24s«a"9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 11 Februari 1S26
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Hel ondergiondsche Syndicaat.
TWEEDE BLAD.
De Staatscourant van hedenavond 10
Februari bevat o m. de volgende Konink
lijke besluiten:
toegekend de bronzen eere-medaille der
Oranje-Nassauordc D. A. van Aalderen, kleer
maker bij de firma Joh. Jans te Zwolle.
DB KONINKLIJKE FAMILIR
De Prins en zijne familieleden
te Den Haag.
Met den staafsspoortrcin van TO uur 55 zür
gisterochtend de prins en zijne familieleden, de
groothertog en groothertogin van Mecklenbure
en de groothertogin van Oldenburg, met ge
volg uit het Loo in de residentie aangekomen
Zij begaven zich naar het koninklijk paleis in
het Ncordeinde, waar zij gedurende hun ver
blijf te 's Gravenhage zullen logeeren.
In den loop van dén voormiddag bracht de
prins met zijn gasten en gevolg een bezoek
aan het Mauritshuis.
Het noenmaal werd door den prins en zijn
verwanten gebruikt bij den Duitschen zaakge
lastigde, baron von Vietinghoff, in het Duitsche
Iegatiegebouw aan den Langen Vijverberg.
Hedenavond gebruiken de vorstelijke per
sonen het middagmaal bij H. M. de Koningin-
Moeder.
HET ZILVEPEN HUWELIJKSFEEST
VAN HET KON. ECHTPAAR.
De terugkeer in de residentie.
Men meldt ons uit den Haag:
Naar wij vernemen hebben Burgemeester en
Wethouders besloten Maandag 15 Februari den
dag, waarop het Kon. Echtpaor in de Resi
dence terugkeert, aan de leerlingen van het
openbaar onderwijs des namiddags vrijaf te
geven.
Het aantal vereenigingen, dat met vaandel
en banier Maandag a.s. bij aankomst van H. M.
de Koningin en Z. K. H. den Prins zich op
straat zal opstellen, is zoo groot, dot het noo-
dig is geb'eken de vereenigingen te verdeelen
over het plein voor het Paleis in het Noord-
einde, de Rijnstraat en den Kneu'erdijk.
Teneinde het plein vóór het Paleis aon het
Noordeinde, waar een gedeelte van de vereeni
gingen met hare vaandels zal worden opge
steld, een eenigszins feestelijk karakter te ge
ven, zuïïfen in den grootcn kastanjeboom
'oranje-lampions worden opgehangen, die in
den avond van Maandag a.s. zullen worden ont
stoken.
Het geschenk van de burgerij van
Amsterdam
Bij van Wisselingh op het Rokin te Amster
dam is tentoongesteld het geschenk van do
burgerij van Amsterdam aan de Koningin en
den Prins bij gelegenheid van hun zilveren brui
loft. Het is een kapitaal doek van Breitner ui»
diens besten tijd (1901), voorstellend misschien
wel het meest typische en schoonste stadsge
zicht uit Amsterdam: het nog ongedempte deel
van het Damrak bij winterdag met de oude aan
gevreten achtergevels van de rij te water uitge
bouwde huizen van de Warmoesstraat.
Tot dusver was de schilderij in bruikleen in
het stedelijk museum De commissie kocht haa*
van den particulieren verzamelaar, aan wien 7.0
toebehoorde en deed haar schoonmaken, rege-
nereeren, zoodat zo nu weer in haar volle
schoonheid prijkt en alle tinten hun eigen, oor
spronkelijke waarde hebben teruggekregen.
Op de liist leest men in het medaillon:
H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins
der Nederlanden aangeboden door de burgérij
van Amsterdam 19017 Februari 1926.
Bij het geschenk is gevoegd een album me»
de namen der deelnemers, vervaardigd door
den sierkunstenaar Nieuwenhuis. De band is
van blank zwijnsleer, beslagen met zilveren ran
den, waarin stukjes barnsteen zijn gevat. Ver
der zijn er ingeperst, ondevgekleurd en niet ver-
guld, de wapens van de Koningin, Prins Hen
drik en Prinses Juliana.
Op het schutblad, rijk versierd, evenals de
volgende bladzijden, vindt men eenerzijds do
monogrammen van Wilhelmina en Hendrik, an
derzijds het wapen van Amsterdam.
Op het titelblad staat:
„Als blijk van Hulde bij het zilveren Huwe
lijksfeest van Hare Majesteit Wilhelmina, Ko
ningin der Nederlanden en Zijno Koninklijke
Hoogheid Hendrik, Prins der Nederlanden,
wordt hierbij een schilderij van G. H. Breitner.
Damrak te Amsterdam, aangeboden door H. M
onderdanen, alsook vennootschappen cn firma's,
ollen gevestigd in de hoofdstad des rijks, waar
van dc namen in dit album zijn opgenomen."
Amsterdam, 7 Februari 1926.
Het bestuur:
Ecre-voorzitter W. de Vlugt, burgemeester
van Amsterdam.
Mr. P. J. C. Tetrode, voorzitter; C. G. Vat-
tier Kraane, secretaris; J. M. Teldcrs, penning
meester; mr. B. E. Asscher, prof. mr. P. A.
Diepenhorst. J. H. A. L. von Frytag Drnbbe
Op de volgende bladzijden volgen de namen
van de overige comitélcden, firma's en particu
lieren, in totaal een vijfhonderdtol. Alle bladen
zijn verlucht met een randversiering, die als
het ware gegrift is in het perkament, terwijl
de uitgediepte lijnen gevuld zijn met helden»
kleuren en goud. In die randversiering zijn aller
lei motieven verwerkt: kunst en wetenschap
handel, nijverheid en scheepvaart, enz. enz.
Den 17en dezer zal het dogelijksch bestuur
der commissie de schilderij en het album
welke laatste ligt op een rijk zilvergrijs fluwee-
jen kussen, in den Haag aan dc Koningin en
den Prins aanbieden.
Portretten van het Kon. Echtpaar
in „De Witte".
In de groote zaal van de Nieuwe of Litterairo
Sociëteit in Den Haag heeft gistermiddag om
3 uur een commissie, bestaande uit leden der
com missiën van vertegenwoordiging, van bal"
lotage en van gedelegeerden uit de buitenge
wone leden, aan commissarissen der sociëteit
overgedragen de portretten van de Koningin
cn den Prins, geschilderd door Willy Sluiter,
voor de vervaardiging van welke portretten
leden cn buitengewone leden der sociëteit gel
den hadden bijeengebracht. Dc plechtigheid
werd door een groot aantol belangstellenden
bijgewoond.
Mr. J. D. Verbroek voerde bij verhindering
van den voorzitter der commissie van vertegen
woordiging, den heer Fock, het woord, waarn©
onder het spelen van het Wilhelmus dc portret
ten werden onthuld. Het portret van de Ko
ningin stelt H. M. zittende voor in gris perl©
gewaad; het portret van den Prins stelt Z. K
H voor in rokcostuum.
De president van het college van commissa
rissen, mr. W. A. baron van Iitersum, vertolkte
hierop in hartelijke bewoordingen den dank
van commissarissen voor het schoone geschenk
De portretten zullen een plaats krijgen in do
groote societeitszaal.
Het geschenk der Ned. officieren.
De minister van Oorlog, de heer Lambooy.
heeft gisteren op het hoofdkwartier van het
veldleger het schildeij von Hoynck van Papen-
drecht bezichtigd, dat de officieren van het
Nederlandsche leger aan het Koninklijk Echl-
paar zullen aanbieden ter gelegenheid van het
zilveren huwelijksfeest.
Gclukwcnschon der Nederland-
Oranje-Nationalisten.
Door de organisatie Nederland-Oranje-Nn-
rionalisten werd den 6den dezer onderstaand»4
gelukwensch ITM de Koningin cn Z.K.H. den
Prins aangeboden
„Aan Hare Majesteit de Koningin cn Zijne
Koninklijke Hoogheid den Prins der Neder-
londen,
Het Loo.
„De „Nederland-Oranje-Nationalisten'* ver-
blijden zich met II in de vreugde van Uw Zil
veren Huwelijksfeest. Zij bieden U en Uwe Ko.
ninklijke Dochter, onze toekomstige Kroon
prinses, onze meost eerbiedige gelukwenschen
aan, en bidden U Gods zegen bij voortduring
toe.
C VAN DER VOORT VAN ZIJP.
Voorzitter.
MR. J. P. A. A. LENS, Secretaris
Wilhelminapork 23. .Utrecht.
Hierop mocht het navolgende antwoord wor
den ontvangen
,.Het Loo, Februari 1926
Hare Majesteit de Koningin en Zijne Ko
ninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden.
Hertog van Mecklenburg, dragen mij op d*
Nederland-Oranje-Nationalisten Hunnen donk
over te brengen voor de gelukwenschen, Ha»e
Majesteit en Zijne Koninklijke Hoogheid aan
geboden ter gelegenheid van dvj herdenking
von Hoogst derzelver 25-jarig huwelijk.
Dq Adjudant van Dienst van H.M. de Koningin,
(was get.) H. J. PHAFF, Ord. Off."
H.M. de Koningin-Moeder werd eveneens
gelukgewenscht door het volgende telegram
„Aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder.
Het Loo.
De „Nederland-Oranje-Na tionalistcn" ver
oorloven zich Uwe Majesteit eerbiedig geluk
te wenschen met het zilveren Huwelijksfeest
Uwer Kinderen, en de hoop uit te spreken da'
God Uwo Majesteit nog lang moge spoten
voor Hen en voor ons volk.
C. VAN DER VOORT VAN ZIJP.
Voorzitter.
MR. ,J. P. A. A. LENS Secretaris.
Wilheminapork 23, Utrecht"
H.M. de Koningin-Moeder dankte
Het Loo. 8 Februari 1926.
H.M. de Koningin-Moeder draagt mij op
Nederland-Oranje-Nationalisten HoogstderzeL
ver oprechten dank over te brengen voor ge
lukwenschen.
(was get:) STIRUM,
Kamerheer".
Plechtige Mis te den Hang.
In de parochiekerk van den H. Jacobus in
de Parkstraat te den Haag is voor de militai
ren ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijk
van het Kon. Echtpaar een plechtige H. Mis
opgedragen door kolonel hoofdaalmoezenier
mgr. F. J. H. Evers met assistentie van de
majoors-aalmoezenier G. Hugs en J. J. J
Noordman, kaDclaan J. B. -A. M. Filbry, direc
teur van de R.-K. Militniren-Vereeniging en
knnelaon Niehus.
De kierk was geheel met geloovigen gevuld
Onder de aanwezigen waren de R.-K. mi
nisters Lambooy, Kooien, Weiter en Bongoerts;
graaf du Monceau, grootmeester van het Hui»
van de Koningin jhr. van Suchtelen van d©
Haere, groot-officier van de Kroonde rid
ders der Souvereine Orde van Malta jhr. L
van Fisenne en W. baron van Voorst toi
Voorstde secretaris-generaal van het Dep
van Marine, admiraal Zegers Rijserde se
cretaris-generaal van het Dep. van Oorlog,
mr. Woltman het bestuur van dc R.-K. Mili
taire Verceniging luit.-gen era al Muller Mas-
fiis, commandant van het Veldlegerluit-ge-
neraal b. d. de Block, inspecteur der burger
wachten schout-bij-nacht Sluis, ohef van den
marinestafgeneraal-majoor Fris, inspecteur
van den Vrijwilligen Landstormgeneraal-
majoor van Rijswijk de Jong, gouverneur de'
Residentiegeneraal-majoor Insinger, inspec
teur der artilleriekolonel Postma, plaatselijk
commandantkapitein ter zee Telders, chef
der ofdceling personeel aan het Dep. van Ma
rine kolonel van Mens, inspecteur der cava'
leriekolonel Geldennan. commandant van
het lie Reg. Huzaren luit.-kolonel Wagner,
commandant van het Reg. Jagersluit.-kolo
nel van Munnikrede, directeur der Hoogere
Krijgsschool en ettelijke opperofficieren, hoofd
officieren en officieren.
Tevens het bestuur en verschillende leden
van de A. R. K. O. cn versoheiden onderoffi
cieren het bestuur cn leden van St. Martinus
Hoofdaalmoezenier Evers hield een toe
spraak, waarin hij o.m. dezen herdenkingsdag
schetste als een dag van dankbaarheid en
blijdschap.
De organist speelde het Wilhelmus, terwiil
het zangkoor de Mis van Perosi uitvoerde en
na afloop het Domine salvqm fac reginam
zong.
Te Paiijs.
Uit Parijs wordt d.d. 6 Febr. aan dc Tel.
meld
De Nederlandsche kolonie te Parijs heeft he'
rilveien 'huwelijksfeest van het koninklijk ech»
poar opgewekt gevierd. Ongeveer 140 hie-
woonachtige of toevende londgenooten hadder
zich daartoe Zondag in hotel „Lutetia" aan ec:
noenmaal vereenigd, waarbij ook, wier hier
die kringen bekend is, vele nieuwe gezicht <?r
ontwaarde. De zaak was, dat het consulaat voor
'ieze gelegenheid lijsten van Nederlandsche in
Tezetenen van Parijs en omtrek voor den da'
Sad gehaald, waarop vanzelf velen voorkomen
'lie hier zoo ingeburgerd zijn, dat de aonrn-
king met Nederlandsch gemeenschapsleven ge
heel of gedeeltelijk te loor ging.
Onze gezant, von mevrouw Loudon vorgc-
.\d, presideerde.
Dc gezant begon met den tekst van een tele
gram voor te lezen, uit naam van do aan den
'dsch vereenigden naar het Loo verzonden.
Jhr. Loudon sprak zijn voldoen'ng uil ovei
de drukke opkomst.
•Alle aanwezigen stemden staande met ziin
woorden in, waarna de heer Van der Ploert,
door mevrouw Colin—Penning begeleid, dn
eerste coupletten van het „Wilhelmus" zon?
door co aanwezigen zoo goed cn kwaad als
het ging ondersteund. Later zijn daarop ar,dor*
liederen gevolgd, o.a. „Wien Neerland'rh
Bloed", „Valerius' Gedenckklank" en ,.Mooi
Holland".
Do heer Droogleever Fortuyn, consul-gene
raal, dronk ten slotte nog op dc aanwezig*
ónmes, waarna de heer J. Pierson de rij do
sprekers sloot met een woord van diepe erken
telijkheid jegens het land, dat den Nederlan
ders gastvrijheid verleent, waar de gezant ter-
snede aan toevoegde, dot het ook het land is
waar het huis van Oranje zijn r.anm ncn ont
leent.
DE KABINETSCRISIS.
Dc kwestie van het Belgisch
verdrag.
Het Hbld. verneemt dat de pogingen van
mr. J. Limburg voor dc vorming van ,ccn extra
parlemcntoir kabinet vertraging hebben ondor-
vonden doordat aanstaande leden van het kabi
net zekere modificaties in het Ncderlandsch-
Belgisch verdrag gewcnscht achtten, tengevolge
waarvan daaromtrent nader overleg met den
heer Van Karnebcek, die aanblijven zou, moest
worden gepleegd.
Niettegenstaande dit oponthoud is de kabi
netsformateur nog steeds vol goeden moed. De
meeste namen van aanstaande ministers, den
laatston tijd in de pers genoemd, berusten op
mislukte onderhandelingen of op pure fantasie
Slechts van dc heeren Van Karncbeek en De
Geer schijnt het vast te staan, dot zij eventueel
een portefeuille in het kabinet-Limburg zullen
aanvaarden.
Zaterdag a.s. de beslissing.
Het Volk verneemt, dat olie reden bestaat
om aan te nemen, dot a.s. Zaterdag dc be
slissing hetzij positief of negatief is te ver
wachten inzake de pogingen van mr. Limburg
tot kabinetsformatie.
REDE VAN MR. MARCHANT 1N DEN
BOSCH.
Liever Coüjn don Limburg 1
Mr. H. 'P. Merchant heeft voor de afdeeling
van den Vrijz.-Dem. Bond te 's-Hcrtogcnbosrh
«>cn politieke rede gehouden. Aan het verslag
der ,,'s-Hert. Ct." is het volgende ontleend
Men heeft de Kroon geadviseerd aan spre
ker op te dragen een kabinet te vormen, ter
wijl onder de adviseurs zelf er voornemen»
waren alle medewerking te weigert». Dat is
de eerbied voor de Kroon van de rcchterzijdcl
Uit de onderhandelingen over het herstel
van het gezantschap is zonneklaar gebleken,
dat het met die onmisbaarheid zoo'n vaart
niet üep. Dat zijn lariepraotjes gewekt. Spi
is door den minister misleid over die onmis
baarheid.
Nu schrijft de hcèr Aalberse in „Het Cen
trum" dat men de Vrijz. Democraten niet noo-
dig heeft. De Katholieken kunnen regecren
met de Sociaal-Democraten alleen. Dc Vrijz
Pem. zullen niet deelnemen aan een' regee
ring, waarin zij niet noodig zijn. Wie dat dne*
is stapelgek.
Er is dan maar één weg open. Wie niet hoe
ren wil, moet voelen En dat gaat het best in
1929. En wel het best als men het kobinet-
Colijn lot dan aan het bewind laat. Dan zal
men rechts met bosjes naar de rooden over-
loopen. Waarom begroeten Katholieken en
Anti-revolutionairen het kabinet-Limburg zon
luidruchtig? Hoo is dot in 's hemelsnaam te
verklaren? Waarom zegt men nu: „alsjeblieft
niet Colijn Dat is alleen hieraan toe t»
schrijven dat nu de kloof tusschen Christ.-
Hist. en Katholieken open en bloot is gekomen
Nu durven zij niet meer en zijn ze bang voo>
elke verantwoordelijkheid.
Zij willen een tijdperk van rust, teneinde de
coalitie weer te lijmen. Dat is de reden, waar
om men reikhalzend uitziet naar het niet be
staande kabinet-Limburg.
Op dezelfde gronden zegt spr.Colijn moet
blijven en Limburg moet niet komen. Van het
kabinet-Limburg verwacht de Keer MaTchant,
gezien de wijze waarop getracht wordt het.
tot stond te brengen, geen goed democratisch
bewind. Hij stelt daarom op dat kabinet geen
prijs.
Die methode waarborgt alleen dot men onn
de coalitie de mogelijkheid opent om weer t©
lirmen. Men zal dan in 1929 niet kunnen zeg
gen, dat is 't bcleid-Colijn, weg daarmee, maar
men zol oogsten, dat men zal zeggen von het
slappe ministerie-Limburg, dot het Vriiz.-De-
mocratisch kabinet was.
Dat is wel niet zoo, moor men zal het den
Vrijz.-Dem. toch in dc schoenen schuiven,
omdat de formateur een Vrijz.-Democroot is.
Tenslotte de vraag of de heer Limburg ge
handeld heeft, zooals een goed partijgenoot
handden moet Wanneer men niet in de lei
ding van een partij zit, kan men zich niet
voorstellen wat een gevoel het geeft, als men
door een partijgenoot tusschen dc becnen
wordt gcloopcn. Dat kan in een goed georgani
seerde partij niet.
Stel u voor, dat zoo iets bij de S.D.A.P. was
voorgekomen. De man, die op eigen houtjo
een kabinet was gaan vormen, was onmiddel
lijk geroyeerd. Ook onderen konden dc onte
vredenheid van spreker over het optreden van
mr. Limburg zich zeer goed verklaren. Als men
verantwoordelijk is voor den goeden gong van
zaken in dö partij, kan men iets als mr. Lim
burg gedaan heeft, niot goedkeuren. Spr. heeft
nooit von lijmen gehouden. Daardoor blijft er
"en goede soamhoorigheid in de partij.
Als we von den weg afwijken cn beginnen
met ccn extra-parlementair kabinet, glijden we
zoo gemakkelijk of naar een Koninklijk kabi
net, zooiets als kabinetten van Mussolini. On
der Cort v. d. Linden is het gevaar daarvoor al
gebleken.
Wanneer men het kabinet-Colijn mocht hou
den dan is dit het voordcel, dot het zol zijn,
"cn parlementair kabinet, en steeds zol meer
blijken in het licht von de openbaarheid dc
zwnkto van dip regeering.
DE BEDRIJFSLEIDING BIJ DE P. T. T.
Vragen van mr. Boon uon den
minister von Waterstaat
Het lid der Tweede Kamer mr. G. A. Boon
heeft tot don minister von Waterstaat de vol
gende vragen gericht:
1. Is dc minister niet von oordcel, dat be
antwoording von dc vragen van ondorgetoo-
kendc op 18 November 1925 gedaan en in
het aanhangsel gepubliceerd, wijl daarop bin
nen 30 dagen geen antwoord was ontvangen
door de jongste voorvallen bij de leiding der
posterijen, der telegrafie cn der telefonie, ur
genter don ooit is?
2. Zoo ja, is de minister dan bereid, tevens
mede te declen, of aan den directeur-generaal
der posterijen, telegrafie cn telefonie tegen
diens uitdrukkelijk verlangen en ondanks diens
verzet een verlof van een inaond is gegeven?
3. Zoo ja, is de minister dan niet van oor
deel, dot een dergelijke behandeling van don
chef van een zoo belangrijk Staatsbedrijf bij
het publiek en bij het personeel van den dienst
een uiterst pijnlijken indruk moet maken, cn
cl t diens prestige doordoor ernstig wordt ge
schokt, hetgeen toch niet in de bedoeling
althans niet in de bedoeling van den mi
nister kan liggen?
4 Is het juist, dot de minister de instelling
van een directorium heeft voorbereid, en acht
de minister het niet in strijd mot een goede
constitutionccle praktijk, dat aan een zoo bo-
langrijke bestuurswijziging een begin van »rit-
voering wordt gegeven door een lid van een
demissionnoir kabinet?
5. Is de minister bereid een commissie to
benoemen, teneinde op zeer korten termijn een
rapport te doen uitbrengen omtrent de ver
houdingen bij hêt hoofdbestuur der posterijen,
der telegrafie cn dejr telefonie?
In verband met bovenstaande vraag 1 vor
meiden we hieronder de op 18 Novembei door
den heer Boon gestelde vragen, waarop nog
niet v/erd geantwoord:
1. Is het juist, dat de minister voornemens
is te bevorderen, dot de éénhoofdige leiding
von het dienstvak der posterijen, der telegrafie
en der telefonie, wordt vervangen door een
meerhoofdige?
2. Zoo ja, welke zijn don de motieven, die
den minister hebben bewogen af te wijken van
de eerst onlangs genomen besluiten ten gun
ste der éénhoofdige leiding?
3. Indien vraag 1 bevestigend wordt beant
woord, is dan de minister bereid aan do Sta-
ten-Generaal volledige opgave te verstrekken
der gegevens, die hen in stoot zullen stellen
deze wisseling van stelsel te beoordeolen?
Dooi Mrs. C. N. WILLIAMSON.
Nederlandsche vertaling van Ado van Arkel
Sheila had een derde klasse kaartje, maar
het gedrang was zóó groot, dat ze geen plaats
kon vinden. Ook in de tweede klas coupé's
was geen plekje meer open, toen de kruier, die
haar koffer bezorgd had en haar handbagage
droeg, begon te zoeken.
„U zult in de eerste klas moeten, juffrouw",
zei hij.
Het meisje aarzelde.
„Dat zullen ze niet toestaan, en ik kan
niet begon ze, maar de kruier viel haai
geruststellend in de rede:
„Het is in orde, hoor juffrouw, ze moeten
hei goed vinden. Er is geen plaats meer in de
derde en tweede klas, en ze moeten u meene
men."
Zij snelden van deur tot deur, maar alles
Avas vol, tot ze eindelijk bij een coupé kwamen,
waarin alleen twee dames zaten. Voor de ze
kerheid hadden zij de overblijvende zitplaatsen
belegd met kleine bagage, een paar chique
handtasschen mei gouden monogrammen (een
ervan met een kroontje) en een stuk of twee
stofmante's. Maar de kruier liet zich niet om
den tuin .-iden.
„Zijn deze plaatsen allemaal bezet, me
vrouw?" vroeg hij aan de oudste dame, een
zeer knappe, vrouw, wier bewonderaars haar
drie en oertig gaven cn wier vijanden zouden
zeggen, dot ze over de veertig was.
Ze keek op van den brief, die ze zot te lezen
en keek Sheila ,en den witkiel uit de hoogte
aan.
„Ja.begon ze, toen 'het meisje, dat bij
haar was, haar in de rede viel
„O moeder, er is maar één plaats behalve
de onze bezet, en we weten dat nog niet eens
zeker".
De andere fronste geërgerd haar voorhoofd
en zag er nu niet 'half zoo knap en zoo jong
uit.
„Je bent bespottelijk. Viola!" snauwde ze op
een zachten, maar boozen toon. En toen tegen
den witkiel
„Er is hier geen plaats. Zie je niet, dat dc
netten al vol bagage zijn en dat Ave de onge
bruikte plaatsen noodig hebben voor onze tos-
schen?"
„Het spijt me, mevrouw, maar dit is de eenige
coupé, waarin nog plaats is en deze dame moet
toch ergens zitten," antwoordde de man, die
al begon een plaatsje in het net te'maken
'•oor de mooie tasschen.
„Brutaal schepsell" riep de dame, die blo
zend onder een laag poeder en een voile die
het bloemachtige effect verhoogde. „Ik ben
gra
„O moeder, nee I" smeekte het meisje, haar
gezichtje dat Sheila een van de liefste vond
dot ze ooit had gezien vuurrood van schaam
te en verontwaardiging. „Kijk, hij maakt al
ruimte, we kunnen toch niet verwachten, dat
we de coupé heelemaal alleen voor onszelf zul
len houden."
De oudere vromv beet zich op de lippen en
zweeg, misschien inziende, dat ze op het punt
stond zich belachelijk te maken. Maar ze trok
haar japon met zoo'n air van afschuw opzij,
toen Sheila bescheiden voorbij ging om het
plaatsje te bereiken dot de kruier voor haar
had vrij gemaakt, dat de ongelukkige loatkom-
ster het gevoel kreeg of ze beschouwd werd
als het een of andere minderwaardig soort dier.
„Het spijt me", zei ze, het meisje en niet de
dame recht aankijkende.
„O nee, het komt er niets op aan," antwoord
de het mooie schepseltje met een zoo innemend
glimlooh, dat Sheila's hart warm werd.
„Ik geloof vast, dat ze even lief is als ze cr
uit ziet", zei de typiste in zichzelf. „Hoewel ik
niet begrijp hoe ze het kon zijn met zoo'n moe
der dat is een wonder."
De indringster glimlachte dankbaar cn tracht
te toen te doen of ze haar reisgenooten niet
meer opmerkte. Ze opende haar handtaschje en
deed of ze zeer veel belang stelde in den in
houd daarvan, maar ze kon niet helpen dat ze
hun gesprek hoorde. Het was bijna tijd voor
den trein om te vertrekken en de oudste van
de twee dames, schijnbaar de onwelkome derde
in de coupé vergetend, trachtte niet haar op
winding te verbergen.
„Wat een schandaal. Ik geloof heusch, dat
hij niet komt," riep ze, verlangend uit het
raampje kijkend. „Over een minuut zal het te
laat zijn. Ik hoop maar, dot het bericht van
Lady Arundel geen vergissing is of een verzin
seltje en dot onze tijd verknoeid is. Het zou
net iets voor haar zijn om ons voor den gek
te houden Ik heb Amy Arundel altijd een spook
gevonden."
„Moeder, wees toch voorzichtig", fluisterde
haar dochter. „Wat kan me zoo iemand sche
len vroeg de ander, met een vlugge .min
achtende blik op de mooie, eenvoudig geklce-
de Sheila. „Het is al erg genoeg, dat ze hier
bij ons gestopt is, zonder dat we bij elk woord
dat we zeggen aan haar behoeven te denken.
Zc komt er even weinig op aan als je kame
nier, ze is waarschijnlijk wel de kamenier van
iemand. Wat voor nut heeft het een hoop geld
uit te geven om eerste klas te reizen, als derde
klas schepsels zonder een penny te betalen er
bij worden geduwd
„Daar is mijnheer Carrington", viel het meis
je hoar in de rede, alsof ze dankbaar was dat
ze afleiding kon geven.
Onmiddellijk had er een groote verandering
in haar moeder plaats. De knappe, doch ietwat
scherpe trekken, verzachtten in een innemend
glimlachje, die hen verhelderde zoools een rose
zonsondergang een koud noordcrlondschop ver
licht De donkere oogen straalden, de frons tus
schen de rechte zwarte wenkbrauwen as'os ver
dwenen. Zij zag er opeens bijna meisjesachtig
uit en echt vrouwelijk toen ze het mooie kas
tanjebruine haar glad streek.
Sheila, hoewel zc boos was, was benieuwd
wat voor man er zou verschijnen. De naam
Carrington kwam haar bekend voor, alsof ze
die al eens eerder gehoord had, maar ze kon
zich niet herinneren Avoar.
Een seconde later werd haar nieuwsgierig
heid bevredigd Een lange, breed geschouder
de man van ongeveer veertig jaar met een knop
gebruind gezicht, stond voor de coupédeur.
„Hier ben ik, juist op tijd", zei hij met een
prettige stem, die verraadde dat hij uit het
noorden kwam. „Mag ik werkelijk met u reizen
Lady Marsden en Lady Viola
„We vinden het heerlijk. U zult maken, dat
we ons niet vervelen," antwoordde Lady Mars
den.
Dc nieuw oungekomene keek even naar
Sheila alsof hij verwachtte te hooren, dat zij
ook een bekende Avas, zeg, dat ze een vreemde
was en met een verontschuldiging toen hij haar
passeerde, nam hij de opengebleven plaats in.
Nu wist de. jonge typiste, waarom de naam
Carrington haar zoo bekend had geklonken.
Ze had hem nooit gehoord, maar er over ge
lezen in de couranten. Er was een millionoir
Mark Carrington, die heel weldadig was en
wiens goede werken ze vermeld had gezien.
Als ze zich wel herinnerde, kwam hij uit Midd
lesbrough en ze vroeg zich of, of deze knappe,
bruine man dezelfde was „Als hij het is, ge
loof ik vost, dot dat nare mensch aardig tegen
hem is om zijn geld," dacht het meisje, „want
hij lijkt me heelemaal niet haar genre. Ik hoop
moor, dat hij haar doorziet. Hij ziet er slim
uit, maar ik geloof, dot mannen mooie vrou
wen nooit doorzien, vooral niet gravinnen, en
dit is er vast een, want ze heeft een gravinne-
kroontje op hoor tasch."
Sheila had een boek bij zich en trachtte zich
erin te verdiepen, terwijl de trein haar naar
nieuwe opwindende ervaringen brachtmaar
het gesprek van haar reisgenooten vermengde
zich met de karakters uit haar roman.
„Het was zoo'n prettige verrassing toen we
hoorden, dat u ook besloten was naar Glen-
torly te gaan", zei Lady Marsden. „Ik kon niet
loten u een regeltje te schrijven naar het Ritz-
hotel om te vragen of er geen kans was, dat
Ave met denzelfden trein gingen. Maar toen ik
{/een antwoord kreeg
„Ik was gisteren den heelen dag niet in de
stad en vond uw briefje pas toen ik om mid
dernacht in het hotel terug kwam; maai ik
heb natuurlijk van morgen dadelijk een bood
schap gestuurd". '-•■■■
(Wordt vervolgd).