AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
BINNENLAND.
FEUILLETON.
24e Jaargang
No. 267
TWEEDE BLAD.
Een Liefdesdroom.
Zaterdag
ISMei 1926
Moederschapszorg.
„Het woord is aan den wetgever!"
Het denkbeeld van wettelijke regelin
van moederschapszorg- ontstond een kwart
eeuw geleden, als een levende reactie
tegenover de groote zuigelingensterfte,
waarvan betrouwbare statistieken het we
reldigeweten beginnen te verontrusten, want
wat was de oorzaak van dat sterven der
nauwelijks geborenen? De statistieken
wezen uit, dat het droevig verschijnsel zich
het sterkst voordeed in de arbeidersgezin'
nen, vooral ook daar, waar de moeder ge
noodzaakt was uit werken te gaan en de te
vroeg gespeende zuigeling aan on voldoen
de hulp en verzorging over te laten.
Dus leek het voor de hand liggende,
maar niet doordachte geneesmiddel: Ver
bod van den arbeid der gehuwde vrouw.
Dat dit verbod ailleen maar een bepaald
categorie van gehuwde vrouwen kon be
reiken: de fabrieksarbeidsters, terwijl tal
van andere groepen niet op deze wijze
konden worden achterhaald.; dat een ver
bod van arbeid, waardoor de gezinsinkom-
sten werden omlaaggehaald zonder ver
goeding en hulp een averechtsche uit
komst hebben moest en de beste moeders,
terwiïïe van het gezin, zou drijven naar
wetsontduiking heendat begrip groei
de eerst langzaam in de hoofden der wet
gevers. In ons land heeft het zrah zelfs tot
op heden nog niet in een practische wer
kelijkheid vermogen om te zetten.
Wel probeerde de wet „Talma" deze
materie te regelen; het wetsontwerp werd
zelfs aangenomen in het Parlement in
1913, als een onderdeel van de ziektewet,
die echter tot op dit óogeniblik niet is uit
gevoerd! Bij deze aangenomen wet nu
werd de ziekteverzekering geregeld von
loonarbeiders, terwijl eigenaardig ge
noeg met ziekte werd gelijkgesteld
zwangerschap en bevalling!
In het licht van haar tijd gezien en uit
gaande van het bepaalde levens inzicht der
toenmalige reohtsche Kamermeerderheid,
was de wret zeker humaan gevoeld. Zij ver
zekerde „ziek te geld" aan een kleinen kring
van vrouwen: de gehuwde arbeidster
vasten dienst. Door een subtiel gevonden
redeneering sloot zij echter de ongehuwde
moeder-arbeidster (mits niet va-n bekend
slecht levensgedrag) niet met woorden uit-
Zeven jaar later oordeelde Suze Groene-
weg den tijd meer dan gekomen om die
regeering door een Kameruitspraak zede
lijk te dwingen de regeling der moeder
schapszorg inderdaad teir hand te nemen.
Haai* iriotie, volgens haar levensinzicht
ontworpen, noodfgde den minister uit:
„zoo spoedig mogelijk maatregelen te tref
fen om te komen tot een premie-vrije uit-
keering bij zwangerschap en bevalling aan
alle vrouwen, die deze noodig hebben, cm
haar moederlijke functies te vervullen'."
Elke differentieering tussdhen gehuwde
en ongehuwde moeders, tussohen loonar
beid sters in vasten dienst en andere groe
pen van vrouwen was hier vervallen; In
liet wartouw van de regeling van het ver
zekeringswezen hakte de socialiste den
knoop door met 'haar eisoh premie-vrije
uitkeering.
Deze motie is nooit in behandeling ge
komen steeds door waohtte de wetgevende
macht op de indiening van een hervormde
ziektewetdie niet verscheen.
Ondertusschen had ook het internatio
naal pogen inzake regeling der moeder-
sobapszoig niet stilgestaan; integendeel,
h et was ons land vo oruit geloop en De
Arbei'disconferentie van Washington in
1919 regelde aldus 'haar ontwerp-con-
ventie:
„Men mag een vrouw geen arbeid laten
verrichten binnen 6 weken na haar beval
ling.
„Een vrouw zal het recht hebben haar
arbeid neer te leggen op vertoon van een
medische verklaring, dat haar bevalling
waarschijnlijk binnen 6 weken zal plaats
hebben.
„Een vrouw zal gedurende dien tijd een
uitkeering ontvangen, die voldoende is
voor het onderhoud van haarzelf en van
het kind; de uitkeering zal worden verkre
gen door oen stelsel van verzekering."
De Ohtwerp-Conventie spreekt dus van
een vrouw, zonder ziah met de kwestie al
of niét gehuwd le bemoeien; ei\ zij spreekt
van een stelsei van verzekering, ieder land
dus vrijlatende in de keuze van .een be
ipaa'd stelsel. Zij verzoekt de landen toe-
getreden tot den Volkenbond, dus ook ons
landy d'e nationale wetgeving in overeen
stemming te brengen met deze internatio
nale, nadat de regeering de Conventie zal
hebben geratificeerd.
En daar zit nu weer de klem voor ons
land. Het Ontwerp werd niet geratifi
ceerd omdat de bevoegde maohten al
door wachten op de herziene ziektewet, die
niet belieft te verschijnen.
Wie niet in rust zaten te wachten, dat
waren de „vereenigingen". Natuurlijk deel
den zij practische raad en hulp uit voor
zoover hun middelen dat veroorloofden,
aan moeders en kinderen, die 'hun hulp be
hoefden; maar daarmede was hun sociaal
geweten niet bevredigd. Voelende dat al
leen wetgevende kracht, d'e middelen, de
organisatie het doelbewuste ingrijpen kon
regelen en leidentrachtten zij bij
de inertie van den officieelen wetgever
hem dén nieuwen weg te wijzen docr hei
uitgeven van rapporten, enquêtes, studie
materiaal 4 en een weimschenreeks, die de
materie overzag en heen leidde naar be
paalde centrale punten. En daar deze ver
eenigingen uitgingen van verschillend
standpunt, hun inzicht diepten uit verschil
lende geesteshouding, spreekt het vanzelf,
dat de conclusies, die zij trokken uit de
zelfde maatschappelijke verschijnselen, ook
onderling afwijkend moesten zijn.
In 1919 verscheen het rapport ven de
.Vereieniging van - Staatsburgeressen", dat
een premie-vrije uitkeering vroeg voor ails
vrouwen. Het wenschte geen limiet te stel
len tot bepaalde inkomens toe; ten eerste:
omdat een limiet altijd automatisch en
onrechtvaardig werkt; ten tweede, omdat de
controle van net, naar verhouding, gering
aantal vrouwen, wier inkomen hoven d»
imiet zou stijgeneen duur ambtena
rendom eischte, dat den Staat meer kosten
zou dan een algemeene uitkeering. Natuur
lijk vroeg het rapport ook, en dat vragen
ze. allen: zooggeleigienlheden, considtati-®-
bureaux, m o eder cursussen, inrichtingen,
waa-r de bevalling kon plaats hebben, als
omstandigheden het thuis daarvoor onge
schikt maakten.
De socialistische Vrouwenduh, weer een
ander deel van het vraagstuk behandel en cl,
toonde in een enquête naar den toestand
der kraamvrouwen in verschillende gemeen
ten zeer beschamende, uit de werke
lijkheid gegrepen, sociale toestanden; ter
wijl de afcleeling Den Haag va-n den
Nation-alen Vrouwenraad, omgekeerd in
hear rapport ten toon spreidde, wat enkel»
groote steden met voorfioopig welslagen
trachtten te bereiken aan werkdadig hulp
betoon.
Ook de vereenigingen tot verhooging
van het zedelijk bewustzijn, de Heldring-
gestichten, Beth Palet, brachten haar in
zicht aan. Zij verklaren zich tegem premie-
vrije uitkeering door den Staat en
tegen gelijkstelling in deizen van gehuwde
en ongehuwde moeders. Dit laatste niiet uit
wreedheid, ma-ar uit doordachte, van hun
endlpunt uit, verdedigbare overwegingen.
Dit overzicht moge besluiten met het
Rapport van den Nati-cnailen Vrouwenraad
1925 verschenen en samengesteld
naar het beeld van den raad door vogels
van zeer diverse pluimage. Hetgeen tege
lijk de zwakheid en de kracht vam het rap
port uitmaakt; in verscheidene punten kon
geen eenstemmigheid worden bereikt; ze
werden afgevoerd of in afwijkende conclu-
ses weergegeven; maar waar ze die een
stemmigheid wel bereikten, geven ze ook
'tegelijkertijd „het grootste gemeene veel-
fout" van vrouwen-denken en voelen weer,
wat zoo ergens, in deze materie toch wel
me er wegwijzend mog worden geacht.
Wanneer wij nu hierbij voegen, dat ooi;
in d'e politieke partijen reeds een inzicht
zioh vo'gToeide, reeds het beeld van eeri
practische mogelijkheid bezig is zich te
vormen.... mogen wij dan niet eindigen,
waar-mee wij begonnen: In de Tmaterie van
de moederschepszorg zij het woerd aaiVp'.ut
wetgever. Het is zijn voorrecht en- zijn
plicht, zijn taak en zijn vermogen, hier han
delend, regelend, scheppend in te grijpen
en een stuk theoretische mogelijkheid lot
practisch leven te vormen. De gemeen
schap roept erom: rij behoeft het.
niet deelde dienstplichtigen, die tot de ad-
ministratietrocpen behooren en wier eerste
oefening langer don acht en een halve monnd
heeft geduurdde dienstplichtigen die bij de
luchtvnortofdeeling werkzaam zijn op burger
rechtelijke arbeidsovereenkomst en voor wie
deze ofdeeling ook de mobilisaticbcstemming
UIT DE STAATSCOURANT.
toegekend de zilveren cercmeduillc in de
Oronjc-Nassau-orde aan A Erades, eerste bc
diende van de Stadsgehoorzaal te Leiden;
eervol ontslagen wegens reorganisatie mr.
L. P. J. Michiclsen, als tijdelijk administrateur
bij den Vreemdelingendienst te den Haag;
benoemd tot lid tevens voorzitter van don
Armenraad mr. J. Hou wink, thans lid, en tc
Zutfcn P. M. de Jong, ook thans lid.
benoemd tot notaris te Amsterdam (vaca-
turc-A. Scheltema Beduin): N. Schroder, can-
didaat-notaris, wonende te Hilversum.
PRINS HENDRIK.
De Prins is voornemens Zondag 23 Mei,
len Pinksterdag, te Maastricht tegenwoordig te
zijn bjj de onthulling von het monument voor
de tijdens den oorlog in Nederland overleden
Fransche vluchtelingen.
DE MINISTER VAN STAAT,
MR. P. W. A. CORT VAN DER LINDEN
Zijn 80e verjaardag. De grijze
staatsman ontvangt het grooikrui
van den Ncdcrlandschen Leeuw.
Dc minister van staat, oud-minister en lid
an den Raad van State, mr. P W. A. Ccrt
van der Linden, die gister zijn 80sten verjaar
dag vierde, bevond zich niet te 's Gi avenhage,
doch vertoefde te Wolfhezen.
De jubilaris ontving onder meer een warm
gesteld telegram van gelukwensch van den mi
nister van binnenlandschc zaken en landbouw
Kan, die gedurende den oorlog met mr.
(_ort van der Linden als secretaris-géneraal
heelt samengewerkt en waarin tevens zijn be
noeming tot de hoogste onderscheiding, h
Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw
werd medegedeeld.
De leden en de hoofdambtenaren van den
Raad van State deden door het zenden van te
legrafische gelukwenschen van ihunnc hoog
achting voor den jarigen staatsman blijken.
HANDELSVERDRAG
NEDERLAND—ESTLAND.
Het ministerie von Buitenlandsche Zaken
deelt mede, dat op 4 dezer te Reval zijn uitge
wisseld de ratificatie-oorkonden van het op
22 Juli 1924 tusschen Nederland cn Estland
gesloten voorloopige handelsverdrag. Ingevolge
artikel IX zal het verdrag op 19 Mei e. k. in
werking treden.
STAATSMUNTBEDRIJF.
Wijziging der wet.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
an dc wet tot regeling van de inkomsten cn
uitgaven van het Stantsmuntbedrijf voor het
dienstjaar 1925. De wijziging strekt tot ver
hooging van eenige artikelen en vermindering
andere. De vei hoogingen bedragen
f 29.700, dc verminderingen 22.5C8.
DE HERHALINGSOEFENINGEN.
Zij, die niet opkomen.
In een legerorder wordt medededing gedaan
van een ministeriecle beschikking betreffende
de herhalingsoefeningen. Aan de herhalings
oefeningen nemen o.m. de volgende groepen
WIJZIGING INDISCHE BEGROOTING 1924
Een drietal wetsontwerpen ingediend.
Ingediend zijn drie wetsontwerpen tot nader
wijziging der begreoting van Ncd.-lndië vooi
het dienstjaar 1924.
Dc nadere wijziging (z.g.n. regujjarisotie) v.vrd
voorloopig vastgesteld bij dc besluit -n van dc
Gouverneur-Generaal van 18 December 192
nes. 4, 5 en 6.
Dc besluiten strekken om
a. onderafdcelingen welke ontoereikend zijn
gebleken te verhoogen met een gezamenli k
bedrag van 47.505.784 en die, waarop
overschot is, te verminderen met totaal
93.606.170;
b. van enkele onderafdcelingen en middelen
dc omschrijving te wijzigen
c. nieuwe ondernfdeclingen en middelen op
dc bcgrooting te brengen tot een gezamenlijk
bedrag van onderscheidenlijk f 281.63^ en
9.585.033.
Het totaal wordt 42.513 319 leget.
PENSIOENCOMMISSIE BIJ DE
SPOORWEGEN.
Een kwestie met den heer van
Braambeek.
B Minister van Waterstaat heeft, naar „Het
Volk" meldt, aan den secretaris der Neder-
landscne Vcreeniging van Spoor- cn Tram
wegpersoneel, Van Braambeek, die wegens de
onbillijke samenstelling der pensioencommissie
voor dc Nederlondschc spoorwegen zijn benoe
ming tot lid van deze commissie niet heeft aan
vnard, een brief gezonden, waarin de toezeg
ging gedaan wordt, dat bij eerstvolgende wets
wijziging een andere samenstelling zal worden
opgenomen, waardoor aan zijn bezwaar kan
worden tegemoetgekomen. Duurt clit tc lung,
dun wilde dc Minister afzonderlijke verande
ring overwegen. De Minister verzocht in ver
band daarmede aan den heer Vun Braambeek
om op zijn beslissing terug te komen Deze'
heeft hieraan gevolg gegeven cn zal dus nu
plaats nemen in deze commissie.
W. E. VAN DAM. v
Op 44-jarigen leeftijd is tc s-Gravenhoge
overleden de heer W. E. van Dam, directeur
van het Rottcrdamsche bijkantoor der Am-
stcrdamsche bank tc Rotterdam.
BEBOUWING VAN AMSTERDAM-ZUID
Een commissie.
B. en \V. van Amsterdam hebben den ge
meenteraad voorgesteld hen te machtigen een
commissie in te stellen voor de bebouwingen in
plan-Zuid, bestaande uit den directeur der Pu
blieke Werken (voorzitter), den directeur van
Bouw- cn Woningtoezicht, den directeur van
den Woningdienst, den hoofdingenieur, hoofd
dei ufd. grondexploitatie bij den dienst der
Publieke Werken, den stads-architcct, den ont
werper van het plan-Zuid en een nader dooi
cn W. oan te wijzen architect
Naar dc meening van B. en W. zouden de
maatregelen voor het verkrijgen van een in
élk opricht bevredigende bebouwing der in de
uitbreiding-Zuid gelegen gemeente-terreinen
moeten zijn gericht op
en oordeelkundige verdeeling der te be
bouwen terreinen, zoodanig, dut tot stand kun
worden gebracht een bebouwing in drie prin
cipieel onderscheiden hoofdtypen, te weten
blokbouw van étagewoningen, aangesloten ge
differentieerde bebouwing en villc-bouw, ter»
aanzien waarvan voor elk sooit afzonderlijke
regelen voor de bevordering der schoonheid
zouden moeten gelden
b. het in acht nemen van silhouetpionnen bij
het beoordeelen van de gevel-ontwerpen dei
bebouwingen
het nemen van een preventieven maat
regel welke verhoedt, dat de bouwers het ma
ken van gevelontwerpen opdragen non daai-
oor onbevoegden
d. wijziging van het toezicht op dc gevel
ontwerpen
instelling van een uit hoofdambtenaro-
dcr gemeente en uit architecten bestaande
commissie, ten behoeve van de uitvoering dc
hierboven aangegeven maatregelen.
ORANJE NASSAU-TENTOONSTELLING
TE ARNHEM.
Plechtige opening in tegen
woordigheid van den Prins.
Tc Arnhem werd Woensdagmiddag dc Oranje
Nossau-tentoonslelling in tegenwoordigheid van
Prins Hendrik geopend.
Het plan tot het houden van deze tentoon
stelling ging uit van het Oranje Comité voor
Gelderland, dat gevormd werd ter herdenking
van het zilveren huwelijksfeest der Koningin.
Dc eercplaats in de Koepelzaal van het
museum verkreeg de inzending van de
Koningin het schilderij van P. van dor Hem
voorstellende de Koninklijke Familie (het natio
nale huldeblijk) mei verschillende documenten
uit het Huisarchief der Koningin.
D tentoonstelling omvat in het algemeen
schilderijen, prenten, penningen en handschrif
ten betrekking hebbende op dc nicest bekende
vertegenwoordigers van het Huis van Oranje
en op hen, von wicn dc Koningin in
recht lijn afstamt, voorts op het door ver
schillende Oranjevorsten bcklccde stadhouder
schap van Geldcrlund.
De tentoongestelde handschriften geven een
zoo volledig mogelijke verzameling uutografen
van de Orunjes, die Gelderland bestuurden
bovendien werden hun zegels geëxposeerd.
Handschriften, zegels en bovendien zeer uit*
vociige collecties penningen werden tentoon
gesteld r
De
officiccle opening
werd bijgewoond door een aantal autoriteiten,
o.w. leden van Gedeputeerde Staten cn dc
griffi r der Prov. Staten jhr. mr. Snouck Hur-
gronje, dc oud-commissaris der Koningin jhr.
S. van Cittcrs, de burgemeesters van Arnhem,
Apeldoorn, Zutphen, Renkum en Ede, mr. Bik,
voorz. dér Ver. Oranje Nassau Museum te
's-Gr avenhage, jhr. Van Riemsdijk, oud-hoofd-
dir. van het Rijksmuseum fc Amsterdam, mevr.
Van Reigersberg Versluys—geb. B.sse Schim-
meloenninck van der Oye, dame du pain--, van
de Koningin, vele civiele en militaire autori
teiten.
Do voorzitter van het ecrccomité, dc commis
saris der Koningin mr. S. baron van Heemstra,
was door verblijf buitenslands verhinderd dc
openingsplechtigheid bij te wonen.
Omstreeks 3 uur kwam Prins Hendrik voor
het gebouw van het Gemeente-museum aan. Na
ontvangst door dc tentoonstellingscommissie be
gaf de Prins zich naar dc voor dc officiccle ont
vangst bestemde zaal in den Oostelijkcn vleugel,
waur dc heer F. A. Hoefcr, voorzitter van dc
commissie van voorbereiding, een wclkomstre-
dc hield en daarbij den wer.sch' uitte, dat deze
tentoonstelling zou mogen opwekken tot vader
landsliefde.
Namens den Bond van Oronjevcrecnigingen
en Oronje-comité's in Gelderland bracht mr. S.
Tromp Meesters den voorzitter der tentoonstel
lingscommissie, den heer F. A. Hocfcr, hulde
voor zijn werk.
Dr. N. Japikse, directeur van het Bureau
voor 's Rijks geschiedkundige publicaties, gaf
daarna in een rede een schets van de bctecke-
nis der Oranjevorsten in de geschiedenis van
Geldcrlund.
Vervolgons heeft de waarnemende commis
saris der Koningin, de heer A. D. P. V. van
Li-ben Seis, dc openingsrede uitgesproken.
Duurna werd een rondgang gemankt door de
tentoonstellingszalen. De Prins gebruikte met
de leden der tentoonstellingscommissie de thee
de ver Hucll-kamer van het museum.
ENKRATEIA.
Congres tegen het alcoholisme.
Enkrateia bond van Protestantsch Christelijke
drnnkbestrijdersven enigingen houdt Woensdag
25 en Donderdag 26 Augustus tc Amsterdam
zijn vierde congres tegen het alkoholisme.
NED. JONGELINGSVERBOND.
Jaarvergadering to Arnhem.
Tc Arnhem is rlc jaarlijksche vergadering
van hot Nederlandse!» Jongelingsverbond
gehouden.
Woensdagmiddag om 1 uur begon dc ver
gadering, welke werd gepresideerd door ds.
P. Veen uit Utrecht, den voorzitter van hei
oi bond.
De vergadering droeg een huishoudelijk
karakter. Verschillende verslagen werden
uitgebracht. In behandeling kwam eer.
borstel van 4 afdeelingen betreffende de
Beter uw argument te verliezen dan uw
vriend te verliezen.
LUBBOCK
naar het Engelsch van
EMMELINE MORRISSON.
Geautoriseerde vertaling van M. Hellema.
30
„Dat is geen bevel voor mij," antwoordde
zij scherp „Ik heb je niet noodig, ga dus uit
den weg, als je blieft."
„Mijn meester zou mij dc schuld geven, als
u een ongeluk kroeg, mevrouw ,'t is heter, dat
ik meega."
„Ik ben geen kind en ook geen krankzinni
ge," snauwde Iris Beklaag je maar bij meneer
Tremayne, als hij terug komt, maar ga nu uit
den v/eg als je blieft," en zonder antwoord af
te wachten, zette zij de auto aan en reed snel
de laan uit
Dc man staarde haar somber na.
„Nu is 't uit met mij," merkte hij op tot den
hofmeester. „Dat kost mij mijn betrekking, en
ik mag wel dadelijk uitzien naar een andere.
Als er haar iets mocht overkomen
En juist dien dag overkwam haar iets. Iris
reed niet goed Zij was zenuwachtig, cn de
jonge dame, die zij meenam, maakte haar nog
erger. Zfj gingen in Oxford lunchen, deden
daar eenige boodschappen, en reden om vier
terug.
Fr was iets niet in orde met de machine.
.Waarschijnlijk was het een kleinigheid, maar
rij kende de auto nog niet voldoende om ter
stond te weten, wat er aan haperde, en het
duurde een heelen tijd, eer zij konden wegrij
den Dientengevolge moesten zij zich nu haas
ten, want hoe boos en verdrietig Iris ook was,
zij was bang genoeg voor haar echtgenoot,
om terug te willen zijn te Trelawn, eer hij van
Londi-n weerkeerde.
Zij vloog den heuvel t?f met een snelheid
van dertig mijlen per uur en ontmoette een
boer in een karretje, dat langzaam omhoog
reed, terwijl een wit hondje op zijn gemak
daarachter draafde
En zooals zulke honden zijn, ging het plot
seling midden op den weg zitten.
„Let op den hond riep Iris' gezellin.
Zij zette hoar voet op de rem, vloog op zij
om het dier te vei mijden en boog voorover om
de handrem te grifpen Maar de plotselinge
zwaai deed haar hooggehakte schoentjes van
de rem gl'jden op den versneller, eer zij de
andere rem had gevonden. In een oogenblik
vloog de auto den heuvel af.
Haar vriendin schreeuwde, maar Iris zeide
alleen „Houd je stil I" en zocht met handen
en voeten naar de remmen, die op dat nood
lottig oogenblik geheel schenen te zijn verdwe
nen, évenals alles wat zij had geleerd omtrent
het sturen Zij begreep, dat. als zij veilig den
voet van den heuvel bereikte, de helling aan
den anderen kant de snelheid zou verminderen,
maar daar kwam een tweede boerenkar aan,
en in de verte een fiets.
Het was alles het werk van een paar mi
nuten. Zij boog op zijde, om de kar te vermij
den, reed bijna tegen de fiets aan, keerde zich
om, ten einde naar den jongen te zien, die
ze bereed en er af viel, en liet zoo de auto
van den weg af in een diepe, met mes be
groeide sloot schieten, waar zij met een laatst
protesteerend gebrom stilstond.
Iris werd er uitgeslingerd op het gras, en het
meisje naast haar ontkwam dat lot, doordat zij
zich op den bodem van de auto liet vollen
En toen verscheen Tremayne juist op het
tooneel, op weg van het station Hij had zich
bezorgd gemaakt over zijn vrouw, en had ge
telefoneerd, dat de auto hem een uur vroeger
moest komen halen dan gewoonlijk.
Iris scheen zich niet te hebben bezeerd, toen
men haar uit de sloot hielp, ook de auto was
door een gelukkig toeval niet erg beschadigd
De zijden waren slechts eenigszins vei bogen,
de lompen en het scherm gebroken, moor d'
machine was onbeschadigd en werkte, toen zij
weer op den v.-eg stond.
Tremayne zei Je heel weinig Hij liet Iris'
vriendin thuis brengen in zijn eigen auto door
den chauffeur, die hem gereden had, en reed
zelf It is naar Trelawn in haar auto.
Benson kwam hem tegemoet, toen zij dc
laan opreden en opende de deur.
„Waarom was je niet bij je meesteres?"
vroeg Tremayne.
„Mevrouw wilde alleen rijden, meneer," ant
woordde de man.
„Maar ik had je bevolen, mevrouw niet al
leen te laten rijden."
„Ik kon er niets aan doen, meneer."
„Je hebt mijn bevelen dus niet gehoorzaamd.
Morgenochtend zal ik je je loon uitbetalen"
De man keek naar Iris. Zijn betrekking tc
Trelawn was goed en hij wenschte ze niet te
verliezen; maar zij lette niet op hem, daarom
zeide hij „Ja, menec-r, heel goed, meneer,"
en niet meer.
Tremayne volgde Iris in de hal.
„Weet je zeker, dat je je niet hebt bezeerd?"
vroeg, hij bezorgd „Je deed beter een bad te
nemen, en ik zal je wat brandewijn geven. Jc-
bent zoo bleek en je beeft."
Zij beweerde, dat haar niets scheelde, maar
Hij was bezorgd, te bezorgd om zoo boos te
zijn, als men had kunnen verwachten
„Je had jezelf kunnen dooJcn," zeide hij,
toen zo naar boven gingen. „Hoe kon je zoo
iets doen? Ik hnd je nog wel verboden alleen
uil le gaan. Wat bezielde je toch. Iris
„Waarom zou ik niet, als ik ei lust in had.
Ik ben je slavin niet, en zal doen, wat ik wil.
Ik heb je gezegd, dat ik Benson niet mee wilde
hebben."
„Dan zal je niet meer gaan rijden," ant
woordde Tiemayne scherp „Je auto zal wor
den verkocht en Benson werdt ontslagen voor
zijn aandeel in deze znnk. Ik weet niet, of je
hei niet opzettelijk deed., weet jc Je hebt er
meer dan eens op gezinspeeld
Iris tvnd haar kamer binncr. en ging zitten.
Zi| trachtte zelfs te lachen.
„Wat hen je ontzettend grappig. Daaraan
heb ik nog niet gedacht
Zij scheen geen letsel tc hebben gekregen,
en Tremayne kon haor niet door" elkaar schud
den voor haar dwaasheid, hoezeer hij er ook
lust in had. Daarom verliet hij haor en ging
nam beneden alleen dinceren, doch rankte de
spijzen bijna niet aan.
Om tien uur kwam Iris' kamenier beneden
en verzocht hem den dokter te laten halen
„Ik denk, dat dat ongeluk er de schuld van
draagt," zeide Tremayne tot den dokter vroeg
in den morgen, terwijl zij stonden thee te drin
ken in Iris' zitkamer. „Er is nu geen leans meer
opi"
„Neen," was het antwoord. „En u rnoogt
blij zijn, dat uw vrouw zoo sterk is. Zij had
zich zelf evengoed kunnen dooden."
1 remayne was den geheelcn nacht op ge
weest Hij kon niets doen, maar hij had toch
niet kunnen slapen, als hij naar bed was ge
gaan, en meer dan eens had zij naar hem ge
vraagd, ofschoon zij zich had voorgenomen het
niet te doen.
Eenmaal vroeg zij hem „Zend Benson toch
nit ■//eg, Geoffrey, u!s je blieft niet. Het war
zijn schuld niet. Hij yilde meegaan, maar i!
wilde het niet hebben.
Cp dat oogenblik had hij alles voor hoe*
willen doen en beloofde het terstond cn vroeg
of er nog iets was, dnt zij van hem wilde
Zij schudde het hoofd en zeide: „Neen. He'
is mijn eigen schuld, ofschoon ik het niet op
zettelijk deed Maar zend Bcnsn niet weg
en zij greep zijn hand
„Het was Julian's schuld niet. maar d<*
miinc.'
Op dut oogenblik lette Tremavnc niet op
die vergissing, maar later herinnerde hij z(
zich, toer. hij Je zitkamer op en neer liep, na
dnt dc dokter naar Iris was gegaan.
„Ik begrijp niet, hoe zij Benson cn Cassilli*
kon verwarren vroeg hij zich of. „Zij scheer
toch v el bij kennis tc zijn, maar Benson'
naam is Duvid
HOOFDSTUK XX.
Het was Juni, voor Iris weer beter was, en
dc- rozen stonden te Trelawn in vollen bloei.
Zij hadden nooit weer over de zaak gespro
ken. Tremayne was heel vriendelijk voor haar
geweest, zoolang zij ziek was, moor de teleur
stelling bleef en hij was bitter gestemd. Hij
verlangde naar een zoon. maar zij niet, en het
was haar schuld, of het opzettelijk was ol
niet.
Toen hij terugdacht aan het laatste jaar,
nam zijn bitterheid r.og toe, want hij herinnerde
zich al zijn droomen en verwachtingen; alles,
wat hij haar had willen geven, en het geluk,
dat hij voor hen beiden had bedoeld. En alles
was mislukt.
(Wordt vervolgd.