AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" TWEEDE BLAD. KOLONIËN. BINNENLAND. Flanel Costuums. 246 Jaargang No. 275 Woensd 26 Mei Oost-lndië. DE NIEUW-GIHNEA-EXPEDIT1E. Nonr 't Nassaugcbergte. Batovia, 25 Mei. De leider der Nieuw-Guinca expeditie, prof. Matthew, W. Stirling en de heer H. A Hoyte, maakten een vlucht van 2.20 u. van het Albatroskamp naar den voet van het Nassaugebcrgto. Dc landing boven stroom van het Splitsingskamp was onmoge lijk wegens ondiepte en bochten der rivier. Geland werd toen bij het Splitsingskamp, waar veel inboorlingen aanwezig waren Dc mede genomen 220 K.G voedsel werd verborgen, waarna werd teruggevlogen naar het Albnfi-os- kamp, dam de houding der opgewonden in boorlingen (Papoea-stammen) onzeker was UIT DE STAATSCOURANT. bevorderd tol officier in de Oranje-Nassau- orde K. de Vries, secretaris der Verceniging Volksonderwijs te Amsterdam; toegekend de bronzen eeremedaille der Oranje-Nassau-orde aan P. Polderman, koet sier bij W. F. K. Lenshoek tc Kloetinge; bevorderd tot adj.-commies bij het hoofd bestuur der Posterijen en Telegrafie A. Dort- land, thans klerk; bevorderd bij het agentschap van het mi nisterie van Financiën en directie der Groot boeken der Nationale Schuld tot referendaris J. H. Oppel, thans hoofdcommies; tot hoofd commies L. W. ten Broeke, thans commies; benoemd tot tijdelijk adj.-commies F. W Rackwitz, gewoon, boekhouder bij den Rijks betaalmeester te 's Gravenhage; benoemd tot leden der Nederlandschc dele gatie naar de 9e internationale arbeidsconfe- rentie, den 7en Juni te Genève als regeerings- efgevaardigden dr. Nolens, minister van staat; mr. W. L. P. A. Molengraaff, voorzitter der commissie tot herziening der rechtspositie van kapiteins en schepelingen; tot technische raads lieden \V. H. M. de Fremery, hoofdinspecteur van den havenarbeid, mr. A. M. C. Sandbcrg, secretaris der commissie inzake de herzienjpg van de rechtspositie van kapiteins en schepe lingen; L. Veenstra, 2c voorzitter der Centrale van Koopvaardijofficieren; tot afgevaardigde van de werkgevers A. J. M. Goudriaan, voor zitter von den Bond van Werkgevers in dc koopvaardij; tot technische raadslieden van den afgevaardigde van de werkgevers mr. P. W. J. H. £ort van der Linden, secretaris der afd. Nederland der internationale organisatie van industrieele werkgevers, J. Spakenburg, secretaris van den Bond van Werkgevers in de Koopvaardij; tot afgevaardigde voor de arbei ders J. Zwaga, secretaris van den Ned. R.-K Bond van Transportarbeiders; tot technische raadsleden voor den afgevaardigde voor de arbeiders J. Brautigam, lid der Tweede Kamer, voorzitter van den Centralen Bond van Trans portarbeiders, W Strybis Pzn., algemeen be stuurslid van het C. N V. en voorzitter van den Ned. Bond van Chr. Fabrieks- en Trans portarbeiders; benoemd tot lid der Bczuinigingscommissie prof. L. A. van Royen, oud-minister van oor* log en marine a. i.; benoemd tot directeur der strafgevangenis sen te 's Hertogenbosch G. A. H. Metz, thans directeur van het Huis van Bewaring te 's Gra venhage. JHR. A. C. D. DE GRAEFF. Te Rotterdam gearriveerd. Gistermiddag is per stoomschip Volendam van de Holland-Amcrikalijn te Rotterdam aan gekomen de nieuw benoemde gouverneur-ge neraal van Nederlandsch-Indië. jhr. A. C. D. de Graeff, bijzonder gevolmachtigd minister en oud gezant van Nederland te Washington. Ter begroeting waren de heeren W. Wester man, commissaris, en A. Gips, directeur van de Holland-Amerika Lijn aanwezig. In een kort onderhoud, dat de N. R. C. met jhr. de óraeff had, deelde hij mede, dat hij bij het aanvaarden van zijn benoeming tot gouverneur-generaal zich niet heeft laten lei den door overwegingen betreffende mogelijk minder prettige ervaringen in zijn hoedanig heid van gezant in de Vereenigde Staten. Wel zou, zoo zeidc hij ten aanzien van de soepelheid van de Amerikaansche regcering, misschien nog het een en ander te wenschen zijn, maar ik heb deze benoeming, los daar van, met graagte aanvaard. Jhr. de Graeff is terstond naar 's-Gravenhage doorgereisd. Hij zal tot half Augustus in ons land blijven, waarna hij per stoomschip Gro- tius van de maatschappij Nederland naar In- dië denkt te vertrekken. DU1TSCHLAND EN POLEN. De uitspraak van het Int. Hof. Het Permanente Hof van Internationale Jus titie heeft hedenochtend 10 uur in de groote rechtszaal van het Vredespaleis een zitting go- houden voor de uitspraak van zijn arrest in de zaak tusschen de Duitschc Regeering (eischeres) en de Poolschu Regeering (verweer ster) betreffende zekere Duitsche belangen in Poolsch Opper-Silezië. Zooals men zich zal herinneren, ging het In hoofdzaak om twee vragen Te of Polen gerechtigd was op grond van de wet van 14 Juli 1920 eigendommen van Duitsche onderdanen ol maatschappijen, door Duitsche onderdanen gecontroleerd, in beslag te nemen, mei name of dc inbeslagneming van de stikstoffobriek te Chorion, ten nndeele van de maatschappijen Obcrschiesische Stichstoff- werke en Bnyerischc StiVhstoffw?rke. geoot- loofd was. <1ar> wei in strijd met de Conventie van Ger.ève2c ol de kennisgevingen door de Poolsche Rege*rin.g »*nn haar economen om over 'e gnen to; de „Huidarlc(d.w.z. een voim var» ontejgfnlng) var. een aantal lande lijke eigendommen, loebchoorcnde can ver schillende Duitsche onderdanen of aan dooi dezen gecontroleerde Maatschappijen in over eenstemming was met de bepalingen van d< artikelen 6—22 van bedoelde Conventie van Genève. In zijn lijvig arrest komt het Hof tot een ontkennende beantwoording van de eerste vraag, terwijl, wat het tweede punt betreft, het Hof de Duitsche Regeering ten aanzien van sommige der bedoelde landelijke eigendommbn in het gelijk stelt, ten nazien van andere han eisch tot onwettig-vcrklaring der kennisgeving ontzegt. Dc vice-president van het Hof, de heer Weiss, die aanvankelijk in deze zaak zitting heeft gehad, heeft, ^gens ziekte, sinds T6 April niet meer aan c handeling dezer zaak kunnen deelnemen. Aan het arrest is toegevoegd een korte be schouwing van rechter Lord Tinlay over een der punten van het arrest; ten aanzien waar van hij, zij 't op andere gronden, tot hetzelfde resultaat komt als het Hof, alsmede de uit eenzetting van de individueele mccning van den Poolschen nationolen rechter graaf Rost- woroski, die zich met het arrest niet kan ver eenigen. HET VERTREK VAN DE K. XIII. Een dag tritste! Het vertrek van Hr. Ms. onderzeeboot K. XTII, onder bevel van luitenant ter zee Ie kl L. G. L. v. d. Kan naar Nederlandsch-Indië via het Panamakanaal is een dag uitgesteld cn zal dus plaats hebben op 27 dezer uit Nieuwe- *dicp. Het uitstel is een gevolg van het te bat ontvangen uit Engeland van een onderdeel, dat voor het wetenschappelijk onderzoek noodig is, een te late verzending, welke weer gevolg was van de algemeene werkstak:ng in En geland. MR. J. L. F. BÖTHLINGK f. Zondag is te Zwolle overleden de heer Mr. J. L. F. Böthlingk, Officier van Justitie to Zwolle. De heer Böthlingk promoveerde te Leiden den 20sten Juni 1894 Hij werd aangesteld als ambtenaar van het O. M. te Leiden op den 8sten Juni 1901 en overgeplaatst in dezelfde functie te Amsterdam den 26sten Juli 1902. Den T5dcn October T909 volgde zijn aan stelling als substituut-officier van Justitie te Rotterdam. Op 4 Augustus 1920 werd hij aan gesteld als Officier van Justitie te Zicrikzce, terwijl hij 26 Januari. 1923 als zoodanig te Zwolle in functie trad. A. C. VERMEULEN f. Te 's-Gravenhagc overleed, 62 jaar oud, dc heer A. C. Vermeulen, technisch hoofdambte naar bij het technisch bureau van het Depar tement van Koloniën. VOLKSONDERWIJS ZESTIG JAAR. Een receptie. Men meldt ons uit Amsterdam; Gisteren werd in het Americain Hotel een druk bezochte receptie gehouden door het hoofdbestuur van de verceniging Volksonder wijs. In de zaal waren vele bloemstukken aan wezig als zoovele blijken van belangstelling en waardeering voor hetgeen Volksonderwijs heeft gedaan Onder hen die ter receptie kwamen, noemen we in dc eerste plaats de vertegenwoordiger van den Minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer K. Brants, die de Verceniging namens de re geering gelukwenschte en den heer Kl. de Vries meedeelde, dat H. M. de Koningin hom had bevorderd tot officier in de Oranje-Nas- sou-orde Mede bracht hij zijn gelukwcnschen over als hoofdinspecteur van het Lager On derwijs cn feliciteerde hij de Verceniging als vertegenwoordiger van het hoofdbestuur van Christelijk Volksonderwijs Door Dr. M. W. Morsman, voorzitter van het Comité uit dc ofdeelingen van Volksonder wijs, werd gememoreerd wat Volksonderwijs gedaan heeft en een enveloppe aangeboden voor het toekomstig werk. Verder kwamen in een lange rij de Ver ceniging complimcnteeren de vertegenwoor digers van het Hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, den Bond nn Nederlandsche Schoolhoofden, van het Ncderlondsch Schoolmuseum, van het Hoofd bestuur van het Nec lnndsch Ondcrwijsge- nootschap, van den Ncdorlandschcn Ouder-' raad, van den Centralen Ouderraad, van den Nederl. Bond van Leeraren en Leeraresscn bij het Vokondei wijs. van de Nederlandsche Ver- eeniging van Huisvrouwen, van de Ver. ter Vereenvoudiging der Spelling, van het Hoofd bestuur der Ver. tot Bevordering van het On derwijs in Handenarbeid en vele anderen. UIT DE COMMUNISTISCHE PARTIJ. Een oppositie-orgaan Het Hbld. verneemt dat de oppositie in de Communistische partij, die deze week eenige malen in Concordia te Amsterdam heeft ver gaderd, de meerderheid van 28 afdeelingen der Communistische partij achter zich heeft. Zooals wij reeds mededeelden, waren op die vergaderingen verschillende bekende commu nistische leiders uit het oude partijbestuur aan wezig, doch niet dr. van Ravesteyn. Besloten werd o.m dat gepoogd zou wor den fondsen bijeen te brengen voor hot uit geven van een orgaan dat voorloopig ééns per maand verschijnen en den naam dragen zal van het door de nieuwe partijleiding opge doekte wetenschappelijke maandschrift „De Communistische Gids". De redactie ervan zal staan onder leiding van de heeren D. Wijn koop, dr. W. van Ravesteyn en J. C. Ceton In de verschillende deelen des lands zullen de georganiseerde communisten over het ge beurde en het standpunt der oppositie worden ingelicht. DE MOORD OP DEN MAKELAAR BUSCH. De zaak voor den Hoogen Raad. Voor den Hoogen Road is heden behandeld het cassatieberoep van Marcelis Muylwijk te Amsterdam, veroordeeld in eerste instantie door de rechtbank te Amsterdam tot 6 jaren gevangenisstraf met aftrek van 8 maanden preventieve hechtenis en in hooger beroep door het gerechtshof aldaar tot 4 jaren gevan genisstraf met aftrek van een half jaar preven tieve hechtenis, beide keeren wegens mishan- RECLAMES. Van T—4 regels 4.05, elke regel meer/ L- KLEERMAKERIJ Fa. E. L. J. LAMMERTS Amersfoort Groningen Utrechtscheweq 36. Tel. 587 deling, den dood tengevolge hebbende, en dief stal. Mr. Alfred Levy uit Amsterdam lichtto in deze zaak de volgende cossoticmiddelcn te gen 's Hofs arrest toe I. Schending of verkeerde toepassing der artt. 211, 216. 221, 239, 240, 247, 391, 392, 402, 403, 404, 406 en 407 Str. (oud), jto. art. 162 Gr. en 300 Str. A. door den beklaagde tc veroordeelen ter zake van in 's Hofs arrest bewezen verklaardo mishandeling met doodclijk gevolg en daartoe het wettig en overtuigend bewijs te putten uit beklaagde in het arrest voorschreven erkente» nis en uit de aldaar voorschreven getuigenver» klaringen in verband met het van prof. dr. Eint- hoven overgenomen oordcel, hoewel dat oor deel slechts uitging van omsnoering van den hals als oorzaak der verschijnselen bij Buscn, hoedanige omsnoering echter niet is tc last gelegd, veel minder ooit door beklaagde er kend, integendeel door beklaagde in diens be doelde „erkentenis" duidelijk is ontkend, ver- mits die erkentenis (pag. 7 van het arrest), op dit punt luidt „dat hij moedwillig met geweld met dc ccr e hand Busch bij dc keel heeft gegrepen, Hr- wijl hij de andere hand, vlak, achter in diens nek hield", door welk „vlak" en dus niet gebogen han den eenc „omsnoering" was uitgesloten, waarbij nog komt, dat het van prof. Eintho- ven overgenomen oordeel, dat verschijnselen als door beklaagde omschreven, geheel over eenkomen met die. welke zich veelvuldig voor doen bij omsnoering van den hals cn dat bij zoodanige omsnoering het „zoo spoedig in treden van den dood zeer normaal is als re sultaat der (bij die omsnoering) samenwerkende factoren", wèl inhoudt, waarom een omsnoe ring het bedoeld doodclijk effect kan hebben, doch niet inhoudt, dat veel minder waarom de daad van beklaagde een omsnoering zon geweest zijn; terwijl het van prof. dr. B. Brou wer overgenomen oordcel juist op een omstan digheid wijst (tertonire lues), die ook afgeschei den van bckl's. dpod een actuten dood bij Busch terwijl deze nog wel in staat van op*- winding verkeerde nllerminr et een won derlijk toevallig gebeuren zou hebben gemaakt. Uit welk een en ander blijkt, dat het Hof te gelijkertijd de grenzen der degvaarding over schreden, een ontkentenis als erkentenis ge bruikt en een schijnmotiveering gegeven heeft, die de uitgesproken bewezen verklaring van het oorzakelijk verband van daad en dood niet vermag te d.agen, gezien het feit, dat de door het Hof aangehaalde getuigenverklaringen om trent dot beweerd oorzakelijk verband niets hoegenaamd inhielden. B. Door op de eene plaats in het arrest op te nemen, dat beklaagde heeft erkend (pag. 7), dat hij moedwillig met geweld" heeft gehan deld (mishandeld) en op de andere plants too tc geven, dat hij voor den Hove juist heeft ge- gezegd, „dat het niet zijne bedoeling is ge weest, om Busch pijn te doen of letsel too tc brengen, doch- dat hij Busch wilde verhin deren in zijne woning te gaan om met zijne vrouw te spreken;" uit welk een en ander blijkt, dat de door het Hof als erkend aange nomen „opzet", ja „moedwil", in waarheid, volgens 's Hofs eigen arrest waren ontkend. C. Door met prof. Einthoven te oordeelen, .dat bij omsnoering van den hals praktisch verzet niet voorkomt, omdat bii zondanige om snoering het slachtoffer onmiddellijk de macht over zijne spieren verliest", terwijl ook volgens het Hof het slachtoffer tiidens den greep en het schudden nog gesproken heeft de woor den „laat los Muylwijk", hetgeen spierarbeid ereischt en alzoo met onmiddellijk verlies van de macht over zijn spieren in strijd is, zoodat ook in dit opzicht het feitelijk uitgangspunt van prof. Einthoven en van het Hof met den concretcn casus niet voldoende rekening hield; waarbij nog komt dat het spreken dezelfde v/oorden ook uitsloot dat de luchtwegen zouden zijn dichtgeknepen, gelijk in datzelfde aandeei mc'e als ui gangspunt wordt aangenomen D. Door het te laste gelegde opzet bewezen te verklaren (pag. 18) uit „de plaats waar, dc wijze waarop en de kracht waarmee be klaagde Busch, die kleiner was dan hij, cn bo vendien nog lager stond, heeft aan- en vast gegrepen en vastgehouden cn ook doordat beklaagde voortging met zijn handelingen, niettegenstaande Busch den beklaagde had verzocht hem los te laten en beklaagde de uitwerking van zijn geweldpleging zag en voel de", niettegenstaande beklaagde's erkentenis omtrent al die feiten, ook volgens 's Hofs ar rest, inhield (pag. 7) dat zij gepleegd werdeu in hevige en plotselinge drift cn woede, ver oorzaakt door het onrechtmatig optreden van Busch. E. Door met prof. Einthoven te oordeelen, „dat de mogelijkheid dat Busch aan kamcr- fibrillatic lijdende was, doordat beklaagde hem aangreep, niet absoluut kon worden uitgeslo ten, doch desondanks niet* alleen het overtui gend, maar ook het wettig bewijs geleverd tc verklaren aldus voorbijziend dat wettig bewijs van een oorzakelijk verband alleen dan aanwezig isj indien elke andere dan .dc t'*n laste gelegde oorzaak door den recU«u uit gesloten wordt geocht en geen zweem van twijfel naar zijn oordcel overblijft I II. Schending of verkeerde toepassing der- zelfde wetsartikelen en van de artikelen 43 tn 41 jto. 133 Str. A. Door bev.czcn te verklaren (pag. 17), „dat de woede des beklaagden niet is opgewekt door den aanval" van Busch, en wel omdat zulks zou volgen „uit beklaagdes opgaven, dat als hij niet was gestruikeld en gevallen tegen dc deur, die daarop met helscK lawaai sloeg tegen den muur, het niet zoo'n vaart zoude hebben gcloopen"; hoewel beklaagde volgens pag. 7 van het arrest op dit punt hnd opge geven, dot zijne ..door het optreden van Busch ontstane drift" verhoogd werd dooi dat Busch, onder het uiten der woorden „als je niij nou 1 hem een duw gaf en beklaagde met zijn hiel stootende tegen steigcrdeeltjes" wankelde en viel tegen cenc van dc beide deu ren, enz., zoodat 's Hofs motivccring ook op dit punt de beslissing niet kan dragen, nu vol gens de door het Hof volledig gebruikte er kentenis des beklaagden, het bedoeld struike len het rechtstrccksch gevolg was von den aan beklaagde door Busch gegeven duw, waarbij onverschillig is, of die dus slechts een duwtje was I B. Door beklaagde's beroep op noodweer casu quo met overschrijding der grenzen van noodzakelijke verdediging als gevolg van hevige gemoedsbeweging, opgewekt door dc eigen daden van het slachtoffer te verwer pen, evenals beklaagde's beroep op overmocht in den zin van psychiphen, door het slachtof fer op hem uitgcocfcndcn drang cn zulks op de navolgende, onwettige gronden1. op grond van 'sHofs reneering (pag. 19) alsof het feit, dat dc bewuste „aanranding nog wel op andere wijze, bijvoorbeeld door afsluiting van dc woningdcur had kunnen worden afge wend." Deze redencering toch is niet slechts in haar feitelijke grondslag onbewezen, doch in elk geval onvoldoende om het beroep op nood weer te verwerpen vermits bij iedere „over schrijding van dc grenzen van noodzakelijke verdediging" dezelfde redencering kan worden gehouden en zoodoende art. 41 2e lid Str. tot een doode letter zou worden gemaakt. 2. Op grond van 's Hofs toevoeging tot dc vorige rcdc-necring dat „in ieder geval geen oogcnblikkclijk ge baar heeft gedreigd" en „dat ten slotte niet „is gebleken, dot een psychische drong den „beklaagde heeft overweldigd en dat er een „dringend gevaar was, dat slechts kon worden „afgewend door het door beklaagde gepleegd „geweld", zulks ondanks het relaas der feiten, die in 's Hofs arrest zijn opgenomen en uit welke volgt, dat het Hof heeft voorbijgezien, dot oogcnblikkclijk gevaar in wettclijken dreigt, zoodrn het duidelijk is, dol zonder on middellijke tegenweer de dreigende schending van het huisrecht, gepaard met geweld tegen het lijf des bewoners, zal worden uitgevoerd, gelijk in casu door den indringer zoo dui delijk was aangekondigd met de woorden „als je mc nou" en met het gebaar von den duw. Waarbij worde opgemerkt, dot het even onzinnig als ondoelmatig zou geweest zijn, indien beklaagde den indringer enkel hoddc toegevoegd „wacht even, don zal ik de sleu tels van mijn binnenkomers gaan halen, al thans dc deuren dier kamers of dc gangen erheen afsluiten", cn even ondoelmatig, indien beklaagde zonder iets tc zeggen, met hem al- ledminst eigen flegma, getracht hod, nn den duw weg tc loopen en bedoelde deuren of gangen of te sluiten vermits dan het bedoeld gevaar der aanranding niet slechts had voort bestaan, doch juist in meerdere mote hod blij ven dreigen I III. In verbond met.'en als gevolg van dc schending der in middel I en II aangehaalde wetsvoorschriften ook schending von artikel 310 jto 321 Str door te beslissen, dat beklaagde diefstal op do eenmaal aan Busch toebehoord hebbende voor werpen zou hebben gepleegd, zulks niettegen staande dc beklaagde volgens zijne erkente nis, zoools het Hof die meergeeft in zijn arrest en als waarach tig aanneemt door dezelve volledig in de be- wijsconstructic tegen hem tc gebruiken, zijn voornemen tot toecigening dier goederen geen geval eerder heeft opgevat en uitgevoerd don nadat het lijk van Busch met ol die goede ren achter slot en grendel in zijn kelder had weggesloten enkel om zich buiten te gaan be raden en zonder dat hij op dot oogenblik ook maar eenig misdadig voornemen koesterde zoodat hij het lijk met die goederen toen an ders dan door misdrijf onder zich had. Eerst daarna is beklaagde volgens zijn er kentenis bier gaan drinken in café Suisse aan den Overtoom, heeft hij aldaar ccnigen tijd vertoefd, heeft hij vervolgens dc door hem zelf als „duivelsch" gekenmerkte plannen zich voelen opkomen en is hij uit dot café ver trokken om eerst toen met diezelfde sleutels den kelder weder te openen, het lijk te kisten en casu quo zich de goederen toe te eigenen uit welk een en ander blijkt, dot het zich toe eigenen chronologisch in ieder geval was ge scheiden van hét anders don door misdrijf on der zich hebben, zoodat de toeeigeningsdand slechts verduistering, niet diefstal kon opleve ren. IV. Schending of verkeerde toepassing van art. 405 Str. (oud) jto. 70 Str., door een tijds verloop van 9 jaren onvoldoende te achten om bij den beklaagde de juiste herinnering tc doen vervagen omtrent het preciese tijdstip, waarop hij vermogens rechtelijk geoorloofd- don wel misdadige bedoelingen met dc goede ren van Busch' lijk zou hebben opgevat zulks hoewel het instituut der vervolgings verjaring in de Nederlandsche wet is opgeno men mede uit overweging dot oen tijdsverloop von zelfs reeds minder don 9 jaren groot ge vaar doet ontstaan, dat dc juiste herinnering omtrent het gebeurde zoowel bij den beklaag de als bij de getuigen is verdwenen. V. Schending der artt. 391408 jto. 211 Strv. (oud) door de vaststelling der strafmaat, doch zonder cenige bewijslevering en in strijd met beklaagdes opgaven, aan te nemen en dus te beslissen, dot Busch was een „vriend" des beklaagdes, van welk feit slecht het tegendeel uit het gebezigd en verder aanwezige bewijs materiaal ken worden afgeleid. Nadat de rapporteur, mr. Taverne, een uitvoerig rapport had uitgebracht, lichtte de advocaat, mr. Levy, de cassatiemiddelen nader toe. Pleiter gaf eerst nog een kort verslag van het gebeurde, zooals M daarvan een lezing gaf. M. voelde zich inderdaad direct no het gebeurde als den moordenaar van Busch, maar hij ontkende gedurende 9 jaren, iets of tc weten van B/s verdwijning. Onder den invloed van een predikant heeft hij later in het Huis van Bewaring een bekentenis afgelegd. In één van Muylwijk's geschriften heeft men gevonden, dat het eigenlijk niet zijn bedoeling was ge weest, een toeëigeningsdood te plegen. De vcr- oordeeling is er één geworden van één, uit gesproken op rapporten von deskundigen. Doch eerst dienen op vettige wijze vost te stcan de feiten, waarop die rapporten steunen. Een meening van een deskundige is geen be wijsmiddel. De rechtbank had zijn vonnis ge- iken baseerd op feiten, zonder gebruik van eenigc medische dcskundigenvX. Het Hof heeft intepondeel gemeend, no hebben het oordeel von een deskunc jn casu prof. dr. Einthoven. Pleiter zette cn dat noch von omsnoering, noch van omi. ming van den hols van B. sproke kon zijn» Muylwijk werkelijk omsnoerd heeft, moet dot met instrumenten gedaan hebben. Er is sprake van moord, maar doorvoor is hij mi, veroordeeld. In het rapport van prof. Einthoven trof plei ter een ernstige denkfout oon, doordot gelijk heid van symptomen geleid heeft tot gelijkheid van oorzaken. Men mist ook in dit rapport, dat de verschijnselen, die bij omsnoering wor den waargenomen, uitgesloten zijn bij iets anders. In onderdeel B vrn het eerste cassatiemiddel ligt dc eigenlijke aanleiding voor den bc- klaagde, om in cossotie te gaan. Dat cassatie beroep is van pleiter niet uitgegaan. Hij heeft M. integendeel gewaarschuwd voor de moge lijke gevolgen. Den term moedwillig begrijpt pleiter niet. Beklaagde heeft juist steeds be weerd, dot het niet zijn bedoeling wos geweest tc handelen, zooals hij deed. Moedwil heeft hij steeds ontkend. Bij onderdeel C. dient^ men in plaats van omsnoering tc lezen: gchcclc omsnoering. Voorts is in het vonnis von het Hof een oordeel von prof. Einthoven overgenomen, dot op zichzelf twijfel loot. Dit mog niet. Dc vraag is in 't geding: was er een onge lukkig verloop von feiten of was hier oen misdrijf? Busch was dc deur geweigerd naar M.'s woning en M. had het recht den mokcloar tegen te houden. Moor M. handelde ols reflex op de dnden van B. Von een opzet om to mishandelen was hier geen sproke. Iemand, die de grenzen van dc noodzakelijkheid te zijner zelfverdediging overschrijdt, is volgens het tweede lid van art. 41 Sr. niet strafbaar als die overschrijding te wijten is aan een hevige -,-mocdsnnndocning. Dit lid heeft het Hof blijkbaar verwaarloosd. Pleiter achtte den diefstal niet bewezen. Wilde men ecnige kans hebben op een straf vervolging met succes, don moest aan Muyl wijk wel diefstal ten laste gelegd worden, want een verduistering verjaart na 6 jaren. M. was over de gelden van B. absoluut machthebbende. Die gelden hod M. onder zich en anders don door misdrijf verkregen. Wanneer hij dit geld later opmaakte, don was dit verduistering. Bo vendien is hier geen éénheidsdelict, dot diefstal is, bewezen. Het materiaal bewijst niets om trent de directe misdadige toeëigening. Er is niets anders don de bekentenis van M., die in deze dc moest onbetrouwbare is. Het Hof heeft niet aangenomen de terug koming van M. op zijn bekentenis. Het Hof zegt, dat het tijdsverloop van 9 joren niet zóó lang is, dat M. zich niet meer precies zou herinneren de toedracht van het zich toeëige- nen der geiden. Moor bij verduistering heeft de wethouder zelf den termijn van verjaring be paald op 6 jaar. Waarom? Omdat noch dc verdachte, noch de getuige na een tijdsverloop van 6 jaren te vertrouwen zijn in hun vcr- kloringcn aangaande verduistering. Wanneer het Hof nu vooropstelt, dat M. zich na 9 joren nog precies alles moet herinneren houdt het met het verjoringsinstituut geen rekening. Pleiter was von meening, dot ten aanzien van het rapport van prof. Einthoven de juiste vormen allerminst zijn in acht genomen. Prof. Einthoven is ie elfder ure bij dc zaak gehooid. Hij heeft, gedeeltelijk a l'improvistc, en mon deling een rapport uitgebracht cn daarbij merkwaardig! olie andere deskundigen in hun hemd laten staan. Het was lijnrecht in strijd met dc verklaring van b.v. prof. De Vries. Dc verdachte heeft niet eens gelegen heid gehad het rapport te bezien. Het Hof heeft evenwel juist op dit rapport veroordeeld. Allerminst had men toch mogen verwochten, dot zulk een deskundigen-ropport ondertee kend was. Dc behondcling was hiermede afgeloopcn. De procureur-generaal zal op 7 Juni con clusie nemen. KANTOORBEDIENDE DIE BIJNA EEN TON VERDUISTERDE. Tot 2 Ja jaar veroordeeld. De Vierde Kamer der Amsterdomsche rechtbank deed uitspraak in dc zaak tegen den 25-jnrigen kantoorbediende, die een bank instelling gedurende de jaren 19221926 had weten op te lichten voor bijna een ton, door de voorschotten van de solarisrekcning ten eigen bate oon te wenden. De rechtbank veroordcele bckl. tot een ge vangenisstraf van 2J4 jaar met aftrek van drie muanden preventieve hechtenis. Een jeugdig koopman van denzelfden leef tijd, die profijt van deze verduistering had ge trokken, werd veroordeeld tot twee jaar, even eens met aftrek van drie maanden preventieve hechtenis. De eisch voor beiden was drie jaar KINDERMOORD IN DEN HA AG Een ir.an gearresteerd. De politie tc Den Haag stelt een onderzoek naar een geval van vermoedelijken kinder moord, welke op den eersten Pinksterdag ge pleegd zou zijn. Een ongeveer 36-jarigé vrouw, H. genaamd, samenwonende met een zekeren S., in een perceel aan dc Laan, was moeder geworden nn een kind, dat eenigen tijd daarna door den geneeskundigen dienst dood in een emmer wa ter werd gevonden. Het vermoeden bestaat, dnt het kind geen natuurlijken dood zou zijn gestorven. Hoewel beide personen ontkennen het kind van het leven te hebben beroofd, ochtte de politie evenwel termen aanwezig om den man tp arresteeren. De vrouw is naar de ziekeninrichting aan den Tt-pijtweg overgebracht. MOORD TE VEEN BIJ HBUSDEN. Een 3C-jorig man het slachtoffer. Maandagavond halftien is, naar de Tel. meldt, de 38-jarige Jacob Vos, te Veen bij Heusden voor zijn woning dcor een revolver schot in de borst vermoord. De vermoedelijke dader, zekere M. K. aldaar, is gearresteerd cn gevankelijk naar 's Bosch overgebracht. De oorzaak moet een oude veete zijn.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5