KINDERRUBRIEK. Aap;e. Margrietje. Klein Margrietje, moeders liefje, je bent ieders hertediefje met je kijkers, bruin en groot ■i k en je wangetjes, zoo rood. Als je bedelt om een kusje krijg fer zeker twintig, zusje! daar een ieder van je houdt je bent aller schattebout. Klein Margrietje wie verwent je? iedereen in 't dorpje kent je, noemt je: „kleine zonneschijn!'* is dat niet een naampje fijn? HERMANNA. De rubriek van Oom Karei. Al weer oen week voorbij. Wat gaat die tijd loch vlug- hè. Het is net of ik eergisteren aan jelui geschreven heb en toch is ctt ol weer ze ven dagen geleden. Van verschillende van jelui heb ik al .een opstel gekregen, maar er zullen er zeker nog wel meer komen. Enkele van jelui vroegen mij, of het moge lijk was de opstellentijd nog wat te verlengen Nu, voor deze keer wil ik dat wel doen. Ik zal er nog drie dagen bij geven maar dan moet ik er ook op kunnen rekenen dat ik alle op stellen Woensdagochtend a.s. om 9 uur in mijn bezit heb. Dut is heusch de uiterste tijd. Het gevolg is dan wel, dat alles een week later komt, maar dat hindert niet erg. Zoo'n gewel dige haast zit er ook niet achter. Zooals ik gezegd heb, zal ik uit dc ingekomen opstel len de beste uit kiezen en die komen dan in de krant. Dan moeten jelui uit die keuze van mij zelf een keus doen voor dc prijzen. Maai als dat zoover is, zal ik dat jelui wel uitleg gen, hoo dat gaat. Wat is hei nu weer heerlijk weer hè. Heelonder dan de vorige weck en veel prettiger voor jelui om te wandelen cn to fietsen. Tante Riek schreef mij, dat ze ziek is en jelui voor een paar weken niet kan schrij ven. Maar ze hoopt weer gauw beter te zijn. Nu komen eerst de RAADSELS. OPLOSSINGEN. De oplossingen van de vorige raadsels tsa ren I. Z a 1 t-B o m m e 1 met de woorden lam, mol, zoal, tob en el. U. Zwartsluis met zwart en sluis. De prijs is nu gewonnen door J an Pie- tersz. Coen. Kom je hem Maandag even afhaler, aan ons bureau fT NIEUWE RAADSELS. I. Het geheel is een soort spreekwoord van 4 woorden cn 15 letters. 13,'6, 7 gebruikt men bij het hengelen. 8, 2 ,3, 4 is een lichaamsdeel. 9, 10 is ccn meisjesnaam- 5, 13, 12 is erg bitter. 14, 15 zegt men als men stilte wil hebben. I. 6, 4, 14 is een gevleugeld dier. 4, 2, 11 gebruikt do visscher op zee. (Ingez. door Het Masker.) II. Het geheel' lezen jelui allen iederen Zo terdagavond. Het bestaat uit 15 letters, 8, 12, 6 is een gewicht. 13, 14, 5, 9 is een getal. 1, 8, 4 is een afgekorte meisjes naam. 13, 11, 15, 9, 5, 12 wordt gebruikt bij het mandenmaken. 3, 2; 8, "6 is een mooie bloem. 4, 2, 12, 10 is niet vierkant. 7, 8, 6, 13 komt iederen dag driemaal aan huis cn brengt vaók belangrijk nieuws. (Ingez. door Thijs.) III. Met b ben ik! een boom. Met k eon gebouw. Met m een kenteeken. Met z ben ik van steen. VRAAGSTUK. Wot is een houten huisje. Met een hoekig ding erin. Er zit ook nog een slinger in die verplettert menig ding. Wie weet de naam van dit kluisje (Ingez. door Winterkoninkje) 3Üs& VOOR DE KLEINTJES. VOGELTJE. -* Vogeltje, woon je daar hoog in den boom Vogeltje, met je fijn kopjo. Wip, zit je hier, Wip, zit je daar, Wip zit je boven in 't topje I Vogeltje, is soms je vrouwtje niet thuis Wipl vlieg je nu weer naar buiten. Vogeltje, vogeltje. Rust jc niet, wat. Kun jij dan vliegende fluiten (Ingez. door Bruintje.) L' Van alles wat. Uit den Kindermond. WAS DAT NIET ROYAAL? Juffie: „Maar Bob, wat ben je toch een zelfzuchtige jongen! Waaiorn geef je je zusje niet een stukje van dien lekkeren ap pel, dien je gekregen hebt, mee?" Bob: „Ik heb haar de pitten gegeven. Die kan ze zaaien en dan krijgt ze een hee- len boomgaard vol appeiboomen Anecdote. EEN MAN EEN MAN, EEN WOORD EEN WOORD. Toen Ade'lLne Patti, de later wereldbe roemde zangeres, nog een klein meisje was/zong zij op een concert, gegeven door Ole Buil. De voornaamste bewoners van iden omtrek gaven na afloop der uitvoering een souper aan het gezelschap, waaraan Óok werd deelgenomen door Stanley Mat thews; c!d- latere president van het Amcri kaansohe .Hof van Appèl Aan het einde van het souper drong Matthews er bij de kleine Adeline op aan, iets te zingen. „Als je voor mij zingt, zal ik alles doen, wat je maar wilt," zei hij „Alles?" herhaalde Adeline. „Alles," antwoordde de deftige rechtsge leerde op vasten toon, in de verste verte niet vermoedende, wat het meisje hem vra gen zou. Nu begon zij te zingen Na het lied ge ëindigd te hebben, zei zij: „Mijnheer Matthews, wilt u nu alstublieft op uw hoofd gaan staan?" „Je schertst, lief kind!'' riep de toekom stige president verschrikt uit. „Eens gezegd, blijft gezegd," antwoordde Adeline met een pruilend stemmetje. „Nu, als je er op staat, daar gaat ie dan," zei Stanley Matthews, en op eens vlo gen zijn beenen in de lucht, onder toejui chingen van het gezelschap. Aapj' uit woud van warme landen, Over zeeën, over zanden, Langs de bergen, rotsen, steen Relsd' naar huiver-laagland heen. Aapje moest daar dansen, dansen, Ruit-gejast als worsfen-Hapze, Handjes geven, gaan te gast. Alles aan een kétting véstI Aapje's teere Halsje slonke, Baas maar ketting nauwer klonkeH! Aapje's beentjes danst' niet meer Borstje Hijgd' zoo,piept' zoo zéér Winter woei met gril en grauwe. Aapje treurde, kucht' benatrwe, Rimpeld', huiverd', rocbeld', rild', Baas maar karig 't maagje stild'...s Vrije, blije bosschen-rakker Kwijnd' als balling, zwak en zwakker, Honger kweld' hem, huiver, nood. Heimwee naar zijn zonland, stakker s-L i-H M a w Zacht-zoele straal van lente Vroég lente morgenrood Vond teer, ziek warmland-aapje Zoo moetjes en héél stille Aan knijpe-ketting kille In ruitjes-jasje dóód - 1 CLARA'WITTE. Het Verjaarscadeautje. door C. E. DE LILDE HOGERWAARD. Guusje de Beer was drulk aan Het hand- werken, <zóó druk, dat ze heelenvaa'l niet hoorde, dat Moeder im de kamer was ge komen. Ze schrikte dan ook van haar werk op, toen Moeder haar vroeg: „Ben je nog zoo d'ruk bezig, Guus? Zou je het morgen maar niet voortzetten?" „O Moeder, vijf minutjes nog, d'an is het af en wilt u het dan morgen voor me op strijken?" „Zeker, kind; morgenochtend heb ik toch een en ander te strijken, 'k Zal zorgen, dat het als je om twaalf uur uit school komt klaar is. Je hebt anders nog wel den tijd, want Mientje is immers pas mor gen over een week jarig?" „Ja Moeder, dat is ook zoo, maar ik heb Zus een poppenjurk beloofd en zou er mor gen aan beginnen Dit gesprek had Maandagavond plaats en den volgenden morgen, toen Guusje uit school kwam, lag daar keurig uitgespreid op donkerblauw papier het kleine zak doekje, dat zij voor haar vriendinnetje, Mientje Koremans, geborduurd 'had. 't Was een dotje en ze was echt blij, dat het zoo netjes uitgevallen was en ze Mientje daar nu eens mee verrassen kon. Toen zij 's middags op school kwam, stond er een heel groepje meisjes druk te praten. Mientje Koremans vormde het middel punt ervan en Guusje hoorde haar juist zeg gen: „Ja, ik mag de heele klas vragen, leuk hè?" „Nou," klonk het instemmend van alle kaften. „Om vier uur zullen jullie thuis een uit- noodiiging vinden," zei Mientje deftig. Even later begon de les, maar na vieren scholen de meisjes weer samen. Mientje had kwart na vi^r miraiekles en liep dus vlug naar huis. Vervelend1, dat ze 's Dinsdagmid dags altijd zoo haastig en alleen naar huis moest gaan. En juist nu had ze zoo graag nog wat gebabbeld over haar partijtje. De andere meisjes vonden het echter juist mooi, dat Mientje er niet was. Ze kon den nu beter overleggen, wat ze haar geven zouden. „Nu ze dit jaar d'e heele klas vraagt, moe ten we haar samen wat geven/ zei Anna Steen» de oudste van. de klas. „Ja, we zullen allemaal wat bijdragen en dan haar verlanglijstje vragen," meende Betsy Groen. „Hè nee/ liet Emmy van Beek nu haar stemmetje hooren, „dan weet ze immers vooruit, dat ze wat krijgt en is 't lamig zoo aardig niet meer." ,;Laten we haar ieder wat geven," stelde Guusje de Beer voor. „Nee hoor, dat wordt te duurl" vond Coba var* Doorn. „Maar ik heb al wat," zei Guusje nu. ,/Nou, wat hindert dat?" vroeg Dora de Bruin. „Dan geef jij dat maar extra. Ze is immers jouw vriendinnetje!" Na veel over en weer gepraat werd er eindelijk besloten een kunstkalender en egn boek te geven. „Vingers op, wie meedoen!" riep Dora de Bruin. Allen staken nu hun vinger op, alleen Guusje de Beer niet. Waarom zij een uit zondering maakte? Was ze dan zóó gierig? N-ee, gierig was ze niet, doch ze kreeg maar weinig weekgeld. Moeder, die weduwe was, kon haar onmogelijk meer geven en ze wilde er dus ook niet om vragen. Dan moesten de anderen maar wst geven zonder haar. 't Was wel jammer en vervelend, niet mee te kunnen doen, maar met niets be hoefde zij gelukkig niet aan te komen. ,/t Zal wat zijn, dat cadeautje van Guus," hoorde ze Dora de Bruin minachtend! mom pelen. „Zeker een -handwerkje, dat is goed- kocxpl" Even beet Guusje op haar lip. Die nare Dora de Bruin had ook altijd van die onaan gename opmerkingen! Z ij ken toch niet helpen, dat Moeder geen geld had. Kom, ze zou er zich maar niets va-n aantrekken 't Zakdoekje was immers een dotje en Mientje zou er blij mee zijn. Toch liet de gedachte, dat de anderen op Mientje's verjaardag het zakdoekje minach tend zoudenbekijken, haar niet met rust en toen zij 't avonds in bed lag, moest zij er den geheelen tijd' aan denken. Als ze eens ja, dat was een praoht- idee! Ze zou het geven in de bonbondoos, die ze laatst van Tante Jeanne gekregen had. Die was wol leeg, maar 't was toch een heel mooie doos- Later zou ze alles wel uit leggen aan Mientje en de anderen zouden denken, dat ze haar vriendinnetje iets heel fijns en lekkers gaf. Ja, d a t zou ze doen! En in de dagen, welke er vóór het par tijtje verliepen, bleef zii haar plannetje prachtig vinden. Toch was er iets, ze wist eigenlijk zelf niet wat, dat haar er van terughield het aan- haar moeder te vertellen. Zoo -brak de avoryd van het partijtje aan. Guusje wist niet, dat de klok tien minu ten achter was en zoo kwam het, dat zij het laatste binnenkwam. Aller oofen waren op haar gevestigd, toen «ij met haar pakje op Mientje af stapte. „Een bonbondoos!" riep Coba van Doorn uit „Heerlijk!" zei Mientje. „Ik ben dol op bonbons! Dank je wol hoor, Guus, ik ben ei erg blij mee." Guusje kreeg een vuurroodo kleur. Zóó had zij het niet bedoekt en ze schrokte niet weinig; toen Mientje de dloos, die ze nog wel met een nieuw haarlint netjes had vast gebonden, openmaakte. „Hè, wat flauw! Er zitten geen bonbons in!" hooide zij Dora de Bruin duidelijk zeggen. „Net iets voor zoo'n kaal kind!" Mientje was ook even teleurgesteld, maar zij had een wa-nm hartje en. toen zij Guusje's ongelukkig gezicht zag, haastte rij zich te zeggen: „O, kijk eens, er zit een verrassing in! Een beeldig geborduurd zakdoekje, neo maar, wat een dbtje!" De anderen letten echter niet op hetgeen Mientje zei. Ze stootten elkaar eens even met hun elleboog aan, fluisterden wat onder elkander en keken minachtend naar Guusje. Deze had wel in den grond willen zinken en wenschte niets liever dan plotseling aan al die spottende gezichten onttrokken to zijn. Nu eerst begreep zij, dat het veel beter geweest zou zijn, als zij het zakdoekje maar gewoon in een papiertje gegeven had, dan, zooals nu, den schijn aan te nemen, van haar vriendinnetje een duur cadeautje te geven. Zij zou dan stellig niet zoo verne-* derd zijn geworden. Juist op dit oogenblik nam Mientje, die wel iets begreep van hetgeen er bij haar vriendinnetje omging, haar bij een hand en zei hartelijk: „Wat heb je dat beeldig geborduurd, Guus. Bn wat 'n werk! Hoe hadt je er den tijd voor? 'k Vind het erg lief, dat je zoo iets moois voor me gemaakt hebt en 'k ben er heel blij mee, veel blijer dan wanneer er bonbons in d'e doos waren geweest, want die zou ik toch maar gauw opgegeten hebben. Dank je wel, hoor!" En met een klinkenden zoen bezegelde rij haar woorden. Toen mevrouw Koremans wat later op den avond binnenkwam en de cadeautjes der meisjes bewonderde, vied haar blik het eerst op het weTk van Guusje. „Maar kind," zei zrij, „heb je dat zelf ge maakt? Dat vipd ik eigenlijk het mooiste, wat Mientje gekregen heeft, ven de meest» waarde ten minste, want niemand' heeft zóó veel vrije uurtjes voor mijn Mieneke opge offerd als jij!" O. hoe klonken d??e woorden Guusje als muziek in de ooren. De andere meisjes keken nu ook veel vriendelijker en rij hoorde Emmy van Beek duidelijk zeggen: „Mevroirw heeft eigenlijk gelijk, Zóó had ik er nog niet ovc gedacht!" Guusje nam zie' "en avor steBig voor, nooit weer meer t. Hen sc.i.jnen, dan ze was. Je kwam er toch niet verder mee! CORRESPONDENTIE. Bruintje. Ju, maar het is nu gelukkig toch woer veel beter. Jlr zijn nu heel waf gikpmcn- schcn, geloot ik. Wat ccn leuk programmu was dat. Jan Pjetcrsz. Coen. Jo opstel heb ik gekvo- gen. Was jc vergeten om het papier ir\aar 0i,n eén kant te beschrijven Paddestoel. Is het je nvegovallen L. G. Als jc geregeld mee wilt doen, moet jo eon schuilnaam kiezen, net als de undoren, De Vriondschnp, Jc opstel lijkt me heel aardig. Scholekster. Zoo, dus je hebt goed kun nen ruilen. Schitterend hoor I Ik hoop, dot jc het mooi vindt Gymnast. Dat moet jc nog niet zeggen. Dat hangt cr heclemaol van af welke roudsels aan dc beurt rijn. Krullckop Zoo, dus don zul dut rapport ook wc! ii> OTdo komen, denk ik. Wil jc in het vervolg je briefje even ondertekenen, we*a je naam stond wel op dc «nvcloppo, maar dio raakt Wel eens weg. Grove Dirk, Heel goed, hoor. Wat een grappige schuilnuQm. Maar die is best hoor. Jo raadsel is heel aardig cn komt wel guuw in do ikront Havik. En ben jc nu weer helemaal be ter. Ik heb je al cenigen tijd gemist, maar nu ben jc er toch weer. Het Masker. Ja„ wiclrijden is een mooi sport Ik zie het ook altijd graag, die wed strijden. Dc Rijswijksche baan is wel breeder, maar ik geloof dat het Amstcrdamschc Sta dion het nog zal winnen in oppervlakte. Mol. Dat heb ik bij voorbaat al gedaan. Kon je de bonnen cn Vprkade's plaatjes ge bruiken? Ik had er juist weer een puur gekre gen, dus dat trof :je. Ik weet opk niet wie do geefster is. Ik bon erg beriiaaivd naqr je opstel. Cecilia. Neen, bang ben ik daor niet voor. En jij behoeft er ook niet bang voor te zijn, hoor. Je hebt dus een poor aardige feestdagen in het vooruitzicht. Wont cr zal zeker wel een feestje van gemaakt worden hè Yink. Ja, nu ging hot bctr hè? Moor al lukt hot één niet, daar om mag je het andere toch wel doenl Uil. Dot is al heel weinig. Moor den vol-* genden keer zeker weer wat meer hè Thijs. Gelukkig dot jo niet lang ziek ge weest bent en nu weer op mag. Want in bed blijven is ootk niet plezierig. Annemone. Dat was wel een anrdig spel letje, hè. En heb je cr veel van gekregen Pijl. Dot mag jc doen, zooals je zelf wilt. Het raadsel is heel aardig bedacht. Dank jo wel er voor. Klein Duimpje. Jij zult ook wc1 eens zoo gelukkig worden. Als jc maar geregeld mee doet. En steeds jc best doen op de raadsels. Winterkoninkje. Ik zal in dc vrogcnrubrick eens vragen Vfje of jc kan helpen aan dc ge vraagde nummers. Enkele liggen cr al voor jé klaar. Schojo. Dot is wel een mooi onderwerp waar heel veel van te vertellen iff Probeer het maar eens. Speurder. Jc had het zeker erg druk hè. Den volgenden keer wat meer hoor. Dc Eersteling. Ja, ik heb het gekregen Maar ik wacht eerst af, totdat ze allemaal bin- nen zijn. Mimoso. Ja, dot begrijp ik heel goed Kiespijn is erg vervelend en clan heb je eigen lijk nergens lust in. Beterschap ermee Zwartkop. Op zoo'n boerderij zou je wel een heelcn tijd willen doorbrengen, 't Is erg ge* zond cn wel prettig ook. Vooral als je aan alles mee kunt doen. Misschien kun jc er de groote vacontie wel weer naar toe gaan. Kampioen. Den vorigen keer kwam jc brief je te laat. Je weet, ik moet ze uiterlijk Woens dagochtend om 9 uur hebben, anders kon ik ze niet meer beantwoorden. Als ik mc goed herinner kwam jou brief pas Donderdagmid- dag. Draver. Misschien komen ze nog wel. Jo. dat heb ik ook gezien. \Vn9 je hij dien brand of heb je het later gezien. Er is niet veel meei van over gebleven. Pijl. Ik zal er op letten hoor, want daar zouden zeker gekke verwarringen uit kunnen voortkomen. Stormvogel. Geweldig druk heb jij het Ook el bij den brand geweest, 't Was wel erg hè. Zoo'n grooten brand hebben wc long niet gehad in onze stad. Kabouter. Dat zal je wel gauw leeren, denk ik. Tenminste als je er plezier in hebt en er iets voor voelt. Dan zal het best gaan. want zoo heel erg moeilijk is het niet, Ton Ncvou. Waar is je brief gebleven Lelietje van Dolen. Ja, je hebt in langen tijd niet iets van je laten hooren. Maar nu be grijp ik de reden. Vijf maanden zjck, dot is geen kleinigheid. En ben je nu weer heclemaol beter. Neen, natuurlijk ben ik daor niet boos om. Dot is toch buiten jc schuld. Negclia. Je zeker mag je meedoen. Wel kom in ons midden. Ik hoop dat je geregeld zult meedoen. Het zal je best bevallen, denk ik. Poorter. Voor een groot gedeelte wel. El zijn nog ol liefhebbers voor. OOM KAREL RUILHANDELHOEKJE. Ik heb nog om to ruilen of om aan te vylleh verschillende postzegels en sluitzegels, Verdé'r zijn er nog talrijke andere plantjes, o.a. van Pleincs-albums, T, 2, 4, 6 en II, van Oldem. kott, von K. en G. van Klaverblad (bloemveld den) cn van Verkade (Herfst, Zuiderzee en aqarium. Van dc laatste ook nog bonnen), Zijn er licfhebbeis of liefhebsters voor S. v. p. zooveel mogelijk dc nummers van de plaatjes opgeven! Winterkoninkje vraugt mij om ver schillende plaatjes en wel van I<la\:erblad-vo- gcl-plaatjes de nos. 12, 34, 46, 50, 24, 22, 25, 55, 56, 57, 60, 68, 75, 80, 95, 138, 142. Van de Klaverblad-bloemen 10, II, 13, 18, 2T, 23, 44, 47, 49, 50, 67, 71, 78, 80, 86, 92, 104, 113, 124, 137, 140. Van Verkade-Zuider- zpe 10, II, 12, 18, 22, 44, 42, 54, 100, 144, 142. Wie kqn haar misschien helpen? Br liggen nog pakjes voor Geranium, Kam pioen en Winterkoninkje.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 7