AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" BINNENLAND. FEUILLETON. Een Liefdesdroom. TWEEDE BLAD. r Tennispantalons. ti?" 'nmr 24e Jaargang No. 287 Woensdag 9 Juni 1926 Eerste Kamer. Vergadering- van Dinsdag 9 Juni. Geopend te 8.55. Voorz. J. J. G. baron van Voorst tot Voorst. De voorzitter stelt voor eenige wets ontwerpen, waarvan de griffier voorlezing doet, in de afdeelingen te onderzoeken. Aldus besloten. Voorts deelt de voorzitter mee, dat de centrale afdeeling besloten heeft in de afdec- Jingen te doen onderzoeken, onmiddellijk na de openbare vergadering, het wetsontwerp tot het aangaan van een of meer geldleeningen ten laste van Ned. Tndië en dat tot heffing van belasting van propyl-alcohol en iso-propyl- nlcohol; en morgen voormiddag een aantal an dere wetsontwerpen. Spreker deelt verder mee voornemens te zijn de Kamer morgen te 2 uur in openbare vergadering bijeen te roepen en de dan in staat van wijzen zijnde wetsontwerpen te behandelen. De vergadering wordt te 8.40 verdaagd tot morgennam. 2 uur. Berichten. int DE STAATSCOURANT. éervol ontslagen mef dank voor zijn goede diensten bij de liquidatie van den diénst der betaalmeesters bewezen de tijdelijke inspec teur van den Rijksbetalingsdienst bij het De partement van Financiën L. Th. van Hasselt. op verzoek eervol ontslagen met dank rar. L. J. Blijdenstein, als kantonrechter te Hilver sum; A. N. E. S. Sickenga, geboren Knapper^ als lid van den Voogdijraad te Dordrecht ontslagen de officier van gezondheid 2de klasse J. Zwolle op verzoek eervol ontslagen de reserve-ka pitein J. Hoogkamer van het 2e reg. Veld-ar- tillerie Benoemd bij het reserve-personeel der land macht, bij het personeel van den geneeskun digen dienst, tot reserve-officier van gezond heid 2e klasse W. M. van Ringelsteijn, J. G. Hoge, J. A. H. Jaspers en J. B. van der Weij- den, artsen benoemd tot burgemeester van Hceze W. A. J. Michels, met gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester van Someren tot commies bij de Rijksseruminrichting G. W. J. Houtzager, Rotterdam, thans adjunct commies op verzoek eervol ontslagen om gezondheids redenen A. van Balsvoort, rijkszirivelvisiteur te Groningen, verblijf houdende te Bccsterzwaag; benoemd tot deskundigen, ten wier overstaan in 1926 het eindexamen aan de Rijkszuivel- school te Bolsward zal worden afgenomen, J. Mesdag, zuivelconsulent te Leeuwarden; J. C. van Weijkom Clotcrbos, rijkszuivclconsulent te Assen, en P. Jensmo, directeur Coöperatieve zuivelfabriek te Lutjewinkel verlof verleend tot het aannemen van een buitenlandsch ordeteekencommandeur der orde van het Herstelde Polen aan mr. J. Lim burg, lid van den Raad van State te 's Graven- hage. Bij Kon. besluit is de heer O. von Strahl erkend en toegelaten als consul van Duitsch- land te Maastricht voor de provincie Limburg. Bij Kon. besluit is aan mr. L'. J. Blijden stein, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van kantonrechter te Hil versum, onder dankbetuiging voor in rechter lijke betrekkingen bewezen diensten. Bij Koninklijk besluit is aan A. H. 'E. S. Sickenga, geboren Knappert, op haar verzoek, eervol ontslag verleend uit de betrekking van lid van den Voogdijraad te Dordrecht, onder dankbetuiging voor de els zoodanig 'bewezen diensten! De gewone audiëntie van den Minister van Koloniën zal op Vrijdag II Juni niet plaats hebben. HERZIENING ARBITRAGE-VERDRAG MET FRANKRIJK. Naar wij vernemen zijn tusschen de Fran- sche en Nederlandsche regeeringen onderhan delingen begonnen over de herziening van het op 6 April 1904 te Parijs gesloten arbitrage verdrag. DE SPAANSCHE GEZANT. Naar wij vernemen, zal dc Spaanschc gezant te 's-Gravcnhagc, dc hcei Santiago Mendcz de Vigo, binnenkort een andere bestemming krijgen en wordt hij derhalve niet meer op zijn post in de Residentie terugverwacht van zijn verblijf in zijn land, waarheen hij onlangs, gelijk ge meld, was vertrokken. DE DROOGMAKING DER ZUIDERZEE. Het eindcijfer der begrooting- met 8 milliocn verhoogd. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van dc bcgrooting van inkomsten cn uitgaven van het Zuiderzecfonds voor het dienstjaar '26 De memorie van toelichting zegt, dat, nu de ontwerpen tot versnelde uitvoering der wer ken, tot wet zijn verheven en ter voorkoming van verdere vertraging een spoedige ter hand neming der werken noodzakelijk is, de regee ring den tijd gekomen acht om de aanvanke lijke begrooting van het Zuiderzcefonds voor 1926 met die wetten in overeenstemming te brengen. Aangezien niet, zooals oorspronkelijk het voornemen was, reeds in 1925 kon worden aangevangen, zijn de werkzaamheden voor dat jaar mede opgenomen onder die, welke in '26 zullen worden uitgevoerd. Anderzijds heeft de totstandkoming van dc financierings-wetsont- werpen zooveel vertraging ondervonden, dat nu reeds vaststaat, dat verschillende van de in het bovengenoemd werkplan vermelde werkzaam heden dit jaar niet meer kunnen worden uitge voerd, hetzij omdat dit met het oog op storm schade niet meer wenschelijk is, hetzij omdat zij wegens den laten aanvang toch niet meer tijdig kunnen worden voltooid. Hierdoor zal het bedrag van /12j000,000, in het werk plan vermeld voor de uitvoering van werken voor de afsluitingder Zuiderzee, dit jaar niet meer kunnen worden verwerkt en evenmin dat van 5,300,000 voor de indijking en droog making van den noordwestelijken polder. Voor deze werken wordt voor 1926 resp. noodig ge acht ƒ6,525,000 en ƒ3,675,000. Uit de toelichting op de artikelen blijkt o.m., dat tengevolge van uitbreiding van aantal en omvang der werkzaamheden ook 'het perso neel moet worden uitgebreid; dat de uitvoering van eenige onderdeelen van het afsluitingswerk in 1926 alsnog zoodra mogelijk ter hand zal worden genomen, o.a. de bouw der uitwate ringssluizen en van een schutsluis beoosten Wieringen en de verhooging van de Friesehe zeedijken benoorden het aansluitingspunt van den afsluitdijk. Ook met de werken tot indij king van d© Wieringermeer zal zoodra mo gelijk begonnen worden. Een werk eindelijk, dat zoo mogelijk ook in 1926 moet worden uitgevoerd is het maken van een proefpolder van ongeveer 40 H.A. bij Andijk, teneinde daar, waar de bodem veel overeenkomst heeft met dien van de Wieringermeer, proeven tc kunnen nemen ten aanzien van de beste wijze van ontwatering en ontzilting van den droog- gelegdcn bodem en met voor de eerste bebou wing te kiezen gewassen. De post van 90,000 voor maatregelen en werken, noodig tot voorziening in de belangen der landsverdediging, welke voorkwam in de ontwerp-begrooting van het Zuiderzecfonds voor 1925, doch door 's ministers ambtsvoor ganger in een memoriepost is gewijzigd, is op nieuw aangevraagd, nu inmiddels bij dc wet van 29 Juni 1925 aan art. 2 van de wet van 14 Juni 1918 uitvoering is gegeven. Het eindcijfer der begrooting van uitgaven wordt verhoogd met 8,000,000. TWEEDE KAMER. Gemeentelijke indeeling ven Zui derzeegebied. In het verslag over dit wetsontwerp wordt opgemerkt, dat tegen de voorgestelde gemeen telijke indeeling geen bezwaar bestond. Eenige leden hadden liever gezien, dat zij niet als een voorloopige, doch aanstonds als een definitie ve regeling ware opgevat, opdat niet later, met toepassing van de omslachtige regeling der Gemeentewet, tot grenswijziging zal behoeven te worden overgegaan. Andere leden keurden juist het voorloopig karakter goed. Eenige leden stelden de vraag, of het niet gewenscht is en mogelijk reeds nu een rege ling te treffen, waardoor in het geheele Zuider zeegebied van provincie- en gemeentewege ge zag kan worden geoefend en de uitvoering van rijkswetten verzekerd wordt. RECLAMES. Van 1—4 regels 4.05, elke regel m<jer T.- KLEERMAKERIJ Fa. E. L. J. LAMMERTS Amersfoort Groningen Utrechtscheweg 36. Tal. 587 HET ONAANNEMELIJK TRACTAAT. Een vergadering ïn 't zicht von het Comité van Actie. Binnenkort zal in Den Haag een vergadering worden gehouden van het algemeen comité tot wijziging van het Nederlandsch-Belgischo verdrag, waarin de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer in zake genoemd verdrag zal worden besproken. Twee commissies uit het comité zijn bezig met de somenstelling van een rapport, dat als basis van de besprekingen zal kunnen dienen. In die vergadering zal dc houding van het comité na der worden vastgesteld. Het comité is van mee ning, dot de memorie van antwoord geenszins op alle punten bevredigt. WEELDEVERTERINGSBELASTING OP FOTOARTIKELEN. Bezworen van den A. B. N. F. V Het Bestuur van den Algcmeenen bond tot behartiging der belangen van den Nederland- schen Fotohondel (AJBN.F.) waarbij vrijwel alle belangrijke fotohandclaren in Nederland zijn aangesloten, heeft zich in een uitvoerig adres gewend tot dei) minister van financiën met een aantal bezwaren tegen de voorgestelde weelde-verteringsbelasting op fotoartikelen voor amateur-gebruik. Dit adres is in een audiëntie nader toegelicht. DE LOONBETALING OP DE MIJNEN. V De collectieve overeenkomst wordt v niet nagekomen. Door den Nederl. Mijnwerkersbond is dato 5 Juni een adres aan den minister van water staat gezonden, waarin diens bemiddeling wordt ingeroepen in verband met de niet-na- koming van de collectieve overeenkomst in zake de loonbetaling. In 'het adres wordt er op gewezen, dat voor namelijk bij de Oranje Nossaumijnen de over eenkomst inzake de loonbctoling niet wordt na geleefd. DE BURGEMEESTER VAN EPE. Vraagt ontslog. De burgemeester van Epe, de heer J. L. J. B. baron Sweerts de Landas, heeft als zoodanig tegen 15 Augustus ontslag yerzocht. Hij ontving zijn aanstelling hier 15 Mei 1889 DE K 13. r Uit Horta (Azoren )waar ze Zondag is aan gekomen, wordt gemeld, dat de K 13 in het Kanaal slecht weer en mist heeft gehad. Ze bereikte een top speed van 18 knoop en hield zich goed. Het nieuwe type onderzeeboot blijkt te bevredigen. Ze vertrekt heden naar Las Pal- mas. - 'f*ik.$.K pJ 5,' 1?" MARINE, f Bij beschikking van den minister van marine a. i. zijn dc luitenants ter zee der 2e klasse E. H. ten Broeke, jhr. N. J. C. Versluys en jhr. G. A. Berg met den 2den Juni 1926 ge plaatst, de beide eerstgenoemden aan boord van Hr. Ms. Sumatra, laatstgenoemde bij het koninklijk instituut voor do marine. WONINGBOUW IN 1925 EN .VORIGE JAREN. •Tta7 In 1925 is het meest gebouwd. De Mei-aflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek bevat o.m. een overzicht van den woningbouw in 1925 en do 4 voorafgaande jaren. Het jaar 1925 is het jaar geweest, waarin het meest gebouwd is. De totaalcijfers over de 5 jaren, waarover deze statistiek thans loopt, zijn achtereenvolgens 40364, 45496, 43132, 46712 en 47190. Per 1000 inwoners zijn in die 5 jaren voltooidin Amsterdam 42.9in Rotterdam 44.4 in 's-Gravcnhagc 52.6in Utrecht 38.7 wonin gen in de gemeenten boven 100,OCX) inwoners 44.6; in die met 50—100,000 inwoners 39.9; in die met 20—50,000 inwoners 33.5 en in die met minder dan 20,000 inwoners slechts 20.4 daarentegen in het mijndistrict in Zuid- Limburg 44.0. De verschuiving in de richting van den particu lieren bouw wordt diridelijk in het licht gesteld door de percentages van den geheelcn woning bouw, die onder bedoelde categorie vielen, n.l. in de jaren 19211925 resp. 36.6; 54.8; 65.0; 73.5; 73.2. Voor dc vier gemeenten met meer dan 100,000 inwoners stegen deze percentages van 40.7 tot 70.7 in 1924 cn 70.0 in 1925 voor dc gemeenten van 50100,000 en 2050,000 inwoners bleven zij daar ver onder en bewogen zich respectievelijk tusschen 32.8 en 57.9 en tusschen 20.3 en 59.1. In dc gemeenten met minder don 20,000 inwoners is particuliere bouw vrijwel regel geworden 95 pet, terwijl deze categorie in 1921 nog niet dc helft van het totaal uitmaakte. Van belang is gaandeweg weer geworden het aantal woningen, dat aan den voorrond onttrok ken wordt. Dit is gestegen van 4.7 pet. von den gehcclen aanbouw in 1921 tot 9.3 pet. in 1925 Voor Rotterdam bedroeg dit percentage in 1925 zelfs bijna 15. NOG EENS DE VERBINDING DER IJ-OEVERS. Naar de Tel. verneemt zal nog deze maand een voordracht bij den Amsterdomschen Raad worden ingediend om het vraagstuk der IJ- oevers-verbinding op tc lossen door de uit voering van het bekende tunnclplan, waarbij dan tevens een crediet van 50.000 zal wor den gevraagd, om in het buitenland te bcstu- deeren, wat daar op het gebied van tunnelbouw onder het water is gedaan, en het plan nader uit te werken. Tevens is nog een andere voordracht aan hangig, om op grond van het rapport der z.g. ponten-commissie tc besluiten tot moderni seering en uitbreiding van het aantal ponten, waarmede een belangrijk bedrag gemoeid 7.ol zijn. DEMPING VAN HET ROKIN TE AMSTERDAM. Dc voordracht te wochton. B. en W. van Amsterdam hebben thans, vol gens de Tel., besloten, overeenkomstig het oor spronkelijke plan der Vcrkecrscommissic, bin nenkort een voordracht bij den Raad in to dienen tot demping van het Rokin tot aan de brug naar den Grimburgwal, waardoor don een breede verkeersweg ontstaat tot aan de Munt, cn verder aansluitende op de Vijzelstraat. HET POLITIETOEZICHT OP DE RIVIEREN. Excursie van Duitsche autoriteiten in Nederland. Een aantal autoriteiten, die betrokken zijn bij het politietoezicht op dc rivieren in Duitsch- land, bezoeken 14, 15 cn 16 Juni ons land. Zij komen eerstgenoemden datum te Nijmegen aan en beginnen van daar, in gezelschap van een aantal Nederlandsche autoriteiten op het ge bied van het riviertoezicht, een excursie. De bewakingsdienst op dc grootc stroomen in ons land nam daartoe het initiatief. Na vertrek per boot uit Nijmegen zullen 15 Juni o.a. Tiel, waar de booten der rivierpolitie bezichtigd worden, en Gorinchem worden aan gedaan. Het eindpunt van den tocht is Rotter dam. Daar zullen in het Scheepvaartkundig Mu seum films van de Rotterdamsche hoven en van de Rotterdamsche rivierpolitie worden ver toond. 16 Juni zullen de Rotterdamsche hoven en bureaux von de Rotterdamsche rivierpolitie be zichtigd worden. Dienzelfden dag zullen zij in Den Haag door den minister van Justitie ont vangen worden. Tijdens den tocht zullen besprekingen ge voerd worden over de reeds eenigen tijd be staande samenwerking tusschen dc rivierpolitie diensten in Baden, Hessen, Pruisen, Beieren en Nederland. .-«Ai®» ROOFMOORD TE HEERLEN. £'T' jT£ De arrestatie van den dader. De arrestatie van den dader geschiedde niet tc Valkenburg, zooals ons was gemeld, maar in Valburg (Betuwe). VOOR DEN POLITIERECHTER TE AMSTERDAM. Een octctosch als hoed. Voor den politierechter mr. Servatius ver scheen gisteren een getuige, die den eed moest afleggen. Dc man, een Israëliet, bracht dc hond boven het ongedekte hoofd en sprak toen het voorgeschreven cedsformulicr uit. Mr. S.: Bent u Jood Getuige: Ja. Mr. S.r-Don moet u zicK dekken cn mij na zeggen: „Zoo waarlijk, helpc mij God -Almach- Get.: Ik heb geen hoed bij mij. (Hilariteit.) Wat nu? Het O. M, mr. Reilingh wist raad, ledigde zijn actetasch cn stond die af, waarna dc deur waarder ze de getuige bij wijze van hoofd deksel op het hoofd zette. (Hilariteit.) Vervol gens zeide getuige de eedsformule na. Mr. S.: 't Lijkt grappig, maar de bedoeling is natuurlijk niet om hier grappen uit te halen. De Wet schrijft nu eenmaal voor, dat deze ger tuige den eed met gedekten hoofde aflegt. Hbld. DE VERBODEN VLEESCHIMPORT IN ENGELAND. Minister Kon blijft diligent. Uit de bevindingen in Engeland van den inspecteur in algemcenen dienst van den vee- ortsenijkundigen dienst dr. A. ten Sonde, mag worden afgeleid, dat dc maatregel van dc Engclsche rogccring, om voorshonds den in voer van vcrsch en gekoeld vlcosch van het vasteland van Europa niet too te loten, uit vloeisel is van het invoeren van uit België afkomstige en aldaar geslachte ,cn goedge keurde varkens, met verschijnselen van mond en klauwzeer. Bij geen enkel van de in dc Nederlandsche Rijksuitvoerkcuringsdiensten gekeurde dieren werd ook moar dc geringste afwijking waar genomen'. Bij dit onderzoek waren mede aanwezig dc Engelsche Veterinaire Inspecteur, do heer Peacey en de Belgische, de heer Boes, die de bevindingen van dc Ncderlandsdho deskundi gen ten volle bevestigden. In tusschen houdt minister Kan zich voortdu- rend op dc hoogte van den stond van zaken en gaat een dezer dagen een tweede nota uit voor dc Engelsche regeering, waaTbij een over zicht wordt gegeven van hetgeen een onder zoek van Nederlandsche zijde heeft opgeleverd en een herhaalde aanbieding van dc waarbor gen, die dc Nederlandsche Rcgccring steeds geeft en geven zal, opdat Engeland verzekerd kan zijn, dot het door dit land geduchte go- voor van inslceping van mond- cn klauwzeer door vleesch, althans voor Nederland geen voldoenden .grond heeft, om het vlccsch uit dit land te weren. De Londcnsche kleinhandel protesteert. 'Dé L'ondenschc kleinhandelaars 5n vleesch hebben in een in Smithfield gehouden vergade ring besloten, zich inct een afvaardiging tot den eersten minister te wenden teneinde hom over het invoerverbod te spreken. De kleinhan delaars zijn van meening, dat het verbieden van den invoer van alle geslachte dieren noo- deloos kras is voor het doel om den Britschen veestapel tegen besmetting met mond- en klauwzeer tc beschermen. De afsnijding van den invoer van Hollandsch varkens- en kalfs- vleesch zal, volgens hen, een olgemecne ver hooging von deq vleeschprijs tengevolge heb ben. Een firma, die uitsluitend bij den handel met Holland betrokken is, liet uitkomen, dot zij in de 60 jaren waarin zij gevestigd was, nooi' over (het Hollendsche varkens- en kalfsvleescl te klagen had gehad. De Hollandsche autoriteiten staan in verbin ding met de Britsche regeering over het in voerverbod, maar er zijn geen onmiddellijke aanwijzingen, dat het verbod gewijzigd zal worden, zegt de Times. De landbouwkundigen ötaan op het standpunt dat, nu een bepaalde besmettingsbron ontdekt is, de maatregelen tot bescherming von den Engelschcn veestapel niet herroepen mogen worden, vóór de minister var landbouw overtuigd is dat alle mogelijkheid van verdere schade tc zijde gesteld is. De heerschappij van uw innerlijke krachten is steeds machtiger don de buitenwereld naar het Engelsch van EMMELINE MORRISSON. *f' Geautoriseerde vertaling van M. Hellema. 50 „Is je vrouw mee," vroeg Tremayne, „en jijzelf niet „Ja, ik zou meegaan, moar ik kreeg zenuw pijnen. Het komt van dezen wind, ik heb zd dikwijls. Maar ik wilde Olive niet teleurstellen, zij had haar hart er op gezet en Jimmy Hill ging ook mee. Het zou heel veilig zijn geweest er gingen twee gidsen mee." „Mijn vrouw is dus ook meegegaan?"' „Ja, en Dawson ook. Zij vertrokken om mid dernacht en zouden tegen vijf uur terug zijn, maar het-is nu bijna half zeven, en Codding- ton, die andere man, weet je, heeft mij juist een boodschap gezonden, dat er een storm woedt in het oude dorp, de khamsin bloast als de duivel, het bevalt mij niets. Wat zullen wij doen?" Tremoy.e keerde zich om en maakte zijn das vast. „Ik zal mijn knecht roepen; hij kan gaan onderzoeken, hoe erg het is. Als zij bin nen twee uur niéj terug zijn, moeten wij zelf de woestijn ingaan en hen zoeken. .Weet je, welken weg zii zouden nemen?" „Naar Sidi Okbar; maar dat is ongeveer twintig mijlen cn mijn vrouw rijdt slecht." Tremayne ried hem zich te gaan kleeden en riep March. Toen de knecht kwam, zond hij hem naar beneden en volgde spoedig zelf, doch het gezelschap kwam niet terug. De storm nam toe in hevigheid. Alle deuren der huizen werden zorgvuldig gesloten, en de eenige geluiden, welke in Biskra werden ge hoord, waren het gebrom der kamcelen en het gehuil der straathonden. Ver weg in het oude dorp bogen de toppen der palmen zich als wuivend groan en de zon verdween achter een donkere wolk, die snel door de lucht schoot en overal zand en stof achterliet. Het vloog door de mimosalaan, om de hoeken der zuilengangen, sloeg tegen de deuren, schudde de torentjes van het hotel en de moskeeën en dwarrelde rond het standbeeld van den Kar dinaal. „Dit is vrceselijk," zeide Tremayne; „nie mand kan daar doorheen rijden. Zij moeten een schuilplaats hebben gezocht in een van de Arabische dorpen." „En zij zijn daar niet zoo heel veilig," voeg de do andere Engelschman er bij. March kwam binnen met een paar Arabische gidsen. Het gezelschop was vertrokken in de richting van Sidi Okbar. O, zij waren nog niet terug, zij waren door niemand gezien, nadat zij het dorp hadden verlaten. De storm was heel hevig. Buiten de oase en de bescherming, welke ze bood, zou het voor ieder onmogelijk zijn te rijden; mensch noch dier kon dat uit houden. Hoe lang het zou duren? Dot konden zij niet zeggen. Een paar uur of een paar dagen. Zij hadden wel stormen gekend, die zoo lang duurden. Ja, zij zouden binnenkomen en bij de hand zijn, als de storm afnam, en zouden Monsieur paarden bezorgen, als het gezelschap dan nog niet was teruggekeerd. Er viel voorloopig niets meer te doen, daar om gingen zij koffiedrinken in de eetzaal, waar alle vensters gesloten waren. Het was ontzettend heet en drukkend; zelfs door de reten drong het zand binnen, tot zij het meenden te proeven in hun koffie en brood. Maddison kon niet eten. Hij leek veel bezorgder dan Tremayne, die zeer kalm bleef en zijn gewoon ontbijt gebruikte. De dag verliep cn ze kwamen niet. De storm verminderde niet, en het was duidelijk, dot de Arabische gidsen gelijk hadden gehad. Nie mand kon dien dag het dorp verlaten. Waar zij ook mochten zijn, als zij in leven waren, moesten zij een schuilplaats hebben gevonden. En de nacht kwam en ging voorbij. Zij gingen natuurlijk niet naar bed, maar ble ven gekleed zitten wachten, uren lang, tot het aanbreken van den dog, dat vergezeld ging van nieuwe windvlagen en donkere wolken. Eerst tegen den namiddag ging de wind lig gen en het zand hield op door de lucht te dwarrelen. Tegen zonsondergang was het hel der, en alleen de gebogen boomen en met zand bedekte huizen en straten waren getuige van de woede van den storm. Tremayne en Maddison zaten in het zadel, hoest vóór het gehuil van den wind was weg gestorven, en hun eerste halte was de prefec tuur. Hier hoopten zij tenminste inlichtingen te verkrijgen, denkende, dat zelfs ingeval het gezelschap was opgehouden door den storm, misschien toch een der gidsen zou zijn aange komen met een boodschap tot hun geruststel ling. Doch er was geen boodschap aan de pre fectuur. Nietó was bekend van het Engelsche gezelschap, en dePransche politie was geneigd' den gehcelen tocht te beschouwen in hetzelfde licht als Tremayne n.l. als een uiterst dwaze en gevaarlijke onderneming. Von hier reden zij naar het oude Biskra naar de huizen der twee gidsen; maar opnieuw zon der eenig gevolg. Gedurende twee dagen had men niets van hen gezien of gehoord. De duisternis viel in weer was er een dag voorbij. Tremayne ging naar bed en trachtte te slapen, begrijpende hoe nutteloos het zou zijn op te .blijven, maar Maddison weigerde naar boven te gaan en zou hem terstond roe pen, als er cenig nieuws was. Den volgenden dag leenden zij een afdeeling Spahi's van het naburige garnizoen cn reden naar Sidi Okbar, onderzochten de gehcelo streek en deden overal onderzoek te ver geefs I i Het Engelsche gezelschap had Sidi Okbar niet bereikt. Men had niets van hen gezien of gehoord, en zij schenen dien nacht zoo vol komen tc zijn verdwenen, alsof de onbegrensde Tuin van Allah hen had verzwolgen. 1 HOOFDSTUK XXXII. Toen Iris met een gevoel van schuld en toch nog altijd woedend door de hal van het hotel naar beneden sloop naar de straatdeur, vond zij alleen Majoor Dawson op haar wachten. Zij haastten zich dc straat door naar het stand beeld van den Kardinaal, wear Olive Maddison en haar trouwe Jimmy reeds in het zadel za ten, maar er was geen spoor te zien van me neer Maddison, en terwijl Iris te paard steeg, vroeg zij naar hem. „O, Lcn heeft zenuwpijnen en wilde liever niet meegaan," antwoordde Olive onverschil lig. „Daaraan zijn wij wel gewend, hè, Jimmy? Daarom zijn wij moar gegaan zonder hem.' Het zal wel van den wind komen, denk ik." „Er is veel wind," zeide Dawson, niet erg op zijn gemak. „De gidsen vreezen voor een storm, maar in elk geval zullen wij terug zijn, eer die losbreekt. Hij zal niet komen voor het aanbreken van den morgen." De weg door do woestijn was smal, en zij reden twee aan twee; eerst Dawson met zijn gids, Gattouchi, don de beide dames, en Jim my Hill met den anderen gids achteraan. „Heb je je voortref fel ijken echtgenoot veilig slapend achtergelaten?" vroeg Olive. „Hoe jammer, dat hij niet wilde meegaan." „Ik weet niet, of hij sliep of niet," antwoord de Iris, „hij zoi/ nooit van zoo iets houden. Er is ook eigenlijk niets aanwij hadden even goed overdag kunnen gaan en zouden don onze nachtrust niet hebben gemist." „Je hebt geen romantische ziel, lieve. Ik denk, dat meneer Tremayne het heerlijk zou hebben gevonden, in weerwil ven wat hij tot je zeide. Hij sprak heel anders dien avond, toen wij samen op de Minaret woren." „De Minaret I" zeide Iris verwonderd. „Ja, toen jij en Dr. Rutherford een teeder afscheid nsamt in den tuin, zeiden meneer Tre mayne en ik «onze gebeden op boven op de Minaret. Hij vertelde mij ook allerlei geheimen Ik verzeker je, dat hij toen de schoonheid der woestijn wel wnordcerdel" „Welk een onzin!" beet Iris haar toe. „Als Geoffrey de Minaret opging met jou, don deetf hij dat, omdat je hem vroeg je daarheen te brengen, niet omdat hij het wenschte. Wil je daaruit weei een heel verhaal maken Wel hij zou mevrouw Briggs daarheen begeleiden, als zij het hem vroeg I Denk je, dat ik dat niet weet (Wordt vörvoltfd.) -- .-4'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5