In hooge mate dankbaar voor het vele dat
dc Koningin in deze 25 jaar voor land en volk
gedaan heeft, hoopt Nederland zoo verklaar
de spr. dat H. M. nog tol van jaren ge
spaard moge blijver., H. K. H de Prinses ten
zegen en Haar volk ten heil.
De Oranje-vereenigingcn in Nederland heb
ben het initiatief genomen tot het «aanbieden
van een huldeblijk aan Uwe Majesteit en aan
£ijnc Koninklijke Hoogheid.
In heel het land vonden haar plannen grooto
sympathie en waar geen Oronje-vcreenigingen
waren, werden Oranje-coniité's gevormd, dio
zich met de voorbereidende maatregelen be
lastten.
Overeenkomstig den wcnscli der Koningin
werd aan de uitvoering dev plannen een een
voudig karakter gegeven en werden geen groote
geldelijke offers van Hoor Volk gevraagd
slechts met kleine bijdragen is het huldeblijk
tot stand gekomen.
rNnmens het Nederlandsche Volk bood spre
ker H. M. en Z. K. H. thans dit huldeblijk non,
bestaande uit een door Piet van der Hem ge
schilderd portret van het Koninklijk gezin, ver
gezeld van een album, bevattende de namen
van de verschillende Comité-leden die met het
Oranje-Comité hebben samengewerkt. Maar
tevens achtte spreker zich gelukkig H. M. oen
bedrag van 85.000 le kunnen overhandigen,
waaraan spreker H. M. verzocht een Haar wel
gevallige bestemming wel te willen geven.
Het moge Uwe Majesteit en Uwe Koninklijke
Hoogheid zoo besloot spr. behagen, dit
eenvoudig geschenk te oonvaorden als een be
wijs van hartelijke belongsteling van het Ne-
dcrlondsche Volk in Uw zilveren huwelijks
feest.
Tevens toonde de heer Klokke aan de
Koningin, die zichtbaar ontroerd was en blijk
gaf deze spontane volksuiting op hoogen prijs
te stellen, de reproductie \ari het schilderij,
bestemd om aan de schoolkinderen te worden
uitgereikt.
Het geschenk der marine
officieren.
Te vijf uur werd ontvangen een deputatie ui*
de Kon. Nederlandsche marine ter aanbieding
van het geschenk der officieren, n.l. het schil
derij van Van Eden te Amsterdam.
Vice-odmiraal Fock, commandant der mo-
rine te Willemsoord als woordvoerder optre
dende, merkte c.m. op, dat de officieren, ken
nende H.M.'s belangstelling voor de marine,
niet beter hebben weten tc doen, dan een schil
derij oan te bieden, waarop de nieuwste typen
van schepen en vaartuigen van H.M.'s marine
voorkomen, waaromtrent zij. zeide spr. hart
grondig de hoop uitspraken, dat en Lm;: in
Irvdië tot werkelijkhid zal komen, wat H.M nu
in beeld voor zich zou zien.
i
Hulde der Christelijke scholen.
Vervolgens werd door H.M. en Z.K.H. ont
vangen een commissie ter aanbieding van een
bedrag van 7000.uit naam van de Chris
telijke scholen in Nederland, ten bote van de
slachtoffers van den Watersnood.
De deputatie bestond uit du hoerenP-
Oosterlee, voorzitter, A. Oosterwijk, secretaris,
mej. H. J. Rijken, penningmeestevesse en don
heer A. de Jong Edzn., directeur van het bu
reau der vereeniging. De leerlingen weiden
vertegenwoordigd door M. de Nic, leerlinge
van de Koningin Wilhelm i n a - s ch o ol en W. van
der Beek, leerling van de „Vun der I akschool
beide scholen van de Vereeniging „de Oranje
scholen". Het gvschenk bestaat uit een zilveren
blad voorzien van het vignet der vereeniging
van Chr. Onderwijzers, voorstellende een
leeuw met de vlog, waarop de woorden „Prin-
cipiurn Sapientiae Timor Domini" (de vreezo
des Hoeren is het beginsel der wijsheid). Het
draagt de volgende inscriptie ..Op dit blad
werd een gift voor de slachtoffers van den
Watersnood aangeboden aan H.M. de Koningin
en Z.K.H. den Prins der Nederlanden, bij do
gelegenheid van hun zilveren huwelijksfeest,
op 7 Februari 1926, door de kinderen van de
Christelijke Scholen in Nederland".
De gift groot 7000.— werd in zeven bank
biljetten overhandigd. Het geschenk werd aan
geboden op een kussen van oranje zijde, be
dekt door een konten kleedje.
De \oorzitter, de heer Oosterlee, hield een
toespraak, waarin hij o.m. mededeelde, dat het
geschenk dat is tot stand gekomen uit kleino
bijdragen overeenkomstig H.M.'s wensch
bestemd is voor de slachtoffers van den wa
tersnood.
Het huldeblijk werd door dc beide kinderen,
die van dc deputatie deel uitmaakten aange
boden, waarbij het meisje een hcilwensch
uitsprak.
Vervolgens werd nog ontvangen een depu
tatie van hot Sr, Hubeitus Gilde, bestaande "it
de heeren Graaf van Rcchtcrcn Limpurg, Al*
tena en B. van Weideren Baron Rcngers, die
een zilveren blad met gildewopens en wapen
schilden unrrboden.
Ten slotte ontving het Koninklijk Echtpaar
nog den heer Hoogenhuiscn, oud-militair van
hoi Nederlondsch-Ind. Lcgur. uit het Konink
lijk Militair Invalidenhuis „Bronbeek" tc Arn
hem. Deze bood als geschenk aan een door
hom zelf ontworpen geborduurd kunstwerk
gevat in lijst.
DE POGINGEN VAN MR. LIMBURG.
Do houding van den Vrijheidsbond.
In de „Maasbode" was beweerd, dat dc Vrij
heidsbond de leden zijner froctie zou weerhou
den van deelneming nnn een kabinet-Limburg.
Dot werd in verband gebracht met de omstan
digheid, dat de partij ratificatie van het Bel
gisch tractaal niet wenschl.
De „Vrijheid" ontkent ten stelligste de juist
heid dezer bewering en deelt in dat verband
het volgende mede:
„Geen enke! Komerlid, bohoorende tot «sen
der beide fracties van den Vrijheidsbond, heeft
ooit aan zijn club kunnen mededeelen, dat hij
door mr. Limburg is uitgenoodigd, tot een te
vormen kabinet toe te treden, om de eenvou
dige reden, dot zoodanige uitnoodiging nimmer
heeft plaats gehad. Had zij wel plaats gehad,
dan zou vrij zeker van liberale zijde niets ge
daan zijn, om zoodanige toetreding te verhin
deren Vermoedelijk zou veleer zoodanige
toetreding zijn aangemoedigd, «al zou dit na
tuurlijk niet insluiten, dot de froctie zich bij
voorbaat vereenigde met heigeen mr Limburg
ten aanzien vpri het troctaat en het gezant
schap bij het Voticaan in het vizier mocht heb
ben Voor zoover het blad weet, heeft mr.
Limburg slechts geconfereerd „met één bekend
Vrijhcidsbonder binten de Kamers; een even
bekwaam als onafhankelijk man."
SECRETARIS-GENERAAL DEPARTEMENT
VAN WATERSTAAT.
Eervol ontslag Mr. Solverda 'de
Grave en benoeming van een
nieuwen functionnaris.
Bi'r Koninklijk Besluit is met ingang van 7
April 1926 ncn den Secretaris-Generaal van het
Departement van Waterstaat, Mr. Dr. J. L A
Sol ver do de Grave, wagens invaliditeit op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend uit 's Rijk*
dienst, met donkbetuiging voor de door hem
gedurende eene lange reeks van jaren aan den
Lande bewezen gewichtige diensten, en is al*
Secretaris-Generaal van genoemd Departement
benoemd Mr. G. van der Mculon, thans Admi
nistrateur bij doi Departement.
Voorts is bij Koninklijk Besluit Benoemd tot
Commandeur in de Orde van Oronje-Nass.au
Mr Dr. J. L. A. Salverda dc Grave, Secreta
ris-Generaal van het Departement van Water
staat.
DE RIJKSMIDDELEN.
Dc eerste maand van 1926
niet ongunstig.
De opbrengst der Rijksmiddelen over do
eerste moand van dit joar heeft bedragen
45.116.771, tegen, in hetzelfde tijdperk van
het vorig jaar ƒ40.851.547, of ƒ2.265.224
meer.
Een stijging vertoonden inkomstenbelasting
8.806.Ö53 (vorig jaar Januari 8.787 769)
accijns op wijn f 57.559 (v j. 1 50.415)bier
accijns ƒ977.785 (v. j 775 125)accijns op
geslacht ƒ763 631 (v j. 7755 752); accijns op
tobok 1.827.635 (v j f 1.329.845)belasting
op speelkaarten f 71 462 (v. j. ƒ70.947); rij-
wielbelosting 4.465.548 (v. j. 4.284.558)
zegelrechten 2 933 593 (v. j. ƒ3360096);
rechten van successie, van overgang bij over-}
lijden en van schenking f 3.578 593 (vorig
joar 3.560.096)invoerrechten 7 4.527-327
(v j. 2.855.635); Staatsloterij 77.037 (v. j
f 76.994)loodsgelden 362.797 (vorig jaar
574.679).
Minder lunchten op grondbelasting
ƒ2.249.447 (vorig jaar J«inuaii ƒ2.344.075);
personeele belasting 2.250.775 (vorig joar
2.486.362) dividend- en tnntièmebclasting
478.429 (v. j 7 586.084) accijns op suiker
3.8C6 871 (v. j. 4.637.660)accijns op bin
nen cn builenlnndsch gedistilleerd 3.520 609
(v. j 3.633.594); accijns op zout 7 788.902
(v. j. 203.887) registratierechten ƒ7.607 975
(v. j. ƒ1.743.259); belasting op gouden en
zilveren voorwerpen f 77.776 (v. j 7 89.686)
statistiekrecht 5T7c285 (v j. ƒ354 684): do
meinen, enz. ƒ169.242 (v. j. ƒ184169)akten
voor jacht, visscherij enz. 1677 (v. j. 2028)
Hot recht op mijnen gaf verleden joar Ja-
nuoii een b.ate van 1556, thans nihil do
opbrengst van het essaoiloon was voor beide
perioden gelijk, n 1. 80.
ZU1DERZEE-STEUNWET.
Installatie der generale commissie.
Heden werd te Amsterdam de generale com
missie, bedoeld in artikel 3 der Zuiderzee-
slcunwet door den voorzitter mr. G. Vissering
namens den minister van Waterstaat geïnstal
leerd. Dc voorzitter gaf daarbij een beknopt
historisch overzicht van het instituut der tege
moetkomingen aan de Zuiderzee-visschersbc-
volking, wegens de schade welke de afsluiting
der Zuidcizee hun mocht berokkenen. De ver
gadering hield zich voorts bezig met het rege
len van huishoudelijke bepalingen. De bepalin
gen der Zuiderzec-stcunwct, die betrekking heb
ben op de tegemoetkoming en aan welker uit
voering de generale commissie haar mede
werking /.ol hebben te verleenen, zijn nog niet
in werking getreden. De vergadering besloot
in afwachting daarvan aan hot dagelijksch be
stuur der commissie op te dragen reeds thans
een aanvang te maken met het verzamelen der
noodige gegevens, waarover de commissie bij
do uitvoering van haar taak de beschikking zal
moeten hebben. Het briefadres der generale
commissie is: Amsterdam, Rokin 149.
HET PARTIJBESTUUR DER S. D. A. P
Het verhandelde in de jongste
vergadering.
Zaterdag- 13 Februari vergaderd» hei; Partii-
bestuur van do S. D. A. P. Besloten werd al
dus Het Volk, tot het instellen von een com
missie dio tot taak heeft vooistellen uit
werken tot uitvoering van dc artikelen 78 en
194 der Grosdwet.
Besloten werd na overleg ep in samenwer
king met liet N. V. V. tot het organiseeren
van een grooie landelijke demonstratie op
Zondag 79 September a.s. te 's-Graverthage
terwijl het beleggen von provinciale landdagen
werd bepaald op 20 Juni.
Uitvoerige besprekingen werden gevoerd
over dD politieke' situatie en een gedragslij-
ontworpen voor het geval dat de onoplosbaar-
baarheid van de crisis het voortbestaan van
liet ministerie Colijn zou meebrengen. Met dn
Sociaa 1 -Democratische Kamerfraotie zal hier
over in overleg worden getreden.
Omtrent de samenstelling von hel Dage
lijksch Bestuur werden opnieuw besprekingen
gevoerd. De eerstvolgende vergadering van
het Partijbestuur der S. D. A. F. werd op Za-
todag 27 Februari a.s bcpaold.
„AFVLOEIING" VAN EEN AMBTENAAR.
Bezworen van den betrokkene.
De heer H. J. Gorter, eervol ontslagen re
ferendaris bij het departement van koloniën,
heeft zich met een adres tot de Tweede Kamer
gewend, ten einde bekend te maken „op welke
wijze de Regeering, die zich wegens onzuivere
motieven van een ambtenaar wil ontdoen, von
het „Wachtgeld-Besluit" misbruik kan ma
ken en de daartegen ingebrachte bezworen
zonder den betrokkene te willen aanhooren I
hooghartig kon afwijzen. De hierdoor zoo
wankel -geworden positie van den ambtencor
vraagt dringend om de spoedige totstandko
ming van eene „Rcchtstoestandwet".
Adressant deelt in zijn adres mede, d«at sinds
Februari 1925 de Referendaris E., hoofd van
het Bureau Comptabiliteit der 3e Afdeeling van
het Departement van Koloniën zich stelselma
tig onjuiste en onredelijke schriftelijke critiek
veroorloofde omtrent zijn ambtelijke voorstel
len, wanneer deze gemcid bureau passeerden.
Onbegrijpelijk noemt adressant, dnt die critiek,
tenzij zc al te dwaas was, werd beaamd door
den Secretaris-Gen era ol Mr. Dr. K. en dat deze
hem nooit in de gelegenheid stelde de ge
maakte opmerldngen te beantwoorden.
Blijkbaar enkel naar aanleiding van een niets
zeggende opmerking van referendaris E. heeft
d? Secretaris-Generaal den 15den Mei 1925
in de meest scherpe bewoordingen zijn afkeu
ring uitgcsprolcen over een Nota van adres
sant nopens bet voorstel von den Minister van
Financiën Colijn over de nieuwe wijze van be-
taolbaorstellen van pensioenen enz., itoodig ge
worden door de opheffing van de betaalmees
ters-kantoren.
Daarna hebben de heeren K. en E.. die
gelijk later herhaaldelijk bleek bedoelde
nota niet of slechts zeer vluchtig gelezen had
den, met allerlei middelen gepoogd Minister de
Groaff te bewegen tot de beslissing, welke
eerstgenoemde oan adressant had o p g c d r a-
g e n aan den minister voor te leggen. (Aan
die opdracht hnd adressant natuurlijk gevolg
gegeven, doch aan het concept-schrijven voeg-
do hij, ten behoeve van Minister de Graoff,
een korte persoonlijk© opmerking toe).
Het resultaat van de vele besprekingen, die
cle Minister met zijn drie adviseurs hield, was
evenwel, dat de minister den ITden Juli 1925
ten oanzien van de in de eerste plaats bestre
den drie punten besloot het advies van adres
sant te volgen. De praktijk heeft sindsdien aan
getoond, dat 's Ministers besluit tot gunstige
gevolgen heeft geleid.
Den 3den Augustus 7925 nam Minister de
Grnoff, die op hot punt stond zijn ambt neer
tc leggen, met zeer welwillende woorden af
scheid van adressant, wiens zomerverlof dien-
zelfden dog inging.
Enkele dogen na het einde van dat verlof,
n.l. op 4 Sept. 7925, gaf de Secretaris-Generaal
zonder een woord van toeliohting oan adres
sant ter lezing zijn bereids door den minister
van Koloniën od interim, den heer Colijn, aan
vaard voorstel
o.) tot samensmelting van adressants ofdee-
ling met voormeld Bureau Comptabilliteit
b.) tot toekenning van eervol ontslag en
wachtgeld non adressant, met ingang van 1
Januari 1926en
c.) tot toekennning van d n d e 7 ij k in
gaand ongevraagd verlof tot laotstgemelden
datum, opdat referendaris E. onverwijld de
leiding van odressar.ts afdeeling zou kunnen
overnemen.
In zijn desbetreffend voorstel had de Secre
taris-Generaal o.m. aangeteekend, dat zijn
vroegere bezwaren tegen samensmelting van
voormelde Afdeelingen (belangrijke overbelas
ting van den chef) niet meer golden, nu dc heer
E. hem verzekerd had, „dat hij niet tegen de
samensmelting opzag integendeel door het ver
dwijnen van de voortdurende wrijving tusschen
hem cn adressant tijdwinst verwachtte".
Tegen het hem aangedane onrecht protes
teerde adressant eerst mondeling en daarna
schriftelijk bij minister Colijn De Minister wees
evenwel de protesten af en wenschte do quaes-
tie niet nader te onderzoeken. Zijne Excellen
tie stelde zich op het standpunt ook nodnt
een klacht was ingekomen I dat aan den se
cretaris-generaal de definitieve beslissing in
personeele aangelegenheden toekomt on dat
de Minister slechts als „politiek" hoofd van
het departement optreedt.
Nadat aan adressant gebleken was, dat Mi
nister Welter die twee dagen no do eindbe
slissing van Minister Colijn het beheer van het
departement van Koloniën overnam, geen aan
leiding had gevonden die beslissing in nadere
beschouwing tc nemen, wendde hij zich 27 Oc
tober tot de commissie-Schepel met verzoek
om een onderzoek te willen instellen naar hot
begane onrecht, hem too te staan do in do
„Memorie" cn „Nota" gedane beweringen mot
bewijzen te staven cn zijn spoedige herplaot-
sing in een hem passende Rijksbetrekking te
willen bevorderen.
Den 14dcn December ontving hij bericht,
dat de commissie zijn bezwaren niet in behan
deling kon nemen, maar dat uit 't in afschrift
overgelegd schrijven ven den secret.-generaal
in Algemeencn dienst, dateerende 5 December
wellicht viel te lezen, dot hij zicih, desgcwenscht,
tot den voorzitter van den Raad van Ministers
(den heer Colijn) zou kunnen wenden.
In zijn request van 23 December aan den
voorzitter van den Raad van Ministers bo
toogdo adressant op nieuwe (oan het schrijven
van den secretaris-generaal in Algemeencn
Dienst ontleende) gronden zijn recht om de in
gediende bezwaren voor de commissie-Schepel
te brengen.
Bij het schrijven van voormelden voorzitter
d.d. 5 dezer werd enkel bericht, dat adressant's
„functie overbodig was geworden en daarom
terecht is opgeheven.
NED. VEREEN. V. HUISVROUWEN.
In het ofgcloopen jaar 64 medail
les uitgereikt aan jubilcercnd huis
personeel.
Blijkens het verslag van de Nederl. Vereeni
ging van Huisvrouwen omtrent de door haar
in 1925 uitgereikte medailles wegens langdu-
rigen dienst kon in het afgoloopcn jaar door do
Vereeniging in 64 gevallen aan een jubelaros-
se hulde worden gebracht. In 67 gevallen werd
een medaille met oorkonde uitgereikt; in 3 ge
vallen alleen een oorkonde, omdat de kosten
der medaille de financieele draagkracht der
workgeefster te boven gingen. (De oorkonde
wordt voor rekening der Vereeniging aangebo
den.)
In totaal werden wegens 25-jarigen of lango
ren dienst gehuldigd 15 dienstboden, 2o kin
derjuffrouwen, 3 huishoudsters, I werkster en
2 huisnaaisters; wegens 20-jarigcn dienst: 5
dienstboden, 2 huishoudsters, cn wegens 12 H-
jarigen dienst29 dienstboden, 4 huisnaaisters
en I werkster.
Als men bedenkt, aldus het verslag, dat de
medailles en oorkonden alleen ter beschikking
worden gesteld van leden der vereeniging cn
het ledental al is hot ook belangrijk, het be
droeg n.l. op I Jan. 7926 meer dan 22000
in vergelijking met het totaal aantal huisvrou
wen in Nederland toch nog maar een gering
percentage vormt, blijkt hieruit toch, dat e*
nog wel trouw en degelijk huispersoneel be
staat.
De Commissie lot besludeering van
het dienstbodenvraogstuk.
In de door de Ned. Vereeniging van Huis
vrouwen in het leven geroepen Commissie tei
bestudeering von het DienstbodcnvraögstuV.
hebben zitting genomen Presidente Mevr. M.
J. Brauns—Schngen, Heemstede, Presidente dei
Nederl. Ver. van Huisvrouwen; MevT. H. A. van
RielSmeenge, Emmen, oud-schoolopziener in
de Inspectie Assen; Mevr. Mr. D. R. E. Oppen-
heimerBel infante, Secretaris-Penningmeeste
res der Ned. Ver. van Huisvrouwen; Mevr. H.
van Biema—Hijmans, Den Haag; Mevr. H. van
Embdende Ridder, Amsterdam; Mej. Marie
Heinen, Den Haag; Adj. Directrice Nationaal
Bureau voor Vrouwenarbeid; Mej. H. S. Heyer-
mans, Directrice Vrouwenorbeidsschool Rotter
dam; Mevr. M. E. Loliman—Bosch, Baarn, In-
spectrice Nijverheidsonderwijs; Mevr. F. C. J
Olivier—Koch, Directrice Amsterdnmsche Huis
houdschool; Mevr. C. Pothuis—Smit, Amster
dam, Lid der Eerste Kamer; Mej. S, Schouten,
Amsterdam, Voorzitster van den Bond van
Huispersoneel; Mej. M. J. Visser, Adj. Direc
trice 's-Grayenhaogsohe Arbeidsbeurs; Mej. R.
J. van Vriesland, Wee-presidente der Amster»
damsche Commissie voor het Dienstboden»
vraagstuk; Mevr. E. J. van Waveren—Reesink,
Haarlem, terwijl Mevr. James—Brandes als se
cretaressen is toegevoegd. De commissie heeft
zich in de volgende sub-commissies gesplitst
A. sub-commissie voor het onderwijs Pre
sidente Mevr. van Riel—Smeenge; secretares
se Mevr. Oppenheim—Belinfante; Mevr. Leh
man—Bosch; mej. Heyermans; Mej. Schouten;
Mevr. van Waveren—Reesink.
B. Sub-commissie voor urgent prectisch
werk. Presidente: Mej. van Vriesland; secreta
resse: Mej. Schouten; Mej. Visser. Deze com
missie heeft het recht zich met andere leden
aan te vullen.
C. Studie-commissie Huishoudelijken arbeid.
Presidente: Mevr. van WaverenReesmk, se
cretaresse Mej. van Vriesland; Mevr. van
Biema—Hijmans; mevr. Brauns—Sdhagen
mevr. van EmbdenDc Ridder.
De bedoeling is dat sub-comm. A o.a. zal
nagaan of, en zoo ja, op welke wijze, de op
leiding tot het verrichten von huishoude]ijken
arbeid algemeener zou kunnen worden ge
maakt, en tevens het leerlingstelsel in studie
zal nemen.
Sub-comm. B zal hebben te onderzoeken
welke maatregelen zouden kunnen worden ge
troffen om in den nood van het oogenbllk to
voorzien.
Sub-comm. C stelt zich tot faak materiaal te
verzamelen van hetgeen voor de toekomst zou
kunnen strekken ter verlichting van den huis-
boudelijken arbeid, waartoe moeten geacht wor
den to behooren Te. maatregelen van over
heidswege of particuliere verecnigingen; 2c.
uitvindingen of technische verbeteringen, dio
bedoeld work vergemakkelijken.
DE RECHTSPOSITIE VAN HET BUITEN
ECHTELIJK KIND.
Oen rappot uit do Ned. Vereeniging
van Staatsburgeressen,
Een Commissie ter bestudeering van de
rechtspositie van het buiten-echt geboren kind
ingesteld door de Ned. Vereeniging van Staats
burgeressen, bestaande uit mr. B. Bakker—
Non, presidente M. Cohen TervsertIsraels
mr. S. J. L. van Aalten, dr. Allctta H. Jacobs,
dr. Cato M. van der Pijl, C. van Schaik—Dob
bel man en mr. Est—Simons, heeft thans een
rapport uitgebracht, dnt in het maandblad der
vereeniging gepubliceerd is.
In de inleiding schrijft zij
„Long heeft do overtuiging igegolden, dat
de bescherming van het huwelijk en de daor»
uit geboren kinderen, vanzelf meegebracht,
dat buiten echt geboren kinderen van elk wet
telijk geregeld familieverband vlenstoken bo
boorden te zijn. Dit werd dan beschouwd als
straf voor de> in ongeregelde verhouding ge
leefd hebbende ouders cn als afschrikwekkend
voorbeeld voor anderen. Intusschen, sinds de
laatste 25 jaren breekt zich de andere, o.!
juistere opvatting baan, dat de samenleving
er niet bij gebaat is, wanneer een aantal kin
deren op zoo onredelijke wijze achtergesteld
wordt bij dc in wettig huwelijk geborenen. Ook
komt bot rechtsgevoel er tegen in opstand, dat
de volmaakt onschuldige kinderen meer dan 't
onvermijdelijke te lijden hebben door de on
maatschappelijke verhouding hunner ouders
en vooral togen het feit, dat, terwijl d© vadei
van een buiten-echtelijk kind vrij irif gaal,
smaad en verachting het deel zijn van de ver
laten vrouw, wier moedertaak daardoor, tot
schade van haar land, boven haar krachten
verzwaard wordt."
Uitgaande van die overwegingen wenscht de
Commissie o.a. afschaffing van de onnoodige
erkenning van hei kind door de moedier, (moe»
der maakt geen bastaard), mogelijkheid tot ge
dwongen erkenning door den vader, geen vrij
willige erkenning door den vader zonder toe
stemming van de moeder, vergemakkelijkkine
dor invordering van de bijdrage tot onderhoud
regeling der voogdij bij minderjarig moeder
schap, erfrecht van het buitenechtelijk kind
enz.
HET VERPLEEGSTERSEXAMEN.
Een adres der Ned. Vereen, van
V rouwenarbeid.
Namens de Nat. Vereeniging voor Vrouwen
arbeid is de Min. van Arbeid er op gewezen dat
het examen voor het diploma als verpleegster
of verpleger niet ten volle tot zijn recht kun
komen, wanneer het niet mede wordt afgeno
men door personen, die dit beroep grondig en
uit persoonlijke ervaring kennen. Hem is daar
om dringend verzocht de min. beschikking van
13 Dec. 7923 zoo spoedig mogelijk in dezen
zin te willen wijzigen, dat onder deskundigen
zoowel „verplegenden" als „geneeskundigen"
moeten worden verstaan; en daarna onverwijld
ecnerzijds de Stantsgedelegeerden in de ex«i-
mencommissies zoowel voor het diploma voor
algemeen© zaken als voor zenuwzieken en.
krankzinnigenverpleging met een adequaat aan
tal verplegenden te willen aanvullen, anderzijds
aan de exam ine erende ziekenhuizen als eisch
te willen stellen, dal van elke examencommis-
sie ook verplegenden deel uitmaken.
STAMBOEK VOOR HET NEDERL. TREK
PAARD.
De algemcene vergadering.
In restaurant de Twee Steden te Den Huag
is gister de algem. vergadering van de vereen.
„Stamboek voor het Nederl. Trekpaard (B. T
gehouden.
De Voorzitter, de heer jhr. J. v. Vredenburch.
te Capelle, heette de aanwezigen welkom, in
bijzonder den heer Kakekeeke, inspecteur van
den Landbouw en herdacht dc overleden her
ren J. Hcndrickx te Roermond, een bekend jury
lid, en den bekenden fokker, den heer Spitters,
die op de tentoonstelling te Dordrecht een on
geval heeft gehad.
Spreker beschreef den toestand van de paar
denfokkerij en memoreerde in het kort de plann
nen voor de toekomst
Besloten werd, 7 cn 8 Juli de zesde nationale
tentoonstelling te houden te Breda, waartoe van
de zijde der militaire autoriteiten veel medewer
king wordt ondervonden.
Aan het jaarverslag over T925, uitgebracht
door den secretaris den heer J. de Vries, te
Den Haag, is ontleend, dat ofschoon in vele
opzichten op het gebied der paardenfokkerij do
toestand somber is en ook de vooruitzichten
nog niet gunstig zijn, geen klaagtoon mag wor
den aangeheven. Het ledental is met pl.m. 500
vermeerderd tot 8662, dus weer gekomen op
het punt, bereikt in de tijden van hoogconjunc
tuur.
Verder wordt nagegaan, welke mutaties er
hebben plaats gehad, welke vergaderingen er
zijn gehouden, enz. O.m. wordt herinnerd oan
het succes der Nederlandsche inzending op de
tentoonstelling te Milaan.
Bij het puntbenoeming van juryleden, kwam
in behandeling een motie van de afd. Limburg,
strekkende om de belangen der fokkers in den
eigclijken zin des woords meer naar voren te
brengen. Deze motie werd, in gevolge nadar©
besprekingen, in beraad gehouden.
In de vacature, ontstaan door het overlijden
van het jurylid den heer J. Hendrickx te Roer
mond (voordracht van het hoofdbestuurP.
den Ouden te Rotterdam en M. Damoiseaux te
Rotterdam) werd gekozen de heer den Ouden.
In de vacatures, ontstaan door periodieke af
treding van twee plaatsvervangende juryleden
(voordrachten van het hoofdbestuura. Joh.
de Feyter Johzn. te Schoondijke en J. Wisse
te Anna Jacobapolder; b. J. de Vries alhier en
A. F. Reichman te Steenderen) werden gekozen
de heeren Feyter cn de Vries.
Besloten werd, de volgende algem. vergade
ring wederom hier ter stede te houden.
No de rondvraag werd de nieuwe film van
de vereeniging vertoond, welke bestaat uit ge
deelten van de twee bestaande films, vcreenigd
met opnamen van de 5e nationale tentoonstel
ling te Dordrecht.
DE CRISIS VAN HET PARLEMENTARISME.
Rede van den oud-gezant
Charles Benoist.
De heer Charies Benoist de l'institut d«
France en oud-gezant van Frankrijk, heeft gis
teravond in het klein-auditorium van de Leid-
sche universiteit een lezing gehouden over:
Ln crise du Parlementarisme.
Nadat de voorzitter van da vereeniging van
wetenschappelijke voordrachten, prof. Van
Itallic, den spreker een welkomstwoord had
toegesproken, waarin de voorzitter in herinne
ring bracht de vele bewijzen van sympathie die
do heer Benoist voor Nederland aan den dag
heeft gelegd en na hem geprezen tc hebben
«Is staatsman zoowel els geleerde, gaf spreker
den heer Benoist het woord.
Deze zeide vroeger reeds tc hebben aangc-
taond, dat het parlementaire stelsel niet is, het
geen men gewoonlijk geneigd is te gelooven en
spr. zelf ook oorspronkelijk dacht, een eeuwig
durend en over de geheele v-ereld verbreid
'ets, maar dat het juist een stelsel is, dat be
trekkelijk nieuw en plaatselijk genoemd kan
worden, zeer begrensd door tijd en plaats.
In de juiste bcteekenis van het woord heeft
het parlementaire stelsel in Engeland niet lan
ger dan twee eeuwen bestaan, in de Vcreonig-
dc Staten slechts een cn een kwart eeuw en in
West-Europa niet langer dan drie-kwart een
heele eeuw.
Wat betreft de oppervlakte, die het stelsel
bestrijkt, kan geconstateerd worden, dat het
rich slechts uitstrekt tot 25 a 30 gTaden Oos-
'erlengte. Buiten de 25ste of 30ste gr. blijven
clechts Turkije en Rusland over, een Oostersch
gebied, waar het zich nooit heeft kunnen inbur
geren, behalve dan ih Azië, dat Japan nabootst,
Men vergist zich echter door oan ,te nemen,
dat in het parlement alleen het parlementaire
stelsel tot uiting komt, wanneer ontevreden
over het werken in een bepaalde Kamer, men
de onmacht uitbazuint niet alleen van die Ka
mer, niet slechts van alle bekende Kamers,
maar van het heelo bestaande parlementaire
stelsel.
Maar deze vergissing is begrijpelijk, want irt
het parlementaire stelsel zooals wij dat in do
praktijk kennen, gaat het parlement heen, van
het moment, dot het zijn zin niet krijgt. Maar
hot is onwaar, dat dit in overeenstemming is
met het stelsel als zoodanig, het is slechts een
gevolg van een ten top gedreven verdorvenheid.
Deze verdorvenheid noemt spreker „pariet
mentair gedoe" en heeft met het parlementair#
stelsel niets uitstaande.
Het werkelijke en oorspronkelijke parlement
taire stelsel was bedoeld te zijn een wijze vart
regeeren gebaseerd op verdeeling, op samen
werking en op evenwicht der publieke organen
van een land, waarbij geen der organen zijn
bevoegdheid te buiten zou gaan. Geen over-
heersching van het een over het ander.
Spr. gaf vervolgens een overzicht van do
parlementaire stelsels in de verschillende lan
den en van den inhoud van de Constitutie irt
Frankrijk van T875, waarbij o.m. de rechten
werden vastgelegd van den president van dé
Republiek. Doz© waren zeer verstrekkend, en
menig constitutioneel vorst zou ze kunnen be
nijden. Maar wat is in werkelijkheid van deze
macht en dit recht terecht gekomen? In wer
kelijkheid behalve de titel en de uiterlijke schijn
alsof ze nooit bestaan hebben. Spr. gaf een
resumé van alle rechten van den president en
vergeleek daarmede dc gevallen, waarin dezé
rechten wel hadden behooren uitgevoerd t«
worden, doch in de werkelijkheid niet is ge
schied.
De fout in het parlementaire stelsel, 2*>oate
dat geworden is, komt hoofdzakelijk voort uit
de omstandigheid, dat de daarbij noodzakelij
ke organen niet in kracht evenredig aan elkaar
zijn. 'Als het hoofd von Staat te krachtig is, dan
zijn de ministers, zooals Bismarck het uitdruk
te, dan „de Dienaren van Hare Majesteit".
Wanneer het kabinet te sterk is, dan is het
hoofd van staat verlamd en de Kamers zijn
tot nietsdoen en onderworpenheid gedoemd.
Wanneer daarentegen de Kamers krachtig zijn,
don is het hoofd van staat niet veel anders
don een machine, die dekreten onderteeke-i
nen mag, de ministers distribuceren baantjes,
pensioenen en decoraties en enders niets. Of
wel het hoofd van staat is niet krachtig genoeg,
en don krijgt men een ondergrcndsche, menig-