ü.l Compagnie Ljiiaist Inventaris-Opruiming AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" BINNENLAND. Pianohandel L. KLEIN FEUILLETON. TWEEDE BLAD. Langesiraat 83 Tel. 179 Amersfoort Uw leven Eén maal in Gebr. Perzina De Tijger van het Mercato, 24e Jaargang No. 180 Zaterdag 30 Januari 19 26 Luisteren en Lezen. (Nadruk verboten). Toen de spoortrein kwam, moesten de trekschippers en wegen verhuurd^ beproe ven, een beentje als conducteur of wissel- wachter te krijgen. Zullen aldus wij, schrij vers van kranten en boeken, als radio sprekers aan ten kost moeten trachten te komen, nu de radio het g-eesteïjk verkeers middel bij uitnemendheid is geworden? Dit zou zoo zijn, els de radio het boek kon vervangen. Maar dit kan de radio niet. Wat de redio geeft is een geschenk van het oogenblik, een mooi en kostbaar ge schenk, maar vluchtig, als een zeepbel, die in flonkerende kleuren uiteenspat. De radio spreekt on wij moeten luisteren. Wij moe ten het moment aangrijpen, of wij in de stemming verkeeren of niet. De radio gaet haar gong; de radio wacht niet. ■En d'it is het groote verschil: het boek wacht Het boek heeft geduld met onze luimen en grfllen; het boek heeft den tijd, het boek blijft. Als een trouw vriend, dien wij verwaarlooien, staat het klaar, zoodra wij het noodig hebben: met een woord van opbeuring, of van. bezinning. Wij hmnen naar het boek grijpen en, wanneer een be paalde uitspraak ons treft, onderbreken wij onze lectuur en denken over het gelezene na, mijmeren er over door, en als we daarna weer voortlezen, heeft het boek geduldig op ons gewacht Een boek lezen, is geen zaak van het oogenb&k; een boek wol, om genoten en be* grepen te zijn, worden herlezen. Daarom moeten» wij geen. boek leenen, maar wij moeten^ het 'koopen. Wij moeten het in ons bezit hebben, het moet een stuk van onze omgeving, een stuk van ons zelf worden. Wij moeten weten wat er in staat, wij moe ten het van buiten kennen, zooals de kin deren hun Prikkebeen, en hoe beter wij er mee vertrouwd raken, te liever zal het ons worden. Er is geen. prettiger bezit voor een i mensch dan een kleine verzameling boe- ken, diie van hem zijn, waarmee hij Ij-eft, waarmee hij omgaat als met een vcrlrofnvd lvriend. Hoe onjuist is de meening, als zou Jbet koopen van boeken overdaad! zijn. Een boek is geen öuxe; een boek is levensbe- Ihoefte. Enzou een boek duur zijn? Men schrikt, als het een rijksdaalder kost. Maar hoe vlot geeft men een rijksdaalder uit voor een genot van het oogenblik; voor een ver snapering, een aardigheid, een entree-biljet voor schouwburg of bioscoop. Het boek blijft en 'houdt zijn waarde; neen! het vermeerdert zijn waarde, hoe lan ger men het in zijn bezit heeft. Ook al zou meri zldh een boek in zijn ge heel door radio kunnen laten voorlezen, dan toch zou luisteren het lezen niet kun nen vervangen. Want luisteren en lezen stellen elk hun eigen eischen. Schrijven is iets anders dan» spreken. Men kan een goed i spreker zijn en een slecht schrijver. Men kan een goed schrijver zijn en een slecht spreker. De spreker voert zijn toehoorders mee i op dèn vlotten stroom van het oogenblil:. De schrijver doet afstand van de kracht en bekoring van 't levende woord; hij maakt alles stil om zich heen en- stil ook rondom den lezer. Het boek zwijgt en. in» de stilte rondom de zwarte, zwijgende letters begint iets te spreken 'binnen in den lezenden mensch, die gebogen zit boven het stille, witte papier. Spreken gaat de herinnering, wanneer hij leest van jeugdleven; spreken gaat de verbeelding, wanneer hij zich ver diept in reisbeschrijvingen of romans; spreken gaat het ge-weten> wanneer hij zich stelt onder de lectuur van een zedelijk of maatschappelijk betoog. Lezen is het stilzwijgend tweegesprek tussdhen het boek en zijn» lezer. Of eigen lijk*. tusschen schrijver en lezer. Want ook het boek is een mensch; het is wel het werkelijkste en kostelijkste ven een mensch; het is: zijn ziel. In het boek openbaart de schrijver zijn ziel, dat is -het beste wat hij bezit. Wanneer een lezer den schrijver persoon lijk ontmoet, pleegt deze ontmoeting tegen te rallen. De lezer had zich iets anders voorgesteld. Het uiterlijk van den schrijver si edit te leur en wat hij hoort ran diens levensgedrag en omstandigheden, ontgoo chelt hem. Is dit niet volkomen natuurlijk? Wanneer wij ran een mensch eenmaal het beste gezien hebben, valt al het andere tegen. En- in het boek hebben wij het beste gezien: de mensch, zooals hij is in zijn stiile, verdiepte, eenzame oog-en blikken, waarin hij zijn zieD en 2ijn innerlijk toevertrouwt aan het blanke papier. Hoe vaak hooren wij klagen, dat men zoo weinig degelijke en prettige menschen ont moet. Men trekt zich terug uit het maat schappelijk verkeer, omdat men zoo zelden menschen tegenkomt, die den omgang waard zijn. Maar een mensch geeft nu een maal het beste deel ran zichzelf niet m het maatschappelijk verkeer. Wil men zich om ringen met een cordon van menschen, die zi»ch laten zien zoo zij zijn, open en orvbe- dóegeiüjk, dan omringe men zich met boe ken. Een boek liegt niet, een boek bedriegt niet, een »bo>ek doet geen masker voor. Slechts een boek is: een mensch. Men moet zijn boeken met zorg kiezen-, zooals men zijn vrienden kiest. Niet ieder boek is voor ieder geschikt. Om een boek te kiezen, moet men den schrijver kennen- Dat wil zeggen: den geest ran zijn werk. Want tenslotte is er overeenkomst usschen schrijver en lezer. Als gij een boek leest, verplaatst ge u in den schrijver. Gij vereen zelvigt u met hem; gij wordt de schrijver. En niemand kan iets anders worden dan hijzelf reeds is. In het 'boek, dat ge lief- hebt, vindt ge uzelf terug. Het is uw eigen lever», dat daarin wordt -beschreven; uw eigen strijd speelt zich er cf en uw eigen ziel weerspiegelt er zich m. En, omdat uw eigen, verlangens en angsten en idealen* daarin helder en klaar en in harmonische gestalte u voor oogen tred»en, hebt ge het boek lief. Het leert u uzelf kennen. Wie een boek leest, leest in» zichzelf. En in- ons zelf te lezen, hebben wij af en toe noodig. Daarom en daaTom alleen kunnen wij het stille, zwijgende, wachtende en blijvende boek niet ontberen, ook niet, nadat wij ons gewend hebben naar de radio te luisteren. H. G. CANNEGIETER. De Staatscourant van heden 29 Jan. bevat o.a. de volgende Kon. besluiten benoemd tot voorzitter van den Rood van Beroep voor de directe belastingen to Den Haag nrr. W. F. C. C. Pijnacker Hordijk te Haar lem; benoemd tot hoofd-commies -bij het.departe ment van waterstaat mi. J. P. van Rossum Jr. ie Den Haag; dr. W. C. J. Roepke, hoogleeraar aan d<: Landbouw-hoogeschool te Wageningen is eer vol ontheven van het onderwijs in den land douw en belast met onderwijs in het dierkun dige deel der plantenziektekimdc; toegekend de zilveren cere-mcdadl :e de* Oranje Nassau-orde aan M. Willeboer, che' van de veredelings-afdecling vruchtboomen er :ozen van <V boomkweekerij van de firma D J. \an der Have te Kopelle (Z. B.) RIJKSCOMMISSIE WERKVERRUIMING. Het verhandelde in de jongste vergadering. De Rijkscommissie Werkverruiming vergader de op 23 dezer tc 's-Gravenhage onder voor zitterschap van prof. dr. W. H. Nolens. Een uitvoerig verslag werd uitgebracht over de verrichtingen van de commissie met betrek king tot de regularisatic der werkgelegenheid in het schildersbedrijf. Met de verdere plannen te dezer zake kon de vergadering zich vereenigen. Beraadslaagd werd over het plaatsen van bui- RECLAMES. Van 1—4 r02(*ls t 4 05 elke reeel meti I l iofleveranoiers van H.M. de Koningin H.M. de Kon. Moeder Wilt gij slechts een klankvolle piano aan schaffen, koopt dan een Hoflev van H. M. do Koningin Vertegenwoordiger Utrechtschestraat 44. (•■r.landsche leeningen hier te lande en dc werk gelegenheid ten onzent. Door de Commissie zal een plan voor een belangrijke ontginning van woeste gronden nader onderzocht worden. De aandacht werd gevestigd op enkele ge vallen, waarin dc tegenwoordige Tariefwet den concurrentiestrijd van Ngderlandsch tegen bui- tcnlandsch fabrikaat op onze binnenlandsche markt bemoeilijkt. De Commissie zal nagaan, wat in deze zou kunnen worden gedaan. Mcdedeeling werd verstrekt omtrent het' on- onderhoud met den Minister van Marine ad in terim oni te bevorderen dat enkele aanschaffin gen, welke tot nu toe meestal in het buiten land werden gedaan, zooveel mogelijk dienst baar konden worden gemaakt aan de werk gelegenheid hier te lande. Hieruit bleek dat op volle medewerking van den Minister mag wor den gerekend. Naar aanleiding van een ingekomen schrijven kwam ter sprake de achteruitgang van de werk gelegenheid in het steenhouwersbedrijf. De Commissie was van oordeel dat dit niet als een crisisverschijnsel moet worden aangeiherkt. Besloten werd dat de Commissie zich in ver binding zal stellen met het Algemeen Waters nood Comité en zoo noodig met andere autori teiten om te bevorderen dat bij de herstelling der geteisterde streken de Nederlandsche nijver heid niet noodeloos bij de buitcnlandschc zal gorden achtergesteld. Tevens zal met dit Comité in overleg wprden getreden om tc bevorderen, «dab de geteisterde ondernemingen weer zoo spoedig mogelijk voor cie werkgelegenheid dienstbaar kunnen worden gemaakt. Mededcelingen werden gedaan over de be moeiingen der Commissie met betrekking tot de bevordering van de uitvoering van énkele openbare werken. Aan de vergadering werd een uitvoerig over zicht gegeven van het overleg dat tusschen de Commissie en verschillende opdrachtgevers had plaats gehad bij de aanschaffing van kolen en andere mijnproductcn, van de ervaring, welke daarbij was opgedaan en van de resultaten, welke daarbij waren bereikt. Uit de verdere gedane mededeelingen bleek, dat ook nu weer in tal van gevallen door dc Commissie hare bemiddeling werd verleend ter bevordering van het gebruik van Nederlandsch fabrikaat. Hierbij bleek, dat enkele gemeenten weer orders in het buitenland hadden geplaatst zonder vooraf met de Commissie overleg tc heb ben gepleegd. De Commissie heeft den indruk, dat ware dit overleg tijdig gepfcegd. in som mige gevallen de orders niet in liet buitenland hadden behoeven te worden geplaatst. Na3r aanleiding van de opmerking van een der leden, dat in enkele kringen, zoowel in Nederland als in het buitenland, de meening bestaat, dat hier te lande van Overheidswege volgens ee bepaalde regeling belangrijke sub sidies aan de industrie werden verstrekt, werd besloten aan den Minister van Binnenlandsche Zaken tc advisccrcn mcdedeeling tc publicecren, ten einde de daaromtrent bestaande onjifiste meening weg te nemen. NOD. WERKLOOSHEIDSRAAD. In 't „Tijdschrift van don Ncd. Werkloosheids- raad" woedt medegedeeld, dat de Ver. van Ned. Gemeenten tot den Ncd. Werk'oosheids- raad is toegetreden. DE WERKVERSCHAFFING IN DRENTE. Vrogen von het Kamerlid Hiemstro. Do heer Hiemstra, lid van do Tweede Kamer, heeft aan de minister van binnenlandsche zaken en landbouw dc volgende vragen gesteld 1. Is het juist, dat eenigc aroeiders uit de provincie Drente uitgesloten zijn geworden van de werkverschaffing, omdat zij, hoewel zich bereid verkloord hebbende om in de Lim- burgsche mijnen te gaan werken, door den mijnarts zijn afgekeurd op grond van eigen klachten en niet van bij hen geconstateerde gebreken 2. Zoo ja, is dc minister niet van oordeel, dat genoemde uitsluiting op den hierboven ingegeven grond schromelijk onbillijk is, en ii de minister bereid, te bevorderen, dat deze zoo spoedig mogelijk wordt opgeheven HET I. V. V. EN HET RUSSISCHE VAKVERBOND. De Centrale Raad van het A'.-Russisch Vak verbond heeft in antwoord op dc besluiten van het I. V. V. inzake de aansluiting van het Rus sische Vakverbond bij het I. V. V. het bestuur van laatstgenoemde International© doen weten, dat do Central© Raad van het Al-Russisch Vakverbond zijn in het schrijven van 29 Janu ari cn 20 Mei 1925 vei vatte voorstellen (een gemeenschappelijke, onvoorwaardelijke confe rentie), ten volle handhaaft en aan de toen maals gedane voorstellen niets kan toevoegen. JHR. MR. G. L. M. L. RUIJS DE BEERENBROUCK. Do Tijd meldt Wij vernemen dat Jhr. Mr G. L. M. L. Ruijs de Beerenbrouck, oud-minis ter van justitie in het ministcrie-Mackay cn oud-commissaris der province Limburg, door een ernstig© ongesteldheid is getroffen. HEI" BEZOEK DER AMERIKAANSGHE HOTELHOUDERS IN ONS LAND Een tweede vergadering der commissie van ontvapgst. Men schrijft ons De commissie van ontvangst van het gezel schop van 500 Amcrikoansche hotelhouders, dat in April a.s. na het congres der Alliance Nationale de 1'Hótcllerie te Parijs, 'ook ons land zal bezoeken, heeft Woensdag jl. in het restaurant Trianon tc Amsterdam, voor de tweede maal vergaderd. Aanwezig waren voor de Algemeen Ncd. Vereen, voor Vreemdelingenverkeer den Haag jhr. C. L. H. Quorles von Ufford cn W. P. F. van Deventer; voor den Ncd. Bond van Werkgevers Horecof J. Sassen, Gr. Hotel Cen tral F. Blom, Ho:el Bellcvue Den Hang; Th. N. van Stigt, Hotel des Pays-Bos Utrecht Jos. Most te Bussum, secretaris van Horecof; Th. Meerman, restaurant Trianon; A. F. J. Koeken, rest la Reserve; M. de Graaff, Pa- vi'joen Vondelpark; A. W. Volrncr, American Hotel, allen tc Amsterdam; voor de Ver. Ned. Hotel- en Restaurantindustrie, de heeren Joc. Th. Stom, Hotel Krosnapolsky te Am sterdam en J. M. van Tiel, Hotel des Poys- Bes te Arnhem. Als secretaris der commissie fungeert de heer C. B. Kunst, administrateur van Horecof (BondsbureouNes 31 te Am sterdam). Dc hoer Th. N. van Stigt te Utrecht werd tot voorzitter van het comité gekozendo heer J. M. vnn Tiel tot penningmeester (port. odresScheveningen, Hoagschc straat 43, poslgironummcr 1048^0). De duur von het bezoek der Amerikanen aan ons land zal zich, volgens do loo ste be richten, beperken tot 24 uur. Het volgend programma wordt nu opgesteldAonkomsl pl. m. 11.30 in den Haag, bezichtiging van de stad met Amovam-cots, bezoek aan hei vredespaleis, lunch in het Kurhous, koffie in „Kasteel Oud-Wassenaar", met auto's langs dc bloembollenvclden naar Amsterdam, woor dc gasten in verschillende hotels worden in gedeeld, diner clubsgewijs in de hotels. Na het diner zol ccn filmvertooning in het Théatcr Tuschinsky worden gehouden cn ccn gezellig samenzijn met bal cn cabaret in Kros napolsky zol den dog besluiten. Den volgen den dag zal men ccn rijtoer met auto's door Amsterdam maken, het Rijksmuseum bezoe ken cn te 12.38 uur naar Keulen vertrekken. Na ampele bespreking der ondcrdee'en werd besloten ter verdere bespreking op 10 Febr. o.s. weder bijeen te komen in het Gr. Hotel Central te den Hoog. DE FILM EN DE GEVANGENIS Dc film der R. K. rcclassccrings- vcrccniging. Gistermiddag werd voor do eerste maal in het Trionontheater te Den Hapg de film ver toond: „Het leven cn werken in de gevangenis", opgenomen vanwege het hoofdbestuur der R. K. rcclnsscermgsverceniging, onder goodkcu- ring van den minister van Justitie. Onder de talrijke .aanwezigen was ook dc mi nister van Justitie, mr. Schokking. Dr. Deckers, lid van het hoofdbestuur der verccnigirvg, zetto in zijn openingswoord uiteen, dat hot doel van de film was het rcclasseeringswerk dichter bij het publick te brengen cn daarvoor grootcrc belangstelling tc wekken. De heer P. Rodemn- kcr, hoofdambtenaar bij de rcclasscering to 's Hertogenbosch, gaf cenige toelichting bij do film, terwijl het muziekgezelschap „Lidadikc" zijn medewerking verleende. DE MOORD OP DEN OVERTOOM. De behandeling voor het Amstcr- domscho Hof. Men meldt ons uit Amsterdam: Naar wij vernemen zal het gerechtshof ver moedelijk op 9 Maart a.s. een aanvang maken met de behandeling vbn d© zaok-Muylwijk. VERVAARDIGING VAN VALSCHE Z1LVORBONS. Een drietal zakon voor dRot- terdamschc rechtbank. Dc Rcac-rdamsche rechtbank heeft de behan deling hervat van dc zaak tegen den 26-jari- gen gedetineerden koopman J. von H. die zich op 24 Dcc. j.l heeft te verantwoorden gehad wegens het uitgeven van volschc Neder landsche zilverbons van 2.50, als waren dio bons echt en onvcrvalscht. De officier van justitie, mr. E. D. H. Schut ter, cischtc destijds I jaar gevangenisstraf, terwijl de rechtbank op 5 Januari j.l. uitstel van de zaak gelastte ten einde een reclasscc- ringsrapport in tc winnen. Daar het rapport niet was aangevraagd, stelde d'e rechtbank, na in Raadkamer ge weest tc zijn, dc zaak wederom uit, ten einde alsnog een reclassccringsrapport te doen aan vragen. Eoklaagdcs onmiddellijke invrijheids- stelling werd gelast. Voorts ^iad zich te verantwoorden de 47- jange Duitschc bankwerker, C. P. A. die rccds op 24 December 1925 voor de rechtbank is verschenen, beklaagd von het vervaardigen van valschc Nederlandsche zilverbons van f 2.50. Destijds is de behandeling von dere zaak aangehouden, omdat beklaagde zic-k was. Hij bekende aan dc Hudsonstraot tc Rotterdam valsche zilverbons tc hebben vervaardigd. Hij had ze evenwel niet willen uitgeven. In het geheel zijn er 720 bons vervaardigd. Aan van S. cn F. heeft A. 750 bons gegeven. Hier voor heeft hij 52 ontvangen. Pintje heeft van A. 150 bons gekregen. Dr. Van Wocrkom vciklaorde, dat beklaagde op het oogenblik gezond is. Tengevolge van d© psychische schokken gedurende dc oorlogsja- Zonder hartstocht begrijpt men den hart stocht der tijden niet. ALBERT VERWEIJ. Oen roman uit het donkerste Napels door HANS POSSENDORF. Een kwartier later trad de dienstbode van den boekhandelaar bij Ufing binnen, om hem te zeggen, dat het door hem bestelde gesloten rijtuig voor was. De graaf en Carmela stonden reeds gereed om uit te gaan. Zonder aarzelen nam hij haar arm om met haar de kamer te verlaten. Maar op den drempel bleef Carmela staan en vroeg angstig „Raimondo, ik weet niet of wij hèt wel mogen wagen. Ik verga van angst, dat jou iets overkomen zal." „Maar wie zou me wat doen, liefste? Die twee lummels, die beneden op wacht staan De geliefden hadden reeds lang bemerkt, dat hun woning bespionneerd werd. „Nee, die niet, maar dc Marchese", waar schuwde Carmela bevend. „Hij zal ons hier of daar opwachten en je verraderlijk aanvallen. „Dat zou toch morgen of overmorgen even goed kunnen gebeuren. Of moet ik dc volgen de weken binnen de vier muren van dit huis doorbrengen, als in een belegerde vesting? „Heb je je revolver geladen bij de hand „Ja, natuurlijk. Hier is ze, zie jc wel „Nu in Godsnaam dan." Dicht tegen hem aangedrukt en angstig om zich hoen ziende, ging Carmela de straat op. Ufing noemde het doel van hun rit tegen den koetsier, toen stapten ze in en het rijtuig zette zich in beweging. Ze waren echter nog geen honderd meter verder, toen het portier werd opengerukt en een gedaante in het rijtuig sprong. Carmela uilde gillen, maar van schrik kon zij geen ge luid uitbrengen. In het donker zag ze, hoe Ufing, in de meening dat het de Marchese was, zijn revolver richtte. In hetzelfde oogenblik echter had de indringer hem met een onna volgbaar handige greep het wapen ontrukt. „Eén kreet, één beweging en ik vuur", siste hij en mikte met Ufing's eigen revolver op hem. „Rafioele I" Carmela had haar broer on middellijk aan zijn stem herkend. Nu wierp zij zich tusschen de beide mannen in om den geliefde met haar lichaam te beschermen en hem tegelijkertijd te beletten handgemeen te worden met den onoverwinnelijken tegenstan der. „Hou je mond er» ga weg daar", snauwde Raffaele woest en verachtelijk. „Als je nog een woord zegt, is het met het leven van je min naar gedaan." „U behoeft zich niet zoo boos te maken, Signor Raffaele", zei nu Ufing op gedwongen kelmen toon, en schoof Carmela van zich af, want het was hem pijnlijk door haar te worden beschermd. „Uw aanwezigheid in Napels is me volstrekt niet onaangenaam, want „Heb maar wat geduld, mijnheer, dan zal ze u nog wel onaangenaam worden", viel Raf faele hem hoonend in de rede, want hij ge loofde, dat Ufing alleen uit vrees wilde toe geven. En met koele vastberadenheid ging hij voort„Ik heb u indertijd, toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, duidelijk genoeg gewaar schuwd. Ik heb er zelfs voor gezorgd, dat u weken lang dagelijks in de Lavinojo en in het huis van Donna Assunta kon komen. Maar u heeft me slecht voor die bescherming beloond en mijn waarschuwingen in den wind geslagen. Daarvoor za] ik wraak nemen." „Ik ben nu ongewapend in uw macht," ant woordde Ufing ruslig. „Doe wat u wilt, maar vertel me eerst ten minste eens waarvoor u eigenlijk wraak wilt nemen." „En dat durft u nog te vragen Omdat u de eer van mijn zuster hebt bezoedeld door de hand naar haar uit te steken, alsof ze een ge- meene straatmeid was." Raffaele's stem beefde nu van woede en zijn handen maakten een be weging alsof zij den onder de keel wilden toe knijpen. De graaf bleef kalm. „U bent het zelf. die met zulke woorden Carmcla's eer bezoedelt," antwoorde hij scherp; „ik niet, die haar tot mijn vrouw wil maken." „Uw vro"w, zoo, zoo hoonde Raffc-le. „Die reddende gedachte is zeker nu net bij u op gekomen En jullie zijn zeker op weg naar dc kerk om je loten trouwen Een raren tijd hebben jullie daarvoor uitgezocht." Carmela wilde iets zeggen, maar de gebie dende handbeweging van Raffaele was voldoen de om het meisje weer te doen zwijgen. „Nu, zoo gauw goat het niet met tróuwen," untwooróde Ufing lakoniek, „want ik ben van morgen pas voor het eerst na mijn zie'*te weer opgestaan. Maar al ga. we nu ook >g niet naar de kerk voor ons huwelijk, we gaan in ieder geval naar Don Filippo om met hem al het noodige te bespreken." Raffaele as zoo verbluft door deze woor den, dat hij niet dadelijk een antwoord gereed had. Toen zei hij weifelend tusschen hoop en wantrouwen: „Nu goed, we zullen zien of U de waarheid hebt gesproken. Rijdt de koetsier nu naar Don Fiiippo, dan zal ik aan de eer lijkheid van Uw bedoelingen gelooven, want Don Filippo is een man, die zich niet zal lee nen tot ccn leelijke streek. Maar als dc koet sier ergens anders heen gaat, don komt U niet meer levend dit rijtuig uit." In plaats van te antwoorden lachte Ufing kort en minachtend, en toen ontstond er een onaangenaam zwijgen. Dc koetsier had door het geratel der wielen op het harde plaveisel niets van alles gemerkt: noch van den handigen overval, noch van dc woordenwisseling tusschen de beide mannen in het gesloten rijtuig. Hij was rustig doorgereden er sloeg nu links de Via Pignatelli in, die re gelrecht r.aor de Piazza Giovanni Maggiorc en naar het huis van Don Filippo leidde. „Misschien wilt U nu ook wel zoo goed zijn", hervatte Ufing het gesprek, „om me mee te deelen, hoe U over onze trouwplannen denkt? Of we op Uw medewerking of op uw tegen stand moeten rekenen „Dat hangt er van af, weik°n waarborg me voor Carmcla's welzijn kunt geven." Raj- faelc, die nu bemerkte, dat ze werkelijk naar den priester gingen, sloeg een minder vijan- digen toon aan. „11: wee; niets anders van u af, dan dot u een knap schilder is. Maar juist de knapste van uw soort zijn dikwijls de groot ste losbollen of hongerlijders." Nu moest Ufing ia lachen. „Natuurlijk moet u eerst weten wie ik ben. Ik weet hoeveel u van Carmela lyoudl en wet u voor het kind heeft gedaan. Ik moet u echter verzoeken voor- loopig over mijn persoon het zwijgen te bewo- rén. Wilt u dat doen?" „Dat beloof ik." „Luister don: ik schilder alleen uit liefheb berij, niet om er mijn brood mee tc ver dienen. Mijn vrouw wordt „Contcssa"Ufing en zal een van de oudste cn voornaamste na men van mijn land dragen." Slechts met moeite onderdrukte Raffaele ccn u'iroep von verbazing. En zijn stem met ge weld tot kalmte dwingend, antwoordde hij: „U zult uw beweringen moeten bewijzen. En wanneer hodt u gedacht te trouwen „Dat hangt van verschillende dingen af, ik zal daar Don Filippo over spreken. Daarvoor ga ik juist naar hem toe. En ik zal ook aan hom rekenschap over mijn persoon aïleggcn, niet nan u." „Wat bedoelt u daarmee Raffaele's slem klonk opnieuw dreigend. „Dat u. niet van een edelman verlangen kunt, dat hij de aangelegenheden van zichzelf en zijn fnmilic laat bcoordeelen door een lid van een misdod'gers-gcnootschap." Ruffaele sprong als door een slang gebeten op en zijn hand greep naar zijn dolk, en ocv Carmela had een gi! van schrik gegeven. Doch met uiterste ilskracht bedwong hij zijn toorn er. liet zien hijgend weer op de bar.k terug vs'len. Toen zei hij met moeite: „U is d* cer- s-e mencch in miin leven, d'e me onbestraft be- leedigd heeft. Alleen om Carmela heb ik u gespoord, want haar geluk goot mij boven olies, zelfs boven mijn eer. Of denxt n misschien, mijnheer de graaf, dat ik die niet heb „Het was niet mijn bedoeling u tc belec-di- gen." Het klonk bijna als een verontschuldi ging. „Maar als u een man met verstand is, die zakelijk kunt oordeelen, dan zult u mijn standpunt begrijpen." Gravin. (Wordt vervolgd):

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5