AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Een Liefdesdroom. BINNENLAND. Reiscostumes 24 st* Jaargans No. 244 Zaterdag 17 April 1926 Opvoeding en Onderwijs. Nieuwe Wegren. VÏÏL Er zijn mass-a's menschen, die heel goed begrijpen, dat het spaak geloopen is met 'het systeem van opvoeding en onderwijs in onze scholen. Het aantal ontevredenen neemt om zoo te zeggen, met den dag toe en als er meer solidariteit was en onder de ouders en onder de onderwijzers en leera ren zou onze sdhoolevolutie veel sneller verloOpen. Behalve dat die niet bestaat, zijn de ouders er voor een groot deel zelf schuld1 aan, dat het intellectualisme in onze inrichtingen van onderwijs zóó schrikbarend is opgevoerd, dat het al het andere bijna verdrongen heeft. De ovders wensohien, dat hun kinderen zullen leeren, véél leer en, „want dat komt je in 't leven te pas, daar krijg je een positie mee". En ze meenen heel modern te zijn, dit een „eisdh des lijds" te noemen. In dat opzicht staan wij Hollanders dicht bij de Latijnsohe rassen, m 't 'bijzonder bij het Fransohe. De Fransche ■wijsgeer Le Bon heeft zijn landgenoot en daarover leeL'jke noten te kraken gegeven, di'3 wij wel mee hadden mogen kraken. In zijn „Psychologie de l'Education" zegt (hij o-a. (voor 't gemak vertaal ik maar): „Dc Latijner zal beweren, dat de waarde van een mens oh afhangt van wat hij geleerd (heeft, van het aantal diploma's, dat hij be zit. De Engelsohman en de Amerikanen zullen integendeel beweren, dat de waarde van een mensch maar heel weinig afgeme ten kan worden naar wat 'hij weet, maar wel (naar zijn karakter, dat wil zeggen naar zijn kracht van initiatief, zaj-n waarnemingsver- imogenv zijn scherpzinnigheid van oordeelerc zijn wil." Het komt ons voor, dat een groeiend aan tal Hollanders in zooverre bezig zijn hun ouden roep van over veel gezond verstand te beschikken, gestand te doen, dooT lang zamerhand maar zeker over te hellen naar de zienswijze der practici aan de overzijde van Kanaal en Atlantisch en Oceaan. Elders zegt de heer Le Bon, dat het vooroordeel van vele families om voor hun kinderen Grieksch en Latijn te eischen (helaas gedeeld wordt door de overheid en dan voegt hij er sarcastisch aan toe: „De krarJht van het Latijn zetelt in het over wicht, dat het uitoefent over een menigte ibrave lieden, die er zelf nooit een (stom) woord van onthouden hebben. Het gilde der kruideniers (wat deze groep nijvere burgers toch aan menschen als Multatuli, Le Bon en vele anderen misdreven heeft, is me niet geheel helder!) heeft den grootsten eerbied voor deze taal en wji absoluut, dat hun zonen ze kennen." Daarnaast spaait hij zijn collega's bi: ihooger, middelbaar en lager onderwijs niet. Met ironische voldoening citeert hij de woorden van één van Frankrijk's meest ge achte wijzen, den grooten Renan: „Er zijn geen lieden, die moeilijker V3n meening veranderen dan de paedagogen: als ze een maal aan een idee hechten, is het hun on mogelijk daarop terug te komen, 't Zijn lui met een „vijandig-gezinde vooringenomen heid". Met dien koste'ijken zin eindigt deze aanhaling. Le Bon en Renan dachten hierbij natuurlijk aan de Fransohe schoolmeesters- De Hollandsche dito's behoeven er zich dus niets van aan te trekken. En mocht de uit spraak van Renan óók voor de Hollanders gelden, dan trékkeh ze er zich „überhaupt" niets van aan. Zoo verkeert dan volgens den heer Lo Bon en de lezers mogen zelf uitmaken of dit ook voot Holland geldt het onder wijs in den onaangenamen druk tusschen ouders en de overheid aan den eenen kant en zijn onmiddellijke dienaren aan den anderen. Met de neiging in den mensch om rich aan zijn helaas lange school traditie hier in Europa, angstvallig vast ta klemmen, is de evolutie van opvoeding en onderwijs lot slakachtige langzaamheid ge doemd. leder heeft angst, dat ie niet genoeg leert, of liever de ouders zijn bang, dat hun kinderen niet genoeg leeren. Kennis is luer in Europa een fetisch geworden, een soort van passepartout, die alle loketten en deu ren opent. En als men zich dan eens statistisch af vraagt wat men na verloop van korteren of langeren tijd van zijn schoolkennis vastge houden heeft, blijken de resultaten bedroe vend. En hoevelen zijn niet door dien dorst naar kennis gehee1 uit den" koers geslagen- De heer Le Bon zegt o-a. dienaangaande: „De statistiek toont aan, dat op de 5000 jongelui, die slagen voor het eindexamen gymnasium en H. B. S., er ook ongeveer 5000 zijn, die niet slagen. Dat wil dus zeggen: 5000 jongelui, waarvan de studie tijd volkomen verknoeid is Bij dit „volkomen" zouden we nog wel een vraagteeken kunnen zetten, maar een groote waarheid schuilt er in en een ont zettende tragedie. En met deze resultaten voor oogen, die we in nog neel wat scheller licht zouden kunnen plaatsen, houden we krampachtig vast aan onze middeleeuwsche methoden van onderwijs. Gelukkig begint er een ken tering te komen, al is het nog aarzelend, ook hier te lande. Op de Ode nwaldsohul e, die den vorige.r keer onderwerp van behandeling uitmaakte, 'heeft men een heel origineeïe manier van lesgeven uitgedacht. Hier is niet het exa men doel, maar de ontwikkeling van het intellect en het leggen van een stevige basis van kennis. Ook hier is ingezie-n, dat de machtigste factor voor die ontwikkeling is: de belangstelling V8n den leerling. Zon der deze is alle arbeid geheel of bijna ge heel doelloos. Daarom laat men den leerling, die voor t eerst gaat deelnemen aan de lessen, ge heel vrij in de keuze ven de leervakken, waarvan hij er twee, of drie mag kiezen. De andere blijven voorlocpig rusten, 't Is voor een rasechte schoolmeester om van te griezelen. Stel je voor: een jongen zoo maar zijn eigen vakken te laten kiezen! 't Zou niet lang duren of ze deden heelemaal niets meer. En je hadt zelf niets meer in te bren gen. D'r zou wat ven terecht komen! In de Odenwaldschule schijnt 't erg mee te vallen. Want 't malle van het geval is, dal de kinderen, die zoo behandeld worden, werkelijk aan het werk gaan en ijverig ook en dikwijls met resultaten komen, waar men versteld van staat. „Wil ik wel gelooven", hooren we al iemand opmerken, „als je ook doen mag wat je wilt!" Voor velen van onze volwassenen is dat anders nog heelemaal geen reden, gezien het groot aantal leegloopers in onze samen leving. Maar voot gezonde kinderen be slaat er nog zoo iets als een natuurlijke belangstelling en als dezeéénmaal opge wekt is, volgt het werk vanzelf. Na een maand is er geen proefwerk, geen examen. „Wat dan wel?" zail men angstig vragen. Van den leerling wordt ai- leen geëischt, dat hij aan 't eind van zijn eerste maand een overzicht kan geven van de stof, die 'hij verwerkt heeft, van de methode of methodes, die hij gevolgd heeft, door overzichten, collecties, schriftelijk werk, een voordracht over het werk, een uiteenzetting van het bestudeerde. En ais 'hij eenige uren per dag aan dezelfde laak gewerkt heeft, zijn eigen vooruitgang heeft „gevoeld", als zijn vertrouwen is toegeno men, dan heeft een uiteenzetting van het behandelde door den student zelf oneindig veel meer waarde dan welk vraagexamen ook. En de andere vakken-? Die krijgen na tuurlijk ook hun beurt. In d'e eerste plaats staat geen va-k op zichzelf, dit vergeet men al te vaak. Wat doet b.v. een leerling, die ernstig een stuk aardrijkskunde bestudeert, Gij moet vroolijkheid in ti zeiven hebben, of gij zult haar zelfs in den hemel niet vinden. naai het Engelsch van EMMELINE MORRISSON. Geautoriseerde vertaling van M. Hellema. HOOFDSTUK V. Tremayne was voor zaken naar Schotland gegaan cn kwam gedurende drie weken niet te Hendley. In dien tijd was de kennismaking tus schen het meisje en den jongen tot vriend schap gerijpt. Niemand wist daarvan behalve Langley, en hij beschouwde het als een aardigheid, en mocht hij het ook afkeuren, wel, dat betee- kende niets en maakte geen verschil. Toen Tremayne den laatsten dag der week te Stapleton Court ging doorbrengen, nam hij Julian mede cn stelde hem aan Iris voor. Toen toonde de jongen voor het eerst, hoe veel aanleg hij had voor de planken, want zijn voogd vermoedde niet, dat die twee elkaar reeds eerder hadden ontmoet, en. Langley, die ook tegenwoordig was, verried hem niet. Eenige weken daarna begon de zomervacan- tie, en Julian vergezelde Tremayne naar het buitenland, zijn eerste werkelijke vacantie. Zij gingen naar Parijs en Italië en brachten een week door te Rome, waar hij na Kerstmis gijn eigenlijk werk zou beginnen* Eerst tegen het eind van September keerdo hij naar Hendley terug, en zijn eerste werk was naar de rivier, hun gewone piaats van bijeen komst te snellen om te zien. of Iris daar was. Zij was er niet, en hij keerde in de grootste verslagenheid terug naar de pastorie, waar Langley hem vriendelijk mededeelde „Juffrouw Stapleton is niet thuis. Zij komt Maandag terug." Ditmaal trof de pijl doel. De jongen kreeg een hevige kleur en gftf geen antwoord. Tremayne kwam de volgende week over cn logeerde weer op Stapleton Court. Zijn vriend Jack Stapleton, die altijd suk kelde, was weer ziek geworden, afgemat door den langen, heeten zomer. Het was onmogelijk hem naar een badplaats te vervoeren, cn Iris was naar vrienden gezonden als een gewensch- te afwisseling. De Stapletons hadden niet veel geld, en de oude mevrouw Stapleton, Iris' grootmoeder, bleef zelf hoor zoon oppassen. Tremayne zou gaarne alles voor hen gedaan en ook alles betaald hebben, maar daaraan viel niet te denken, zelfs van zulk een intiemen vriend kon men dat niet aannemen. Hij zinspeelde er weer op bii zijn bezoek, maar mevrouw Stapleton glimlachte slechts en schudde het hoofd. „Wij redden ons wel," zeide zij tot hein. „Iris krijgt les van haar vader en leest veel; en ivat Jack aangaat, hij is geen last voor mij. Wij willen hem liefst zelf verplegen, en on gelukkig zal het misschien niet voor lang zijn." Voor het eerst merkte Tremayne bij Cassil- lis een verandering op. Hij was veel manlijker geworden en had het jongensachtige geheel verloren, en op zijn gelaat lag een bezorgde trek, welke Tremayne niet kon verklaren. Hij miste ook zijn gewone gebabbel en de opge- als hij er niet toe gedwongen is en niet met ander werk overladen? Hij leert, hij snuffelt in verschillende boeken en atlassen, lost moeilijkheden op met de hem ten dienste staande middelen. Hij schrijft, hij teekent bij het maken van uittreksels, sche ma's en het maken van kaarten of het schetsen van landschappen, voortbrengsc- len e.d. ter illustratie van zijn werk. H'j komt dus met geschiedkundige bijzonder heden in aanraking en met verschillende natuurhistorische en natuurkundige geval len. Hij zal dikwijls verzamelingen aanleg gen en heel vaak over het werk spreken met mede-leerlingen of den leeraar. Er be staat inderdaad een sterke samenhang tus schen de vakken. Alleen in onze inrichtin gen van onderwijs met haar sterk doorge voerd va-kle er aar systeem en klassikaal ver band, is deze samenhang schijnbaar ver dwenen. Ten tweede is er de schoolgemeenschap, die, doordat voortdurend de leerlingen m vrijen omgang met elkaar leven, wijst op gapingen in kennis: er is hier dikwijls een edele wedstrijd om niet bij anderen achter te raken. En in den natuurlijken, kamerand- schappelijken omgang helpt de een voort durend den ander. Ten derde zijn er de leiders, die de ont wikkeling van het kind volgen en hem op leemten zullen wijzen en hem nieuwe wegen aangeven in verband met zijn m-nerhjtkë evolutie. Dikwijls zegt een leerling: „Ik bon achter in Latijn of in Wiskunde. Daar moet ik eens gauw achterheen!" En zegt hij het niet, dan is er een ander, die er hem op merkzaam op maakt. De herhaling gaat veel gemakkelijker, daar men snel repeteert wat men eens grondig en zelf gedaan heeft. De liefde voot het werk neemt toe en de zelfstandigheid in hooge mate. „Dén dag, waarop alle mogelijke examens zullen zijn afgeschaft en vervangen door ander soort werk, zal iedereen op die manier werken' beweert Mad.o'-le Huguenfn. Voorioopig exa mineert in dit merkwaardige Chineezen- land nog ieder jaar de eene helft van do natie de andere. Ter opfrissching in 't heetst va-n den zomer! J. H. BOLT. KONINKLIJKE BESLUITEN. Kon. Besluiten, ministcriëelc beschikkingen etc. uit de Staatscourant, benoemd tot ridder in dc orde von den Ned. Leeuw Mgr. H. J. D. Clacssens, secretaris \an het hoofdbestuur der Indische missi -verecr.i- ging en H. J. Ansingh, directeur de' Curacso- schc Petroleum Industrie Maatschappij nn di recteur der Cura£aosche Scheepvaart Mij te Willemstad tot ridder in de Oianje-Nassnu.-orde G. Scl- Ieger, administiateur der suiker-onderneming Boedoeon in Besoeki Benoemd tot vertegenwoordige- der Ned Rcgeering op het in Mei cn Juni 1926 te Ma drid te houden T4e Internationaal Geologisch Congres Dr P. Tesch, directeur van den Gco- logischcn Dienst te Hiaricm benoemd tot adjudjrvt in buitengewonrr\ dienst van H. M. de Koningin kolonel J. H Borel, commandant van cc Istc infanterie-bri-' gade (brigade grenadiers en jagers) benoemd tot lid van den Voogdiiroad tc Leeuwarden J. B. Plant'Mgu geboren Heg, wo nende te Leeuwarden op verzoek eervol ontslagen dc rcserve-cer- ste-luitenant C. M. Touw, van het 3de Reg. Infanterie benoemd bij het reserve-personcël der land macht bij het personeel van den Genecskun- digen Dienst, tot reserve-officier van gezond heid 2de klasse J. P. dc Jong, arts. -- H. M. de Koningin is voornemens de eindwedstrijden in dressuurprocven bij te wo nen, welke op Vrijdag 23 dezer, ter gelegen heid van het 40jarig bestaan van de Konink lijke Militaire Sportvereeniging gehouden zul len worden op het terrein Duindal aan der» Wassenaarschcn weg te 's-Gravenhagc. RECLAMES. Van 14 retrels f 4.05. elke recol meer 1.— KLEERMAKERIJ Fa. E, L. J. LAMMERTS Amersfoort 0""8'rad Groningen Utrechtscheweq 36. Tel. 587 RAAD VAN BEROEP VOOR HET HOFPERSONEEL. H. M. dc Koningin heeft, met ingang van 15 dezer, benoemd tot Raad-Adviseur van Iiaur Huis, tot secretaris van den Raad van Beroep voor het personeel der Koninklijlo- Hofhou ding en tot lid van dc Comtabclc Commissie dor Koninklijke Hofhouding, jhr. mr. O. E. W Six, administrateur bij het Departement var. Koloniën; tot lid en plaatsvervangend voorzitter vnn den Raad vnn Beheer voor het personeel dc- Koninklijke Hofhouding, mr. C. W. Rittcr, te Haarlem, thans plaatsvervangend lid; tot plaatsvervangend lid jhr. mr. dr. Th. W C. Calkoen, rechter in de arrondissements rechtbank tc 's Gravcnhagc. WATERSNOOD. Een nieuw bedrag van het Roodc Kruis. Het Hoofdbestuur van het Nederlondscho Roode Kruis heeft wederom een b< drag ad 100.000 doen toekomen aan de Algemecnc Vcreenigdc Commissie tot leniging van rompen door Watersnood in Nederland, wuordoor het totaal der door zijn bemiddeling overgemaakte gelden thans 300.000.— bedraagt UIT DE MIJNSTREEK. Een teleurstelling vooj d* Willcm-Sophic. Dc proefboringen door de mijn „Wilh-m- Sophie", ondernomen in de velden der cov cessie „Sophie", hebben zulke slechte resul toten opgeleverd, dat van exploitatie dezer vel den niets zal komen. De mogelijkheid besl'taf dat deze Belgische Maatschappij Knor gebi. d zal uitbreiden met over de Duitsche grens ge legen velden. ELECTROLUX. De werkgevers uchtcn het N. V. V. niet bevoegd. De directie van E.L. heeft non het N. V. V dot een onderhoud met dc directie vroeg hc» volgende geantwoord „Wij ontvingen Uw schrijven van 13 April en deelen U mede dat, waar de Alg. Nederl Bond van Handels- en Kantoorbedienden he' contact met ons door het niet naleven van de met dezen Bond overeengekomen algemecnc Arbeidsovereenkomst verbroken heeft (het niet inroepen van een scheidsgerecht volgens arti kel 9 van de Alg. Arbeidsovereenkomst) wij Uw Verbond, bij hetwelk de Alg. Nederl. Bond van Handels- cn Kontoorbedienden is aangeslo ten niet als bevoegd kunnen beschouwen' om in deze aangelegenheid op te treden". Verzocht wordt te melden, dat de bricl. waarop dc directie van Elcctrolux een ant woord zond, niet afkomstig was vnn het Ned. Vakverbond, maar van het Ned. Verbond van Vakverecnigingen te Amsterdam. Een „bezoek" aan de woningen van werkwilligen. Gisteravond hebben ongeveer 300 leden van den Algemeeneen Bond een bezoek ge bracht aan de .woningen'van enkele werkwil ligen bij „Electrolux" in de Mesdagstroat en Van Ostadestraat te Amsterdam. Voor de wo ning van ccn werkwillige werd stilgehouden en onder geweldige belangstelling van toege stroomde nieuwsgierigen werden door ver schillende leden van den Algcmeenen Bond toespraken gehouden. Vanuit ccn aangrenzend perceel, waarvan de ramen waren openge schoven, werd de menigte eveneens toege sproken en ingelicht omtrent het conflict en den werkwillige die daar woonde. De demon straties verliepen ordelijk. Luchtvaart. DE NORGE TE LENINGRAD. Leningrad 16 April. (H.N.) Het lucht schip Norge is le Leningrad aangekomen. Dc landing hnd, dank zij dc hulp van ccn 300 soldaten, ren vlot verloop. Aangezien pogin gen, om met het luchtschip in draodlooze ver binding te komen, geen succes hadden, en de ongunstige weersgesteldheid bezorgdheid wek te, is herhaaldelijk een eskader vliegtuigen op gestegen om hot luchtschip tc zoeken. Dit kwom Inter non dan verwacht was. daar het door den dichten mist niet mogelijk was ge weest nauwkeurige woornomingen te doen. De deelnemers aan de expeditie zijn ondergebracht in het vroegere Tsurcnpnleis te Gatschino IN DRIE DAGEN VAN PARIJS NAAR TEHERAN. Praag, 16 April. (V. D.) In verband mei het gunstig verloop von de Fronsch-Duitsche 'onderhandelingen inzake de luchtvaart kan Prang dc internationale luchtdicnstcn uitbrei den. Reeds is ccn aanvang gemaakt met den dienst Parijs—Prang. Deze wordt binnenkort uitgebreid naar Konstnntinopcl on Bagdad en het volgend jaar naar Teheran. Het zal don mogelijk zijn »n drie dogen van Parijs naar Teheran te komen. Op dc route Parijs—Praag heeft een tusschenlonding plaats te Nürnbcig Op dc luchtlijn nour Wurschuu zal ccn tus schenlonding plaats hebben tc Breslou. Het iigt in dc bedoeling ook diensten tc openen via Keulen naar Londen cn naar het Zuiden naar Zagreb cn Belgrado. Radioprogramma's. Zondag IÖ April. Berlijn, 513 M», en 571 M. Königswustcr- hnusen). 8.20 Morgenconcert. 10.50 Concert door de kapel van het 3e ba taljon Inf regiment no 9 12.31-130 Voorlezing uit gedichten vod Stefan George en Gottfried Benn. 3.50 Viool- cn cello-muzick. 4.20—5 20 Concert door het omroeporchest. 7.20 Boccaccio, opcro van Suppé. 9.50—11 20 Dansmuziek. Hilversum (1050 M.). 8.30—9.30 Morgenwijding vanwege de Chr. Radio Omroep. Snreker de heer W Sluyter uit Driebergen over Joh. 11 25 en 26. 10 30 Vrijzinnige Radio-Omroep. Uitzen ding van den dienst in de Remonstrantsch© Kerk in Den Haag. Spreker wordt nader per ra dio aangekondigd. 2.30 Concert vanwege den Vrijzinnigen Om roep. Medewerkenden Albert von Dolsum (decla matie uit Adnm in Ballingschap), dr. L. J vnn Hoik over „Drama en Religie'Suze vorv 't Lindcnhout—Tok, viool Tony van Leeuwen Boomkamp, piano Edunrd Bide, cello. 5.30 Chr. Radio Vereeniging. Uitzending van den kerkdienst in de Geref. Kerk te Hilversum. Voorganger Ds. C. Lindeboom uit Amsterdam Trkst Lukos 19 I10. 8 10 Concert door het versterkte H.D.O.-or- chost. Londen en Doventry (365 cn 16C0 M.) 3.50 Hiindel-programma door symfonic-or- chest en koor. 4.'20 R. Radford en orkest Recit, and aria I rage, I melt, 1 burn O Ruddier than the cherry (Acis and Galatea) Koor He gave them hailstones. 1 will soy unto the Lord, uit Israël in Egypt Orkest Water music, Hnrty. R Radford en orkest Honour and arms (Sam son). Hear me, ye winds and waves (Julius Caesar and Scinio). Orkest cn koor Hallelujah chorus (Messias). 5 20 Byzantijnsche kerkmuziek, gevolgd door Angelus, Massenet, door orkest. 5.50 Sluiten. 8,20 Klokkengelui. 8.30 Kerkdienst. 9.00 S. S Wesley's kerkmuziek 915 Liefdadigheid-oproep. 9.20 Weerbericht, nieuwsbericht. 9.35 Hot Casano Octet Wals Love and lif* in Vienna, Komznk. Mcditotion (Thnis), Mes- senet. V Lnmbelot, sopraan Silver, Armstrong The old sweet song, Kreisler. The blackbird. Hart. Hef octet Fragmenten van La Bohème. Puccini. Songs my mother taught me, Dvorak. Prelude, Rachmaninow. Sopraan The fuchsia tree, Quilter. I know where I'm going, Hughes. Soring sorrow, Ireland. Banjo song. Homer. Hot octetWedding day. The donees. Sérénodo Francaise. Brooklet Homeward. O rest in the Lord. Allen van Grieg. wektheid, welke hem zoo had aangetrokken tot den jongen. Hij sprak er over tegen Langley en vroeg naar zijn meening, doch Langley glimlachte slechts en zeide op zijn bedaarde manier ,.Ik zou mij maar niet bezorgd maken over hem, meneer Tremayne. Hij wordt nu een man, ziet u, en verandert daardoor natuurlijk „Ja, hij is veranderd, dot is het juist," ant woordde Tremayne. „En wat is do oorzaak daarvan Langley zweeghij staarde in de verte en Tremayne vervolgde „V/as hij geheel in orde, toen hij de laatste week van de vacantie bij je doorbracht." „O ja. Hij is een alleraardigste jongen, en mijn familie hield veel van hem. Het zal mij spijten, als hij weggaat." „Mij ook, maar ik ben geneigd te gelooven, dat hij hier niet genoeg uitvoert cn dat wer ken goed voor hem zal zijn. Misschien is hij in Hendley niet op zijn plaats." „Dat moest toch wel, maar ik denk ook, dat hij meer werk noodig heeft. Hij is altijd gewend geweest te werken, en hier luieren we eigenlijk, ofschoon dat niet zoo heet. En Cas- siilis houdt ook niet van loeren. De eenige boeken, die hij leest, zijn romans en gedich ten." Tremayne knikte. „Dat weet ik. Ja, ik zal hem met Kerstmis hier wegnemen en noar Rome zenden. Zijn voorkomen bevalt mij niet." „Ik zou mij maar niet bezorgd maken over hem, meneer Tremayne," herhaalde Langley bedaard, „u zult zien, dat hij wel weer zal veranderen, en ik houd hem in het oog, zoo- ols u weet." Tremayne lachte. Hij hield van Langley cn had veel vertrouwen in zijn invloed. Hij ging terug naar Stapleton Court om te dineeren. Iris was, aanwezig, heel zedig in haor wit kleedje, met een groenen strik aan haar dikke vlecht. Zij was om de een of andere reden heel kalm en niet als gewoonlijk druk en vroolijk, en hij was van plan haar te vragen, wat er aan scheelde. Zij behandelde hem als haar voogd cn oudsten vriend en vertrouwde hem vaak hoor gchefrnen toe Maar na het diner kon hij haar niet vinden. Het was een mooie avond in h'ct laatst van September en de volle maan verlichtte den tuin geheel. Hij vroeg haar grootmoeder noar haar, maar mevrouw Stapleton wist niet, waar ze was. ,,Ik heb haar niet gezien," zeide zij, „en ik geloof niet, dat Iris 's avonds alleen zou uit gaan, zelfs niet in den tuin." De bejaarde vrouw, die als meid bij de Stap letons diende, ging juist door de gang en hooide zijn vraag. Zij bleef staan, en terwijl mevrouw Stapleton verder liep, zeide zij. „Juf frouw Iris was in den boomgaard. Zij trok hoor mantel aan en ik denk, dat zij naar de rivier is gegaan." „Naar de rivier, alleen en 's avonds Tre mayne keek verbaasd en verschrikt. „Hoe krijgt zij het in het hoofd „Zij zal niet alleen zijn, meneer." zeide de vrouw glimlachend. „Juffrouw Iris ontmoet daar een von de jonge heeren van den predi kant. Och, laat ze maar, zeg ik altijd. Zij zijn allen jong en het is zomer V Tremayne staarde haar een oogenblik aan, zeide een woord van dank, en ging naar bui ten met zijn nog niet aangestoken sigaar in de hand. Hij liep snel over het met mos begroeide pad achter het huis, dat door het grasperk naar dan boomgaard en vervolgens naar den muirr en de rivier en de weiden daarachter leidde. Dicht bij het huis waren pogingen gedaan, den tuin netjes te houden. De eenige knecht had het gras gemaaid en Iris hod de bloembedden gewied, maar dc palmrand zog er slordig uit en de bloemen groeiden in het wild; terwijl echter het grasperk de geheele tuin een wil dernis was van long "gros en onkruid, op som mige plaatsen zelfs zoo, dot het pad onbe gaanbaar was. Tremayne dacht aan Trelown, zijn eigen prachtige bezitting in Oxfordshire, met haar uitstekend onderhouden tuinen, geschoren ha gen, mooie bloembedden en kassen. Hij hun kerde er naar tuinlieden naar Stapleton Court te zenden om alles in orde te brengen, maar dot ging natuurlijk niet. Dat zou als een aalmoes worden beschouwd, en het was onmogelijk die aan te nemen. Er was geen pad naar den muur, maar het lange gras was op enkele plaatsen vertrapt, cn zoo bereikte hij een afgebrokkeld gedeelte, vanwaar hij dc rivier kon zien. Toen zag hij, dat de meid zich' niet had ver gist. Iris was daar. Zij droeg een langen mantel over haar wit kleedje, maar haar blond hoar was onbedekt en schitterde als zilver in het maanlicht. Het was een wreedc, onbarmhartige maan, want ze verlichtte niet alleen het haar van het meisje, maar ook het gelaat van den jongen, die bij hoar was; en hij zog, dat het Julian Casillis v/as I Zij stonden dicht naast elkaar. Zoo dicht, dat him hoofden elkaar raakten, en in de stille avondlucht hoorde men Iris' luiden lach en den naam „Julian". (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5