AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" bïnnenland. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. De Tijger van het Mercato. 24ste Jaargang No. 175 Maandag 25 Januari 1926 KONINKLIJKE BESLUITEN. Bij kon. besluit is aan N. Simonsz op zijn verzoek met ingang van 15 Maort cer\ol ont slag verleend als burgemeester van de gemeen te Horlingen en is tijdelijk benoemd tot leeraar aan 03 R. H. B. S. te Groningen W. H. Strui- wig, lc Groningen. DE KABINETSCRISIS. Extra-parlementair kabinet onder linksche signatuur. Voorloopig geen publicaties van dr. De Visser. De pnrlementsredoctcur van het Volk schrijft Naar wij uit goede bron vernemen, heeft dr. De Vissor,nadat hem gebleken was dat zijn pogingen in de richting van een cxtra-parlo- xnentair kabinet onder rechtsche signatuur niet met goeden uitslag zouden kunnen worden be kroond, dc mogelijkheid onderzocht van een extra-parlementair kabinet onder linksche sig- natuur,wclk onderzoek geleid heeft tot een contact met mr. Limburg, uit welk contact dr. De Visser den indruk kreeg, dat mr. Lim burg niet ongenegen was, pogingen tot vor ming van zoodanig cxtra-parlemcntair kabinet aan te wenden, hetgeen di. Dc Visser aanlei ding heeft gegeven aan de Koningin te adv5- seeren, aan mr. Limburg opdracht tot vorming van een extra-parlemenloir kabinet te vcrlee- nen. In verband met de pogingen van mr. Limburg tot kabinetsformatie zal, naar het Volk voorts verneemt, dr. De Visser op dit oogenblik niet overgaan tot publicaties van den gang van zaken bij zijn. formatiepogingen. HET VERKEER TUSSCHEN NEDERLAND EN DUITSCHLAND. Geen visum meer noodig. De minister van buitenlandsche zaken brengt ter algemeenc kennis, dat op I Februari in werking treedt een met de Duitsche regeering getroffen regeling, waarbij in het verkeer tus- schen Nederland en Duitschland de wederzijd- sche ond-erdanen voor het vervolg worden vrijgesteld van het verplichte bezit van een pasvisum. De voor de Nederlandschc onderdanen van belang zijnde bepalingen luiden in hoofdzaak als volgt Nederlandschc onderdanen die zich naar Duitschland wenschen tc begeven, moeten voorzien zijn van een geldig buiten lands ch pas poort te hunnen name, waaruit hun Nederlond- sche nationaliteit uitdrukkelijk blijkt. Kinderen beneden vijftien jaren behoeven geen zoodanig paspoort te bezitten zij kun nen volstaan met eene ambtelijke verklaring, afgegeven door den burgemeester hunner woon- of verblijfplaats in Nederland of door den commissaris der Koningin in d*e provin cie, waarin die woon- of verblijfplaats is ge- legen, en vermeldende naam en voornamen, leeftijd, onderdaanschap en woon- of verblijf plaats van het kind. Bij kinderen boven 10 ja ren moet deze verklaring voorzien zijn var» een fotografie, welke is afgestempeld door do overheid, die de verklaring afgeeft. Ingeval van gezclschapsreizen naar Duitsch land voor wetenschappelijke, economische of dergelijke doeleinden (hieronder vallen o.m studiereizen, bedevaarten of processies, bezoek of deelname aan muziekwedstrijden of uitvoe ringen, tentoonstellingen, markten en sportdc- monstraties of -wedstrijden, terwijl daarente gen orbeiderstransportcn zijn uitg'esloten), waaraan hetzij alleen Nederlanders, hetzij Ne derlanders en Duitschers deelnemen en waar bij alle deelnemers zoowel op de heen- als op de terugreis gezamenlijk de grens overschrij den, wordt geen paspoort van ieder hunne' geëischt, doch kan worden volstaan met een collectieve lijst, vermeldende het doel der reis. alsmede de namen, voornamen, nationaliteit en woon- of verblijfplaats van ieder der deelne mers. Zijn alle deelnemers inwoncs eener zelfde gemeente, dan kan dc burgemeester die' gemeente de collectieve lijst afg'c-vcn. Wonen zij daarentegen in verschillende gemeenten pencr zelfde provincie, dan moet de lijst wor den afgegeven door den commissaris der Ko ningin in de provincie, terwijl ingeval van woon- of 'verblijfplaats in meerdere provin ciën, er provinciesg^wijs lijsten moeten worden opgemaakt. Ondsnks bovenvermelde bepalingen kan aan Nederlonders, die ongewenscht of gevaarlijk worden geacht met het oog op de handhaving der openbare orde of veiligheid in Duitschland, ten allen tijde de toeloting op het Duitscho grondgebied worden geweigerd, cn kunnen zij, die zich daar reeds bevinden, om die re denen worden uitgezet. De in Duitschland geldende bepalingen no pens de aanmelding, het verblijf en de uilzet ting van buitenlanders, alsmede nopens de be scherming van de binnenlondsche arbeidsmarkt tegen de overbelasting met buitenlandsche ar beidskrachten, blijven in hun vollen omvang van kracht. Tegelijkertijd is een regeling tot stond geko men tot vergemakkelijking van het z.g.n klei ne grensverkeer tusschen Nederland en Duitschland. De voornaamste bepalingen var» deze regeling, die op I Mnart 1926 in werking treedt, zullen nader worden bekend gemankt Tot 1 Maart o.s. blijven de geldende bepalin gen van kracht, met dien verstande evenwel dat een visum reeds van 1 Februari o.s. ef niet meer vereischt is. DE KWESTIE VAN* DE DUBBELE BELASTING. Uitzicht op een verdrag met Duitschland? Het Tweede Kamerlid, dc heer Van Gijn. heeft dc volgende schriftelijke vragen tol de mi nisters van Finonciën en van Buitenlandsche Zaken gericht: Zijn de ministers bereid mede tc deelen, of er uitzicht bestaat, dat er binnenkort een ver drag betreffende dubbele belasting, als bedoeld in artikel 101 der Wet op dc Inkomstenbe lasting, met het Duitsche Rijk zal tot stand komen? En zoo neen, zijn dan de ministers bereid mede tc deelen, waardoor de totstandkoming van zulk een verdrag vertraagd wordt? NEDERLAND EN DE BELGISCHE ONZIJDIGHEID. In de Belgische Kamer. In het uitvoerig verslag, dat het „Hbld. v. Antw." geeft van de zitting der Belgische Ka mer, waarin het ontwerp tot goedkeuring van het Verdrag \an Locarno weid behandeld, lezen wij, dat daar de quaestic in hoever Bel gië tegenover ons nog is gc-bonden aan zijn onzijdigheid, vrij veel aandacht vond. De heer v, Cauweloert zei de volgens dil verslag o.a. „Naar den vorm is hot verdrag- tusschen Hol land en België niet afgeschaftmaar in feite bestaat het niet meer. De Belgische onzijdig* heid werd afgeschaft door <2e wijze zelf waarop België door Duitschland aangevallen werd" De heer Vos interrumpeerde •„De Belgische ïegeerirvg te Sinte-Adresse steunde op het onzijdigheidsverdrag om som mige voordeelen te eischcn." Daarop antwoordde dc lieer Van Cauwe- laert „Daarin ligt geen tegenstrijdigheid. Dc inval in België hud plaats tegen alle verplichtingen. Daarom hadden wij recht bijzondere voordeden te eischen, maar toch mag men zeggen dat de onzijdigheid van België door den Duitschen aanval te niet gedaan werd. Ook waaigdc noch Holland noch een andere mogendheid het na den oorlog te zeggen, dat het onzijdigheidsverdrag in rijn vroegeren vorm moest gehandhaafd wo;den. Daar het onzijdig heidsverdrag d-or dc feiten te niet gedaan werd, waren onderhandelingen noodig, om het even welke regeling voorgestaan werd. België vergat geenszins, dat de quaestic ook Holland aanbelangde. In 1920 reeds werden ondeihandelingen tusschen België en Holland aangeknoopt, om het verdrag van 1839 doei een nieuwe regeling te vervangen. Die onder handelingen werden verleden jaar hecvat. Ik hoop, dat een H o 11 a n ds ch -Belgisch verdrag eciiar.g door de grootc meerderheid van ons parlement zal goedgekeurd werden. Overigens, Holland erkent dat onze onzijdig heid in feite vervallen is. vermits wonneer Be'- gië in den Volkenbond is getreden, de regceA ring van Den Haag daartegen geen vc-rzet heeft aangoteokend en de Belgische regeering geen uitleggingen nopens haar onzijdigheid heeft moeten verstrekken, zoo als zulks wel het geval, bij voorbeeld, voor Zwitserland is ge weest. De ermuarde Holjandschc leereer Struycken. ongelukkig tc vroeg gestorven, was die meerling toegedaan." Oud-minister Jas par deed in dit debat °P- mevken „Tegenover Holland hebben wij slechts het verdrag van IÖ39. Het is nog altijd van kracht zoolang het Hollandsch-Bc-Igi >t!i veidrag van Maart 1925, en door don heer Hymnns te 's-Hage ondertcckend, door de beide porlemen- tcn niet bekrachtigd." Uit de rede van minister Vandcrvelde knip pen wij „De hceren Jaspnr cn Von Cauweloert heb ben ann M. Vos geantwoord, dat onze onzij digheid docr den Duitschen inval werd opge heven. Wij zijn in den Stulcnbond getreden zonder voorbehoud. In dc inleiding van het verdrag van Locarno stelt men het vervallen onzer onzijdigheid vast. Dc vei dragen van 1839 werden stilzwijgenderwijze opgeheven Wil dot zeggen dot wij tegenover Holland onze politiek niet duidelijk moeten bepalen Moor wij deden het reeds herhaaldelijk Ik deed het n°CT u's antwoord op een vraag die mij onlangs door M. Vos aangaande de af schaffing van de Belgische onzijdigheid ge steld werd. M. Vos vraagt of het vaststellen van de af schaffing van de Belgische onzijdigheid in de inleiding der overeenkomst van Locarno reet voorbarig is en geen schadq kon berokkenen. M. Vos verwart het afschaffen van de on zijdigheid met het erkennen von die afschaf fing. Daar de Belgische onzijdigheid door een dtr borgen geschonden werd, was België slagen van elke verplichting cicnaangatind^-'n gaf gedurende den oorlog reeds te kennen ckt hot niet wilde terug in het bezit komen var. een internationalen rechtstoestand die be lemmerend werk+ en waarvan de ondoeltref fendheid ols wnarbcrg onzer veiligheid geble ken waS. De afschaffing van de onzijdigheid werd nu eens stilzwijgend, can eens uitdrukke lijk sedert den wapenstilstand meermaals door dc verbonden mogendheden erkend de laat ste erkenning was de paragraaf van Cc Inlei ding der Rijnakte docr den heer Vos in zijn vraag bedoeld, cn dat pact draagt eveneens het handtceken der Duitsche regeering, reeds gebonden cbor artikel 31 van he»t Verdrag van Versailles. Holland, zijnerzijds, maakte geen voorbe houd bij de intrede van België in den Staten bond zonder, beperking- Zoo het Belgisch-Hol- landsch ven drag zich met de qunesiic bezig houdt, dan is het om in de teksten te brengen, wet in feite en in rechte sedert verscheiden jarc-n Tceds werkelijkheid is. Dus vraag ik mij of wnt deze debatten be- teekenen, die men b.'j elke gelegenheid her halen wil, wat betreft onze politiek met Hol land Do heer Vos wees er op, dat dc opmer king van den heer Jn&por niet k'opio met de opvattingen van den heer Van Cauwelaert en minister Vanderveldc. De eerste betwistte dot in zijn repliek, be- loogcnde „Duitschland heeft door zijn aanvul in 1914 in het tractoat van 1839 een scheui (gebracht die niet op de oude wijze kon hersteld worden België bleef onder den oorlog de voorrechten van zijn onzijdigheid behouden. De overeen komst van Den Haag zegt het duidelijk. En di* gold te meer voor België omdat wij stondsr- onder do verplichte onzijdigheid, volgens in teinationale overeenkomsten aan ons land op gelegd. Rechtskundig gesproken Weef dus Bel gië onder den oorlog eene onzijdige mogend heid. Maar de geschapen staat van zaken heef» aan het oude verdrag ven neutraliteit zijn 1°~ ver.skracht ontnomendaarom wordt »n be' tiactaat van Versailles voiklaard dot de Bel gische neutraliteit vervallen is. Dc coniractcerende mogendheden verklaar den, dat het tractaat van 1859 niet meer be antwoordde ann de bestaande toestanden en d? onzijdigheid dus had opgehouden. En ik heb er bijgevoegd dat °°h tegenover Holland een nieuw verdrag noodzakelijk was, om onz» verhoudingen voor de toekomst te regelen. En wij zijn reeds in bespreking -geweest mo: Holland om tct een andcc verdrag te komen Ik \oegde er nog bij, dat in Holland's houding tegenover België meer don eens dc erkenning lag dat in feite de onzijdigheid opgehouden hed te bestean." DE MÏDDENSTANDSRAAD. In de laatste vergadering van den Midden- standraad zijn o m. de volgende punten be handeld Openbare aanprijzing van mid delen tegen ziekte. De besprekingen omtrent het wetsontwerp betreffende het met openbare aanprijzing in het verkeer brengen van middelen tegen ziek ten, werden voortgezet. Ditmaal deed dc Rond zich voorlichten door de heeren dr. J. J. Hofman, voorzitter van do Ncderl. Mpij. tot bevordering der Pharmocie en dr. J. J. Lijnst ZwHcker, ingenieur bij den Octrooiraad. Dc Raad stelde als voorloopige conclusie vast dat de voorgestelde regeling in het al- genvaen te ver gaal en zij slechts behoort ie gelden voor die middelen, welke ah» gevaar lijk voor de gezondheid zijn aan te merken deze middelen zouden alleen door apothekers mogen worden afgeleverd, doch uitsluitend volgens medisch voorschrift De verkoop var. andere spéeialité's zou dus ook den drogist moeten vrijstaan. R ij ksinkoopbur euu Dc commissie inzokc het RijksLnkoopbureau diende een uitvoerig ropport in naar aanlei ding von dc cpmerkingen van den Directeur van gemeld bureau op de conclusies der com missie omtrent de werking van het bureau. Ook dit rapport zal den Directeur ter kennis worden gebracht mat verzoek zijn eventueelp opmerkingen ter zukc tc mogen vernemen Dnama zal de Raad zijn definitief advies vast stellen. \V celdevcrterir.gs-belasting. De Raad stelde hieromtrent zijn advies vastdaar deze aangelegenheid van vertrou welijk karakter is, kunnen geen mededeeUn- gen omtrent den aard van het advies worden gedaan. Weren wc L Dc Raad verklaarde zich accoord met de voorstellen van een commissie uit cenige leden van den Nijverheidsraad en een lid von der» Middenstandsraad bestaande commissie inzake de Warenwet, welke voorstellen wenschen be vatten t. o. v. de toepassing der Warenwet en de vertegenwoordiging in dc commissie cn .i 17 van genoemde wet. Het ligt in dc bedoeling om, zoo ook de Nijverheidsraad t met dez» voorstellen accoord gaat een gemeenschappe lijk schrijven ter zake tot de Regeering to richten. Cadeaustelsel Hoewel dc Raad het noodig acht dat opge treden wordt tegen het hand over hand toene men van het misleidende „cadeaustelsel" meende hij dot vooralsnog niet op wettelijke maatregelen daartegen moet worden aange drongen het is in dc allereerste plaats dp georganiseerde middenstand v/elke ck? bestrij ding ter hand heeft te nemen. Fouten het distributiestelsel. Als gevolg van dc aanvallen tegen het be staansrecht van den Middenstand gericht, heeft deze tot dusver groolondccls moeten volstaan met het verdedigen van zijn tegen woordige positie, zoodat niet systematisch aandacht kon worden gewijd aan het opsporen ven eventueele fouten in het huidige stelsel der distributie cn het verbeteren daarvan. Naar aanleiding van een nota von het toen malige lid van den Raad den heer K. Meima. heeft indertijd de Middcnstondsroad het vraag stuk van het al dan niet teveel ann vakgenoo- ten onder de oogen gezien en omtrent het te* zake uitgebrachte rapport het oordeel van de aangesloten organisaties ingewonnen. Mede in verbond met het voornemen van d* Regeering om aan een sub-commissie uit d» commissie voor economische politiek op to 'dragen na te gaan, welke factoren de „prijs vorming" beïnvloeden, werd besloten een leidraad 1- ontwerpen -voor een werkplan eenct commissie uit den Raad, welke in het bizon der zal nagaan of cn in hoeverre rechtmatige grieven tegen de huidige wijze van distributie bestaan cn welke middelen tot verkrijging van een betere wijze van distributie aangewend zouden kunnen worcen. DE ONTDEKKING VAN DE KANKER-PARASIET. Mededeel in gen van prof. van Calcar. Op zijn vorige college, aldus de Tijd, had prof. R. P. van Calcar, Koogleeraar in <?p bacteriologie, gezondheidsleer en geneeskun dige politie aan de Rijksuniversiteit te Leiden, zijn studenten medegedeeld, dat hij erin ge daagd was, d? kanker-parasiet te ontdekken *n hieromtrent in zijn college van Zaterdag morgen, nadere incdedeelingen zou deen. Van daar de meer dan gewone belangstelling onder de medische studenten voor deze les. De col legekamer in het ziekenhuis bood nauwelijks voldoende plaatsruimte. Het college van den liooglceraor 'nat zich, volgens het blad, als volgt resumeoren Prof. van Calcar herinnerde aan do metho den, bij zijn onderwijs te volgen, en dot hij evenals Pasteur, bij zijn wetenschappelijk weik het idee toetste aan hot experiment Hij had een ,Jdëc prnceoncuc" over den kanker cn wel een protozooire theorie. Dank zij dc hulp van zijn personeel luid hij rle volgende cigcnschuppcn van de kankercel len gevondenzij kunnen zich voortbewegen docv het uitzenden van hun uitloopis (Amoe boid bewegelijk). Zij kunnen andere cellen op eten (Phugccyteoren), want men vind» in do kankercellen brokken von andere, van ïoode bloedEchttampjas cn pigment. Het pigment wordt vei kregen door afbreking dei coode bloedlichaampjes. De kankercellen moeten tot dit afbreken ferment bezitten. Een eenvoudige protczoe bezit al deze funciies. Een cel heeft slechts dén von deze functies. De kankercel schijnt dus von hoogcre ontwik keling te zijn. Er waren tot nu toe drie methodes van on derzoek nae.r het kanker probleem bekend. Ten cciste dc Jopansche proeven, n.I. de bestrij king van de huid van een muis mr-t teer, waar door kanker ontstond, vervolgens dc mogelijk* heind van het opwekken van kanker door wor men (spiropt ro neoformans) en ten derde kun rt.cn kanker doen ontstaan door do tong van een muis mot haver tc prikkelen. Deze drie manieren moesten nu onder één gezichtspunt worden gebracht. Er is een pro* tozo tc verkrijgen, docr lui vei in cultuur to bengen. Dam is een geschikter voedingsbo dem voor tc zoeken. De worm leeft iri den kakkerlak cn deze in bakkerijen, dus ook in een omgeving van graandit verband tusschen haver cn worm is niet voldoende. Op toeval lige wijze heeft prof. van Calcar gevonden, dat de lever van honden ontstekimgshaardjes van woekeringen (gezwellen) van de galgang bevat, fecide worden veroorzaakt door wormen. Laat men deze wccmcn rotten, dan kan men uit de wol men, die ontstekingen hebben ver wekt, protozoc kweeken. Een muis met teer besmeerd, leeft in hokken met hooi cn sfoc, waarin do protozoën groeien. Het gemeen schappelijke in deze drie soorten vnn kanker- vcrwekkiivr is dus do protozo. Pi of. van Calcar was op een avond levende kankercellen onn het microsccpiseercn cn ont dekte opeens, hoe in een groote ronde cel kleine stippeltjes zich geweldig snel heen cn weer bewogen. Hij heeft daarop een kankercel mot deze stippeltjes vergeleken met cystten (bepaald stadium) van het gruan-protozo, dio hij indertijd hnd kunnen kwecken. Dit had tot resultaat, dat hij vermoedde, dat deze stip peltjes inderdaad sporen von protozoën waren. Prof. van Calcar zette verder uiteen, hoe hij dc k°ukcr-protozo heeft gekweekt. Protozoën voeden zich met bacteriën cn moeten daarom gekweekt in niet-stcricle omgeving, waarbij moet worden gezorgd, dat do bacteriën dc pro tozoën niet kunnen verdringen. Hij bracht dno* om het niet-stctielc kanlccamateriaal, waarin dan bacteriën waren, op petri-schualtjes. Da bacteriën kond zich op de cultuur ontwikk** len cn tot voiedsel dienen van de protozoën. Nft cenigen tijd nam hij den deksel van dc schaal cn du bacteriën droogden in wourdoor dus verbindend weid, dut de protozoën werden ver dronken cn waardoor men dcz0 dus vrij kreeg. Een hond, met afgekrabd maagslijmvlies, werd gevoed met deze protozoën cn kreeg kan ker. Deze trad cchtei 'veel vlugger cn veel dui delijker op, wanneer de hond ie voren ochv- lisch (geen zoutzuur meer in de maag) was ge maakt. Hierrr.de is z. i. dus tevens aangetoond, dut achylic geen gevolg is van kanker, maar een voorbeschik tluid tot kankei' voimt, wat reeds in 1870 was vermoed, muar nog nooit vc,t" doende aangetoond. Prof. van Calcar zal de volger.de weck Za terdag het -gesprokene door lantaarnplaatjes verduidelijken Hij is nnn het cindc van zijn college geestdriftig toegejuicht. ZONDAGSHEILIGING. Een vrijspraok. Dc rechtbank tc Middelburg heeft uitspraak gedaan in dc zaak legen den caféhouder J. C. uit Zoutelnnde, die was vervolgd, omdat hij op Zondag, op welken dag de cofé's gesloten moe ten zijn. in een schuurtje rijwielen in bewaring heeft genomen. De kantonrechter had beklaag de schuldig verklaard, doch hem geen straf op- Woorden, door een moeder eens gesproken, leven soms na jaren op in 't hart. TEN KATE. Een roman uit het donkerste Napels door HANS POSSENDORF. 50 Snel haalde Carmelo een klein bont lapje te voorschijn, dat zc aan een koord om den hals droeg. Het was een amulet van de Madonna del Carmine, zooals ze voor het por taal van de beroemde kerk op de Piozza Mer cato te koop werden aangeboden. Een gebed tegen de booze geesten mompelend, zwaaide ze dit lapje boven het bed. Toen nam ze een korreltje zout in den mond, boog zich over het gelaot van den slapende, en zei op zach- ten, zangerigen toon „Gij, twaalf helpers in den nood I Laat de witte kunst gelukken. Jaag de zwarte toovecmacht Op de vlucht in denkren nacht I Wil de zieke snel ontrukken Aon den bitt'ren dood I" En toen drukte ze vlug een kus op zijn heet voorhoof Graaf Ufing sloeg de oogen op. „Carmela Lieve, kleine Carmela kwam het fluiste rend over zijn lippen. „Droom ik nog of ben je het werkelijk?". Hij, tastte met_,matt vingers naar haar wangen, naar haar krullen en naar haar kleine, bruine hand. „Ja, ja, ik ben het werkelijk, Signor Rai- mondo I U droomt niet meer. En nu zult U gauw weer gezond worden." „Jij Waarom bij je gekomen Je houdt immers niet van me, je hebt me toch ge zegd, dat je maar met me gespeeld hebt." Een wanhopig- verdriet lag om den zooeven nog zoo verrukt lachenden mond. „Of heb ik dat ook maar gedroomd in mijn koerts Ik ben zoo verward ik „Ja, ja, denk maar dat het een nare drcom was," viel Carmela hem hartstochtelijk in de rede. „Ik heb U boven alles lief, meer nog, dan U mij. Ik aanbid U I" „Cermelq I" Zwevend tusschen geluk en twijfel omklemde hij als smeckend haar hand „Maar waarom heb je me dan dot vreese- lijke gezegd „Om U te redden, Signor RaimondoMet een bloedend hart heb ik die leugen gezegd, omdat U alleen Napels wild? verlaten, als ik Uw liefde niet beantwoordde. En hier in Napels werd Uw leven bedreigd, zc-lfs in Uw we ning. Men heeft U behekst, Signer Raimondo, dat was Uw ziekte. Maar nu is U gered, de demon is vernietigd „Maar kind, wie heeft je dien onzin ver teld Ik heb kou gevat, laatst 's avonds, na dat vreeselijke afscheid van jou. Ik kwam doornat thuis, cn dan daarbij nog die verschrikkelijke opwinding. Dienzelfden nacht ben ik ziek geworden." Carmela had, op Napolitaansche manier voort durend alsbc wijs van ontkenning de kin met een heftige beweging opgeheven. „Daar begrijpt U niets van, Signor Raimondo 1" zei ze beslist. „De heele buurt kan getuigen, dat behekst was. Hier, op deze plaats heeft nog geen half uur geleden, het vreeselijke toover- middel gelegen. Er zijn veel menschen m de ka mer geweest en hebben het gezien." Ufing bracht de hand naar het voerhoofd. „Ben je al eens luer geweest met mijnheer Porpora en een heele massa vreemde mc-n- schen Ik dacht dat ik dat gedroomd hadI" Opnieuw in verwarring rakende schudde hij vermoeid het hoofd. „Ziet U wel ging Curmela levendig voort. „En ook als U heelemaal gezond is, moet U voorloopig niet op straat gaan Dat moet U me beloven, want op iederen hoek kan de dood op U loeren." „Door dien verloopcn Marchess Ufing glimlachte mat en verachtelijk. „Niet alleen van hem, Signor Raimondo 1" antwoordde Carmela opgewonden. „En von je broer, is 't niet „Niet alleen van hem I" herhaalde Carmela en haar hand begon in de zijne te beven. „Maar van wie <Ln in 's hemelsnaam vroeg de graaf verbaasd en trachtte zich op te richten. Een vaag voorgevoel, dat hem reeds dien avond in net Theater San Carlino had bekropen, toen.hij met Carmela over den inhoud van het stuk had gesproken, kwam weer in hem op. Een innerlijke strijd speelde zich op Cer- mela's trekken af, en plotseling stootte ze het dreigende woord uil„Van dc Camorro," en luid snikkende viel ze naast het bed op de knieën. Opeens begreep Ufing het heele raadsel, waarmee zijn mooi model van het begin af was omgeven geweest en waarvoor hij reeds weken lang* vergeefs naar eer. oplossing had gezocht. Maar zijn ontsteltenis duurde slechts eenige oogenblikken, toen kreeg zijn liefde de overhandliefkoozend legde hij zijn hand op het donkere hoofdje van het snikkende meisje cn zei zacht cn troostend: „Mijn arm, lief kindje „Nee, nee," weerde Carmela wanhopig of, „nu kunt u niet meer van me houdenl En als U na onze scheiding nog eens aan me denkt zal het alleen maar met verachting zijn." „Na onze scheiding Dehk je dat ik van je zal scheiden, jij lieveling I Omdat je gedoemd was om onder Camorristen te leven Dat zou me een mooie liefde zijn I" En met een poging om de schreiende met een grapje te troosten, voegde hij er glimlachend hij„Ik wil toch niet met de Camccra trouwen, maar met jou, kleine Carmela I" Met een ruk hief het mooie meisje het hoofd op en stoarde den graal sprakeloos aan. En eindelijk kwam het met onuitsprekelijke verba zing over haar lippen „Ik mag ik Uw vrouw worden Houdt U me niet voor don gek Signer Raimondo Verward keek Ufing haar in het gezicht „Denk je dat ik zal spotten met mijn diepste innigste gevoelens? Heb ik je laatst ook a! niet gezegd, dat ik je boven alles lief heb, meer dGn mijn leven Nu uitte Carmela een luide jubelkreet cn Hel weenend en lachend von geluk en zalig heid aai^ zijn borst. 10. Commissaris Bernordi, dc opvolger van den gepensionneerden commissaris Coppola, ver keerde in dc grootste opwinding, toen bij de studeerkamer van den hoofdcommissaris bin nen trad. ,\Vei, wat is er voor nieuws vroeg Alfre do Colnaghi, van zijn papieren opziende. fNiets prettigs, wij moeten hier een verra der in huis hebben. Onlangs toen de inval in het speelhol von Pepino in het geheel geen succes had, vermoedde ik al, dat ze vooruit waren ingelicht. En nu heb ik iets nog veel er- gers gehoordDe processen-verbaal van de afpersingszaak Brocco cn consorten, zijn spoorloos verdwenen. Dc griffier, die anders zeer secuur werkt, kan ze nergens vinden". De hoofdcommissaris behield ondanks deze ernstige mededeeling .zijn kalmte, alleen een licht fronsen van zijn voorhoofd toonde hefe boos hij was. „Ik kon U nog meer reden voor Uw verdenking geven", antwoordde hij, greep in zijn borstzak cn reikte den beambte een, briefje over. „Dot vodje heb ik daareven, teen ik van het eten terug kwam, op mijn tafel ge vonden". Haastig doorliep de commissaris den inhoud: „De termijn, dien wc U gesteld hebben, cm U uit uw betrekking terug tc trekken, is vandaag' afgcloopen, denk nn 1" „ïs dat d'? eerste dergelijke dreigbrief, dien U hier ontvangt vroeg hij, terwijl hij het papiertje terug gaf. „Ja. Wat jk tot dusver aan dreigbrieven heb ontvangen, kwam altijd over de post, bij mij thuis. Ik heb ze allemaal aan de betreffende uf- dceling gegeven om te onderockcn. Is cr nooit iets van gekomen „Zeker. In vier of vijf gevallen hebben we den schrijver gepakt. Maar het waren maar be trekkelijk onschuldige gauwdieven, die op dio manier hun boosheid over hun vcroordceling wilden luchten. Over de ernstiger klinkende dreigbrieven hebben we tot nu toe niets zekers kunnen uitvinden, alleen, dat ze zonder twijfel van de Comorra komen, evenals dit papiertje hier". (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5