DAGBLAD „DE EEM LANDER" BINNENLAND. FEUILLETON. He! ondergrondsche Syndicaat. TWEEDE BLAD. 24ste Jaargang No. 205 M pndag Maarl: 1926 Uit de Pers. DE KABINETSCRISIS. Na Mr. Limburgs mislukking. De Nieuwe Ro 11 e r d. C r t. (Vrijz.) be toogt, dat de gehecle opzet van mr. Limburgs poging verkeerd is geweest, doordat hij het gezantschap bij den Paus binnen de regee- lingspoütick heeft betrokken. Wie thons een kabinet vormen wil, en het niet bij een poging wil laten, behoort volgens het blad de kwes tie van het gezantschap bij den Paus ter zijde te stellen. Hij kan desnoods deze aangelegen heid als een particuliere liefhebberij aan zijn minister van buitenlandsche zaken laten, zoo deze nog neiging mocht hebben het gezant schap in een of anderen vorm te herstellen, doch hij behoort verder dit punt geheel te houden buiten de regeeringspolitiek. „Wie met kans op succes een kabinet, parlementair of extra-parlementair, wilde vormen, had twee punten van uitgang; het volirm van de Kamer, waarbij de gelden voor het gezantschap van de begrootine waren geschrapt, en den onwil dei roomsch katholieken, om nu verder in een kabinet fitting te nemen. Op dezen grondslag kon een kabinet worden gevormd, mits de for mateur wat durf vertoonde. Durf om zich in de Kamer to molden met het besef, dat het kabinet daar niet op een regeeringsmcerdcrheid in den tecb- \ischen zin van het woord rekenen kon, wat niet zou uitsluiten, dot een behoorlijk samengesteld program in de Kamer bijval zou kunnen vinden. Durf om de positie bij de eerste ontmoeting met de Kamer uil een te zetten en de gevolgen af te wachten. Durf, om daar rondweg le verklaren, dat de regeering een minderheidsregeering was, doch dat zij de taak op zich geno men had, omdat de meerderheid niet in staat, althans niet bereid bleek, haar con» stitutioneelen plicht na, te komen. Indien dan dezo vrijmoedigheid werd aangevuld met een verklaring van bereidheid, om on middellijk weer het veld te ruimen, zoo de Kamermeerderheid zekerheid had, een be ter kabinet uit haar midden te kunnen vor men, en dus voor een nieuw conflict ver antwoordelijkheid op zich te nemen, dan zou waarlijk zulk oen kabinet onder de gegeven omstandigheden zoo zwak niet ge weest zijn." Het Vaderland (Vrijz.) betuigt groot leedwezen over de mislukking van do pogin- pen van mr. Limburg en meent, dat nu maar geen pogingen meer moeten worden verspild aan de samenstelling van een extra-parlemcn- toir kabinet. Nu mr. Limburg, dc daarvoor zoo bij uitstek geschikte man, die ook bij de rech terzijde in gunstiger positie stond dan eenig ander, niet geslaagd is, moet dal voor ieder ander op mislukking uilloopen en zou dit den duur van de crisis wee* onnoodig verlengen. Wij staan dus nu voor Kamerontbinding öf voor terugkeer van de rechterzijde, geheel of gedeeltelijk gerepresenteerd, achtor de regeeringstaO Dat de Katholieken toch thons de „uitersto noodzaak" gekomen zouden achten, is na het antwoord von Nolens aan Marchant, en no de uitingen vun Katholieke Kamer leden en persorgonen moeilijk aan te rie men. Voor Kamerontbinding voelen wij niets Zelfs in het ondenkbare geval, dat dc rech terzijde daardoor in de minderheid zou komen, maar daarvoor zijn bijna 200.000 stemmen noodig, verandert de situatie niet, zooveel, omdat er van een vereenigde lin^ kerzijde, die de regeering zou kunneij overnemen, geen sprake meer is. De recbf terzijde, die nu zelf, door haar tweedracht op 11 Nov. de parlementaire vaas stuf* heeft geworpen, moet thans maar eens l]i- ten zien, dat zij die ook weer kan hepl maken. Wat wil zeggen, dat zij, op weljh.o manier laten wij aan haar over, het par lementarisme moet redden. Zoo kon do zaak niet blijven, al bekommert zich don ook niemand van ons volk, dat niet aan politiek doet, nog om de crisis. Een hoog geplaatst buitenlander vroeg aan een van onze politieke mannen, hoe het met de crisis stond, en kreeg op zijn vroog het antwoord Uit uw vroog blijkt wel, dat ge geen Nederlonder zijt, want hier in Ne derland kan niemand de crisis ook maar iets schelen. Maar dat is het juist wat zoo hoogst be denkelijk is. Wij wachten thans met heel wat meer belangstelling de Kamerzitting von Dins dag af, dan wij pronkelijk daarvoor koesterden. En wit .idigen met een har telijk woord von dank aan den heer Lim burg Hij moge dan niet geslaagd zijn; hij heeft het vaderland een grooten dienst wil len bewijzen cn was bereid doorvoor groo- te persoonlijke offers to brengen. De Nieuwe Co'uront (lib.) meent. Thans is Kamerontbinding nog niet aan do orde. En evenmin de terugkomst van het oude ministerie, zij het ook met een ander opschrift beplakt. Er is eerst nog iets anders te doen. We zouden zoo zeggen: het woord is nu nan den man van de be dreiging, aan de partij van do eerste vier ter beschikking gestelde portefeuilles Lukt het dezen niet, welnu, don kon men verder zien. Maar een Kamerontbinding. die niemand wil, cn een ministerie, dat na het geen er gebeurd is, geen lijn meer heeft en waarvan een deel ten opzichte van dc vurige politiek von ééno partij der coalitie afwijzend staat, zulk een ministerie heeft weinig kalis op een gezond leven. De Standaard vindt het vreemd dat, ter wijl mr. Limburg zijn mannen bijeen had, alles reeds misliep, toen zij voor dc eerste maal bijeenkwamen, en met name ten aanzien van dc gedragslijn in zokc het gezantschap bij het Vaticaon. Had men niet mogen verwachten, dut althans omtrent dit punt de volledige hel derheid, reeds hod moeten gelden bij de be- snreking met dc enkele personen en dat aller bereid zijn tot de formatie toe te tre den, op die volledige helderheid steunde, althans daarmede vergezeld ging? Over dezo omstandigheid zal het licht moeten opgaan, willen wij het gebeurde goed verstoon Afgezien von den terugkeer van het huidige kabinet ziet het blad slechts twee mogelijk heden. Gelijk bekend is, heeft de leider van den Vrijheidsbond, mr. Dressclhuys, dadelijk na het bericht, dot mr. Limburg voor moeilijk heden kwam to staan bij het vervullen van zijn opdracht, een soort manifest uitgevaar digd, waaruit viel af te leiden dat hij zich in staat gevoelde om binnen den tijd "un veertien dagen prompt een nationaal kabi net te leveren. Indien er cenige waarborg bestond, dat deze uitspraak in werkelijkheid kon worden omgezet, don zou het, zooals van zelf spreekt, ons niet onaangenaam zijn, ais ook mr. Dresselhuys zijn kans kreeg en als hij slaagde dc crisis tot een oplossing te bren gen, mits men het een oplossing zou kunnen noemen, d. w. z. mits de waarborg van levensvatbaarheid van zoodanig „nationaal" kabinet kon worden gegeven. Wij zien dat nog niet, moor willen daaromtrent geen oordcel vellen. De tweede mogelijkheid is zeer on-Neder- landsch en zou voor onze politiek al heel erg zijn. Voor de volledigheid wijzen wij op het z.g. ombtenorenkabinet, zoools men dal in andere landen wel eens had. Voorzoove» wij kunnen zien, zou de kans op slagen voó^ ons land echter uiterst gering zijn. De T ij d wijst er op dat von Katholieke zijde aan mr. Limburg volledige medewerking werd verleend. De katholieken, die den formatoi/r ook in zijn program volgden cn bereid bleken geschiklo personen te leveren, gaan in dezpn absoluut vrij uit. Wat nu? Drie „uiterste noodzaken" worden ge noemd: ten eerste een katholiek-sociaal» democrnlisch. dus parlementair kabinet: ten tweede Kamerontbinding; en ten du-de het aanblijven van het Kobinet-Colijn ais Ko ninklijk Kabinet. Drie figuren dus. Dc eerste is o. i. niet meer aan de orde: samenwerking met do S. D. A. P. ter oplossing van deze crisis heeft de R. K. Tweede Kamerfractie ion haar agenda geschrapt. Men praat er niet meer over. Blijven dan nog Kamerontbin ding of een Kobinet-Colijn. Wij zouden opnieuw willen vragen: is men al zoo ver. dot alléén dit dilemma kon worden gesteld?? Zijn er niet nog andere figuren denkbaar natuurlijk niet alleen in theorie maar prnctische mogelijkhe den? Is men in een vroeger stadium der crisis niet wat ol te vlug over mogelijk heden heengestapt? Twee vragen dringen hier op: Toen dr. De Vissér bedankte vooi dc opdracht, om een parlementair kabinet te vormen, waarom is men toen direct niet naar den extraparlementairen vorm overgespron gen, alvorens zwart op wit te laten uitma ken, dat een rechts parlementair minder heidskabinet, bijvoorbeeld van Anti-Revo lutionairen en Katholieken, niet mogelijk is? Een Kabinet, dat op vaste kern van ruim veertig leden in de Tweede Kamer kan steu nen, is in constitutioneelen èn in parlemen tairen zin toch altijd nog beter dan de extra-parlementaire combinatie. De tweede vraag, die zich nnn den toe schouwer opdringt is: toen men toch aan do cxtrn-porlementaire figuur toe was, waarom heeft men het dan geen enkelen keer ron der christ.-historischc politici wij zeggen niet: zonder Christ.-Historischen gepro beerd. Ten slotte zullen er nog zijn, die vragen: ïaat de extra-parlementoiro figuur geen ruimte voor een ambtenaren-kabinet, dat al onze politici gelegenheid geeft onder de nerveuze sponning uit te komen? Het blad waarschuwt ten slotteconcludeer niet tot terugkeer van het zittend kabinet, ten zij aan ieder de redelijke overtuiging kan wor den bijgebracht, dat er werkelijk geen andere uitkomst is. Het Volk (S.-D.) schrijft o.a. Begrijpt men nu beter, waarom wij Kn- mer-ontbinóing vragen om aan de anders onoplosbare krisis-misèr© ccn einde te ma ken? Hadden wij dien eisch niet gesteld, ei ware zeer groote kans geweest dat, onmid dellijk na de te voorziene Llmburgsche mislukking, de koningin gehoor hnddc ge geven aan de invloedrijke stemmen, die haar influisterden, dat zij, evenals zij bij de nog niet eens zoo langdurige vlootwct- krisis deed, aan het kabinet-Colijn zijn ontslo'g-aanvragp moest weigeren. Kamer-ontbinding is de eenige weg. Of moet alsnog eerst het advies van „De Tijd" worden opgevolgd? Moet eerst nog voldaan worden aan den wenk van mi Dfcsselhuys, pm hem op te drögcn een „nationaal kubinet" samen' te stellen? Zulk een opdracht zou onvermijdelijk tot mis lukking gedoemd zijn, omdat cr geen meer derheid in de Tweede Kamer is die van zulk een paskwil iets wil weten. Moet daarna ook eerst nog aan dr. No lens opgedragen worden om zijn krochten op de oplossing der krisis te beproeven, wijl hij eerst zijn krachten oon het ver- wekken der krisis besteed heeft? Kan dr Nolens aldus gedwongen worden zijn Sfinx-masker of to leggen en klaren wijn omtrent zijn bedoelingen tc schenken? Is voor dr. Nolens de „uitersto noodzaak' tot een demokratisch bewind met de soc«- aal- cn vrljzinnig-demokralcn thons aan- gebroken, die hij enkele weken na TI No vember vooralsnog ontkende? Is dit kabi net der „uiterste noodzaak" thans in dez" Kamer, zonder nieuwe verkiezingen, nop mogelijk, nu mr. Marchant na z ij n mis lukking verklaard heeft, dat, als dr. Nolens hetzelfde beproefde als hem mislukt was hij niet meer zou meedoen? Is het uit do katholieke partij geopperde bezwaar vor- vallen, dot met dezo Kamer zonder do* eerst nieuwe verkiezingen gehouden wor den, geen kabinet dsr „uiterste noodzaak" gevormd mag worc'cn, omdat de jongst" verkiezingen door die partij gevoerd zija onde de coalitie-leuze Ziedaar zoovele vragen, die hot in hoo- go mate onwaarschijnlijk maken, dat er van een formotio-Nolcns thonsv iets zou kunnen terecht komen. Berichten. KON. BESLUITEN Bij Kon. besluit is: toegekend dc zilveren cere-mcdoillc der Oronjc-Nossnu-orde oon den gepens. meestor- zwaardveger J. van der Horst eervol ontslagen uit den militairen dienst do rcS.-luitcnnnt-koloncls F. N. Umbgravr vnn het corps pontonniers en lorpedistcn; F. F. Kutsch Lojengo van het 4e reg. vcld-ortil" lerle, beiden ter zake van het eindigen van den tijd waarvoor zij als officieren ter beschik king waren aan den rcscrvc-luitenant-koloncl Umbgrove is de titulaire rang van kolonel verleend. DE INDISCHE PRINSEN. Een maaltijd aangeboden door dc Verecniging Oost cn West. Het hoofdbestuur van de Verecniging Oost en West biedt Dinsdag 2 Maart a.s., in het Restaurant Royal aan het Lange Voorhout te 's Gravcnhago, nnn dc hier to lande vertoeven de Indische vorstelijke personen Uit Soernknrtn en Jogjakarta, to weten Pongernn Arlo Mnta- ram, Prins von Solo, Knndjing Rntoc Alit, Prinses van Solo, Raden Mos Mnladhi en Raden Sastro Soctidjo, Pongcran Ario Soorjodinin- grat. Prins van Jocjn, Raden Tocmenggoong Pocrbowinoto en Raden Mas Prowlrowiworo, een maatlijd aan. DE KABINETSCRISIS. H.M. de Koningin ontvongt Jhr Ruys d cBccrcnbrouck in audiën tie. H.M. de Koningin heeft Vrijdagmiddag tc L..i vier den voorzittci van do Tweede Kamer dot Stoten-Generool, Jhr. mr. Ch. J, M. Ruys de Beerenbrouck, in audiëntie ontvangen. Geen uiteenzetting von hel ver., loop der pogingen von mr. Limburg. D? ,N. R C." heeft mr. Limburg gevraagd, of hij bereid was, ccn uiteenzetting te geven van het verloop zijner pogingen om een kobi- niet te vormen. Zijn antwoord was ontkennend Aan de gepubliceerde communique's had hij niets toe le voegen. Hij meende zich op dit standpunt te moeten stellen, omdat de bespre kingen cn de briefwisseling die hij heeft ge voerd, van persoonlijken cn vertrouweliiken aord zijn geweest. Bij do vorming van een Dorlemcntoir kabinet, waarbij men met par. tijen tc doen heeft, stnnn de znken in dit op zicht z.i. anders, cn is cr geen bezwaar tegen publicatie. In dit geval meende do heer Lim burg cr niet toe gerechtigd tc zijn Hoe het ministerie-Limburg eruit gezien zou hebben. Noot Het Volk verneemt, had het kabinet- Limburg, op het oogonblik dot het dc meeste kans van slagen had, dc volgende samenstel ling Justitie: mr. Limburg; onderwijs, kunsten en wetenschoppen prof. Cosimir koloniën Koningsberger; defensie prof. van Royen uit Delft, (dat waren dc vier „linkschcn")bin- nenlondscbe zaken mr. van Schoik water staat mr. Waszink, burgemeester van Heer len financiën de Geerarbeid, handel en nijverheidprof. Slotcmakor de Bruine (dn» waren de vier „rechtschon")buitenlandsche zaken Von Knrnebeck (partijloos). Wat nu Uit parlementairen kring schrijft men aan het „Centrum" het volgende De laatste dogen scheen het vast te staan, dat mr. Limburg zijn negental gereed had. Al leen moesten zij nog samenwerken, om het program definitief vost tc stellen. Deze somen komst had Donderdag plaats. Vermoed wordt, dot men het dus ten slotte over het program niet eens is geworden. Vnn andere zijde word» echter beweerd, dot Prof. Slotemnker dc Bruin», te Utrecht, die minister van arbeid, handel en nijverheid zou worden, zich op het laatste mo ment weer heeft teruggetrokken. Wat nu kunnen wij andermaal vragen. Het gerucht ging reeds de vorige wetek, dn» nu andermaal eon een Staatsman van Rechts een opdracht zou worden gegeven. Daarvoor werden genoemd mr. Heemskerk en jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck Het is niet recht dui delijk, waarom zij, na het échec van dr. D« Visser, thans nog zouden kunnen slagen. Een Anti-revolutionair—Katholiek kabinet zou ov»r geen meerderheid beschikken. En do Christ© lijk-historischon zullen hun niet geven, wat zij aan dr. De Visser hardnekkig weigerden. Dan zal wel het moment naderen, waarop da Koningin gedwongen zal ziin, om aan hot zit tend kabinet te verzoeken, de ontslag-aanvrage in nadere overweging to ncmon. De Tweed© Kamer zal dan andermaal voor de beslissing over het gezantschap moeten worden gesteld, en men zal hebben af tc wachten, wat er dan gebeurt. Ten slotte worde nu reeds vastgelegd, dat het niet-slagen von mr. Limburg niet aan de Katholieken kan worden geweten. Hij had twee Katholieken gevraagd cn deze hadden aange nomen. POLITIONEEL OPTREDEN TEGEN N1ET-STEMSTERS. Antwoord op vrogen van het Kamerlid Ter Laan. Op de vragen van don heer J. ter Lflnn be treffende het optreden door de politio tegen over een weduwe te Rotterdam, die tot boete was veroordeeld wegens hot niet deelnemen nnn de stomming voor de samenstelling der Tweede Kamer, hoeft de minister von justitie geont- woord Bij vonnis von het kantongerecht tc 'sGrn- vonhage, d.d. 15 Oct. 1.1., is Marin T. van der Have—Berrevocts wegens overtreding der Kies wet veroordeeld tot een geldboete van f 1.50. subs, één dag hechtenis. Omstreeks 7 Jan. 1.1. is onn de rïjksveldwacht te Rotterdam dit von nis ter executie gegeven. Do rijksveldwocht is een keer of vijf, zes aan do woning van ver oordeelde geweest en heeft;, do vcroordeeldo .If niet aantreffende, nnn haar huisgenooten gezegd, dat de boete voldaan moest worden, daarbij tot tweemaal toe een briefje ochlerlo- tendo met nummer cn datum vnn het vonnis, teneinde dc betaling bij den ontvanger der re gistratie te vergemakkelijken. Daarna is do be trokken rijksveldwachter zolf naar den ontvan ger gegaan om te vernemen, of dc bocto be taald wns; dit was niet geschied. Omstreeks 20 Januari j.l. is do rijksveld wachter naar het adres Pompenburgsingel 20. tc Rotterdam, gegaan, en tróf aldaar dp veroor deelde. Deze zeidc te weten, veroordeeld te zijn, het (tweede) aan lioar vader achtergelaten briefje ontvangen te hebben, doch de boete niet betaald 'had, aangezien een derde hiervoor zou de zorg dragen. Zij wns niet in het bezit von een kwitantie, waaruit de betaling kon blijken; evenmin heeft zij aangeboden, deze uit haat woning te halen (zij bezat deze ook niet) Op verzoek is veroordeeld© daarop don rijksveldwachter gevolgd om naar den ontvan ger te gaon; onderweg verklonrdc zij, geen geld te hebben medegenomen. Daarop is do Rijks veldwachter met haar naar het kantongerecht gegaan en heeft haar goleld voor zijn onmld- dcllijkcn chef. Deze hoeft toen de ontvanger getelefoneerd om te vrogen, of de boeto be taald was; toen dit bleek geschied te zijn, is de veroordeelde direct heengegaan. Van een in sluiten in het huis van bewaring is geen sprokn geweest. Uit bet vorenstaande blijkt wel, dot op do houding vnn dc politie, dio zeker blijkt in de zen met lankmoedigheid en tact tc zijn opge treden, niets is aan te merken. i DE TELEFONISCHE BR AND ALARMEERING TE DEN HAAG. Een crcdict voor verdere complo tearing. B. en W. stellen den road voor. ter verdero completecring der telefonisch brandolnrmee- ring, aan de gemccntebcgrooting 1925 een nieuw volgnummer too to voegen cn dat uit to trekken op 75.000. GEEN GEMEENTEWAPEN VOOR EEN HEILIG HART-BGELD. Een debot in den raad von Ginniken. In dc vergadering van den gemeenteraad van Ginniken is aan de orde gekomen een verzoek von het comité tot het oprichten van een Hei lig Hart-bceld aldoor, om van gcmccntcwcgo het gemeentewapen te plaatsen ln het voetstuk van het monument. B. en W. vroegen hier voor een crediet van 80. Ingebeelde rijkdom van kennis is een voor name reden van geestelijke armoede. Baco. Door Mrs. C N. WILLIAMSON. Nederlondscho vertaling van Ada van Arkel 16 TTJ HOOFDSTUK VI. Een gelaat in het maanlicht. Sheila had heel weinig tijd gehad dien eer sten dag op Glentorly om over haar eigen za ken na te denken. Die van andere menschen waren nog veel belangwekkender gebleken en door zich daarmede bezig te houden had zij niet veel aandacht kunnen schenken aan het mysterie van de nachtelijke stoornissen. Maar toen de duisternis weer inviel en ze een tweede nacht in de torenkamer tegemoet ging, werden zelfs de romantische liefdes-moeilijkheden van Lady Viola Rayne cn kapitein Derby op den achtergrond gedrongen. De eenige vraag die haar nu vervulde was, of er haar werkelijk een poets gespeeld was of dat, ondanks haar vaste overtuiging van het tegendeel, er tooh spoken bestonden, die de plaatsen, waar zij op aarde hadden gehaat en bemind, weer bezochten? Het meisje bedacht zich nu spijtig, dat ze geen enkele stap gedaan had om zich tegen andere angstnachten te beschermen en dat er nog hoegenaamd geen licht op het geheim was geworpen. Het «enige, dat pleitte voor de theorie dat het een truc was geweest, was, dat de bediende, die haar diner boven had ge bracht een eigenaardig gezicht had getrokken, toen hij haar des morgens beleefd gevraagd had hoe het hoar ging. Ze vond, dat hij er had uitgezien alsof hij verwachtte te hooren, dat ze een slechte nacht had gehad en dat hij teleur gesteld scheen, toen ze gezegd had, dot ze zich uitstekend voelde. Maar zelfs als ze die uitdrukking goed had gezien, kon het best, dat do man niets anders wist, dan dat het in den toren spookte. Menschen van dien stand waren meestal dol op griezeligheden en het zou een heerlijk ver haal voor de bediendenkomer zijn geweest als de nieuwe secretaresse van mr. Mc. Kinnon had bekend, dat ze een bezoek van geesten had gehad. Misschien kende de man de geschie denis van den toren, wat dat ook was, cn zou hij meer geneigd zijn don mr. Munro om die haar te vertellen. Maar Sheila wild© niet toe geven aan de verleiding om het hem te \Ta- gen, toen hij hoor middagmaal bracht en weg haalde, en toen hij was heengegaan met een beleefd „goeden nacht, juffrouw" wist ze dat ze alleen was. Nu ze zich weer levendig herinnerde wat ze den vorigen nacht allemaal had doorgemaakt begonnen haar zenuwen haar te plagen, maar ze nam zichzelf eens flink onder honden. Zoo kon het niet verder gaon. Of ze moest het slachtoffer van moreele lafheid worden, voor den gekhouderij of niet, cn om een andere ka mer vragen, inploats van deze, al was hij dan ook maar acht voet in het vierkant of anders moest ze flink genoeg zijn om zich niet te la ten bang maken, want het was onmogelijk dat ze in ontzettende angst nacht aan nacht be vend wakker lag en in staat zou blijven om overdag haar werk goed te doen. Ze slaagde er zóó goed in haar zenuwen de baas te worden, dat ze om tien uur werke lijk kalm genoeg was om slaperig te zijn en het gevoel te krijgen, dat niets aardsch of on- aardsch uit de slaap zou kunnen houden, Nau welijks lag haar hoofd op het kussen of ze had het gevoel van te vallen, dat zoo vaak de voor bode is von een zworen sloop en zo dreef zach tjes af in droomenland. Hoe lang ze geslapen had wist ze niet, maar ze werd met een schok wakker en zag dat do kamer vol zacht licht was, dat ze eerst voor zonsopgang hield. Ze had het gevoel of iets haar wakker had gemaakt, een geluid misschien moor in ieder geval had dit nu opgehouden en de kamer was zoo stil als een grafkelder. Na een oogenblik merkte ze, dat het licht het maanlicht wos en niet dat von den morgen, en ze was benieuwd hoeveel uren ze gerust had. Was het lang of kort Het was in ieder geval heerlijk dot zo cr nog verscheidene voor den boeg had vóór ze haar dagtaak moest beginnen. Zoo bleef ze ccn poosje liggen in die heerlijke toestond tusschen waken en droomen in haor oogen half dicht, toen er een plank kraakte, als onder den druk van een voet. Sheila wist welke plank het was, of dacht dat ze het wist, wont bij het heen en weer loo- pen had haar voet dat zelfde onaangename geluid veroorzaakt en had ze getracht die plek te vermijden. In een oogenblik was ze uit bed gesprongen en uit de alcoof in dc door de maan beschenen kamer gesneld. Het was meer door impuls, dan een vast voornemen gedreven, dat zij er heen ging om te ontdekken wat het geluid veroorzaakt had, want ze verwachtte eigenlijk niet iels te zien, behalve de vage omtrekken van de ouderwet- sche meubels die ze allen reeds kende. Maar er was meer te zien. Bij de schoor steen stond de blccko gedaante van een man, gekleed in iets los cn donkers, 2ijn gezicht hel der en duidelijk uitkomende in de belichting van het binnenstroomendc maanlicht. Slechts een onderdeel von oen seconde ontmoetten de oogen von Sheila cn die von deze verschijning elkaar en hielden eikoor vast, want zonder een enkel geluid, haast zonder één beweging, be halve een glijdende achteruit, vordween de lange gestalte uit het gezicht alsof de scha duwen niet etherischor don hijzelf was hen hadden opgenomen. Stijf en strak bleef het meisje naor do plek staren waar hij geweest wa9. Toen ze wat von de eerste schok, half vrees, half verbazing, her steld was, ging zc met onvaste schreden, be vend© van koude en zwakte naor de tafel om de lomp cn de kaorscn oon te steken. En steeds zag ze voor zich het witte gezicht in zijn krans van maanlicht, even duidelijk alsof het in haar hersens gefotografeerd was; het mooie voor hoofd, de rechte wenkbrauwen, de schitterende oogen, ja, duidelijker dan de rest, die schit terend, vreeselijke oogen. Haor eigen ademhaling verschrikte inar oven- als het tikken van haar hart tegen Knar zijde Eindelijk had ze licht. En toen was het nog erger om de kamer leeg te vinden behalve haar zelf, don het geweest zou zijn als 2e den man had gezien, daar waar hij eerst gestaan had. Als het iemand von vleesch en olocd was ge weest, had hij cr nog moeten zijn, zei ze in zichzelf, want dc deur was gesloten cn gegren deld cn het was onmogelijk binnen te komen of te ontsnappen, behalve door het venster. Dan was het zeker een geest geweest, doch het meisje, een geest, die gekomen was om een, die niet in hem gedoofde, te bewijzen dat zulke dingen wel degelijk bestonden. En toch en tcch ze had niet het gevoel, dat ze een geest had gezien. Bovendien waarom zflrtt een geest zijn geschrokken op het zien van haor? Er was onmiskenbaar ccn uitdrukking van vrees en ontsteltenis geweest op dat bleoko ge zicht met de omlijsting von dc donkere baard, toen do schitterende oogen de hare ontmoet ten. En dan was er nog een vraag. Woarom zou een geest cr uitzien als kapitein Derby ver momd met een donkere baard en pruik? Sheila was boos op zichzelf dat ze zich dit afvroeg, want ze wilde gelooven dat kapitein Derby alles was wot nobel wos, cn toch was het een soort von opluchting om tc kunnen denken, dot hij de vreemde bezoeker kon zijn geweest, naar de spooktoren gekomen voor het een of ander geheimzinnige doel. Er waren geheime ingangen in dc kamers van sommige oude huizen, geheime gangen, zóó vernuftig verborgen, dat niemand behalvo de ingewijden, zou vermoeden dat ze bestonden. Sheila wist dit heel goed van hooien zeggen. Maar wat kon kapitein Derby of een ander man in den toren te maken hebben? Wat het ook geweest was, een spook of een menschelijk' wezen, haar plotselinge verschijning in dc kamer wns onwelkom geweest cn dc gedaante had zich gehaast haar te vermijden door op dc een of andere manier tc verdwijnen, daarom kon ze er wel zeker van zijn dat het bezoek niet voor haar bestemd was geweest. Het idee van bangmokcrij ging ook niet op, in uanmerking genomen de duidelijke schrik op het witte ge laat. Als een man in de kamer was gekomen om voor geest te spelen cn een -meisje zoo bang te. maken, zoo dat zc de kamer, die hij voor zijn eigen doeleinden noodig had, niet meer wilde bewonen, zou hij lang genoeg gebleven zijn om zijn werk goed te doen en zou hij eerder zijn best hebben gedaan er schrikwekkend uit tc zien, dan zelf te schrikken. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5