AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Een Liefdesdroom.
BINNENLAND.
Reiscostumes
24 st* Jaargans
No. 244
Zaterdag
17 April 1926
Opvoeding en Onderwijs.
Nieuwe Wegren.
VÏÏL
Er zijn mass-a's menschen, die heel goed
begrijpen, dat het spaak geloopen is met
'het systeem van opvoeding en onderwijs in
onze scholen. Het aantal ontevredenen
neemt om zoo te zeggen, met den dag toe
en als er meer solidariteit was en onder de
ouders en onder de onderwijzers en leera
ren zou onze sdhoolevolutie veel sneller
verloOpen. Behalve dat die niet bestaat, zijn
de ouders er voor een groot deel zelf
schuld1 aan, dat het intellectualisme in onze
inrichtingen van onderwijs zóó schrikbarend
is opgevoerd, dat het al het andere bijna
verdrongen heeft. De ovders wensohien, dat
hun kinderen zullen leeren, véél leer en,
„want dat komt je in 't leven te pas, daar
krijg je een positie mee". En ze meenen
heel modern te zijn, dit een „eisdh des
lijds" te noemen. In dat opzicht staan wij
Hollanders dicht bij de Latijnsohe rassen, m
't 'bijzonder bij het Fransohe. De Fransche
■wijsgeer Le Bon heeft zijn landgenoot en
daarover leeL'jke noten te kraken gegeven,
di'3 wij wel mee hadden mogen kraken.
In zijn „Psychologie de l'Education" zegt
(hij o-a. (voor 't gemak vertaal ik maar): „Dc
Latijner zal beweren, dat de waarde van
een mens oh afhangt van wat hij geleerd
(heeft, van het aantal diploma's, dat hij be
zit. De Engelsohman en de Amerikanen
zullen integendeel beweren, dat de waarde
van een mensch maar heel weinig afgeme
ten kan worden naar wat 'hij weet, maar wel
(naar zijn karakter, dat wil zeggen naar zijn
kracht van initiatief, zaj-n waarnemingsver-
imogenv zijn scherpzinnigheid van oordeelerc
zijn wil."
Het komt ons voor, dat een groeiend aan
tal Hollanders in zooverre bezig zijn hun
ouden roep van over veel gezond verstand
te beschikken, gestand te doen, dooT lang
zamerhand maar zeker over te hellen naar
de zienswijze der practici aan de overzijde
van Kanaal en Atlantisch en Oceaan.
Elders zegt de heer Le Bon, dat het
vooroordeel van vele families om voor hun
kinderen Grieksch en Latijn te eischen
(helaas gedeeld wordt door de overheid en
dan voegt hij er sarcastisch aan toe: „De
krarJht van het Latijn zetelt in het over
wicht, dat het uitoefent over een menigte
ibrave lieden, die er zelf nooit een (stom)
woord van onthouden hebben. Het gilde der
kruideniers (wat deze groep nijvere burgers
toch aan menschen als Multatuli, Le Bon
en vele anderen misdreven heeft, is me niet
geheel helder!) heeft den grootsten eerbied
voor deze taal en wji absoluut, dat hun
zonen ze kennen."
Daarnaast spaait hij zijn collega's bi:
ihooger, middelbaar en lager onderwijs niet.
Met ironische voldoening citeert hij de
woorden van één van Frankrijk's meest ge
achte wijzen, den grooten Renan: „Er zijn
geen lieden, die moeilijker V3n meening
veranderen dan de paedagogen: als ze een
maal aan een idee hechten, is het hun on
mogelijk daarop terug te komen, 't Zijn lui
met een „vijandig-gezinde vooringenomen
heid". Met dien koste'ijken zin eindigt deze
aanhaling. Le Bon en Renan dachten hierbij
natuurlijk aan de Fransohe schoolmeesters-
De Hollandsche dito's behoeven er zich dus
niets van aan te trekken. En mocht de uit
spraak van Renan óók voor de Hollanders
gelden, dan trékkeh ze er zich „überhaupt"
niets van aan.
Zoo verkeert dan volgens den heer Lo
Bon en de lezers mogen zelf uitmaken
of dit ook voot Holland geldt het onder
wijs in den onaangenamen druk tusschen
ouders en de overheid aan den eenen
kant en zijn onmiddellijke dienaren aan den
anderen. Met de neiging in den mensch
om rich aan zijn helaas lange school
traditie hier in Europa, angstvallig vast ta
klemmen, is de evolutie van opvoeding en
onderwijs lot slakachtige langzaamheid ge
doemd.
leder heeft angst, dat ie niet genoeg
leert, of liever de ouders zijn bang, dat hun
kinderen niet genoeg leeren. Kennis is luer
in Europa een fetisch geworden, een soort
van passepartout, die alle loketten en deu
ren opent.
En als men zich dan eens statistisch af
vraagt wat men na verloop van korteren of
langeren tijd van zijn schoolkennis vastge
houden heeft, blijken de resultaten bedroe
vend. En hoevelen zijn niet door dien dorst
naar kennis gehee1 uit den" koers geslagen-
De heer Le Bon zegt o-a. dienaangaande:
„De statistiek toont aan, dat op de 5000
jongelui, die slagen voor het eindexamen
gymnasium en H. B. S., er ook ongeveer
5000 zijn, die niet slagen. Dat wil dus
zeggen: 5000 jongelui, waarvan de studie
tijd volkomen verknoeid is
Bij dit „volkomen" zouden we nog wel
een vraagteeken kunnen zetten, maar een
groote waarheid schuilt er in en een ont
zettende tragedie.
En met deze resultaten voor oogen, die
we in nog neel wat scheller licht zouden
kunnen plaatsen, houden we krampachtig
vast aan onze middeleeuwsche methoden
van onderwijs. Gelukkig begint er een ken
tering te komen, al is het nog aarzelend,
ook hier te lande.
Op de Ode nwaldsohul e, die den vorige.r
keer onderwerp van behandeling uitmaakte,
'heeft men een heel origineeïe manier van
lesgeven uitgedacht. Hier is niet het exa
men doel, maar de ontwikkeling van het
intellect en het leggen van een stevige
basis van kennis. Ook hier is ingezie-n, dat
de machtigste factor voor die ontwikkeling
is: de belangstelling V8n den leerling. Zon
der deze is alle arbeid geheel of bijna ge
heel doelloos.
Daarom laat men den leerling, die voor
t eerst gaat deelnemen aan de lessen, ge
heel vrij in de keuze ven de leervakken,
waarvan hij er twee, of drie mag kiezen. De
andere blijven voorlocpig rusten, 't Is voor
een rasechte schoolmeester om van te
griezelen. Stel je voor: een jongen zoo maar
zijn eigen vakken te laten kiezen! 't Zou
niet lang duren of ze deden heelemaal niets
meer. En je hadt zelf niets meer in te bren
gen. D'r zou wat ven terecht komen!
In de Odenwaldschule schijnt 't erg mee te
vallen. Want 't malle van het geval is, dal
de kinderen, die zoo behandeld worden,
werkelijk aan het werk gaan en ijverig ook
en dikwijls met resultaten komen, waar men
versteld van staat. „Wil ik wel gelooven",
hooren we al iemand opmerken, „als je ook
doen mag wat je wilt!"
Voor velen van onze volwassenen is dat
anders nog heelemaal geen reden, gezien
het groot aantal leegloopers in onze samen
leving. Maar voot gezonde kinderen be
slaat er nog zoo iets als een natuurlijke
belangstelling en als dezeéénmaal opge
wekt is, volgt het werk vanzelf.
Na een maand is er geen proefwerk,
geen examen. „Wat dan wel?" zail men
angstig vragen. Van den leerling wordt ai-
leen geëischt, dat hij aan 't eind van zijn
eerste maand een overzicht kan geven van
de stof, die 'hij verwerkt heeft, van de
methode of methodes, die hij gevolgd heeft,
door overzichten, collecties, schriftelijk
werk, een voordracht over het werk, een
uiteenzetting van het bestudeerde. En ais
'hij eenige uren per dag aan dezelfde laak
gewerkt heeft, zijn eigen vooruitgang heeft
„gevoeld", als zijn vertrouwen is toegeno
men, dan heeft een uiteenzetting van het
behandelde door den student zelf oneindig
veel meer waarde dan welk vraagexamen
ook.
En de andere vakken-? Die krijgen na
tuurlijk ook hun beurt. In d'e eerste plaats
staat geen va-k op zichzelf, dit vergeet men
al te vaak. Wat doet b.v. een leerling, die
ernstig een stuk aardrijkskunde bestudeert,
Gij moet vroolijkheid in ti zeiven hebben,
of gij zult haar zelfs in den hemel niet vinden.
naai het Engelsch van
EMMELINE MORRISSON.
Geautoriseerde vertaling van M. Hellema.
HOOFDSTUK V.
Tremayne was voor zaken naar Schotland
gegaan cn kwam gedurende drie weken niet te
Hendley. In dien tijd was de kennismaking tus
schen het meisje en den jongen tot vriend
schap gerijpt.
Niemand wist daarvan behalve Langley, en
hij beschouwde het als een aardigheid, en
mocht hij het ook afkeuren, wel, dat betee-
kende niets en maakte geen verschil.
Toen Tremayne den laatsten dag der week
te Stapleton Court ging doorbrengen, nam hij
Julian mede cn stelde hem aan Iris voor.
Toen toonde de jongen voor het eerst, hoe
veel aanleg hij had voor de planken, want zijn
voogd vermoedde niet, dat die twee elkaar
reeds eerder hadden ontmoet, en. Langley, die
ook tegenwoordig was, verried hem niet.
Eenige weken daarna begon de zomervacan-
tie, en Julian vergezelde Tremayne naar het
buitenland, zijn eerste werkelijke vacantie.
Zij gingen naar Parijs en Italië en brachten
een week door te Rome, waar hij na Kerstmis
gijn eigenlijk werk zou beginnen*
Eerst tegen het eind van September keerdo
hij naar Hendley terug, en zijn eerste werk was
naar de rivier, hun gewone piaats van bijeen
komst te snellen om te zien. of Iris daar was.
Zij was er niet, en hij keerde in de grootste
verslagenheid terug naar de pastorie, waar
Langley hem vriendelijk mededeelde
„Juffrouw Stapleton is niet thuis. Zij komt
Maandag terug."
Ditmaal trof de pijl doel. De jongen kreeg
een hevige kleur en gftf geen antwoord.
Tremayne kwam de volgende week over cn
logeerde weer op Stapleton Court.
Zijn vriend Jack Stapleton, die altijd suk
kelde, was weer ziek geworden, afgemat door
den langen, heeten zomer. Het was onmogelijk
hem naar een badplaats te vervoeren, cn Iris
was naar vrienden gezonden als een gewensch-
te afwisseling. De Stapletons hadden niet veel
geld, en de oude mevrouw Stapleton, Iris'
grootmoeder, bleef zelf hoor zoon oppassen.
Tremayne zou gaarne alles voor hen gedaan
en ook alles betaald hebben, maar daaraan viel
niet te denken, zelfs van zulk een intiemen
vriend kon men dat niet aannemen.
Hij zinspeelde er weer op bii zijn bezoek,
maar mevrouw Stapleton glimlachte slechts en
schudde het hoofd.
„Wij redden ons wel," zeide zij tot hein.
„Iris krijgt les van haar vader en leest veel;
en ivat Jack aangaat, hij is geen last voor mij.
Wij willen hem liefst zelf verplegen, en on
gelukkig zal het misschien niet voor lang zijn."
Voor het eerst merkte Tremayne bij Cassil-
lis een verandering op. Hij was veel manlijker
geworden en had het jongensachtige geheel
verloren, en op zijn gelaat lag een bezorgde
trek, welke Tremayne niet kon verklaren. Hij
miste ook zijn gewone gebabbel en de opge-
als hij er niet toe gedwongen is en niet
met ander werk overladen? Hij leert, hij
snuffelt in verschillende boeken en atlassen,
lost moeilijkheden op met de hem ten
dienste staande middelen. Hij schrijft, hij
teekent bij het maken van uittreksels, sche
ma's en het maken van kaarten of het
schetsen van landschappen, voortbrengsc-
len e.d. ter illustratie van zijn werk. H'j
komt dus met geschiedkundige bijzonder
heden in aanraking en met verschillende
natuurhistorische en natuurkundige geval
len. Hij zal dikwijls verzamelingen aanleg
gen en heel vaak over het werk spreken
met mede-leerlingen of den leeraar. Er be
staat inderdaad een sterke samenhang tus
schen de vakken. Alleen in onze inrichtin
gen van onderwijs met haar sterk doorge
voerd va-kle er aar systeem en klassikaal ver
band, is deze samenhang schijnbaar ver
dwenen.
Ten tweede is er de schoolgemeenschap,
die, doordat voortdurend de leerlingen m
vrijen omgang met elkaar leven, wijst op
gapingen in kennis: er is hier dikwijls een
edele wedstrijd om niet bij anderen achter
te raken. En in den natuurlijken, kamerand-
schappelijken omgang helpt de een voort
durend den ander.
Ten derde zijn er de leiders, die de ont
wikkeling van het kind volgen en hem op
leemten zullen wijzen en hem nieuwe wegen
aangeven in verband met zijn m-nerhjtkë
evolutie. Dikwijls zegt een leerling: „Ik bon
achter in Latijn of in Wiskunde. Daar moet
ik eens gauw achterheen!" En zegt hij het
niet, dan is er een ander, die er hem op
merkzaam op maakt.
De herhaling gaat veel gemakkelijker,
daar men snel repeteert wat men eens
grondig en zelf gedaan heeft.
De liefde voot het werk neemt toe en de
zelfstandigheid in hooge mate. „Dén dag,
waarop alle mogelijke examens zullen zijn
afgeschaft en vervangen door ander soort
werk, zal iedereen op die manier werken'
beweert Mad.o'-le Huguenfn. Voorioopig exa
mineert in dit merkwaardige Chineezen-
land nog ieder jaar de eene helft van do
natie de andere. Ter opfrissching in 't heetst
va-n den zomer!
J. H. BOLT.
KONINKLIJKE BESLUITEN.
Kon. Besluiten, ministcriëelc
beschikkingen etc. uit de
Staatscourant,
benoemd tot ridder in dc orde von den Ned.
Leeuw Mgr. H. J. D. Clacssens, secretaris \an
het hoofdbestuur der Indische missi -verecr.i-
ging en H. J. Ansingh, directeur de' Curacso-
schc Petroleum Industrie Maatschappij nn di
recteur der Cura£aosche Scheepvaart Mij te
Willemstad
tot ridder in de Oianje-Nassnu.-orde G. Scl-
Ieger, administiateur der suiker-onderneming
Boedoeon in Besoeki
Benoemd tot vertegenwoordige- der Ned
Rcgeering op het in Mei cn Juni 1926 te Ma
drid te houden T4e Internationaal Geologisch
Congres Dr P. Tesch, directeur van den Gco-
logischcn Dienst te Hiaricm
benoemd tot adjudjrvt in buitengewonrr\
dienst van H. M. de Koningin kolonel J. H
Borel, commandant van cc Istc infanterie-bri-'
gade (brigade grenadiers en jagers)
benoemd tot lid van den Voogdiiroad tc
Leeuwarden J. B. Plant'Mgu geboren Heg, wo
nende te Leeuwarden
op verzoek eervol ontslagen dc rcserve-cer-
ste-luitenant C. M. Touw, van het 3de Reg.
Infanterie
benoemd bij het reserve-personcël der land
macht bij het personeel van den Genecskun-
digen Dienst, tot reserve-officier van gezond
heid 2de klasse J. P. dc Jong, arts.
-- H. M. de Koningin is voornemens de
eindwedstrijden in dressuurprocven bij te wo
nen, welke op Vrijdag 23 dezer, ter gelegen
heid van het 40jarig bestaan van de Konink
lijke Militaire Sportvereeniging gehouden zul
len worden op het terrein Duindal aan der»
Wassenaarschcn weg te 's-Gravenhagc.
RECLAMES.
Van 14 retrels f 4.05. elke recol meer 1.—
KLEERMAKERIJ
Fa. E, L. J. LAMMERTS
Amersfoort 0""8'rad Groningen
Utrechtscheweq 36. Tel. 587
RAAD VAN BEROEP VOOR HET
HOFPERSONEEL.
H. M. dc Koningin heeft, met ingang van
15 dezer, benoemd tot Raad-Adviseur van Iiaur
Huis, tot secretaris van den Raad van Beroep
voor het personeel der Koninklijlo- Hofhou
ding en tot lid van dc Comtabclc Commissie
dor Koninklijke Hofhouding, jhr. mr. O. E. W
Six, administrateur bij het Departement var.
Koloniën;
tot lid en plaatsvervangend voorzitter vnn
den Raad vnn Beheer voor het personeel dc-
Koninklijke Hofhouding, mr. C. W. Rittcr, te
Haarlem, thans plaatsvervangend lid;
tot plaatsvervangend lid jhr. mr. dr. Th. W
C. Calkoen, rechter in de arrondissements
rechtbank tc 's Gravcnhagc.
WATERSNOOD.
Een nieuw bedrag van het
Roodc Kruis.
Het Hoofdbestuur van het Nederlondscho
Roode Kruis heeft wederom een b< drag ad
100.000 doen toekomen aan de Algemecnc
Vcreenigdc Commissie tot leniging van rompen
door Watersnood in Nederland, wuordoor het
totaal der door zijn bemiddeling overgemaakte
gelden thans 300.000.— bedraagt
UIT DE MIJNSTREEK.
Een teleurstelling vooj d*
Willcm-Sophic.
Dc proefboringen door de mijn „Wilh-m-
Sophie", ondernomen in de velden der cov
cessie „Sophie", hebben zulke slechte resul
toten opgeleverd, dat van exploitatie dezer vel
den niets zal komen. De mogelijkheid besl'taf
dat deze Belgische Maatschappij Knor gebi. d
zal uitbreiden met over de Duitsche grens ge
legen velden.
ELECTROLUX.
De werkgevers uchtcn het N.
V. V. niet bevoegd.
De directie van E.L. heeft non het N. V. V
dot een onderhoud met dc directie vroeg hc»
volgende geantwoord
„Wij ontvingen Uw schrijven van 13 April
en deelen U mede dat, waar de Alg. Nederl
Bond van Handels- en Kantoorbedienden he'
contact met ons door het niet naleven van de
met dezen Bond overeengekomen algemecnc
Arbeidsovereenkomst verbroken heeft (het niet
inroepen van een scheidsgerecht volgens arti
kel 9 van de Alg. Arbeidsovereenkomst) wij
Uw Verbond, bij hetwelk de Alg. Nederl. Bond
van Handels- cn Kontoorbedienden is aangeslo
ten niet als bevoegd kunnen beschouwen' om in
deze aangelegenheid op te treden".
Verzocht wordt te melden, dat de bricl.
waarop dc directie van Elcctrolux een ant
woord zond, niet afkomstig was vnn het Ned.
Vakverbond, maar van het Ned. Verbond van
Vakverecnigingen te Amsterdam.
Een „bezoek" aan de woningen
van werkwilligen.
Gisteravond hebben ongeveer 300 leden
van den Algemeeneen Bond een bezoek ge
bracht aan de .woningen'van enkele werkwil
ligen bij „Electrolux" in de Mesdagstroat en
Van Ostadestraat te Amsterdam. Voor de wo
ning van ccn werkwillige werd stilgehouden en
onder geweldige belangstelling van toege
stroomde nieuwsgierigen werden door ver
schillende leden van den Algcmeenen Bond
toespraken gehouden. Vanuit ccn aangrenzend
perceel, waarvan de ramen waren openge
schoven, werd de menigte eveneens toege
sproken en ingelicht omtrent het conflict en
den werkwillige die daar woonde. De demon
straties verliepen ordelijk.
Luchtvaart.
DE NORGE TE LENINGRAD.
Leningrad 16 April. (H.N.) Het lucht
schip Norge is le Leningrad aangekomen. Dc
landing hnd, dank zij dc hulp van ccn 300
soldaten, ren vlot verloop. Aangezien pogin
gen, om met het luchtschip in draodlooze ver
binding te komen, geen succes hadden, en de
ongunstige weersgesteldheid bezorgdheid wek
te, is herhaaldelijk een eskader vliegtuigen op
gestegen om hot luchtschip tc zoeken. Dit
kwom Inter non dan verwacht was. daar het
door den dichten mist niet mogelijk was ge
weest nauwkeurige woornomingen te doen. De
deelnemers aan de expeditie zijn ondergebracht
in het vroegere Tsurcnpnleis te Gatschino
IN DRIE DAGEN VAN PARIJS NAAR
TEHERAN.
Praag, 16 April. (V. D.) In verband mei
het gunstig verloop von de Fronsch-Duitsche
'onderhandelingen inzake de luchtvaart kan
Prang dc internationale luchtdicnstcn uitbrei
den. Reeds is ccn aanvang gemaakt met den
dienst Parijs—Prang. Deze wordt binnenkort
uitgebreid naar Konstnntinopcl on Bagdad en
het volgend jaar naar Teheran. Het zal don
mogelijk zijn »n drie dogen van Parijs naar
Teheran te komen. Op dc route Parijs—Praag
heeft een tusschenlonding plaats te Nürnbcig
Op dc luchtlijn nour Wurschuu zal ccn tus
schenlonding plaats hebben tc Breslou. Het iigt
in dc bedoeling ook diensten tc openen via
Keulen naar Londen cn naar het Zuiden naar
Zagreb cn Belgrado.
Radioprogramma's.
Zondag IÖ April.
Berlijn, 513 M», en 571 M. Königswustcr-
hnusen).
8.20 Morgenconcert.
10.50 Concert door de kapel van het 3e ba
taljon Inf regiment no 9
12.31-130 Voorlezing uit gedichten vod
Stefan George en Gottfried Benn.
3.50 Viool- cn cello-muzick.
4.20—5 20 Concert door het omroeporchest.
7.20 Boccaccio, opcro van Suppé.
9.50—11 20 Dansmuziek.
Hilversum (1050 M.).
8.30—9.30 Morgenwijding vanwege de Chr.
Radio Omroep. Snreker de heer W Sluyter uit
Driebergen over Joh. 11 25 en 26.
10 30 Vrijzinnige Radio-Omroep. Uitzen
ding van den dienst in de Remonstrantsch©
Kerk in Den Haag. Spreker wordt nader per ra
dio aangekondigd.
2.30 Concert vanwege den Vrijzinnigen Om
roep.
Medewerkenden Albert von Dolsum (decla
matie uit Adnm in Ballingschap), dr. L. J vnn
Hoik over „Drama en Religie'Suze vorv
't Lindcnhout—Tok, viool Tony van Leeuwen
Boomkamp, piano Edunrd Bide, cello.
5.30 Chr. Radio Vereeniging. Uitzending van
den kerkdienst in de Geref. Kerk te Hilversum.
Voorganger Ds. C. Lindeboom uit Amsterdam
Trkst Lukos 19 I10.
8 10 Concert door het versterkte H.D.O.-or-
chost.
Londen en Doventry (365 cn 16C0 M.)
3.50 Hiindel-programma door symfonic-or-
chest en koor.
4.'20 R. Radford en orkest Recit, and aria
I rage, I melt, 1 burn O Ruddier than the
cherry (Acis and Galatea) Koor He gave
them hailstones. 1 will soy unto the Lord, uit
Israël in Egypt Orkest Water music, Hnrty.
R Radford en orkest Honour and arms (Sam
son). Hear me, ye winds and waves (Julius
Caesar and Scinio). Orkest cn koor Hallelujah
chorus (Messias).
5 20 Byzantijnsche kerkmuziek, gevolgd door
Angelus, Massenet, door orkest.
5.50 Sluiten.
8,20 Klokkengelui.
8.30 Kerkdienst.
9.00 S. S Wesley's kerkmuziek
915 Liefdadigheid-oproep.
9.20 Weerbericht, nieuwsbericht.
9.35 Hot Casano Octet Wals Love and lif*
in Vienna, Komznk. Mcditotion (Thnis), Mes-
senet. V Lnmbelot, sopraan Silver, Armstrong
The old sweet song, Kreisler. The blackbird.
Hart. Hef octet Fragmenten van La Bohème.
Puccini. Songs my mother taught me, Dvorak.
Prelude, Rachmaninow. Sopraan The fuchsia
tree, Quilter. I know where I'm going, Hughes.
Soring sorrow, Ireland. Banjo song. Homer.
Hot octetWedding day. The donees. Sérénodo
Francaise. Brooklet Homeward. O rest in the
Lord. Allen van Grieg.
wektheid, welke hem zoo had aangetrokken tot
den jongen.
Hij sprak er over tegen Langley en vroeg
naar zijn meening, doch Langley glimlachte
slechts en zeide op zijn bedaarde manier
,.Ik zou mij maar niet bezorgd maken over
hem, meneer Tremayne. Hij wordt nu een man,
ziet u, en verandert daardoor natuurlijk
„Ja, hij is veranderd, dot is het juist," ant
woordde Tremayne. „En wat is do oorzaak
daarvan
Langley zweeghij staarde in de verte en
Tremayne vervolgde
„V/as hij geheel in orde, toen hij de laatste
week van de vacantie bij je doorbracht."
„O ja. Hij is een alleraardigste jongen, en
mijn familie hield veel van hem. Het zal mij
spijten, als hij weggaat."
„Mij ook, maar ik ben geneigd te gelooven,
dat hij hier niet genoeg uitvoert cn dat wer
ken goed voor hem zal zijn. Misschien is hij
in Hendley niet op zijn plaats."
„Dat moest toch wel, maar ik denk ook,
dat hij meer werk noodig heeft. Hij is altijd
gewend geweest te werken, en hier luieren we
eigenlijk, ofschoon dat niet zoo heet. En Cas-
siilis houdt ook niet van loeren. De eenige
boeken, die hij leest, zijn romans en gedich
ten."
Tremayne knikte. „Dat weet ik. Ja, ik zal
hem met Kerstmis hier wegnemen en noar
Rome zenden. Zijn voorkomen bevalt mij niet."
„Ik zou mij maar niet bezorgd maken over
hem, meneer Tremayne," herhaalde Langley
bedaard, „u zult zien, dat hij wel weer zal
veranderen, en ik houd hem in het oog, zoo-
ols u weet."
Tremayne lachte. Hij hield van Langley cn
had veel vertrouwen in zijn invloed.
Hij ging terug naar Stapleton Court om te
dineeren.
Iris was, aanwezig, heel zedig in haor wit
kleedje, met een groenen strik aan haar dikke
vlecht. Zij was om de een of andere reden heel
kalm en niet als gewoonlijk druk en vroolijk,
en hij was van plan haar te vragen, wat er
aan scheelde. Zij behandelde hem als haar
voogd cn oudsten vriend en vertrouwde hem
vaak hoor gchefrnen toe
Maar na het diner kon hij haar niet vinden.
Het was een mooie avond in h'ct laatst van
September en de volle maan verlichtte den
tuin geheel.
Hij vroeg haar grootmoeder noar haar, maar
mevrouw Stapleton wist niet, waar ze was.
,,Ik heb haar niet gezien," zeide zij, „en ik
geloof niet, dat Iris 's avonds alleen zou uit
gaan, zelfs niet in den tuin."
De bejaarde vrouw, die als meid bij de Stap
letons diende, ging juist door de gang en
hooide zijn vraag. Zij bleef staan, en terwijl
mevrouw Stapleton verder liep, zeide zij. „Juf
frouw Iris was in den boomgaard. Zij trok
hoor mantel aan en ik denk, dat zij naar de
rivier is gegaan."
„Naar de rivier, alleen en 's avonds Tre
mayne keek verbaasd en verschrikt. „Hoe
krijgt zij het in het hoofd
„Zij zal niet alleen zijn, meneer." zeide de
vrouw glimlachend. „Juffrouw Iris ontmoet
daar een von de jonge heeren van den predi
kant. Och, laat ze maar, zeg ik altijd. Zij zijn
allen jong en het is zomer V
Tremayne staarde haar een oogenblik aan,
zeide een woord van dank, en ging naar bui
ten met zijn nog niet aangestoken sigaar in
de hand.
Hij liep snel over het met mos begroeide pad
achter het huis, dat door het grasperk naar
dan boomgaard en vervolgens naar den muirr
en de rivier en de weiden daarachter leidde.
Dicht bij het huis waren pogingen gedaan, den
tuin netjes te houden. De eenige knecht had
het gras gemaaid en Iris hod de bloembedden
gewied, maar dc palmrand zog er slordig uit
en de bloemen groeiden in het wild; terwijl
echter het grasperk de geheele tuin een wil
dernis was van long "gros en onkruid, op som
mige plaatsen zelfs zoo, dot het pad onbe
gaanbaar was.
Tremayne dacht aan Trelown, zijn eigen
prachtige bezitting in Oxfordshire, met haar
uitstekend onderhouden tuinen, geschoren ha
gen, mooie bloembedden en kassen. Hij hun
kerde er naar tuinlieden naar Stapleton Court
te zenden om alles in orde te brengen, maar
dot ging natuurlijk niet.
Dat zou als een aalmoes worden beschouwd,
en het was onmogelijk die aan te nemen.
Er was geen pad naar den muur, maar het
lange gras was op enkele plaatsen vertrapt, cn
zoo bereikte hij een afgebrokkeld gedeelte,
vanwaar hij dc rivier kon zien.
Toen zag hij, dat de meid zich' niet had ver
gist. Iris was daar.
Zij droeg een langen mantel over haar wit
kleedje, maar haar blond hoar was onbedekt
en schitterde als zilver in het maanlicht. Het
was een wreedc, onbarmhartige maan, want ze
verlichtte niet alleen het haar van het meisje,
maar ook het gelaat van den jongen, die bij
hoar was; en hij zog, dat het Julian Casillis
v/as I
Zij stonden dicht naast elkaar. Zoo dicht, dat
him hoofden elkaar raakten, en in de stille
avondlucht hoorde men Iris' luiden lach en den
naam „Julian".
(Wordt vervolgd).