TWEEDE BLAD. BINNENLAND. FEUILLETON. Een Liefdesdroom. 24eNo.a262n9 AMÈRSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 8ZMei 1923 Opvoeding en Onderwijs. Nieuwe Wegen. DC. Bi] het lezen van de, uit den aard der zaak zeer beknopte gegevens over het leer- systeem aan de Odarvwaldschule, zullen hij enkele lezers misschien nog verschillende vragen gerezen zijn. Eenige daarvan zul len in d:it artikel nog beantwoording vin den. Maar het zij hier voorop gezet, dat voor vakstudie verwezen wordt naar de uit gebreide literatuur, die over deze onder werpen bestaat. In deze artikelen gaat het er alleen om de grondslagen aan te geven, waarop de nieuwe inzichten in de opvoe ding en onderwijs berusten. •Bij Geiheeb is de stof van een te behan delen leervak verdeeld in een aantal stuk ken, die in een even groot aantal cursus sen worden behandeld'. Men zou kunnen denken aan de cursussen van een Volks universiteit, maar dan met meer verband- En evenals aan een Volksuniversiteit mag hier de leerling die vakken kiezen welke hem momenteei het meest aantrekken. Een kapitale fout! zullen velen meenen. Een kind weet nog absoluut niet wat het noodig heeft. Het heeft in 't geheel geen overzicht over de leerstof, noch over wat het behoeft Het werk ontaardt in een hopeloos geliefhebber. Een kind leert op die wijze nooit ook het onaangename te doen, aan ieder vak verbonden, als het maar doen mag wat het belieft- Dit onder wijs kweekt slappelingen! I •Deze opmerkingen zouden ongetwijfeld nog met eenige te vermeerderen zijn, waar mee onze, o zoo verstandige tijd onmiddel lijk gereed staat deze en dergelijke pogin gen te ontvangen. We vergeten alweer, dat a] die verstandelijkheid er toch maar in geslaagd is ons lieve wereldje op de meest hopelooze wijze in de war te sturen. Zóó in de war, dat de knapste koppen op 't o ogenblik geen kans zien er weer orde en rust in te brengen-. Als dit het resultaat is van meer dan een halve eeuw geconcen treerde school opvoeding, dan wordt het on getwijfeld tijd deze eens te herzien. Laten we in het kort de bovengenoem de 'bezwaren eens onderzoeken. In de eerste plaats zou een kind niet welen, wat het zelf noodig heeft. Deze opmerking vloeit voort uit de overechtsche opvatting, die men heeft van een kindc Men be schouwt 't als een nog onvolmaakte vol wassene. En daarom zij-n leerplan en leer stof gebaseerd op de 'behoeften en eigen schappen van volwassenen. Maar het kind is een zich ontplooiende éénheid van bewustzijn, een centrum van uitstralende krachten, dat bestaat krach tens zijn eigen oentraüiteit en dat voort durend bezig is in gunstige omstandighe den andere aanzichten van zijn veelvou dige ikheid te vertoonen. Voor ieder kind gaat dat op verschillende wijze. En daar door juist kan het kind alléén aangeven wat het behoeft. Volgens dit inzicht blijkt het dwingende karakter, dat wij aan de opvoeding gegeven hebben, juist totaal ver keerd te zijn. Wij hebben altijd gemeend te kunnen bepalen wat een kind op een be paalden leeftijd moest kennen en soms ook wel eens moest kunnen. Daarop is ons geheel schoolsysteem gebaseerd. 'En als we tot het besef komen, dat dit inzicht verkeerd is, dat, ondanks de meest barbaar- sche nivelleering de verschillen wanhopig groot blijven en je bij ied'er proefwerk weer cijfers kunt geven van 1 tot en met 10, clan moeten we breken met het verstar rende, ja, doodende klassikaal verband. Dan moeten we de gelegenheid openen voor individu eel e ontwikkeling, dan hebben we noodig de levensschool l'école sur mesure, de school op maat, zooals Prof Claparède uit Genève het uitdrukt, die voor het eerst het kind zal geven wat hem toekomt. De rol van den opvoeder wordt dan niet meer een dwingende, maar een observee- rende en leidende. De opvoeder van mor gen is het best te vergelijken met een tuin man, die de ontwikkeling van zijn planten gadeslaat, hier wat meer luoht verschaft, daar wat meer ïïchf, hier een stokje bij zet en met een eindje raffia bindt wat dreigt te vallen, daar weer water en voed sel geeft. En hoezeer is het bewustzijn, dat we noemen den men scheld jken geest, verhe ven boven dat, hetwelk een leidende rol speelt in den groei van de plant. Bier uit sluitend onderbewuste groeiprocessen, daar het tasten van den god-menschelijken geest naar stralend zelfbewustzijn. Dut •houdt dan in, dat, indien bij plant en dier nog algemeene normen gelden voor den groei, voor de laatste al weer minder dan voor de eerste, bij den mensah alles ge ïndividualiseerd is: deze bepaalt zijn ont wikkeling vanuil zijn eigen middelpunt; ge bonden aan zijn eigen norm, aan eigen mogelijkheden. Wat we rn onze gewone scholen zien gebeuren, moest ons dienaangaande de oogen, wagenwijd hebben geopend. Wis kunde leert de een met het uiterste gemak, zonder zich een oogenblik werkelijk moeite te geven, een ander brengt er ondanks avonden en avonden van hard blokken niets van terecht De éénv leert zijn talen al spelende, een ander leert ze nóóit. Ge schiedenis verwerkt iemand met aanleg zonder er schijnbaar dets voor te doen, sommigen leeren zich suf op jaartallen en feiten en trachten verbanden te zien, ter wijl ze nooit iets onthouden, nooit iels weten, nooit iets begrijpen. De één heeft aan twee minuten uitleg genoeg, een ander mag wel een uur hebben. En nu dwingen we de vluggen het tempo te volgen van de langzamen en 'hun tijd schandelijk te verknoeien. Men moet niet meenen, dat dit alleen voor de middelbare school geldt. In de lagere is het bijna evenzoo. En toch hou den we onze kinderen i.n 'het pantser, toch vergiftigen we 'hun leven met vergelijkend* rapporten, tooh bed'erven we avond aan avond de stemming in duizenden huizen met huiswerk, dat te moeilijk is, in elk geval niet in overeenstemming met den aard en de ontwikkeling van den betrok kene. Moeten we daarom het huiswerk af schaffen. Neen, waarom? Dat zou momen teel zeker geheel verkeerd gezien zijn Maar we moeten het kind geven wat het verwelken kan. We dwingen onze kinde ren tooh ook niet op 12-jarigen leeftijd 1,60 M. lang te zijn of 800 M. te kunnen zwemmen. Ook niet om op hun 14de. te kunnen tennissen of pianospelen of een aria van Mozart te kunnen zingen? Waarom dan wel al wet betrekking heeft op hM intellect, op aardrijkskunde, geschiedenis, de talen, wiskunde en wat niet al! Natuurlijk omdat we meenen, dat het goed en nuttig is en noodig. En laten we nu eens aannemen, dat het dit inderdaad was, dat we werkelijk al deze bijeengeraapte chaotische kennis noodig hadden (waarom geen andere, vragen sommige Nurksen), waarom mag het organisme van het kind dan zelf niet bepalen volgens welke metho de en in hoeveel tijd het dit verwerken kan? Van die methode hangt veel af. Thans dwingen we het kind te werken naar önze methoden. In de toekomst, en >'n d«e nieuwe schol'en nu al reed's, zullen de opvoeders hiet kind helpen bij het vinden van rijn eigen methode. Heel belangrijk daarbij is, dat op deze wijze de leerling meer en meer zichzelf wordt en onafhankelijker van den leeraar kan werken. Het persoonlijke werk, het individueel© onderzoeken en bestudeeren brengen den leerling tot een groote mate van niet ge noeg te waardeerén zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid. De vormende waarde van dezen arbeid is oneindig veel grooteT dar. alles wat op bevel gedaan wordt. Er zijn er nog velen, die meenen, dat de leerling op deze wijze nooit leert moeilijkheden te overwinnen, immers „het gaat hem nu zoo gemakkelijk af*. Dat nu is een kapitale denkfout. Wie zc.'dc toch ook weer dat: le génie est une longue oatienoe? De slim merd', die het te b'nncr geschoten, had er aan toe mogen et un dur labeur. De mer.sch, die w jk aan den arbeid is, ook voor zoogena" liefihebhr- rijen, komt al voor zóóveel Üijkheden te staan, die zoo zijn concen. opwek ken en hem dwingen tot het in." r ren van al'l'e krachten, dat hét werke'ü overbodig is hem nog andere hinderpalen in 'én weg te zetten en hem lastig te va&en :net wat hom niet interesseert. Bovendien, we 'eiden het reeds, geen vak staat op zich«elf. bi de concentratie der' vakken blijkt in de practiik waar de gapingen in kennis en ontwikkeling zijn. En dan zijn ze Iveusch in den regel snel aan te vullen. Als de noodzakelijkheid om de kennis te bezitten er maai is, plus de ge legenheid om ze te verwerven. Met deze werkwijze zal ongetwijfeld blij ken, dat de ieerlingen van onze scholen eerder méér zullen kunnen doen dan min der, in e^'k geval zullen z? het voel gron diger kunnen doen en veel aangenamer. Leeren behoeft in 't geheel niet onaange naam te zijn integendeel. Nu in on zen individual is tischen tijd is het een gruwel voor veel geplaagden! Zal Nederland binnen afztembaren tijd naar het voor d'e hand liggende middel grijpen om ci/it kwaad uit do were-'d1 te helpen? J. H. BOLT. 1) Het genie vereischt een onuitputtelijk go duld en zwaren arbeid. KONINKLIJKE BESLUITEN. Verleend dc bronzen eeremcdaille Oienje- Nassauorde aan N. J. Bosch, arbeider in vas ten dienst op de wegen in beheer en onder houd bij dc provincie Limburg; benoemd tot afgevaardigden der Nedcrltnd- sche regeering in de achtste zitting der inter nationale arbeidsconferentie, welke op 25 Mei 1926 te Genève bijeen is geroepen tot lid voorzitter dr. W. H. Nolens, minister van staat, lid der Tweede Kamer, tot lid C. P Zaalberg, dircctcur-gcnci aal van den arbeid; tot afgevaardigde der werkgevers mr. H. de Beaufort, directeur der Kon. Holl. Lloyd; tol afgevaardigde voor de NederlondscHfc arbei ders J. Brautigam, voorzitter van den Centra- len Bond van Transportarbeiders te Rotterdam; tOi technische raadslieden van dc regeerings- gevanrdigden A. Folmer, directeur van den dienst der werkloosheidsverzekering en ar beidsbemiddeling, mej. mr. G. J. Stemberg, re ferendaris bij het departement van arbeid; tot technische raadslieden van de werkge vers-afgevaardigde P. van der Graaff, hoofd ambtenaar der Hollond-Amerikalijn, mr. P. W. J. H. Cort van der Linden, secretaris van de aid. Nederland der Internationale Organisatie van industriecle werkgevers, toegevoeogd lid van den rand van beheer van het internationaal arbeidsbureau. tot technische raadslieden van den afgevaar digde voor de arbeiders H. Amelink. secre taris van het Chr. Nat. Vnkvcrbortd tc Utrecht, penningmeester van het intern. Chr. Vakver bond en P. J. Serrarens, bestuurslid van het R.-K. Werkliedenverbond en secretaris vnn he' internationaal Christelijk Vakverbond; benoemd lot burgemeester van Nieuwe Nie- dorp 'A. Visser. DE NIEUWE .FLEMING PATENT REDDING BOOT". sEcn demonstratie in dc haven. Men meldt ons uit Amtserdam In tegenwoordigheid van een groot aaniul genoodigdon voornnmelijk outoriteitcn uit de scheepvaartwereld en eenige journalisten, werd een demonstratie gegeven van de „Fu ming Patent Reddingboot", waarmede het aan de Borneo-kade liggende nieuwe dubbelschroef motorschip „Phrontis" van de Nederlnndsche Stoomvaart Maatschappij „Oceaan" is uitge rust. Het gezelschap werd met de snelle boot „Be wakingsdienst" naar de emplacementen aan d» Borneo-kade vervoerd en aldaar in dc gelegen heid gesteld vanaf de „Phrontis" alle manocu vres van de door zes varensgezellen voortbe wogen reddingboot duidelijk te volgen De boot ?s uiterst eenvoudig en efficient in gericht Ze wordt voortbewogen door middel van een met handkrocht gedreven schroef. He» systeem bestaat hierin, dat onn weerszijden van dc banken handles geplaatst zijn, welke heen en weer bewogen worden en door middel van een drijfstang en tandwielen hunne beweging ovei- brengen op de schroefas, die aldus de schroef doet draaien Met groote voordeel is, dat door simpele beweging een ieder aan dc voortbewe ging van dc reddingboot kan deelnemen, in te genstelling met booten, welke door middel van riemen voortbewogen moeten worden, hetgeen veel ervaring en oefening vereischt Voorts is de heen cn weerbeweging van dc handles veel langer vol le houden don het roeien met rie men cn is de snelheid ook veel grootcr dan von de roci-rcddingbootcn Een snelheid vnn 4, 5 zeemijl .werd zonder groote inspunning be reikt. In geval van schipbreuk is men dus in staat zich door middel van booten vnn dit nieu we systeem in een minimum van tijd vnn het zinkende schip tc verwijderen en buiten de zui ging te komen En door de tijden voorbij zijn. dot alle leden der bemanningen von onze zee- kosteclen wonrdig dc riemen konden hanteer^n. is het dus,mogelijk nis de nood aon den mnn komt de schipbreukelingen zelf oon het werk to zetten De ongelijke sing, die hot resultaat is wanneer eenige paren roeiers een boot voort bewegen, is eveneens een inconvenient, dat hi -r voorgoed uitgeschakeld zal zijn, wnnt de resul taten der aangewende beweegkracht, openbaart zich in de snelheid von de omwentelingen vnn den schroef. De demonstratie had een bevredigend ver loop en deze origipcele wijze van voortbewe gen wekte aller verwondering. Het is echter jammer dat zij in het kalme wotcr der Am- sterdomsche Oostelijke haven gehouden werd en niet in de volle zee. Want door is een reddingboot toch in haar element NEDERLAND EN DE ENGELSCHE STAKING Vergodcring van de Federatie vnn transportarbeiders en het N. A. S. Vanwege de Ncderlondschc Pederotie van tronsportarbriders en het Nationaal Arbeids secretariaat is Donderdagavond in 't alg. ver- kojrlokoal te Rotterdam, ohder voorzitterschap van den heer W. Verhart een vrij druk be zochte \crgadering gehouden van transport arbeiders eri zeelieden, in verband met dc sta king in Engeland. Mevrouw H. Ro'ond Holst, die als spreckst-v zou optreden, wts niet gekomen. F. de eerste pleats heeft de secretaris van de mijnwcrkc" twteralie, de heer W. Smid, het wooid gevoerd D-ze gaf een overzicht von der. toestand in het Neder iandsche mijngebicd Hij mciktc o.m. op dal, hoewel de Nederlondschf- mijnindustrie niet voldoende produceert om het binnenlondschc verbruik te dekken, zij toch ar» ren conflict ols thans in Engeland uitgebroken is een groote rol kon spelen. De mijnwerkers zullen. aldus snr waakzaam dienen te zijn. Hierna was het word aan den voorzitter vo de Nederlandscho Federatie van Transportar beiders, den heer E. Boumon. Deze vestigde er de aandacht op, dat indien bij alle arbeiders her besef leefde, dut dt Engelsche staking ook voor hen van het grootste belang is, de opkomst ec! grooter zou zijn geweest Thans is he» fiid. zei de sprmet daden de international* solidariteit tc toonen. Tot op het oogenblik' is hier nog niet vcpI vrn te bespeuren Vier bun- kermarhinos en vei'schjllende kronen zijn naai rlc Vondeh'ngenplaot gebracht, om dnnt te hei oen d.« schepen te bunkeren, die in Engeland niet terecht kunnen Een ongekend groot aan tal leege srhoepsurimten werdt naar de Roe' getrokken om sturks me» groote voorroden bunkerkolea terug fe komen. Slechts de een heid onder de Rotte;damsche transportorbei dors kon hRr, aldus spr., bewerken, dat er geïn onderkruipers werk \er*;cht wordt. Tenslotte sprak de voorzitter van het Natio naal Arbeidssecretariaat, de heer H. Sneevliet, die zeide, dat wat op don eersten Mei door de socialistische voormannen op het IJsclubterrein tc Amsterdam is gezegd, in flagonte tegen spraak is, met wat op datzelfde oogenblik in Gedachten zijn het zaad. Het leven is de vrucht van de doorwerking van die gedachten. MARIE CORELLL naai het Engelsch van EMMELINE MORRISSON. Geautoriseerde vertaling van M. Hellema. 25 -- „En ik héb je verteld, dat ik je wel zou leeien, dat te doen. Kom bij mij, Iris. Ik heb zoo lang op je gewacht, en ik moet je zeggen, hoe lief ik je heb." Zij schudde het hoofd en wendde de oogen af. „Je hebt geheel anders gesproken, toen wij ons verloofden. Toen sprak je niet over liefde, je kuste me ook niet, alleen bij het goeden nacht en goeden morgen zeggen. Waarom wil je nu alles veranderen „Wij zijn nu getrouwd. Het zou je niet ge lukkig maken, zo half-gcscheiden naast je echtgenoot te leven. Dot is een vreeselijke toe stand cn wij zouden er beiden onder lijden. Zeg toch geen onzin." Zij zeide eerst niets meer, maar ging naar den spiegel en zette haar hoed af. Toen keerde zij zich om. „Bedoel je, dat je mij niet vrij zult laten?" „Zeker niet I Ik ben je echtgénoot, je hebt toegestemd in ons huwelijk. Ik heb niet ge dwongen of overhaast en je bent geen kind meer. Je hebt heden morgen in de kerk be loofd mij te gehoorzamen, en ik ben niet van J plan al mijn rechten op le geven ter wille van een gril. Nu zal ik wijn voor je gaan halen, en dan kan je naar bed 'gaan. Morgen zal je misschien wat redelijker zijn." Iris bloosde van schaamte en werd toen doodsbleek; een oogenblik sloot zij de oogen en keek hem toen aan met een blik dien hij nooit zou vergeten. „Als je mij aanraakt, zal ik je haten," zeide zij zacht. „En ik wil niet bij je blijven, ik waarschuw je nu Hij sprong op haar toe. „Je zult bij mij blij ven Hoe durf je zoo spi eken? Je hebt je ver stand verloren. Ik ben geen bruut, maar ik laat niet met mij spotten, onthoud \dat voor altijd. Wij zullen morgen hierover praten, als je redelijk bent, en ik zal je nu goedennacht zeggen." Hij liep haar voorbij, en toen zij hem wilde vasthouden om haar znak verder te bepleiten, duwde hij haar handen weg. HOOFDSTUK XVI Den geheclen volgenden dag werd het on derwerp niet aangeroerd Tremayne ging uft met Iris. alsof er niets bijzonders was gebeurd dr\ zij even goede vrienden waren als altijd Hij hield zich bezig met de zaken, die hij veertien dagen geleden in den steek had gelo- ten, en zij ging boodschappen doen, verlan gend om zelf het uitzet te koopen, dat zij door hun overhaast huwelijk had gemist. Hij was zoo bedaard, zoo kalm, dat het scheen, alsof hij onmogelijk anders kon zijn, maar Kir was ook ernstig en stijf. Toen het avond werd. en Iris zich voor het diner had gekleed, kwam hij haar kamer bin nen. Zij was bezig haar parelsnoer vast te ma ken, en hij zeide„Laat mij dat voor je doen," cn achter haar staande terwijl hij dat werk verrichtte, voegde hij er bij „Het spijt mij, dat ik weer moet terugkomen op het gebeurde van gisteravond. Iris, maar het is onmogelijk zoo voort te gaan, en wij moeten weten, waaraan wij ons hebben te hou den. Ik wensch je niet te dwingen mij iets re geven, dat je niet wilt; maar te doen, wat jij voorstelde, en als vreemden tc leven, zou ons beiden maar ongelukkig maken. Wij, jij en ik, zijn voor ons leven verbonden. Je zegt, dot je niet wist, waartoe je je verbond, en daarom of ik dat geloof of niet ben ik geneigd je wenschen eenigszins tegembet te komen. Zoolang wij op reis zijn, zal ik niets van je vragen, maar zoodra wij thuis zijn, in Tre- lawn, eisch ik je op ols mijn vrouw Begrijp je dat Iris liet het hoofd hangen en zeide alleen „Ja," met nauwelijks hoorbare stem. „Ben je het daarmee eens „Als ik moet." „Wil je mij beloven je belofte niet weer in te trekken „Ja." „Heel goed dan, wij zullen er ni"et verder over spreken. Ik zal mijn woord houden, ols jij het ook doet, en ondertusschen zyllen we even goede vrienden blijven als altijd." Zij bleven nog een oogenblik zwijgend staan en hij keek haar aan, maar zij sloeg de oogen niet op, cn hij stond voor hetzelfde raad sel. waarvoor hij zes maanden geleden te Stapleton Court, toen hij haar ten huwelijk vroeg, ook had gestaan. Zij gingen van Parijs naar Italic, en hadden in Rome het ongeluk, Cossillis tc ontmoeten. Tremayne wist, dot hij daar een vacantic- week doorbracht bij een vroegeren vriend, en regelde hun reis zoo, dat hun verblijf met het zijne samenviel, omdat hij verlangend was Cassillis weer te zien, en dit was een goede gelegenheid. Maar Iris zou nu allerlei veront schuldigingen moeten bedenken en hoofdpijnen voorwenden om een ontmoeting tc vermijden. Zij begon met te zeggen, dat zij hoofdpijn had, toen Tremayne haar vroeg hem te ver gezellen naar Cossillis' hotel, om hem op te zoeken, hetgeen niets voor Iris was, die nooit aan hoofdpijnen leed; en toen Tremayne al leen ging om het onverwachte bezoek af te leggen wont de jonge man wist niet, wel ken dag hij zou komen moest hij wel be merken, dat er iets niet in orde was. Het was ochtend, cn Cassillis zot juist koffie te drinken. Hij stond op en staarde, alsof hij een spook zag, werd wit als een dock en be. groette zijn bezoeker stamelend. „Doet het je geen genoegen mij te- zien?" vroeg Tremayne verbaasd en teleurgesteld- „Dat had ik toch verwacht." Natuurlijk zeide Cassillis, dat hij het heel aangenaam vond. Hij beheerschte zich cn was weldra weer ols vroeger, maar de eerste in druk bleef bestaan. Tremayne hield zich zelf voor, dot mogelijk de hoogstgevoelige natuur van den jongen man zelfs een schok van blijdschap niet kon verdingen, maar dat was moeilijk aan te ne men, cn toen hij dacht aan Julian's eigenaar dige houding gedurende zijn verblijf in Londen den vorigen winter, was hij moer geneigd te gelooven,' dat de jongen iets had te verbergen en niet op zijn komst was voorbereid. „Ik veronderstel, dat u op uw huwelijksreis is vroeg hij na een poosje. Tremayne stemde dat toe, en zeide, hoe jam mer het wasy dat Iris hoofdpijn had en hem Engeland is .geschied. Daar hoeft de l Mei-vit- ring wijding gekregen door do hoogste daad vnn solidnrifcit, dc mnssnlc dnnd. Spr. gaf loei is een historische uiteenzetting von de om- s*%ndigheden, die volgens hem »vot het uitbre ken von dc staking hebben geleid. De textielindustrie verwacht weinig invloed In verband met dc algemeene staling in En geland heeft de Tel zich gewend tot eenige ntocn-expcrts de Enschede, met dc vrong, of deze stoking bij eenigen duur ook vnn invloed zou zijn op de Twcntschc textielindustrie cn vnn welken aard een eventucclcn terugslag don mogelijkerwijze zou zijn, Het bind werd medegedeeld, dat wat de kn- toenhondel betreft, de invloed der Engelsche staking op de Twentsche industrie ol zeer ge ring zou zijn De behoefte non katoen toch is in Twente, wonr dr textielindustrie lang niet zoo florissant gaat als wel wenschclijk is, zeer gering cn deze geringe behoefte wordt nog slechts voor een zeer klein deel in Engeland bedekt, omdat de prijzen er veel to hoog zijn. Wot hier in Twente aon kntocn noodig is, wordt vrijwel geheel gekocht op de Bremcr- en Rotterdnmschc markt, omdat de prijzen daar lager zijn. Wat den gnren-import betreft, ligt de znnk eenigszins anders. Garens worden wel uit En- gelnnd betrokken, doch dc aanvoer daarvan staat wegens dc opheffing der Knnnnldiensfen, do onmogeliikheid om in Engeland te bunko ren of te laden cn wegens de stoking in Lan cashire. nlthnns deze week geheel stop. Hort dc toestond zich heden znl ontwikkelen is. ook met het oog op de eventueele symno- tbie-stnkingen op het vnstelnnd en de andere hulomnnfregolen door de vakorganisaties over- wocen, niet te zeggen Toch zou wnorschijnliik hij ronig nnnhouden der groote staking in Engeland, de vrnng nonr varens vnn binnen'hnd.e«"he nroductïe toenemen en dus danTncc het aantal orders voor de T'-mtsche spinners. Waar, ook al zouden de knnonldicnsten sooc- dïg worden hervat, de Engelsche textielfabrie ken, die slechts over kleinen kolenvoorrnad beschikken, spoedig geheel stopgezet zouden moeten worden, zou, bij eenigen duur der sto king, aanvoer vnn fijnere gnrens onmogelijk worden. De Twentsche weverijen, welke die soorten garens verwerken, zouden doordoor gedwongen kunnen wordendc getouwen stop te zetten, tc meer, waar de nonvoer der fiinero gnrens den lnntsten tijd slechts met mondjes maat "geschiedde. Uit IJmuidcn. Donderdagmorgen kwam de Britsche stoom- tre:ler A 241 Loch Esk tc IJmuidcn binnen me* eene lading visch. welke door de arbeiders ven den Centrolcn Bond von Tronsportnrh»i- ders gelost werden onder protest von de lcdon der Umu'der Federatie. Inmiddels was een lid von den Britschcn Tronspoitnrbeidersbond met een vliegtuig in Amsterdam g< komen, om te onderhandelen, zoodot ven diJaruit het consigne gegeven werd geene vei der ennkomende schepen te lossen, ïn verband hier:- ede werd een later aankomen de stoomtreilcr uit Aberdeen voor de hol ge meerd docli niet gelost. Men advisee» de den schipper naar Engeland terug te kceren, dr-rh deze verklaarde daartoe niet genoeg kolen oon boord to hebben. De arbeiders hebben hem toen aangeboden om, v/nnncer hun biMuui een onderzoek in de kolenbunkers iyooien instellen om ziine bewe ring te ondei7ockcn, bi' de juistheid dnnrvnn genoeg kolen te virsehoffen om naar Engelnnc tc gaan. HET CONFLICT RIJ T)F AMST. BALLAST MAATSCHAPPIJ. De stoking geëindigd. Zoools gemeld hebbén dc stakers van de Amtserdnmsche Ballast Mnatsclinnpij te Am sterdam en te IJmuidcn Donderdag vergaderd over de voorstellen, welke waren gedaan in do conferentie met den Rijksbemiddelaor, mr S. de Vries Czn. De vergaderingen hebben deze voorstellen, waarmee de directie zich bereids had vcreenigd aanvaard, zoodot het conflict is geëindigd Het werk, waartoe, gelijk men weef. ook behoort het aanvoeren van zond voor de op hooging van het Olympische terrein zal zoo spoedig mogelijk worden hervat. De voorstellen, waarop men tot overeenstem- niet had kunnen vergezellen, waarop geen ant woord volgde. „Je moet van avond bij ons komen dinee- ren," ging Tremayne voort, „en de kennisma king met mijn vrouw hernieuwen." G^en van beiden kon zoo gauw een veront schuldiging bedenken, cn zoo ontmoetten zij elkaar in de groote hal van het hotel onder een zee van licht en te midden van een me nigte gasten uit Rome's hoogste kringen Zij gaven elkaar de hand cn zeiden „Hoe goot het?" en Tremayne, die naast hen stond, zog niets ongewoons in hun houding. Cossillis was vergezeld van zijn vriend, een jongen, Itnli- oanschcn 'graaf, en daarom werd er onder hot diner uitsluitend Fransch gesproken. Iris was in het wit gekleed. Zij zag er heel jong on mooi uit, maar er waren schaduwen in haar oogen, en nu cn dan zagen zij en Cas sillis elkaar aan, gedreven door een gevoel dat zij niet konden weerstaan. En dan wend den zij den blik weer snel af, gekweld door onvergetelijke herinneringen. Zij glimlachten en praatten over het mooie weer, de bezienswaardigheden van Rome enz.. doch zij waren blijde, toen het diner eindelijk- was afgeloopen. Iris had nooit geweten, hoe goed zij kon komediespelen vóór hedenavond, maar Cossil lis hield zich niet zoo goed. Hij was zenuw achtig, en nog meer tegenover Tremayne dan tegenover haar. Hij hield zijn oogen meestal neergeslagen, alsof hij niet naar hoor durfde kijken, uit vrees zich te verraden. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5