AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
bïnnenland.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
De Tijger van het Mercato.
24ste Jaargang
No. 175
Maandag
25 Januari 1926
KONINKLIJKE BESLUITEN.
Bij kon. besluit is aan N. Simonsz op zijn
verzoek met ingang van 15 Maort cer\ol ont
slag verleend als burgemeester van de gemeen
te Horlingen en is tijdelijk benoemd tot leeraar
aan 03 R. H. B. S. te Groningen W. H. Strui-
wig, lc Groningen.
DE KABINETSCRISIS.
Extra-parlementair kabinet onder
linksche signatuur. Voorloopig geen
publicaties van dr. De Visser.
De pnrlementsredoctcur van het Volk
schrijft
Naar wij uit goede bron vernemen, heeft dr.
De Vissor,nadat hem gebleken was dat zijn
pogingen in de richting van een cxtra-parlo-
xnentair kabinet onder rechtsche signatuur niet
met goeden uitslag zouden kunnen worden be
kroond, dc mogelijkheid onderzocht van een
extra-parlementair kabinet onder linksche sig-
natuur,wclk onderzoek geleid heeft tot een
contact met mr. Limburg, uit welk contact dr.
De Visser den indruk kreeg, dat mr. Lim
burg niet ongenegen was, pogingen tot vor
ming van zoodanig cxtra-parlemcntair kabinet
aan te wenden, hetgeen di. Dc Visser aanlei
ding heeft gegeven aan de Koningin te adv5-
seeren, aan mr. Limburg opdracht tot vorming
van een extra-parlemenloir kabinet te vcrlee-
nen.
In verband met de pogingen van mr. Limburg
tot kabinetsformatie zal, naar het Volk voorts
verneemt, dr. De Visser op dit oogenblik niet
overgaan tot publicaties van den gang van
zaken bij zijn. formatiepogingen.
HET VERKEER TUSSCHEN NEDERLAND
EN DUITSCHLAND.
Geen visum meer noodig.
De minister van buitenlandsche zaken brengt
ter algemeenc kennis, dat op I Februari in
werking treedt een met de Duitsche regeering
getroffen regeling, waarbij in het verkeer tus-
schen Nederland en Duitschland de wederzijd-
sche ond-erdanen voor het vervolg worden
vrijgesteld van het verplichte bezit van een
pasvisum.
De voor de Nederlandschc onderdanen van
belang zijnde bepalingen luiden in hoofdzaak
als volgt
Nederlandschc onderdanen die zich naar
Duitschland wenschen tc begeven, moeten
voorzien zijn van een geldig buiten lands ch pas
poort te hunnen name, waaruit hun Nederlond-
sche nationaliteit uitdrukkelijk blijkt.
Kinderen beneden vijftien jaren behoeven
geen zoodanig paspoort te bezitten zij kun
nen volstaan met eene ambtelijke verklaring,
afgegeven door den burgemeester hunner
woon- of verblijfplaats in Nederland of door
den commissaris der Koningin in d*e provin
cie, waarin die woon- of verblijfplaats is ge-
legen, en vermeldende naam en voornamen,
leeftijd, onderdaanschap en woon- of verblijf
plaats van het kind. Bij kinderen boven 10 ja
ren moet deze verklaring voorzien zijn var»
een fotografie, welke is afgestempeld door do
overheid, die de verklaring afgeeft.
Ingeval van gezclschapsreizen naar Duitsch
land voor wetenschappelijke, economische of
dergelijke doeleinden (hieronder vallen o.m
studiereizen, bedevaarten of processies, bezoek
of deelname aan muziekwedstrijden of uitvoe
ringen, tentoonstellingen, markten en sportdc-
monstraties of -wedstrijden, terwijl daarente
gen orbeiderstransportcn zijn uitg'esloten),
waaraan hetzij alleen Nederlanders, hetzij Ne
derlanders en Duitschers deelnemen en waar
bij alle deelnemers zoowel op de heen- als op
de terugreis gezamenlijk de grens overschrij
den, wordt geen paspoort van ieder hunne'
geëischt, doch kan worden volstaan met een
collectieve lijst, vermeldende het doel der reis.
alsmede de namen, voornamen, nationaliteit en
woon- of verblijfplaats van ieder der deelne
mers. Zijn alle deelnemers inwoncs eener
zelfde gemeente, dan kan dc burgemeester die'
gemeente de collectieve lijst afg'c-vcn. Wonen
zij daarentegen in verschillende gemeenten
pencr zelfde provincie, dan moet de lijst wor
den afgegeven door den commissaris der Ko
ningin in de provincie, terwijl ingeval van
woon- of 'verblijfplaats in meerdere provin
ciën, er provinciesg^wijs lijsten moeten worden
opgemaakt.
Ondsnks bovenvermelde bepalingen kan aan
Nederlonders, die ongewenscht of gevaarlijk
worden geacht met het oog op de handhaving
der openbare orde of veiligheid in Duitschland,
ten allen tijde de toeloting op het Duitscho
grondgebied worden geweigerd, cn kunnen
zij, die zich daar reeds bevinden, om die re
denen worden uitgezet.
De in Duitschland geldende bepalingen no
pens de aanmelding, het verblijf en de uilzet
ting van buitenlanders, alsmede nopens de be
scherming van de binnenlondsche arbeidsmarkt
tegen de overbelasting met buitenlandsche ar
beidskrachten, blijven in hun vollen omvang
van kracht.
Tegelijkertijd is een regeling tot stond geko
men tot vergemakkelijking van het z.g.n klei
ne grensverkeer tusschen Nederland en
Duitschland. De voornaamste bepalingen var»
deze regeling, die op I Mnart 1926 in werking
treedt, zullen nader worden bekend gemankt
Tot 1 Maart o.s. blijven de geldende bepalin
gen van kracht, met dien verstande evenwel
dat een visum reeds van 1 Februari o.s. ef niet
meer vereischt is.
DE KWESTIE VAN* DE DUBBELE
BELASTING.
Uitzicht op een verdrag met
Duitschland?
Het Tweede Kamerlid, dc heer Van Gijn.
heeft dc volgende schriftelijke vragen tol de mi
nisters van Finonciën en van Buitenlandsche
Zaken gericht:
Zijn de ministers bereid mede tc deelen, of
er uitzicht bestaat, dat er binnenkort een ver
drag betreffende dubbele belasting, als bedoeld
in artikel 101 der Wet op dc Inkomstenbe
lasting, met het Duitsche Rijk zal tot stand
komen?
En zoo neen, zijn dan de ministers bereid
mede tc deelen, waardoor de totstandkoming
van zulk een verdrag vertraagd wordt?
NEDERLAND EN DE BELGISCHE
ONZIJDIGHEID.
In de Belgische Kamer.
In het uitvoerig verslag, dat het „Hbld. v.
Antw." geeft van de zitting der Belgische Ka
mer, waarin het ontwerp tot goedkeuring van
het Verdrag \an Locarno weid behandeld,
lezen wij, dat daar de quaestic in hoever Bel
gië tegenover ons nog is gc-bonden aan zijn
onzijdigheid, vrij veel aandacht vond.
De heer v, Cauweloert zei de volgens dil
verslag o.a.
„Naar den vorm is hot verdrag- tusschen Hol
land en België niet afgeschaftmaar in feite
bestaat het niet meer. De Belgische onzijdig*
heid werd afgeschaft door <2e wijze zelf waarop
België door Duitschland aangevallen werd"
De heer Vos interrumpeerde
•„De Belgische ïegeerirvg te Sinte-Adresse
steunde op het onzijdigheidsverdrag om som
mige voordeelen te eischcn."
Daarop antwoordde dc lieer Van Cauwe-
laert
„Daarin ligt geen tegenstrijdigheid. Dc inval
in België hud plaats tegen alle verplichtingen.
Daarom hadden wij recht bijzondere voordeden
te eischen, maar toch mag men zeggen dat de
onzijdigheid van België door den Duitschen
aanval te niet gedaan werd.
Ook waaigdc noch Holland noch een andere
mogendheid het na den oorlog te zeggen, dat
het onzijdigheidsverdrag in rijn vroegeren vorm
moest gehandhaafd wo;den. Daar het onzijdig
heidsverdrag d-or dc feiten te niet gedaan
werd, waren onderhandelingen noodig, om het
even welke regeling voorgestaan werd.
België vergat geenszins, dat de quaestic ook
Holland aanbelangde. In 1920 reeds werden
ondeihandelingen tusschen België en Holland
aangeknoopt, om het verdrag van 1839 doei
een nieuwe regeling te vervangen. Die onder
handelingen werden verleden jaar hecvat. Ik
hoop, dat een H o 11 a n ds ch -Belgisch verdrag
eciiar.g door de grootc meerderheid van ons
parlement zal goedgekeurd werden.
Overigens, Holland erkent dat onze onzijdig
heid in feite vervallen is. vermits wonneer Be'-
gië in den Volkenbond is getreden, de regceA
ring van Den Haag daartegen geen vc-rzet
heeft aangoteokend en de Belgische regeering
geen uitleggingen nopens haar onzijdigheid
heeft moeten verstrekken, zoo als zulks wel
het geval, bij voorbeeld, voor Zwitserland is ge
weest. De ermuarde Holjandschc leereer
Struycken. ongelukkig tc vroeg gestorven,
was die meerling toegedaan."
Oud-minister Jas par deed in dit debat °P-
mevken
„Tegenover Holland hebben wij slechts het
verdrag van IÖ39. Het is nog altijd van kracht
zoolang het Hollandsch-Bc-Igi >t!i veidrag van
Maart 1925, en door don heer Hymnns te
's-Hage ondertcckend, door de beide porlemen-
tcn niet bekrachtigd."
Uit de rede van minister Vandcrvelde knip
pen wij
„De hceren Jaspnr cn Von Cauweloert heb
ben ann M. Vos geantwoord, dat onze onzij
digheid docr den Duitschen inval werd opge
heven. Wij zijn in den Stulcnbond getreden
zonder voorbehoud. In dc inleiding van het
verdrag van Locarno stelt men het vervallen
onzer onzijdigheid vast. Dc vei dragen van
1839 werden stilzwijgenderwijze opgeheven
Wil dot zeggen dot wij tegenover Holland
onze politiek niet duidelijk moeten bepalen
Moor wij deden het reeds herhaaldelijk Ik
deed het n°CT u's antwoord op een vraag die
mij onlangs door M. Vos aangaande de af
schaffing van de Belgische onzijdigheid ge
steld werd.
M. Vos vraagt of het vaststellen van de af
schaffing van de Belgische onzijdigheid in de
inleiding der overeenkomst van Locarno reet
voorbarig is en geen schadq kon berokkenen.
M. Vos verwart het afschaffen van de on
zijdigheid met het erkennen von die afschaf
fing. Daar de Belgische onzijdigheid door een
dtr borgen geschonden werd, was België
slagen van elke verplichting cicnaangatind^-'n
gaf gedurende den oorlog reeds te kennen
ckt hot niet wilde terug in het bezit komen
var. een internationalen rechtstoestand die be
lemmerend werk+ en waarvan de ondoeltref
fendheid ols wnarbcrg onzer veiligheid geble
ken waS. De afschaffing van de onzijdigheid
werd nu eens stilzwijgend, can eens uitdrukke
lijk sedert den wapenstilstand meermaals door
dc verbonden mogendheden erkend de laat
ste erkenning was de paragraaf van Cc Inlei
ding der Rijnakte docr den heer Vos in zijn
vraag bedoeld, cn dat pact draagt eveneens
het handtceken der Duitsche regeering, reeds
gebonden cbor artikel 31 van he»t Verdrag
van Versailles.
Holland, zijnerzijds, maakte geen voorbe
houd bij de intrede van België in den Staten
bond zonder, beperking- Zoo het Belgisch-Hol-
landsch ven drag zich met de qunesiic bezig
houdt, dan is het om in de teksten te brengen,
wet in feite en in rechte sedert verscheiden
jarc-n Tceds werkelijkheid is.
Dus vraag ik mij of wnt deze debatten be-
teekenen, die men b.'j elke gelegenheid her
halen wil, wat betreft onze politiek met Hol
land
Do heer Vos wees er op, dat dc opmer
king van den heer Jn&por niet k'opio met de
opvattingen van den heer Van Cauwelaert en
minister Vanderveldc.
De eerste betwistte dot in zijn repliek, be-
loogcnde
„Duitschland heeft door zijn aanvul in 1914
in het tractoat van 1839 een scheui (gebracht
die niet op de oude wijze kon hersteld worden
België bleef onder den oorlog de voorrechten
van zijn onzijdigheid behouden. De overeen
komst van Den Haag zegt het duidelijk. En di*
gold te meer voor België omdat wij stondsr-
onder do verplichte onzijdigheid, volgens in
teinationale overeenkomsten aan ons land op
gelegd. Rechtskundig gesproken Weef dus Bel
gië onder den oorlog eene onzijdige mogend
heid.
Maar de geschapen staat van zaken heef»
aan het oude verdrag ven neutraliteit zijn 1°~
ver.skracht ontnomendaarom wordt »n be'
tiactaat van Versailles voiklaard dot de Bel
gische neutraliteit vervallen is.
Dc coniractcerende mogendheden verklaar
den, dat het tractaat van 1859 niet meer be
antwoordde ann de bestaande toestanden en
d? onzijdigheid dus had opgehouden. En ik
heb er bijgevoegd dat °°h tegenover Holland
een nieuw verdrag noodzakelijk was, om onz»
verhoudingen voor de toekomst te regelen.
En wij zijn reeds in bespreking -geweest mo:
Holland om tct een andcc verdrag te komen
Ik \oegde er nog bij, dat in Holland's houding
tegenover België meer don eens dc erkenning
lag dat in feite de onzijdigheid opgehouden
hed te bestean."
DE MÏDDENSTANDSRAAD.
In de laatste vergadering van den Midden-
standraad zijn o m. de volgende punten be
handeld
Openbare aanprijzing van mid
delen tegen ziekte.
De besprekingen omtrent het wetsontwerp
betreffende het met openbare aanprijzing in
het verkeer brengen van middelen tegen ziek
ten, werden voortgezet.
Ditmaal deed dc Rond zich voorlichten door
de heeren dr. J. J. Hofman, voorzitter van do
Ncderl. Mpij. tot bevordering der Pharmocie
en dr. J. J. Lijnst ZwHcker, ingenieur bij den
Octrooiraad.
Dc Raad stelde als voorloopige conclusie
vast dat de voorgestelde regeling in het al-
genvaen te ver gaal en zij slechts behoort ie
gelden voor die middelen, welke ah» gevaar
lijk voor de gezondheid zijn aan te merken
deze middelen zouden alleen door apothekers
mogen worden afgeleverd, doch uitsluitend
volgens medisch voorschrift De verkoop var.
andere spéeialité's zou dus ook den drogist
moeten vrijstaan.
R ij ksinkoopbur euu
Dc commissie inzokc het RijksLnkoopbureau
diende een uitvoerig ropport in naar aanlei
ding von dc cpmerkingen van den Directeur
van gemeld bureau op de conclusies der com
missie omtrent de werking van het bureau.
Ook dit rapport zal den Directeur ter kennis
worden gebracht mat verzoek zijn eventueelp
opmerkingen ter zukc tc mogen vernemen
Dnama zal de Raad zijn definitief advies vast
stellen.
\V celdevcrterir.gs-belasting.
De Raad stelde hieromtrent zijn advies
vastdaar deze aangelegenheid van vertrou
welijk karakter is, kunnen geen mededeeUn-
gen omtrent den aard van het advies worden
gedaan.
Weren wc L
Dc Raad verklaarde zich accoord met de
voorstellen van een commissie uit cenige leden
van den Nijverheidsraad en een lid von der»
Middenstandsraad bestaande commissie inzake
de Warenwet, welke voorstellen wenschen be
vatten t. o. v. de toepassing der Warenwet en
de vertegenwoordiging in dc commissie cn .i
17 van genoemde wet. Het ligt in dc bedoeling
om, zoo ook de Nijverheidsraad t met dez»
voorstellen accoord gaat een gemeenschappe
lijk schrijven ter zake tot de Regeering to
richten.
Cadeaustelsel
Hoewel dc Raad het noodig acht dat opge
treden wordt tegen het hand over hand toene
men van het misleidende „cadeaustelsel"
meende hij dot vooralsnog niet op wettelijke
maatregelen daartegen moet worden aange
drongen het is in dc allereerste plaats dp
georganiseerde middenstand v/elke ck? bestrij
ding ter hand heeft te nemen.
Fouten het distributiestelsel.
Als gevolg van dc aanvallen tegen het be
staansrecht van den Middenstand gericht,
heeft deze tot dusver groolondccls moeten
volstaan met het verdedigen van zijn tegen
woordige positie, zoodat niet systematisch
aandacht kon worden gewijd aan het opsporen
ven eventueele fouten in het huidige stelsel der
distributie cn het verbeteren daarvan.
Naar aanleiding van een nota von het toen
malige lid van den Raad den heer K. Meima.
heeft indertijd de Middcnstondsroad het vraag
stuk van het al dan niet teveel ann vakgenoo-
ten onder de oogen gezien en omtrent het te*
zake uitgebrachte rapport het oordeel van
de aangesloten organisaties ingewonnen.
Mede in verbond met het voornemen van d*
Regeering om aan een sub-commissie uit d»
commissie voor economische politiek op to
'dragen na te gaan, welke factoren de „prijs
vorming" beïnvloeden, werd besloten een
leidraad 1- ontwerpen -voor een werkplan eenct
commissie uit den Raad, welke in het bizon
der zal nagaan of cn in hoeverre rechtmatige
grieven tegen de huidige wijze van distributie
bestaan cn welke middelen tot verkrijging van
een betere wijze van distributie aangewend
zouden kunnen worcen.
DE ONTDEKKING VAN DE
KANKER-PARASIET.
Mededeel in gen van prof. van Calcar.
Op zijn vorige college, aldus de Tijd, had
prof. R. P. van Calcar, Koogleeraar in <?p
bacteriologie, gezondheidsleer en geneeskun
dige politie aan de Rijksuniversiteit te Leiden,
zijn studenten medegedeeld, dat hij erin ge
daagd was, d? kanker-parasiet te ontdekken
*n hieromtrent in zijn college van Zaterdag
morgen, nadere incdedeelingen zou deen. Van
daar de meer dan gewone belangstelling onder
de medische studenten voor deze les. De col
legekamer in het ziekenhuis bood nauwelijks
voldoende plaatsruimte.
Het college van den liooglceraor 'nat zich,
volgens het blad, als volgt resumeoren
Prof. van Calcar herinnerde aan do metho
den, bij zijn onderwijs te volgen, en dot hij
evenals Pasteur, bij zijn wetenschappelijk weik
het idee toetste aan hot experiment Hij had
een ,Jdëc prnceoncuc" over den kanker cn wel
een protozooire theorie.
Dank zij dc hulp van zijn personeel luid hij
rle volgende cigcnschuppcn van de kankercel
len gevondenzij kunnen zich voortbewegen
docv het uitzenden van hun uitloopis (Amoe
boid bewegelijk). Zij kunnen andere cellen op
eten (Phugccyteoren), want men vind» in do
kankercellen brokken von andere, van ïoode
bloedEchttampjas cn pigment.
Het pigment wordt vei kregen door afbreking
dei coode bloedlichaampjes. De kankercellen
moeten tot dit afbreken ferment bezitten. Een
eenvoudige protczoe bezit al deze funciies.
Een cel heeft slechts dén von deze functies.
De kankercel schijnt dus von hoogcre ontwik
keling te zijn.
Er waren tot nu toe drie methodes van on
derzoek nae.r het kanker probleem bekend. Ten
cciste dc Jopansche proeven, n.I. de bestrij
king van de huid van een muis mr-t teer, waar
door kanker ontstond, vervolgens dc mogelijk*
heind van het opwekken van kanker door wor
men (spiropt ro neoformans) en ten derde kun
rt.cn kanker doen ontstaan door do tong van
een muis mot haver tc prikkelen.
Deze drie manieren moesten nu onder één
gezichtspunt worden gebracht. Er is een pro*
tozo tc verkrijgen, docr lui vei in cultuur to
bengen. Dam is een geschikter voedingsbo
dem voor tc zoeken. De worm leeft iri den
kakkerlak cn deze in bakkerijen, dus ook in een
omgeving van graandit verband tusschen
haver cn worm is niet voldoende. Op toeval
lige wijze heeft prof. van Calcar gevonden,
dat de lever van honden ontstekimgshaardjes
van woekeringen (gezwellen) van de galgang
bevat, fecide worden veroorzaakt door wormen.
Laat men deze wccmcn rotten, dan kan men
uit de wol men, die ontstekingen hebben ver
wekt, protozoc kweeken. Een muis met teer
besmeerd, leeft in hokken met hooi cn sfoc,
waarin do protozoën groeien. Het gemeen
schappelijke in deze drie soorten vnn kanker-
vcrwekkiivr is dus do protozo.
Pi of. van Calcar was op een avond levende
kankercellen onn het microsccpiseercn cn ont
dekte opeens, hoe in een groote ronde cel
kleine stippeltjes zich geweldig snel heen cn
weer bewogen. Hij heeft daarop een kankercel
mot deze stippeltjes vergeleken met cystten
(bepaald stadium) van het gruan-protozo, dio
hij indertijd hnd kunnen kwecken. Dit had tot
resultaat, dat hij vermoedde, dat deze stip
peltjes inderdaad sporen von protozoën waren.
Prof. van Calcar zette verder uiteen, hoe hij
dc k°ukcr-protozo heeft gekweekt. Protozoën
voeden zich met bacteriën cn moeten daarom
gekweekt in niet-stcricle omgeving, waarbij
moet worden gezorgd, dat do bacteriën dc pro
tozoën niet kunnen verdringen. Hij bracht dno*
om het niet-stctielc kanlccamateriaal, waarin
dan bacteriën waren, op petri-schualtjes. Da
bacteriën kond zich op de cultuur ontwikk**
len cn tot voiedsel dienen van de protozoën. Nft
cenigen tijd nam hij den deksel van dc schaal
cn du bacteriën droogden in wourdoor dus
verbindend weid, dut de protozoën werden ver
dronken cn waardoor men dcz0 dus vrij kreeg.
Een hond, met afgekrabd maagslijmvlies,
werd gevoed met deze protozoën cn kreeg kan
ker. Deze trad cchtei 'veel vlugger cn veel dui
delijker op, wanneer de hond ie voren ochv-
lisch (geen zoutzuur meer in de maag) was ge
maakt.
Hierrr.de is z. i. dus tevens aangetoond, dut
achylic geen gevolg is van kanker, maar een
voorbeschik tluid tot kankei' voimt, wat reeds
in 1870 was vermoed, muar nog nooit vc,t"
doende aangetoond.
Prof. van Calcar zal de volger.de weck Za
terdag het -gesprokene door lantaarnplaatjes
verduidelijken Hij is nnn het cindc van zijn
college geestdriftig toegejuicht.
ZONDAGSHEILIGING.
Een vrijspraok.
Dc rechtbank tc Middelburg heeft uitspraak
gedaan in dc zaak legen den caféhouder J. C.
uit Zoutelnnde, die was vervolgd, omdat hij op
Zondag, op welken dag de cofé's gesloten moe
ten zijn. in een schuurtje rijwielen in bewaring
heeft genomen. De kantonrechter had beklaag
de schuldig verklaard, doch hem geen straf op-
Woorden, door een moeder eens gesproken,
leven soms na jaren op in 't hart.
TEN KATE.
Een roman uit het donkerste Napels
door
HANS POSSENDORF.
50
Snel haalde Carmelo een klein bont
lapje te voorschijn, dat zc aan een koord om
den hals droeg. Het was een amulet van de
Madonna del Carmine, zooals ze voor het por
taal van de beroemde kerk op de Piozza Mer
cato te koop werden aangeboden. Een gebed
tegen de booze geesten mompelend, zwaaide
ze dit lapje boven het bed. Toen nam ze een
korreltje zout in den mond, boog zich over
het gelaot van den slapende, en zei op zach-
ten, zangerigen toon
„Gij, twaalf helpers in den nood I
Laat de witte kunst gelukken.
Jaag de zwarte toovecmacht
Op de vlucht in denkren nacht I
Wil de zieke snel ontrukken
Aon den bitt'ren dood I"
En toen drukte ze vlug een kus op zijn heet
voorhoof
Graaf Ufing sloeg de oogen op. „Carmela
Lieve, kleine Carmela kwam het fluiste
rend over zijn lippen. „Droom ik nog of
ben je het werkelijk?". Hij, tastte met_,matt
vingers naar haar wangen, naar haar krullen
en naar haar kleine, bruine hand.
„Ja, ja, ik ben het werkelijk, Signor Rai-
mondo I U droomt niet meer. En nu zult U
gauw weer gezond worden."
„Jij Waarom bij je gekomen Je houdt
immers niet van me, je hebt me toch ge
zegd, dat je maar met me gespeeld hebt." Een
wanhopig- verdriet lag om den zooeven nog
zoo verrukt lachenden mond. „Of heb ik
dat ook maar gedroomd in mijn koerts Ik ben
zoo verward ik
„Ja, ja, denk maar dat het een nare drcom
was," viel Carmela hem hartstochtelijk in de
rede. „Ik heb U boven alles lief, meer nog,
dan U mij. Ik aanbid U I"
„Cermelq I" Zwevend tusschen geluk en
twijfel omklemde hij als smeckend haar hand
„Maar waarom heb je me dan dot vreese-
lijke gezegd
„Om U te redden, Signor RaimondoMet
een bloedend hart heb ik die leugen gezegd,
omdat U alleen Napels wild? verlaten, als ik
Uw liefde niet beantwoordde. En hier in Napels
werd Uw leven bedreigd, zc-lfs in Uw we
ning. Men heeft U behekst, Signer Raimondo,
dat was Uw ziekte. Maar nu is U gered, de
demon is vernietigd
„Maar kind, wie heeft je dien onzin ver
teld Ik heb kou gevat, laatst 's avonds,
na dat vreeselijke afscheid van jou. Ik
kwam doornat thuis, cn dan daarbij nog die
verschrikkelijke opwinding. Dienzelfden nacht
ben ik ziek geworden."
Carmela had, op Napolitaansche manier voort
durend alsbc wijs van ontkenning de kin met
een heftige beweging opgeheven. „Daar
begrijpt U niets van, Signor Raimondo 1" zei
ze beslist. „De heele buurt kan getuigen, dat
behekst was. Hier, op deze plaats heeft nog
geen half uur geleden, het vreeselijke toover-
middel gelegen. Er zijn veel menschen m de ka
mer geweest en hebben het gezien."
Ufing bracht de hand naar het voerhoofd.
„Ben je al eens luer geweest met mijnheer
Porpora en een heele massa vreemde mc-n-
schen Ik dacht dat ik dat gedroomd
hadI" Opnieuw in verwarring rakende
schudde hij vermoeid het hoofd.
„Ziet U wel ging Curmela levendig voort.
„En ook als U heelemaal gezond is, moet U
voorloopig niet op straat gaan Dat moet U
me beloven, want op iederen hoek kan de
dood op U loeren."
„Door dien verloopcn Marchess Ufing
glimlachte mat en verachtelijk.
„Niet alleen van hem, Signor Raimondo 1"
antwoordde Carmela opgewonden.
„En von je broer, is 't niet
„Niet alleen van hem I" herhaalde Carmela
en haar hand begon in de zijne te beven.
„Maar van wie <Ln in 's hemelsnaam
vroeg de graaf verbaasd en trachtte zich op
te richten. Een vaag voorgevoel, dat hem
reeds dien avond in net Theater San Carlino
had bekropen, toen.hij met Carmela over den
inhoud van het stuk had gesproken, kwam weer
in hem op.
Een innerlijke strijd speelde zich op Cer-
mela's trekken af, en plotseling stootte ze het
dreigende woord uil„Van dc Camorro," en
luid snikkende viel ze naast het bed op de
knieën.
Opeens begreep Ufing het heele raadsel,
waarmee zijn mooi model van het begin af was
omgeven geweest en waarvoor hij reeds weken
lang* vergeefs naar eer. oplossing had gezocht.
Maar zijn ontsteltenis duurde slechts eenige
oogenblikken, toen kreeg zijn liefde de
overhandliefkoozend legde hij zijn hand op
het donkere hoofdje van het snikkende meisje
cn zei zacht cn troostend: „Mijn arm, lief
kindje
„Nee, nee," weerde Carmela wanhopig of,
„nu kunt u niet meer van me houdenl En
als U na onze scheiding nog eens aan me denkt
zal het alleen maar met verachting zijn."
„Na onze scheiding Dehk je dat ik van je
zal scheiden, jij lieveling I Omdat je gedoemd
was om onder Camorristen te leven Dat
zou me een mooie liefde zijn I" En met een
poging om de schreiende met een grapje te
troosten, voegde hij er glimlachend hij„Ik
wil toch niet met de Camccra trouwen, maar
met jou, kleine Carmela I"
Met een ruk hief het mooie meisje het hoofd
op en stoarde den graal sprakeloos aan. En
eindelijk kwam het met onuitsprekelijke verba
zing over haar lippen „Ik mag ik Uw
vrouw worden Houdt U me niet voor don
gek Signer Raimondo
Verward keek Ufing haar in het gezicht
„Denk je dat ik zal spotten met mijn diepste
innigste gevoelens? Heb ik je laatst ook a! niet
gezegd, dat ik je boven alles lief heb, meer
dGn mijn leven
Nu uitte Carmela een luide jubelkreet cn
Hel weenend en lachend von geluk en zalig
heid aai^ zijn borst.
10.
Commissaris Bernordi, dc opvolger van den
gepensionneerden commissaris Coppola, ver
keerde in dc grootste opwinding, toen bij de
studeerkamer van den hoofdcommissaris bin
nen trad.
,\Vei, wat is er voor nieuws vroeg Alfre
do Colnaghi, van zijn papieren opziende.
fNiets prettigs, wij moeten hier een verra
der in huis hebben. Onlangs toen de inval in
het speelhol von Pepino in het geheel geen
succes had, vermoedde ik al, dat ze vooruit
waren ingelicht. En nu heb ik iets nog veel er-
gers gehoordDe processen-verbaal van de
afpersingszaak Brocco cn consorten, zijn
spoorloos verdwenen. Dc griffier, die anders
zeer secuur werkt, kan ze nergens vinden".
De hoofdcommissaris behield ondanks deze
ernstige mededeeling .zijn kalmte, alleen een
licht fronsen van zijn voorhoofd toonde hefe
boos hij was. „Ik kon U nog meer reden voor
Uw verdenking geven", antwoordde hij, greep
in zijn borstzak cn reikte den beambte een,
briefje over. „Dot vodje heb ik daareven, teen
ik van het eten terug kwam, op mijn tafel ge
vonden".
Haastig doorliep de commissaris den inhoud:
„De termijn, dien wc U gesteld hebben, cm U
uit uw betrekking terug tc trekken, is vandaag'
afgcloopen, denk nn 1" „ïs dat d'? eerste
dergelijke dreigbrief, dien U hier ontvangt
vroeg hij, terwijl hij het papiertje terug gaf.
„Ja. Wat jk tot dusver aan dreigbrieven heb
ontvangen, kwam altijd over de post, bij mij
thuis. Ik heb ze allemaal aan de betreffende uf-
dceling gegeven om te onderockcn. Is cr nooit
iets van gekomen
„Zeker. In vier of vijf gevallen hebben we
den schrijver gepakt. Maar het waren maar be
trekkelijk onschuldige gauwdieven, die op dio
manier hun boosheid over hun vcroordceling
wilden luchten. Over de ernstiger klinkende
dreigbrieven hebben we tot nu toe niets zekers
kunnen uitvinden, alleen, dat ze zonder twijfel
van de Comorra komen, evenals dit papiertje
hier".
(Wordt vervolgd).