AMËRSFOÖRTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" BINNENLAND. FEUILLETON. Een Liefdesdroom. TWEEDE BLAD. Linnen Costumes. 24e Jaargang No. 286 Dinsdag 8 Juni 1926 UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot gewoon hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Leiden in de faculteit der wis- en natuurkunde voor onderwijs in phnr- macographie en gallenische pharmacie, zoo- n\ede in receptuur aan medische studenten aan die universiteit dr. L. E. Goester, thans bui tengewoon hoogleeraar aan die universiteit; bevorderd tot commies bij het Rijks-archief in Drente H. Bonder, thans adjunct-commies bij het Rijksarchief; toegekend 4bij bevordering de gouden eere medaille der Oranje-Nassau-orde aan C. Col- mer, hoofdcommies der directe belastingen enz. te Helder. MINISTER LAMBOOY BEZOEKT DEN ONDERZEEDIENST TE NIEUWEDIEP. De Minister van Marine, ad interim, de heer Lambooy, is Zondagavond, vergezeld door kapitein-luitenant ter zee Van Hengel, werk zaam aan het Departement en door den adju dant van den Minister, luitenant ter zee Te klasse Ter Mijtelen, naar Nieuwediep vertrok ken, waar heden een bezoek werd gebracht aan den onderzcedïenst en daarna an de werf. INTREKKING LEGERORDER Naar wij vernemen is dezer dagen de intrek king te verwachten van Legerorder no. 437 van het jaar T924, waarbij werd bepaald dat reëngamenten voor militairen voor niet langer dan voor den tijd van I jaar mochten worden aangegaan. DE SCHEEPVAARTRECHTEN. Een verzoek aan besturen van gemeenten. Een circulaire van den Minister De min. van Binnenlandsche Zaken heeft aan een 200-tal gemeentebesturen een circulaire gericht betreffende scheepvaartrechten. Bij de behandeling van de begTOOting van Binnenl. Zaken voor 1926 in de Tweede Kamer zijn o.a. ter sprake gekomen de tarieven voor scheepvaartrechten in den vorm van haven-, kade-, brug-, liggelden, e.awelke door ver schillende gemeenten worden gevorderd van de binnenscheepvaart. Hierbij zijn in het licht gesteld de financieele lasten, welke die tarie ven op het scheepvaartverkeer leggen. Naar de meening van den Minister schuilt het bezwaar vooral in die gevallen, waarin door cumulatie van heffingen, er een last op de schipperij drukt, die het bedrijf belemmert en benadeelt. Bij deze beschouwing van de vraagstukken, die met de scheepvaartrechten samenhangen, treedt de noodzakelijkheid in het licht, zegt de ':culaire, dat het belang, hetwelk de gemeente bij het scheepvaartverkeer heeft, niet uitslui tend bezien worde van fiscaal standpunt cn dat de tarieven niet worden samengesteld dan na overleg met andere belanghebbende ge- meonten, c.q. ook desgewenscht, met de or ganen, die geacht kunnen worden het binnen- scheepvoartbcdrijf te vertegenwoordigen. Het zou den Minister aangenaam zijn, indien bij de vaststelling van ter goedkeuring in te zenden raadsbesluiten tot heffing of wijziging van bedoelde rechten, tevens rekening gehou den zal wordeb met de algemeene belangen van de binnenscheepvaart, die als zoodanig ook als een gemeentebelang aangemerkt kun- kunnen worden. STOPZETTING HONGAARSCHE KINDERACTIE. Antwoord aan den heer Bomans. Op een schriftelijke vraag van den heer Bo mans, betreffende stopzetting van de Hongaur- sche kinderoctie, deelt de minister van Binnen landsche Zaken cn Landbouw het volgende mede Dc Hongaarsche evenals de Oosfnrijk- sche kinderactie, meent de minister al sinds eenigen tijd vrijwel als beëindigd te mogen beschouwen. Daarom meende dc regeering, dat de redenen, die cr eertijds toe leidden, om ten aanzien van de Oostenrijksche cn Hongaarsche kindertransporten verschillende faciliteiten toe te staan, niet meer bestonden, of slechts in zeer geringe mate, zoodat ook voor kinderen uit Oostenrijk en Hongarije voortaan wedei behoorden te golden de regelen, welaan andere onderdanen uit die landen bij «.over komst naar Nederland zijn onderworpen Dc minister vermag dan ook de beëindiging van de actie ten behoeve van buitenlandschc o.a. Hongaarsche kinderen, niet te zien als een ge volg van de opheffing der gunstige bepalingen op het stuk der posvoorschriften, doch be schouwt eerder het laatste als het gevolg van het eerste. DOORVOER VAT' VLEESCH UIT HET BUIT LX LAND. Een verbod bij Kon. besluit. Thans is verschenen een Kon. besluit, waar bij de doorvoer uit het buitenland van vleesch en klauwen is verboden. Wanneer bizonderc re denen een afwijking van dit verbod noodzakelijk maken, kan de minister van binnenlandsche za ken en landbouw zoodanige afwijking toe staan onder de noodige voorzorgen tegen over brenging van besmetting. DE VORMING VAN HET VERLOFSKADER DER INFANTERIE. Een nieuwe opleiding der verlofs officieren, maar geen hoogere vcr- lofsschool Het reservekader be houden Jaarlijks 500 verlofsof ficieren benoemd De kosten zijn T.40000. Verschenen is het verslag van de Staatscom missie, ingesteld bij Kon. besluit van 12 Dec. 1919, (Legercommissie), over de vorming en de voortgezette opleiding van het verlofskader bij de infanterie. De commissie is overtuigd dat er alleen dan sprake van kan zijn om de aanvoering die bij het gemobiliseerde leger in hoofdzaak bij het verlofskader zal berusten, met vertrouwen aan dit kader op te dragen, wanneer het practisch goed onderlegd is cn de bezetting in de ver schillende rangen verzekerd is. Zoolang aan deze eischen niet is voldaan, zol het tegen woordige beroepspersoneel niet kunnen gemist worden. Het economisch belang, bij do inkrimping van het beroepspersoneel betrokken, deed de commissie daarom besluiten, de vorming en verdere opleiding van het verlofskader in stu die te nemen. Aangezien de infanterie het grootst aantal verlofsofficieren en verlofsonder- officierrn telt, heeft zij zich tot dit wapen be perkt. Hangende haar onderzoek kreeg zij inzage van Het,verslag van de commissie in zake de regeling der opleiding enz. tot verlofsofficii van olie wapens en dienstvakken, maar zag hierin geen aanleiding om haar onderzoek te staken, omdat het gezichtspunt, waaruit de zaak in dit verslag is bezien, een ander is dan het hare. Dc nieuwe regeling. De Nieuwe Commissie merkt op dot de be staande regeling to wenschen overlaat, welke geeft een onvoldoend aantal verlofsofficieren en het mogelijk maakt dat op te ruime schaal vrijstelling van troependienst wordt verleend, terwijl zij de opleiding gedeeltelijk verplaatst naar een wintercursus welke slechts door een klein aantal deelnemers wordt gevolgd en wei nigen bevredigt. De voortgezette opleiding der verlofsofficie ren kan alleen dan goed verzekerd zijn, wanneer het volgen van deze opleiding in welken vorm ook verplichtend is en, wat den troependienst betreft, plaats heeft in bepaalde van te voren vastgestelde jaren, waarbij vrijstelling of uitstel alleen wordt verleend in uitzonderingsgevallen. Door deze regeling is het mogelijk, den ver- lofsofficier als luitenant te laten deelnemen aan dc herhalingsoefeningen van de lighting, waar bij hij als vaandrig heeft gediend. Het is vol doende als de vcrlofsluitenant, alvorens in op leiding te worden genomen tot compagnies commandant, de beide herhalingsoefeningen medemaakt van de hiervoren genoemde lich ting, welke in den regel in zijn 3de en 6de dienstjaar fhet jaar waarin de benoeming tot vaandrig plaats heeft, wordt als eerste dienst jaar gerekend) worden gehouden. Zij wil da bestaande regeling behouden, waarbij het ver- lofskader een week vro ger onder de wapenen komt, om zich onder deskundige leiding voor zijn taak voor te bereiden. Het totale verblijf onder de wapenen bedraagt derhalve in elk der genoemde jaren drie weken. RECLAMES. Van 1—4 regels 4.05, elke regel meer 1.- KLEERMAKERIJ Fa. E. L. J. LAMMERTS Amersfoort Groningen trechtscheweq 36. Tel. 587 De wintercursussen moeten vervallen. Den verlofsluitenant reeds in dc eerste twee dienstjaren 6 weken onder de wapenen te roe pen is onnoodig en ongewenscht. De voorziening in de behoeften aan com pagniescommandanten wordt thans nog te zeer belemmerd door de bevorderingskansen van het korps beroepsofficieren en de com missie acht het noodig, dat de verlofsluitenant, na gebleken geschiktheid, wordt benoemd tot kapitein na 12 dienstjaren en dat de vcrlofs- kapiteins die daarvoor geschikt en ook geneigd is, wordt benoemd tot majoor, wanneer hij 24 dienstjaren heeft Uit dit laatste getal blijkt de noodzakelijkheid van een vrijwillige beschik baarstelling, omdat het dienstverbond slechts 20 jaren bedraagt. Het is duidelijk dot de bevordering van het beroepskader volgens dezelfde regels zal moe ten geschieden; hetgeen tot gevolg kan heb ben dat bij een vredescompngnie meer dan één kapitein zal zijn ingedeeld en dat sommige de zer compagniën door majoors zullen worden gecommandeerd. Door de opleidingseenhcden niet langer te .vereenzelvigen" met het begrip compagnie, wat zij niet zijn, doch tc spreken van^recrutcn- scholen in plaats van schoolcompagnicën en an kaderschool in plaats van opleidingscom pagnie. wordt de regeling voor vredesverhou- dingen alleszins aannemelijk .-gemaakt. Alvorens de opleiding tot compagnies-com mandant nader te behandelen, gaat de com missie na, hoeveel verlofsluitenants jaarlijks moeten worden benoemd tot deze functie, om in de behoeften bij mobilisatie tc kunnen voor zien. Wanneer overeenkomstig het voorstel jaar lijks 330 verlofsofficiercn bij de infanterie worden benoemd, zijn er met inbegrip- van het verloop na 1 jaar, 330 maal 9.5 is 3135 lui tenants. De toestand wordt dot er zullen zijn 780 compagniescommandanten en 3T35 plus 780 is rond 3900 luitenants, wat toereikend is om in de behoefte tc voorzien. De opleiding tot compagniescommandant welke thans niet is geregeld en te wenschen overlaat, behoort te geschieden in het tijdvak van het 8ste t. m. het T2e di -stjaar en het is voldoende, als ze bestaat in twee cursussen en een troependienst, waarbij wordt opgetreden als waarnemend compagniescommundant. Cur sussen en troependienst duren elk drie weken Voldoet de verlofsofficier, dan moet de be noeming tot compagniescommandant ten spoe digste volgen, waarbij een jaarlijksche toelage van 400 wordt toegekend. Geen hoogere verlofsschcol. De commissie acht het ongewenscht om een hoogere verlofsschool in het leven te roepen Garnizoenen als Amersfoort, Ede, Breda, Assen cn 's-Gravenhage zouden geschikt zijn voor instructiecentra. Als het stelsel in volle werking zal zijn, zul len er jaarlijks twee cursussen voor compag niescommandant en twee cursussen voor ba taljonscommandant zijn. Alle vcrlofsluitenants di"; 8 tot en met 12 jaren in dienst zijn, be- hooren de opleiding voor compagniescomman dant te volgen^ De organisatie der cursussen kan op eenvoudige wijze geschieden. Wat betreft de voortgezette opleiding bij den troep, is hot volgende als in de periode van het 13e tot en met het 20ste dienstjaar nog twee maal troependienst wordt verricht in bepaalde jaren, met name in het I5e en in het 18e dienst jaar. 2000 dienstplichtigen voor sergeant. Het zal noodig zijn om in verband met het niet slagen van een zeker percentage, ten min ste 2000 dienstplichtigen voor sergeant op tc leiden, dat is 80 per regiment. Het toetre den tot den kaderlandstorm moet worden aan gemoedigd. Een wijziging van de Dieastplicr. wet, waarbij het aantal herhalingsoefeningen voor het vcrlofskadcr en haar duur worden uit gebreid, is noodig. Dc kosten. De kostenberekening der jaarlijksche "uitga ven voer dc infanterie, als het stelsel in volle werking is, leidt tot een totool-generoul van 1,400,OCX). Dc verblijfstoelagen en die we gens voorziening in huisvesting alsmede do reiskosten, konden niet worden geraamd en bicvendus buiten beschouwing. De conclusies. De commissie komt tot de volgende conclu- siën: T. De opleiding van het vorlofskader kan alleen op bevredigende wijze worden geregeld, wanneor zoowel rekening wordt gehouden met de militaire eischen, waaraan dit kader moet voldoen, als met de persoonlijke belangen van de betrokkenen. De militairo eischen moeten zich bepalen tot het strikt noodige, waaraan ten volle moet worden voldaan; vrijstelling of uitstel van dc hieruit voortvloeiende verplichtingen moet hooge uitzondering blijven. 2. De verplichte aanwijzing van het a s. ver lofseskader behoort zooveel doenlijk to worden beperkt door de toetreding tot het reserve* kader en den kaderlandstorm aan te moedigen. De intermittccrende opleiding dient daarvoor te blijven bestaan. Het is echter ongewenscht om in vredestijd militaire verplichtingen op te leggen aan dc buitengewone dienstplichtigen, die tot den kaderlandstorm behooren. 3- Ter voorziening in de eerste behoeften der oorlogsorgonisatie is het noodig, dot er jaar lijks ten minste 330 verlofs-luitenants cn 1750 onderofficieren worden aangesteld. Het tekort, dat ontstaan is doordat de voor ziening in de afgeloopen jaren ontoereikend is geweest, kon niet worden aangevuld uit por- necl, dat gedurende do mobilisaticjarcn is ge vormd cn dat binnen enkele joren zal verdwij nen. Gelet op het vorenstaande, is een vergroo ting van het aantal dienstplichtigen, dat voor kader wordt opgeleid, noodzakelijk. 4 Rekening houdend met het verloop en het niet slagen van adspirant-officieren, is het aan tal diplomahouders van het eindexamen H. B. S. 5-j. c. of een daarmede gelijk te stellen ge tuigschrift, wonrschijnlijk ontoereikend om, volgens de bestaande regeling, in dc behoef ten te voorzien. Voor zoover noodig zal een afzonderlijke loting moeten worden gehouden voor alle goedgekeurde hiervoren bedoelde diploma houders, terwijl jaarlijks het vcreischte aantal aanstaande vcilofsofficieren zal worden ver kregen uit hen, die daarvoor door het lot zijn aangewezen. 5. De vorming op de scholen voor verlofs officiercn der infanterie wordt bevredigend ge acht. De a.s. verlofsofficier behoort gedurende zijn detacheering bij den troep den rang van vaan drig te bekieeden, ten einde hem vertrouwd te maken met het voeren van het commando, waarvoor hij is bestemd, en om zijn prestige tc vorhoogen. Voor de practischc vorming van den a.s. vcrlofs-sergcant wordt het, met het oog op zijn vorming tot aanvoerder, noodzakelijk ge acht, dat hij als hulpinstructeur optreedt bij de oefeningen, welke doarvoor in aahmerking komen. 6. Het is gewcnscht, dot de reglementen en voorschriften, welke door het verlofskader zul len moeten worden toegepast, alleen bij hoogö noodzokelijkheid worden gewijzigd. De beschikbaarstelling van reglementen en voorschriften behoort met bekwamen spoeden op ruime schaal te geschieden. 7. De voortgezette opleiding behoort nood zakelijk plaats te hebben in tijdvakken waarin voldoende troepen onder de wapenen zijn om het vorlofskader gclegonheid tc geven een commando overeenkomstig den rang te voe ren. Verplichte opkomst onder de wapenen in be paalde dienstjaren is hiervoor noodzakelijk. Voor de verlofsluitcnants behoort dit tc ge schieden gedurende de herhalings-oefeningen van de lichting, waarbij zij als veandrig heb ben gediend. Voor deze stelselmatige opleiding is het noo dig, dat het onder de wapenen komen van dc lichtingen voor herhalings-oefeningen voor alle korpsen op gelijke wijze plaats heeft. 8. Dc vorming van kopitcins-compngnies- commandontcn en van majoors-bataljonscom mandanten behoort stelselmatig te worden ge regeld, in dier voege, dat de geschikt geoor deelde officieren deze rongen resp. na 12 on 24 dienstjaren bereiken. Do opleiding zal geschieden in het tijdvak tusschen het 8ste cn het 13de dienstjaar voor do a.s. kapiteins en tusschen het 20ste cn het 25ste dienstjaar voor de a.s. majoors Zij behoort tc bestaan in een tweetal cursussen en een proctischcn troependienst in het toe komstige commando. Do cursussen, waaronder koderoefeningen, kunnen over meerdere gunstig gelegen garni zoenen worden verdeeld, het onderricht moet worden opgedragen aan dc beste deskundigen. Dc vcrlofsluitenants zijn verplicht dc oplei ding tot compagniescommandant te volgen, de deelneming aan opleiding tot bataljons commandant is vrijwillig. Voor de officieren, die het vcreischte oantal dienstjaren hebben overschreden zonder on derscheidenlijk d*n kopiteinsr^ng en den ma- joors.ang tc hebben bereikt, behoort eer; af zonderlijke regeling te worden getroffen. 9 De wintercursussen behooren tc vervallen, 10. De bevordering van de officieren behoort in dier voege tc zijn geregeld, dat zij reeds in vredestijd den rang bcklecdcn, welke is ver bonden aan het commando dot zij bij mobili satie moeten vervullen. 11. Aan de verlofsofficieren, die den rang van kapitein of majoor bcklecdcn, behoort een jaarlijksche toelage resp. van 400 cn 600 te worden toegekend. 12. Dc geldelijke tegemoetkoming geduren de het verblijf onder de wapenen behoort in vredestijd te bestaan in een dagclijksche ver goeding, met een toeslag voor onderhoud van klceding en in oorlogstijd in het tractcment overeenkomstig rong cn anciënniteit. 13. Het verplichte dienstverband van het verlofskoder behoort van gelijken duur tc zijn als dat van dc overige militie. De opkomst onder de wapenen bij den troep heeft plaats in bepaalde dienstjaren, in dier voege, dot de verlofsofficiercn gemiddeld eens per drie jaar dienst doen en de onderofficieren aan yicr herhalingsoefeningen c.q. koderoefe ningen deelnemen. In de keuze van dc dienstjaren waarin dc cursussen worden gevolgd, kon cenige vrijheid worden gelaten. DE TWEE TORPEDOJAGERS VOOR NED.- 1NDIE WEER AANGEVRAAGD. Dc Marincbcgrooting met 2.201.225 verhoogd. Een adviseur in olgcmeencn dienst bij Marine, Ingediend is de reeds eerder door den min. van Marine a.i. oongekondigde suplctoire Marine- bcgrooting, hoofdzakelijk ter verkrijging van de fondsen om ook in 1926 weder twee tor- pedojogers voor Ned.-Indië op stapel te kun nen zetten In zijn memorie van toelichting zegt dc minister, dat het bij nadere overweging ge- wenscht is gebleken, voor den arbeid, oor spronkelijk toegedacht aan een directeur-gene raal, de beschikking te krijgen over een amb tenaar in de positie van roodsodviscur in el- gemoenen dienst. Aldus kunnen de gezags- en omhtelijkc verhoudingen ongewijzigd blijven Het is het 'voornemen, nadat' dit ontwerp wet znl ziin geworden, de inwendige reorgani satie van het dep. van Marine, alsmede de voor bereidende werkzaamheden verbonden aan de snmenvoecring van de departementen van Oor* log en Marine, ter hand te nemen. Voor dc samenvoeging zelf znl te zijner tijd een wets ontwerp worden incrcdiend, waarbij aan do Ka mer volledige inlichtingen zullen worden ver strekt. Zooals vroeger reeds betoogd is, is dc toe- stund van de/in Tndië aanwezige jagers van dien aard, dat zoo spoedig mogelijk met geleidelijke vervanging moet worden voortgegaan. Als eer ste termijn, in 1926 te verwerken, wordt daar voor geraamd 1 2C0.0C0 voor den eigenlij ken aanbouw, terwijl voor aanschaffing van geschut, nfstandmeters en vuurleidingsinstal- loties, als eerste termijn f 300.000 wordt noo dig geacht. Verder wordt nog gevraagd ccn verhooging van f 700.000 ter toelichting waar van kan dienen, dnt verhooging van den in dc oorspronkelijk^ begroeting 1926 uitgetrokkken post van f 750.000 voor de Sumotro noodig wordt geacht mot f 500.000, aangezien reeds thans gebleken is. dat in 1£)26 meer dan do beschikbare 750.000 zal moeten worden be taald. naar het Engelsch van EMMELINE MORRISSON. Geautoriseerde vertalirig van M. Hellema. 49 Iris staarde haar aan zonder te spreken en zij ging door met haar poeslieve stem: „En jij laat het ook maar toe. Dr. Rutherford vond het vreeselijk, dot vertelde hij mij. Maar waar om verdraag je het „Ik weet niet, wat je bedoelt, en ik ben er zeker van, dat Dr. Rutherford nooit zoo iets heeft gezegd." „Dot heeft hij wel, an ik zou geen notitie ne men van meneer Tremoyne, als ik jou was. Je moet van avond bepaald meegaan. Het is al te erg, dat hij tracht je te weerhouden, terwijl er geen werkelijk gevaar is." „O, ik ben niet bang," zeide Iris haastig „Maar ik geef er zelf niet om." „Omdat je bang bent voor je manl Maar je moest het alleen al doen, omdat ik anders ook niet kan gaan." Iris schudde het hoofd en weigerde beslist, maar dc andere gaf het niet op. Zij vleide en smeekte, en deed haar best, tot zij bemerkte, dat het niets hielp en tot het uiterste gedre ven zeide „Jij dwaas kind, ik geloof, dat je meent, dot hij in zijn leven nog nooit iets verkeerds heeft gedaan daarom durf je hem niet ongehoor zaam zijn. Maar ieder man heeft een verleden, dat hij niet aan zijn vrouw vertelt, en als de vrouwen het slechts wisten, zouden ze niet zulke nederige, slanfsche dienaressen zijn. Je moest in verzet komen, en gaan, waarheen je wilt, zelfs met een anderen man, als je dat wenschte." Iris beet zich op de lippen. „Welk een on zin I Wil je mij wijsmaken, dat mijn echtge noot een verleden heeft Dat is niet zoo, dat weet ik, ik heb hem mijn gansche leven ge kend." „Misschien, maar niet zijn gansche leven. Ja bent twintig jaar jonger don hij, en je denkt toch niet, dat je zijn eerste liefde bent, wel JDaor heb ik nooit over gedacht," zeide zij toornig. „En ik wil hedenavond ook niet mee gaan." Mevrouw Maddison stak weer een sigaret op en zweeg, en na een oogenblik behoajde Iris' nieuwsgierigheid de overhand, en zij vroeg, juist zooals de andere had verwacht „Waarop zinspeel je toch met betrekking tot mijn man wat ter wereld weet je van hem?" Olive nam haar sigaret uit den mond en blies een rookwolk uit. ..Niet veel. Hij was zoo vooringenomen jegens Lady Hammond, dat hij niet wilde, dat je haar bij mij zoudt ontmoe ten en hij zal je wel een aardig verhaaltje hebben verteld om jo op een dwaalspoor te brengen." Nu was het Iris' beui^igrootc oogen op te zetten. „Maar Lady Hammond heeft niets te ■naken met Geoffrey?" „Nu niet meer, maar ze plachten intieme vrienden te zijn. Hij wilde met hoar trouwen, geloof ik, maar zij was beroemd en begeerde een titeldoch eer ze dien had, had ze blijk- i baar niets tegen nu, tegen de betrekking, welke er tusschen hen bestond. Hij huurde een woning voor haar, meen ik „Ik geloof geen woord van wat je zegt," viel Iris haar in de rede. „Je houdt er van kwaad te spreken, en ik wou, dat je wegging." Olive zuchtte. „Heel goed, ik heb het in je eigen belang gezegd. Je bent erg onnoozel en verliefd op je eigen man. O ja, dat is zoo. Al weet je het zelf ook niet, ik dan wel en het is je niet kwalijk te nemen, want ik ben zelf meer don half op hem verliefd. Maar hij zal nooit tot je terugkeeren, eer je een beetje meer karakter toont, en niet langer een ge hoorzame slavin bentHij behoort tot de soort mannen, die houden van karakter en energie bij een vrouw daarom houdt hij van mij, en dat doet hij. Jij bent te onnoozel, en natuur lijk is hij alleen met je getrouwd, omdat hij geen keus had. Hij behandelt je altijd als een ondeugend kind, en dat laat je toe, zonder in verzet te komen." Iris knikte. Zij maakte geen beweging, welke haar kwelgeest voldoening kon geven, maar haar scherp verstand twijfelde geen oogenblik, dat wat Olive zeide waar was. Rutherford had zich laten^ ontvallen, dat Trcmnyne verliefd was geweest op Molly Hammond, en het ka rakter van die dame in aanmerking genomen was de rest ook wel te gclooven En ofschoon de vriendschap tusschen Julian Cassillis en die zelfde dame wel een samenloop van om standigheden kon zijn, was dat geen voldoende verklaring voor zijn hevig verzet tegen hun ontmoeting. En, het vreemdste was, dat Iris er geen zier om gafInderdaad, zij had het kunnen uitproesten van lachen. Het was ont zettend grappig, eerst Tremayne en Julian en Molly Hammond, en toen Julian cn Tremayne en zij zelf. Ja, het was vreeselijk grappig. En nu waren ze dus eindelijk werkelijk quitte; hij was niet beter dan zij Maar de lust om te lachen week weldra voor een brandende verontwaardiging over de wijze, waarop Tremayne niet alleen hoor, maar ook Julian had behandeld Welk recht had hij Julian af te ranselen en uit Trelawn weg te jagen? Zij keek op. „Goed, ik zal van avond mee gaan," zeide zij haastig, „indien je het gaarne wilt. Ik geloof niet, dat het er veel op aan komt en het zal toch wel aardig zijn." Mevrouw Maddison stond op, nu ze de over winning had behaald .„Ik had niets van me neer Tremayne willen zeggen," zeide zij, „ik zou het hem maar niet vertellen, als ik jou was „Donk je." zeide Iris bedaard, „dat zal ik wanrschijnlijk ook niet doen, ofschoon ik ge loof, dat je bij mij kwam alleen om het mij te vertellen. Het kan mij echter niet schelen, daarom vrees ik, dat het een teleurstelling voor je is. En neem mij niet kwalijk, als ik je nu verzoek heen te gaan Verscheidene malen dien dag keek Tremayne achterdochtig naar Iris, maar zij zog hem niet aan en ging dien avond vroeg naar haar kamer, en toen hij later ging kijken, alvorens naar bed te gaan, lag zij blijkbaar te slapen. Hij bracht een slechten nacht door zonder te weten waarom. Alle slaapkamers van het hotel kwamen uit op een galerij, die men door een trap in de hal bereikte. Ann den anderen kont kwamen ze uit op een balkon nan dc straatzijde, maar een eind daarvan verwijderd. Om ongeveer zes uur in deH morgen, toen hij nog sluimerde, werd hij wakker door het dichtslaan van een deur, en hij stond op en^ ging naar buiten op het balkon om tc zien welke deur het was. Toen hij buiten kwam, hnd hij een gevoel van naderend onheil Er woei een heete, ver stikkende woestijnwind, rechtstreeks uit de Sa hara, welke wolken stof en zand meevoerde. De opgaande zon werd verduisterd door een vreemde wolk, en de lucht was onheilspellend stil Het was de khamsin, dc gevreesde stem der groote Sahara I Dc deur vloog weer dicht met een slag, die de glasruiten deed rinkelen, en zich haastig omkoerond, zag Tremayne, dot het de deur was van Iris' kamer. Hij ging er heen om haar gerust te stellen, in geval de slag haar had doen schrikken, opende de deur wijd en trad binnen. De kamer wus ledig, het bed onbeslepcn.... Toen herinnerde hij zich den voorgenomen rit. Hij meende, dat het pion was vervollen, tem eer, daar hij den vorigen avond de gid sen had hporen praten over den vreemden zonsondergang en de kans op storm. Maar blijkbaar was het plan uitgevoerd en was Iris van de partij. Tremayne's bezorgdheid was grooter dan zijn toorn Hij kleedde zich haastig, maar eer hij kloor was, werd er luid op de deur geklopt, en toen hij open deed, stond Maddison daar, half gekleed cn in een toestand van groote opgewondenheid. „O, Tremayne, wat zou er toch van hen zijn geworden." barstte hij los. „Ik vertrouw dien vervloekten storm niet, die daar op steekt, terwijl zij allemaal in die ellendige woestijn zijn." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5