AMËRSFOÖRTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Een Liefdesdroom.
TWEEDE BLAD.
Linnen Costumes.
24e Jaargang
No. 286
Dinsdag
8 Juni 1926
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot gewoon hoogleeraar aan de
Rijks-Universiteit te Leiden in de faculteit der
wis- en natuurkunde voor onderwijs in phnr-
macographie en gallenische pharmacie, zoo-
n\ede in receptuur aan medische studenten aan
die universiteit dr. L. E. Goester, thans bui
tengewoon hoogleeraar aan die universiteit;
bevorderd tot commies bij het Rijks-archief
in Drente H. Bonder, thans adjunct-commies
bij het Rijksarchief;
toegekend 4bij bevordering de gouden eere
medaille der Oranje-Nassau-orde aan C. Col-
mer, hoofdcommies der directe belastingen
enz. te Helder.
MINISTER LAMBOOY BEZOEKT DEN
ONDERZEEDIENST TE NIEUWEDIEP.
De Minister van Marine, ad interim, de heer
Lambooy, is Zondagavond, vergezeld door
kapitein-luitenant ter zee Van Hengel, werk
zaam aan het Departement en door den adju
dant van den Minister, luitenant ter zee Te
klasse Ter Mijtelen, naar Nieuwediep vertrok
ken, waar heden een bezoek werd gebracht aan
den onderzcedïenst en daarna an de werf.
INTREKKING LEGERORDER
Naar wij vernemen is dezer dagen de intrek
king te verwachten van Legerorder no. 437
van het jaar T924, waarbij werd bepaald dat
reëngamenten voor militairen voor niet langer
dan voor den tijd van I jaar mochten worden
aangegaan.
DE SCHEEPVAARTRECHTEN.
Een verzoek aan besturen van
gemeenten. Een circulaire van
den Minister
De min. van Binnenlandsche Zaken heeft aan
een 200-tal gemeentebesturen een circulaire
gericht betreffende scheepvaartrechten.
Bij de behandeling van de begTOOting van
Binnenl. Zaken voor 1926 in de Tweede Kamer
zijn o.a. ter sprake gekomen de tarieven voor
scheepvaartrechten in den vorm van haven-,
kade-, brug-, liggelden, e.awelke door ver
schillende gemeenten worden gevorderd van
de binnenscheepvaart. Hierbij zijn in het licht
gesteld de financieele lasten, welke die tarie
ven op het scheepvaartverkeer leggen.
Naar de meening van den Minister schuilt
het bezwaar vooral in die gevallen, waarin
door cumulatie van heffingen, er een last op
de schipperij drukt, die het bedrijf belemmert
en benadeelt.
Bij deze beschouwing van de vraagstukken,
die met de scheepvaartrechten samenhangen,
treedt de noodzakelijkheid in het licht, zegt de
':culaire, dat het belang, hetwelk de gemeente
bij het scheepvaartverkeer heeft, niet uitslui
tend bezien worde van fiscaal standpunt cn
dat de tarieven niet worden samengesteld dan
na overleg met andere belanghebbende ge-
meonten, c.q. ook desgewenscht, met de or
ganen, die geacht kunnen worden het binnen-
scheepvoartbcdrijf te vertegenwoordigen.
Het zou den Minister aangenaam zijn, indien
bij de vaststelling van ter goedkeuring in te
zenden raadsbesluiten tot heffing of wijziging
van bedoelde rechten, tevens rekening gehou
den zal wordeb met de algemeene belangen
van de binnenscheepvaart, die als zoodanig
ook als een gemeentebelang aangemerkt kun-
kunnen worden.
STOPZETTING HONGAARSCHE
KINDERACTIE.
Antwoord aan den heer Bomans.
Op een schriftelijke vraag van den heer Bo
mans, betreffende stopzetting van de Hongaur-
sche kinderoctie, deelt de minister van Binnen
landsche Zaken cn Landbouw het volgende
mede
Dc Hongaarsche evenals de Oosfnrijk-
sche kinderactie, meent de minister al sinds
eenigen tijd vrijwel als beëindigd te mogen
beschouwen. Daarom meende dc regeering, dat
de redenen, die cr eertijds toe leidden, om ten
aanzien van de Oostenrijksche cn Hongaarsche
kindertransporten verschillende faciliteiten
toe te staan, niet meer bestonden, of slechts in
zeer geringe mate, zoodat ook voor kinderen
uit Oostenrijk en Hongarije voortaan wedei
behoorden te golden de regelen, welaan
andere onderdanen uit die landen bij «.over
komst naar Nederland zijn onderworpen Dc
minister vermag dan ook de beëindiging van
de actie ten behoeve van buitenlandschc o.a.
Hongaarsche kinderen, niet te zien als een ge
volg van de opheffing der gunstige bepalingen
op het stuk der posvoorschriften, doch be
schouwt eerder het laatste als het gevolg van
het eerste.
DOORVOER VAT' VLEESCH UIT HET
BUIT LX LAND.
Een verbod bij Kon. besluit.
Thans is verschenen een Kon. besluit, waar
bij de doorvoer uit het buitenland van vleesch
en klauwen is verboden. Wanneer bizonderc re
denen een afwijking van dit verbod noodzakelijk
maken, kan de minister van binnenlandsche za
ken en landbouw zoodanige afwijking toe
staan onder de noodige voorzorgen tegen over
brenging van besmetting.
DE VORMING VAN HET VERLOFSKADER
DER INFANTERIE.
Een nieuwe opleiding der verlofs
officieren, maar geen hoogere vcr-
lofsschool Het reservekader be
houden Jaarlijks 500 verlofsof
ficieren benoemd De kosten zijn
T.40000.
Verschenen is het verslag van de Staatscom
missie, ingesteld bij Kon. besluit van 12 Dec.
1919, (Legercommissie), over de vorming en de
voortgezette opleiding van het verlofskader bij
de infanterie.
De commissie is overtuigd dat er alleen dan
sprake van kan zijn om de aanvoering die bij
het gemobiliseerde leger in hoofdzaak bij het
verlofskader zal berusten, met vertrouwen aan
dit kader op te dragen, wanneer het practisch
goed onderlegd is cn de bezetting in de ver
schillende rangen verzekerd is. Zoolang aan
deze eischen niet is voldaan, zol het tegen
woordige beroepspersoneel niet kunnen gemist
worden.
Het economisch belang, bij do inkrimping
van het beroepspersoneel betrokken, deed de
commissie daarom besluiten, de vorming en
verdere opleiding van het verlofskader in stu
die te nemen. Aangezien de infanterie het
grootst aantal verlofsofficieren en verlofsonder-
officierrn telt, heeft zij zich tot dit wapen be
perkt.
Hangende haar onderzoek kreeg zij inzage
van Het,verslag van de commissie in zake de
regeling der opleiding enz. tot verlofsofficii
van olie wapens en dienstvakken, maar zag
hierin geen aanleiding om haar onderzoek te
staken, omdat het gezichtspunt, waaruit de
zaak in dit verslag is bezien, een ander is dan
het hare.
Dc nieuwe regeling.
De Nieuwe Commissie merkt op dot de be
staande regeling to wenschen overlaat, welke
geeft een onvoldoend aantal verlofsofficieren
en het mogelijk maakt dat op te ruime schaal
vrijstelling van troependienst wordt verleend,
terwijl zij de opleiding gedeeltelijk verplaatst
naar een wintercursus welke slechts door een
klein aantal deelnemers wordt gevolgd en wei
nigen bevredigt.
De voortgezette opleiding der verlofsofficie
ren kan alleen dan goed verzekerd zijn, wanneer
het volgen van deze opleiding in welken vorm
ook verplichtend is en, wat den troependienst
betreft, plaats heeft in bepaalde van te voren
vastgestelde jaren, waarbij vrijstelling of uitstel
alleen wordt verleend in uitzonderingsgevallen.
Door deze regeling is het mogelijk, den ver-
lofsofficier als luitenant te laten deelnemen aan
dc herhalingsoefeningen van de lighting, waar
bij hij als vaandrig heeft gediend. Het is vol
doende als de vcrlofsluitenant, alvorens in op
leiding te worden genomen tot compagnies
commandant, de beide herhalingsoefeningen
medemaakt van de hiervoren genoemde lich
ting, welke in den regel in zijn 3de en 6de
dienstjaar fhet jaar waarin de benoeming tot
vaandrig plaats heeft, wordt als eerste dienst
jaar gerekend) worden gehouden. Zij wil da
bestaande regeling behouden, waarbij het ver-
lofskader een week vro ger onder de wapenen
komt, om zich onder deskundige leiding voor
zijn taak voor te bereiden. Het totale verblijf
onder de wapenen bedraagt derhalve in elk
der genoemde jaren drie weken.
RECLAMES.
Van 1—4 regels 4.05, elke regel meer 1.-
KLEERMAKERIJ
Fa. E. L. J. LAMMERTS
Amersfoort Groningen
trechtscheweq 36. Tel. 587
De wintercursussen moeten vervallen.
Den verlofsluitenant reeds in dc eerste twee
dienstjaren 6 weken onder de wapenen te roe
pen is onnoodig en ongewenscht.
De voorziening in de behoeften aan com
pagniescommandanten wordt thans nog te
zeer belemmerd door de bevorderingskansen
van het korps beroepsofficieren en de com
missie acht het noodig, dat de verlofsluitenant,
na gebleken geschiktheid, wordt benoemd tot
kapitein na 12 dienstjaren en dat de vcrlofs-
kapiteins die daarvoor geschikt en ook geneigd
is, wordt benoemd tot majoor, wanneer hij 24
dienstjaren heeft Uit dit laatste getal blijkt de
noodzakelijkheid van een vrijwillige beschik
baarstelling, omdat het dienstverbond slechts
20 jaren bedraagt.
Het is duidelijk dot de bevordering van het
beroepskader volgens dezelfde regels zal moe
ten geschieden; hetgeen tot gevolg kan heb
ben dat bij een vredescompngnie meer dan één
kapitein zal zijn ingedeeld en dat sommige de
zer compagniën door majoors zullen worden
gecommandeerd.
Door de opleidingseenhcden niet langer te
.vereenzelvigen" met het begrip compagnie,
wat zij niet zijn, doch tc spreken van^recrutcn-
scholen in plaats van schoolcompagnicën en
an kaderschool in plaats van opleidingscom
pagnie. wordt de regeling voor vredesverhou-
dingen alleszins aannemelijk .-gemaakt.
Alvorens de opleiding tot compagnies-com
mandant nader te behandelen, gaat de com
missie na, hoeveel verlofsluitenants jaarlijks
moeten worden benoemd tot deze functie, om
in de behoeften bij mobilisatie tc kunnen voor
zien.
Wanneer overeenkomstig het voorstel jaar
lijks 330 verlofsofficiercn bij de infanterie
worden benoemd, zijn er met inbegrip- van het
verloop na 1 jaar, 330 maal 9.5 is 3135 lui
tenants. De toestand wordt dot er zullen zijn
780 compagniescommandanten en 3T35 plus
780 is rond 3900 luitenants, wat toereikend is
om in de behoefte tc voorzien.
De opleiding tot compagniescommandant
welke thans niet is geregeld en te wenschen
overlaat, behoort te geschieden in het tijdvak
van het 8ste t. m. het T2e di -stjaar en het
is voldoende, als ze bestaat in twee cursussen
en een troependienst, waarbij wordt opgetreden
als waarnemend compagniescommundant. Cur
sussen en troependienst duren elk drie weken
Voldoet de verlofsofficier, dan moet de be
noeming tot compagniescommandant ten spoe
digste volgen, waarbij een jaarlijksche toelage
van 400 wordt toegekend.
Geen hoogere verlofsschcol.
De commissie acht het ongewenscht om een
hoogere verlofsschool in het leven te roepen
Garnizoenen als Amersfoort, Ede, Breda, Assen
cn 's-Gravenhage zouden geschikt zijn voor
instructiecentra.
Als het stelsel in volle werking zal zijn, zul
len er jaarlijks twee cursussen voor compag
niescommandant en twee cursussen voor ba
taljonscommandant zijn. Alle vcrlofsluitenants
di"; 8 tot en met 12 jaren in dienst zijn, be-
hooren de opleiding voor compagniescomman
dant te volgen^ De organisatie der cursussen
kan op eenvoudige wijze geschieden.
Wat betreft de voortgezette opleiding bij den
troep, is hot volgende als in de periode van het
13e tot en met het 20ste dienstjaar nog twee
maal troependienst wordt verricht in bepaalde
jaren, met name in het I5e en in het 18e dienst
jaar.
2000 dienstplichtigen voor
sergeant.
Het zal noodig zijn om in verband met het
niet slagen van een zeker percentage, ten min
ste 2000 dienstplichtigen voor sergeant op
tc leiden, dat is 80 per regiment. Het toetre
den tot den kaderlandstorm moet worden aan
gemoedigd. Een wijziging van de Dieastplicr.
wet, waarbij het aantal herhalingsoefeningen
voor het vcrlofskadcr en haar duur worden uit
gebreid, is noodig.
Dc kosten.
De kostenberekening der jaarlijksche "uitga
ven voer dc infanterie, als het stelsel in volle
werking is, leidt tot een totool-generoul van
1,400,OCX). Dc verblijfstoelagen en die we
gens voorziening in huisvesting alsmede do
reiskosten, konden niet worden geraamd en
bicvendus buiten beschouwing.
De conclusies.
De commissie komt tot de volgende conclu-
siën:
T. De opleiding van het vorlofskader kan
alleen op bevredigende wijze worden geregeld,
wanneor zoowel rekening wordt gehouden met
de militaire eischen, waaraan dit kader moet
voldoen, als met de persoonlijke belangen van
de betrokkenen.
De militairo eischen moeten zich bepalen tot
het strikt noodige, waaraan ten volle moet
worden voldaan; vrijstelling of uitstel van dc
hieruit voortvloeiende verplichtingen moet
hooge uitzondering blijven.
2. De verplichte aanwijzing van het a s. ver
lofseskader behoort zooveel doenlijk to worden
beperkt door de toetreding tot het reserve*
kader en den kaderlandstorm aan te moedigen.
De intermittccrende opleiding dient daarvoor
te blijven bestaan.
Het is echter ongewenscht om in vredestijd
militaire verplichtingen op te leggen aan dc
buitengewone dienstplichtigen, die tot den
kaderlandstorm behooren.
3- Ter voorziening in de eerste behoeften der
oorlogsorgonisatie is het noodig, dot er jaar
lijks ten minste 330 verlofs-luitenants cn 1750
onderofficieren worden aangesteld.
Het tekort, dat ontstaan is doordat de voor
ziening in de afgeloopen jaren ontoereikend is
geweest, kon niet worden aangevuld uit por-
necl, dat gedurende do mobilisaticjarcn is ge
vormd cn dat binnen enkele joren zal verdwij
nen.
Gelet op het vorenstaande, is een vergroo
ting van het aantal dienstplichtigen, dat voor
kader wordt opgeleid, noodzakelijk.
4 Rekening houdend met het verloop en het
niet slagen van adspirant-officieren, is het aan
tal diplomahouders van het eindexamen H. B.
S. 5-j. c. of een daarmede gelijk te stellen ge
tuigschrift, wonrschijnlijk ontoereikend om,
volgens de bestaande regeling, in dc behoef
ten te voorzien.
Voor zoover noodig zal een afzonderlijke
loting moeten worden gehouden voor alle
goedgekeurde hiervoren bedoelde diploma
houders, terwijl jaarlijks het vcreischte aantal
aanstaande vcilofsofficieren zal worden ver
kregen uit hen, die daarvoor door het lot zijn
aangewezen.
5. De vorming op de scholen voor verlofs
officiercn der infanterie wordt bevredigend ge
acht.
De a.s. verlofsofficier behoort gedurende zijn
detacheering bij den troep den rang van vaan
drig te bekieeden, ten einde hem vertrouwd te
maken met het voeren van het commando,
waarvoor hij is bestemd, en om zijn prestige
tc vorhoogen.
Voor de practischc vorming van den a.s.
vcrlofs-sergcant wordt het, met het oog op
zijn vorming tot aanvoerder, noodzakelijk ge
acht, dat hij als hulpinstructeur optreedt bij
de oefeningen, welke doarvoor in aahmerking
komen.
6. Het is gewcnscht, dot de reglementen en
voorschriften, welke door het verlofskader zul
len moeten worden toegepast, alleen bij hoogö
noodzokelijkheid worden gewijzigd.
De beschikbaarstelling van reglementen en
voorschriften behoort met bekwamen spoeden
op ruime schaal te geschieden.
7. De voortgezette opleiding behoort nood
zakelijk plaats te hebben in tijdvakken waarin
voldoende troepen onder de wapenen zijn om
het vorlofskader gclegonheid tc geven een
commando overeenkomstig den rang te voe
ren.
Verplichte opkomst onder de wapenen in be
paalde dienstjaren is hiervoor noodzakelijk.
Voor de verlofsluitcnants behoort dit tc ge
schieden gedurende de herhalings-oefeningen
van de lichting, waarbij zij als veandrig heb
ben gediend.
Voor deze stelselmatige opleiding is het noo
dig, dat het onder de wapenen komen van dc
lichtingen voor herhalings-oefeningen voor alle
korpsen op gelijke wijze plaats heeft.
8. Dc vorming van kopitcins-compngnies-
commandontcn en van majoors-bataljonscom
mandanten behoort stelselmatig te worden ge
regeld, in dier voege, dat de geschikt geoor
deelde officieren deze rongen resp. na 12 on
24 dienstjaren bereiken.
Do opleiding zal geschieden in het tijdvak
tusschen het 8ste cn het 13de dienstjaar voor
do a.s. kapiteins en tusschen het 20ste cn het
25ste dienstjaar voor de a.s. majoors Zij
behoort tc bestaan in een tweetal cursussen
en een proctischcn troependienst in het toe
komstige commando.
Do cursussen, waaronder koderoefeningen,
kunnen over meerdere gunstig gelegen garni
zoenen worden verdeeld, het onderricht moet
worden opgedragen aan dc beste deskundigen.
Dc vcrlofsluitenants zijn verplicht dc oplei
ding tot compagniescommandant te volgen, de
deelneming aan opleiding tot bataljons
commandant is vrijwillig.
Voor de officieren, die het vcreischte oantal
dienstjaren hebben overschreden zonder on
derscheidenlijk d*n kopiteinsr^ng en den ma-
joors.ang tc hebben bereikt, behoort eer; af
zonderlijke regeling te worden getroffen.
9 De wintercursussen behooren tc vervallen,
10. De bevordering van de officieren behoort
in dier voege tc zijn geregeld, dat zij reeds in
vredestijd den rang bcklecdcn, welke is ver
bonden aan het commando dot zij bij mobili
satie moeten vervullen.
11. Aan de verlofsofficieren, die den rang
van kapitein of majoor bcklecdcn, behoort een
jaarlijksche toelage resp. van 400 cn 600
te worden toegekend.
12. Dc geldelijke tegemoetkoming geduren
de het verblijf onder de wapenen behoort in
vredestijd te bestaan in een dagclijksche ver
goeding, met een toeslag voor onderhoud van
klceding en in oorlogstijd in het tractcment
overeenkomstig rong cn anciënniteit.
13. Het verplichte dienstverband van het
verlofskoder behoort van gelijken duur tc zijn
als dat van dc overige militie.
De opkomst onder de wapenen bij den troep
heeft plaats in bepaalde dienstjaren, in dier
voege, dot de verlofsofficiercn gemiddeld eens
per drie jaar dienst doen en de onderofficieren
aan yicr herhalingsoefeningen c.q. koderoefe
ningen deelnemen.
In de keuze van dc dienstjaren waarin dc
cursussen worden gevolgd, kon cenige vrijheid
worden gelaten.
DE TWEE TORPEDOJAGERS VOOR NED.-
1NDIE WEER AANGEVRAAGD.
Dc Marincbcgrooting met
2.201.225 verhoogd. Een
adviseur in olgcmeencn
dienst bij Marine,
Ingediend is de reeds eerder door den min. van
Marine a.i. oongekondigde suplctoire Marine-
bcgrooting, hoofdzakelijk ter verkrijging van
de fondsen om ook in 1926 weder twee tor-
pedojogers voor Ned.-Indië op stapel te kun
nen zetten
In zijn memorie van toelichting zegt dc
minister, dat het bij nadere overweging ge-
wenscht is gebleken, voor den arbeid, oor
spronkelijk toegedacht aan een directeur-gene
raal, de beschikking te krijgen over een amb
tenaar in de positie van roodsodviscur in el-
gemoenen dienst. Aldus kunnen de gezags- en
omhtelijkc verhoudingen ongewijzigd blijven
Het is het 'voornemen, nadat' dit ontwerp
wet znl ziin geworden, de inwendige reorgani
satie van het dep. van Marine, alsmede de voor
bereidende werkzaamheden verbonden aan de
snmenvoecring van de departementen van Oor*
log en Marine, ter hand te nemen. Voor dc
samenvoeging zelf znl te zijner tijd een wets
ontwerp worden incrcdiend, waarbij aan do Ka
mer volledige inlichtingen zullen worden ver
strekt.
Zooals vroeger reeds betoogd is, is dc toe-
stund van de/in Tndië aanwezige jagers van dien
aard, dat zoo spoedig mogelijk met geleidelijke
vervanging moet worden voortgegaan. Als eer
ste termijn, in 1926 te verwerken, wordt daar
voor geraamd 1 2C0.0C0 voor den eigenlij
ken aanbouw, terwijl voor aanschaffing van
geschut, nfstandmeters en vuurleidingsinstal-
loties, als eerste termijn f 300.000 wordt noo
dig geacht. Verder wordt nog gevraagd ccn
verhooging van f 700.000 ter toelichting waar
van kan dienen, dnt verhooging van den in dc
oorspronkelijk^ begroeting 1926 uitgetrokkken
post van f 750.000 voor de Sumotro noodig
wordt geacht mot f 500.000, aangezien reeds
thans gebleken is. dat in 1£)26 meer dan do
beschikbare 750.000 zal moeten worden be
taald.
naar het Engelsch van
EMMELINE MORRISSON.
Geautoriseerde vertalirig van M. Hellema.
49
Iris staarde haar aan zonder te spreken en
zij ging door met haar poeslieve stem: „En
jij laat het ook maar toe. Dr. Rutherford vond
het vreeselijk, dot vertelde hij mij. Maar waar
om verdraag je het
„Ik weet niet, wat je bedoelt, en ik ben er
zeker van, dat Dr. Rutherford nooit zoo iets
heeft gezegd."
„Dot heeft hij wel, an ik zou geen notitie ne
men van meneer Tremoyne, als ik jou was. Je
moet van avond bepaald meegaan. Het is al
te erg, dat hij tracht je te weerhouden, terwijl
er geen werkelijk gevaar is."
„O, ik ben niet bang," zeide Iris haastig
„Maar ik geef er zelf niet om."
„Omdat je bang bent voor je manl Maar je
moest het alleen al doen, omdat ik anders ook
niet kan gaan."
Iris schudde het hoofd en weigerde beslist,
maar dc andere gaf het niet op. Zij vleide en
smeekte, en deed haar best, tot zij bemerkte,
dat het niets hielp en tot het uiterste gedre
ven zeide
„Jij dwaas kind, ik geloof, dat je meent, dot
hij in zijn leven nog nooit iets verkeerds heeft
gedaan daarom durf je hem niet ongehoor
zaam zijn. Maar ieder man heeft een verleden,
dat hij niet aan zijn vrouw vertelt, en als de
vrouwen het slechts wisten, zouden ze niet
zulke nederige, slanfsche dienaressen zijn. Je
moest in verzet komen, en gaan, waarheen je
wilt, zelfs met een anderen man, als je dat
wenschte."
Iris beet zich op de lippen. „Welk een on
zin I Wil je mij wijsmaken, dat mijn echtge
noot een verleden heeft Dat is niet zoo, dat
weet ik, ik heb hem mijn gansche leven ge
kend."
„Misschien, maar niet zijn gansche leven. Ja
bent twintig jaar jonger don hij, en je denkt
toch niet, dat je zijn eerste liefde bent, wel
JDaor heb ik nooit over gedacht," zeide zij
toornig. „En ik wil hedenavond ook niet mee
gaan."
Mevrouw Maddison stak weer een sigaret
op en zweeg, en na een oogenblik behoajde
Iris' nieuwsgierigheid de overhand, en zij
vroeg, juist zooals de andere had verwacht
„Waarop zinspeel je toch met betrekking tot
mijn man wat ter wereld weet je van hem?"
Olive nam haar sigaret uit den mond en
blies een rookwolk uit. ..Niet veel. Hij was zoo
vooringenomen jegens Lady Hammond, dat hij
niet wilde, dat je haar bij mij zoudt ontmoe
ten en hij zal je wel een aardig verhaaltje
hebben verteld om jo op een dwaalspoor te
brengen."
Nu was het Iris' beui^igrootc oogen op te
zetten. „Maar Lady Hammond heeft niets te
■naken met Geoffrey?"
„Nu niet meer, maar ze plachten intieme
vrienden te zijn. Hij wilde met hoar trouwen,
geloof ik, maar zij was beroemd en begeerde
een titeldoch eer ze dien had, had ze blijk-
i baar niets tegen nu, tegen de betrekking,
welke er tusschen hen bestond. Hij huurde een
woning voor haar, meen ik
„Ik geloof geen woord van wat je zegt," viel
Iris haar in de rede. „Je houdt er van kwaad
te spreken, en ik wou, dat je wegging."
Olive zuchtte. „Heel goed, ik heb het in je
eigen belang gezegd. Je bent erg onnoozel en
verliefd op je eigen man. O ja, dat is zoo. Al
weet je het zelf ook niet, ik dan wel en het is
je niet kwalijk te nemen, want ik ben
zelf meer don half op hem verliefd. Maar hij
zal nooit tot je terugkeeren, eer je een beetje
meer karakter toont, en niet langer een ge
hoorzame slavin bentHij behoort tot de soort
mannen, die houden van karakter en energie
bij een vrouw daarom houdt hij van mij, en
dat doet hij. Jij bent te onnoozel, en natuur
lijk is hij alleen met je getrouwd, omdat hij
geen keus had. Hij behandelt je altijd als een
ondeugend kind, en dat laat je toe, zonder
in verzet te komen."
Iris knikte. Zij maakte geen beweging, welke
haar kwelgeest voldoening kon geven, maar
haar scherp verstand twijfelde geen oogenblik,
dat wat Olive zeide waar was. Rutherford had
zich laten^ ontvallen, dat Trcmnyne verliefd
was geweest op Molly Hammond, en het ka
rakter van die dame in aanmerking genomen
was de rest ook wel te gclooven En ofschoon
de vriendschap tusschen Julian Cassillis en
die zelfde dame wel een samenloop van om
standigheden kon zijn, was dat geen voldoende
verklaring voor zijn hevig verzet tegen hun
ontmoeting. En, het vreemdste was, dat Iris
er geen zier om gafInderdaad, zij had het
kunnen uitproesten van lachen. Het was ont
zettend grappig, eerst Tremayne en Julian en
Molly Hammond, en toen Julian cn Tremayne
en zij zelf.
Ja, het was vreeselijk grappig. En nu waren
ze dus eindelijk werkelijk quitte; hij was niet
beter dan zij
Maar de lust om te lachen week weldra
voor een brandende verontwaardiging over de
wijze, waarop Tremayne niet alleen hoor, maar
ook Julian had behandeld Welk recht had hij
Julian af te ranselen en uit Trelawn weg te
jagen?
Zij keek op. „Goed, ik zal van avond mee
gaan," zeide zij haastig, „indien je het gaarne
wilt. Ik geloof niet, dat het er veel op aan
komt en het zal toch wel aardig zijn."
Mevrouw Maddison stond op, nu ze de over
winning had behaald .„Ik had niets van me
neer Tremayne willen zeggen," zeide zij, „ik
zou het hem maar niet vertellen, als ik jou
was
„Donk je." zeide Iris bedaard, „dat zal ik
wanrschijnlijk ook niet doen, ofschoon ik ge
loof, dat je bij mij kwam alleen om het mij
te vertellen. Het kan mij echter niet schelen,
daarom vrees ik, dat het een teleurstelling
voor je is. En neem mij niet kwalijk, als ik
je nu verzoek heen te gaan
Verscheidene malen dien dag keek Tremayne
achterdochtig naar Iris, maar zij zog hem
niet aan en ging dien avond vroeg naar haar
kamer, en toen hij later ging kijken, alvorens
naar bed te gaan, lag zij blijkbaar te slapen.
Hij bracht een slechten nacht door zonder
te weten waarom. Alle slaapkamers van het
hotel kwamen uit op een galerij, die men door
een trap in de hal bereikte. Ann den anderen
kont kwamen ze uit op een balkon nan dc
straatzijde, maar een eind daarvan verwijderd.
Om ongeveer zes uur in deH morgen, toen
hij nog sluimerde, werd hij wakker door het
dichtslaan van een deur, en hij stond op en^
ging naar buiten op het balkon om tc zien
welke deur het was.
Toen hij buiten kwam, hnd hij een gevoel
van naderend onheil Er woei een heete, ver
stikkende woestijnwind, rechtstreeks uit de Sa
hara, welke wolken stof en zand meevoerde.
De opgaande zon werd verduisterd door een
vreemde wolk, en de lucht was onheilspellend
stil Het was de khamsin, dc gevreesde stem
der groote Sahara I
Dc deur vloog weer dicht met een slag, die
de glasruiten deed rinkelen, en zich haastig
omkoerond, zag Tremayne, dot het de deur was
van Iris' kamer. Hij ging er heen om haar
gerust te stellen, in geval de slag haar had
doen schrikken, opende de deur wijd en trad
binnen.
De kamer wus ledig, het bed onbeslepcn....
Toen herinnerde hij zich den voorgenomen
rit. Hij meende, dat het pion was vervollen,
tem eer, daar hij den vorigen avond de gid
sen had hporen praten over den vreemden
zonsondergang en de kans op storm. Maar
blijkbaar was het plan uitgevoerd en was Iris
van de partij.
Tremayne's bezorgdheid was grooter dan
zijn toorn Hij kleedde zich haastig, maar eer
hij kloor was, werd er luid op de deur geklopt,
en toen hij open deed, stond Maddison daar,
half gekleed cn in een toestand van groote
opgewondenheid.
„O, Tremayne, wat zou er toch van hen
zijn geworden." barstte hij los. „Ik vertrouw
dien vervloekten storm niet, die daar op
steekt, terwijl zij allemaal in die ellendige
woestijn zijn."
(Wordt vervolgd.)