspringen, daar de polders
niet olies uit eigen kas zullen kunnen betalen.
Dc hecren lieten zich echter hierover niet uit
Een bedrog van de schade kon nog nic-t ge
raamd worden. Het zal echter zeer hoog zijn.
Wat de medewerking betreft, deelde de
burgemeester nog. mede, dat hij deze uit
Gouda ton zeerste ondervindt. Noodwoningen
zijn gezonden, terwijl nog over ■beddegoed be
schikt kan worden. In vergelijking met d'e ramp
in de andere streken van het land, aldus do
burgemeester, is die van Vettenbroek, ofschoon
er woningen totaal zijn verdwenen, niet zoo
groot. De doorbraak isechter te onverwacht
gekomen, wat den toestand verergerd heeft.
Donderdag a.s. zal de directeur van het
Rijksbureau van Ontwatering Jhr. van Pon
huizen een bezoek brengen aan de overstroo-
mïng te Vettenbroek. (Tel.)
De verantwoordelijkheid voor den
toestand der dijken.
Het Hdbl. verneemt van een van zijn con es-
ponden ten
Wij hebben te bevoegder plaatse deze vraag
gesteld„Welke is de verantwoordelijkheid
van den Staat voor den toestand dér dijken,
die nu op verschillende punten bezweken zijn
Het antwoord luidde, dat de staat daarvoor
geencrlei verantwoordelijkheid heeft.
Dc staat heeft alleen den eigendom der ri
vieren. Dientengevolge komt de zorg voor de
zomerbedding voor zijn rekening. De staat
maakt, dat de rivierbedding in goeden torstand
is, dat de normale hoeveelheid water, die des
zomers wordt aangevoeld, zonder bezwaar kan
afvloeien. De uiterwaarden cn de dijken langs
de rivieren zijn echter eigendom der naast ge
legen polders. En de verantwoordelijkheid
voor den toestand der dijken rust dientenge
volge uitsluitend op dc polderbesturen.
Dat is sedert ecuwen zoo geweest. De sterke
onafhankelijkheidszin, die ons volk, kenmerkt,
is oorzaak, dat onder de regeering des lands
niet alleen dc provinciën cn gemeenten, maai
ook de waterschappen co veenschappen gen
volkomen zelfstandig autonoom bestuur vor
men.
En sedert eeuwen is ons waterschapsrecht
ook gegrondvest op den regel
Wien het water deert.
Die het water keert
Deze grondregel, welke de verantwoordelijk
heid der polderbesturen voor den toestond der
dijken vastlegt, is een uitvloeisel, een gevolg
van de bijna absolute autonomie der water
schoppen. Deze hebben, in staatsrechtelijken
zin, een welhaast onbeperkte vrijheid van han
delen. Maar die brengt dan ook mede, dat dc
polders dc lasten der bedijkingen dragen.
Hoe dc waterschappen de waterkeering wil
len regelen, moeten zij dus zelf weten. In het
algemeen nemen zij echter, gelijk de practijk
aanwijst, een minimum risico op zich,
zoools dat in vaktermen schijnt te luiden. On
der dit minimum risico wordt het volgende
verslaan. Dc dijken worden niet zoo hoog ge
maakt, dat zij den hoogst denkbaren water
stand (in relatieven zin natuurlijk) kunnen kee
ren, maar slechts zoo hoog, dot zij den water
stand keeren, die not muul-nbnormaal voorkomt
Dit lijkt een contradictio in terminis, maar is
het toch niet.
Onder een normaal-abnormalen stand moet
men namelijk verstaan een waterstand, die
eenmaal in een groot aantal jaren de polders
met overstrooming of doorbraak bedreigt.
Op abnormaal-abnormale standen wordt nu
bij den bouw der dijken in het algemeen
(wij drukken ons gaarne voorzichtig uit) door
polderbesturen blijkbaar niet gerekend. Dat is
nu, wat wij in dit geval onder het minimum
risico dienen te verstaan, dat polderbesturen
slechts willen nemen. Zij loopen liever het ri
sico eenmaal in een bepaald aantal jaren over-
stroomingsschadc te lijden, dan telken jare een
zooveel hoogcr bedrag aan rente en aflossing
voor hoogere bedijkingen te moeten opbren
gen. De polderbesturen leggen in dit opzicht
dus een zuiver cconomischcn maatstaf aan.
Een ramp, zoo uitgebreid, met zoo schade
lijke gevolgen als die van DecemberJanuari,
doet intusschcn wel de vraag opkomen of de
ze economische maatstaf niet geheel verkeerd
is, of het minimum-risico der waterschappen
niet veel schadelijker is dan de polderbesturen
over het algemeen jncenen. Met andere woor
den dus, of het niet onverantwoordelijk is ge
weest, dat de dijken in den betrekkei ij k
zwakken toestond zijn gebleven, waarin zij wa
ren, niet berekend dus op obnorinoal-abnor-
mole waterstanden (om deze eenigszins vreem
de benaming maar even tc handhaven.)
Een oudere viaag is, of ons tegenwoordig
waterschapsrecht, op don grondslag der auto
nomie onzer waterschappen, de bevolkingen
der polders wel voldoende beschermt tegen
rampen als deze, ol een centraal gezag met
\y
v».-! V>.V5<VV-
Bij Moók is dc stand van 't water zoo hoog. dat dc dijk, hoewel zooveel mogelijk versterkt, hier cn daar overstroo md i^. Onze foto loont een deel van den rijksweg Nijmegcn-
Maastricht, waar 't water zoo hoog staat, dat de wegwijzer .van den A.N.W.B. maar nauwelijks meer te zien is.
dwingende bevoegdheid niet boven de auto
nome waterschappen moet worden gesteld. Dat
is echter een vraag van zoo diep-ingriipende
betcekcnis, dat wij haar thans maur niet ver
der zullen bespreken. Het is echter zoo vreemd
niet, dat zij opkomt, wanneer men moor meer
hoort uit de practijk van ons poldcrleven. Het
geval doet zich wel voor. dat de dijken op
bepaalde plaatsen langs de rivieren verster
king of verhooging behoeven, maar dot do
polderbesturen nun beide kanten der rivieren
op eiknor wachten tot de ander begint.
Want als don de een den dijk aan dc een»
zijde der rivier bijv. 20 c.M. hooger heeft ge
maakt, dan maakte de ander den dijk aan do
overzijde 40 c.M. hooger, teneinde daardoor
een extra-beveiliging van den eigen polder te
vekrijgenten koste natuurlijk (wanneer de
waterstand heel erg hoog zou worden) van den
anderen polder. Dat komt heusch voor.
In zulke omstandigheden zou een centraal
gezag, met dwingende bevoegdheid boven de
polderbesturen gesteld, zeer in het belang van
de poldcrbevolkingcn werkzaam kunnen zijn.
Muar, zooals gezegd, wij zullen dit punt ver
der laten rusten.
Op het oogenblik hebben wij, aan de hand
van de inlichtingen ons te bevoegder plaatse
verstrekt, slechts willen aantoonen, dat niet
de staat, maar dc polderbesturen verantwoor
delijk zijn voor den toestand der dijken. De
staat kan, onder het tegenwoordig water
schapsrecht, door de waterstaats-ingenieurs
den polderbesturen slechts voorlichting laten
geven, meer niet.
HOOGWATER EN VERKEERS-
BELEMMER1NGEN.
In deze dagen van rampspoed, nu het hoog
water wederom ons land teistert, blijkt op
nieuw hoezeer onze groote rivieren de ver
schillende deelen des lands scheiden cn welk
een dringende behoefte er bestaat aan vaste
verbindingen ten behoeve van het verkeer.
Bij een calamiteit als we nu beleven he
laas, en waarbij heele landstreken overstroomd
worden, zou weliswaar in menig geval ook
een vaste brug nog niet afdoende helpen, om«
dat bij dit abnormaal hooge water ook be
langrijke verkeerswegen onder water staan
maar dergelijke rampen behooren gelukkig tot
de uitzonderingen.
Geen uitzondering is evenwel, dat in den
winter, of in het voorjaar door ijsgang, of
door den was der rivieren, het doorgaand ver
keer belemmerd, en zelfs geheel gestremd
wordt bij de rivierovergangen waar dat ver*
keer zich nog altijd, bij gebrek aan vaste ver
bindingen moet behelpen met overzétverea-
Ons waterrijk, door breede rivieren door
sneden land telt een groot aantal veren In
het handboekje van den A.N.W.B. vult de
lijst van stoomvaartlijnen cn veerdiensten, die
voor toeristen van belang zijn vijf compres
gedrukte bladzijden. Het jaarboekje van den
B.B.N. vermeldt 175 overzetveren, geschikt
voor vracht- cn personen-automobielen.
Die veren zijn een echte nationale instel
ling; ze behooren eigenlijk bij ons landschap,
evenals de molens cn kunnen ol even pitto
resk zijn. Maar terwijl reder rechtgeaard Ne
derlander het verdwijnen van de schilderach
tige molens uit het vaderlandsche landschap
betreurt, zou hij er wel graag wat voor over
hebben om die pontveren maar liefst zoo
gauw mogelijk kwijt te raken.
Het zijn zulke lastige vcrkeers-obstokles.
Ook in gewone tijden.
Een ramp als we nu voor onze oogen zien ge
beuren, mag niet als maatstaf gelden; maar in
niet zoo heel abnoTmade, immers jaarlijks te-
rugkecrende omstandigheden, wanneer het wa
ter in dc rivieren wast, de schipbruggen moe
ten worden weggenomen en dc gierponten den
dienst moeten staken, omdat ze niet langer
bestand zijn tegen de driftigen stroom, of de
aanlegplaatsen onder water staan, ligt daar
plotseling het verkeer sti^. Dat blijkt in deze
dagen van beproeving in erger mate dan an
ders cn nu is ook de algemeene belangstelling
er meer don anders op gericht, maar feitelijk
blijkt het bij elke hoogwater-periode cn even
eens telkens bij ijsgang.
Nog maar kort geleden heeft men dat voor
den zooveelsten keer ondervonden, tijdens do
korte vorstperiode, die we in het begin van
December hebben gehad. Het is misschien
niet van algemeene bekendheid, en daarom
kan het geen kwaad er hier de aandacht eens
Op to vestigen, dat in die dagen de eenige
verbinding met dc zuidelijke provinciën het
veer over het Hollandsch Diep bij Moerdijk
is geweest. De schipbrug bij Arnhem was we
gens het drijfijs weggenomen; te Kuilenburg
cn te Zalt-Bommel was het niet mogelijk van
het wagenveer gebruik te maken, zoodat auto's
cn andere voertuigen daar onverrichter zake
moesten terugkeeren; ook de schipbrug bij
VreeswijkVianen was weggenomen en eerst
later, nadat het verkeer er totaal gestremd
was geweest, werd daar een pont in de vaart
gebracht. Van alle hoofdverkcerswegen naar
het zuiden was dus alleen die ever Willcms-
dorp—Moerdijk nog bruikbaar.
Het behoeft geen nadere toelichting hoe
hierdoor het geheele verkeer met Brabant en
Limburg cn met een groot deel van Gelder
land ontwricht werd en alleen aan de toeval
lige omstandigheden dat de vorst niet lang oan-
Iiicld is het toen te donken geweest dat de
verkeersstremming, geen erger proporties aan
nam* met .de daaraan verbonden, niet tc on
derschatten economische nadeelen. Hoe het
thans zal afloopen is nog niet te overzien.
Maar afgescheiden van dezen zeer buitengewo-
ncn toestand, leiden dc ieder jaar bijna regel
matig terugkeerende stoornissen tot de slotsom
hoe dringend noodig het is, op de voornaam*
ste verkeerswegen van ons land de verendienst
die daar zulke hinderlijke verkeersobstakles
vormt door vaste verbindingen te vervangen.
De Provincie Gelderland heeft een goed
voorbeeld gegeven, door de bekende opdracht
van God. Staten aan een commissie van des
kundigen, om te onderzoeken, te welker plaat
se en lettend op de eischen van het doorgaand
verkeer en daarnevens op de belangen van
de betrokken gemeenten, een overbrugging
van Waal, Rijn en IJssel ware tot stand to
brengen.
Het vraagstuk van de vervanging der druk
ste veren door voste bruggen staat op'eens
weer midden in de algemeene belangstelling.
Meer dan ooit is dfeze vraag van een drin
gende urgentie geworden.
Men grijpe in, zoo spoedig mogelijk.
Een groot landsbelang is cr mede gemoeid!