Permanent Waving 5
W/M
C. DONATH
Amersfoort
IMAISON VAN EIMEREN
Hofstede „Oud-Bussem"
Utrechtscheweg 74 Tel. 818
HUüflOR UIT HET BUITENLAND
RECLAMES.
Prii.Q 1n rFL'Pl<i t 55 MUr> rPprpT moor f 0 5ft
kloven en derge
lijke winterpla-
gen zijn pijnlijk
en staan leelijk.
Verrassend vlug kunt U
die ongemakken genezen met
den verzachtenden AKKER's
die niet byt, de huid lenig
maakt en herhaling voor
komt Onovertroffen hij
wonden, jicht rheuma
ticky huiduitslag
aambeien.
Haarkundigen
9 WliERSSTRAAT 14 - TEL, 205 P
Amersfoort 4
N. V. Melkerij
Onze Artikelen zijn voor
Uitsluitend verkrijgbaar bij
ren beklaagde is aan het front geweest
is beklaagde moreel minderwaardig geworden.
Na verder getuigenverhoor requireerde de
vertegenwoordiger van het O.M., mr. E. D. H.
Schutter, een gevangenisstraf van 7 jaar.
Mr, J. J. Meys, verdediger, pleitte clemen
tie.
Wegens het in voorraad hebben van valsche
Nederlandsche zilverbons, met het oogmerk,
die bons uit te geven als waren ze echt en on-
vervalscht, heeft zich nog de 36-jarige gedeti
neerde havenarbeider L. van S. te verantwoor
den gehad.. Tegen dezen beklaagde, die ont
kende, werd na getuigenverhoor, 2 jaar ge
vangenisstraf geëischt.
Mr. P. A. Hubert van Beusekom, verdedi
ger, bepleitte vrijpraak en de onmiddellijke in
vrijheidstelling van zijn cliënt.
Na in Raadkamer geweest te zijn, steldo do
rechtbank beklaagde in vrijheid.
Uitspraken 4 Februari a.s.
J)E FRAUDE BIJ DE ROTTERDAMSCHE
BANKVEREENIGING TE DEN HAAG
De gewezen procuratiehouder
voor de Rechtbank.
Voor de Haagsche rechtbank heeft Donderdag
terecht gestaan de 41-jarige gewezen procura
tiehouder van de Rotterdamsche Bankvereeni-
ging H., thans gedetineerd, terzake dat hij te
's-Gravenhage op verschillende tijdstippen in
of omstreeks de jaren 1919 cn 1920 telkens,
terwijl hij was procuratiehouder en hoofdboek
houder van de Bijbank te 's-Gravcnhage van
de N.V. „Rotterdamsche Bankvereeniging" cn
als zoodanig belast was met de leiding en aan
het hoofd stond van de boekhouding van deze
bijbank, waartoe behoorde het bijhouden van
het journal of dagboek, valschelijk de navol
gende geschriften heeft opgemaakt of doen op
maken, en als aanteekeningen heeft ingeschre
ven of doen inschrijven in het journal of dag
boek van die Bank, welke geschriften en aan
teekeningen betroffen het door die Bank uit
geoefend bedrijf van koopman, bankier en kas
sier;
1. op of omstreeks 31 Dec. 1919 heeft beid.
valschelyk het navolgende geschrift als aan-
teekening in het journal of dagboek ingeschre
ven en opgemaakt 'onder het hoofdtc debitee
ren personen:
„Gereserveerde koersverschillen 11.340.
onder het hoofd te crediteeren personen:
„Aan nog te betalen posten voor overb.
koersv. 11.340.
2. op of omstreeks 31 Dec. 1919 heeft bekl.
valschelijk het navolgende geschrift als aan-
teekening in het journal of dagboek ingeschre
ven en opgemaakt onder het hoofd te debitee-
ren personen:
„Koersv. 14.350,10"
onder het hoofd te crediteeren personen:
„Nog te betalen posten voor overb. koersv.
14.350.10";
3. op of omstreeks 10 Febr. 1920 heeft bekl.
valschelijk door Cornelia Louisa van Heusden,
boekhoudster bij de Rotterdamsche Bankveree
niging, althans door een bediende werkzaam bij
die Bank, en als zoodanig staande onder de
bevelen van bekl., het navolgende geschrift als
aanteekening doen inschrijven in het journal
of dagboek en doen opmaken onder het hoofd
te debiteeren personen
„Nog te betalen posten 25.690,10"
en onder het hoofd te crediteeren personen:
„Aan Kant. R'dam Div. Rckg. voor overb.
25.690,10";
4. op of omstreeks 6 Febr. 1920 heeft bekl.
valschelijk door de onder 3 genoemde persoon,
in hare daar genoemde hoedanigheid het na
volgende geschrift als aanteekening doen in
schrijven in het journal of dagboek cn doen
opmaken onder het hoofd te dcBiteeren perso
nen
„R. B. V. Rotterdam Div. Rekg. voor overb.
25.690,10"
onder het hoofd te crediteeren personen:
„Aan Dr. H. Rethy q.q. voor overb. R'dam
25.690,10";
5. op of omstreeks 31 Dec. 1919 heeft bekl.
valschelijk het navolgende geschrift als aan
teekening ingeschreven in het journal of dag
boek en opgemaakt onder het hoofd te debi-
tceren personen
„Gereserveerde koersverschillen voor overb.
50.000.-—"
ondier het hoofd te crediteeren personen:
„Aan nog te betalen posten voor overb.
koersv. 50.000.
6. op of omstreeks 29 Sept. 1920 heeft bekl.
valschelijk door Hendricus Franciscus Johannes
van Leeuwen, boekhouder bij de Rotterdamsche
Bankvereeniging, althans door een bediende
werkzaam bij die Bank, en als zoodanig staande
onder de bevelen van bekl., het navolgende ge
schrift als aanteekening doen inschrijven in het
journal of dagboek en doen opmaken onder het
hoofd te debiteeren personen.
„Nog te betalen posten o/b R'dam f 50.000."
en onder het hoofd te crediteeren personen:
„Aan kantoor R'dam Div. rekg. o/b f 50.000."
7. op of omstreeks 24 Sept. 1920 heeft bekl.
valschelijk door den hiervoren onder 6 genoem
den persoon in tjiens daar genoemde hoedanig
heid als aanteekening doen inschrijven in het
journal of dagboek en doen opipaken onder hot
hoofd te debiteeren personen:
„Kantoor R'dam Div. Rekg. voor o/b f 50.000"
en onder het hoofd te crediteeren personen:
„Aan Dr. Rethy q.q. o/b f 50.000."
zulks met het oogmerk deze geschriften als
echt en onvervalscht te gebruiken of door an
deren te doen gebruiken, terwijl uit dat gebruik
eenig nadeel kon ontstaan.
Subs, dat hij te 's Gravenhage, althans in
Nederland, op verschillende tijdstippen in of om
streeks het tijdsverloop tusschen 16 Febr. 1920
en 19 Jan. 1923 telkens met het oogmerk om
zich of een ander wederrechtelijk te bevoordee-
len, de N.V. „Rotterdamsche Bankvereeniging"
bijbank 's Gravenhage, in de personen van hare
directeuren B. van Haersma Buma en W. M.
Westerman, en van onder deze dienende per
sonen, werkzaam bij de uitbetaling van gelden
op kwitanties en ontvangbewijzen, in dienst van
de Rotterdamsche Bankvereeniging, althans een
of meerdere dezer personen, heeft bewogen tot
de afgifte van aanzienlijke bedragen in geld,
tot een gezamenlijk bedrag van f 53.478.73 of
een bedrag daaromtrent, doordat hij listiglijk,
bcdriegelijk en valschelijk in of omstreeks het
einde van 1919, bij de Bijbank te 's Gravenhage
der Rotterdamsche Bankver. een rekening heeft
geopend of doen openen ten name van dr. H.
Rethy q.q." te 's Gravenhage en op het credit
van die rekening op de hiervoren onder primair
omschreven wijze, listiglijk en bcdriegelijk heeft
doen boeken de voormelde bedragen van
f 25.690.10 en f 50.000, door daarna- listiglijk en
bedriegelijk op verschillende tijdstippen in ge
meld tijdsverloop aan de fiat-afdeeling van deze
Bank door hem bek), onderteekende ontvang
bewijzen tot het debet der rekening dr. H.
Rethy q.q. ter fiatteering aan te bieden, en na
het verkrijgen van het fiat der met het verlee-
nen daarvan belaste ambtenaren, deze gefiat
teerde ontvangbewijzen tot het verkrijgen der
daarin uitgedrukte bedragen aan de met uitbe
taling belaste ambtenaren aan te bieden, zijnde
deze ontvangbewijzen gedagteekend en tot een
bedrag als .hierna vermeld: (volgen 26 deposi
to's ten laste der rekening dr. Rethy q.q. gedu
rende de jaren 19201922 tot een bedrag van
ruim f 50.000).
Vanwege het openbaar ministerie zijn 12 ge
tuigen in deze zaak gedagvaard.
Als verdediger van den bekl. treedt op mr.
Rolandus Hagedoorn.
Bekl. bekent, desgevraagd, de feiten welke
hem ten laste zijn gelegd, te hebben gepleegd.
De President gaat vervolgens de gepleegde
malversaties, zooals deze in de dagvaarding
zijn omschreven, met den bekl. na.
Bekl. geeft alles volledig toe. Hij heeft een
gefingeerde rekening geopend en zich langs
dien weg bevoordeeld. Beid. had van dr. Rethy
een algemeene volmacht.
Rekl. merkt nog op, dat van de 7 ten laste
gelegde valsche boekingen, de laatste niet juist
in de dagvaarding staat Deze toch is niet ge»
schied door den boekhouder van Leeuwen, maar
door bekl. zelf. Geen der 7 boekingen had een
reëelen grondslag.
Hierna werden de getuigen gehoord.
De Inspecteur van Politie de lieer Bosma, doet
eenige mededeelingen omtrent door hem in be
slag genomen kwitanties en journalen.
De heer van Haersma Buma, vroeger direc
teur van de bijbank 's Gravenhage, van de Rott.
Bankvereeniging, verklaart, dat bekl. de be
voegdheid had te parafeeren. Wanneer een stuk
zijn paraaf droeg, werd geacht dat het in orde
was.
Getuige had het volste vertrouwen in dé
bekl., dit met groote toewijding zijn taak ver
vulde
Getuige verklaart nog, dot het z. i. wel op
den weg van de afd. controle gelegen had om
de directie attent te maken op enkele der boe
kingen, speciaal wat betreft de boeking van
den in de dagvaarding genoemden post van
50,000.
Getuige J. F. D. C. van Ferirey, procuratie
houder der R. B. V., kantoor Amsterdam, heeft
een slant opgemaakt van de verschillende val
sche boekingen. Deze beloopen gezamenlijk
een bedrag van ruim 106,000, voor welk be
drog de Bank benadeeld is.
tylr. Rolandus Hagedoorn merkt op, dat de
daadwerkelijke schade feitelijk kleiner is en
ongeveer 90,000 beloopt.
Getuige J. Moses, bankbeombte aan de R.
B. V., is sedert meerdere jaren verbonden aan
de contróle-afdecling van het bijkantoor Den
Haag. Feitelijk controle bestond daar niet
accountants waren er niet. Door de onpersoon»»
lijke rekeningen werden de persoonlijke reke
ningen automatisch gecontroleerd. Waar bekl.
recht tot parafeeren had, werd als regel een
stuk met zijn paraaf zonder meer geboekt.
Op verzoek van mr. Rolandus Hagedoorn
doet getuige uitvoerige mededeelingen omtrent
de wijze van samenstelling der verschillende
boeken van de boekhouding. Volgens getuigej
had het journal voornamelijk waarde in dien'
zin, dat daarin de geheele boekhouding op
papier werd gebracht.
Getuigen mej. v. Heusden en Van Leeuwen,
boekhouders bij de R. B. V., kantoor Den Haag,
leggen verklaringen of omtrent de door licn
gedane (in de dagvaarding bedoelde) boekingen
op last van den bekl. Getuigen hebben niet
geweten, dat de posten valsch waren.
Wat post 7 betreft, zegt getuige Van Leeu
wen, dot hij dezen wel degelijk geboekt heeft.
Bekl. geeft dit, na het desbetreffend boek even
te hebben ingezien, vervolgens toe. Hij was in
de war met een anderen post.
Nog worden cenigo beambten als getuigen
gehoord, die verbonden waren in de jaren
1919—1923 aan de fiatafdeeling van het bij
kantoor Den Haag van dc R. B. V. Zij ver
klaren omtrent door hen gefiatteerde kwitan-
tanties, welke kwitanties de rekening dr.
Rethy q.q. betroffen. Ook wordt nog gehoord
de kassier, die aan bekl. meerdere malen geld
heeft uitbetaald van dc rekening dr. Rethy q.q.
Als laatste getuige komt voor dr. H. Rethy.
Deze verklaart dat hij in 1918 een rekening
heeft geopend bij do R. B. V. In 1920 heeft hij
bekl. volmacht gegeven om zijn bankzaken ge
heel te behandelen. Qaarna heeft getuige dan
ook geen afrekeningen meer ontvangen. In 1921
heeft bekl. aan getuige medegedeeld, dat hij een
rekening dr. Rethy q.q. had geopend. Dit zou
hij hebben gedaan als welwillendheid tegenover
getuige, die speculeerde. De eene rekening* zou
nu eventueel de andere kunnen dekken.
De zitting is hierna geschorst tot gistermid
dag twee uur.
Na de pauze nam het O. M., waargenomen
door mr. Bauduin, zijn requisitoir.
Spr. begon mede te dcelcn, dat het optreden
van het O. M. in deze zaak het gevolg is ge
weest van een courantenbericht, waarin mel
ding is gemaukt van ontslag van cenige be
ambten van de R. B. V. wegens onregelmatig
heden. Er is toen ccn zeer uitgebreid onder
zoek ingesteld. Op voortreffelijke wijze is dit
onderzoek geleid door den inspecteur van po
litie Bosma. Uit het onderzoek is deze zaait
oortgevloeid.
Aan den bekl. is valsohheid in geschrifte
subs. oplichting, ten Laste gelegd. Het gaat er
nu om of de valsche aanteekeningen, welke
door beklaagde in het journaal zijn gemaakt,
bewijsbestemming hadden. Volgens het wet
boek van koophandel hebben dergelijke jour
nalen bewijsbestemming. Hiermede is de zaak
afgedaan. De subjectieve bedoeling van dn
partijen hieromtrent kan de rechtbank volko
men voorbijgaan. Ook in de nieuwe wetgeving
wordt aan koopmansjournalen bewijsrecht tpe-
•ekend. Do objectieve bewijsbestemming staat
dus absoluut vast.
Het bewijs voor de primaire tenlastelegging
is naar spr.'s meening* volkomen geleverd.
Bekl. zal aan een veroordeeBng voor dit feit
niet kunnen ontkomen. Bespreking van d©
subsidiaire tenlastelegging acht spr. in verband
hiermede verder niet noodig.
Tot de strafmaat komende, merkt spr. op dat
de R. B. V. geen klacht heeft ingediend en
geen vervolging heeft gewenscht. Het O. M.
achtte de feiten echter te ernstig om deze zaak
niet te vervolgen, waar het hier een verduiste
ring van 90.000 betreft.
Spr. eisoht ten slotte 2 jaar gevangenisstraf.
De verdediging,
Mr. Rolandus Hagedoorn, bekl.'s verdedi
ging voerende, is het met het O. M. eens, dat
hetgeen deze bekl. gedaan heeft, ten zeerste
afkeuring verdient. Bekh zelf zal de eerste
zijn om dat toe te geven.
Ten aanzien van de primaire tenlastelegging
staat vast, dat bekl. valschheid in de journa
len heeft gepleegd of doén plegen. Of het
clement, het hebben van bewijsbestemming
van dc journalen, echter aanwezig is, is hier
de voornaamste vraag. Het O. M. heeft in do
dagvaarding naast het woord journal telkens
gesteld het woord dagboek. Is echter dit jour
nal wel hetzelfde als wat in het wetboek van
koophandel onder dagboek wordt verstaan
De vraag is nu, hoe de boekhouding in elkaar
zat. Spr. releveert hetgeen getuige Moz'aa
hieromtrent had medegedeeld. De journalen
zijn niet de basis voor de bewijsbestemming
geweest, zij hadden een heel andere taak dan
het dagboek. Noch volgens de oude wetgeving
noch volgens de wetgeving van 1922 zijn dezo
journalen gestempeld om tot bewijs te dienen.
Dat zij er eventueel voor kunnen worden ge
bruikt, doet daar niets aan af.
Wat het element „nadeel" betreft, vraag*
spr. zich af, welk nadeel de Bank gehad kan
hebben van het overboeken van een bedrag
van de eene rekening op een ander. De valsch
heid bij het overboeken heeft geen nadeel met
zich kunnen medebrengen.
Vervolgens bespreekt pl. de subsidiaire ten
lastelegging. PI. betoogt, dat bij het geheel»
verloop van de opening der rekening dr. Rethv
q.q. tot het afgeven van geld niets is gebeurd,
wat volgens dc wet zou vallen onder het be
grip „listiglijke kunstgreep". Geen der midde
len. in art. 326 genoemd, is hier gebezigd.
Rekening houdende met de mogelijkheid, dat
de rechtbank het niet een. is met pleiters
mecning omtrent de tenlastegelegde feiten,
wijdt pl. nog eenige woorden aan de op te leg
gen straf. Wanneer bekl. een slecht man was,
sou de Bonk niet zoo dringend gevraagd heb
ben dezen man niet tc vervolgen. Bekl.'s
hoofdfout is, dat hij zoo zwak was. Daarbij
kwam, dut hij speculeerde. De Bank had dot
moeten tegengaan, in het besef dat ambteno
ren, die dat deden, vooral zij die zwak van
karakter zijn, zeer zwaar op de proof werden
gesteld. Het openen van q.q. rekeningen door
velen heeft bekl. gebracht tot zijn misdrijf.
Het zonderlinge gedoe bij de Bonk, de eigen
aardige boekingen, zijn voor dezen man een
te verleidelijk voorbeeld geweest en hij heeft
zich met zijn zwakke beenen op het glibberige
pad begeven. Het ernstige vindt pL echter,
dat iedere controle absoluut ontbrak. Dit heeft
ten slotte nog den doorslag gegeven.
BekL zal een zware taak hebben om straks
weer op de been-te komen. Hij heeft nu reeds
vijf maanden in voorarrest gezeten. Pl. hoopt,
dot de rechtbank met deze omstandigheden bij
het bepalen der straf rekening zal houden.
Uitspraak II Februari a.s.
DE WATERSNOOD.
Een gift van 5000 uit Indië.
De Avros Rubberplantorsverccniging te»
Oostkust van Sumatra, schonk 5000 voor
den Watersnood.
Voor hetzelfde doel werd aan H. M.'s par
ticulier secretaris, namens de actieve officie
ren en onderofficieren van den staf der bri
gade, Grenadiers en Jagers en van de regi
menten Grenadiers en Jagers een bedrag van
250 overhandigd, welk bedrag aanvankelijk
was bestemd voor de viering van het zilveren
huwelijksfeest der koningin.
De watersnood en de tuinbou
wers.
Naar gemeld wordt is de steun aan den tuin
bouw met betrekking tot den watersnood defini
tief geregeld door het benoemen eener com
missie met mr. Dresselhuys als voorzitter en
den inspecteur van den Landbouw als vice-
voorzittcr, lot het geven van advies over de
schade in verschillende afdeelingen van het
bedrijf. De getroffenen zullen zich o.m. kun
nen wenden met juiste opgaven bij den Rijks
Tuinbouw Consulent ir. D. Bloemsma te Apel
doorn, wat betreft het oostelijk deel van ons
land.
Luchtvaart.
ERNSTIG VLIEGONGEVAL IN POLEN.
Warschau, 2 9 J a n. (H. N.) Gisteren is
boven een dorp bij Warschau een militair
vliegtuig naar beneden gestort. De bestuurder
werd gedood, terwijl de waarnemer levensge
vaarlijk gewond is. Door het vallendevliegtuig
werd ook een vrouw uit het dorp gedood.
•r Boemelaar: Da's een bof. As Ik nou de voet
stappen van dien kerel maar volg. daD kom
ik er wel.
(London Opinion).
Dij de kindervoorstelling.
Waarom kijk je niet den anderen kant uit, Bolly?
Maar bet is vcol grappiger om naar Pappie en Oom te kyken,
Moes.
(Punch.)
'Aanstaande huurder: Zeg. maar kijk eens, d'er groeit
hier waarachtig mos op de muur
Woningagent Wel meneer, tegen deze huur bunt a
toch geen orchideeën vertvachten, nietwaar?" (Humorist.)
Inbreker, z'n zoon een aframmeling gevend: En dent;
er aan. 't Is niet om bet gappen van de Jam, maar om de
stommiteit om je vingerafdrukken te laten staan.
(Passing Show.)
Wat. Je beweert dat dit een plaat
van Cam so is? En bet 1? DultscV 1
Jn^ei mentor is een ver'i 'ng,
natuurlek. (MeggemiOrler Bliiuer.)
Kleinkind (dat prentenboeken heeft zitteD bekijkem: G:oot-
Blo-, wanneer gaal u er nu als een echte grootmoe uitzien?"
(Humorist.).