ve»i voor generaol Snijders con luid hoera oan.
Toen trad Gcnereul Terwisgo noar voren en
herinnerde er oan, dat de tegenwoordige mi
nister van oorlog in de mobilisntiejoren als
kapitein bij zijn divisie heeft gediend. En wat
deze deed, was goed gedaan, zoo zeide de ge
neraal.
Generaal Snijders, daarop het woord ne
mende, sprak er zijn vreugde over uit, ook aan
een lid van de regeering het Mobilisatiekruis
te kunnen uitreiken. Openlijk wenschte de
oud-opperbevelhebber te getuigen van zijn
erkentelijkheid en zijn waardcering voor de
door den toenmaligen kapitein Lambooy be
wezen diensten. Onder luid hoera spelde Ge
neraal Snijders daarna minister Lambooy het
kruis op den borst.
Minister Lambooy sprak van een groot ge
voel van dankbaarheid dot hem bezielde bij
het ontvangen van het kruis uit de
handen van den oud-opperbevelhebber,
den man wiens werk spreker van nabij
heeft mogen zien. De minister noemde het een
hartverheffend schouwspel, generaal Snijders
het land te zien doortrekken om alom het kruis
te spelden op dc borsten van de mannen, die,
zooals zij hier met opgeheven hoofden voorbij
hun oud-opperbevelhebber trekken, daardoor
te kennen gevende dot de bond tusschen hen
en generaal Snijders nog niet verbroken is.
De regeering, zoo zeide spr., zich weer tot
Generaal SnYjders wendende, stelt uw arbeid op
hoogen prijs en waardeert zeer een onverdro
ten ijver en jeugdig vuur, waarmede gij werk
zaam zijt om de populariteit van ons leger
hoog te houden.
De muziek zette toen het 'Wilhelmus in en
geestdriftig zongen de duizenden, op het veld
aanwezig, ons nationale lied.
Vermelden wij nog dot bij deze plechtigheid
het Hoofdbestuur van het Nederlandschc Roo-
dc Kruis, vertegenwoordigd werd door W. C.
Boron Roëll van Hazcrswoude.
HET VADERLANDSCH VERBOND.
Ontbinding en fosic.
De algemeene ledenvergadering van het Va-
derlandsch Verbond, Zaterdag te Utrecht ge
houden, heeft aangenomen het voorstel van
het hoofdbestuur om dc vereeniging te ontbin
den met ingang von den dag, waarop in sa
menwerking met ruim TOO uitgetreden leden
van het Verbond von Actualisten groep de
Jong een nieuwe vereeniging zal worden ge
sticht. Een commissie werd benoemd voor de
vereffening van zaken.
Dc constituecrende vergadering van de
nieuwe vereeniging zol vermoedelijk op Zater
dag worden gehouden.
CONGRES ROOMSCH-tfATHOLIEKE WERK
LIEDENVERBOND.
Herdenking van het feit dat voor
35 jaar de Encycliek Rerum Nova-
rum verscheen. Een druk be
zocht congres gisteren in Tivoli
gehouden. Oud-minister Aal-
berse als spreker.
Onoer Voorzitterschap van den heer de
Bruijn hield Zaterdag in Park Tivoli te Utrecht
het R. K. Werkliedenverbond een buitenge
woon druk bezqcht Congres.
In zijn openingswoord heette de Voorzitter de
aanwezigen en ook de velen die dit congres per
radio volgden hartelijk welkom en in het
bijzonder de sprekers die op dit Congres eene
inleiding zullen houden. De oud-minister van
Arbeid Prof.- Mr. Aalberse herneemt op dit
eerste sociale congres na zijn aftreden weer
zijne leidende positie in de sociale beweging
van ons land, die hij zoovele jaren in de arbei
dersbeweging innam.
Dat Mr. Aalberse thans op dit eerste Ver-
bondscongres spreekt beteekent o. m. ten eerste,
dat wij, georganiseerde arbeiders hem, leerling
en volgeling van Leo XIII. voor gansch het land
onze bizondere erkentelijkheid willen betuigen
voor het vele en gewichtige werk in die zeven
jaren voor land en volk verricht; het beteekent
ten tweede, dat de banden, die hem en ons zoo
lang te zamen bonden, door geen 7 jaren mi
nisterschap losser zijn gemaakt, integendeel!
Ook de andere inleiders werden door den
congresvoorzitter met bijzondere woorden van
welkom begroet.
Spreker z'egt vervolgens dat aanleiding voor
dit congres het feit is, dat vóór 35 jaren de
groote Paus, Z. H. Leo XIII, de wereldzend
brief „Rerum Novarum" het licht deed zien.
Doel is om, geleid door dezelfde beginselen en
gevoelens als waarop de Rerum Novarum
steunt, den socialen weg te wijzen waarlangs wij
ons doel: een door de Christelijke beginselen
geleide toekomst-maatschappij zullen kunnen
bereiken.
Door het herdenken dier verschijning van de
Encycliek willen wij Leo danken en huldigen
voor hetgeen hij met name gedaan heeft voor
de onrechtvaardig verdrukte arbeidersklasse.
AI zou de Encycliek niet anders hebben be
reikt. dan dat de arbeiders en een aantal intel-
lectueelen uit een geestelijken slaap werden
wakker geschud, dan was er reeds veel bereikt.
Met een beroep op de encycliek was het mo
gelijk vakvereenigingen op te richten en den
strijd aan te binden tegen de parasieten, welke
zich op het leven der arbeiders hadden vastge
zet.
En een aantal intellectueelen konden na de
verschijning van de encycliek, negeerende de
openlijke en bedekte beschuldiging „socialist"
te zijn, hun socialen plicht doen.
En toen Aalberse in 1919 bij de behandeling
der Arbeidswet zijn tegenstanders ongeveer dit
toevoegde: „zelfs al zoudt Ge gelijk hebben,
dat beperking van den arbeidsduur verminde
ring der productie tot gevolg zou hebben, dan
nog hebt Gij het pleit niet gewonnen omdat
boven het belang der productie uitgaat het
levensgeluk, het geestelijk welzijn, het gezins
leven den arbeider", toen sprak in hem de
geest van Leo XIII.
En dat de sociale wetgeving in ons land is,
gelijk ze is, danken we mede aan. Leo's „Rerum
Novarum".
Doch wij zijn het met den grooten Duitschen
Jezuit Heinrich Pesch eens: wanneer dc funda-
mentcele strekking van de encycliek wordt over
wogen: mensch boven productie, dan moet wor
den gejuigd, dat er vanuit christelijk sociaal
standpunt gesproken, nog slechts wat „klein
werk" is verricht
Dan kunnen we met Pater Vrijmoed zeggen,
dat er door een aantal sociale wetten wat
pleisters geplakt zijn en wat balsem gesmeerd is
op enkele uitslagplekken aan den buitenkant
Van het zieke lichaam onzer maatschappij. De
kwaal zit echter dieper; alleen operatief ingrij
pen kan oplossing brengen. M.a.w.: het kapi
talisme heerscht onze dagen nog oppermachtig,
het kapitalisme, volgens Pesch „de beheersching
van de volkshuishouding door het winstbelang
van het kapitaalbezit".
-Voor dat winstbelang van het kapitaal-bezit
moeLalles wijken.
Het kapitalisme doet zich zeker in zoo sterke
mate gelden als in Leo's dagen.
Welnu, met alle waardeering voor hetgeen
bijna uitsluitend met de hulp van den wetgever
is bereikt: thans zijn we aan het groote werk
toe.
Met Pesch en Raaymakers zijn wij van oor
deel. dat wij, Katholieken, verplicht zijn om te
beginnen met den bouw eencr nieuwe maat
schappij.
De étrijd moet worden aangebonden tegen,
volledig gebroken moet worden meet het kapi
talistische systeem, dat de grootste tegenstel
ling vormt met de sociale leer van het Chris
tendom en de moraal.
Wanneer men ons volk afdoende wil be
schermen tegen den stromloop van het anti-
rpligieuse socialisme, dan zal men de conse
quenties moeten durven aanvaarden uit het
feit, dat ook „Christendom en Kapitalisme te
genover elkander staan als vuur en water'.
Rede van prof. Aalberse.
Na dit openingswoord sprak Prof Mr. Aal
berse, die met een langdurig applaus werd be-
broet. Spr. ving zijn rede aan met te zeggen
dat hoewel dit congres een herdenkingscongres
was. men hem toch heeft gevraagd om over de
toekomst te spreken. Hij gaat vervolgens na.
hoe de verschijning van „Rerum Novarum'
voor 35 jaar geleden een geweldige beroering
bracht. Bij het eerste lustrum der encycliek heeft
spr. als student te Leiden een rede gehouden,
waarvan hij den inhoud thans nog volkomen on
derschrijft, al zou hij het misschien wel wat
anders zeggen. De beteekenis van de Encycliek
kunnen wij ook thans nog niet overschatten, zij
is nog niet verooderd. Zij bevat waarheden die
voor het verleden en het heden zoowel als voor
de toekomst van belang zijn. De Katholieke So
ciologie die zij ons schonk, drukte op heel de
samenleving haar stempel, zij staat zoowel te
genover de sociaaldemocratie als tegenover on
recht en misstanden. Wij erkennen dat in de
hooge ontwikkelde maatschappij men staatsbe-
moeiinng noodig is, doch dat beteekent daarom
nog geen staatssocialisme. Uitvoerig zet spr.
dan uiteen dat de taak van den staat is hulp-
vcrleening en bescherming van alle dingen,
waarbij het gaat om de bevordering van het
openbaar welzijn, doch dat daar tegenover staat
dat de staat ook moet beschermen tegen het
egoismc van den eenen mensch tegenover den
andere.
Het egoisme van den 19den eeuw heeft de
gruwelijkste verwoestingen aangericht, vandaar
dat Leo XIII het ingrijpen van den staat als
plicht voorschreef indien verkeerde toestanden
tusschen de verschillende standen bestonden,
die door eigen kracfft niet konden worden op
gelost.
Spr. schetst in dit verband de totstandkoming
van verschillende sociale wetten, die bescher
ming brachten van mannen, vrouwen en kinde
ren, zooals de gezondheidswetten, de wetten te
gen de gevolgen van bedrijfsgevaren. ongevallen
wet( ziektewet, werkeloosheidsverzekering enz.
Zelfs loonbepalingen, b.v. bij overwerkvergun-
ningen kwamen wettelijk tot stand. Er zijn gren
zen aan de ethische zijde van de sociale maat
regelen, doch waarom vraagt spr. moet alleen
de» materieele zijde in het oog gehouden wor
den. Men kan materieel voorspoedig zijn en toch
schade lijden aan zijn ziel.
Dit geldt ook voor de arbeiders (applaus).
Een bezwaar tegen hooge loonen en korten ar-"
beidstijd gaat niet op.
Onze arbeidswetgeving is naar spr.'s meening
in den grond verkeerd, doordat de Staat te ver
gaat buiten zijn natuurlijke taak, daardoor doet
zij het verkeerd en onvoldoende. Dit blijkt wel
uit de arbeidswet. Doch wat de Staat doet, doet
hij omdat de maatschappij in verzuim is. Deed
hij niet dan zou dit nog erger zijn. De oorzaak
van het ingrijpen van de Staat is dat de
Christelijke naasten liefde is verdrongen door
het koude wreede individualisme. Zoolang tus
schen arbeiders en werkgevers geen naasten
liefde komt. zoolang zal de Staat ver buiten
zijn natuurlijken taak moeten ingrijpen en zal
deze daarmede hoe langer hoe verder moeten
gaan
Beide groepen sluiten zich aaneen in bon
den en de groote vraag waarom het gaat is
of dit zal zijn a oor strijd of voor samenwer
king en naastenliefde. Spr. hoopt dat het
laatste het geval zal zijn en vertrouwt, dat
de economische nood de oogen zal doen
opengaan voor samenwerking van alle fac
toren in het productieproces.
Wie ziende blind is bemerkt niet dat het
in dèzc richting reeds groeit. Dc collectieve
arbeidsovereenkomst, bedrijfsvercenigingen
in den landbouw, ongevallenverzekering enz
toonen dit wel aan. Dergelijke organisaties
moeten groeien en als dit niet het geval i*
dan moet de Staat ingrijpen. Voor alles is
echter voor een goede sociale samenleving
een sociale geest noodig. Al gaat het lang
zaam, toch groeit het en spr. ziet de sociale
wetgeving aldus, dat door uitbouw der so
ciale organisaties de sociale organen ont
staan, waaraan onder toezicht en controle
van dc overheid volgens grondregelen door
deze te stellen, zoowel de arbcidsbescher
ming als de arbeidsverzekering kunnen
worden overgedragen.
Men moet echter niet terug willen naar
de oudheid, integendeel, steeds vooruit naar
een gelukkige Christelijke samenleving (ap
pi a us).
Bij het debat dat op de rede van Prof
Aalberse volgde, vroeg dc heer Andriesscn
van de R. K. Bouwvakarbeiders, of de in
leider niet van meening is, dat nu reeds d*
organen aanwezig zijn onder de arbeiders
om te komen tot een samenwerking tusschen
arbeiders en werkgevers, zooals deze zich
die denkt.
De heer v. Welv, van den R. K. Metaalbc-
werkersbond» constateerde, dat deze organen
in liet metaalbedrijf en ook in andere be
drijven reeds aanwezig zijn. Deze bestaande
inchten kunnen nu reeds worden aange
wend om tot een betere sociale samenleving
te komen.
Prof. Aalberse, de debaters beantwoorden
de, merkte op, dat zij de sociale samenle
ving, zooals hij die zich voorstelt, reeds
dichterbij is dan hij het zelf denkt. Wij zit
ten echter midden in het groeiproces en
laarom is het zoo moeilijk te zeggen hoe het
precies zal gaan en ook hoe snel hot gebeu
ren zal. Naar spr. meent is do samenwer
king vooral mogelijk bij de sociale verzeke
ring. Bij den landbouw was er reeds eene
organisatie waarop de wetgevers kon voort
bouwen. Wellicht is er ook in andere bedrij
ven reeds spoedig meer tc doen. De erva
ring heeft spr. geleerd, dat het niet gauw
aat. Dpch wanneer het niet vlug gaat, dan
komt dit, omdat de geest van samenwerking,
die de basis van het hoele stelsel moot zijn,
nog onvoldoende aanwezig is. (Applaus).
Als tweede spreker voerde het woord dc
heer Alphons Laudy, over het onderwerp:
,Onze Sociale Roeping".
Rede Alphons Laudy.
In zijne inleiding schetste spreker hoe de toe
stand van het vólk was, voordat dc Encycliek
„Rerum Novarum" verscheen. De samenleving
was geen Christelijke meer, doch eene kapita
listische, waarin voor de groote massa slechts
materieele en geestelijke nood heerschte. Het
Christelijke en Goddelijke werd overal verdre
ven en het Christendom kon zijn taak niet ver
vullen. Toen de oorlog uitbrak, viel alles uiteen
en ontstonden er toestanden zooals men ze kent
in Rusland, Oostenrijk, Duitschland. Sor. herin
nerde in dit verband aan November 1918, toen
ook hier eene poging werd gedaan om onze
staatsmacht om te zetten.
Dank zij onze Christelijke regeering en vooral
door de hulp van het R.-K. volk is voorkomen
dat ook ons land te gronde- zou gaan.
In het vervolg zijner rede wees spreker er op
dat bij de socialisten in Engeland, Frankrijk en
ook in ons land een neiging is om terug te ko
men op hunne oude principes en een zich toe
buigen tot onze denkbeelden. Het verminkte
oude Europa strompelt thans den Christus ach
terna naar eene nieuwe maatschappij, waarvan
de fundamenten voor 35 jaar door Paus Leo XIII
zijn gelegd. De plicht van dit congres is die
scheppende kracht voort te doen leven.
In het slot van zijn rede herdacht spreker den
arbeid van verschillende R.-K. piomers, waaren
der dr. Schaepman, waarbij hij in een uitvoeri
betoog uiteen zette, dat om het groote doel van
de Encycliek te verwezenlijken, alle geschillen
moeten wegvallen.
Na de pauze sprak Pater Borromacus de
Grevc over: „Ons recht op geluk."
Rede Pater Borromaeus de Greve.
Spreker ving aan met eene uiteenzetting,
waarin hij betoogde dat het geluk niet is te
krijgen door alleen materieele dingen :ia tc stre
ven. Dit wil echter niet zeggen, dat als men zich
niet bekommert om het materieele, men het ge
luk vindt. Integendeel de R.-K. stellen als mate-
rieclen ondergrond een menschwaardig bestaan,
maar ook een toestand, waarin de arbeider kan
hidden: „Geef ons heden ons dagelijksch
brood". Wij willen de evenwichtigheid tusschen
hel geestelijke en stoffelijke bij den mensch en
de oplossing van de sociale kwestie is ten slo'te
ook een godsdienstige kwestie. Bij het zoeken
naar verbetering is de. godsdienst geen bijzaak,
doch hoofdzaak. Of de Kunstzijdefabriek, zaken
als de Haagsche Bijenkorf en dergelijke groot
bedrijven ons vooruit brengen, trekt spreker in
twijfel. Het geluk hier op aarde is een stevige
boterham en een stevig geweten. Doch er is in
onze maatschappij gebrek aan godsdienst, een
nood aan geweten. Er is thans geen geweten
meer dat aanslaat, zelfs wil men de natuur op
zij zetten.
De R.-K. arbeiders, vereenigd in de R.-K. or
ganisaties, verwachten echter het heil van den
wereld-Christus, „den Goddelijken dictator."
Wij willen ook revolutie, doch eene revolutie
in het geweten.
Ford wil geluk brengen door de wondoren
der techniek, doch wij willen door de techniek
de wonderen van het heelal bestudeeren en
daarbij aan den Schepper denken, die alles
maakte. Wij willen niet alleen een verbinding
met Mars, maar ook met den Hemel. Als men
den godsdienst erkent als de hoogste factor van
het geluk, dan moet men het godsdienstige ele
ment versterken en beschermen tegen het anti
papisme dat onze kerk aanvalt, tegen het so
cialisme en tegen het materialisme. Hoe moei
lijk de positie van de arbeiders ook is. toch moe
ten zij het geestelijke voorop stellen. Spr. waar
schuwt tegen het samengaan met de socialisten,
en mocht die ramp over ons komen, zooals in
Duitschland en in België, dan zal het uiterste
noodzaak zijn. Het verheugt spreker dat in ons
land de samenwerking met rood-werd afgewe
zen, want evenals bij de kreeften, als ze rood
zijn, zijn ze dood. En zoo is het ook met de
R.-K. arbeiders, die zich door de S. D. A. P.
laten verlokken. In het slot van zijn rede behan
delt spreker het anti-papisme, dat zijn ontstaan
dankt aan den vooruitgang van het katholisme
en waardoor de samenwerking der Christelijke
partijen bemoeilijkt wordt. Wij willen verdraag
zaamheid en eenheid, er mag geen scheuring
zijn en vooral moge de R.-K. arbeiders zich niet
laten verlokken door democraten, waardoor
onze eenheid verloren gaat. Men kan ons niet
beletten voor onze tegenstanders te bidden en
misschien keeren weer tot ons terug, zij die in
de 16de eeuw van ons gingen.
Spreker eindigt met eene opwekking om man
nen te zijn die in alles katholiek zijn. De arbei
dersstand is nog immer de stand zonder de zor
gen van den middenstand en die van den pa
troon. Ge kunt na den arbeid rusten en u geven
aan uw gezin. De arbeiders moeten omhoog van
de aarde naar den hemel, van den mensch naar
God (gejuich cn applaus).
Als laatste spreker trad op hef Tweede Ka
merlid Henri Hermans, die als onderwerp zijner
rede gekojen had: „Op sociaal-economisch ge
bied naar de hoogte van het Christendom".
Rede Henri Hermans.
Spr. zette uiteen dat economie. los van de
Christelijke moraal, leidt tot ontzieling van den
arbeid, tot vermatcrialiseering van den mensch.
Zij mist haar doel, de ordelijke voorziening in
redelijke behoeften, door menschkundige aan
wending van geestelijke en lichamelijke arbeids
krachten, in verbinding met de natuurkrachten.
In onze maatschappij wordt eene ordelijke voor
ziening in redelijke behoefte steeds minder mo
gelijk. omdat er alleen geproduceerd wordt uit
winstbejag. Het streven is gericht op een steeds
toenemende voortbrenging vap overbodige en
schadelijk* goederen, die een ruime winst op
brengen, doordat zij de genotzucht en gemak
zucht prikkelen. Steeds meer en meer worden
arbeidskrachten en grondstoffen onttrokken aan
de voortbrenging van noodzakelijke en nuttige
goederen. Deze verspilling moet leiden tot ver
lenging van den arbeidsduur en efen groei van
de ongezonde behoeften, die de koopkracht van
het loon verminderen ten aanzien van alle goe
deren, die bevorderlijk zijn aan een mensch
waardig bestaan. Het einde is, dat men van
den arbeider heeft gemaakt den slaaf van het
kapitalisme, om de rechten van den geldbuidel
der bezitters veilig te stellen. Hierbij wijst Spr.
op den geweldigen groei van den invloed van
het bankkapitaal, dat fabrieken kan doen stop
zetten zonder zich te bekommeren om de be
drijfsleiding en de arbeiders, die daardoor werk
loos -worden.
De bankier dirigeert naar zijn vrijen wil de
honderden millioenen naar het buitenland en in
ons land heeft men kunnen zien dat een kapitaal
van 25 milliocn gulden, een bedrag waarmede
verscheidene kleine bedrijven zouden kunnen
worden gehdlpen, wordt toegestopt aan het be
drijf van den den commissaris, die de bank
mede beheert.
Op deze wijze wordt de arbeid, door Christus
geadeld, gematerialiseerd. De heele economie is
het maken van winst geworden en daardoor
haar feitelijke doel voorbij gestreefd. De arbei
der moet zijn object en geen subject in de eco
nomie. De tegenwoordige economische moeilijk
heden kunnen, naar Spr. meent, slechts worden
opgelost door een betere productieregeling, door
bestrijding van ongezonde behoeften en een op
Christelijke solidariteitsbeginselen steunende be-
Terwjjl de vakorganisatie moet streven naar
verwezenlijking van een betere regeling der
vorotbrengst en een goede Christelijk bedrijfs
organisatie heeft de Standsorganisatie, daarbij"
gesteund door het keurcorps van mannen en
vrouwen vereenigd in Sobriëtas" volle aan
dacht te schenken aan de bestrijding van on
gezonde behoeften. Door deze gemeenschappe
lijk© actie moet het bedrijfsleven opgevoerd
worden tot de hoogte van het Christendom.
Nadat pastoor Perquin had gewezen op het
nut van de katholieke Radio Omroep, werd het
congres op de gebruikelijke wijze gesloten.
Een foto van het autobus-ongeluk te Zeistde vernielde bus; men ziet duidelijk,
hoe dc geheele zijkant van het voertuig totaal is verwoest.
NABIJ ZEIST IS EEN PARLOR-CAR TEGEN
DE TRAM GEREDEN.
Eén doode en verschillende
gewonden.
Vrijdagmiddag j.l. omstreeks half twaalf
heeft op den Driebergschcweg onder Zeist een
zeer ernstig ongeluk plaats gehad, dat helaas
er menschenlcven heeft gekost. Op den weg
kruisten elkaar op een bepaald punt een werk-
tram, getrokken door een locomotief, en een
clc.ische tram. De machine van de werk-
tram ontwikkelde zoovéél rook, dat het uit
zicht op den weg daardoor werd belemmerd,
waarvan de chauffeur von een Parlor-car, die
den dienst Utrecht-Doorn onderhoudt het
slachtoffer werd. Hij geraakte midden in de
rookwolk, toen hij plotseling op den weg iets
zag aankomen. Hij week naar rechts uit en
werd .bij die manoueyre gegrepen door de
personentram. De botsing was geweldigde
slag was in wijden omtrek hoorbaar.
Dc groote autobus werd geheel en al in
elkaar gereden, cn ook de tram werd zwaar be
schadigd. Onmiddellijk schoten velen toe om
hulp te bieden aan de passagiers van de beide
voertuigen. De bus vervoerde 8 passagiers,
van wie aanstonds één op slag bleek te zijn
gedood, n.l. mevrouw de Wed. van S.r wo
nende te Zeist. Dc overige buspassagiers ble
ken olleen min nf meer gewond, oen viertal
zelfs zwaar. Dirckt werd geneeskundige
hu!o ingeroepen. De verwondingen werden 't
meest toegebracht door glasscherven, die
overal indrongen. De reizigers, die in de
tram zaten, kwamen er veel beter af. Slechts
enkele lichte verwondingen werden hier ge
constateerd. Enkele der getroffenen zetten hun
reis naar Utrecht voort, na verbonden te zijn.
anderen bleven tc Zeist.
De politie heeft de overblijfselen van de
autobus in beslag genomen.
Nader wordt ons gemeld
De bus, de bekende Parlor-car van de firma
van Setten uit Driebergen is noar de chauffeur
aan de pclitie verklaarde, met de stoomtram
der O. S. M. in botsing gekomen, wijl hem het
uitzicht op den weg geheel benomen werd
door de groote rookwolken, ^elke de machine
der tram uitliet. De botsing moet geweldig
geweest zijn, want de bus is aan de rechter
zijde totaal vernield. Van den mooien wogen
is dan ook zoo goed als niets over.
De chauffeur is er goed afgekomen hij is
niet gewond. Van de reizigers zijn 6 gewond,
terwijl dc toestand van een von hen dusdanig
was, dot overbrenging naar de Rijks
klinieken te Utrecht noodzakelijk werd geacht.
De politie is terstond begonnen met het ver
hoor van getuigen. Do overblijfselen van do
bus zijn op het oogenblik op het politiebureau.
Doordat de bus terzijde geheel is openge
scheurd, was het niet moeilijk de reizgers uit
hun benauwde positie te bevrijden. Tn het dorp
Zeist heerschte 's middags algeheelc ontstelte
nis. Voor het politicbureau stonden talloozen
het ongeval te bespreken, terwijl in het dorp
het droevig gebeuren alom het onderwerp dei
gesprekken uitmaakt.
De chauffeur van de autobus, de heer
Knegtjcs, die ols uiterst bekwaam en voorzich
tig bekend staat, kon absoluut niet meer voor
uitzien cn was daarom nog zoo voorzichtig zijn
koplichten te ontsteken, vaart te verminderen.
Plotseling de lichten van een tegemoct-
rijdende auto ziende, haalde hij zoo ver mo
gelijk naar rechts uit, waar hij blijkbaar op do
trambaan is gekomen, juist nadat hij zijn s'.uur
had omgegooid om de tram weer te verlaten
w^-d dc bus aan den rechterkant gegrépen
door een uit de richting Driebergen komende
clcctrische trom, met het gevolg, dat heel de
rechter-zijwand van de bus van voor tot ach*
ter werd afgereten.
Door zooveel mogelijk op zij tc gaan heeft
de trambestuurder zijn leven gered, daar zijn
standplaats werd ingedrukt.
Ernstig werd gewond de heer Van der Grift
uit Driebergen, die later naar dc Rijksklinieken
te Utrecht moest worden overgebracht. Zijn
toestand schijnt wel het ergste te zijn» Verder
werden zwaar gewond opgenomen de heer Von
Nierop uit Doom en mcj. Van Dijk uit Doom
met een jonger zusje. De heer De Viics uit
Oegstgec9t bekwam hoofdwonden, doch kon
later op eigen gelegenheid naar zijn woon
plaats vertrekken.
De burgemeester van -Zeist, mr. C. J. baron
van Tuyll van Serooskerken, was spoedig op
de plaats van het onheil aanwezig; later kwam
de officier van justitie, mr. Calkoen
De gehavende tram werd opgeduwd naar
Zeist; dc autobus werd in beslag genomen.
Na ruim een half uur was alles reeds opge
ruimd.
De luxueuse Parlorcar, die twee jaar geleden
voor 25,000 werd aangekocht voor den
dienst Utrecht—Arnhem, is verzekerd.
(Door een misverstand eerst Xeden geplaatst)
ALWEER EEN AUTO-ONGELUK ONDER
DE GEMEENTE ZEIST.
De auto van een Utrechtschen
dokter door de Ooster
stoomtram gegrepen en ver
nield.
Zeist. Zondagmiddag heeft op den straat
weg tusschen het station Driebergen en Zeist
wederom een auto-ongeluk plaats gehad,
waarbij opnieuw een auto is versplinterd, doch
gelukkig geen enkel menschenleven te betreu
ren valt. Dr. Hobbel, geneesheer te Utrecht,
kwam met ziin auto (waarin zes personen za
ten), den Odijkérweg afgereden, om van uit
dezen weg den straatweg naar Zeist op te
draaien. Dr. Hobbel hoorde geen signaal van
een naderende tram en had door struiken langs
den weg ook geen vrij uitzicht op den straat
weg dien hij wenschte op te gaan Juist toen
zijn auto de trambaan was overgestoken, reed
een tram van de O. S. M hem achterop; deze
groep de auto en drukte den wagen tegen de
boomen. De auto werd vrijwel vernield Won
der boven wonder kreeg geen der inzitten
den in de nuto eenig letsel Wel waren allen
geweldig geschrokken, omdat iedereen het ern
stig ongeluk van Vrijdagmiddag met dc auto
bus Utrecht—Doorn nog versch in het ge
heugen lag. De Zeister-politie heeft zich met
het geval bemoeid en van het gebeurde pro-
ces-vcrbanl opgemaakt.
Nader meldt men ons uit Zeist
Het ongeluk is te wijten aan de omstandig-*
heid, dat dr Hobbel al zijn aandacht concen
treerde op den linkerkant van den Zeister
straatweg, omdat hij de bocht, komende van
den Odijkerweg, links naar Zeist wilde ne
men en zoodoende al zijn attentie wijdde nan
het verkeer dat hem mogelijk int de richting
Zeist zou kunnen tegenkomen Zoodoende let
te hij te weinig op het vorkeer. dat van rechts
zou kunnen naderen uit de richting station-
Driebergen Van af den Odijkerweg kan men
gemakkelijk dat verkeer zien Doordat hij spe
ciaal zag naar het verkeer van links, ont
ging hem het verkeer dot van rechts in aan
kocht was, ontging hem dus ook de naderende
tram van de; O. S. M. Men kwam vrijwel ge
lijktijdig op den hoek Odijkerweg en weg
Driebergen—Zeist. Door het zéér krachtige
remmen is het ongeluk zoo boven aller ver
wachting goed afgeloopen.