24s«a"9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 11 Februari 1S26 BINNENLAND. FEUILLETON. Hel ondergiondsche Syndicaat. TWEEDE BLAD. De Staatscourant van hedenavond 10 Februari bevat o m. de volgende Konink lijke besluiten: toegekend de bronzen eere-medaille der Oranje-Nassauordc D. A. van Aalderen, kleer maker bij de firma Joh. Jans te Zwolle. DB KONINKLIJKE FAMILIR De Prins en zijne familieleden te Den Haag. Met den staafsspoortrcin van TO uur 55 zür gisterochtend de prins en zijne familieleden, de groothertog en groothertogin van Mecklenbure en de groothertogin van Oldenburg, met ge volg uit het Loo in de residentie aangekomen Zij begaven zich naar het koninklijk paleis in het Ncordeinde, waar zij gedurende hun ver blijf te 's Gravenhage zullen logeeren. In den loop van dén voormiddag bracht de prins met zijn gasten en gevolg een bezoek aan het Mauritshuis. Het noenmaal werd door den prins en zijn verwanten gebruikt bij den Duitschen zaakge lastigde, baron von Vietinghoff, in het Duitsche Iegatiegebouw aan den Langen Vijverberg. Hedenavond gebruiken de vorstelijke per sonen het middagmaal bij H. M. de Koningin- Moeder. HET ZILVEPEN HUWELIJKSFEEST VAN HET KON. ECHTPAAR. De terugkeer in de residentie. Men meldt ons uit den Haag: Naar wij vernemen hebben Burgemeester en Wethouders besloten Maandag 15 Februari den dag, waarop het Kon. Echtpaor in de Resi dence terugkeert, aan de leerlingen van het openbaar onderwijs des namiddags vrijaf te geven. Het aantal vereenigingen, dat met vaandel en banier Maandag a.s. bij aankomst van H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins zich op straat zal opstellen, is zoo groot, dot het noo- dig is geb'eken de vereenigingen te verdeelen over het plein voor het Paleis in het Noord- einde, de Rijnstraat en den Kneu'erdijk. Teneinde het plein vóór het Paleis aon het Noordeinde, waar een gedeelte van de vereeni gingen met hare vaandels zal worden opge steld, een eenigszins feestelijk karakter te ge ven, zuïïfen in den grootcn kastanjeboom 'oranje-lampions worden opgehangen, die in den avond van Maandag a.s. zullen worden ont stoken. Het geschenk van de burgerij van Amsterdam Bij van Wisselingh op het Rokin te Amster dam is tentoongesteld het geschenk van do burgerij van Amsterdam aan de Koningin en den Prins bij gelegenheid van hun zilveren brui loft. Het is een kapitaal doek van Breitner ui» diens besten tijd (1901), voorstellend misschien wel het meest typische en schoonste stadsge zicht uit Amsterdam: het nog ongedempte deel van het Damrak bij winterdag met de oude aan gevreten achtergevels van de rij te water uitge bouwde huizen van de Warmoesstraat. Tot dusver was de schilderij in bruikleen in het stedelijk museum De commissie kocht haa* van den particulieren verzamelaar, aan wien 7.0 toebehoorde en deed haar schoonmaken, rege- nereeren, zoodat zo nu weer in haar volle schoonheid prijkt en alle tinten hun eigen, oor spronkelijke waarde hebben teruggekregen. Op de liist leest men in het medaillon: H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins der Nederlanden aangeboden door de burgérij van Amsterdam 19017 Februari 1926. Bij het geschenk is gevoegd een album me» de namen der deelnemers, vervaardigd door den sierkunstenaar Nieuwenhuis. De band is van blank zwijnsleer, beslagen met zilveren ran den, waarin stukjes barnsteen zijn gevat. Ver der zijn er ingeperst, ondevgekleurd en niet ver- guld, de wapens van de Koningin, Prins Hen drik en Prinses Juliana. Op het schutblad, rijk versierd, evenals de volgende bladzijden, vindt men eenerzijds do monogrammen van Wilhelmina en Hendrik, an derzijds het wapen van Amsterdam. Op het titelblad staat: „Als blijk van Hulde bij het zilveren Huwe lijksfeest van Hare Majesteit Wilhelmina, Ko ningin der Nederlanden en Zijno Koninklijke Hoogheid Hendrik, Prins der Nederlanden, wordt hierbij een schilderij van G. H. Breitner. Damrak te Amsterdam, aangeboden door H. M onderdanen, alsook vennootschappen cn firma's, ollen gevestigd in de hoofdstad des rijks, waar van dc namen in dit album zijn opgenomen." Amsterdam, 7 Februari 1926. Het bestuur: Ecre-voorzitter W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam. Mr. P. J. C. Tetrode, voorzitter; C. G. Vat- tier Kraane, secretaris; J. M. Teldcrs, penning meester; mr. B. E. Asscher, prof. mr. P. A. Diepenhorst. J. H. A. L. von Frytag Drnbbe Op de volgende bladzijden volgen de namen van de overige comitélcden, firma's en particu lieren, in totaal een vijfhonderdtol. Alle bladen zijn verlucht met een randversiering, die als het ware gegrift is in het perkament, terwijl de uitgediepte lijnen gevuld zijn met helden» kleuren en goud. In die randversiering zijn aller lei motieven verwerkt: kunst en wetenschap handel, nijverheid en scheepvaart, enz. enz. Den 17en dezer zal het dogelijksch bestuur der commissie de schilderij en het album welke laatste ligt op een rijk zilvergrijs fluwee- jen kussen, in den Haag aan dc Koningin en den Prins aanbieden. Portretten van het Kon. Echtpaar in „De Witte". In de groote zaal van de Nieuwe of Litterairo Sociëteit in Den Haag heeft gistermiddag om 3 uur een commissie, bestaande uit leden der com missiën van vertegenwoordiging, van bal" lotage en van gedelegeerden uit de buitenge wone leden, aan commissarissen der sociëteit overgedragen de portretten van de Koningin cn den Prins, geschilderd door Willy Sluiter, voor de vervaardiging van welke portretten leden cn buitengewone leden der sociëteit gel den hadden bijeengebracht. Dc plechtigheid werd door een groot aantol belangstellenden bijgewoond. Mr. J. D. Verbroek voerde bij verhindering van den voorzitter der commissie van vertegen woordiging, den heer Fock, het woord, waarn© onder het spelen van het Wilhelmus dc portret ten werden onthuld. Het portret van de Ko ningin stelt H. M. zittende voor in gris perl© gewaad; het portret van den Prins stelt Z. K H voor in rokcostuum. De president van het college van commissa rissen, mr. W. A. baron van Iitersum, vertolkte hierop in hartelijke bewoordingen den dank van commissarissen voor het schoone geschenk De portretten zullen een plaats krijgen in do groote societeitszaal. Het geschenk der Ned. officieren. De minister van Oorlog, de heer Lambooy. heeft gisteren op het hoofdkwartier van het veldleger het schildeij von Hoynck van Papen- drecht bezichtigd, dat de officieren van het Nederlandsche leger aan het Koninklijk Echl- paar zullen aanbieden ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest. Gclukwcnschon der Nederland- Oranje-Nationalisten. Door de organisatie Nederland-Oranje-Nn- rionalisten werd den 6den dezer onderstaand»4 gelukwensch ITM de Koningin cn Z.K.H. den Prins aangeboden „Aan Hare Majesteit de Koningin cn Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Neder- londen, Het Loo. „De „Nederland-Oranje-Nationalisten'* ver- blijden zich met II in de vreugde van Uw Zil veren Huwelijksfeest. Zij bieden U en Uwe Ko. ninklijke Dochter, onze toekomstige Kroon prinses, onze meost eerbiedige gelukwenschen aan, en bidden U Gods zegen bij voortduring toe. C VAN DER VOORT VAN ZIJP. Voorzitter. MR. J. P. A. A. LENS, Secretaris Wilhelminapork 23. .Utrecht. Hierop mocht het navolgende antwoord wor den ontvangen ,.Het Loo, Februari 1926 Hare Majesteit de Koningin en Zijne Ko ninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden. Hertog van Mecklenburg, dragen mij op d* Nederland-Oranje-Nationalisten Hunnen donk over te brengen voor de gelukwenschen, Ha»e Majesteit en Zijne Koninklijke Hoogheid aan geboden ter gelegenheid van dvj herdenking von Hoogst derzelver 25-jarig huwelijk. Dq Adjudant van Dienst van H.M. de Koningin, (was get.) H. J. PHAFF, Ord. Off." H.M. de Koningin-Moeder werd eveneens gelukgewenscht door het volgende telegram „Aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder. Het Loo. De „Nederland-Oranje-Na tionalistcn" ver oorloven zich Uwe Majesteit eerbiedig geluk te wenschen met het zilveren Huwelijksfeest Uwer Kinderen, en de hoop uit te spreken da' God Uwo Majesteit nog lang moge spoten voor Hen en voor ons volk. C. VAN DER VOORT VAN ZIJP. Voorzitter. MR. ,J. P. A. A. LENS Secretaris. Wilheminapork 23, Utrecht" H.M. de Koningin-Moeder dankte Het Loo. 8 Februari 1926. H.M. de Koningin-Moeder draagt mij op Nederland-Oranje-Nationalisten HoogstderzeL ver oprechten dank over te brengen voor ge lukwenschen. (was get:) STIRUM, Kamerheer". Plechtige Mis te den Hang. In de parochiekerk van den H. Jacobus in de Parkstraat te den Haag is voor de militai ren ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijk van het Kon. Echtpaar een plechtige H. Mis opgedragen door kolonel hoofdaalmoezenier mgr. F. J. H. Evers met assistentie van de majoors-aalmoezenier G. Hugs en J. J. J Noordman, kaDclaan J. B. -A. M. Filbry, direc teur van de R.-K. Militniren-Vereeniging en knnelaon Niehus. De kierk was geheel met geloovigen gevuld Onder de aanwezigen waren de R.-K. mi nisters Lambooy, Kooien, Weiter en Bongoerts; graaf du Monceau, grootmeester van het Hui» van de Koningin jhr. van Suchtelen van d© Haere, groot-officier van de Kroonde rid ders der Souvereine Orde van Malta jhr. L van Fisenne en W. baron van Voorst toi Voorstde secretaris-generaal van het Dep van Marine, admiraal Zegers Rijserde se cretaris-generaal van het Dep. van Oorlog, mr. Woltman het bestuur van dc R.-K. Mili taire Verceniging luit.-gen era al Muller Mas- fiis, commandant van het Veldlegerluit-ge- neraal b. d. de Block, inspecteur der burger wachten schout-bij-nacht Sluis, ohef van den marinestafgeneraal-majoor Fris, inspecteur van den Vrijwilligen Landstormgeneraal- majoor van Rijswijk de Jong, gouverneur de' Residentiegeneraal-majoor Insinger, inspec teur der artilleriekolonel Postma, plaatselijk commandantkapitein ter zee Telders, chef der ofdceling personeel aan het Dep. van Ma rine kolonel van Mens, inspecteur der cava' leriekolonel Geldennan. commandant van het lie Reg. Huzaren luit.-kolonel Wagner, commandant van het Reg. Jagersluit.-kolo nel van Munnikrede, directeur der Hoogere Krijgsschool en ettelijke opperofficieren, hoofd officieren en officieren. Tevens het bestuur en verschillende leden van de A. R. K. O. cn versoheiden onderoffi cieren het bestuur cn leden van St. Martinus Hoofdaalmoezenier Evers hield een toe spraak, waarin hij o.m. dezen herdenkingsdag schetste als een dag van dankbaarheid en blijdschap. De organist speelde het Wilhelmus, terwiil het zangkoor de Mis van Perosi uitvoerde en na afloop het Domine salvqm fac reginam zong. Te Paiijs. Uit Parijs wordt d.d. 6 Febr. aan dc Tel. meld De Nederlandsche kolonie te Parijs heeft he' rilveien 'huwelijksfeest van het koninklijk ech» poar opgewekt gevierd. Ongeveer 140 hie- woonachtige of toevende londgenooten hadder zich daartoe Zondag in hotel „Lutetia" aan ec: noenmaal vereenigd, waarbij ook, wier hier die kringen bekend is, vele nieuwe gezicht <?r ontwaarde. De zaak was, dat het consulaat voor 'ieze gelegenheid lijsten van Nederlandsche in Tezetenen van Parijs en omtrek voor den da' Sad gehaald, waarop vanzelf velen voorkomen 'lie hier zoo ingeburgerd zijn, dat de aonrn- king met Nederlandsch gemeenschapsleven ge heel of gedeeltelijk te loor ging. Onze gezant, von mevrouw Loudon vorgc- .\d, presideerde. Dc gezant begon met den tekst van een tele gram voor te lezen, uit naam van do aan den 'dsch vereenigden naar het Loo verzonden. Jhr. Loudon sprak zijn voldoen'ng uil ovei de drukke opkomst. •Alle aanwezigen stemden staande met ziin woorden in, waarna de heer Van der Ploert, door mevrouw Colin—Penning begeleid, dn eerste coupletten van het „Wilhelmus" zon? door co aanwezigen zoo goed cn kwaad als het ging ondersteund. Later zijn daarop ar,dor* liederen gevolgd, o.a. „Wien Neerland'rh Bloed", „Valerius' Gedenckklank" en ,.Mooi Holland". Do heer Droogleever Fortuyn, consul-gene raal, dronk ten slotte nog op dc aanwezig* ónmes, waarna de heer J. Pierson de rij do sprekers sloot met een woord van diepe erken telijkheid jegens het land, dat den Nederlan ders gastvrijheid verleent, waar de gezant ter- snede aan toevoegde, dot het ook het land is waar het huis van Oranje zijn r.anm ncn ont leent. DE KABINETSCRISIS. Dc kwestie van het Belgisch verdrag. Het Hbld. verneemt dat de pogingen van mr. J. Limburg voor dc vorming van ,ccn extra parlemcntoir kabinet vertraging hebben ondor- vonden doordat aanstaande leden van het kabi net zekere modificaties in het Ncderlandsch- Belgisch verdrag gewcnscht achtten, tengevolge waarvan daaromtrent nader overleg met den heer Van Karnebcek, die aanblijven zou, moest worden gepleegd. Niettegenstaande dit oponthoud is de kabi netsformateur nog steeds vol goeden moed. De meeste namen van aanstaande ministers, den laatston tijd in de pers genoemd, berusten op mislukte onderhandelingen of op pure fantasie Slechts van dc heeren Van Karncbeek en De Geer schijnt het vast te staan, dot zij eventueel een portefeuille in het kabinet-Limburg zullen aanvaarden. Zaterdag a.s. de beslissing. Het Volk verneemt, dat olie reden bestaat om aan te nemen, dot a.s. Zaterdag dc be slissing hetzij positief of negatief is te ver wachten inzake de pogingen van mr. Limburg tot kabinetsformatie. REDE VAN MR. MARCHANT 1N DEN BOSCH. Liever Coüjn don Limburg 1 Mr. H. 'P. Merchant heeft voor de afdeeling van den Vrijz.-Dem. Bond te 's-Hcrtogcnbosrh «>cn politieke rede gehouden. Aan het verslag der ,,'s-Hert. Ct." is het volgende ontleend Men heeft de Kroon geadviseerd aan spre ker op te dragen een kabinet te vormen, ter wijl onder de adviseurs zelf er voornemen» waren alle medewerking te weigert». Dat is de eerbied voor de Kroon van de rcchterzijdcl Uit de onderhandelingen over het herstel van het gezantschap is zonneklaar gebleken, dat het met die onmisbaarheid zoo'n vaart niet üep. Dat zijn lariepraotjes gewekt. Spi is door den minister misleid over die onmis baarheid. Nu schrijft de hcèr Aalberse in „Het Cen trum" dat men de Vrijz. Democraten niet noo- dig heeft. De Katholieken kunnen regecren met de Sociaal-Democraten alleen. Dc Vrijz Pem. zullen niet deelnemen aan een' regee ring, waarin zij niet noodig zijn. Wie dat dne* is stapelgek. Er is dan maar één weg open. Wie niet hoe ren wil, moet voelen En dat gaat het best in 1929. En wel het best als men het kobinet- Colijn lot dan aan het bewind laat. Dan zal men rechts met bosjes naar de rooden over- loopen. Waarom begroeten Katholieken en Anti-revolutionairen het kabinet-Limburg zon luidruchtig? Hoo is dot in 's hemelsnaam te verklaren? Waarom zegt men nu: „alsjeblieft niet Colijn Dat is alleen hieraan toe t» schrijven dat nu de kloof tusschen Christ.- Hist. en Katholieken open en bloot is gekomen Nu durven zij niet meer en zijn ze bang voo> elke verantwoordelijkheid. Zij willen een tijdperk van rust, teneinde de coalitie weer te lijmen. Dat is de reden, waar om men reikhalzend uitziet naar het niet be staande kabinet-Limburg. Op dezelfde gronden zegt spr.Colijn moet blijven en Limburg moet niet komen. Van het kabinet-Limburg verwacht de Keer MaTchant, gezien de wijze waarop getracht wordt het. tot stond te brengen, geen goed democratisch bewind. Hij stelt daarom op dat kabinet geen prijs. Die methode waarborgt alleen dot men onn de coalitie de mogelijkheid opent om weer t© lirmen. Men zal dan in 1929 niet kunnen zeg gen, dat is 't bcleid-Colijn, weg daarmee, maar men zol oogsten, dat men zal zeggen von het slappe ministerie-Limburg, dot het Vriiz.-De- mocratisch kabinet was. Dat is wel niet zoo, moor men zal het den Vrijz.-Dem. toch in dc schoenen schuiven, omdat de formateur een Vrijz.-Democroot is. Tenslotte de vraag of de heer Limburg ge handeld heeft, zooals een goed partijgenoot handden moet Wanneer men niet in de lei ding van een partij zit, kan men zich niet voorstellen wat een gevoel het geeft, als men door een partijgenoot tusschen dc becnen wordt gcloopcn. Dat kan in een goed georgani seerde partij niet. Stel u voor, dat zoo iets bij de S.D.A.P. was voorgekomen. De man, die op eigen houtjo een kabinet was gaan vormen, was onmiddel lijk geroyeerd. Ook onderen konden dc onte vredenheid van spreker over het optreden van mr. Limburg zich zeer goed verklaren. Als men verantwoordelijk is voor den goeden gong van zaken in dö partij, kan men iets als mr. Lim burg gedaan heeft, niot goedkeuren. Spr. heeft nooit von lijmen gehouden. Daardoor blijft er "en goede soamhoorigheid in de partij. Als we von den weg afwijken cn beginnen met ccn extra-parlementair kabinet, glijden we zoo gemakkelijk of naar een Koninklijk kabi net, zooiets als kabinetten van Mussolini. On der Cort v. d. Linden is het gevaar daarvoor al gebleken. Wanneer men het kabinet-Colijn mocht hou den dan is dit het voordcel, dot het zol zijn, "cn parlementair kabinet, en steeds zol meer blijken in het licht von de openbaarheid dc zwnkto van dip regeering. DE BEDRIJFSLEIDING BIJ DE P. T. T. Vragen van mr. Boon uon den minister von Waterstaat Het lid der Tweede Kamer mr. G. A. Boon heeft tot don minister von Waterstaat de vol gende vragen gericht: 1. Is dc minister niet von oordcel, dat be antwoording von dc vragen van ondorgetoo- kendc op 18 November 1925 gedaan en in het aanhangsel gepubliceerd, wijl daarop bin nen 30 dagen geen antwoord was ontvangen door de jongste voorvallen bij de leiding der posterijen, der telegrafie cn der telefonie, ur genter don ooit is? 2. Zoo ja, is de minister dan bereid, tevens mede te declen, of aan den directeur-generaal der posterijen, telegrafie cn telefonie tegen diens uitdrukkelijk verlangen en ondanks diens verzet een verlof van een inaond is gegeven? 3. Zoo ja, is de minister dan niet van oor deel, dot een dergelijke behandeling van don chef van een zoo belangrijk Staatsbedrijf bij het publiek en bij het personeel van den dienst een uiterst pijnlijken indruk moet maken, cn cl t diens prestige doordoor ernstig wordt ge schokt, hetgeen toch niet in de bedoeling althans niet in de bedoeling van den mi nister kan liggen? 4 Is het juist, dot de minister de instelling van een directorium heeft voorbereid, en acht de minister het niet in strijd mot een goede constitutionccle praktijk, dat aan een zoo bo- langrijke bestuurswijziging een begin van »rit- voering wordt gegeven door een lid van een demissionnoir kabinet? 5. Is de minister bereid een commissie to benoemen, teneinde op zeer korten termijn een rapport te doen uitbrengen omtrent de ver houdingen bij hêt hoofdbestuur der posterijen, der telegrafie cn dejr telefonie? In verband met bovenstaande vraag 1 vor meiden we hieronder de op 18 Novembei door den heer Boon gestelde vragen, waarop nog niet v/erd geantwoord: 1. Is het juist, dat de minister voornemens is te bevorderen, dot de éénhoofdige leiding von het dienstvak der posterijen, der telegrafie en der telefonie, wordt vervangen door een meerhoofdige? 2. Zoo ja, welke zijn don de motieven, die den minister hebben bewogen af te wijken van de eerst onlangs genomen besluiten ten gun ste der éénhoofdige leiding? 3. Indien vraag 1 bevestigend wordt beant woord, is dan de minister bereid aan do Sta- ten-Generaal volledige opgave te verstrekken der gegevens, die hen in stoot zullen stellen deze wisseling van stelsel te beoordeolen? Dooi Mrs. C. N. WILLIAMSON. Nederlandsche vertaling van Ado van Arkel Sheila had een derde klasse kaartje, maar het gedrang was zóó groot, dat ze geen plaats kon vinden. Ook in de tweede klas coupé's was geen plekje meer open, toen de kruier, die haar koffer bezorgd had en haar handbagage droeg, begon te zoeken. „U zult in de eerste klas moeten, juffrouw", zei hij. Het meisje aarzelde. „Dat zullen ze niet toestaan, en ik kan niet begon ze, maar de kruier viel haai geruststellend in de rede: „Het is in orde, hoor juffrouw, ze moeten hei goed vinden. Er is geen plaats meer in de derde en tweede klas, en ze moeten u meene men." Zij snelden van deur tot deur, maar alles Avas vol, tot ze eindelijk bij een coupé kwamen, waarin alleen twee dames zaten. Voor de ze kerheid hadden zij de overblijvende zitplaatsen belegd met kleine bagage, een paar chique handtasschen mei gouden monogrammen (een ervan met een kroontje) en een stuk of twee stofmante's. Maar de kruier liet zich niet om den tuin .-iden. „Zijn deze plaatsen allemaal bezet, me vrouw?" vroeg hij aan de oudste dame, een zeer knappe, vrouw, wier bewonderaars haar drie en oertig gaven cn wier vijanden zouden zeggen, dot ze over de veertig was. Ze keek op van den brief, die ze zot te lezen en keek Sheila ,en den witkiel uit de hoogte aan. „Ja.begon ze, toen 'het meisje, dat bij haar was, haar in de rede viel „O moeder, er is maar één plaats behalve de onze bezet, en we weten dat nog niet eens zeker". De andere fronste geërgerd haar voorhoofd en zag er nu niet 'half zoo knap en zoo jong uit. „Je bent bespottelijk. Viola!" snauwde ze op een zachten, maar boozen toon. En toen tegen den witkiel „Er is hier geen plaats. Zie je niet, dat dc netten al vol bagage zijn en dat Ave de onge bruikte plaatsen noodig hebben voor onze tos- schen?" „Het spijt me, mevrouw, maar dit is de eenige coupé, waarin nog plaats is en deze dame moet toch ergens zitten," antwoordde de man, die al begon een plaatsje in het net te'maken '•oor de mooie tasschen. „Brutaal schepsell" riep de dame, die blo zend onder een laag poeder en een voile die het bloemachtige effect verhoogde. „Ik ben gra „O moeder, nee I" smeekte het meisje, haar gezichtje dat Sheila een van de liefste vond dot ze ooit had gezien vuurrood van schaam te en verontwaardiging. „Kijk, hij maakt al ruimte, we kunnen toch niet verwachten, dat we de coupé heelemaal alleen voor onszelf zul len houden." De oudere vromv beet zich op de lippen en zweeg, misschien inziende, dat ze op het punt stond zich belachelijk te maken. Maar ze trok haar japon met zoo'n air van afschuw opzij, toen Sheila bescheiden voorbij ging om het plaatsje te bereiken dot de kruier voor haar had vrij gemaakt, dat de ongelukkige loatkom- ster het gevoel kreeg of ze beschouwd werd als het een of andere minderwaardig soort dier. „Het spijt me", zei ze, het meisje en niet de dame recht aankijkende. „O nee, het komt er niets op aan," antwoord de het mooie schepseltje met een zoo innemend glimlooh, dat Sheila's hart warm werd. „Ik geloof vast, dat ze even lief is als ze cr uit ziet", zei de typiste in zichzelf. „Hoewel ik niet begrijp hoe ze het kon zijn met zoo'n moe der dat is een wonder." De indringster glimlachte dankbaar cn tracht te toen te doen of ze haar reisgenooten niet meer opmerkte. Ze opende haar handtaschje en deed of ze zeer veel belang stelde in den in houd daarvan, maar ze kon niet helpen dat ze hun gesprek hoorde. Het was bijna tijd voor den trein om te vertrekken en de oudste van de twee dames, schijnbaar de onwelkome derde in de coupé vergetend, trachtte niet haar op winding te verbergen. „Wat een schandaal. Ik geloof heusch, dat hij niet komt," riep ze, verlangend uit het raampje kijkend. „Over een minuut zal het te laat zijn. Ik hoop maar, dot het bericht van Lady Arundel geen vergissing is of een verzin seltje en dot onze tijd verknoeid is. Het zou net iets voor haar zijn om ons voor den gek te houden Ik heb Amy Arundel altijd een spook gevonden." „Moeder, wees toch voorzichtig", fluisterde haar dochter. „Wat kan me zoo iemand sche len vroeg de ander, met een vlugge .min achtende blik op de mooie, eenvoudig geklce- de Sheila. „Het is al erg genoeg, dat ze hier bij ons gestopt is, zonder dat we bij elk woord dat we zeggen aan haar behoeven te denken. Zc komt er even weinig op aan als je kame nier, ze is waarschijnlijk wel de kamenier van iemand. Wat voor nut heeft het een hoop geld uit te geven om eerste klas te reizen, als derde klas schepsels zonder een penny te betalen er bij worden geduwd „Daar is mijnheer Carrington", viel het meis je hoar in de rede, alsof ze dankbaar was dat ze afleiding kon geven. Onmiddellijk had er een groote verandering in haar moeder plaats. De knappe, doch ietwat scherpe trekken, verzachtten in een innemend glimlachje, die hen verhelderde zoools een rose zonsondergang een koud noordcrlondschop ver licht De donkere oogen straalden, de frons tus schen de rechte zwarte wenkbrauwen as'os ver dwenen. Zij zag er opeens bijna meisjesachtig uit en echt vrouwelijk toen ze het mooie kas tanjebruine haar glad streek. Sheila, hoewel zc boos was, was benieuwd wat voor man er zou verschijnen. De naam Carrington kwam haar bekend voor, alsof ze die al eens eerder gehoord had, maar ze kon zich niet herinneren Avoar. Een seconde later werd haar nieuwsgierig heid bevredigd Een lange, breed geschouder de man van ongeveer veertig jaar met een knop gebruind gezicht, stond voor de coupédeur. „Hier ben ik, juist op tijd", zei hij met een prettige stem, die verraadde dat hij uit het noorden kwam. „Mag ik werkelijk met u reizen Lady Marsden en Lady Viola „We vinden het heerlijk. U zult maken, dat we ons niet vervelen," antwoordde Lady Mars den. Dc nieuw oungekomene keek even naar Sheila alsof hij verwachtte te hooren, dat zij ook een bekende Avas, zeg, dat ze een vreemde was en met een verontschuldiging toen hij haar passeerde, nam hij de opengebleven plaats in. Nu wist de. jonge typiste, waarom de naam Carrington haar zoo bekend had geklonken. Ze had hem nooit gehoord, maar er over ge lezen in de couranten. Er was een millionoir Mark Carrington, die heel weldadig was en wiens goede werken ze vermeld had gezien. Als ze zich wel herinnerde, kwam hij uit Midd lesbrough en ze vroeg zich of, of deze knappe, bruine man dezelfde was „Als hij het is, ge loof ik vost, dot dat nare mensch aardig tegen hem is om zijn geld," dacht het meisje, „want hij lijkt me heelemaal niet haar genre. Ik hoop moor, dat hij haar doorziet. Hij ziet er slim uit, maar ik geloof, dot mannen mooie vrou wen nooit doorzien, vooral niet gravinnen, en dit is er vast een, want ze heeft een gravinne- kroontje op hoor tasch." Sheila had een boek bij zich en trachtte zich erin te verdiepen, terwijl de trein haar naar nieuwe opwindende ervaringen brachtmaar het gesprek van haar reisgenooten vermengde zich met de karakters uit haar roman. „Het was zoo'n prettige verrassing toen we hoorden, dat u ook besloten was naar Glen- torly te gaan", zei Lady Marsden. „Ik kon niet loten u een regeltje te schrijven naar het Ritz- hotel om te vragen of er geen kans was, dat Ave met denzelfden trein gingen. Maar toen ik {/een antwoord kreeg „Ik was gisteren den heelen dag niet in de stad en vond uw briefje pas toen ik om mid dernacht in het hotel terug kwam; maai ik heb natuurlijk van morgen dadelijk een bood schap gestuurd". '-•■■■ (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5