AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Het ondergiondsche Syndicaat.
24e Jaargang
No. 222
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Zaterdag
20 Maart 1S26
Opvoeding en onderwijs.
Nieuwe Wegen.
VII.
Er is ïn orvze dagen een niet meer te mis
kennen dTang tot uiting gekomen, waarover
opvoedkundigen van alle tijden gesproken
hebben of waaraan ze in de praktijk hebben
gehoor gegeven, de drang: terug naar de
netuuTÏ En terwijl er van het platteland een
steeds toenemende trek is naar de stad,
trachten talrijke stedelingen zoo gauw het
maar mogelijk voor hen is de stad te ont
vluchten. Villa's en optrekjes verrijzen
overal in ons land, waar nog natuurschoon
te vinden is. En voor wie dit een tc kost
bare weelde is, blijkt de tent een uitkomst
te rijn. Er wordt reeds opmerkelijk veel in
ons land gekampeerd. Waar deze aandrift
nog maar van heel kort geleden dateert,
lijdt het geen twijfel of over eenige jaren
zal ieder plekje van ons vaderland, waar
maar water te vinden is of waar nog een
boer woont, in den zomer veranderd worden
in een tentenkamp.
In Duitsch'land toornt zich deze neiging in
nog sterker mate dan hier, vooral onder de
jongeren. De „Wandervögel" zijn door heel
het Germanen-land vermaard. In Amerika is
een „Woodcraft"-beweging, die ook de te
rugkeer naar de natuur predikt, de terug
keer tot het oerwoud, waar levenskracht en
levensblijheid geput worden in de onge
repte uitgestrektheden van Gods wondere
schepping. Ten onzent gaat de P. I. A.
(Praktische Idealisten Associatie) voor om
ouden en jongen de vrije natuur in te
trekken, eenige weken lang in den zomer.
Alle mogelijke jeugdbewegingen doen er
aan mee, de Padvinders, het Nederendsch
meisjesgilde, de A. J. C.-'ers, de V. C. J.
B.-'ers en vele anderen.
Onze jeugd is er op verzot. En geen
wonder. We schijnen hier met een ontmoe
ting van twee factoren te doen te hebben.
In de eerste plaats met de steeds groeiende
drang naar zelfstandigheid, die meer en
meer onze jeugd gaat kenmerken. In het
bijzonder geldt dit voor de rijpere jeugd,
<Ke meer gehoor wil geven aan wat spreekt
in eigen innerlijk, die meer dan vroeger
ooit, vecht voor zijn vrijheid, die vrijheid
om zichzelf te zijn, zooals onze voorvaderen
het eens vroeger gedaan hebben.
En deze jonge mannen en vrouwen
scheppen wereldwijde organisaties. Alles
het werk van' een vijfentwintigtal jaren. De
geest van den nieuwen tijd bezielt hel eerst
de jongeren. Kan het ook anders? Zijn zij
niet de kulluurdragers van morgen en zijn
wij niet verward in vooroordeel en en mas
sale suggesties? En terwijl onze grijze
diplomaten de grootste m-oeite hebben,
jarenlang, om het een of ander verdrag in
elkaar te zetten, dikwijls product van weder-
zijdsch wantrouwen en dat den volkeren de
allergrootste moeit geeft nader tot elkaar
te komen, reiken de jongeren elkaar bij
voorbaat de broederhand in groote interna
tionale verbenden. Heerlijk teeken des fcijds,
Voor onze oogen daagt het internationalis
me als een bewijs van een zichzelf te boven
gekomen individualisme.
Zoo althans moeten wij het verstaan!
Sommigen meenen, dat daardoor eens hel
vaderland voorbij gezien zal worden, dat
internationalisten vijanden van eigen natie
zijn. Hoe verkeerd is deze meening. Alleen
juist wie sterk nationaal gevoelt (niet chau
vinistisch) kan zuivere internationalistische
gevoelens huldigen. De kleine gemeenschap
zet zich uit tot de grootere. De verdraag
zaamheid wordt werkelijker, het samenhoo-
righeidsgevoel sterker: niet meer één volk
ziet de internationalist, maar hij ziet zijn
volk als deel van het grootere volk: de
menschheid.
Aan den anderen kant speelt in dit stre
ven om terug te keeren tot de natuur ooi
een atavistische factor zijn rol. Leefden al
onze voorvaderen niet eens in het oerwoud,
waren ze niet allen eens spoorzoekers en
berenjagers? Wij hebben het verlangen naar
de natuur in ons bloed! Alleen een te mte-
lectualistisohe opvoeding kan dien drang in
ons dooden of verslappen. En hebben onze
biologen en psychologen ons in de laatste
jaren niet opmerkzaam gemaakt op wat zij
noemen biogenetische wetten? Deze houden
in, dat in ieder individu zich de ontwikke
ling van het geheele ras herhaalt, vanaf
den boombewoner, den jager en vissoher,
tot den kultuurmensch van heden toe. Maar
dan ook herleeft in ieder van ons op een
gegeven oogenblik dien drang naar de na
tuur, dien wij allen in onze jeugd alleen
ce'ebra-al hebben kunnen venverken. Een
averechtsohe methode! Ook hier heeft de
opvoeding haar kansen verzuimd. Zoo goed
als ze geen gebruik maakte van de gevoe
lige perioden bij het jonge kind, heeft ze
die van den jongeling en de jonge vrouw
verwaarloosd. Haar verontschuldiging is na
tuurlijk. dat ze niet beter wist.
We herinneren ons allen heel goed, hoe
we geleefd hebben in onze gedachten met
de woudloopers, hoe we Aimard en ande
ren verslonden hebben. Herleeft zijn geest
in onze dagen niet op een hooger niveau
in schrijvers als Long en Curwood? Een
groote liefde voor het dier in het algemeen
met de zucht naar avontuur kenmerkt de
boeken van him hand. Een soort dieren-
psycholog'ie in romantisch kleed wordt hier
de jeugd geboden, dre_ er onmiddellijk
gretig beslag op gelegd heeft.
Welnu, terwijl wij ouderen deze gelegen
heid hebben verzuimd te benutten, grijpt de
meer zelfstandige jeugd van heden ze met
onweerstaanbaren durf aan. Ze zoekt de na
tuur opnieuw in de vacanties in lange,
veeldaagsche wandel- en fietstochten, met
of zonder tent. Ze wil kampeeren, lijdelijk
op de meest primitieve manier zich behel
pen en 's avonds genieten van het kamp
vuur, waar zoo'n zuivere rustige stemming
kan heersdien, waar intieme dingen kun
nen worden besproken, waar de harten voor
elkaar opengaan en men elkaar oneindig
sneller en beter leert kennen dan in het
dage lij ksohe leven.
Deze zelfde driften brachten er dan ook
verschillende opvoeders toe hun Lander-
ziebungsheime in Duitschland en elders cp
te richten, zooals hier de vorige keer is
aangegeven. Elisabeth Huguenin, Ieerares
aan de Ecole des Roches, een nieuwe
school in Frankrijk, heeft eenigen tijd de
Odenwaldschule van Paul Geheeb bezocht
en er gewerkt ook. In een mooi boekje, vol
waardeering en liefde voor Geheeb en zijn
werk, vertelt ze van deze school. (Paul
Geheeb et la hbre communaulé scolaire de
L'Odenwaldl). Zij noemt de Odenwalch
schule een kunstwerk, want zegt zij: „een
hoogmenschelijke gedachte en een ideaal,
verwerkelijkt door de inspanning en liefde
van een. heel leven, vormen een kunstwerk.
En terwijl andere kunstwerken eigenlijk
dood zijn, is dit vol leven. Is er iels, dat
meer waard is om door een kunstenaar ge
modelleerd te worden dan juist de mensche-
Hjike ziel? En daar immers gaat het hier
om." En een eind verder voegt ze er aan
toe: „De hernieuwing van onze wereld zal
niet het gevclg zijn van een wonder, maar
van het moedige werk van mannen en vrou
wen, wier oogen geopend zijn door de
smartelijke ervaringen des levens. Dawcm
ziet men dat in alle landen degenen, die
niet alle vertrouwen verloren hebben in
onze verscheurde samenleving, hun hoop
vestigen op het kind. Met al de hun ge
schonken krachten willen zij werken aan de
vorming van een nieuw geslacht, dat belei
zal zijn dan het vorige.
Drie groote beginselen beheerschen deze
kleine samenleving: coëducalie vrije
schoolgemeenschap da organisatie ven
het onderwijs in een cursussysteem.
Wat het eerste punt betreft, dit is onge
twijfeld een novum op onderwijsgebied, ook
ten onzent: een internaat van jongens en
meisjes van allerlei leeftijd (van twee tot
twee-en-twintig!), die dezelfde huizen bewo
nen, dezelfde plichten deelen en zich ver
maken met dezelfde spelen.
Beginsel twee is niet minder opmerkens
waard: een gemeenschap te stichten "waarin
k'einen en .rooten, meesters en leerlingen
dezelfde rechten kunnen laten gelden
omdat ze dezelfde plichten te vervullen
hebben. Velen meenen ongetwijfeld, dat een
dergelijke gemeenschap spoedig op de
reinste anarchie moet ui tic open. 't Omge
keerde blijkt. Mad.elle Huguenin merkt zeer
terecht op, dat, hoewel de leden eencr de
mocratie dezelfde rechten hebben, zij toch
onderling natuurlijk in wacrde verschillen.
In een groep mensohen vomit zich altijd een
kern. die haar geestelijke meerderheid over
de anderen doet gelden. De schrijfster
spreekt van een zedelijke aristocratie, be
wust van haar pachten. Deze vormt het
leidend beginsel in de gemeenschap. Slechts
geestelijke meerderheid mag leiding geven:
geen autoriteit, meer superioriteit.
Het behoeft zeker geen betoog, dat de
persoonlijkheid van den stichter en leider
een groote rol sieelt. Hij wordt niet ge
respecteerd. omdat hij rechtens erkend
wordt als directeur, msér omdat hij een
hoogstaande figuur is, die Mad.el'e Hugue
nin karakteriseert als de voorzienigheid der
school, die waakt oveT het welzijn en het
geluk van allen. Kinderen en volwassenen
weten, dat zij volkomen kunnen vertrou
wen op zijn wijsheid en goedheid. Hier blijkt
nog eens te meer de waarde der persoon
lijkheid in de opvoeclinm vo'komen onder
schat in Europa, waar men zich tevreden
steMe met diploma's.
En toch hangt van den persoon \an den
opvoeder alles af.
Den volgenden keer het een en ander
over het schoolsysteem der Odenwald
schule.
J. II. BOLT.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K. B is
A Benoemd
Bij het W apen der Infanterie, lot genernal-
roajoor de kolonel, P G. vun Druncn, com
mandant var de IVe Infanterie-brigade
B. is een eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend
lo. op hunne aanvrage aan den generaal
majoor R van Ponthaleon Baron van Eek, in
specteur dei Genie, hoofd der Vo nfdoelin<*
"an het^ Departement vnn Orrlog, de adjudant
?*i Buitengewoncn Dienst van H M. do Koningin
dc generaal-mnjooi Jlir E. J M Wittert, com
mandant der IV Divisie do gencrnnl-mnio'r
der Infanterie P G vnn Drunen voornoemd en
de luitennnt-kolonel L. C A. Marchont, com
mandant ven het I8r R^jnm.u Infantaria, al
len ter zake vnn Inngdvigen di?nst
2o aan don kolonel J E Glosstoen, com-
n.ondent der Vil" fnfnntr rie-^rimadè
C. de Gencrnal-Majoor van Pnnthaleon Ba
ron van Eek en Jhr Wittert, beidon voor
ncemd, dank betuigd voer de veeljarige on
belangrijke dmnst^n door hen aan d-n Land-
bewezen, en hun de titulaire rung von luite
nant-generaal \erleend;
D. is benoemd
bii het reserve-personeel der landmacht, bij
het Wapen der lrfonterie
tot reserve-hiitcnont-kolonel bij het 22e re
giment do luitenant-kolonel Marchant, voor
noemd
benoemd tot notaris te 's-Hert~gcnbcsch, J.
J. P. F. M. Sopcrs, cundidaot-notaris te 's-Her-
tcgenbosch
tot notaris te Hardcgnrijp, gemeente Tmt-
rksteradccl, Mr. J. Gorter, candidaat-noturis,
wonende te Buitenpost
benoemd bij drn geneeskundigen dienst der
Vndmacht, tct offiner van gezondheid 2e
'asse, de student in de geneeskunde (arts)
H. Vos;
bij het reserve-personeel dei landmacht, bij
het personeel van den geneeskundigen dienst,
tot rcscrvc-c ffirier van gezondheid 2e klasse,
A. E. Marcus en J C Huysmun, artsen
benoemd tot wcdcropzcggcns en buiten be-
RECLAMES.
Vnn 1—1 regels 1 4.06. elke regel meer 1.-
WEER IETS NIEUWS BIJ C. A.
De Firma C «V A BRENMNKMEYKR
heeft thans een verstrekkende garantie inge
steld op haar heerenklccding. Wie geen vol
konten reden van tevredenheid heeft over
het door dc firma C. A. geleverde., kan
desgewenseht. zonder nicer, onmiddellijk zijn
geld terug ontvang n. Elk risico da' een
kleedingstuk dus •'erborgen gebreken «zou
kunnen hebben, of nicj goed zou nissen. of
dut tneu zou meenen, dat het elders voordoe
leger te bekomen zou zijn, i> dus daarmede
weggenomen
Wii wnisciten de (irmn C. V Rrdnnink-
mevcr dun dök van liarto eeluk m'et haar
motto: ../«onlang de kooner niet tevreden is
zijp wij het ook niet!'' C bewijs daar
mede dc belangen van het publiek op den
voorgrond te stellen wel wetende, dat '/ii
'oodoende baur eigen belangen op den duur
bet beste behartigt Dit is de eenige basis
waaroo een zaak on groote srhaal gedreven
kan worden »n ink alleen daw^onr re»M
van bestaan heeft. (Advertentie).
zwaar van den lande, tot plaatsvervanger van
'Vn Rijksnovornpt t«: Rotterdam, Mr. A. vun
Os, advccnat |e Dordrecht
op verzonk eervol ontslagen, zulks in ver-'
'-and met dc omstandigheid dat is medege
deeld liet voornemen om dc inrichting vnn het
dienstvak zoodanig te veranderen dat ziin
werkzaamheden overbodig zullen worden, de
heefdcorrmies der- pesterijen H. Bouwmeester
en de ndj.-commies bij het hoofdbestuur der
Posterijen tn Telegrafie M. W. Baart tc 's-Gro-
venhogc.
DE WATERSNOOD.
H. M. dc Koningin naar het
Land van Moos en Waal.
H. M. de Koni. gin heeft gisteren met een
I I. in gevolg een niet-officiec! bezoek gebracht
nan het land von Maas en Waal.
H M werd oa vergezeld door den commis
saris der Koningin in de provincie Gelderland
baron V in Heemstra en den inspecteur van de
volksgezondheid Ir. Kuysten, leider van het
^iiiv/burpau voor her \v.it. isnoo.'V. hi' ;1 tc Nii-
-gen Hr-d'-nmOrgen arriveerde H. M. te Tiel,
vanwaar per auto naar Wnniel werd gereden.
5nar werden d. noodwoningen bezichtigd, die
r---nrprirh» voor de bewoners der verwoeste
oningen. De Koningin onderhield zich korten
'Md met verschillende personen Van Wnme!
gaf het gezelschap zich naar Drcumel, welke
'v.nnr geteisterde gemeente onder leiding van
'"h burgemeester de heer A. v. Erp'wcrd be-
uehtrgd Uitdost«pt werd aan den ouden Maas-
rii'-. do plaats waar de gemeente het meest
geleden heeft. Vervolgens werd naar het gc-
'ntehuis gereden want H M. zich mc*t eenige
^oraanstaarrdo personen uit de gemeent"
orfrn tijd onderiiieH Van Drcumel werd de
f'echt over den hm stolden Maasdijk voortgezet
'aar Alnhen waar de dijkgraaf de heer J G.
''o Leeuw zirh bii het gezelsrahp voegde*. Ook
informeerde H M noar de maatregelen
ie genomen ziin ten bate vnn de slachtoffers
Vervolgens werd nant .Maasbommel gereden
Wnn'r ook s!"chts korten tiïd'werd vertoefd. Hi'"
worden cp hel rnnd^uis --enige personen doo-
M c"negen te* het geven vnn inlichtingen
Via Apreltcrn werd Je tocht noar Altforst
voortgezet
TOEP.' PSING VAN DL KIESWET.
Een schrijven van den minister van
binnenlandschc zaken aan de burge
meesters.
De Minister van Binnenlandschc Zake:1
Landbouw heeft liet volgende schrijve
ericht tot dc burgenféesters, voorzitter
.n de hnofdstembureaux voor de verkic
van dc leden der Tweede Kamer.
.Onder verwijzing naar liet op 11 Januar
326 door mijn ambtsvoorganger aan de
orzitter van de Eerste Kamer der Staten
neraal ingezonden antwoord op de vra
n van hel lid dier Kamer, den heer dr.
1 en, nel) ik de eer, U het volgende nier
(kelen. Verschillende stembureaux hel
-'ri zich bij de in Juli 1925 gehouden vei
ezing' van de leden van de Tweede
er, inzake art. 91 der Kieswet niet gedra
i naar de aanwijzing v;in den Minister
an Staat, minister van Binnenlandschc 2a
ca. vervat in diens missive aan dc Gedepu-
ieerde Staten der provinciën d.d. 27 De
cember 1917 no. 10954, afd. B.B., door „op
sen'tweede uittreksel uit de kiezerslijst, be
vattende de namen der kiezers in het be-
Jrokken stemdistrict, dc namen van de kie
ners, die zicii aanmelden, door (te strepen)
en het uittreksel uit de lijst niet een toelich
tend schrijven aan den burgemeester (tc
'.enden)".
De door vele stemburealix gevolgde ge
dragslijn om aart te tcekenen de namen van
hen. die niet aan de stemming deelnamen.
niet in overeenstemming geweest met de
?rükelcn 72 en 91 der Kieswet, waar sprake
van een aanmeldingsplicht en niet van
•n plicht om aan de stemming deel te ne
en Niet van hen, die niet aan de stemming
deelnamen, maar van hen, die zich niet heb-
en aangemeld, had aanteekening moeten
miii gehouden. Ik zou liet op hoogen prijs
•ellen, indien door U de stembureanx in
üv kring hiermede worden in kennis ge
teld. opdat bij de eerstvolgende verkiezing
en juiste uitvoering aan art. 91 der Kies
wet worde gegeven.
LUCHTVAARTVERDRAG MET ZWITSER
LAND.
Een wetsontwerp ingediend
Bij d« Tweede Kamer is thans ingekomen
n wetsontwerp tot goedkeuring van het op
18 Mei j.l. tusschon Nederland en Zwitserland
Bern gesloten voorloopig Luchtvaartver-
drog.
Naar in de memorie van toelichting wordt
opgemerkt stemt ook dit verdrag, evenals het
verdrag met Noorwegen, wat den inhoud bc-
tryft, in hoofdzaak overeen met dc tusschcn
ons land en Groot-Brittannië en Ierland getrof
fen schikking. Het verschilt echter in zooverro
van de bovengenoemde verdrogen, dut onder
dit verdrag enkel de particuliere luchtvaartui
gen vallen.
Op verzoek van dr Zwitscrschc rcgcering
werd een slotprotocol toegevoegd, hetwelk bc-
paalt. dat ten uan/ien van dit verdrag het vor
stendom Lichtenstcin als een integrecrend deel
van het Zwitsersch grondgebied zal worden be
schouwd. voor zoover het tot het Zwitserscho
douanegebied zol behooren.
VERLAGING DER POSTTARIEVEN.
Een audiëntie van het Comité bij
den pl.v.v. directeur-generaal.
Verdere actie.
Het comité tot verlaging der posttaricven
:ad een adres gezonden aan den directeur-ge
nei au der pesterijen en telegrafie inzake de
porti-verldgingi
Nuar aanleiding van dc verzending vun dit
adres had een onderhoud pluuts met den
pluotsvcrvanger van den direeteur-generaal,
waarbij met nadruk er op gewezen werd, dal
handel en nijverheid in de stellige verwachting
vorkeeren, dut de in uitzicht gestelde verlaging
vun biivfkuurt- en daarna van briefporto in het
nieuwe ju-ar een feit zou zijn geworden.
Verder werd bij vernieuwing aangedrongen
op verlaging vun dc drukwerk-tarieven cn op
ilc schijnbaar stclscllooze bcoordeeling van
wat periodiek cn wat drukwerk is.
Naast enkele, puntep vun meer plaatselijk bc"
lang werd ook gt'hundeld over het eventupel
uitvallen eener bestelling.
Namens het hoofdbestuur der posterijen
werd, wat het punt drukwerk-tarieven betreft,
rop gewezen, dat de twee cents per 50 gram
hier tc lande geheven, ten opzichte van andere
lunden luag is te noemen.
Een vergelijking werd getroffen o.a. met Zwe
den cn Noorwegen, Groct-Britunnië cn de.Ver-
ecnigde Staten, wour het tarief iets hooger is.
Wut de verlaging der turieven voor bricf-
1 taarten cn brieven uangout, kunnen geen toe-
ggingen worden gedaan, uongezien althans
dit was de indruk, dien de commissie kreeg,
'it verband houdt met het sluitend budget der
nlgemeene middelen.
Wat het uitvallen cener bestelling betreft,
het hoofdbestuur dej posterijen was tot de con-
clusie gekomen, dat dit geheel lokaal moet
worden bezien.
In een sedert gehouden vergadering van het
vf lledigc comité werd besloten zich direct na
afloop der ministcrieelc crisis met een adres
tot den minister van arbeid, handel en nijver
heid te wenden cn eveneens tot den minister
van financiën en beide adressen mondeling toe
te lichten om er op te wijzen, dut naar de
Tecning van het comité, vertegenwoordigende
('oor zijn samenstelling den handel en de in
dustrie hier tc lunde, het niet aangaat, dot
De weg tot volmaking en tot vooruitgang is
voortdurende zelfcritiek.
Böcklin.
Doo. Mrs. C N. WILLIAMSON.
Nederlandsche vertaling van Ado van Arkel
83
Dit waren Sheila's persoonlijke verdrietelijk
heden, maar ze had nog andere. Zc had zeer
veel medelijden met kapitein Derby, dien ze
sympathiek vond en bewonderde en wiens zaak
ze graag zou hebben bevorderd als ze kon Ze
leed mee met lady Viola, die woorschijnlijk ge
dwongen zou worden een man te trouwen, dien
ze niet liefhad; en ze vreesde dat haar vriendin
nog steeds in gevaar was voor de geheime
samenzweringen van de twee joloersohe vrou
wen
Wat den brief betreft, dien Viola haar ge
vraagd had aan mr. Franklin to geven, zc had
hem dien niet overhandigd gedurende hun kort
onderhoud des morgens en toen er verscheidene
uren voorbij waren gegaan, zonder dat ze hem
weer ontmoette, had ze den brief bij een ver
klarend briefje ingesloten en aan lady Viola
gezonden Wat er daarna gebeurd was, of de
brief toch weer gezonden was, of het meisje
haar antwoord mondeling inplaats van schrifte
lijk had gegeven, of dat de kwestie nog onbe
slist was, wist Sheila niet, want ze had niets
gehoord
Ze behoefde niets van haar gewone werk dien
dag te doen, behalve dat voor mr. Mc Kinnon,
want men zei haar, dat noch mr. Carrington,
noch kapitein Derby haar diensten noodig had
den en ze wist niet of dit was omdat ze in
ongenade was gevallen, of omdat de diefstal
van mr. Carrington's juweelen den gewonen
gang van zaken in de war had gestuurd.
Later, teen het tijd werd om noar lady Ething-
ton te gaan, hoorde ,c, dat ze ook daar niet
heen behoefde dien middag en ze zou dus het
grootste gedeelte vun den dag niets te doen
hebben gehad, als niet mr. Mc Kinnon hoar
genoeg werk had gegeven in zijn eigen kantooi
om datgene wat ze gewoonlijk deed tc vervan
gen.
Ze was in een eigenaardige gemoedsstem
ming, een stemming, die ze niet lang zou
kunnen verdragen, dot voelde ze. Tegen den
avond, toen ze trachtte de leelijke kleine kamer
wat bewoonbaar te maken, besloot ze dat ze
dien avond in het geheim een bezoek aan den
toren zou brengen om te ontdekken, zoo mo
gelijk, waarom ze daaruit verbannen was. Ze
wist niets van lord Glentorly af cn kon niet
aannemen, dat hij in eenig verband stond met
de geheimzinnige voorvallen in den toren, hij
was zelfs niet in het hotel geweest toen zij
voorvielen. Maar zij geloofde, dat zijn verlan
gen om die kamer te hebben alleen een voor
wendsel was om haar er uit te krijgen.
Misschien zou hij - hem werkelijk krijgen,
misschien niet Misschien werd hij lieelemaol
niet in gebruik genomen, althans niet onmid
dellijk maai van één ding was Sheila abso
luut overtuigd er zou iets in die kamer ge
beuren of in ieder geval in den toren en nog
dezen nacht, anders zou zij niet zoo ineens
hebben moeien verhuizen
Sheila dacht er niet aan. dal, als zc gelijk had
met haar veronderstel lingen, dit Laar toch
niets aanging. Zc was tot de conclusie geko
men, hoewel nog vaag en onduidelijk
dal er vele mysteries als beweeglijke schadu
wen door het hotel bewogen en dat al die
donkere schaduwen door één hand werden be-
stuuid, die misschien door andere geholpen
weid; dat er een bord was lusSchen al dip
voorbijrlijdende schimmen.
Carrington was ei in betrokken, als het auto-
ongeluk een deel van het complot was, kapi
tein Derby was er in betrokken, lady Viola, en
achter den ondoordringbaren sluier meende
Sheila Fianklin en giavin Ka*ovski te zien.
Misschren dat 110 den nacht die sluier niet meer
zoo ondoordringbaar zou zijn Het meisje be
sloot in ieder geval haar best te doen, .zelfs al
waagde ze veel, om uit te inden, wat ec aan
de andere zijde van den sluier was.
Sheila bleef den heelcn avond in haar ka
mer zooals zc in de mccie vroegere kamer ge~
b'even was maar ze ging niet op li aar gewo
nen tijd naar bed, ze bleef opzitten cn trachtte
te lezen en keek af en loe naar de gevlekte en
ouderwetsche schets van den jongen in d
ouderwetsche kleeding, dien zc tusschcn
bladzijden van een van haar eigen boeken
mee had genomen uit de oude kamer.
Dit gezicht leek zóó op dat van kapitein
Derby, dat ze halt en half van plan was het
hem eens te laten zien en hoewel zo het niet
mee wilde nemen en er ook geen recht toe
had, als ze G'entotly kastec.l verliet, had ze
toch ook geen lust gehad het op dc oude
plaats te laten. Als ze dat gedaan had, en de
torenkamer zou werkelijk betrokken worden,
zou ze de teekening niet kunnen halen a's ze
er toe besloot hem kapitein Derby te laten
zien.
De gasten in het hotel, zoowel zij, die er
voor hun genoegen kwamen, als zij die er voor
hun gezondheid verblijf hielden, girgen vroeg
naai bed, cn te middet nacht was het groote
huis in ruste, cn de hall cn salons verlaten,
zelfs door de mennen, behalve wanneer er een
bal of theatervoorstelling plaats vond. Sheila
wist dit cn toen hetl ruim een half uur na mid
dernacht was opende ze haar deur cn keek
naar builen.
De f auw vellichte gaiVcr was zoo stil als het
g^nf. Zelfs de man, die de schoenen ophaalde
was al gekomen en weer weggegaan en zou
riet voor vroeg in den morgen terirgkeeren.
Ze liep cp de teeren naar beneden en hoord<-
geen geluid, op de benedenverdieping s ond
een groo.e k ok plcch ig tc tikken en dc v "-
zers wezen kwart voor één. Sheila meende, dat
ze nu wel veilig was. Ze zou niemand ontmoe
ten of het moest iemand zijn, die om even
vreemde reden als zij ze'f rondwaarde.
Om van dit gedeelte van het huis naar den
toren te gaan, waar Sheila gewoond had,
moest Zc de deuren van mr. Carrington en
kapiicin Derby voorbij. Zij waren ,in dezelfde
gang en vlak daarboven was de irgang tol
den toren en hun garvr kon met een zware
schuifdeur woiden afgesloten van een kleine
vierkante hall, waai verscheidene particuliere
zitkamers op uit kwamen.
Sheila had die deur nog nooit ges'oten ge
zien en zoover ze wist, werd die dag noch bij
nacht ooij gesloten maar nu \vas hij tot haar
verbazing* dicht.
„Hij zal stellig piepen cn iemand wakker
maken", ducht hef meisje spijtig toen ze voor
zichtig probeerde de dcut open te schuiven.
Ze probeerde echter eenigen tijd tevergeefs en
pas toen ze een eigenar.rcVge ouderwe.scV*
heak ontdekte, die de klink neerhield, als ze
de kruk tracht lp om te draaien, slaagde ze er
in de deur le openen.
„Verbeeld je, dut iemand aan den anderen
kant eens hierdoor hod willen gaan", zei zc in
zichzelf, „dan zou hij op dezc manier niet in
d- gang hebben kunnen komen". En meteen
kwam d1 geduchte in hoor op, dat die gesloten
cn gegrendelde deur misschien een deel van
het mysterie was, dat zij hoopte te kunnen op
lossen.
Dc gedachte verschrikte hour, daor die het
complof wat het ook was zoo uitgebreid
en zoo geweldig deed schijnen, dut de on'.dek-
king daarvan wel eens boven haai krachten
zou kunnen blijken, of dat ze in haar pogingen
zelf te g onde zou gaan.
Toch zette ze door en duwde langzaam 3r
schuildeur terug die, inp'oats van tp piepen,
zóó geluidloos openglced, dut Sheila ver*
moedde dat hij pas gesmeerd was
locn de deur open was, sloeg een golf
scherpe rook in hot gezicht van het meisje Z<
kon geen licht in den gang zien, behalve eer.
vnge gele schijn flauw zichtbaar door een dikke
biuine rookwok.
Onmiddellijk spronigen de tranen haar in de
pijnlijk stekende oogen en slechts door mond
en neus met een zakdoek te bedekken belette
Ze dat zc begon te hoesien.
„Er is hier ergens brand", zei ze in zichzelf
cn mef een ongstschok dacht ze aan mr. Car
rington. Zijn kamc-r was in deze gang. Als die
een, in brand vloog terwijl hij sliep? Als de
zelfde pet soon, die zijn juweelen gestolen had,
hem nu eens door vuur wilde dooden
Met stekende oogen cn longen door den
scherpen rook ging Sheila op den tast de gang
door en wilde juist stilstaan voor dc deur van
Cnrringtons kamer, toen ze een rood licht door
het sleutelgat van de tegenover'iggende kamer
zag schijnen.
(Wordt vervolgd).