NUTSSPAARBANK WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN&Zn. JOH. BOTTINGA Utrechtscheweg 1. In Massa's Slijterij II Langestraat 28 £3i, £H. v. kaalte geheel JEinnen Rente voor elk bedrag 3.60 Onvoorwaardelijke waarborg der Gemeente Amersfoort UTR. STRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145 Bijzonder aanbevolen: p. flesch p. anker Gewas 1920 Raymond Macau f 1.- f 40.- 1920 St. Emilion fl.40 156.- RECLAMES. Prils 1—3 roeels 1 1 55 olke regel meer f 0.50 zijn verkrijgbaar: „Bootz" likeuren ais; „Crème de Roses" „Crème de Vanille" „Berliner Kummel" Bitterkoekjef3. p.flesch,, en verder Massa's Schilletje Advocaat Massa's Boerenjongens, enz. HAVIK 41 - Telefoon 292 Dankt haar succes aan haar uitmuntende eigenschappen Voor Winkeliers bij: Fa. J. van VOLLENHOVEN. Afd. Kol. Waren. Amersfoort. tegen keelpijn Alleen bij aonnaoanononijGnannDnaoaaooaDDD Afd. Stoffen Wij onh'ingen voor Meisjes'Jurken voor Jongens=pakjes in witresedaIcrra, Groen, Ecvu, Bleu 1.45 p. El. Effen en gestreepte Zephyr in 40 dessins, 35 ct. per EI. Mouseline de Laine in moderne dessins f 1.45 p. El. Ottomane Wolleh moderne slof, voor Japonnen en Complets. 140 c.M. breed 3.75 pEl. M. H. van Raalte 0/ DE VOLKENBOND EN DE KLEINE MOGENDHEDEN. Een lezing van prof. Mr. J. A. van Hamel. Voor J© afdeeling Amsterdam van de Ver eeniging voor Volkenbond en Vrede hield prof. mr. J. A. van Hamel gisteravond een lezing in de Aula van het Koloniaal Instituut. Onder het tajrijk gehoor was ook dc burge meester der hoofdstad de heer W. de Vlugt. Prof. van Hamel meende dat de Volkenbond een tijd van actualiteit en levendigheid door maakt. Het begin van 1926 sluit af een periode van verkennen en er begint een periode van geregeld en vertrouwend werken op een goe den gTondsleg. Spr. herinnert aan het toetreden van hot Duitsche Rijk tot den Volkenbond, als laatste van de oorlogvoerende westelijke mo gendheden. Op een vasten grondslag zal nu voortgewerkt worden. Echter is men nog niet waar men we* zen wil, maar spr. vraagt zich af, wat nu reeds weer gebeurd zou zijn, als de Volkenbond niet bestond. In dit verband wijst spr. op het con flict tusschen Griekenland en Bulgarije. Men gaat nu verder met groot vertrouwen de toe komst tegemoet. Versterking is echter noodig op politiek gebied. Op economisch terrein zijn echter de moei lijkheden nog groot. Er zijn daar drie proble men, n.L de klacht over de werkloosheid, de vraog naar markten en de vraag om crediet en tenslotte de matiging van den economischen strijd in verschillende staten. Nadat spr. had gememoreerd wat in de eer ste zes jaar is geschied, meent spr. dat do Volkenbond nu wordt een opvoedingsinstituut van de naties. De verplichte arbitrage is een groote kracht fn de nieuwe statenbonden, maar op recht al leen kan nooit een daad geheel zijn gebouwd. Er zijn geschillen, die niet door recht kunnen opgelost worden. Daarom zijn er verzoenings raden. Dit noemt spr. een van de belangrijkste daden van Locarno. Aan de nieuwe periode zal dan ook de taak opgelegd worden om onder do staten den vrede en harmonie te bewaren. Ons land, zegt spr., heeft ook een actueelo taak te vervullen, we zullen ook internationale saamhoorigheid hebben te betrachten. Spr. denkt hierbij aan het tractaat met België. De tijd is voorbij dat men voor zijn eigen belan gen den hoogsten souvereincn toon aanslaat. Wanneer men slaagt dien nieuwen geest te doen doordringen, dan zal internationaal ver trouwen in het leven worden geroepen. De vraag, in hoeverre nu zal doorgaan op handelsgebied wat op politiek gebied door ver zoeningsraden wordt verricht, zal de naaste toekomst vermoedelijk leeren. Spr. meent dat voortdurend overleg den handelstarievenstrijd zal kunnen verminderen. De kleine staten hebben een bijzondere rol te yerv uilen. De Volkenbond heeft hen in een ge heel andere positie gebracht, doordat aan hen een stem van meespreken is gegeven. Hun stem geldt als die van de groote mogendheden. In den conseil zitten vele hunner vertegenwoor digers. Dit, zegt spr., is een belongrijke evolutie. Het brengt echter groote verantwoording. De kleine staten hebben de taak om krachtig po sitief bij te dragen tot versterking van den geest in den Volkenbond, aldus besloot spr. Zijn rede werd luide toegejuicht. Nadat nog ccn enkele vraag werd gesteld, dankte de heer E. Heldring, voorzitter der Vereeniging, den spreker voor zijn onderhou dende rede en wenschte hij hem veel succes in zijn nieuwen werkkring. PATRIMONIUM. De middagzitting van gisteren. In de middagzitting van het Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimonium kwam giste ren aan de orde een rapport over Bedrijfsor ganisatie, getiteldDen groei bevorderen, naar aanleiding van een voorstel-Alex op de Bondsvergadering van 1922. De voorzitter, de heer P. van Vliet jr., ver klaarde, dat het bestuur naar aanleiding van enkele opgegane stemmen, het geheel aan d° vergadering wenschte over te laten, of dit rapport in deze bijeenkomst al dan niet in be handeling zou komen. Met betrekking tot deze kwestie ontspon zich tusschen verschillende afgevaardigden een langdurige discussie, waarbij meermalen de wenschelijkheid naar voren werd gebracht de afdoening van het rapport, als nog niet vol komen rijp voor behandeling, tot de volgende Bondsvergadering te verdagen, opdat ook de heer J. Hvrizinga (Axel) in dc gelegenheid zal zijn als lid van de Commissie van Rapporteurs zijn gedachten over deze aangelegenheid te lo ten gaan. Hiertoe werd besloten. Wat betreft de vraag waar het volgend jaar de Bondsvergadering gehouden zal worden, werden uit de vergadering verschil lende steden voorgesteld. Waar het dan even wel een jaar geldt, waarin dc Bond gouden jul*4eum zal vieren werd besloten dot het Bondsbestuur ten deze nader beslissing zal nemen. De heeren Hollander en Luttcn aanvaardden hun benoeming tot leden van het Bondsbe stuur. De vergadering wefd met dc gebruikelijke plechtigheden gesloten. HET RIJKSBUREAU VOOR DE ONTWATERING. Het rapport der commissic-v. Voorst tot Voorst. De door den vorigen minister van binnen- landsche zaken en landbouw, jrd. mr. Ruijs de Beerenbrouck, ingestelde commissie, belast met de beantwoording van de vraag, of in de dien sten van het Rijksbureau voor de ontwatering zonder groote bezwaren op andere wijze zou kunnen worden voorzien, is met hoar rapport gereed gekomen. Deze commissie bestond uit de heeren L. F. J. M. baron van Voorst tot Voorst, lid van de Tweede Kamer, onder-voorzitter van den R.-K. Ned. Boeren- en Tuindcrsbond ir. G. J van den Broek, hoofdingenieur van den water staat; K. I. B. A. de Coster, bezuinigings-in- spccteur; J. G L. Knkebecke, inspect, vun den landbouwir. S. L. Louwcs, secretaris dei Overijselsche Landbouwmaatschappij, en mr. D. G. W. Spitzen, commies aan het departe ment van binnenlandsche zaken en landbouu Aan de hand van een korte uiteenzetting van de wordingsgeschiedenis van het Rijksbureau, toont de commissie aan dat dit Rijksbureau niet het karakter heeft van een crisisinstelling, welke zou kunnen verdwijnen, zoodra dc eco nomische toestanden zich hersteld hebben. Na er op gewezen te hebben, dat deze instelling nog maar een viertal jaren werkt, geeft de commissie aan waarin zij do voordeden van het optreden van een Rijksbureau voor de ont watering gelegen aoht. Er is thans een centraal orgaan, dat zich bezig houdt met de ontwatering over het ge- heele land. Het Rijksbureau heeft naar do meening der commissie hier een zeer belang rijke taak te vervullen, waartoe het thans ech ter nog niet in de gelegenheid is gesteld. Doordat het bureau ons gehecle land als terrein van werkzaamheden heeft, wordt in den loop der jaren een aanzienlijk materiaal aan gegevens verzameld, waaruit een ervaring wordt verkregen, welke reeds thans in ver schillende gevallen haar nut heeft bewezen. Door zich te specialiseeren op het gebied van ontwatering in verband met de cultiveo- ring van gronden, bcheerscht het bureau een zeer speciaal terrein, waarop geen ander orgaan geheel thuis is. Het bureau vormt een schakel tusschen Landbouw cn Waterstaat. Sedert de oprichting van het Rijksbureau is ontwatering toegepast ook in gebieden, die anders van ontwatering verstoken zouden blijven, aangezien het particuliere initiatief niet kon of wilde ingrijpep. Een voordeel van het bestaan van een Rijks bureau voor de Ontwatering is nog hierin ge legen, dat het in zekeren zin los staat van de departementen. Eindelijk is nog een gunstige omstandigheid, dat het Rijksbureau gemakkelijker dan parti culieren toegang heeft tot en onderhandelingen kan voeren met andere, publiekrechtelijke of private administraties. Al deze overwegingen worden nader uitge werkt cn gemotiveerd, waarna het rapport o.n. uitvoerig stil staat bij de kosten van het Rijks bureau en bij de mogelijkheden, welke zich openen om op andere wijze in de diensten van het Rijksbureau voor de Ontwatering te voor zien. Hierbij heeft dc commissie er slechts twee kunnen vinden, n.l. T. opheffing van het Rijksbureau voor de ontwatering en overlating van de behartiging van de ontwateringsbelangen aan Rijks- en provincialen waterstaat en het particuliere initiatief 2. inlijving van het Rijksbureau in den rijkswaterstaat, hetzij geheel binnen het kader daarvan, hetzij als afzonderlijk bureau. De commissie betoogt, dat de onder sub 1 genoemde mogelijkheid geen voordeelen op levert cn belangrijke bezwaren medebrengt, en de onder sub 2 genoemde mogelijkheid geen aanbeveling verdient. De commissie is ten slotte tot de volgende conclusies gekomen 1 het Rijksbureau voor de ontwatering moet behouden blijven 2. het Rijksbureau voor de ontwatering staat in de uitoefening van zijn nuttige taak niet in den weg aan het particuliere initiatief 5. het Rijksbureau voor de ontwatering ver richt werkzaamheden, welke bij opheffing van dit bureau ongedaan zouden blijven t 4. in opdracht van het Rijksbureau behoort geen verandering te worden gebracht. (Eén lid achtte hot gewenscht, voor het woord „plannen" in aitikel 2, onder 3 van het Kon. besluit van 20 Januari T920, no. 22, in te voegen het woord „voorloopige" en de be voegdheid tot heffen van retributiën op te ne men.) 5. Handhaving van het Rijksbureau in zijn huidigen vorm wordt gewenscht geacht, aan gezien andere organen niet bij machte zijn, de taak over te nemen en cr bijzondere voordeeien verbonden zijn aan de positie, welke het bu reau thans inneemt 6. aan het personeel van Kct bureau moet uitbreiding worden gegeven, opdat het in staot zij. de opgedragen taak naar bchooren te ver vullen. (Eén lid kon zich met deze conclusie niet vereenigen.) TETLER'S TWEEDE GENOOTSCHAP. Prijsvraag voor 1926, Directeuren van Teylcr's Stichting en de le den van Teyler's Tweede Genootschap hebben besloten voor 1926 de volgende prijsvraag uit te schrijven Men vraagt een kritisch overzicht en zoo mogelijk ccn verduidelijking en verdere ont wikkeling van de moderne theorie der spec traallijnen, hetzij in haar geheelen omvang, hetzij met zoodanige beperking als den schrij ver wenschelijk zal voorkomen. De bedoeling is dat ook een verhandeling, die in het bijzonder de theorie van het Zeeman effect, die van de bandenspectra, of een ander onderdeel tot onderwerp heeft, bij voldoende verdienste zal kunnen bekroond worden. De prijs voor het best cn voldoend antwoord bestaat in een gouden eerepenning, op den stempel des Gcnootschaps geslagen, ter waar- do van 400. De antwoorden moeten worden ingezonden vóór of op den Ien Augustus 1927 aan het Fundatiehuis van wijlen den heer P. Teyler van der Hulst te Haarlem. DE UITBREIDING VAN AMSTERDAM, Het Tuindorp Nieuwendam. Men schrijft ons uit Amsterdam Wat de stadsuitbreiding, speciaal aan den overkant van het Y betreft, is men, zooals ons dezer dagen is gebleken, met een belangrijk stuk werk bezig, n.l. den bouw van het tuin dorp Oostzaan. Eer wij een goed jaar verder zijn, zullen daar 4 h 5000 personen gevestigd zijn. De gronden, waarop dit tuindorp verrijst, een oppervlakte van 14 H. A. zijn gelegen aan den binnenkant van den dijk, waarover de weg loopt van Nieuwendam naar Schelling- woude en het tuindorp sluit aan bij de bebou wing van Nieuwendam, of eigenlijk bij de per- ccelen, die nog door de Nieuwendommer Wo- ningbouwvereeniging voor de annexatie van 1921 zijn gezet. Het dorp Jigt dus 10 a 15 mi nuten wandelens van het eindpunt der auto buslijn C. Den 30sten Juni 1924 is de bouw van het tuindorp aanbesteed en in massa gegund aan den aannemer, den heer Stryland voor een be drag van 3.365.000.—. In October 1924 is men met de uitvoering begonnen. Uit geno men proeven was gebleken, dat hier niet, zooals in Oostzaan op betonplaat kon wor den gebouwd en dus een paalfundeering moest worden gemaakt. Daartoe zijn 10.000 polen geslagen, de eerste 7 Januari 1925, de laasto 5 Januari 1926. Op elke paal is een beton-op- zetter van pl.m. 1.20 M. geplaatst en zoo is do fundeering van allo 1000 woningen eerst ge- heel gereedgemaakt terwijl ook de benoodigde werken voor de gas-, electriciteit- cn water-le vering cn van do riolccring door het geheele dorp zijn uitgevoerd. Eenmaal zoover gekomen, kon met den bovenbouw worden aangevangen, daar het' terrein op polderpeil ligt, is in qlle woningen op de fundeering een betonplaat ge legd en daarna zijn de jukken gesteld en do klampen gemaakt, want hier is voor den boven bouw hetzelfde alleen nog iets verbeterde systeem gebruikt, dat in Oostzaan is toege past, n.l., dat het metselwerk zooveel mogelijk is beperkt cn voor den bovenbouw eerst een geheel houten geraamte wordt gezet, waarin het metselwerk wordt ingevoegd. Er is een 6- tal verschillende typen van woningen uitge voerd, of liever 5 typen en één bepaald type voor de 18 oudeliedenwoningen. De bouwkosten bedragen, wanneer men do winkels buiten beschouwing lont 3100. per woning en de gemiddelde huur per woning 6.70. Nu wordt echter dit tuindorp gebouwd van een oud, rijksvoorschot, dat nog is ver leend tegen een interest von 6 Wanneer het gelukt dit rentetype verlaagd te krijgen, waarover wordt onderhandeld zal de gemid delde huur iels lager gesteld kunnen worden. Op het oogenblik zijn reeds 6 woningen be woond. Wel zijn er reeds 180 woningen gereed, maar het wonen door is nu nog weinig aan trekkelijk. Dit wordt echter geregeld beter en in April 1927 hoopt men het geheele dorp voltooid te hebben. ZEEVAARTSCHOOL TE ROTTERDAM. Een schokkerjacht ten geschenke van den heer D. G. van Beunin- gen. Van den heer D. G van Beuningen te Rot terdam hebben hurgemeester en wethouders dier gemeente een aanbieding ontvangen tot schenking aan de gemeente van het schokker- jacht Morgaretha met inventaris ten behoeve van het onderwijs aan de Zeevaartschool Zooals uit de adviezen van de commissie voor het openbaar onderwijs en van den direc teur der Zeevaartschool blijkt, zal deze schen king het onderwijs aan die school zeer ten goede komen. Met groote wnardeering van deze aanbieding melding makende, stellen burgemeester en wet houders den gemeenteraad voor, tot aanvaar ding van het geschenk te besluiten cn hen te machtigen den gever namens den raad den bij- zonderen dunk der gemeente over te brengen. Het schokkei jacht Margaretha is, naar de N. R. Ct. hierbij aanteekent, een schip van 22 meter lang, 6.5 meter breed, met een diepgang van 1.70 meter. Als oefonschepcn voor do Zeevaartschool werden tot nog toe schepen ven de binnenvaart gebruikt, als de Prins Hendrik en de Lichtstraal, waarvoor echter een huu»- von 50 per dag moest worden betaald. Het jacht zal aan een klasse van pl.m. 20 jongens met hun geleiders plaats kunnen bieden EEN JEUGDHUIS TE AMSTERDAM. B. cn W. vragen een crediet van 40.000. Men meldt ons In de laatste jaren is de beteekenis van de vrije jeugdvorming meer en meer ingezien en dientengevolge hebben verschillende vereeni- gingen zich tot tank gesteld het vormen van clubs voor ontwikkeling en ontspanning van de schoolvrije jeugd te bevorderen en aan het werk in deze clubs leiding te geven. Zij zagen daardoor hun arbeid belangrijk toenemen en een tekort aan localiteit wordt steeds sterker gevoeld. Verschillende vereenigingen hebben zich daarom tot het gemeentebestuur gewend, met het verzoek te bevorderen dat van ge meentewege in dit gemis wordt voorzien. Een commissie heeft deze taak onderzocht en tengevolge daarvan komen B. en W. met het voorstel bij den Raad om hen te machti gen, het Wevkplaatscngebouw op het terrein der voormalig? Oostergasfabriek te doen ver bouwen cn inrichten tot een gebouw voor jeugdwerk. Voor de uitvoering van dit werk wordt een crediet gevraagd van 40.000.— Het gebouw met het meubilair zullen tot wc- deropzeggens toe in beheer worden gegeven aan de Vereeniging van Jcugdwerkbesturen. DE STORMRAMP. Het woonhuis „Duitschland". Door den heer H. J. Roeier ink, lid van den Gemeenteraad van Borculo, is de eerste steen gelegd van een woonhuis, dat uit Duitsche gif- len wordt gebouwd en daarom den naam „Duitschland" ontving. GEMEENTERAAD VAN MAASTRICHT. Een beschuldiging van verval- sching der notulen. In de Maandagavond gehouden gemeente- raodsvergadering van Maastricht heeft de heer Paris (s.-d.) gezegd, dat wethouder Grossier uit het stenogram van dc laatste vergadering de door hem geuite cn voor hemzelf compro- mitteerende woorden, die hem de motie van wantrouwen bezorgden, had verwijderd en ze later er met inkt weer had bijgeschreven. De wethouder en voorzitter lichtten het feit toe en zeiden, dat opzet om div? woorden te ver- wijderen was uitgesloten. Benige gemeente- raadsleden zullen nagaan of die woorden gera deerd of chemisch verwijderd waren. Besloten werd o.a. tot het sluiten van c-en overeenkomst met den staat inzake de overne ming van het telefoonnet. De aanleg- en ex- ploitatievoorraden zijn, behalve den magazijn- voorraad, geschat op 238,522. VERDUISTERING VAN 66,000 DOOR DEN OUD-ONTVANGER VAN DEVENTER. De betrokkene verdwenen. Gisteravond is een spoedcischende raadsver gadering gehouden te Deventer. Nadat de raod 1 Yj uur in geheime vergadering was bijeen geweest, werden de deuren geopend en dceldo de burgemeester mede, dot hij tot zijn leed wezen eenige onregelmatigheden op het ontvan gerskantoor moest bekend maken. Om geen verkeerden indruk te geven, voegde hij er aan toe, dat de onregelmatigheden waren gepleegd onder het beheer van den oud-ontvangen Er was een kastekort .van ongeveer 66,000 De oud-ontvanger is in de gelegenheid gesteld om zich te verantwoorden en had bericht, dot hij in de vergadering van B. cn W. zou ver schijnen, jnaor hij is weggebleven, zoodat vt niets anders overbleef dan de zaak in nanden te stellen van de justitie. De meeste onregel matigheden zijn vun ouden datum en gepleegd voor 1914. Een enkele onregelmatigheid in 1923 berust op een vergissing. Alleen in het pen sioenfonds is na 1924 nog een onregelmatig heid geconstateerd. De overige loopen terug tot 1894 en daar voor. Een en ander kon strekken tot het geven van een juistcn indruk van dc verhoudingen voor het publiek. Naar vernomen wordt is de oud-ontvanger, E. IC, sinds gistermiddag 12 uur uit Deventer verdwenen. Hij moet vertrokken zijn per trein in de richting Apeldoorn. HOE DE „ALKAID" VERGING Vier etmalen in een orkaan Het prachtige reddingswerk van „Westphalia". Met het s.s. „Blommersdijk" van de Holland Amerika Lijn arriveerde dezer dagen aan de Wilhelminokode te Rotterdam een deel der be manning van het s.s. „Alkaid" van de reederij Van Nievelt, Goudriaan Co. Zooals men zich herinnert is de „Alkaid' in een storm in den Atlantische Oceaan vergaan. Kapitein J. Roos en de overige leden der be manning komen met het s.s. „Burgersdijk dat binnen vijf dogen, verwacht wordt. Onder de leden der bemanning, die thans arriveerden, bevond zich do eerste stuurman van de „Al kaid", de heer W. Visch. Ter begroeting waren aanwezig leden der directie van de reederij Von Nievelt, Goudriaan Co., cn tol van familieleden der schipbreuke lingen, die hen geluk kwamen wenschen met de behouden thuiskomst, na zooveel avonturen. Hoewel de familieleden van den heer Visch aandrongen op een spoedig vertrek, vond de Tel. den eersten stuurman bereid, om een ver haal te doen van de wederwaardigheden van de „Alkaid". Hij deed dit, mede uit de overwe ging, dot hier een goede gelegenheid geboden werd, om het groote werk van kapitein Graalfs en de bemanning van de „Westphalia", aan wie men zijn redding te danken had, bij het Neder- londsche publiek in het juiste licht tc stellen. Hij achtte dit zeemonsplicht. ;„Wij waren aldus de heer Visch op 10 Januari van dit jaar, met de „Alkaid" naar Philadelpia vertrokken. Het was prachtig weer. Trouwens, gedurende de eerste vijf dagen van onze reis hebben wij steeds goed weer gehouden, zoodat wij in dien tijd met gemak 1000 mijl aflegden. Door den ontzettenden storm, die dan kwam opzetten, en niet minder dan 17 dagen duurde, legden wij slechts 950 mijl of. Reeds in den aanvang van den storm beliep het schip zeer veel schade. De eerste dagen hadden wij voornamelijk dekschade. Zoo werd de verschansing weggeslagen, en luik 2 cn 3 ingeslagen, waardoor wij veel water maakten. Op den duur kon het water met de pompen niet worden weggewerkt. De pompen konden het eenvoudig niet bijhouden, zoodat wij steeds meer water maakten, en dieper kwamen te liggen. De orkaan nam steeds in kracht toe. Gedurende vier dagen en vier nachten was de storm zoo hevig, als wij nimmer te voren heb ben meegemaakt. Een hofmeester aan boord, die reeds 61 jaar varende is, verklaarde zulk een storm nog niet te hebben gezien. Wel had hij meermalen on dervonden, dat gedurende eenige uren het zoo heftig stormde, doch een orkaan, die in derge lijk? mate vier dagen cn vier nachten aanhield^ kon hij zich niet herinneren. De machines waren intact gebleven, doch daar hadden wij weinig aan. Het was onmoge lijk, den kop van het schip op de zee te hou den. Door de hooge zeeën en den wind was het vaartuig eenvoudig onbestuurbaar. Zoo bleven wij afdrijven. De stoomleidingen aan dek wa ren stuk. Ook de leidingen over het geheele schip waren verbroken. Alleen midscheeps wa den de leidingen nog intoct. Wij zagen wel, dat wij niet bij machte waren, het schip te behou den, en op eigen kracht een haven te bereiken. Wij hebben toen op Zaterdag 30 Januari scheepsraad gehouden, waarna besloten werd het S. O. S.-sein te geven. Des avonds om 8 uur is dat toen geschied. Al spoedig kregen wij contact met het s.s. „Westphalia" van de HamburgAmerika Lijn. Zooals uit de berich ten reeds gebleken is, slaagde de „Westphalia" er in. Zondag 51 Januari, de „Alkaid" te vin den. Dit is te danken aan het feit, dat de„West- phalia" is uitgerust met een nieuwe vinding, bekend onder den naam van „radio-peilstation". Wij wisten natuurlijk niet presies, wat onze plek was, omdat wij door den storm uit den koers waren geslagen. Door middel van het „rodio-pcilstation" was de „Westphalia" nu ir» staat, steeds contact met ens te houden, en ons te naderen. Het was een heele geruststelling voor ons, toen de „Westphalia" eindelijk in zicht kwam. Echter, de storm duurde nog steeds voort, zoodat het dit vaartuig onmogelijk was, om te naderen, of een reddingboot uit to zetten. Het vaartuig bleef echter steeds in onze na bijheid, dan weer verder af, dan weer eenigs- zins dichterbij Doch al te dicht kon het ons niet naderen, daar dit te veel gevaar opleverde. Den volgenden dag. Maandag I Februari, was de wind wat gaan liggen en eenigszirts afgeno men. Kapitein Graalfs heeft toen aan boord van de „Westphalia" vrijwilligers opgeroepen, om een boot te bemannen. Alle opvarenden boden zich aan. Onder leiding van den tweeden stuurman, den

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 2